11183,
Maandag lO Augustus.
A°, 1896
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§pn- en feestdagen, uitgegeven.
m ONZS VBSTIBÏÏIS
Do annexatie en hare financiSele gevolgen.
Leiden, 8 Augustus.
Feuilleton.
Een Romeinsclie Schoone.
LEIDSCH
DAG-BLAD.
PRIJS DEZEB COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. f 1.10.
Franco per post-i 1-40.
Afzonderlijke Nommers s i -• 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTEBN:
Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeron buiten de stad
wordt 0.05 berekend.
Dit nommer bestaat uit DRIE
Bladen.
Eerste Blad.
zyn meer kaatjes aangebracht en zjjn onder
anderen te zien:
photographieën der gevolgen van den orkaaD,
onlangs gewoed hebbende te St.-Louis, in
Amerika, welwillend toegezonden door den
heer Adriani;
photographieën van schilderden op de Ber-
lynsche ten toonstelling van Nedorlandsche
meesters, eveneens aan ons toegezonden;
premieplaat „Leidsch Dagblad" van H. M.
Koningin Wilhelmina prys 10 Cents op
nader te bepalen dag uit te geven;
voorts platen uit verschillende tijdschriften.
Officiëele Kennisgevingen.
Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen
ter algemoene kennis, dat, naar aanleiding van de
verandering dor greozon van de gemeente, eone
buitengowone inschrijving van leerlingen aan de
Openbare Scholen der Sdo en 4de klasse, bestemd
voor min- en onvormogenden, zal plaais hebben, van
den llden tot en met don 15den Augustus e. k. en
zulks uitsluitend voor de bewoners van het nieuwe
gedeelte der gemeente;
dat die inschrijving zal geschieden:
in het lokaal der school aan de Heerenstraat (hoofd
de heer Tb. DE VAN) voor de kinderen, woonachtig
in dat gedeelte der gemeente, dat van Zooterwoude
aan Leiden is overgegaan;
in het lokaal der school 3de kl. aan do Van-der-
Werf-straat (boofd de heer N. BROUWER) en het
lokaal der school 4de kl. aan de Gortestrtat (hoofd
de heer P. G. H00K8) voor hen, die woonaohtig zijn
in dat gedeelte, dat van Leiderdorp aan Leiden is
overgr-gaan. en
in het lokaal der school 3de kl. aan de Korte Mare
(hoofd de heer J. WUY8TER) en het lokaal der
school 4do kl. in de Brandewijtsteeg (hoofd de heer
P. DIK9HOORN) voor hen, die woonachtig zijn in
dat gedeelte, dat van Oegstgeest aan Leiden is over
gegaan, en znlks van des voormiddage h&lfoegen tot
negen uron en des namiddags van halfiwee tot twee
uren, behalve des Zaterdags.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
4 Aug. 1896. E. KIST, Secretaris.
In de laatste zitting van den gemeenteraad
werd blijkens het dezer dagen verschenen
verslag door den Burgemeester gewezen op
de tot-stand-koming der wet tot wijzigingen
uitbreiding van de grenzen der gemeente. In
waardeerende woorden werd herdacht hoe
door krachtige samenwerking van alle daarbij
batrokken machten het doel eindelijk was
bereikt. Mot recht werden door het oudste lid
van den Raad hulde en daDk gebracht aan
het Dageltjksch Bestuur voor de vele moeiten
en zorg, die het zich voor deze gewichtige
zaak had getroost.
De groote voordeelen van de annexatie voor
de gemeente werden door den voorzitter kor-
teiyk in het licht gesteld, maar tevens werd
niet verzwegen hoe zij tot verbooging van
last zou leiden, een bezwaar dat zeker niet
licht valt to tellen. Reeds vroeger werd deze
zaak uitvoerig behandeld: in eene openbare
bijeenkomst in het voorjaar van 1890, dus
ruim zes jaren geleden, maakte zij een punt
van overweging uit, waarbij voor- en tegen
standers der annexatie zich lieten hooren.
Naar aanleiding dier bijeenkomst plaatste
ik in dit Dagblad van 21 April 1890 een
opstel, waarin deze zaak uitvoerig werd
nagegaan en de flnanciëele gevolgen der
annexatie aan eene globale berekening werden
onderworpen. Ik kan niet verlangen dat vele
lezers zich de moeite zullen getroosten om
dat blad op te zoeken en wil dit cok niet
aanbevelen omdat in de sedert verloopen jaren
zóóveel is veranderd, dat de toen gehouden
beschouwingen hare volle geldigheid stellig
niet behouden hebben. Slechts wil ik er op
wijzen hoe de uitkomst dier berekening
meebracht dat de uitgaven alleen in zoover
verhooging zouden elschen als noodig ware
tot rente-betaling en aflossing eener leening,
uit wier bedrag nieuwe werken voor riolee-
ring, bestrating, ovorbrugging enz. moeten
bekostigd worden. Alle overige uitgaven zou
den uit de toeneming der inkomsten zonder
verhoogiüg van individueelen druk kunnen
gevonden worden.
Hierbij werd echter op ééne zaak gerekend,
die is tegengevallen. Door het Dagelijksch
Bestuur werd er destijds bij de Regeering
krachtig op aangedrongen dat de uitkeering
van bet Personeel aan de bij do annexatie
betrokken gemeenten opnieuw zou geregeld
wordon, in dier voege dat aan onze gemeente
eene verhooging dezer uitkeering evenredig
aan de toeneming der bevolking zou ten deel
vallen. Aan dien billijken wensch is geen
gevolg gegeven, de uitkeering is onveranderd
gebleven; eon voordeel, dat volgens ruflne
vroegere berekening op f 10,000 jaarlijks kon
worden geschat, is hierdoor verloren gegaan.
Eene andere schaduwzijde is van ernstiger
aard. Destjjda werd in uitzicht gesteld dat de
vermeerdering van uitgaven noodig voor rente
betaling en aflossing der bovengenoemde lee
ning zou leiden tot verhooging van het per
centage der inkomstenbelasting met een half
procent, mits overigens de noodigo zuinigheid
in acht werde genomen. Doch reeds vóór de
annexatie had eene dergelijke leening plaats
en is nu het bedrag op de begrooting voor
rentebetaling en aflossing van leeningen ver
gestegen boven hetgeen destijds werd voorge
steld. In 1889 bedroeg het percentage der
inkomstenbelasting 2 60, thans i3 het geste
gen tot 3.10 en was zelfs reeds hooger; de
voorgespiegelde verhooging heeft dus reeds
plaats gehad vóór dat do annexatie tot stand
kwam en de gevolgen van deze zullen zich
nu door eene nieuwe vorhooging zwaarder
doen gevoelen, dan toen kon worden verwacht.
Alle waarschuwingen en aansporingen tot
zuinigheid, hoe dikwijls ook herhaald, zijn in
den wind goslagen; voortdurend had ver
hooging van uitgaven plaats, die de begroeting
opvoerden en tot verzwaring van den belas
tingdruk leidden. Eu hoe do Raad nog geens
zins geneigd is van dien verderfeljjken weg
terug te koeren, bleek in dezelfde zitting,
waarin door den voorzitter op de aanstaande
verhooging van den belastingdruk werd ge
wezen; tot tweemalen toe werd, niettegen
staande het krachtig verzet van een lid, de
begrooting voor de hoogere burgerschool voor
meisjes verhoogd, hoewel deze inrichting door
opheffing van het rijkssubsidie zeer zwaar
op het budget der gemeente drukt.
Slechts door terug te keeren van dien weg,
door het pad van zuinigheid gepaard aan wijs
heid in te slaan, door het vermeden van
noodelooze uitgaven, het beperken van over
matige eischen kan het gelukken de financiën
der gemeente in goeden staat te brengen en
den belastingdruk tot h9t strikt noodige te
beperken. Reeds zoo dikwijls wees ik in dit
Dagblad op dit onderwerp, dat ik daarop thans
niet behoef terug te komen. Trouwens de
aanstaande gemeente-begrooting zal vanzelf
de gelegenheid openen om hierop nader licht
te doen vallen. Wanneer daarop de voorge
spiegelde verhooging van uitgaven voorkomt,
noodig voor de uitvoering der annexatie
plannen, waarover thans nog een nevel hangt,
dan moge daartegenover staan eene evenredige
vermindering op zoovele posten, die thans
boven het noodzakelijke zyn opgevoerd. Wan
neer dit met krachtige hand en zonder aanzien
des p9rsoons geschiedt, dan kunnen de annexa
tie plannen tot uitvoering worden gebracht
zonder verhooging van belastingdruk en zoo
moge de annexatie niet alleen eene gewenschte
uitbreiding van het gebied en de bevolking
der gemeente brengen, maar tevens de aan
leiding worden tot een zuinig financial beheer.
Wordt aan dezen wensch voldaan, dan zou de
annexatie in dubbele mate tot zogen strekken.
Leiden, 8 Aug. 1896. P. Van Geee.
Door de 'afdeeling Leiden en Omstreken
van de Ned. Maatschappij voor Tuinbouw en
Plantkunde is o. a. het volgend breed gemo-
tivosrd voorstel ingezonden ter behandeling
op de aanstaande algemeens vergadering:
De aldeeling Leiden en Omstreken stelt
voor het hoofdbestuur uit te noodigen bij de
Regeering pogingen ^an te wenden, opdat de
wet tot bescherming van diersoorten, nuttig
voor landbouw of houtteelt, dusdanig gewij
zigd en verscherpt worde, dat zjj beter kan
worden nageleefd en overtredingen beter kun
nen worden bekeurd en vervolgd.
De rekening van ontvangsten en uit
gaven der gemeente Koudekerk over het
dienstjaar 1895 is den Raad dier gemeente
aangeboden tot een bedrag van f 19,535.68
in ontvang en f 18,043.95 in uitgaaf, dus
met een batig saldo van f 1491.73.
Op het telephoonkantoor aldaar werden
gedurende de maand Juli 1896 behandeld 77
telegrammen, namelijk 35 verzonden en 42
ontvangen.
De heer J. Van der Bijl, uit die gemeente,
onderwijzer te Amsterdam, slaagde deze week
voor de hoofdakte lager onderwijs.
Als zettörs van 's Rijks directe belastingen
te Lisse treden dit jaar af de hoeren A.
Moolenaar en J. Barnhoorn.
Als wethouder der gemeente Woubrugge
is den lsten September a s. volgens rooster
aftredend de heer A. Visser, te Leimuiden de
heer J. J. Kiebert en te Lisse de heer R. Huyg.
De burgemeester van Lisse maakt be
kend, dat de navolgende verlofgangers zijn
opgc-roepen om onder de wapenen te komen:
J. Do Graaf, 1ste comp. hosp.-sold., 24 Aug.
W. Van Dijk, L. Wegers, W. Scholten, W.
F. Veldhoven, A. Faas en J. Jacobs, allen
4de reg. infanterie, 4 September; J. M.
Krösschell, grenadiers en jagers, 4 September.
De volgende verlofgangers in de gemeente
Ter-Aar zijn tegen den 4den September a. 8.
in werkelijken dienst opgeroepen: C. Gelder-
blom, J. Bljjleven, M. M. Schalkwijk, M. Van
Tol en J. Kroon, allen behoorende tot de
lichting 1893.
In de gisteren gehouden vergadering
van de Vereeniging ter bevordering van de
Bloembollen-cultuur voor Katwijk en Om
streken, werd besloten tot het houden eener
tweede veiling van droge bloembollen, onder
leiding van dezelfde directie.
Gereformeerde Kerken. Bedankt is voor
het beroep naar Ter Neuzen door ds. J. H.
Donner J.Hz., te Nieuwdorp.
Christelijk Gereformeerde Kerk. Bedankt
is voor het beroep naar Noordeloos door ds.
G. Bos, te Aarlanderveen.
De Staatscourant van heden bevat de
statuten van eenigo vereenigingen, als rechts
persoon erkend krachtens de wet van 22
April 1855 (Stsbl. 32), o. a.: de „Verfraaiings-'
vereeniging," te Boskoop, aangegaan voor een
tijdvak van 29 jaren, gerekend van 25 Febr.
1806. Haar doel is de verfraaiing der wegen,
straten, pleinen, enz. binnen de grenzen der
gemeente Boskoop, door: a. ontruiming van
al wat de gemeente ontsiert; b. het aanbrengen
van al wat het verkeer in de gemeente be
vorderen of veraangenamen kan; c. het be
vorderen eener beplanting met doelmatige of
fraaie boomen en heesters. Zjj tracht dit doel
te bereiken doorhet houden van vergaderingen,
het schrijven van couranten-artikelen, het
houden van voordrachten en het indienen
van verzoekschriften bij de bevoegde macht,
het eventueel aankoopen en in eigen beheer
nemen van die perceelen, waarvan hot bezit
voor de vereeniging wenscbeiyk is. Leden
z\jn zij, die een jaariyksche contributie betalen
van ten minste f 2 50.
Ingevolge art. 82 van het Reglement van
Orde heeft het lid der Tweede Kamer de heer
Bahlmann aan die vergadering ingediend een
voorstel van wet tot wijziging van art. 36
der wet van den llden April 1827 (Stsbl. no.
17), houdende oprichting van schutterijen
over de geheele uitgestrektheid des Rijks.
Het doel daarvan is in de eerste plaats om
op het Rjjk over te brengen de onkosten, die
de gemeenten zich moeten getroosten tot in
standhouding van de schutterijen, die aan haar
werden opgelegd, en totaal over het geheele
land, zoowel voor de dienstdoende als de
rustende schutterijen, volgens over 1894 vast
gestelde gemeenterekeningen, de som van
ƒ223,370.06 bedragen.
Dient dus aan de eene zijde het voorstel
tot ontheffing van op de gemeenten drukkende
lasten, aan de andere zijde wenscht de voor
steller eone grief weg te nemen, door vele
schutterplichtigen te berde gebracht en waar
met recht over wordt geklaagd, nl. dat voor
vele schutters het bijwonen der oefeningen
gepaard gaat met verzuim van werk on ver
lies van verdienste. Wil men eene groote
bron van ontevredenheid by de schutterij-
corpsen doen ophouden, dan dient er z. i. van
overheidswege schadeloosstelling verleend te
worden aan hen, die door het verplichte
bjjwonen der schutterijoefeningen schade lijden
in hunne beurs. Daar echter bij den berooiden
toestand van vele gemeentekassen moeilijk
verlangd kan worden, dat de gemeenten zich
nieuwe offers zullen getroosten in het belang
van de schutterij, meent de heer BablmanD,
dat zulks geschieden kan wanneer de uit
gaven voor de schutterijen worden betaald uit
's Rijks kas.
Zijn voorstel baant daartoe den weg.
De minister van marine heeft het vol
gende bepaald: lo. de luitenant ter zee der
2de klasse by de koninklyke Nederlan ische
marine-reserve J. Metz, dienende aan boord
van Hr. Ms. monitor „Matador," wordt met
20 Augs. a. s. van die plaatsing ontheven.
Met denzelfden datum wordt de luitenant ter
zee der 21e klasse jhr. J. C. F. Von Mühlen,
dienende aan boord van Hr. Ms. wachtschip
te Hellevoetsluis, overgeplaatst aan boord
van geDoemdcn monitor; 2o. de luit.-ter-zee
2de kl. B. Schreuders wordt m 11 September
a. e. geplaatst aan boord van Hr. Ms. wacht
schip te Hellevoetsluis; 3o. de inspecteur van
administratie by de ze macht P. F. Van
Wage, uit Oost Indië in Nederland terugge-
keerd, is op non activiteit gesteld.
De minister van financiën maakt bekend,
dat hy uit 's Hertogenbosch ontvangen heeft
125.12, wegens verschuldigd successierecht
By koninkiyk besluit van 6 dezer is:
lo. benoemd tot hoogleeraar in de faculteit
der wis- en natuurkunde aan cle Ryksuniver-
siteit te Utreen t, om onderwys te geven in
do proefondervindeiyke natuurkunde, de meteo
rologie en de physische aardrykskunde, dr. W.
H. Julius, buitengewoon hoogleeraar aan
de gemeeDteiyke Universiteit te Amsterdam;
2o. met ingang van den dag, waarop de
hoogleoraar dr. W. H. Julius zyne lessen
zal aanvangena. de hoogleeraar in de facul
teit der wis- en natuurkunde aan de Ryks-
universiteit te Utrecht, dr. V. A. Julius,
onthoven van het geven van onderwys in de
proefondervindeiyke natuurkunde, de meteoro
logie en de physische aardrykskunde en belast
met het onderwys in de mathematische natuur
kunde en de theoretische mechanica; b. de
hoogleeraar in de faculteit der wis- en natuur
kunde aan de Ryksuniversiteit to Utrecht,
dr. W. Kapteyn, belast mot het geven van
onderwys in de hoogere stelkunde en do
differentiaal rekening
3o. benoemd tot hoogleeraar in de faculteit
der godgeleerdheid aan de Ryksuniversiteit
te Utrecht, om onderwys te geven in de ge
schiedenis van het Christendom, de geschie
denis der leerstellingen van den Christelyken
godsdienst en de Cbristeiyke arcbaeologio,
dr. S. D Van Veen, predikant by de
Nederduitsch Hervormde Gemeente te Rot
terdam.
16)
Nu echter nam zy als voorteeken op, dat
haar offer genadig was aangenomen, het feit,
dat het juist dat schildery was, waardoor
Bilfredo'8 hart voor haar in liefde was ont
brand; de Madonna had hem haar in de armen
gevoerd.
Maar meer nog dan die gedachte droegen
de brieven van Bilfredo er toe by Camilla
die crisis hoopvol te doen doorworstelen. Hy
schreef haar byna eiken dag en de toon zyner
brieven was zeer opgeruimd. Mocht, tegen
zyn vorwachting in, zyn vader niet geneigd
zyn zyn toestemming te geven, dan zou hy
zich daaraan niet storen, vast overtuigd, dat
Ghibello zich niet halsstarrig tegen het geluk
van zyn kind zou blyven verzetten. Hy ver
wachtte hetzelfde van Camilla ingeval haar
vader hun huwelyk tegenging.
Camilla was verrukt over de vurige liefde,
die uit zyn brieven sprak. Zyn liefde verloste
haar uit de geestelyke eenzaamheid, waarin
zy tot nu toe had geleefd. Zy had nooit een
vriendin gehad. Meisjes van haar leeftyd
hadden altyd het verschil gevoeld, dat er
tusschen haar en Camilla door geboorte en
opvoeding bestond; zy bemoeiden zich niet
met haar en dat vooral, omdat haar vader
den naam had van een vyand der Heilige
Kerk te zyn. Ghibello ging ook 't was
verkeerd nooit naar de kerk; het gevolg
hiervan was, dat er allerlei verhalen ov9r
hem gingen. Zy noemden hom een god
loochenaar. Maar het medelijden, dat de buur
vrouwen voelden voor zyn moeder en dochter,
omdat zy met zoo'n slecht mensch moesten
samenwonen, was voor baar een reden om
niet dan als het hoog noodig was, zich met
de buren te bemoeien.
Camilla opende haren geliefde haar ziel
geheel en al. Hy had een schat gevonden,
waarvan hy nu eerst de waarde begon te
begrypen. Al het gepeins en gedroom, een-
zelvigen menschon eigen, uitte zich nu in een
groot, gloeiend gevoel. Het was geen smeulen
en branden, het was als de gloeiende lava,
die langzaam over den rand van den krater
glydt en onophoudelyk doorstroomt.
De bewoners van de villa by do Porta Pia
hoorden eerst, dat Bilfredo vertrokken was,
toen zy van hem een briefje uit Florence
ontvingen. Antonio Spinola was zeer biy,
toen hy hoorde, dat Bilfredo weg was. Zyn
jaloezie verdween en eens op een dag kwam
de anders zoo sombere man zeer in zyn nopjes
by Ghibello. 't Was waar, dat hy zyn Roma
had verkocht; hy had de twintig duizend lires
deels in goud, deels in bankpapier en wissels
op groote bankiers gekregen en nu spreidde
hy zyn schat met naïeve vroolykheid op de
tafel uit. Hy had nog nooit zoo'n groote som
gelds gezien en nu speelde hy als een kind
met de goudstukken en de bankbriefjes, zoo
dat Ghibello om hem begon te lachen.
Nu komen de zorgon ook," zei de advo
caat. „Hebt u al eens bedacht boe u het
geld wilt beleggen?"
Beleggen? Daar heb ik absoluut geen
verstand van," antwoordde de schilder. „Twee
duizend lires zullen wy dadelyk aan de luitjes
in Civitella sturen. Nietwaar, dat wilt u wel
voor my doen, signor Ghibello?"
Die luitjes waren zijn bejaarde ouders, die
hy ondersteunde, sedert hy met zyn kunst
het eerste honorarium had verdiend.
Camilla, die zich door zyn bezoek niet in
haar arbeid had laten storen, deed de aanblik
van het geld onaangenaam aan. Het was haar
alsof het idee, waarvoor zy geposeerd had,
naar omlaag was getrokken. „En vindt u het
prettig, dat de schildery naar Amerika ver
huist, waar niemand de strokking er van
begrypt?" vroeg zy.
Ja," riep hy uit, terwyi hy naar haar
toetrad, „'t Is my alsof er een groote laat
van myn borst was gewenteld. Ik kan u dat
niet nader verklaren."
Dat is ook absoluut niet noodig. Het
schildery was uw eigendomu kondet er mee
doeD wat u goed vondt."
De vader, die begonnen was de som, welke
hy moest verzenden, uit te tellen, keek even
op. De stem van zyn dochter had een bit
teren klank. Ook Spinola bemerkte het; hy
werd er verlegen door. Hy kon haar toch
niet zeggen, dat zyn liefde voor haar de oorzaak
was van zyn vreugde, dat het schildery weg
ging? Daar zag hy plotseliDg den ring van
Bilfredo aan haar vinger. Hy had te dikwijls
naar haar mooie handjes gekeken, om niet
gemerkt te hebben, dat zy tot nu toe nooit
ringen had gedragen. De vorm van den ring
liet ook geen twyfel aan zyn symbolische
beteekeni8 over, ztfne jaloezie ODtwaakte met
volle kracht. Het bloed steeg naar zyn hoofd,
met wyd geopende oogen keek hy naar het
gouden slangetje aan den vinger van Camilla.
Zyn zwygen bracht er haar toe vragend
naar hem op te zien.
Wat hebt u?" vroeg zy verbaasd. Zy
begreep dadelyk waar hy zoo naar keek en
kleurde.
Een verdere verklaring was volstrekt over
bodig. Met een zenuwachtig gebaar streek hy
zyn haar naar achteren en keerde zich tot
Ghibello. Hy keek naar het geld, maar 't was
alsof er een sluier voor zyn oogen hiog; alles
in en om hem was beneveld. Hy greep zyn
hoed, mompelde een paar onverstaanbare
woorden en wilde weggaan. Maar Ghibello
riep hem terug en stond er op, dat hy zyn
geld zou meenemen. De twee duizend lires
had hy er al afgehouden. Spinola deed al
het geld in zyn hoed en ging weg.
Vyf dagen lang was hy onzichtbaar. Ghi
bello, die hem een quitantie wilde geven voor
het geld, dat hy naar Civitella had gestuurd,
klopte tevergeefs aan zyn deur. Toen hy ein-
delyk mocht binnenkomen, zag hy Spinola
druk bezig voor zyn schildersezel zitten. Hy
was aan een nieuw schildery begonnen.
Het geluk scheen hem schadeloos te willen
stellen voor zyn ongelukkige liefde, ten minste
als er een vergoeding mogelyk is daar, waar
onze dierbaarste hartewenschen niet worden
vervuld. Signora Morosini had hem het portret
harer dochter besteld en by kreeg weldra
zooveel bestellingen, dat hy ze niet alle kon
aannemen. Zyn roem was gevestigd en het
word mode hem in zyn atelier te komen
opzoeken. Menige equipage bleef nu voor het
oude huis in de Via della Lungaretta stil
staan en élégant gekleede heeren en dames
sukkelden de donkere trappen op en af. Maai
Spinola dacht niet over verhuizon. Zyn woning
leek als twee druppelen waters op die van
Ghibello; de groote op het noorden gelegen
kamer had hy als atelier ingericht. Een artis
tieke wanorde was het eenige schilderachtige,
dat er aan die kamer was te zienerg netjes
zag het er niet uit.
Spinola ontving al zyn bezoekers even onge
geneerd. Hy verzocht huD niet by hem to
komen, vertelde hy aan Ghibello, die hem
onder het oog bracht, dat hy wel wat al te
lomp was. Zy zouden hem een genoegen doen
door weg te blyven; hun flauwe, niets betee-
kenende praatjes over kunst maakten hem
woedend. Ook over de dames, wier portret
hy maakte, sprak hy geen erg mild oordooi
uit. Wat kon een kunstenaar bekoren aan
de nietszeggende gezichten dier modepoppen?
Het was hoofdzaak voor haar, dat haar élé
gante toiletjes nauwkeurig werden weerge
geven op het doek.
Hy was zeer scherp in zyD uitingen en als
hy niet de schepper der Corinna ware go*
weest, dan zou men hem zeker voor een
ongemaDierden boer hebben uitgemaakt. Nu
echter hield men hem voor een zonderling;
men vond het een artistieke gril van hem, dat
hy zyn hol niet wilde verlaten.
(Wordt vervolgd.)