11188.
Zaterdag 15 Augustus.
A0.1896
feze tCourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 14 Augustus.
Feuilleton.
Een Bomeinsche Schoone.
LEIDSCH
DAG-BLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
"Voor Leiden per 3 maanden. f 1.10.
Franco per post s ~i S 1.40.
Afzonderlijke Nommers 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTTËN:
Yan 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 J. Grootero
letters naar plaatsruimte. Yoor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Officieel© Kennisgevingen.
Burgemeester on Wethouder» vau Leiden brengen
ter algemeene kernia, dat de lyBt, bovattende de
namen der inwoners, die voor het verleenen van
inkwartiering en onderhoud van het krijgsvolk in de
transporten of leverantiën voor 'e Konings leger
of vestiDgen gevorderd, in aanmerking komen, is
opgemaakt, op do kleine pers van het Raadhuis
aangeplakt en van heden gedurende veertien dagen
ter secretarie dezer gemeente voor eon ieder ter
inzage is nedergelegd, wordende tevens in herinnering
gebracht, dat aan de inwoners vrijheid wordt ver
leend tot ruiling met of uitbesteding bij de op de
lijst voorkomende personen van de inkwartieriog of
het onderhond, mits zü van den wenech daartoe
kennis geven aan den Burgemoester. voordat de uit
reiking van de biljetten aan de manechappen ie
geschied, bij gebreke waarvan zij verplicht zijn aan
de vordering tot inkwartiering en onderhoud te vol
doen in hunne woning.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WA8. Burgemeester.
IS Aug. 1896. M. O. DEKHÜYZEN. Wethouder,
loco-Beoretans.
Kostelooze Inenting.
Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen
bij deze ter algemeene kennis, dat de kostelooze
inenting van on- en minvermogenden, in hetEliaabeths-
hof aan de Oude Vest, niet zal pliats hebben op
Dinsdag 18 Augustus a. s.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
13 Aug. 1896. M. O. DEKHÜYZEN, Wethouder,
loco.-Seoretari8.
Aan den gemeenteraad alhier i8 heden het
volgende adres verzonden:
„Geven met verschuldigden eerbied te
kennen de ondergeteekenden, Tappers en Slij
ters, wonende te Leiden, leden van het bestuur
der vereeniging „Vergunning", „afdeeling
Leiden", goedgekeurd bjj koninklijk besluit
van den 20sten Maart 1894 (Stsbl. No. 32):
Dat wij Uwe aandacht vestigen op de politie
verordening betreffende het openingsuur voor
café's, tapperyen, enz. van April tot October,
waarby dat openingsuur op zes uren en van
October tot April op zeven uren gesteld is.
Ten tweede, dat het sluitingsuur op elf
uren bepaald is.
Dat adressanten wat de onder sub 1 vermelde
verordening betreft, opmerken dat voor buiten
lieden, die naar de verschillende markten
moeten om hun bedrijf uit te oefenen, en
tevens voor werklieden, die in nachtploegen
werken, het openingsuur des winters om
zeven uren te laat is.
Reden, dat voor verschillende buitenlieden,
die hier te Leiden komen om de markten te
bezoeken, geen gelegenheid bestaat zich te
kunnen restaureeren.
Dat zij, die in nachtploegen werken, op
verschillende inrichtingen, ook dezelfde rech
ten tot ontspanning hebben als diegenen, welke
hunne werkzaamheden des avonds eindigen.
Dat wat de onder sub 2 vermelde verorde
ning betreft, het sluitingsuur tot elf uren
naar hunne zekere meening voor een vooruit
gaande stad als Leiden te vroeg is, daar ver
schillende stedeü, niet alleen de grootere, maar
zelfs steden van aanzienlijk minder zielental
haar sluitingsuur tot twaalf uren hebbendat
er verschillende personen zijn, die hunne
werkzaamheden laat in den avond eindigen
en ook recht op ontspanning hebben.
Tevens vestigen zi) Uwe aandacht op het
reizend publiek, dat gebruik moet maken van
verschillende treinen, welke vertrekken en
aankomen na het vastgestelde sluitingsuur.
Redenen, waarom adressanten zich tot Uw
College wenden met het eerbiedig verzoek,
dat het Uw College moge behagen het
openingsuur voor cafó's, tapperijen, enz. het
geheele jaar vast te stellen des morgens op
zes uren en het sluitingsuur te bepalen op
des avonds twaalf uren.
'tWelk doende,
A. C. M. Van Noobt, Voorzitter,
Joh. Heemeyer, lste Secretaris."
Leiden, 14 Augustus 1896.
In de te Amsterdam gehouden verga
dering der Vereeniging ter bevordering van
de belangen dea Boekbandels is benoemd tot
eere-lid de heer Louis D. Petit, conservator
aan de ryksuniversiteits-bibliotheek alhier.
Bjj het examen voor de hoofdakte zyn
te 's Gravenhage geslaagd de heeren A.
Kammeraat, A. Karstens en A. H. Bijl, te
Leiden.
De heer H. Jansen, van Oudshoom, slaagde
voor het examen hoofdakte, te Breda afge
nomen.
Mejuffrouw V. Hijmans, van Waddingsveen,
slaagde in Den Haag voor het examen Fransch,
lager onderwijs.
De nieuw benoemde kapitein kwartier
meester Van der Harten, ingedeeld by het
3de reg. huzaren, komt te Leiden in garnizoen.
De officier van gez. lste kl. J. Carpentier
wordt 1 Oct. voor den tyd van drie maanden
te Leiden gedetacheerd.
Dr. Serrurier schryft ons, dat er geen
sprake is geweest van een door hem te onder
nemen wetenachappeiyke reis, waartoe hem
het verlof zou zyn geweigerd. Hem zal wor
den opgedragen het onderwys in de land- en
volkenkunde en de geschiedenis van Neder-
landsch-Indië aan de afdeeling B van het
gymnasium „Willem III" te Batavia en daarom
heeft hy eervol ontslag uit 2yn betrekking
aangbvraagd.
Ten aanzien van de redenen, die hem tot
dezen stap hebben genoopt, herhaalt hy een
zinsnede uit de voorrede van zyn onlangs
verschonen werk over de Javaansche Wajang
„De afstemming door de Tweede Kamer der
Staten-Generaal van het voorstel der Regee
ring, in December des vorigen jaars, om in
de residentie een nieuw gebouw voor 's Ryks
Ethnographisch Museum op te richten, heeft
my doen besluiten, elders een werkkring te
zoeken."
Dr. S. wenscht niet langer aan het hoofd
te staan van een inrichting, die door haar
onvoldoende en onveilige bewaring, door haar
nutteloos verbiyf in een kleine academiestad
tot schande strekt van de Nederlandsche
natie. (Tel.)
Men schryft ons: Zondag jl. had in de
Herv. Kerk te Leidschendam de inwyding
plaats van het nieuwe orgel uit de fabriek
van J. Van Gelder, te Leiden. Het werd be
speeld door den heer Koopman, organist der
Groote Kerk te 's-Gravenhage, die tevens des
namiddags een orgelconcert gaf, waaruit de
soliditeit van het werk, de welluidendheid der
stemmen en de zorgvuldige intonatie ten
duidelijkste bleken, zoodat de vervaardiger met
alle voldoening op zyn werk mag neerzien.
Dat de sierlijke kast en het statige front in
de kerk een keurigen indruk maken, mag
mede niet onvermeld biyven.
Zoowel des morgens al3 des middags was
een talryke schare van belangstellenden in
het kleine, doch gezellige kerkgebouw ver
gaderd. Het inwyding8woord werd door Ds.
Visscher uitgesproken, aan wiens bemoeiingen
de gemeente voor een groot deel de stichting
te danken heeft. Zoowel do verdiensten van
den maker als van den speler werden door
Ds. V. dankbaar in het licht gesteld.
Men meldt uit Edam: Het oud-archief
dezer gemeente i3 geheel in orde gebracht
door den archivaris van Leiden, dr. Cb. M.
Dozy. Een hoogst belangryk werk is daardoor
tot Btand gekomen.
Het bericht, gisteren door ons aan het
„Utrechtsch Dagblad" ontleend, omtrent „een
groot aantal leden der afd. Leiden en Omstr.
van de Ned. Maatsch. voor Tuinb. en Plant
kunde, dat onder leiding van den heer Copyn,
boomkweeker aan de Groenekan, het Huis
„De Haar", te Vleuten, bezocht", enzzou
juist hebben kunnen zyn, als het na Dinsdag 18
Aug. a. s. ware geplaatst. Aanvankeiyk be
stond wel het plan 11 Aug. te gaan, maar
door afwezigheid van den beer Copyn is de
excursie, naar ons tbans blykt, op een week
later bepaald. Het „U. D." zy er dan als de
kippen by 1
In de „Sts.-Crt." zyn opgenomen de
statuten der „afdeeling Hillegom en Omstre
ken van de Vereeniging voor Christeiyk Volks
onderwijs", te Hillegom.
Benoemd is tot directeur van het post
en telegraafkantoor te Voorschoten, de hoor
A. F. G. Bergheio, commies 2de kl. der
posteryen te Rotterdam.
De toestand van het kamerlid den heer
Sanders verbeterde weer in de laatste dagen.
De 90-jarige weduwe Lintelo en de kas
telein van de Besognekamer J. Sander, te
's Gravenhage, die zich bereid verklaarde
giften in ontvangst te nemen voor de feest
viering der oud-stryders, zyn benoemd tot
buitengewoon eerelid van de Kon. derde
sectie Metalen Kruis.
Wegens gebleken verschil van opvatting
omtrent de uitoefening van het gezag als corps
commandant, aan de hoofden van de Hoogere
Krygsschool, de Koninkiyke Milit. Academie,
den hoofdcursus en de cadettenschool toege
kend, heeft de minister van oorlog bepaald,
dat o. a. het toekennen van ondarscheidings-
teekenen van langdurigen trouwen dienst,
het indienen van voordrachten betreffende
het toekennen van medailles voor zoodanigen
dienst, het bekrachtigen van reëngagements-
akten, het verleenen van toestemming tot
het aangaan van een huwelijk aan onder
officieren en minderen, enz. zal moeten ge
schieden door Liet hoofd der inrichting, waar
toe de betrokken militair organiek behoort
en niet door den commandeerenden officier
van het corps, alwaar hy boven de formatie
is gevoerd.
Het Lombokkruis is toegekend aan de
miliciens R. Van Dyk en J. H. Dee, beiden
van het regiment grenadiers en jagers; aan
de miliciens-plaatsvervangers E. Kooyman en
C. Van Baal, beiden van het 4de; aan den
sergeant J. M. Van Mille, den milicien J. M.
Van Coesant en aan den milicien-plaatsver
vanger W. Van Tinteren, allen van het 7de
reg. infanterie; aan den sergeant A. A. F.
Roozen, van het 4de reg. vesting-artillerie,
en aan den milicien-plaatsvervanger G. W.
Endenburg, van het corps pontonniers, als
mede aan den soldaat W. J. Slegtenhorst,
bestemd voor den dienst in Ned.-Indië.
Do conferentie van den Raad van toe
zicht op de Spoorwegdiensten met de Neder
landsche spoorweg-maatschappyen, ter bespre
king der a. s. winterdienstregeling, is uitge
steld tot 19 Augustus a. s.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft benoemd tot klerk by het Ryksarchief te
'6-Gravenhage, W. G. Van Oyen.
Het Stedeiyk Museum te Edam werd
dezer dagen door den lOOOsten betalenden
bezoeker bezichtigd, juist op den datum,
waarop het in 1895 geopend werd. Er wordt
zóóveel, ook uit Waterland, ontvangen, dat de
commissie van beheer naar meerdere ruimte
zal moeten uitzien.
Mej. A. Corver schryft aan het „Vad.'V
dat zy in November naar Bayreuth gaat om
daar te studeeren en dat zy in Juli a. s. als
Sieglinde in „Der Ring der Nibelungen" hoopt
te debuteeren.
Door de Synode der Ned.-Herv. Kerk
is behandeld een voorstel van de classicale
vergadering van Amsterdam, om de verschil
lende gemeenten uit te noodigen, op een aan
te wyzen Zondag een bedestond te willen
houden tot het breken van de macht van den
Islam en verder maatregelen te nemen, die
tot bevordering daarvan kunnen dienen. De
conclusie van de rapporteerendo commissie
strekte tot verwerping.
De beer Bronsveld stelde als motie voor:
„dat de Synode aan de kerkeraden een schry ven
richte, waarin gewezen wordt op de gruwelen,
in vele landen gepleegd, en op den op zoovele
plaatsen zich vertoonenden invloed van den
Islam, met de uitnoodigiDg, dat de gemeente
in een openbare godsdienstoefening daarop
worde gewezen, en opgewekt Gods heilig
aangezicht met het oog daarop te zoeken en
den stryd tegen den Islam met alle kracht,
met geestelyke wapenen voort te zetten". De
commissie Dam deze nota over, waardoor hare
conclusie verviel. De motie werd aangenomen.
In byvoeg8el8 der „Staatscourant" van
14 dezer wordt medegedeeld een verslag van
den raad van beheer der Nederlandsch-Indische
Spoorwegmaatschappy, over het jaar 1895.
Naar ons bericht wordt, zal Z. D. H.
de Bisschop van Haarlem Zaterdag a. s. de
pontificale Mis aldaar niet opdragen te halfelf,
maar te negen uren. (Mausb)
Door de Geref. gemeente te Kralingen
zal in de avenue „Alexander" een nieuw
kerkgebouw gesticht worden, waarvan de
kosten volgens de begrooting ongeveer
f 40,000 zullen bedragen.
In de gisteravond gehouden vergadering
van aandeelhouders in de te Dordrecht van
3—7 Aug. gehouden nationale bakkerytentoon-
stelling werd medegedeeld, dat de tentoon
stelling op financieel gebied in alle opzichten
is geslaagd. Niet alleen konden de aandeelen
ten volle uitbetaald worden, maar er zal later
ook een dividend kunnen uitgekeerd worden.
In de zitting van gisteren van de Synode
te Middelburg bracht ds. A. M. Donner praead-
vies uit over het bekende bezwaarschrift van
Bedum's kerkeraad tegen dr. Kuyper's recht
zinnigheid. Hy adviseerde, het bezwaarschrift
niet in behandeling te nemen, wyl de be
schuldigingen niet genoegzaam zyn gepreci
seerd en een ernstige behandeling van een
zoo gewichtige zaak mitsdien onmogelyk.
zou zyn.
Het optreden van den kerkeraad werd toe
gelicht door ds. T. Bos.
De minister van buitoni. zaken brengt ter
kennis van belanghebbenden, dat ter gelegen
heid van Onze Lieve Vrouwe Hemelvaart de
Belgische grenskantoren "Watervliet, Selzaete
(station), Kieldrecht, Santvliet, Esschen (sta
tion en dorp), Achel (station), Wuestwezel,
La Planck en Visé (station), voor den invoer
van vee uit Nederland zullen zyn opengesteld
op Maandag 17 Aug. a. s. op de gewone uren,
in plaats van op Zaterdag 15 Aug. Sts. Ort
De „Sts.-Ct. No. 88 bevat het verslag
der commissie, belast met het a'nemen der
examens van vroedvrouwen te Rotterdam
in 1896.
De commissie, belast met het organise eren
van een contra-feest aan de leerlingen der
Rykslandbouwschool te Wageningen, by gele
genheid van het 20-jarig bestaan dier inrichting,
in September a. s., welke commissie tevens
de feestelyke opening der Tuinbouwschool
zal voorbereiden, heeft het plan gevormd een
optocht te doen houden, waarin alle vakken
zooveel mogeiyk worden vertegenwoordigd.
Reeds werd een vergadering gehouden met
een aantal personen van de verschillende
vakken en velen hebben zich toen reeds tot
medewerking in den optocht door zegewagens,
enz. bereid verklaard.
Het contrafeest zal samenvallen met de
officiëele opening der Tuinbouwschool in
tegenwoordigheid van minister Van Houten
in 't laatst van September of October en 2
dagen duren.
Het feest der leerlingen (20-jarig bestaan der
school) is bepaald op 16 en 17 September.
Door de internationale telegraafconferen-
tie te Buda-Pesth is bepaald, dat het officiéél
woordenboek voor overeengekomen telegram
men, uitgegeven door het internationaal tele-
graafbureel te Bern, aan een grondige her
ziening zal worden onderworpen. Vroeger
was bepaald, dat van 1 Januari 1898 af het
gebruik van dit woordenboek verplicht zou
zyn. Deze bepaling is ingetrokken en de
beslissing over den datum van de verplichte
invoering verschoven tot een volgende con
ferentie.
Door deze beslissing is te gemoet gekomen
aan de bezwaren, door den handel tegen de
invoering van dit woordenboek aangevoerd.
21)
Het zal gebeuren," zei Emilio, terwyi
hy even met zyn hoofd knikte. „Je hebt je
daar een leeiyke geschiedenis op don hals
gehaald. Als je toen by Nszarri niet zoo
vreeseiyk gesloten was geweest, dan zou
dit alles niet gebeurd zyn."
Bilfredo geloofde dat niet; hy wist nu
immers waarom Spinola hem van den beginne
af aan zoo onvriendelyk had behandeld?
Maar ik wil je geen verwyten doen,"
zei Emilio. „'t Ziet er leelyk uit voor myn
heer Spinola I Ik breng je heel gauw ant
woord. Tot weerziens 1"
Hy streek zyn helgele handschoenen glad,
zette zyn hoed op voor den spiegel en ging
weg; Bilfredo nam zyn pen weer op om
aan Camilla te scbryven.
De zon was den volgenden dag nog niet
geheel op, toen een rytuig de Porta Portense
uitreed en den weg naar Ostia insloeg. By de
eenzame Osteria di Pozza stond het stil;
Bilfredo, Emilio en een dokter, een kennis
van Emilio, stapten er uit. Zy bevolen den
koetsier te wachten totdat zy zouden terug
komen en sloegen rechts om, den weg in,
die naar de Monte Verde leidt. Bilfredo liep
een paar pas vooruit; de anderen volgden
hem zwygend. De dokter liep heel gemoe-
delyk een sigaar te rooken, terwyi Emilio
voor zyn doen byzonder ernstig was. Zyn
pogingen, om het tweegevecht een weinig
gevaarlyken vorm te geven, hadden schip
breuk geleden. Petruchi had op bevel van
zyn vriend het pistool geëischt; ze zouden
het duel voortzetten totdat één van twee
buiten gevecht was gesteld. Bilfredo dacht
geen oogenblik aan den stryd. Hy dacht aan
die heerlyke dagen, die by met Camilla had
doorgebracht misschien was het wel voor
het laatst, wie kon dat weten? en maakte
zichzelf veel verwyten. Hy dacht aan de
waarschuwende woorden van Camilla op het
Palatyn, maar het speet hem niet het meest
voor zichzelf, dat hy toen niet had willen
luisteren. Hoe ongelukkig of by zelf ook was,
hy leed nog meer door het ongeluk, dat hy
over Camilla had gebracht. De haat, dien by
voor Spinola gevoelde, was niets, vergeleken
by de minachting, die by voor zichzelf ge
voelde. De boven de Monte Cavo zwevende
morgenzon wierp haar gouden stralen op de
Campagna. Het gras en de bloemen waren
erg verwelkt en de Tiber kroop als een luie
slang door de bruine heide. Hier en daar
verbrak een tarweveld de eentonigheid van
het landschap. Een herder met slappen hoed
en wyden mantel, die met zyn stok in de
hand onbeweegiyk als een standbeeld op
zyn paard zat, was heinde en ver het eenige
levende wezen.
De heeren laten lang op zich wachten,"
zei Emilio, terwyi hy op zyn horloge keek,
tot Bilfredo, die met over elkaar geslagen
armen voor zich uit stond te kyken.
Deze antwoordde niet.
Hoor eens, die zwaarmoedigheid van jou
bevalt me niet."
Zie je den dood niet over de Campagna
waren?" vroeg Bilfredo, maar Emilio begreep
hem niet.
Naderende voetstappen verbraken de stilte.
Het waren die der verwachten I 't "Was de
schuld van Spinola, dat zy zoo laat kwamen.
Hy sliep nog heel rustig, toen zyn secondant
hem kwam halen. Petruchi was een kleine,
breedgeschouderde man met een neus la
Dante" en een roode snor, die recht overeind
stond. Een dichte, rossige baard onttrok zyn
kin aan de blikken der menschheid. Er was
iets onrustigs in den blik zyner sterk glan
zende oogen.
De begroeting liep zwygend af. De secon
danten maten den afstand, die de vechtenden
van elkaar moest scheiden, en vergeleken de
pistolen. Het waren nieuwe wapens, die Emilio
den vorigen avond in tegenwoordigheid van
Petruchi had gekocht. De secondanten onder
hielden zich nog een oogenblik met elkaar
op gedempten toen. Emilio nam toen het
commando op zich.
Nu gooide Spinola de sigaar weg, die hy
tot nog toe tusschen zyn lippen had gehouden.
Zyn gezicht droeg een akelig sombere uit
drukking; Bilfredo stond met echt militaire,
onbeweeglyke houding tegenover hem. Emilio
telde tot drie.
Bilfredo vuurde zonder te mikken, terwyi
de kogel van Spinola Roaati den hoed van
het hoofd schoot.
Do pistolen werden opnieuw geladen.
Uw vriend kon zich hiermee wel te
vreden stellen," zei Morosini tot den land
schapschilder. „Signor Rosati heeft hem het
genoegen gegund van hem op zich te laten
schieten, dat moest hem voldoende zyn."
Petruchi sprak met Spinola, maar deze
stond er op, dat het duel zou worden voort
gezet; by alles wat zyn vriend daartegen
inbracht, schudde hy ongeduldig met zyn
hoofd.
Emilio sloeg hem gade, terwyi hy zenuw
achtig aan zyn snor stond te trekken. Toen
Petruchi hem, door zyn schouders op te halen,
te kennen gaf, dat hy geen resultaat had
van zyn pogingen, overhandigde hy met een
zachten vloek het pistool aan Bilfredo.
jy bent een veel beter mensch dan je
zelf denkt," zei Bilfredo, terwyi hy hem
vriendeiyk aanzag.
De duivel hale hemt" antwoordde
Morosini.
Weer vielen er twee schoten in het vroo-
lyke zonlicht. Bilfredo hoorde den kogel fluiten.
Spinola echter wankelde en viel voordat zyn
secondant hem in diens armen had kuDnen
opvangen. De dokter kwam nu te voorschyn
uit het kleine kapelletje, van waar hy het
gevecht had gadegeslagen. Spinola had het
bewustzyn verloren. De kogel was vlak onder
zyn rechterschouder in zyn lichaam gedrongen.
Zwygend, met ernstige gezichten, wachtten
Emilio en Bilfredo op het resultaat van het
onderzoek. De pyn deed den gewonde böt
bewustzyn herkrygen. Bilfredo boog zich over
hem heen en stak hem zyn hand toe.
Maar Spinola keek hem met van woede
schitterende oogen aan en draaide zyn hoofd
om. Bilfredo deed zuchtend een paar pas
achteruit.
Hoe is het er mee, dokter?" vroeg
Emilio fluisterend.
De dokter antwoordde niet, maar de uit
drukking van zyn gezicht zei genoeg. Hardop
zei hy„Stuurt u maar zoo gauw mogeiyk
het rytuig hierheen."
Emilio trok zyn neef weg. Zoo snel zy
loopen konden gingen zy naar de Osteria di
Pozzo. Daar de schilders in een droschke, me[
één paard bespannen, waren gekomen, stuurde
Emilio hun zyn rytuig, terwyi hy en Bilfredo
in de droschke naar huis reden.
De twee vrienden hadden geen woord met
elkander gesproken sedert zy de plaats van
het duel hadden verlaten. Men kon heel goed
aan Bilfredo zien, dat hy erg onder den indruk
was van betgeen er gebeurd was. Hy bad zya
tegenstander licht willen wonden, maar niet
dooden. Het was een uitstekend schutter;
dat by nu zyn doel niet had bereikt, kwam
alleen omdat hy het pistool niet kende.
Emilio trachtte hem gerust te stellen door
hem te verzekeren, dat de kansen geiyk
waren geweest; dat hy, Bilfredo, alleen zoo
had gehandeld uit zelfverdediging, en dat
Spinola in den put was gevallen, dien hy
zichzelf had gegraven. En daarenboven:
Spinola leefde immers nog; het was best
mogelyk, dat zyn wond nog genas 1
Ik zie Diet io, dat je anders hadt kunnen
handelen," zoo eindigde hy.
Wordt vervolgd.)