Door de heeren mr. J. Heemskerk Azn.,
J. P. W. Conrad, prof. G. Van Overboek de
Meyer, dr. H. J. A. M. Schaepman, dr. W.
P. Ruysch en prof. R. H. Saltet is een cir
culaire gericht aan de leden van het „Congres
▼an Nyverheidshygiëne en Reddingswezen"
in 1890 en aan andere belangstellenden,
waarin zy uiteenzetten het voornemen een
blijvend congres voor gezondheidsregeling en
reddingswezen te stichten, waarvan weder
een zitting zal plaats hebben medio September
a. 8., te 's Gravenhage.
De bedoeling is, dit jaar aan de orde te
stellen de waterhygiëne en de drinkwater
voorziening der steden, welke punten reeds
inleiders gevonden hebben. De juiste datum
van het Congres zal nader worden bekend
gemaakt.
Bij de circulaire is een statuten ontwerp
gevoegd, volgens hetwelk leden van het Con-
greB kunnen zijn zy, die op wetenschappelijk,
technisch, practisch of administratief hygië
nisch gebied werkzaam zijn of die in de
vakken van het Congres belang stellen.
Als overgangsmaatregel is bepaald, dat de
leden van het CoDgres iD 1890 ook leden zyn
van het komende, indien zy hun voornemen
tot deelneming kenbaar maken vóór 10 Sept.
a. a. aan den voorzitter, den heer J. Heems
kerk Azn.
De leden contributie bedraagt f 5.
De 23ste algem. vergadering, tevens her
denking van het 25-jarig bestaan der Geref.
Zondag8school-vereeniging „Jachin," zal ge
houden worden op Woensdag 26 Aug. a. s.
in het kerkgebouw der Geref. kerk Koning
straat te Delft. Den vorigen avond zal In
hetzelfde gebouw een bidstond worden ge
houden, waar ds. A. De Geus, van De Lem
mer, de feestrede zal houden.
Op de agenda komt o. a. voor: 1. De ge
schiedenis van het Zondagsschoolonderwys
in ons land. Inleider ds. De Gaay Fortman,
van Amsterdam 2. Welke diensten kan de
vrouw bewyz-.n by het Zondagsschool onder
wijs? Inl. ds. Landwehr, van Rotterdam. 3.
Welke beteekenis heeft de Zondagsschool in
den stryd tegen het socialisme? 4. Zondags
school en Jongelings-vereeniging.
Z. D. Hoogw. de Bisschop van Haarlem
zal a. s. Zondag, den 16den dezer, en verder
de geheele week uit Haarlem afwozig zyn
voor do toediening van het H. Vormsel in het
dekenaat Alkmaar. Macisb
De conclusie der commissie van praeadvies
in zake het bezwaarèchriit van den kerkeraad
van Bedum (A) werd door prof. Bavinck nader
ter Synode te Middelburg toegelicht. Hy
achtte dit bezwaarschrift formeel juist ter tafel
gekomen, na door deputaten voor het verband
der kerken met de Vryo Universiteit, te zyn
teruggewezen.
Evenwel, en hy toonde dit met voorbeelden,
aan het stuk ontleend, nader aan, achtte hy
het zakeiyk voor behandeling op deze Synode
ongeschikt. Het stuk toch draagt te veel het
karakter van een polemisch geschrift en niet
dat van een kerkeiyke aanklacht, wjjl het
niet genobgzaam preciseert, en niet aanwyst
tegen welke uitspraken der Schrift en artikelen
der Belydenis, de leerstellingen van dr. Kuyper
zouden ingaan.
Allereerst kwam daarna aan de orde een
Bcbryven van het curatorium der vereeDiging
voor Gymnasiaal onderwys op Gereformeerden
grondslag te Zetten, waarin op samenwerking
in zake Gymnasiale opltidiog te Zetten en
Kampen wordt gewezen.
De Synode besloot aan het verzoek van
het curatorium zyn plan ter Synode te mogen
toelichten, te voldoen. Daarna werden enkele
dingen, inzake de zending, geregeld.
Vervolgens werd de discussie over het be
zwaarschrift van Bedum (A) voortgezet. Ver
schillende praeadviseerende loden en leden der
synode voerden het woord en daarna sprak
de synode uit, dat zy om formeelo bezwaren
niet op den inhoud van het bezwaarschrift
van den kerkeraad van Bedum (A) kan ingaan,
doch dat zy in het te barer kennisse gekomene
geen redenen vindt, om zich tot lih. direc
teuren over hooger onderwijs te wenden, en
haar vertrouwen blyft stellen in prof. dr. A.
Kuyper, en in alle hoogleeraren bij do Thsol.
faculteit te Amsterdam, en aan de Theolo
gische school te Kampen, die verklaard hebben
principiëel aan de zyde van dr. Kuyper
te staan.
Nadat nog dr. A. Kuyper voorlezing had
gedaan van een rapport der commissie van
praeadvies in zake de zending, werden de
zittingen der synode tot Dinsdag a, s. ver
daagd.
De „Staatscourant" van 15 dezer bevat het
volgend koninkiyk besluit van 31 Juli jl.
(Stsül. 145):
In door- en vervoer van lompen, gebruikte
kleedingstukken en ongewasschen lyf- en
beddegoed is verboden uit landen of plaatsen,
door de ministers van binnenlandsche zaken
en van financiën aan te wyzen.
De aanwyzingen worden telkens ten minste
één dag voordat zy in wirking treden door
plaatsing in do „Staatscourant" ter algemeene
kennis gebracht.
De voornoemde ministers zyn bevoegd, die
aanwyzingen te veranderen, zoo dikwijls de
omstandigheden dit gedoogen of onnoodig
maken, alsmede te bepalen of en in hoever
da bagages, door reizigers medegebracht,
onder het verboJ zyn begrepen; de beschik
kingen over dezo onderwerpen worden ook
in de „Staatscourant" geplaatst.
Heeft het verbod afwending van de Aziatische
cholera ten doel, dan gedragen zich de ge
noemde ministers by aanwijzingen betreffende
den in- of doorvoer uit landen, die toegetreden
zyn tot de op 15 April 1893 te Dresden ge
sloten en by de wet van 9 Juli 1894 (Stsbl.
94) goedgekeurde internationale overeenkomst
tot wering dor cholera, naar de bepalingen van
die overeenkomst.
Dit besluit is genomen op de voordracht der
ministers van binnenl. zaken en van financiën,
uit overweging dat toepassing der wet van 26
April 18S4 (Stsbl. 80), aangevuld by de wet
van 20 Juli 1S84 (Stsbl. 164), tot vaststelling
van buitengewone maatregelen ter afwending
van eenige besmettelyke ziekten en ter wering
harer uitbreiding en gevolgen, noodzakelyk is
wegens het voorkomen van Aziatische cholera,
gele koorts en pokken op enkele plaatsen in
het buitenland.
Het besluit blyft één jaar van kracht en
treedt in werking op 17 Aug. a. s.
De heer G. Boeschoten, onder-secretaris
der Zuid-Afrikaansche Republiek, die eenigen
tyd hier fc9 lande heeft vertoefd, heeft van
uit Vlïssingen ons land weer verlaten, met
bestemming Daar Pretoria.
Door gemis van de aansluiting te Am
sterdam is de trein, waarmede H. K. H. de
groothertogin van Saksen, prinses Sophie der
Nederlanden, gisteren uit Soestdyk naar de
residentie is vertrokken, eerst te vyf uur aan
het station Hollandsche Spoor te 's Graven
hage aangekomen en omstreeks halfzes aan
het stoomtramstation Anna-Paulowna-straat,
welks perron en toegangen met een tapyt
belegd waren.
Met den groothertog on de hertogin van
Mecklemburg, zyn dochter, waren vele auto
riteiten aan genoemd station aanwezig, ten
einde de hertogin by aankomst t9 begroeten.
Voor rekening van het Ryk ontvangen
de marechaussees, gestationneerd langs de
Belgische grens, onderwys in de Fransche
taal. Het plan bestaat om de marechaussees,
die langs de oosteiyke grenzen gevestigd zyn,
onderwys in de Duitsche taaL te geven.
De Belgische minister Beernaert doot,
van zyn eebtgenoote vergezeld, op ditoogen
blik een rondreis door ons land. Zy hebben
de kinderen van mevr. Mourlon, zuster van
mevr. Beornaert, die in de spoorwogramp
van Ottignies het leven verloor, by zich.
De minister van marine heeft het vol
gende bepaald: lo. Met 1 September a. s.
worden op non-activiteit gesteld: De adel
borsten der 1ste klasse A. M. Yan Roosendaal,
J. A. Yink, G. J. W. Putman Cramer, J. E.
Van Hoogenhuyze en de adjunct-administra
teur G. M. Klasing, dienende aan boord van
Hr. Ms. fregat „Johan Willem Friso," en de
adelborsten der 1ste klasse C. M. Schaeffer,
J. C. Brandt Corstius, F. A. De Korting en
de adjunct administrateur H. D. Rubenkoning,
dienende aan boord van Hr. Ms. fregat „Van
Speyk"; 2o. met denzelfden datum worden
geplaatst: de luit. ter zee der 2de kl. W.
M. K. B. Yan Idsinga, de adelborsten 1ste
kl. C. L Schepp, S. Gratama, J. C. Tollenaar,
W. C. A. Yink, D. R. Schuitemaker, J. H
StellwageD, F. J. Witteveen en de adjunct
administrateur P. M. Schreuders, aan boord
van Hr. Ms. fregat „Johan Willem Friso";
de adelborsten 1ste kl. A. Ten Broecke
Hoekstra, H. W. Buys, J. A. E- De Jong,
N. J. Van Laer, G. L. De Bruyn, J. C. Johan-
knegt en de adjunct-administrateurs A. Van
der Boon on W. A. Rotteveel, aan boord van
Hr. Ms. fregat „Van Speyk."
B(i beschikking van den minister van
marine zyn, met ingang van 1 September a.
s., benoemd tot adelborst der 3de klasse by
het Koninkiyk Instituut voor de Marine te
Willemsoord, de navolgende jongelngen, ge
rangschikt naar de by het examen gebleken
kundigheden: voor den zeedienst: J. Pleringa,
F. M. Fransen van de Putte, G. W. R. Rut
ten, C. Rübl, A. C. Nanning, J. H. Roog, M.
H. Van Duim, H. G. Van Steyn, M. J. Ver
loop, M. J. L. Rosman, J. R. Filz, E. Broms,
J. De Graaff, J. W. A. Mulder, H. E. Te Win
kel, J. Bo3ma, P. F. Postema, A. C. Van
der Dussen; voor de manuiars: O. D. F. De
Ridder, H. F. R. Snoek, R. G. M. A. Heg,
R. G. A. Schreinor, P. Haitsma Muiier, P. J.
J. Michielsen, F. A. Kimball, P. Van Werdt.
Het stoomschip „Rembrandt14 vertrok
14 Aug. van La Pallice naar Amsterdam; de
„Etna" arriveerde 14 Aug. van Amsterdam
te Cuxhaven.
Praatjes over Kunst.
Vlokken.
LXXVI.
Door de welwillendheid van de firma Blan
kenberg en Co. wordt my de eerste afleve
ring toegezonden van den tweeden jaargang
van het te Beriyn verscbynend tydscbrift Pan.
Sedert een aantal jaren valt er ook in
't vry conservatieve Duitschland een frisschere
strooming waar te nemen op 't gebied van
literaire en plastische kunst, en veilig kan men
aannemen, dat het byzonder sieriyk uitge
doste, en goed verzorgde tydscbrift Pan daar
van een der bestgeslaagde uitingen is.
Op 't titelblad prykt een stoer geteekende
Sater-kop door Franz Stuck. Van den knappen
Max Liebermann treffen wy o a., naast een
litho (portret van Fontane), ook eene repro
ductie aan, naar zyn „zittende oude man",
door Albert Krüger geëtst.
Van den nu tachtig-jarigen Adolf Menzel
munten vooral een drietal potloodteekeningen
uit, met byscbrift van H. Von Tschudi. Byzon
der geslaagd zyn ook twoe kleurdrukken
naar pastels door Ludwig Von Hofmann;
vooral „Paradys" is een meesterstuk van
reproductie. De houtsnykunst is schitterend
vertegenwoordigd door een specimen van
Hönemann (naar Dora Hitz' „Moeder en kind").
Verder een ets van Leistikow; een steen-
drukteekening („Vigilante in den regen") van
Fr.ins Skarbina; een ontwerp voor een „ex-
Jibris" (in kleurdruk) van Josef Sattler; een
lichtdruk naar Tuaillons standbeeld „Ama
zone"; een expressieve studiekop van Cornelia
Paczka (met by'schrift van Max Lehr6); een
ets van Anders Zorn (een portret van Paul
Verlaine, kort voor diens dood gemaakt) en
een zinkdruk („Moeder en kind") door Charles
Maurin. Buitendien veel fraaie „Culs de
lampe", titelvignetten, sluitstukken en initi
alen van verschillende artisten.
Het letterkundig gedeelte is niet minder
belangryk. Naast gedichten van FontaDe,
Arno Holz, Cbr. Morgenstern, Richard Dehmel
en Caesar Flaiscblen treffen wy eenige Lyrische
bydragen van Johannes Schlaf aan. Heinrich
Hart leverde een zeer fantastische bydrage
„Ein Rmgkampf". Paul Schlenther een inte
ressant, lyvig artikel over „Die freie Bühne",
Julius Hart schreel over „de ontwikkeling
van de nieuwere Lyriek in Duitschland", ter-
wyi Wilhelm Bode van het 200-jarig bestaan
van de Berlynsche Academie gewaagt. Ein-
delyk heeft Richard Grahl het over het jonge
schildergezelschap „Die XI"; Albrecht Haupt
over „Vergeten kunst", en Lichtwark over
„Beriyn".
Maar 6tellig is wel het allercuriouste, dat
in dit germaansche heft, naast een facsimilé
naar Verlaino's handschrift, en eenige door
Caesar Flaischlen vertaalde verzen van den
dichter, eene bydrage van Magnus von Wedder-
kop voorkomt, die speciaal de aandacht ver
dient: „Paul Verlaine und die Lyrik der
Décadence in Frankicich
Behalve dat in dit 6tuk, dat van groote
waardeering getuigt, eenige mooie citaten
worden aangetroffen, is 't vooral interessant
ook hier, door een Duitsch dichter, de namen
vermeld te zien van Tristan Corbière, Stéphane
Mallarmé, Arthur Rimbaud, Moréas, Maeter
linck en Rollinat. --
Van Verlaine citeert de schryver o. a. het
bekende melodieuze gedichtje: „O mon Dieu,
vous m'avez blessé d'amouren ook dit
klankvolle, uit do „bonne chanson":
„La lune blanche
Luit dans les bois,
De chaque branche
Part une voix
Sous la ramée,
O bien-aimée.
L'étang reflète
Profond miroir,
La silhouette
Du saule noir
Oü le vent pleure
Révons, c'est l'heure,
Un vaste et tendre
Apaisement
Semble descendre
Du firmament
Que l'astre irise
C'est l'heure exquise."
Magnus Von Wedderkop zegt nog o. a.
„Evenals zekere richtingen in de schilder
kunst, die „l'art pour l'art" tot hun „Adagium"
gemaakt hebben, zoo is deze Lyriek te eso
terisch, en kan zy alleen door gelykgozinde
poëten of gelykgestemde naturen worden ge
waardeerd. Wat dit aangaat is zy voluit
aristocratisch, niettegenstaande het Mont-
martre-Argot, waarvan zy zich dikwerf bedient,
en hoezeer zy zich ook dikwyls als „enfant
de bohème" wettigt; want, dat zy de groote
menigte veracht, verheelt zy geenszins.
De groote menigte is echter ook niet ge
woon deze kunst toe te juichen. De vertegen
woordigers dezer richting zyn allen meer of
min teruggetrokken en wereldschuw. Met voor
dacht en bewustheid vermtfden zy alle effect
bejag, dat in staat zoude zyn het groote
publiek in enthousiasme te brengen; van
niets hebben zy grooter afkeer dan met groote
en pathetische woorden te schermtn, zooals
Victor Hugo het somtyds niet versmaadde,
of het publiek met aardigheden op te vroo-
ïyken zooals De Musset wel deed. Buitendien
heerscht een grenzenlooze individualiteit onder
deze modernen. Zy toch zyn het eerste en
laatste voorwerp van hunne kunst; zich-zelf
in hunne geheele persoonlykheid te openbaren
is hun eerste en laatste streven. Hy, die ge-
ïykeiyk aangelegd, geiykelyk gestemd is als
zy, begrypt hen; wie niet, niet; des te erger
voor hen. Hoe grooter en subtieler hunne
kunst echter is, hoe kleiner natuurlyk ook
het publiek wordt, dat hen waardeert 1"
en verder besluit de schryver: „Hoe kon er
ook veel plaats zyn voor een Verlaine, een
zoo eminent „ungallische" natuur?! Wanneer
zal Verlaine worden begrepen, indien dat nü
niet geschiedt? Zyn werk is een spiegelbeeld
van een zeer individueele, byzonder moderne
ziel, en, dat een anders aangelegde latere
generatie hem wellicht nog minder zal kunnen
verstaan, valt te verwachten."
Beschouwt men zyn werk „sub specie
aeternitatis", dan zal er zeker veel van
biyven, zoolang er een Fransche taal bestaat,
maar véél ook, dat juist nü de krachtigste
indrukken geeft, zal ongetwyfeld reeds binnen
een niet al te verwyderd tydstip zyn ver
geten." C. V.
„De schoonste en belangrijkste uitdrukking
van de aandoeningen, die zijn bekeering in hem
te voorschijn riepon, heeft Verlaine in zijn gedicht
gegeven, dat hy met ,eene vertelling" betitelde,
(eene soort .hymne van hulde aan de Madonna), en
dut misschien wel het meest-geniale is wat hij
geschreven heeft. Zonder van overdrijving te
worden beschuldigd kan worden gezegd, dat, na
Potrnrca's „Vergine bella di sol vestita," nimmer
iets werd gemaakt dat daarmede, als dit, kan
worden vergeleken." M. v. W.
Gouden Priesterfeest ?au Mgr.
Bottemanne.
Gisteravond verschenen eenige R.-K. bladen
in feestgewaad ter eere van het 50-j irig pries
terschap van den Bisschop van Haarlem, dat
heden met veel luister werd gevierd, „Hot
Centrum" byv. heeft voor deze gelegenheid
een toepasselyke titelpagina doen teekenen
door den jeugdigen Amsterdammer Alexander
Bleys, zoon van den bekenden bouwmeester,
die zyn naam aan tal van kerken verbond
en ook het in aanbouw zynde R.-K. Gasthuis
te Amsterdam ontwierp.
„De Tyd" geeft de volgende byzonderbeden
uit het leven van den jubilaris
„Mgr. Bottemanne, sinds 13 jaar bisschop
van Haarlem, werd priester gewyd in een tyd,
toen Nederland voor zyn Katholieke -bevol
king geen naar de algemeene kerkwet ge
regelde inrichting mocht bezitten. Wel waren
er in ons vaderland katholieke bisschoppen -
door één van hen, mgr. Cornelius Ludovicus
baron Van Wykerslooth, werd aan den 23
jarigen Alkmaarschen diaken de priester-
wyding toegediend maar zy droegen den
titel van zetels, die, ver buiten Nederland,
slechts aan den oorspronkelyken bodem van
het Christengeloof mochten herinneren. De
vice-superior der toenmalige Hollandsche zen
ding benoemde den jeugdigen priester tot
kapelaan te Zoeterwoudo, waar hy, onder
de leiding van den aartspriester, pastoor E. S.
Van der Haagen, naast den plicht der herder-
lyke bediening, de studio der kerkgeschiedenis
leerde liefhebben en beoefenen.
In 1852 belast met de pastorale zorgen
voor de gemeente Den Burg, op het eiland
Tessel, zag de heer Bottemanne zich reeds
in het volgend jaar, door den inmiddels tot
eersten bisschop van Haarlem benoemden mgr.
F. J. Van Vree, aangewezen als boogie raar
in de moraal theologie aan hst bisscboppeiyk
seminarie te Warmond, in welke ei rvoile en
verdienstelyke hoedanigheid hy werkzaam
bleef tot den dood van zyn betreurden oud
pastoor te Zoeterwoude. Tot deken en pastoor
op laatstgenoemde plaats benoemd, kon hy
wederom een aanzienlyk deel van zyn tyd
aan zyn geliefkoosde studiën wyden, waarvan
de vrucht deels niet zelden, gelyk trouwens
reeds in vroeger en ook in later tyd, een
plaats vond in het tydschrift „De Katholiek",
deels wy wyzen als voorbeeld op de bekende
studie over de Honoriusquaestie in afzon
derlijke uitgave met bijval en waardeering
werd begroet. In 1876 door de kerkeiyke
overheid geroepen om deken Van Luenen,
pastoor der St. Catharina-parochie te Amster
dam, in laatstgenoemde hoedanigheid op te
volgen, bracht hy daar slechts een negental
maanden door, toen do heer Snickers, president
van het seminarie te Warmond, mgr. Wilmer
op den bisschoppelyken zetel van Haarlem
verving. In diens plaats nu met het bestuur
van het seminarie en tevens met den leer
stoel van het kerkelyk recht belast, als
kanunnik-theologaal van het bisdom weldra
in den bisschoppelyken raad geroepen, ootving
de heer Bottemanne op 10 Augustus 1883
de tyding zyner verheffing tot den bisschop
pelyken zetel van Haarlem. Zyn voorganger
op dien zetel, tevens zyn voorganger als
president van het seminarie, mgr. Petrus
Matthias Snickers, aartsbisschop van Utrecht,
verrichtte in de kapel van het seminarie te
Warmond op 80 September de plechtigheid
zyner bisschoppelyke zalving, by welke assis
teerden de bisschoppen van 's-Hertogenbosch
en van Breda, mgr. Godschalk en mgr. Van
Beek."
Dankbaar herdenkt „De Tyd" het vele,
door mgr. Bottemanne als bisschop voor do
Noderlandsche katholieken verricht. Het blad
schryft o. a.
„Wy herinneren slechts aan de gestadige
en warme belangstelling, waarmode onze
bisschop hot katholiek onderwys der jeugd
ter harte neemt, niet enkel door de zorgen
voor de vermeerdering en verbetering dor
scholen, maar ook en vooral door te waken
en te werken voor de geestelyke en stoffuiyke
belangen der katholieke onderwyzers. En
waar wy eenmaal van deze mannen gewa
gen de werklieden der christelyke opvoe
ding daar spreekt het als vanzelf, dat wy
ook den „Ned. R.-K. Volksbond" gedenken,
die door mgr. Bottemanne is wat by werd:
een hecht en betrouwbaar bolwerk tegen den
geest van goddeloos verzet onder hen, die
minder met aardsche goederen bedoeld wer
den
Het schynt wel, dat hst „Omnia in chari-
tate", „alles in liefde", het schriftuurwoord,
door den hoogwaardigen jubilaris tot wapen
spreuk gekozen, den doorluchtigen kerkvoogd
bij voorkeur heentrekt naar hetgeen klein eii
gering is voor deze wereld, om ddar vooral
de liefde van zyn hart te toonen."
Ook de „Maasbode" geeft by haar jongste
nummer een feestnummer, gewyd aan Mgr.
Bottemanne.
Daarin zyn o. a. opgenomen de portretten
van Mgr. Nicolaas van Nieuwland, eersten
bisschop van Haarlem (1561) en van Mgr
Godfried van Mierloo, tweeden bisschop van
Haarlem (1570).
De portretten, die geteekend zyn naar
antieke koperplaten door een jong artist,
Jan Krulder, dienen tot illustratie van een
artikel „Het bisdom Haarlem."
„Do Residentiebode" bevat o. a. een omlyst
gedicht, ter gelegenheid van het jubileum, van
jbr. Van Nispen tot Sovenaer.
Wat het kerkelyk karakter van het feest
aangaat, kan worden medegedeeld, dat mgr.
Bottemanne hedenochtend te 9 uren een
plechtige pontificale Mis heeft opgedragen in de
Kathedrale kerk in de Jansstraat te Haarlem,
waaronder hy de wydingen van het priester
schap en diaconaat toediende, waarby mgr.
Bottemanne werd geassisteerd door de kanun
niken van het kathedrale kapittel.
Des namiddags te 2 uur kwamen de gees-
telyken van de stad en die van den omtrek
den jubilaris hunne gelukwenschen aanbieden,
terwyi doorhem des namiddags van drie tot vyf
uri n audiëntie werd gegeven in het bisschop
pelijk paltis aan de Nieuwe Gracht.
Gemengd Nieuws.
De onderlinge wegwedstrijd over
25 K. M. (Leiden Alfen en terug) vanwege
do L. W.-V. „De Albatros" zal morgenmiddag
te één uur aanvangen. Acht deelnemers zul
len naar de vier vroeger door ons vermelde
pryzen medediogen.
De heer E. Reinke alhier, een be
kend zwemmer, heeft zich weder verdiensto-
ïyk gemaakt door het redden van een knaapje,
dat hedenmorgen aan de Mare te water raakte
en dat reeds in hoogst gevaarvollen toestand
verkeerde.
„Zuid-Holland" tegen „Bedminster
C. C." alhier. Zuid Holland won den to e
en koos batten op een door regen doorweekt n
grond. Door 't buiige weer werd nu en dan
't spel gestaakt, zoodat wy niet veel te zien
kregen. De Hollanders maakten 40 runs, voor
den val van 7 wickets, waarvan de heer
Van Deinse 12 not out eD de heer Feith 8.
Tegen drio [uren in den middag van gisteren
was verder spel onmogeiyk, zoodat de cap
tains besloten alstoen voor dien dag den
wedstryd te eindigen. Hedenochtend werd het
spel te kwart over tienen hervat.
Gedurende deze week werden
op „Rhynzigt" genomen 432 zwembaden door
heeren en 114 door dames. Temperatuur van
het water 19° Celsius.
De Haagsche rechtbank veroor
deelde gisteren een molenaarsknecht te Leiden,
wegons diefstal van kleedingstukken in een
logement aldaar, tot 1 jaar gevangenisstraf.
De chef-machinist by de „Leidsche
Duinwatermaatscbappy," de heer C. v. d. Voort,
te Katwyk, die 6 October des vorigen jaars
by het springen van een pyp der kleine
machine ernstige brandwonden bekwam, is
thans in zoo verre hersteld, dat hy deze
week zyn functiën weder heeft kunnen her
vatten.
Nader vernemen we, dat de bad-
plaats Noordwyk aan Zee thans bezocht wordt
door ruim 250 badgasten, waaronder velt
Duitsche familiën.
In Haarlemmermeer en omstreken
is de sterfte onder de varkens thans zeer
erg, voor de kleine boeren een groote schade.
Te "Woubrugge zyn de 14 per-
ceelen bouw- en tuinland in den Plaspolder,
voor den tyd van drie jaren publiek verhuurd,
tegen een totale som van f 361.50 per jaar.
In de E^p weteringervaart ge-
raakten dezer dagen te water twee kinderen
van timmerman P., in een wagentje gezeten.
De lieve kleinen konden weer spoedig op het
droge worden gebracht.
Men schryft ons uit Alfen: Tor
kaasmarkt alhier werden gedurende de maand
Juli aangevoerd 153 party en kaas, te zamen
7942 stuks.
Werd vroeger door de landbouwers ge
klaagd, dat ter markt alhier te weinig koop
lieden kwamen, thans evenwel is de klacht
omgekeerd: de kooplieden klagen over te
weinig aanvoer. En dit laatste is te be
treuren. De markt, zoowel wat haar plaats
als tyd van aanvang betreft is zeer in het
belang èn van de landbouwers èn van de
koopliedendaarom is het gewenscht, dat zy
niet alleen in stand blyve, maar steeds
vooruitga.
Nu in den laatsten tyd de kaashandel weer
iets beter gaat en de handel ook ter markt
alhior vlugger, is het te hopen, dat voortaan
de landbouwers weder geregelder en drukker
onze markt bezoeken.
Gisternamiddag, omstreeks zes
uur, had te Roelof-Arendsveon een der jongens,
die aan een bakker van Oude-"Wetering hun
hulp verleenden by het tegen een brug op-
ryden van z(Jn broodwagen, het ongeluk vóór
dien wagen te struikelen, waardoor hy een
der wielen over de borst, het andere over een
der beenen kreeg. Ofschoon hy in het eerst
niet kon staan, bleek toch gelukkig spoedig,
dat hy zich niet ernstig bezeerd had, zoodat
hy, met behulp van zyn makkers, weder naar
huis kon marcheeren.
Het achtjarig dochtertje van den heer
Lafeber, dat iets aan de stoep moest uitstor
ten, raakte het evenwicht kwyt en viel aldaar
in de diepe sloot. Do moeder, die van uit de
keuken een plomp in het watt r hoorde, snelde
naar buiten en mocht er in 6lagen, echter
eerst na zichzejvo te water te hebben be
geven, haar kind uit het dreigend gevaar te
redden.
Naar men verneem t, hebben
eenige heeren in Den Haag by B. en Ws.
stappen gedaan tot het verkrygen der con
cessie voor een tram omnibus dienst daar ter
stede, welke den lsten Maart 1897 zou aan
vangen.
Deze dienst moet een verbinding bedoelen
▼an het noordoosteiyk gedeelte dier stad met
het station vaa den Hollandscheu Spoorweg.
De g«p. kapitein van het Ind.
leger V., te 's-Gravenhage, heeft van H. M.
de Koningin-Regentes kwytschelding gekregen
van den straftyd, dien by nog had na zyn
▼eroordeeling indertyd wegens veruuisWing
van effecten ten nadoele zyner schoonmoeder,
Hy is reeds in vryheid gesteld.