11183, Maandag lO Augustus. A°, 1896 feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van <§pn- en feestdagen, uitgegeven. m ONZS VBSTIBÏÏIS Do annexatie en hare financiSele gevolgen. Leiden, 8 Augustus. Feuilleton. Een Romeinsclie Schoone. LEIDSCH DAG-BLAD. PRIJS DEZEB COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. f 1.10. Franco per post-i 1-40. Afzonderlijke Nommers s i -• 0.05. PRIJS DER ADVERTENTEBN: Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeron buiten de stad wordt 0.05 berekend. Dit nommer bestaat uit DRIE Bladen. Eerste Blad. zyn meer kaatjes aangebracht en zjjn onder anderen te zien: photographieën der gevolgen van den orkaaD, onlangs gewoed hebbende te St.-Louis, in Amerika, welwillend toegezonden door den heer Adriani; photographieën van schilderden op de Ber- lynsche ten toonstelling van Nedorlandsche meesters, eveneens aan ons toegezonden; premieplaat „Leidsch Dagblad" van H. M. Koningin Wilhelmina prys 10 Cents op nader te bepalen dag uit te geven; voorts platen uit verschillende tijdschriften. Officiëele Kennisgevingen. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemoene kennis, dat, naar aanleiding van de verandering dor greozon van de gemeente, eone buitengowone inschrijving van leerlingen aan de Openbare Scholen der Sdo en 4de klasse, bestemd voor min- en onvormogenden, zal plaais hebben, van den llden tot en met don 15den Augustus e. k. en zulks uitsluitend voor de bewoners van het nieuwe gedeelte der gemeente; dat die inschrijving zal geschieden: in het lokaal der school aan de Heerenstraat (hoofd de heer Tb. DE VAN) voor de kinderen, woonachtig in dat gedeelte der gemeente, dat van Zooterwoude aan Leiden is overgegaan; in het lokaal der school 3de kl. aan do Van-der- Werf-straat (boofd de heer N. BROUWER) en het lokaal der school 4de kl. aan de Gortestrtat (hoofd de heer P. G. H00K8) voor hen, die woonaohtig zijn in dat gedeelte, dat van Leiderdorp aan Leiden is overgr-gaan. en in het lokaal der school 3de kl. aan de Korte Mare (hoofd de heer J. WUY8TER) en het lokaal der school 4do kl. in de Brandewijtsteeg (hoofd de heer P. DIK9HOORN) voor hen, die woonachtig zijn in dat gedeelte, dat van Oegstgeest aan Leiden is over gegaan, en znlks van des voormiddage h&lfoegen tot negen uron en des namiddags van halfiwee tot twee uren, behalve des Zaterdags. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 4 Aug. 1896. E. KIST, Secretaris. In de laatste zitting van den gemeenteraad werd blijkens het dezer dagen verschenen verslag door den Burgemeester gewezen op de tot-stand-koming der wet tot wijzigingen uitbreiding van de grenzen der gemeente. In waardeerende woorden werd herdacht hoe door krachtige samenwerking van alle daarbij batrokken machten het doel eindelijk was bereikt. Mot recht werden door het oudste lid van den Raad hulde en daDk gebracht aan het Dageltjksch Bestuur voor de vele moeiten en zorg, die het zich voor deze gewichtige zaak had getroost. De groote voordeelen van de annexatie voor de gemeente werden door den voorzitter kor- teiyk in het licht gesteld, maar tevens werd niet verzwegen hoe zij tot verbooging van last zou leiden, een bezwaar dat zeker niet licht valt to tellen. Reeds vroeger werd deze zaak uitvoerig behandeld: in eene openbare bijeenkomst in het voorjaar van 1890, dus ruim zes jaren geleden, maakte zij een punt van overweging uit, waarbij voor- en tegen standers der annexatie zich lieten hooren. Naar aanleiding dier bijeenkomst plaatste ik in dit Dagblad van 21 April 1890 een opstel, waarin deze zaak uitvoerig werd nagegaan en de flnanciëele gevolgen der annexatie aan eene globale berekening werden onderworpen. Ik kan niet verlangen dat vele lezers zich de moeite zullen getroosten om dat blad op te zoeken en wil dit cok niet aanbevelen omdat in de sedert verloopen jaren zóóveel is veranderd, dat de toen gehouden beschouwingen hare volle geldigheid stellig niet behouden hebben. Slechts wil ik er op wijzen hoe de uitkomst dier berekening meebracht dat de uitgaven alleen in zoover verhooging zouden elschen als noodig ware tot rente-betaling en aflossing eener leening, uit wier bedrag nieuwe werken voor riolee- ring, bestrating, ovorbrugging enz. moeten bekostigd worden. Alle overige uitgaven zou den uit de toeneming der inkomsten zonder verhoogiüg van individueelen druk kunnen gevonden worden. Hierbij werd echter op ééne zaak gerekend, die is tegengevallen. Door het Dagelijksch Bestuur werd er destijds bij de Regeering krachtig op aangedrongen dat de uitkeering van bet Personeel aan de bij do annexatie betrokken gemeenten opnieuw zou geregeld wordon, in dier voege dat aan onze gemeente eene verhooging dezer uitkeering evenredig aan de toeneming der bevolking zou ten deel vallen. Aan dien billijken wensch is geen gevolg gegeven, de uitkeering is onveranderd gebleven; eon voordeel, dat volgens ruflne vroegere berekening op f 10,000 jaarlijks kon worden geschat, is hierdoor verloren gegaan. Eene andere schaduwzijde is van ernstiger aard. Destjjda werd in uitzicht gesteld dat de vermeerdering van uitgaven noodig voor rente betaling en aflossing der bovengenoemde lee ning zou leiden tot verhooging van het per centage der inkomstenbelasting met een half procent, mits overigens de noodigo zuinigheid in acht werde genomen. Doch reeds vóór de annexatie had eene dergelijke leening plaats en is nu het bedrag op de begrooting voor rentebetaling en aflossing van leeningen ver gestegen boven hetgeen destijds werd voorge steld. In 1889 bedroeg het percentage der inkomstenbelasting 2 60, thans i3 het geste gen tot 3.10 en was zelfs reeds hooger; de voorgespiegelde verhooging heeft dus reeds plaats gehad vóór dat do annexatie tot stand kwam en de gevolgen van deze zullen zich nu door eene nieuwe vorhooging zwaarder doen gevoelen, dan toen kon worden verwacht. Alle waarschuwingen en aansporingen tot zuinigheid, hoe dikwijls ook herhaald, zijn in den wind goslagen; voortdurend had ver hooging van uitgaven plaats, die de begroeting opvoerden en tot verzwaring van den belas tingdruk leidden. Eu hoe do Raad nog geens zins geneigd is van dien verderfeljjken weg terug te koeren, bleek in dezelfde zitting, waarin door den voorzitter op de aanstaande verhooging van den belastingdruk werd ge wezen; tot tweemalen toe werd, niettegen staande het krachtig verzet van een lid, de begrooting voor de hoogere burgerschool voor meisjes verhoogd, hoewel deze inrichting door opheffing van het rijkssubsidie zeer zwaar op het budget der gemeente drukt. Slechts door terug te keeren van dien weg, door het pad van zuinigheid gepaard aan wijs heid in te slaan, door het vermeden van noodelooze uitgaven, het beperken van over matige eischen kan het gelukken de financiën der gemeente in goeden staat te brengen en den belastingdruk tot h9t strikt noodige te beperken. Reeds zoo dikwijls wees ik in dit Dagblad op dit onderwerp, dat ik daarop thans niet behoef terug te komen. Trouwens de aanstaande gemeente-begrooting zal vanzelf de gelegenheid openen om hierop nader licht te doen vallen. Wanneer daarop de voorge spiegelde verhooging van uitgaven voorkomt, noodig voor de uitvoering der annexatie plannen, waarover thans nog een nevel hangt, dan moge daartegenover staan eene evenredige vermindering op zoovele posten, die thans boven het noodzakelijke zyn opgevoerd. Wan neer dit met krachtige hand en zonder aanzien des p9rsoons geschiedt, dan kunnen de annexa tie plannen tot uitvoering worden gebracht zonder verhooging van belastingdruk en zoo moge de annexatie niet alleen eene gewenschte uitbreiding van het gebied en de bevolking der gemeente brengen, maar tevens de aan leiding worden tot een zuinig financial beheer. Wordt aan dezen wensch voldaan, dan zou de annexatie in dubbele mate tot zogen strekken. Leiden, 8 Aug. 1896. P. Van Geee. Door de 'afdeeling Leiden en Omstreken van de Ned. Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde is o. a. het volgend breed gemo- tivosrd voorstel ingezonden ter behandeling op de aanstaande algemeens vergadering: De aldeeling Leiden en Omstreken stelt voor het hoofdbestuur uit te noodigen bij de Regeering pogingen ^an te wenden, opdat de wet tot bescherming van diersoorten, nuttig voor landbouw of houtteelt, dusdanig gewij zigd en verscherpt worde, dat zjj beter kan worden nageleefd en overtredingen beter kun nen worden bekeurd en vervolgd. De rekening van ontvangsten en uit gaven der gemeente Koudekerk over het dienstjaar 1895 is den Raad dier gemeente aangeboden tot een bedrag van f 19,535.68 in ontvang en f 18,043.95 in uitgaaf, dus met een batig saldo van f 1491.73. Op het telephoonkantoor aldaar werden gedurende de maand Juli 1896 behandeld 77 telegrammen, namelijk 35 verzonden en 42 ontvangen. De heer J. Van der Bijl, uit die gemeente, onderwijzer te Amsterdam, slaagde deze week voor de hoofdakte lager onderwijs. Als zettörs van 's Rijks directe belastingen te Lisse treden dit jaar af de hoeren A. Moolenaar en J. Barnhoorn. Als wethouder der gemeente Woubrugge is den lsten September a s. volgens rooster aftredend de heer A. Visser, te Leimuiden de heer J. J. Kiebert en te Lisse de heer R. Huyg. De burgemeester van Lisse maakt be kend, dat de navolgende verlofgangers zijn opgc-roepen om onder de wapenen te komen: J. Do Graaf, 1ste comp. hosp.-sold., 24 Aug. W. Van Dijk, L. Wegers, W. Scholten, W. F. Veldhoven, A. Faas en J. Jacobs, allen 4de reg. infanterie, 4 September; J. M. Krösschell, grenadiers en jagers, 4 September. De volgende verlofgangers in de gemeente Ter-Aar zijn tegen den 4den September a. 8. in werkelijken dienst opgeroepen: C. Gelder- blom, J. Bljjleven, M. M. Schalkwijk, M. Van Tol en J. Kroon, allen behoorende tot de lichting 1893. In de gisteren gehouden vergadering van de Vereeniging ter bevordering van de Bloembollen-cultuur voor Katwijk en Om streken, werd besloten tot het houden eener tweede veiling van droge bloembollen, onder leiding van dezelfde directie. Gereformeerde Kerken. Bedankt is voor het beroep naar Ter Neuzen door ds. J. H. Donner J.Hz., te Nieuwdorp. Christelijk Gereformeerde Kerk. Bedankt is voor het beroep naar Noordeloos door ds. G. Bos, te Aarlanderveen. De Staatscourant van heden bevat de statuten van eenigo vereenigingen, als rechts persoon erkend krachtens de wet van 22 April 1855 (Stsbl. 32), o. a.: de „Verfraaiings-' vereeniging," te Boskoop, aangegaan voor een tijdvak van 29 jaren, gerekend van 25 Febr. 1806. Haar doel is de verfraaiing der wegen, straten, pleinen, enz. binnen de grenzen der gemeente Boskoop, door: a. ontruiming van al wat de gemeente ontsiert; b. het aanbrengen van al wat het verkeer in de gemeente be vorderen of veraangenamen kan; c. het be vorderen eener beplanting met doelmatige of fraaie boomen en heesters. Zjj tracht dit doel te bereiken doorhet houden van vergaderingen, het schrijven van couranten-artikelen, het houden van voordrachten en het indienen van verzoekschriften bij de bevoegde macht, het eventueel aankoopen en in eigen beheer nemen van die perceelen, waarvan hot bezit voor de vereeniging wenscbeiyk is. Leden z\jn zij, die een jaariyksche contributie betalen van ten minste f 2 50. Ingevolge art. 82 van het Reglement van Orde heeft het lid der Tweede Kamer de heer Bahlmann aan die vergadering ingediend een voorstel van wet tot wijziging van art. 36 der wet van den llden April 1827 (Stsbl. no. 17), houdende oprichting van schutterijen over de geheele uitgestrektheid des Rijks. Het doel daarvan is in de eerste plaats om op het Rjjk over te brengen de onkosten, die de gemeenten zich moeten getroosten tot in standhouding van de schutterijen, die aan haar werden opgelegd, en totaal over het geheele land, zoowel voor de dienstdoende als de rustende schutterijen, volgens over 1894 vast gestelde gemeenterekeningen, de som van ƒ223,370.06 bedragen. Dient dus aan de eene zijde het voorstel tot ontheffing van op de gemeenten drukkende lasten, aan de andere zijde wenscht de voor steller eone grief weg te nemen, door vele schutterplichtigen te berde gebracht en waar met recht over wordt geklaagd, nl. dat voor vele schutters het bijwonen der oefeningen gepaard gaat met verzuim van werk on ver lies van verdienste. Wil men eene groote bron van ontevredenheid by de schutterij- corpsen doen ophouden, dan dient er z. i. van overheidswege schadeloosstelling verleend te worden aan hen, die door het verplichte bjjwonen der schutterijoefeningen schade lijden in hunne beurs. Daar echter bij den berooiden toestand van vele gemeentekassen moeilijk verlangd kan worden, dat de gemeenten zich nieuwe offers zullen getroosten in het belang van de schutterij, meent de heer BablmanD, dat zulks geschieden kan wanneer de uit gaven voor de schutterijen worden betaald uit 's Rijks kas. Zijn voorstel baant daartoe den weg. De minister van marine heeft het vol gende bepaald: lo. de luitenant ter zee der 2de klasse by de koninklyke Nederlan ische marine-reserve J. Metz, dienende aan boord van Hr. Ms. monitor „Matador," wordt met 20 Augs. a. s. van die plaatsing ontheven. Met denzelfden datum wordt de luitenant ter zee der 21e klasse jhr. J. C. F. Von Mühlen, dienende aan boord van Hr. Ms. wachtschip te Hellevoetsluis, overgeplaatst aan boord van geDoemdcn monitor; 2o. de luit.-ter-zee 2de kl. B. Schreuders wordt m 11 September a. e. geplaatst aan boord van Hr. Ms. wacht schip te Hellevoetsluis; 3o. de inspecteur van administratie by de ze macht P. F. Van Wage, uit Oost Indië in Nederland terugge- keerd, is op non activiteit gesteld. De minister van financiën maakt bekend, dat hy uit 's Hertogenbosch ontvangen heeft 125.12, wegens verschuldigd successierecht By koninkiyk besluit van 6 dezer is: lo. benoemd tot hoogleeraar in de faculteit der wis- en natuurkunde aan cle Ryksuniver- siteit te Utreen t, om onderwys te geven in do proefondervindeiyke natuurkunde, de meteo rologie en de physische aardrykskunde, dr. W. H. Julius, buitengewoon hoogleeraar aan de gemeeDteiyke Universiteit te Amsterdam; 2o. met ingang van den dag, waarop de hoogleoraar dr. W. H. Julius zyne lessen zal aanvangena. de hoogleeraar in de facul teit der wis- en natuurkunde aan de Ryks- universiteit te Utrecht, dr. V. A. Julius, onthoven van het geven van onderwys in de proefondervindeiyke natuurkunde, de meteoro logie en de physische aardrykskunde en belast met het onderwys in de mathematische natuur kunde en de theoretische mechanica; b. de hoogleeraar in de faculteit der wis- en natuur kunde aan de Ryksuniversiteit to Utrecht, dr. W. Kapteyn, belast mot het geven van onderwys in de hoogere stelkunde en do differentiaal rekening 3o. benoemd tot hoogleeraar in de faculteit der godgeleerdheid aan de Ryksuniversiteit te Utrecht, om onderwys te geven in de ge schiedenis van het Christendom, de geschie denis der leerstellingen van den Christelyken godsdienst en de Cbristeiyke arcbaeologio, dr. S. D Van Veen, predikant by de Nederduitsch Hervormde Gemeente te Rot terdam. 16) Nu echter nam zy als voorteeken op, dat haar offer genadig was aangenomen, het feit, dat het juist dat schildery was, waardoor Bilfredo'8 hart voor haar in liefde was ont brand; de Madonna had hem haar in de armen gevoerd. Maar meer nog dan die gedachte droegen de brieven van Bilfredo er toe by Camilla die crisis hoopvol te doen doorworstelen. Hy schreef haar byna eiken dag en de toon zyner brieven was zeer opgeruimd. Mocht, tegen zyn vorwachting in, zyn vader niet geneigd zyn zyn toestemming te geven, dan zou hy zich daaraan niet storen, vast overtuigd, dat Ghibello zich niet halsstarrig tegen het geluk van zyn kind zou blyven verzetten. Hy ver wachtte hetzelfde van Camilla ingeval haar vader hun huwelyk tegenging. Camilla was verrukt over de vurige liefde, die uit zyn brieven sprak. Zyn liefde verloste haar uit de geestelyke eenzaamheid, waarin zy tot nu toe had geleefd. Zy had nooit een vriendin gehad. Meisjes van haar leeftyd hadden altyd het verschil gevoeld, dat er tusschen haar en Camilla door geboorte en opvoeding bestond; zy bemoeiden zich niet met haar en dat vooral, omdat haar vader den naam had van een vyand der Heilige Kerk te zyn. Ghibello ging ook 't was verkeerd nooit naar de kerk; het gevolg hiervan was, dat er allerlei verhalen ov9r hem gingen. Zy noemden hom een god loochenaar. Maar het medelijden, dat de buur vrouwen voelden voor zyn moeder en dochter, omdat zy met zoo'n slecht mensch moesten samenwonen, was voor baar een reden om niet dan als het hoog noodig was, zich met de buren te bemoeien. Camilla opende haren geliefde haar ziel geheel en al. Hy had een schat gevonden, waarvan hy nu eerst de waarde begon te begrypen. Al het gepeins en gedroom, een- zelvigen menschon eigen, uitte zich nu in een groot, gloeiend gevoel. Het was geen smeulen en branden, het was als de gloeiende lava, die langzaam over den rand van den krater glydt en onophoudelyk doorstroomt. De bewoners van de villa by do Porta Pia hoorden eerst, dat Bilfredo vertrokken was, toen zy van hem een briefje uit Florence ontvingen. Antonio Spinola was zeer biy, toen hy hoorde, dat Bilfredo weg was. Zyn jaloezie verdween en eens op een dag kwam de anders zoo sombere man zeer in zyn nopjes by Ghibello. 't Was waar, dat hy zyn Roma had verkocht; hy had de twintig duizend lires deels in goud, deels in bankpapier en wissels op groote bankiers gekregen en nu spreidde hy zyn schat met naïeve vroolykheid op de tafel uit. Hy had nog nooit zoo'n groote som gelds gezien en nu speelde hy als een kind met de goudstukken en de bankbriefjes, zoo dat Ghibello om hem begon te lachen. Nu komen de zorgon ook," zei de advo caat. „Hebt u al eens bedacht boe u het geld wilt beleggen?" Beleggen? Daar heb ik absoluut geen verstand van," antwoordde de schilder. „Twee duizend lires zullen wy dadelyk aan de luitjes in Civitella sturen. Nietwaar, dat wilt u wel voor my doen, signor Ghibello?" Die luitjes waren zijn bejaarde ouders, die hy ondersteunde, sedert hy met zyn kunst het eerste honorarium had verdiend. Camilla, die zich door zyn bezoek niet in haar arbeid had laten storen, deed de aanblik van het geld onaangenaam aan. Het was haar alsof het idee, waarvoor zy geposeerd had, naar omlaag was getrokken. „En vindt u het prettig, dat de schildery naar Amerika ver huist, waar niemand de strokking er van begrypt?" vroeg zy. Ja," riep hy uit, terwyi hy naar haar toetrad, „'t Is my alsof er een groote laat van myn borst was gewenteld. Ik kan u dat niet nader verklaren." Dat is ook absoluut niet noodig. Het schildery was uw eigendomu kondet er mee doeD wat u goed vondt." De vader, die begonnen was de som, welke hy moest verzenden, uit te tellen, keek even op. De stem van zyn dochter had een bit teren klank. Ook Spinola bemerkte het; hy werd er verlegen door. Hy kon haar toch niet zeggen, dat zyn liefde voor haar de oorzaak was van zyn vreugde, dat het schildery weg ging? Daar zag hy plotseliDg den ring van Bilfredo aan haar vinger. Hy had te dikwijls naar haar mooie handjes gekeken, om niet gemerkt te hebben, dat zy tot nu toe nooit ringen had gedragen. De vorm van den ring liet ook geen twyfel aan zyn symbolische beteekeni8 over, ztfne jaloezie ODtwaakte met volle kracht. Het bloed steeg naar zyn hoofd, met wyd geopende oogen keek hy naar het gouden slangetje aan den vinger van Camilla. Zyn zwygen bracht er haar toe vragend naar hem op te zien. Wat hebt u?" vroeg zy verbaasd. Zy begreep dadelyk waar hy zoo naar keek en kleurde. Een verdere verklaring was volstrekt over bodig. Met een zenuwachtig gebaar streek hy zyn haar naar achteren en keerde zich tot Ghibello. Hy keek naar het geld, maar 't was alsof er een sluier voor zyn oogen hiog; alles in en om hem was beneveld. Hy greep zyn hoed, mompelde een paar onverstaanbare woorden en wilde weggaan. Maar Ghibello riep hem terug en stond er op, dat hy zyn geld zou meenemen. De twee duizend lires had hy er al afgehouden. Spinola deed al het geld in zyn hoed en ging weg. Vyf dagen lang was hy onzichtbaar. Ghi bello, die hem een quitantie wilde geven voor het geld, dat hy naar Civitella had gestuurd, klopte tevergeefs aan zyn deur. Toen hy ein- delyk mocht binnenkomen, zag hy Spinola druk bezig voor zyn schildersezel zitten. Hy was aan een nieuw schildery begonnen. Het geluk scheen hem schadeloos te willen stellen voor zyn ongelukkige liefde, ten minste als er een vergoeding mogelyk is daar, waar onze dierbaarste hartewenschen niet worden vervuld. Signora Morosini had hem het portret harer dochter besteld en by kreeg weldra zooveel bestellingen, dat hy ze niet alle kon aannemen. Zyn roem was gevestigd en het word mode hem in zyn atelier te komen opzoeken. Menige equipage bleef nu voor het oude huis in de Via della Lungaretta stil staan en élégant gekleede heeren en dames sukkelden de donkere trappen op en af. Maai Spinola dacht niet over verhuizon. Zyn woning leek als twee druppelen waters op die van Ghibello; de groote op het noorden gelegen kamer had hy als atelier ingericht. Een artis tieke wanorde was het eenige schilderachtige, dat er aan die kamer was te zienerg netjes zag het er niet uit. Spinola ontving al zyn bezoekers even onge geneerd. Hy verzocht huD niet by hem to komen, vertelde hy aan Ghibello, die hem onder het oog bracht, dat hy wel wat al te lomp was. Zy zouden hem een genoegen doen door weg te blyven; hun flauwe, niets betee- kenende praatjes over kunst maakten hem woedend. Ook over de dames, wier portret hy maakte, sprak hy geen erg mild oordooi uit. Wat kon een kunstenaar bekoren aan de nietszeggende gezichten dier modepoppen? Het was hoofdzaak voor haar, dat haar élé gante toiletjes nauwkeurig werden weerge geven op het doek. Hy was zeer scherp in zyD uitingen en als hy niet de schepper der Corinna ware go* weest, dan zou men hem zeker voor een ongemaDierden boer hebben uitgemaakt. Nu echter hield men hem voor een zonderling; men vond het een artistieke gril van hem, dat hy zyn hol niet wilde verlaten. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 1