11188. Zaterdag 15 Augustus. A0.1896 feze tCourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 14 Augustus. Feuilleton. Een Bomeinsche Schoone. LEIDSCH DAG-BLAD. PRIJS DEZER COURANT: "Voor Leiden per 3 maanden. f 1.10. Franco per post s ~i S 1.40. Afzonderlijke Nommers 0.05. PRIJS DER ADVERTENTTËN: Yan 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 J. Grootero letters naar plaatsruimte. Yoor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Officieel© Kennisgevingen. Burgemeester on Wethouder» vau Leiden brengen ter algemeene kernia, dat de lyBt, bovattende de namen der inwoners, die voor het verleenen van inkwartiering en onderhoud van het krijgsvolk in de transporten of leverantiën voor 'e Konings leger of vestiDgen gevorderd, in aanmerking komen, is opgemaakt, op do kleine pers van het Raadhuis aangeplakt en van heden gedurende veertien dagen ter secretarie dezer gemeente voor eon ieder ter inzage is nedergelegd, wordende tevens in herinnering gebracht, dat aan de inwoners vrijheid wordt ver leend tot ruiling met of uitbesteding bij de op de lijst voorkomende personen van de inkwartieriog of het onderhond, mits zü van den wenech daartoe kennis geven aan den Burgemoester. voordat de uit reiking van de biljetten aan de manechappen ie geschied, bij gebreke waarvan zij verplicht zijn aan de vordering tot inkwartiering en onderhoud te vol doen in hunne woning. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WA8. Burgemeester. IS Aug. 1896. M. O. DEKHÜYZEN. Wethouder, loco-Beoretans. Kostelooze Inenting. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen bij deze ter algemeene kennis, dat de kostelooze inenting van on- en minvermogenden, in hetEliaabeths- hof aan de Oude Vest, niet zal pliats hebben op Dinsdag 18 Augustus a. s. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 13 Aug. 1896. M. O. DEKHÜYZEN, Wethouder, loco.-Seoretari8. Aan den gemeenteraad alhier i8 heden het volgende adres verzonden: „Geven met verschuldigden eerbied te kennen de ondergeteekenden, Tappers en Slij ters, wonende te Leiden, leden van het bestuur der vereeniging „Vergunning", „afdeeling Leiden", goedgekeurd bjj koninklijk besluit van den 20sten Maart 1894 (Stsbl. No. 32): Dat wij Uwe aandacht vestigen op de politie verordening betreffende het openingsuur voor café's, tapperyen, enz. van April tot October, waarby dat openingsuur op zes uren en van October tot April op zeven uren gesteld is. Ten tweede, dat het sluitingsuur op elf uren bepaald is. Dat adressanten wat de onder sub 1 vermelde verordening betreft, opmerken dat voor buiten lieden, die naar de verschillende markten moeten om hun bedrijf uit te oefenen, en tevens voor werklieden, die in nachtploegen werken, het openingsuur des winters om zeven uren te laat is. Reden, dat voor verschillende buitenlieden, die hier te Leiden komen om de markten te bezoeken, geen gelegenheid bestaat zich te kunnen restaureeren. Dat zij, die in nachtploegen werken, op verschillende inrichtingen, ook dezelfde rech ten tot ontspanning hebben als diegenen, welke hunne werkzaamheden des avonds eindigen. Dat wat de onder sub 2 vermelde verorde ning betreft, het sluitingsuur tot elf uren naar hunne zekere meening voor een vooruit gaande stad als Leiden te vroeg is, daar ver schillende stedeü, niet alleen de grootere, maar zelfs steden van aanzienlijk minder zielental haar sluitingsuur tot twaalf uren hebbendat er verschillende personen zijn, die hunne werkzaamheden laat in den avond eindigen en ook recht op ontspanning hebben. Tevens vestigen zi) Uwe aandacht op het reizend publiek, dat gebruik moet maken van verschillende treinen, welke vertrekken en aankomen na het vastgestelde sluitingsuur. Redenen, waarom adressanten zich tot Uw College wenden met het eerbiedig verzoek, dat het Uw College moge behagen het openingsuur voor cafó's, tapperijen, enz. het geheele jaar vast te stellen des morgens op zes uren en het sluitingsuur te bepalen op des avonds twaalf uren. 'tWelk doende, A. C. M. Van Noobt, Voorzitter, Joh. Heemeyer, lste Secretaris." Leiden, 14 Augustus 1896. In de te Amsterdam gehouden verga dering der Vereeniging ter bevordering van de belangen dea Boekbandels is benoemd tot eere-lid de heer Louis D. Petit, conservator aan de ryksuniversiteits-bibliotheek alhier. Bjj het examen voor de hoofdakte zyn te 's Gravenhage geslaagd de heeren A. Kammeraat, A. Karstens en A. H. Bijl, te Leiden. De heer H. Jansen, van Oudshoom, slaagde voor het examen hoofdakte, te Breda afge nomen. Mejuffrouw V. Hijmans, van Waddingsveen, slaagde in Den Haag voor het examen Fransch, lager onderwijs. De nieuw benoemde kapitein kwartier meester Van der Harten, ingedeeld by het 3de reg. huzaren, komt te Leiden in garnizoen. De officier van gez. lste kl. J. Carpentier wordt 1 Oct. voor den tyd van drie maanden te Leiden gedetacheerd. Dr. Serrurier schryft ons, dat er geen sprake is geweest van een door hem te onder nemen wetenachappeiyke reis, waartoe hem het verlof zou zyn geweigerd. Hem zal wor den opgedragen het onderwys in de land- en volkenkunde en de geschiedenis van Neder- landsch-Indië aan de afdeeling B van het gymnasium „Willem III" te Batavia en daarom heeft hy eervol ontslag uit 2yn betrekking aangbvraagd. Ten aanzien van de redenen, die hem tot dezen stap hebben genoopt, herhaalt hy een zinsnede uit de voorrede van zyn onlangs verschonen werk over de Javaansche Wajang „De afstemming door de Tweede Kamer der Staten-Generaal van het voorstel der Regee ring, in December des vorigen jaars, om in de residentie een nieuw gebouw voor 's Ryks Ethnographisch Museum op te richten, heeft my doen besluiten, elders een werkkring te zoeken." Dr. S. wenscht niet langer aan het hoofd te staan van een inrichting, die door haar onvoldoende en onveilige bewaring, door haar nutteloos verbiyf in een kleine academiestad tot schande strekt van de Nederlandsche natie. (Tel.) Men schryft ons: Zondag jl. had in de Herv. Kerk te Leidschendam de inwyding plaats van het nieuwe orgel uit de fabriek van J. Van Gelder, te Leiden. Het werd be speeld door den heer Koopman, organist der Groote Kerk te 's-Gravenhage, die tevens des namiddags een orgelconcert gaf, waaruit de soliditeit van het werk, de welluidendheid der stemmen en de zorgvuldige intonatie ten duidelijkste bleken, zoodat de vervaardiger met alle voldoening op zyn werk mag neerzien. Dat de sierlijke kast en het statige front in de kerk een keurigen indruk maken, mag mede niet onvermeld biyven. Zoowel des morgens al3 des middags was een talryke schare van belangstellenden in het kleine, doch gezellige kerkgebouw ver gaderd. Het inwyding8woord werd door Ds. Visscher uitgesproken, aan wiens bemoeiingen de gemeente voor een groot deel de stichting te danken heeft. Zoowel do verdiensten van den maker als van den speler werden door Ds. V. dankbaar in het licht gesteld. Men meldt uit Edam: Het oud-archief dezer gemeente i3 geheel in orde gebracht door den archivaris van Leiden, dr. Cb. M. Dozy. Een hoogst belangryk werk is daardoor tot Btand gekomen. Het bericht, gisteren door ons aan het „Utrechtsch Dagblad" ontleend, omtrent „een groot aantal leden der afd. Leiden en Omstr. van de Ned. Maatsch. voor Tuinb. en Plant kunde, dat onder leiding van den heer Copyn, boomkweeker aan de Groenekan, het Huis „De Haar", te Vleuten, bezocht", enzzou juist hebben kunnen zyn, als het na Dinsdag 18 Aug. a. s. ware geplaatst. Aanvankeiyk be stond wel het plan 11 Aug. te gaan, maar door afwezigheid van den beer Copyn is de excursie, naar ons tbans blykt, op een week later bepaald. Het „U. D." zy er dan als de kippen by 1 In de „Sts.-Crt." zyn opgenomen de statuten der „afdeeling Hillegom en Omstre ken van de Vereeniging voor Christeiyk Volks onderwijs", te Hillegom. Benoemd is tot directeur van het post en telegraafkantoor te Voorschoten, de hoor A. F. G. Bergheio, commies 2de kl. der posteryen te Rotterdam. De toestand van het kamerlid den heer Sanders verbeterde weer in de laatste dagen. De 90-jarige weduwe Lintelo en de kas telein van de Besognekamer J. Sander, te 's Gravenhage, die zich bereid verklaarde giften in ontvangst te nemen voor de feest viering der oud-stryders, zyn benoemd tot buitengewoon eerelid van de Kon. derde sectie Metalen Kruis. Wegens gebleken verschil van opvatting omtrent de uitoefening van het gezag als corps commandant, aan de hoofden van de Hoogere Krygsschool, de Koninkiyke Milit. Academie, den hoofdcursus en de cadettenschool toege kend, heeft de minister van oorlog bepaald, dat o. a. het toekennen van ondarscheidings- teekenen van langdurigen trouwen dienst, het indienen van voordrachten betreffende het toekennen van medailles voor zoodanigen dienst, het bekrachtigen van reëngagements- akten, het verleenen van toestemming tot het aangaan van een huwelijk aan onder officieren en minderen, enz. zal moeten ge schieden door Liet hoofd der inrichting, waar toe de betrokken militair organiek behoort en niet door den commandeerenden officier van het corps, alwaar hy boven de formatie is gevoerd. Het Lombokkruis is toegekend aan de miliciens R. Van Dyk en J. H. Dee, beiden van het regiment grenadiers en jagers; aan de miliciens-plaatsvervangers E. Kooyman en C. Van Baal, beiden van het 4de; aan den sergeant J. M. Van Mille, den milicien J. M. Van Coesant en aan den milicien-plaatsver vanger W. Van Tinteren, allen van het 7de reg. infanterie; aan den sergeant A. A. F. Roozen, van het 4de reg. vesting-artillerie, en aan den milicien-plaatsvervanger G. W. Endenburg, van het corps pontonniers, als mede aan den soldaat W. J. Slegtenhorst, bestemd voor den dienst in Ned.-Indië. Do conferentie van den Raad van toe zicht op de Spoorwegdiensten met de Neder landsche spoorweg-maatschappyen, ter bespre king der a. s. winterdienstregeling, is uitge steld tot 19 Augustus a. s. De minister van binnenlandsche zaken heeft benoemd tot klerk by het Ryksarchief te '6-Gravenhage, W. G. Van Oyen. Het Stedeiyk Museum te Edam werd dezer dagen door den lOOOsten betalenden bezoeker bezichtigd, juist op den datum, waarop het in 1895 geopend werd. Er wordt zóóveel, ook uit Waterland, ontvangen, dat de commissie van beheer naar meerdere ruimte zal moeten uitzien. Mej. A. Corver schryft aan het „Vad.'V dat zy in November naar Bayreuth gaat om daar te studeeren en dat zy in Juli a. s. als Sieglinde in „Der Ring der Nibelungen" hoopt te debuteeren. Door de Synode der Ned.-Herv. Kerk is behandeld een voorstel van de classicale vergadering van Amsterdam, om de verschil lende gemeenten uit te noodigen, op een aan te wyzen Zondag een bedestond te willen houden tot het breken van de macht van den Islam en verder maatregelen te nemen, die tot bevordering daarvan kunnen dienen. De conclusie van de rapporteerendo commissie strekte tot verwerping. De beer Bronsveld stelde als motie voor: „dat de Synode aan de kerkeraden een schry ven richte, waarin gewezen wordt op de gruwelen, in vele landen gepleegd, en op den op zoovele plaatsen zich vertoonenden invloed van den Islam, met de uitnoodigiDg, dat de gemeente in een openbare godsdienstoefening daarop worde gewezen, en opgewekt Gods heilig aangezicht met het oog daarop te zoeken en den stryd tegen den Islam met alle kracht, met geestelyke wapenen voort te zetten". De commissie Dam deze nota over, waardoor hare conclusie verviel. De motie werd aangenomen. In byvoeg8el8 der „Staatscourant" van 14 dezer wordt medegedeeld een verslag van den raad van beheer der Nederlandsch-Indische Spoorwegmaatschappy, over het jaar 1895. Naar ons bericht wordt, zal Z. D. H. de Bisschop van Haarlem Zaterdag a. s. de pontificale Mis aldaar niet opdragen te halfelf, maar te negen uren. (Mausb) Door de Geref. gemeente te Kralingen zal in de avenue „Alexander" een nieuw kerkgebouw gesticht worden, waarvan de kosten volgens de begrooting ongeveer f 40,000 zullen bedragen. In de gisteravond gehouden vergadering van aandeelhouders in de te Dordrecht van 3—7 Aug. gehouden nationale bakkerytentoon- stelling werd medegedeeld, dat de tentoon stelling op financieel gebied in alle opzichten is geslaagd. Niet alleen konden de aandeelen ten volle uitbetaald worden, maar er zal later ook een dividend kunnen uitgekeerd worden. In de zitting van gisteren van de Synode te Middelburg bracht ds. A. M. Donner praead- vies uit over het bekende bezwaarschrift van Bedum's kerkeraad tegen dr. Kuyper's recht zinnigheid. Hy adviseerde, het bezwaarschrift niet in behandeling te nemen, wyl de be schuldigingen niet genoegzaam zyn gepreci seerd en een ernstige behandeling van een zoo gewichtige zaak mitsdien onmogelyk. zou zyn. Het optreden van den kerkeraad werd toe gelicht door ds. T. Bos. De minister van buitoni. zaken brengt ter kennis van belanghebbenden, dat ter gelegen heid van Onze Lieve Vrouwe Hemelvaart de Belgische grenskantoren "Watervliet, Selzaete (station), Kieldrecht, Santvliet, Esschen (sta tion en dorp), Achel (station), Wuestwezel, La Planck en Visé (station), voor den invoer van vee uit Nederland zullen zyn opengesteld op Maandag 17 Aug. a. s. op de gewone uren, in plaats van op Zaterdag 15 Aug. Sts. Ort De „Sts.-Ct. No. 88 bevat het verslag der commissie, belast met het a'nemen der examens van vroedvrouwen te Rotterdam in 1896. De commissie, belast met het organise eren van een contra-feest aan de leerlingen der Rykslandbouwschool te Wageningen, by gele genheid van het 20-jarig bestaan dier inrichting, in September a. s., welke commissie tevens de feestelyke opening der Tuinbouwschool zal voorbereiden, heeft het plan gevormd een optocht te doen houden, waarin alle vakken zooveel mogeiyk worden vertegenwoordigd. Reeds werd een vergadering gehouden met een aantal personen van de verschillende vakken en velen hebben zich toen reeds tot medewerking in den optocht door zegewagens, enz. bereid verklaard. Het contrafeest zal samenvallen met de officiëele opening der Tuinbouwschool in tegenwoordigheid van minister Van Houten in 't laatst van September of October en 2 dagen duren. Het feest der leerlingen (20-jarig bestaan der school) is bepaald op 16 en 17 September. Door de internationale telegraafconferen- tie te Buda-Pesth is bepaald, dat het officiéél woordenboek voor overeengekomen telegram men, uitgegeven door het internationaal tele- graafbureel te Bern, aan een grondige her ziening zal worden onderworpen. Vroeger was bepaald, dat van 1 Januari 1898 af het gebruik van dit woordenboek verplicht zou zyn. Deze bepaling is ingetrokken en de beslissing over den datum van de verplichte invoering verschoven tot een volgende con ferentie. Door deze beslissing is te gemoet gekomen aan de bezwaren, door den handel tegen de invoering van dit woordenboek aangevoerd. 21) Het zal gebeuren," zei Emilio, terwyi hy even met zyn hoofd knikte. „Je hebt je daar een leeiyke geschiedenis op don hals gehaald. Als je toen by Nszarri niet zoo vreeseiyk gesloten was geweest, dan zou dit alles niet gebeurd zyn." Bilfredo geloofde dat niet; hy wist nu immers waarom Spinola hem van den beginne af aan zoo onvriendelyk had behandeld? Maar ik wil je geen verwyten doen," zei Emilio. „'t Ziet er leelyk uit voor myn heer Spinola I Ik breng je heel gauw ant woord. Tot weerziens 1" Hy streek zyn helgele handschoenen glad, zette zyn hoed op voor den spiegel en ging weg; Bilfredo nam zyn pen weer op om aan Camilla te scbryven. De zon was den volgenden dag nog niet geheel op, toen een rytuig de Porta Portense uitreed en den weg naar Ostia insloeg. By de eenzame Osteria di Pozza stond het stil; Bilfredo, Emilio en een dokter, een kennis van Emilio, stapten er uit. Zy bevolen den koetsier te wachten totdat zy zouden terug komen en sloegen rechts om, den weg in, die naar de Monte Verde leidt. Bilfredo liep een paar pas vooruit; de anderen volgden hem zwygend. De dokter liep heel gemoe- delyk een sigaar te rooken, terwyi Emilio voor zyn doen byzonder ernstig was. Zyn pogingen, om het tweegevecht een weinig gevaarlyken vorm te geven, hadden schip breuk geleden. Petruchi had op bevel van zyn vriend het pistool geëischt; ze zouden het duel voortzetten totdat één van twee buiten gevecht was gesteld. Bilfredo dacht geen oogenblik aan den stryd. Hy dacht aan die heerlyke dagen, die by met Camilla had doorgebracht misschien was het wel voor het laatst, wie kon dat weten? en maakte zichzelf veel verwyten. Hy dacht aan de waarschuwende woorden van Camilla op het Palatyn, maar het speet hem niet het meest voor zichzelf, dat hy toen niet had willen luisteren. Hoe ongelukkig of by zelf ook was, hy leed nog meer door het ongeluk, dat hy over Camilla had gebracht. De haat, dien by voor Spinola gevoelde, was niets, vergeleken by de minachting, die by voor zichzelf ge voelde. De boven de Monte Cavo zwevende morgenzon wierp haar gouden stralen op de Campagna. Het gras en de bloemen waren erg verwelkt en de Tiber kroop als een luie slang door de bruine heide. Hier en daar verbrak een tarweveld de eentonigheid van het landschap. Een herder met slappen hoed en wyden mantel, die met zyn stok in de hand onbeweegiyk als een standbeeld op zyn paard zat, was heinde en ver het eenige levende wezen. De heeren laten lang op zich wachten," zei Emilio, terwyi hy op zyn horloge keek, tot Bilfredo, die met over elkaar geslagen armen voor zich uit stond te kyken. Deze antwoordde niet. Hoor eens, die zwaarmoedigheid van jou bevalt me niet." Zie je den dood niet over de Campagna waren?" vroeg Bilfredo, maar Emilio begreep hem niet. Naderende voetstappen verbraken de stilte. Het waren die der verwachten I 't "Was de schuld van Spinola, dat zy zoo laat kwamen. Hy sliep nog heel rustig, toen zyn secondant hem kwam halen. Petruchi was een kleine, breedgeschouderde man met een neus la Dante" en een roode snor, die recht overeind stond. Een dichte, rossige baard onttrok zyn kin aan de blikken der menschheid. Er was iets onrustigs in den blik zyner sterk glan zende oogen. De begroeting liep zwygend af. De secon danten maten den afstand, die de vechtenden van elkaar moest scheiden, en vergeleken de pistolen. Het waren nieuwe wapens, die Emilio den vorigen avond in tegenwoordigheid van Petruchi had gekocht. De secondanten onder hielden zich nog een oogenblik met elkaar op gedempten toen. Emilio nam toen het commando op zich. Nu gooide Spinola de sigaar weg, die hy tot nog toe tusschen zyn lippen had gehouden. Zyn gezicht droeg een akelig sombere uit drukking; Bilfredo stond met echt militaire, onbeweeglyke houding tegenover hem. Emilio telde tot drie. Bilfredo vuurde zonder te mikken, terwyi de kogel van Spinola Roaati den hoed van het hoofd schoot. Do pistolen werden opnieuw geladen. Uw vriend kon zich hiermee wel te vreden stellen," zei Morosini tot den land schapschilder. „Signor Rosati heeft hem het genoegen gegund van hem op zich te laten schieten, dat moest hem voldoende zyn." Petruchi sprak met Spinola, maar deze stond er op, dat het duel zou worden voort gezet; by alles wat zyn vriend daartegen inbracht, schudde hy ongeduldig met zyn hoofd. Emilio sloeg hem gade, terwyi hy zenuw achtig aan zyn snor stond te trekken. Toen Petruchi hem, door zyn schouders op te halen, te kennen gaf, dat hy geen resultaat had van zyn pogingen, overhandigde hy met een zachten vloek het pistool aan Bilfredo. jy bent een veel beter mensch dan je zelf denkt," zei Bilfredo, terwyi hy hem vriendeiyk aanzag. De duivel hale hemt" antwoordde Morosini. Weer vielen er twee schoten in het vroo- lyke zonlicht. Bilfredo hoorde den kogel fluiten. Spinola echter wankelde en viel voordat zyn secondant hem in diens armen had kuDnen opvangen. De dokter kwam nu te voorschyn uit het kleine kapelletje, van waar hy het gevecht had gadegeslagen. Spinola had het bewustzyn verloren. De kogel was vlak onder zyn rechterschouder in zyn lichaam gedrongen. Zwygend, met ernstige gezichten, wachtten Emilio en Bilfredo op het resultaat van het onderzoek. De pyn deed den gewonde böt bewustzyn herkrygen. Bilfredo boog zich over hem heen en stak hem zyn hand toe. Maar Spinola keek hem met van woede schitterende oogen aan en draaide zyn hoofd om. Bilfredo deed zuchtend een paar pas achteruit. Hoe is het er mee, dokter?" vroeg Emilio fluisterend. De dokter antwoordde niet, maar de uit drukking van zyn gezicht zei genoeg. Hardop zei hy„Stuurt u maar zoo gauw mogeiyk het rytuig hierheen." Emilio trok zyn neef weg. Zoo snel zy loopen konden gingen zy naar de Osteria di Pozzo. Daar de schilders in een droschke, me[ één paard bespannen, waren gekomen, stuurde Emilio hun zyn rytuig, terwyi hy en Bilfredo in de droschke naar huis reden. De twee vrienden hadden geen woord met elkander gesproken sedert zy de plaats van het duel hadden verlaten. Men kon heel goed aan Bilfredo zien, dat hy erg onder den indruk was van betgeen er gebeurd was. Hy bad zya tegenstander licht willen wonden, maar niet dooden. Het was een uitstekend schutter; dat by nu zyn doel niet had bereikt, kwam alleen omdat hy het pistool niet kende. Emilio trachtte hem gerust te stellen door hem te verzekeren, dat de kansen geiyk waren geweest; dat hy, Bilfredo, alleen zoo had gehandeld uit zelfverdediging, en dat Spinola in den put was gevallen, dien hy zichzelf had gegraven. En daarenboven: Spinola leefde immers nog; het was best mogelyk, dat zyn wond nog genas 1 Ik zie Diet io, dat je anders hadt kunnen handelen," zoo eindigde hy. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 1