N°. 11181 Vrijdag Augustus. A0.1898 (Beze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 6 Augustus. F* euilleton. Een Romeinsclic Schoone. in LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. 1.10. Franco per post i 1.40. Afzonderlijke Nommerg 0.Q5. PRIJS DER ADVERTENTEËNs Van 1 6 regels i.05. Iedere regel meer 0.17 J. Grootero letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad wordt f 0.05 berekend» Officiéél© Keanigfferinjren Kostelooze Inenting. Burgemeester on Wethouders van Leiden breDgen bü d ze ter algemoene kennia dat do kostelooze inenting van on- en minvermogenden niet zal plaats hebben op Dinsdag 11 Augnstue a. h., doch dat die iuentiüg weder geregeld geschieden zal te b ginnen met Dinedag 18 Angnatns 1 8 9 6 en tot nadere aankondiging op eiken volgenden Dinsdag, telkenmale des namiddags te 2 uren, io hot Elisabetkehof aan de Oude Yeet; wordende tevens aan belanghebbenden herinnerd dat zg aleohts znilen worden toegelaten op een bewijs hunner goboorte-inscbrijviog. Burgomooster en Wethouders voornoemd, Leidon, F. WAS. Burgémeester. 6 Aug. 1898. E. EIST. Secretaris. Burgemeester en Wethouders van Sassenheim hebben bekend gemaakt, dat aanstaanden Vrijdag middag te één nur op het Raadhuis kostelooze in enting zal plaats hebben van de ingezetenen, die zioh daartoo aanmeldeD. De heer P. H. Romeyn, van Leiden, heeft het eerste gedeelte van het notariéel staatsexamen met gunstig gevolg afgelegd. Geslaagd zijn voor de akte Engelsche taal mej. M. J. Kramers, uit Voorschoten; voor de Hoogduitsche taal (L. O.) G. Toren beek, te Voorschoten; voor de Fransche ta3l (L. O.) de dames J. H. Ten Holten, en L. M. Kievit, te Leiden. De 80ste jaarlykscho algemeene verga dering van het Fonds tot aanmoediging en ondersteuning van den gewapenden dienst in de Nederlanden ia te Amsterdam gehouden. Het daarin uitgebrachte verslag bevat o. a. de navolgende mededaelingen De inkomsten over 1895 hebben bedragen eene som van 81,728.52. Behalve de rent n van het kapitaal op het Grootboek, die ƒ46,631.11 beliepen, en de op brengst der jaariyksche collecte, ad ƒ20,673.60, zyn onder het aangegeven cijfer der inkomsten bc-grepen de renten van het geschenk van wylen Z. M. den Koning (Nationaal huldeblijk bij gelegenheid van H.D. 25-jarige regeering), ad ƒ9070.33; het sucsiöie van het Ryk ten behoeve van het Invalidenhuis te Leiden, groot 5000; een bedrag van ƒ99.50, inge komen van de commissie te Batavia; eene som van ƒ141.13, ontvangen van den raad van administratie der Koninklijke Militaire Academie te Breda; een bedrag van 108, als restant uit de nalatenschap van wijlen mejuffrouw J. T. Hobbes, ten behoeve van het Invalidenhuis, alsmede een bedrag van 4.85 van de districts-commiasie te Utrecht. Aan 1812 deelgerechtigden keerde het fonds 57f178.74'/a uit aan gratificatiën en f 9225.83 aan toelagen, voortspruitende uit de renten van 's Konings geschenk. Onder die deelge rechtigden bevonden zich 306 verminkten uit Oost Indiö, 12 verminkten uit den strijd tegen België, 923 infirmen, blinden en veteranen en 571 oudstrijders van Belgiè. Het Invalidenhuis te Leiden verkeert in goeden staat. Tegen afstand van hun pensioen en hunne gratificatie, genoten 49 deelgerech tigden van het Fonds daarin doelmatige huis vesting en goede verzorging. De uitgaven ten behoeve van dit gesticht b9li?pen f 9329.82. Gedurende het afgeloopen jaar werden als nieuwe deelgerechtigden in het Fonds opge nomen 10 verminkten uit Oost-Indië, 63 infir men en 16 oudstrjjders van België. Het getal sollicitanten bedraagt 739. By de behandeling gisteren van het aan prof. dr. J. G. R. Acquoy, te Leiden, verleende ontslag als lid der commissie voor de samen stelling van den liederenbundel verklaarde de Synode der Ned»-Herv. Kerk op voorstel van den president volkomen in te stemmen met de er kentelijke hulde door de syn. commissie dien geleerde voor zyn bewezen diensten gebracht en met do uitdrukking van haar leedwezen over de redenen, die hem tot het vragen van zyn ontslag noopten. In deze zitting werden zeer uitvoerige rap porten uitgebracht door den heer J. W. Yan Hoogstraten over de voorgestelde wijzigingen voor de kerkvisitatiën, namns de commissie voor nieuwe wetsvoorstellen; en namens de commissie voor de adressen tot het nemen van maatregelen om te voorzien in de gods dienstige behoeften der minderheden en voor stellen tot regeling dezer materie door prof. dr. J. Offerhaus Lz. en de beide andere leien dier commissi*, dr. G. J. Yan der Flier en dr. E. Van der Ven. De rapporten zyn ter visie gelegd. Het laatste zal worden gedrukt. Naar vernomen wordt, bestaat het plan om te Zoeterwoude een lezing te houden omtrent den Nederlanischen Boerenbond. Er is daar een lyst ter teekening aangeboden aan de personen (landbouwers), die zoo'n lezing wenschen by te wonen. Het aantal dergenen, die op deze lyst geteekend hebben, moet echter ni-t groot wezen. Er heeft zich te 's Gravenhage een rogelings-commissie gevormd om den aanst. 65-jaiigen gedenkdag der overwinning van het Noorti-Nedc-rl rndsche leger by Leuven en Bautersom niet ongemerkt te laten voorbij gaan. Men wil dien dag tot een feestdag maken voor de weinige ridders van het Metalen Kruis, die nog in leven zijn. Het hoofdmoment van de feestviering zal zyn een optocht in rytuigen, met muziek aan de spits, naar het standbeeld van den vroegeren veld maarschalk, later Koning "Willem II, die als bevelvoerder aan den slag van Leuven en Bautersem zulk een schitterend aandeel nam. Aan den voet van het monument op het Buitenhof zal een krans worden gelegd als hulde van de wapenbroeders van 1831 aan den Prins, die hun in den stryd voorging. Het zou der commissie, bestaande uit den eere-secretaris en den eere-comrnissaris der 3de sectie afd. 's Gravenhage der Vereeniging „het Metalen Kruis", de beeren R. H. Driessen (Corn. Speelmanstraat 3) en C. V. Doorschodt (Prinsegracht 3), aangenaam zyn, wanneer de gerechtigden tot het ridderteeken zich tot deelneming aan den optocht aan een van genoemde adressen meldden. Daar de commissie den dag tot een feestdag voor de oudjes wil maken, zullen bydragen van vaderlandlievende Hagenaars haar hoogst welkom zyn, terwyi ook de heer J. Sander, kastelein aan de Besognekamer, die vóór 15 jaar een werkzaam aandeel nam aan b' t gouden jubileum, zich tot het in-ontvangst nemen van bydragen bereid verklaard heeft. Men raamt het aantal oud stryders van 1830/'31 daar ter stede nog op ruim een 20-tal. Da „Haagsche Kunstkring" viert zyn vyf jarig bestaan met eene tentoonstelling van schilderyen, aquarellen en teekeningen van zyn oprichter, den heer Theophile De Bock. Niet minder dan 60 schilderyen en een twintigtal teekeningen getuigen van het vaar dig penseel en de werkkracht van De Bock. en dat zijn doeken worden gewaardeerd, blykt wel uit het feit, dat 35 stukken en schier alle teekeningen eigendom zyn van particu lieren, die ze bereidwillig voor deze gelegen heid hebben afgestaan. Een belangstellend publiek van leden woonde gisteren de opening by en wenschteden moester geluk met deze verzameling, waartoe ook enkele zeer fraaie nieuwe werken behooren. Gistermiddag werd in besloten kring het vyf jarig bestaan feestelyk herdacht Te 's-Gravenhage is oveileden in den ouderdom van 76 jaren de gepens. majoor der artillerie Ph. L Berail, ridder der Mili taire Willemsorde 4de klasse, welke onder scheiding hem werd toegekend wegens zyn moedig gedrag by de 2de Bonische expeditie. Berail trad in 1839 in dienst als soldaat loteling en werd in 1854 benoemd tot officier. Den 27sten Juni 1877 werd hy, op zyn verzoek, als kapitein gepensionneerd onder toekenning van den rang van majoor. Het stoff lyk overschot zal Zaterdag a. s. te 1 uur op „Nieuw Eik en Duiqen" worden ter-aarde besteld. En drietal leden der familie van den te 's-Gravenhage overleden secretaris van het Fransche gc-zaDtschnp, den heer Gréa, is aan het „Höttl dts Indes" afgestapt. In de gistermiddag te Haarlem gehouden vergadering van den gemeonteraad werd het voorstel van den heer Sneltjes, inzake het muziekcorps, om hot thans bestaande muziek corps te liquideeren en erne overeenkomst met den heer Kriens te sluiten, waarby deze zich verbindt tegen een jaarlyksch subsidie van 10,000 uit de gemeentekas het tegen woordig of een oven goed geoefend muziek corps te exploiteeren en te dirigeeren op zoo danige wyze, dat de thans aan do gemeente geleverd a diensten ook dan zullen worden ge leverd, goedgekeurd met 22 tegen 3 stemmen. Tot tijdelijke wethouders werden benoemd de heeren Cnoop Koopmans eo Yan Dieren Byvoet. Op zyn verzoek is ingetrokken de be noeming van den heer L. Roosenburg tot ontvanger der registratie voor burgeriyke acten te 's-Gravenuage met bevestiging in zü'ne betrek king van ontvanger der successierechten te Utrecht. Hot stoffelyk overschot van prins Willem George Frederik van Oranje Nassau is Maan dag besloten in een gebronsd metalen kist, in tegenwoordigheid van graaf Dumonceau en den burgemeester van Delft. De Sta atscourant van 6 dezer bevat den uitslag van de in 1896 in de verschillende rrovinciën gehouden examens ter vtrkryging van akten van bekwaamheid als onderwyzer en onderwyzeres. De uitslag was aldus: Mannolyke candidatenOpgekomen 650, teruggetrokken 6, afgewezen 217, toegelaten 427. Aanteekening rak j: Opgekomen 142, teruggetrokken 6, afgewezen 36, toegel. 100. Vrouweiyke candidaten: Opgekomen 782, t ruggetrokken 6, afgewezen 256, toegelaten 520. Aanteekening vak j: Opgekomen 117, teruggetrokken 3, afgewezen 35, toegelaten 70. Aanteekening vak/c: Opgekomen 118, terug getrokken 2, afgewezen 47, toegelaten 69. Totaal: Opgekomen 1432, teruggetrokken 12, afgewezen 473, toegelaten 947. Aantee kening vak jOpgekomen 259, teruggetrok ken 9, afgewezen 71, toegelaten 179. In 1895 slaagden 1082 van de 1682 can didaten. Door eommige examen-commissiën is een en ander omtrent den uitslag van het onder zoek aan de R9geering medegedeeld. Daaraan is het volgende ontleend wat Zuid Holland betreft: Van de examens in de verschillende vakken gaven die in kennis der natuur en handtee- kenen de minst gunstige uitkomsten, al schynt ook daarin eenige vooruitgang op te merken. De groote fout, door velen by bestudeering van de kennis der natuur begaan, bestaat in het niet uitgaan van waarneming; terwyl het programma voor de eigenlyke physica eischt „kennis van de eenvoudigste natuurkundige verschijnselenzyn vele adspiranten slechti in staat tot het meer of min woordelyk opzeggen van zinnen uit hun leerboekbegrip van eenvoudige tospassingen der natuurkun dige grondwaarheden in het dageiyks:h leven ontbrak. Omtrent ademhaling en bloedsomloop van het menschelyk lichaam waren de begrippen mede dikwerf verward of duister en by de beoefening der natuurlyke historie was weder om het programma, dat gewaagt van „eenige bekendheid met den bouw en het leven van de belangrijkste inlatidsche dieren en planten" vaak uit het oog verloren; er schynt veel te zyn gelezen en weinig te zyn bezien, terwyi, waar dan toch planten werden waargenomen, den mensch nuttige planten daarby werden vergeten. Was by het teekenen de bedrevenheid in het schetsen op het bord en het teekenen op papier eener eenvoudige vlak versiering over het algemeen voldoende, van de bekendheid met en toepassing van de meest voorkomende perspectievische verschynselen kan dit niet worden gezegd. Was het begrip van projec ties over het algemeen bevredigend, zonderling was het zoovelen als eene gewone doorsnede van een eenvoudig voorwerp noch teekenen, noch verstaan konden. In „De Amsterdammer, Weekblad voor Nederland", van 9 Augustus, zal voorkomen in de serie „bekende tydgenooten" het portret van Mgr. C. J. M. Boltemanne, Bisschop van Haarlem, by gelegenheid van zyn 25-jarig jubiló, naar het leven geteekend door Hart Nibbrig. De gemeenteraad van Amsterdam heeft gisternamiddag by de verdere beraadslaging eene beslissing genomen omtrent het voorstel van B. en Ws., om den heer Den Hartog als onderwyzer aan een der openbare scholen te ontslaan. De wethouder Van Hall had voorgesteld te lezen: eervol te ontslaan. De wethouder Treub kwam tegen dit voorstel op en herinnerde er aan, dat men destyds te Amsterdam een dergelijke quaestie had; men vergete niet, dat hier moeilykheden kunnen ontstaan met eventueele pensioenrechten. Wil men bereiken wat de heer Van Hall wil, dan doet men wyzer in den ontslagbrief de motieven op te nemen, waarop het ontslag berustte, dan kan men uit dien ontslagbrief nooit on jer- volle handelingen jegens den heer Den Hartog lezen. Spr. stelde daarom voor in den ont slagbrief op te nemen het motief. De Voorzitter zeide, dat B. en Ws. het denkbeeld des heeren Treub overnemen en nu de voordracht dus was „om den heer Den Hartog te ontslaan, ter zake, dat hy op 8 Juli jl. twee hoofden der scholen in het openbaar heeft beleedigd." De voordracht van B. en Ws. werd daarna met 17 tegen 8 stemmen aangenomen. Vóór stemden de heeren Scbölvinck, Sutorius, Serru- rier, Van Lennep, Boelen, Daniêls, Dyserinck, Van Eeghen, Van Hall, Kuinders, Van Leeuwen, Polak, Sauvage Nolting, D. Schut, Sterck, Treub, Waterschoot. Tegen de heeren Voute, Heineken, Nolting, Zegers Veeckens, Van Gigch, H. Schut, Muller, Kuipers. De gemeenteraad heeft tevens benoemd tot hoogleeraar in de schei- en artseny-bereid- kunde, in de plaats van prof. J. W. Gunning, dr. C. A. Lobry van Troostenburg de Bruyn, scheikundige by de marine te Amsterdam, en tot hooHeeraar in do klinische neuropathologie en psychiatrie, in de pla »ts van prof. Hertz, dr. C. Wiukler, oud-hoogleeraar aan de Rijks universiteit te Utrecbt; tot hoofden der speciale poliklinieken voor keel on oorziekten en voor electro-therapeutischo behandeling der zieken, dr. H. Burger, privaat-docent in de neus-, oor- en keelziekten aan de Universiteit aldaar, en prof. dr. A. A. G. Guye; tot onderwyzer 3de kl. aan de school in de Jacob-Van-Lennep- straat, R. J. Rodenboog, onderwyzer te Aalsmeer. Mededeeling werd gedaan van B. en Ws., dat aan mej. J. P. Reynvaan eervol ontslag is verleend als adjunct-directrice van het Wilhelmina-gasthuis, een mededeeling, waar aan de burgemeester eenige woorden van harteiyke waardeering voor mej. Reynvaan toevoegde, welke met applaus werden be antwoord. In de algemeene vergadering van den „Ned. Brood-, Koek- en Banketbakkersbond", gisteren te Dordrecht gehouden, werd door den voorzitter, den heer H. L. Funke, van Arasterdam, met een korte toespraak het welkom toegeroepen ain de afgevaardigden. Het afgeloopen vereenigingsjaar was gUDstig. Het ledental ia met 100 vermeerderd. Blykens het jaarverslag telt de Bond thans 763 leden. Een treurige uitdrukking zetelde op haar gezicht. Zóó jong en reeds zóó pessimistisch! Maar zyn liefde veroorloofde hem niet haar in dien toestand van weemoed te zien en dus verbrak hy het stilzwygen: U moest Rome vaarwel zeggen, signora Camilla, en by ons komen wonen, in het mooie, vroolyke Florence. Rome is zoo vree- selyk ernstig. Ja, kom by ons, haal uw vader, wien toch niets aan Rome bindt, over, om naar Florence te verhuizen. Florence ie op het oogenblik het centrum van het nationale leven; daar zou men hem en zyn scherpen geest beter weten te waardeeren dan hier en hy zou daar zeker ook wel een passende betrekking vinden. Myn vader zou hem zeker heel graag behulpzaam zyn in het zoeken naar een betrekking; hy zit nog diep in de schuld by signor Ghibello, en ik weet, dat hy zeer veel met hem op heeft. Hy heeft heel veel invloed in Florence. Het zou u allebei heel goed bevallen in Florence, en myn zusters, twee aardige, vroolyke meisjes, zou den u, Camilla, met open armen ontvangen." Camilla luisterde met verrukking naar zyn woorden. Wat hield hy haar daar een heerlyk toekomstbeeld voor oogen! Zy schudde met haar hoofd. Het is te laatl" zei zy zuchtende. O, weineen", antwoordde hy. Signor Ghibello is jonger dan myn vader, voor zoover ik weet, en dus kan hy niet veel ouder zyn dan vyftig jaar." Het zyn niet de jaren, die hem oud hebben gemaakt; iemand, die in voorspoed had geleefd, zou daaronder niet gebukt gaan", zei zy op treurigen toon. Och, maar er zit nog zooveel energie in hemhy zou by ons wel weer opvroo- lykenl" riep Bilfredo op warmen toon uit. Wat donkere onweerswolken hebben verduisterd, wordt niet weer door den vroo- lyken zonneschyn goed gemaakt," zei Camilla met trillende stem. Maar de gevolgen van het onweer kunnen toch ten deele vernietigd worden. Heb vertrouwen in my! Wel is waar ken ik u slechts sedert gisteren, maar het is my alsof ik u altyd gekend heb, en u hebt my immers toegestaan my als uw vriend te beschouwen." Camilla kleurde tot over haar oorenjdade- lyk echter verdween die blos weer en maakte plaats voor een doodeiyk wit. U meent het goed met my en daarvoor dank ik u van harte," zei zy, terwyl zy hem haar hand toestak. „Niemand echter kan ons helpeD, noch uw vader, noch u. Er bestaat een smart, die ons dwingt op onszelf te bouwen, die ons dwingt zelfs onze beste vrienden terug te wyzen en hun te verzoeken ons te myden. Een onvruchtbaar medelyden is alles, waardoor hy ons verdriet kan trachten te lenigen." Maar dat is vre9selyk, wat u daar zegt 1" riep hy zichtbaar ontroerd uit. „Maar dat is onmogeiyk en Vertel dan ten minste aan uw vriend wat u deert, Camilla." Dat kan ik niet," antwoordde zy, terwyl zy een afwerend gebaar maakte, en toen hy baar verwytend aanzag, vervolgde zy„Vraag my niets meer; dat smeek ik u." Zy zag hem smeekend aan. „En hot is immers ook bet lot der menschen, te berusten. Misschien is daarom wel degene het gelukkigst, wien in zyn jeugd de bittere ïydenskelk wordt voorgezet. Als wy niets meer te hopen hebben, hebben wy ook niets meer te vreezen. - En laten wy nu papa gaan opzoeken, hy wacht zeker al lang op ons." Zy stond op en hy volgde haar voorbeeld. Hy liep zwygend naast haar voort en beet op zyn snor. Plotseling bleef hy stilstaan en zei op vasten toon: „Spreek een soldaat niet van berusting. Het is myn beroep den vyand te bestryden zonder er naar te vragen hoe sterk hy is. Ik val liever met myn degen In de hand dan dat ik my overgeef." Camilla keerde haar hoofdje van hem af; zwygend liepen zy verder. Zy troffen Ghibello by de grootsche ruïne aan, waar eens het paleis van Caligula had gestaan. Hy was juist teruggekeerd van een onderzoekingstocht in de gewelven en sloeg nu zyn jas af. Terwyl hy Bilfredo harteiyk begroette, kwam er uit de gewelven nog een heer te voorschyn, in wien Bilfredo dadeiyk den begeleider van Camilla in het Colosseum herkende. Het was Antonio Spinola. Zyn gezicht betrok, toen hy Bilfredo zag. Hy wist, dat Ghibello hem verwachtte, maar deed geen moeite zyn antipathie te verbergen, toen de jonge Florentyner aan hem werd voorgesteld. Zoodra hy don naam van den schilder hoorde, stak Bilfredo hem met een mengeling van bewondering en vriendschap de hand toe. Maar Spinola scheen het niet te zien, hy nam zyn slappen vilten hoed even af, haalde toen een sigaar uit zyn zak en stak ze aan. Bilfredo's oogen schoten vuur, maar hy bedwong zich, beantwoordde den groet van den schilder even vormeiyk-koel en keerde zich toen naar Ghibello, die hem onder den arm nam, terwyl hy uitriep: U moet geduld met hom hebben, besté Bilfredo! Ga maar mee, by is een ongelikte beer, maar een groot genie." De schilder deed grooto rookwolken omhoog stygen. Uw vader heeft geiyk; ik wilde, dat ik myn hol in de Sabinerbergen niet had verlaten," zei hy, terwyl hy met Camilla achter de anderen aanliep. U houdt u slecht aan uw woord," zei Camilla, terwyl zy hem verwijtend aanzag. Hy gooide boos zyn sigaar weg. Toen zy onder geleide van Ghibello de ruïnes verlieten, was de zon achter de torens van hettrotsche, schoone Vaticaan verdwenen. De wolken waren vuurrood getint, het was alsof zy in brand stonden; het pynboomen- boschje in de villa Pamflli begon nu ook te gloeien, daarna waren de Monte Pincio en het kruis op de St.-Pieterskerk aan de beurt; het zwaard op het graf van Hadrianus was één vlam. De geheele stad was een vuur- i massa, waartegen de marmeren paleizen en het Pantheon mooi afstaken. De Tiber geleek in de verte op oen blinkend wit lint; als men hem mot den blik volgde, dan kwam men in de Campagna, die in een zacht-rose, zilver achtig licht baadde. Bilfredo leunde met over elkaar geslagen armen tegen den stam van een olm en keek neer op Camilla, die naast haar vader op een omgevallen zuil zat. Zy merkte het niet; zy was nog ond9r den indruk van het gesprek, dat zy met hem had gehad. Met treurigen blik keek zy in den vurigen gloedaan haar wimpers hingen dikke tranen. Bilfredo zag het en onwillekeurig maakte hy een beweging alsof hy naar haar toe wilde gaan, maar hU bedacht zich en leunde weer tegen don boom. Antonia Spinola sloeg hen nauwlettend gade. Hy was op een stuk muur geklommen en kauwde op zyn sigaar zonder haar aan te steken. Toen hy Camilla en Bilfredo samen ondeL' de cypressen by de ruïne had zien wandelen, had hy plotseling een ingeving gekregen. Hy wist nu wat zyn jaloezie beteekende. Hy had Camilla lief en hy vond 't allerbespotteiyk3t van zichzelf, dat hy haar liefhad. Hy, de ongemanierde, onbeschaafde boer, waagde het het jonge, mooie, in ontwikkeling ver boven hom staande meisje lief te hebben I "Was dat geen krankzinnig iets En toch had hy haar lief, ofschoon hy zooveel ouder was, en was hy woedend jaloersch op Bilfredo. (Wordl vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 1