Verki ezin gen.
MENGELWERK.
uniform, zwarte knoopen, zwarten helm,
met de zwartste uitmonstering, zwarten sabel-
stok, alles zwart, zwart. Goede Hemel,
als dit alles moet dienen om den straat
jongen in bedwang te houden wat blinkt
verraadt zich immers van verrel wat moet
het Haagje dan een paradijs zjjn en wat
een hel moet byv. Genève wezen, waar de
witte met rood afgezette uniformen der
6ergeants-de-ville de straten illustreeren.
Toch weet een iegelijk, dat Genè7e geen
hel en 't Haagje geen hemel is en men
eon goed werk zou doen onze politie 's zomers
een minder droevige figuur te laten maken.
Finantiëele Kroniek.
Het zal wel door niemand worden verwacht,
dat eene beschouwing over de afgeloopen
week van gunstigen aard zal zijn; dat de
stemming hetzij op de Amsterdamsche,
hetzij op de buitenlandsche beurzen er iets op
zou zijn verbeterd, integendeel, het gesternte,
dat over de fondsenmarkt zweeft, verbleekt
meer en meer en van meer dan één punt
komen donkere wolken opzetten. De Euro-
poesche rust wordt wel niet verstoord, maar
toch heeft meer dan een land in eigen boezem
moeilijke tijden te doorworstelen en zoo komt
bet dat de verschillende markten in Europa
ongunstig worden geïnfluenceerd, waardoor
eene algemeene verlamming te voorschijn is
getreden. Het behoeft onder dergelijke om
standigheden geen nadere verklaring dat geen
enkel fonds zich omhoog kan houden, dat
alle waarden, onverschillig van welken aard,
den invloed moeten ondervinden van een ver
lamd tijdperk. Zooals meer gebeurd, komt
ook nu alles te gelijk. Amerika is geheel
gedemoraliseerd en verkeert in e?n roes van
politieken strijd, waarbij bet zich in waarheid
nog meer om het geld handelt, dan om
partijoverwinning. Europa heeft alle aandacht
geschonken aan de handelingen in en om
Turkije, en de mogendheden maken zich
gereed om daarvoor de handen in elkaar te
slaan. Dit is meer dan voldoende om de beurzen
tot voorzichtigheid aan te manen en de toon
gevende plaatsen geven dan ook zeer duidelijk
te keonen dat de heerschende geest daarvoor
Diet blind is.
Eigenlijk is Amerika het land, hetwelk de
leidiog van den fondsenhandel in handen heeft.
De belangen bij Amerikaansche ondernemin
gen, vooral op spoorweggebied, zijn voor
ïuropa van zoo buitengewoon grooten omvang,
dat het niet mogelijk is om zich onverschil
lig te houden jegens of zich te onttrekken aan
ket „goud- of zilver-proces", hetwelk thans
In do nieuwe wereld wordt afgehandeld. Dat
men omtrent den uitslag in spanning ver
)oert, bewijst wel do gedemoraliseerde toe
itand der Amerikaansche spoarwegmarkt,
hoewel er toch veelvuldig op wordt gewezen
dat de vrees voor mogelijke ioeenstorting der
>poorwegwaarden, bijaldien de candidaat der
jomocraten (Bryan) gekozen mocht worden,
leer overdreven is. De groote vraag, die voor
U oogenblik slechts door onderstellingen kan
lorden beantwoord, is, hoedanig zal de posi
tie worden der Amerikaansche spoorweg-
waarden, wanneer de zilverparty in haar
candidaat mocht zegevieren en dus de zil
veren dollar als standaard wordt aangeno
men. Allereerst zou de rogeering moeten
overgaan tot een rechtsverkrachting van de
ergste soort en zou zy niet hebben terug te
deinzen om vroeger gemaakte bepalingen in
overeenkomsten geheel eigenmachtig to niet
te doen Dit zou geschieden, wanneer zy
werkelijk den moed had om alle vroeger aan
gegaue verbintenissen tot het voldoen van
schulden, renten, enz. ia goud, met één
streek voor vervallen te verklaren en daarvo r
de betaling in zilver eenvoudig in de plaats
te stellen. Voor het oogenblik mag zoo iets
van S.naafc en Congres niet worden onder-
stold, doch al mocht tegen aller verwachting
het inzicht dezsr lichamen anders uitvallen,
dan bestaat daarboven nog een „Supreme
Court of the IJ. S." en wanneer dit lichaam
een dergelijke verkrachting van eenmaal
aangegane rechten en verplichtingen als
inconstitutioneel mocht verklaren (zoo ris ver
moedelijk zou kunnen worden verwacht), dan
zou daarmede do ongeldigheid der nieuwe
wet uitgesproken zijn en het zou niet de
eerste maal zyn dat het „Supreme Court"
een dergelijk besluit nam.
Voor de spoorwegmaatschappijen zou echter
het ontstaan van een goud agio van ernstiger
beteekenis kunnen zyn, daar de ontvangsten
dan voortaan in de gewono landmunt (zilver)
zoudon geschieden, terwijl de schulden der
meeste maatschappijen zoowel wat rente
betaling als aflossing betreft, in goud zyn
aangegaan. Het is niet waarscbynlyk dat de
maatschappijen haar tarieven zoodanig zou Jen
kunnen verhoogon dat zij daardoor oen be
hoorlijk togenwieht voor de meerdere uitgaven
(als een noodzakelijk gevolg om aan haar
verplichtingen van het betalen in g o u d te
volJoen) zouden verkrijgen, en zij zouden
dus in do noodzakelijkheid gebracht worden
om öf aandeelhouders óf ook obligatiehouders
in het agio-verlies te laten deelen. Wat nu
de ol ligatiasoorten aangaat, welke op de
Amsterdamsche Beurs worden verhandeld,
verreweg de me ste daarvan luiden onvoor-
wa rdeiyk in goud, sommige zelfs met de
v klaring, dat de gouiwaarde van don tegen-
woordigen standaard of ook het togenwoor-
digo gehalte als basis moot behouden blijven.
Demeoning in financieele kringen in Amerika
is echter nog steeds dat de goud-party ten
slotte zal bleven zegevieren, al zal de stryd
voor haar hevig zya en de zilverpartij duim
voor duim moeten worden overwonnen, en
één omstandigheid is er, die de kansen ten
voordeele der goudmannen (de republikeinsche
party) heeft doen overslaan, namelijk de dui
delijk uitgesproken anarchistische theorieën,
welke door de democraten te Chicago zijn
gehuldigd. Dit is voor een groot deel der
aanhangers dezer party aanleiding geweest,
om dan liever den republikeinschen candidaat
te steunen en hieraan zal dan ook de over
winning der republikeinen (zoo zy werkelijk
zegevieren) te danken zyn.
Niet alleen dat thans de verkiezingscampagne
tijdelijke ellende over de Amerikaansche spoor-
wegmarkt brengt, ook de ter kwader ure
losgebarst?n tarievenstryd met betrekking
tot het graan vervoer is van ongunstigen invloed.
Yoor htt oogenblik wyzen de spoorwegont-
vangsten algemeen nog eene vrij belangrijke
vermeerdering aan, en hoewel door het buiten
gewoon groot graanvervoer de bruto ont
vangsten niet veel zullen verminderen, zullen
de netto opbrengsten, voornamelijk die der
WesteJyke lijnen, wel andere resultaten te
aanschouwen geven.
De markt was in alle opzichten zeer on
gunstig; allerwegen aanbod doch hoegenaamd
geen vraag, zoodat dikwijls by het verhandelen
van enkele stukken, een belangrijk koers
verlies ontstond. Het is Diet overbodig er
nogmaals op te wijzen dat de daling der
fondsen, hoe belangrijk voor sommig?n ook,
niet mag worden beschouwd als de aanduiding
van het ontstaan eener slecht-re positie
de stijgende ontvangsten in den laatsten tijd
zouden veeleer op het tegenovergestelde moeten
duiJen doch geheel het gevo'g is van
buitengewoon veel aanbod, waartegen hoege
naamd geen vraag. Het is daarom ook over
bodig het koersverloop der verschillende
soorten te bespreken, bijzondere aanleidingen
deden zich bij de koersveranderingen niet voor.
Als een gevolg der voortdurende realisation
van Amerikaansche waarden, is onze markt
ruimer voorzien van geld en aangezien de
toestanden in het Oosten van Europa ook
niet geheel en al van onschuldigen aard zyn,
dus ook niet tot het aankoopen van Euro-
peesche waarden uitnoodigen, is het aanbod
op prolongatie en da vraag naar onze staats
fondsen grooter geworden.
Europeesche fondsen toonen weinig ver
andering; alleen is de positie voor Span
jaarden en Turken er niet leter op
geworden. Wat eerstgenoemden betreft wordt
het duidelijk dat do regeering van Spanje
meer en meer in een moeilyk parket geraakt
en in geen banyiensw <ardige positie verkeert.
De volksvertegenwoordiging is niet geneigi
om de financieele voorstellen goed te keuren,
wel de gevraagde sommen tot demping van d-n
Cubaansch> n op t ind, doch ook niet meer. En
zoo komt de minister van financiën in een
mo'ilyke verhouding tot het huis Rothschild,
waarmede hy e n leening had afgesloten op
voorwaarde van een verlenging voo?- dorlig
j iar der kwikzilvermijn-concessie, welke thans
in h-t bezit van genoouid bankiershuis is. De
minister heeft deze overeenkomst eigen mach
tig aangegaart en de volksvertegenwoordiging
weigert baar goodk- uring daaraan te hechten,
daar zy hot vtrder behoud der mynen voor
Spanje van te groot belang acht. De minister
heeft natuurlijk gedreigd met aftreden, en
een ministerieele crisis zou voor het oogen
blik al heel ongelegen komen, aangezien
niemand geneigd bevonden zal worden om do
zorg over em leego schatkist te aanv 'arden,
terwyl bovendien ernstige revolution.! .ire b we
gingen van bedenkelijk karakter ontstaan zijn.
Nog ernstiger wordt de toestand in en om
Turkije, waar de rege'-ring niet by machte
blykt om de overal plaats hebbende plunde
ringen en verwoestingen tegen te gaan. Het
Llyft nu af te wachten wat de mogendheden
zullen doen, doch onschuldig zil tiezeinmon-
ging ni t zijn efi Turkije heeft geen e..kelen
bontgenoot. Doch niet alleen heeft de regee
ring een kwaden strijd togen de opstandulin
gen, rog meer doet zich de geldnood der
sc.h .tkist gevoelen, en het zal steeds moeielyker
worden om aan dit kwaad hot hoofd te blij
ven bieien.
Opmerkclyk blyft de teruggang der Mexi-
caansche waarden, waarvoor op het oogen
blik geen voldoende verklaring is te vinden.
Eene styging der koersen zou eer mogen zijn
verwacht, daar men kon verwachten dat de
voorspoedige beweging der zilverparty in
Amerika eene ryzing van den zilverprijs zou
veroorzaken, hetgeen in de eerste plaats voor
Mexico van het grootste belang zou zijn. Nu
echter, bij het onverwacht vtrloop der Mexi-
caanscho koersen, verdiept men zich in gis
singen en werd o. in. als motief opgeworpen
de mogciykboi 1 dat, wanneer in de Vereenigde
Staten de zilverdollir aan het woord mocht
komen en do regeering daar alle bepalingen,
ter goeder trouw gemaakt, eeavoudig mocht
willen te niet doen, Mexico dit voorbeeld
ten opzichto der goudleeningen zou kunnen
gaan volgen Eene dergelyke onderstelling is
echter wel heel voorbarig, daar toch dit land
te veel getoond heeft te streven Daar eene
eerlijke volooening zyner plichten, en met te
veel ernst heeft gearbeid om verbetering der
oeconomische toestanden te verkrygen, waarin
het tot nu toe zeer bevredigend is geslaagd.
Rijnlandsche Bank.
Advertentiën betreffende aanbevelingen van
personen voor Gemeenteraad, Tweede Kamer,
enz. worden in het Leidsch Dagblad alleen
opgenomen, wanneer deze uitgaan van een
kie3veroeniging of door één of meer personen
zyn ondertoekend.
Een reelts van vergissingen
Uit het Engelsch van Warren Bell.
I.
„Ik houd er van op de hoogte van mijn
tijd le blyven," zeide de heer Clutterbuck
met de handen op den rug, de huiskamer
op- en neer-stappend, als een tamme beer.
„Wat denkt ge dat de laatste verbetering op
myn kantoor is?"
Mevrouw Clutterbuck, een dame van om
streeks vyftig jaar, van een aanmerkelyken
omvang en deftig gekleed, antwoordde geeu
wend:
„Ik kan er heusch ni9t naar raden, Regi
nald. Gy laat de eene verbetering voor, de
andere na aanbrengen op uw kantoor. Mis
schien hebt ge u nu een phonograaf aange
schaft, die oen der klerken vervangt."
„Neen, dat laat ik aan den ouden Smith
over; je moet hem in dat ding zien balken.
Een uur lang schreeuwt hy zyn brieven er
in en dan verlaat hy majestueus zijn kantoor
om do klerken het verdere te laten doen.
Ge begrijpt hoe prachtig dat gaat. Neen dan
heb ik iets beter gedaan door een toestel
in myn kantoor te laten plaatsen, waardoor
ik dadelyk ieder heb waar naar ik vraag."
„En wat is dat dan?"
„Men draait het handvat naar het woord
dat men hebben wil, b. v. dokter, politie,
rytuig, brandweer, enz. Als ze nu in het
bureel zien wat moo hebben moet, zenden
ze u dat onmiddellyk. Als het kantoor in
brand staat, zenden ze dadelyk de brandweer
en als ge zelf in een flauwte ligt, komt het
volgende oogenblik de cokter aanrennen. Ik
stel me er heel veel van voor, het is goeokoop
en handig Morgenochtend komt het in werking,
daar er nog iets aan defect is, doch de man
schreef my dat 't dan ook niet meer voor
verbeteri g vatbaar zou zyn. Ga dus morgen
ochtend even mode kyken, dan zal ik er iets
mede bestellen."
„Als 'c mooi weer is, wil ik gaan, hoewel
ik verklaar eigenlyk van de hoele constructie
niets te begrypen. Kunnen we er hier geen
nemen als het u voldoet, Reginald?"
„We zullen zien, we zullen zien," en de
heer RegmriJ Clutterbuck, vermogend koop
man in olie, Pedago i Lane E. C., begaf zich
naar zyn „studeerkamer" om er een sigaar
te rooken.
II.
Gaggles, de jongste bediende van den heer
Clutterbuck, was ijverig aan het stof afnemen,
toen de heer Samuel Sweeting, na even ge
klopt te hebben, zyn hoofd om do deur stak.
„Is mynheer Clutterbuck bier nog niet?"
vroeg by op de onbeschofte wyze, waarop
hy altyd tegen „zulk soort meoschen" sprak.
Gaggles, die op zyn manier een menschen-
kenner was, nam hem kalm op eer hy ant
woord gaf. Hy zag duidelyk dat de laarzen
van den bezoeker dien dag nog niet gep09tst
waren en dat zyn jas klaarblijkelijk betere
dagen gekend had.
„Neen, nog niet."
„En zou hij hier gauw zijn?"
„Weet niet," was het lakonieke antwoord.
„Nu, dan zal ik niaar-»op hem wachten."
Deze mededeeling achtte Gaggles in 't ge
heel geen antwoord waardig. De heer Sweeting
liet zich in een leunstoel vallen en amuseerde
zich met naar Gaggles te kyken, die de kamer
een formeel reinigingsproces deed ondergaan.
Eindelyk was de jongen klaar en verliet
ly het vertrek, naar het scheen zeer ten
genoegen van den bezoeker.
Swooting was iemand, die er wel van hield
eens andermans boel na te snuffelen en daarom
begon by nu ook maar dadelyk in de op de
lessenaars liegende papieren en brieven te
kyken. Zoo vond hy o. a. ook een scbryven,
wa irin men den heer Clutterbuck onder veel
verontschuldigingen verzekerde dat het nieuwe
toesta uittflyk overmorgen klaar zou zyn.
Sweeting merkte niet op dat het schrift twee
dagen oud was.
„Zoo, heeft Clutterbuck ook zoo'n ding?"
mompelde by, „jammer dat het stuk is. O,
daar staat het, naast den schoorsteen; daar
moet ik het myne eens van hebben."
Hy draaide het handvat heen en weer,
eenige keeren achter elkaar.
„Gelukkig dat de verbinding er nog niet
is," dacht hy.
„Wat is Clutterbuck van morgen laat, ik
zal maar eens even een kykje gaan nemen
by Parker. Nu, tot straks, ouwe jongen,"
zei Je hy,. het handvat nog een flinken duw
tot afscheid gevend. „Als ge hier blyft, zult
ge Samuel Sweeting nog wel eens zien."
III.
„Ge hebt u hier wat aardig ingericht,"
zeide mevrouw Clutterbuck, het kantoor eenige
minuten na den heer Sweeting binnenkomend.
„Ge hobt er den slag van het u gezellig te
maken, Reginald."
„Hier heb ik den brief," zeide deze, een
couvert openmakend: „het toestel is nu io
orde en met het hoofdbureel verbonden.Daar
staat het, lieve, daar by den schoorsteen.
Liten we het nu eens probeeren door een
dienstman op te schellen. Kyk, ge moet het
handvat nemen en zoo hier naar toe draaien,
zie, daar staat het woord."
„Een dienstman voor u, mynheer," zeide
Gaggles, zyn hoofd om de deur stekend.
„Wat!" riep de heer Clutterbuck.
„Hy zegt dat by dadelyk is gekomen op
de oproeping."
„Zij scbynen daar uw wenachen te voor
komen!" riep zyn vrouw: „het ïykt wel
tooveryi"
„Maar ik heb het handvat nog niet eens losge
laten en het hoofdbur^el is twee straten ver,"
zride haar echtgenoot verbaasd. Gaggles I"
„Ja, mynheer."
„Hebt gy aan dat toestel gezeten?"
„Neen, mynheer, ik ben er niet aan geweest.
De laatste tien minuten ben ik in mynhser
Jenkins kantoor geweest,"
„Nu, al goed; zeg aan den dienstman dat
ik hem niet noodig heb."
„Mijnheer, er staan twee rijtuigen voor",
kwam Gaggles zeggen: „de koetsiers zeggen
allebei dat ze er 't eerst geweest zyn."
Een hevige twist in niet zeer uitgezochte
woorden werd nu duidelyk in de gang ver
nomen.
„Wat beteekent dit heidensch lawaai?" riep
de heer Clutterbuck, de deur van het kantoor
opentrekkend. „Weet gy wel dat dit myn
kantoor is en dat ik u kan laten arresteeren
voor uw onbeschaamd binnendringen?"
„Zoo, daar is de man, die my heeft laten
roepen!" riep de eerste koetsier, op den heer
Clutterbuck toevliegend.
Op dit oogenblik kwamen twee politie
agenten de trap op en den heer-Clutterbuck
in woordenstrijd vindend met de twee koet
siers, meenden zy ontboden te zyn om doze
rustverstoorders in verzekerde bewaring te
nemen.
Al tegenspartelend, werden de beide mannen
ieder in een hoek geduwd, waarna de agenten
den heer Clutterbuck aanzagen voor verdere
orders.
Do oliokoopman keek, sprakeloos van ver
bazing en verontwaardiging, op zyn beurt de
twee agenten aan.
Eindelyk vond hy zyn spraak terug.
„Wat hseft dit toch te beteekenen? Deze
twee lomperds komen ongevraagd, al kyvend,
myn kantoor binnen en worden gevolgd door
twee agenten van politie, die ik evenmin
ontboden heb. Neem ze mede en maak het
buiten met hen uit!" schreeuwde hy, zich
hoa langer hos meer opwindend.
„Goeden morgen", zeide een vnendelyke
stem aan de deur. „Is er iemand ziek?" En naar
des heeren ClutterbuckS rood gezicht ziende,
ging hy voort: „kalm houden, mynheer, houd
u zoo bedaard mogelijk. Ga zitten, dan zal
ik u dadelyk den pols voelen."
„Wel allema.htig 1" begon de koopman.
„Reginald, wat ik u bidden mag, houd je
toch kalm!" smeekte zyn echtgenoote.
„Houd u stil!" brulde Clutterbuck. „En
nu mynheer, wat dost gy hier? Weet ge wel
dat dit myn eigen kantoor is?"
De dokter keek mevrouw Clutlerbuck veel-
beteekenend aan.
„Veroorloof my, mynheer, dat ik u eerst
den pols voel", zeide de dokter zoetsappig.
„Gy kunt myn kantoor verlaten door de
deur of door het raam, mynheer, ge kunt
kiezeol" bulkte de heer Clutterbuck, „Gaat
ge! Of ik smyt er u uit!"
„Kwade symptomen", zeide de dokter hoofd
schuddend en te gelyk een paar stappen reti-
reerend.
Op dit oogenblik vestigde de eene koetsier
de algemeene aandacht op zich door een
sprong te nemen en zoo aan de waakzame
hinden van den politie-agent te ontsnappen.
Een worsteling was natuurlyk hiervan het
govolg.
„Dit is om alle geduld te verliezen!"
schreeuwde de oliekoopman, op den agent
toevliegend en meteen de prullemand omver
werpend.
Een donderend geratel van wielen klonk
beneden in de straat.
Mevrouw Clutterbuck snelde naar het raam.
„Het is de brandweer!" gilde zy: „nu zul
len we allemaal nog levend verbranden I"
„De brandweermannen komen hierheen 1"
riep Gaggles van af de trap.
Drie gehelmde mannen, met dikke touwen
beladen, traden even later, hst kantoor binnen.
„Waar is de brand?" vroeg de eerste, de
kamer inrennend en byna vallend over den
heer Clutterbuck, die nog op den grond lag.
„En wat heeft dat alles hier te beduiden?"
„Er staan een hoop menschen voor de deur",
schreeuwde Gaggles „en daar komt nog een
brandweerwagen aanryienl"
„Kom, ota op, oude heer", zeide do brand
weerman on<Mrbiedig„ze zeiden dat de brand
hier wfia*.1"
„Er lie «een brand I"
„Dan moet ge vyf pond betalen voor valsch
alarm; 't is wat moois ons dat heele eind
voor niets te lat9n komen!
„Agenton, jaagt die menschen wegl bul
derde de koopman.
„Wat is hier in Godsnaam te doen?" vroeg
een bedaarde stem. Het was de heer Samuel
Sweeting, die in het voorbygaan nog eens
by zyn vriend Clutterbuck aanliep.
„Dat heeft hy gedaan!" riep Gaggles, die
door slimheid uitmuntte boven het gewone
gehalte van zyn confraters.
„Wat gedaan?" vroeg Sweeting vriendelyk.
„Gy hebt aan dat handvat gezeten, toen
ge hier alleen zyt geweest", snauwde Gaggles
hem toe.
„Ik draaide het
Ieder viel hem in de rede en toen de eerste
uitbarsting van woede voorby was, ontstond
er een gelach zonder einde. De hoer Clutter
buck kon echter al de onheilen, uit het ding
voortgesproten, niet vergeten en trapte het
voor de oogen der omstanders in elkaar, tot
gruizelementen.
INGEZONDEN.
„Margarine" Is geen „margarine."
Het Dommer der „Luxemb. Annalen" van
den laatsten Mei j1. behelst een klein stukje,
onder bovenstaand opschrift, 't geen de geringe
moeite van het zoo nauwkeurig mogelyk ver-»,
talen wel waard mag geacht worden.
By het groote publiek, maar vooral in de
kringen van den midden- en d n arboiders-»
stand, heerscht algemeen nog volledige on
bekendheid met het teg.ip en het v.- zen van
margarine. Om nu eene duidelyke voorstelling
te krygen wat onder den naam „margarine"
moet verstaan worden, moet al dadelyk vóór
alles streng onderscheid gemaakt worden tus-
schen „margarine" en „margarine." Do groote
meerderheid der lezers zal denkelyk met ver-
wondering vragen: Hoe? Is dat dan niet het-,
zelfde? In geenen deele.
Want „margarine" is geen „margarino."
Onder „margarine" verstaat men namelijk
dat gedeelte van rundertalg, dat ly 45° C.
uit de talg geperst is en wegens deze lage
smeltings temperatuur een voedingsmiddel van
beteekenis voor den raensch i', daar de ver-
teerba. rheid van een vet vooral afhangt van
zyne gemakkelijke smeltbaarheid Het onder
den naam „margarine" in den handel gebrachte
produet bevat, behalve het zooo^en genoemde
vet „margarine", een hoog gehalte van onver
teerbaar minderwaardig stsar.no (eersto ver
slechtering) en is met phnienolie gemengd,
om h-t hoogs smeltpunt van de stoariue
kunstmatig te verlagtn en het produet b< ter
geschikt t-3 m ken, om te wor J< n uitge ri eerd
(tweedo verslechtering) Het mongsel wordt
dan door week.n met melk, dio later onbe-
nuttigd wegvloeit, van zyn onaanzenamen
reuk en smaak bevryd en van boter-aroma
voorzen (eerste bedrog) en gaat ten slotte
door behand.-ling met water, door kleuren
en kneden oog nschynlyk op boter gelyken
(tweede bedrog).
Margarine des handels is in haren huidig-v
vorm een tweemaal verslechterd, tweemaaV
met het doel om te bedriegen veranderd,
tweemaal nageaapt en valschelyk benoemd
voedingsmiddel (verslechterd door stearine en
zaad-olii n, veranderd door aroma en kleur
stof, nagemaakt als ware het boter, valsch
benoemd als margarine).
Volgens de bestanddeelen van de heden ten
dago in den handel voorkomende margarine
is de alleen juiste naam voor deze koopw iar
„olietalg", daar zy voor verreweg het grootste
gedeelte uit olie en talg bereid wordt. M c. S.
[Anderen bladen wordt beleefd verzocht dit
te willen overnemenj.
Gemengd Nieuws.
Eon niet onvermakelijk staaltje
van sluwheid, hoewel voor den betrokkene
minder aangenaam, is in de afgeloopen week
te Delft in praktyk gebracht
By een bakker in de Koorstraat komt een
net gekleed heer, bestelt 100 kadetjes, geeft
een adres op voor het bezorgen en betaalt
contant.
Daarna begeeft hy zich naar een in dezel.de
straat wonenden kl9edermaker en koopt een
kostuum voor f 50; het geld was niets, dat
kwam 's avonds terecht, want en hier werd
de naam van den bakker genoemd „dien heb
ik zooeven f 100 geleend, die ik van avond
terugkryg." De kooper verdwynt, het gekochte
kostuum medenemende.
De kleermaker, die niet geheel en al tevreden
is, wil zich to:h oveituigen, en gaat naar den
bakker, doch nauwelyks daar, komt ook de
onbekende kooper en zegt tegen den bakker:
„Geef hem (op den kleermaker wyzende) van
avond er maar 50 van, dat heb ik afgesproken."
De kleermaker, ia de vaste meening dat hier
sprake is van guldens, gaat tevreden wegen
wordt '8 avonds aangenaam verrast door het
bezorgen van 50 kalotjes. Hij naar den bakker,
doch toen bleek de oplicbtery
Ten huize van een geneesheer,
wonende op de Amsterdamsche Veerkade te
's-Gravenhage, vervoegde zich gisteren tydens
diens spreekuur een slaapsteehouder van hot
Ledig Erf, die beweerde schade in zyn bedryf
te ondervinden door het bekende biljet, dat
vanwege de politie wordt bevestigd aan
woningen, waarin besmettelijke ziekte heerscht.
De man eischte van den geneesheer, die zyn
kindje, dat aan de mazelen leed, behandelde,
het bewys, dat de ziekte geweken was, het
welk de dokter echter weigerde, daar hy da
ziekte nog niet als geëindigd beschouwde.
De man stelde zich hierop zoo onbeschaamd
aan, dat de hulp van de politie moest worden
ingeroepen om hem uit de woning te ver*
wy deren.
Men meldt uit Honswyk, onder
Kuilenburg, dat aldaar gepasseerden nacht,
ten gevolge van het broeien van hooi, twee
boerenhofsteden zyn afgebrand, toebehoorende
en bewoond aan en door Van Bsnnekom on
E. Van der Klerck.
Dezer dagen is een rjjtuigkerk
ingewyd, bestemd voor den Siberischen spoor
weg, die, zooals men weet, eindeloozs af
standen doorloopt, waar geen kerken zyn. Da
bouw van dezen wagen kostte 25,000 roebels.
Uitwendig gelykt hy op een waggon eorste
klasse, maar met ovale vensters. Van binnen
is hy met verlakt hout bekleed. Het altaar
is kunstig gesneden van eikenhout en van
heiligeheelden voorzien. Naast de kerk is
een compartiment voor den geestelyke en een
voor den bediende.
Te Babiloniënbroek is een kalf
geboren met twee koppenhet dier is zoo
groot als een hond, overigens gewoon ge
vormd en leeft nog.