11172, Diusdas; 2® «Juli. A". 1896 r mo. feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Portret Q. BI. Koningin Wilhelmina. W euilleton. OP DE PLANKEN. LEIDSCI DAGBLA PRIJS DEZER COURATTT: Yoor Leiden per 3 maanden. Franco per post-» Afzondorlyke Nommers A 1.40. v, 0.05. PRIJS DER ADVERTETrrrËN: Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17|. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Ofdeiëole Kennisgovingen. Borg. en Wethe. van Woubrugge herioneren eige- naarB der botrokken huizen of erven, zoo in 't dorp als in do kom van Hoogmado, aan hnnne verplich tingen om de weg-, aohei- of andore alooton of vaarten nabij of tosachen huizon en bewoonde erven, benevens do Woudwatering, zoover iedere eigendom etrekt, jaarlijks vóór 1 Augustus te reinigen. Bij de schonwvooring ni6t in orde bevonden zijnde, zal de boete boloopen zijn, bepaald bij art. 196 der plaatselijke politio-vorordeDing. VAN De uitstekend geslaagde photographieën van H. M. Koningin Wilhelmina, onlangs in den handel gebracht, hebben den Uitgever van het „Leidsch Dagblad" doen besluiten de Abonné3 in de gelegenheid te stellen een zeer goede reproductie om in lijst te zetten uitnemend geschikt te verkrijgen tegen kostenden prijs. In de maand Augustus zal ze verkrijgbaar worden gesteld. DE UITGEVER. Leiden, 27 Juli. Krachtens het Raadsbesluit van 14 Octo ber 1886 (Gem.blad No. 1 van 1887) is het schoolgeld van het Gymnasium en de Hoogere Burgerscholen verschuldigd over een geheel jaar en is het schoolgeld, wanneer leerlingen in den loop van den cursus tot de school worden toegelaten of de school verlaten, over den gebeelen cursus verschuldigd, tenzij de Gemeenteraad in bijzondere gevallen bepaalt, dat het schoolgeld eerst zal ingaan met het begin van het kwartaal, waarin de toelating, of slechts verschuldigd zal zijn tot het einde van het kwartaal, waarin het vertrek van den leerling plaats heeft. Vermits derhalve geen vrijstelling van schoolgeld kan worden verleend van een ge deelte van een kwartaal, geven B. en Ws. in overweging afwijzend te beschikken op een desbetreffend verzoek van den heer P. J. Van 't Hooft, wiens zoon Jan, sedert 20 Juni j.l. de Hoogere Burgerschool, met kennisgeving aan den directeur, heeft verlaten, aangezien hij eene betrekking van industriëelen aard aanvaard hoeft (die juist vacant was), waarom adressant teruggave van van het laatst betaalde kwartaal verzoekt. Den gemeenteraad deelen B. en Ws. mede, dat mej. H. J. Prinsen, hoofd der bijzondere school voor Meisjes alhier, welke inrichting met het einde van den loopenden cursus wordt opgeheven, zich bereid heeft verklaard eenige schooltafels en kasten aan de gemeente over te doen. Uit een ingesteld onderzoek is gebleken, dat de gemeente ge bruik kan maken van 16 schooltafels, ge taxeerd op f 9.20 per stuk, en 3 kasten, te zamen getaxeerd op 34. Z(j geven mitsdien in overweging hun college tot den aankoop van bovenbedoeld schoolmeubilair te machtigen voor een som van ƒ181.20, te voldoen uit den post Volgn. 130 der begrooting van dit jaar: Kosten van het aanschaffen en onderhouden van school- meubelen. Zoo noodig zal alsdan te zijner tijd een voorstel tot verhooging van het be trekkelijk artikel der begrooting worden in gediend. Tegen de door Regenten der R.-Kath. Armen en van het R.-Kath. Wees- en Oude- liedenhuis ingediende suppletoire staten van begrooting en staten van af- en overschrijving voor den dienst van 1895, heeft de Commissie van Financiën geene bedenking, evenmin als tegen don suppletoiren staat van begrooting en den staat van af- en overschrijving van het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinder huis, den dienst van 1895 betreffende. Zij stelt mitsdien den gemeenteraad voor, die staten goad te keuren. Blijkens bericht van den directeur der Kweekschool voor Onderwijzers en Onder wijzeressen! zal het aantal leerlingen, bij het begin van den nieuwen cursus in de 4de klasse geplaatst, 36 bedragen. Dit aantal maakt splitsing dier klasse in 2 parallelafdeelingen noodig. De hieruit voortvloeiende kosten, voor zoover de traktementen bc-treft, zullen voor 2] les uren a ƒ75 bedragen ƒ1575. Aangezien het Ryk in deze een subsidie van 50 pet. verleent, zal van gemeentewege in een bedrag van 787.50 moeten worden voorzien, waarvan in het dienstjaar 1896 over 4 maanden (I Sept.31 Dec.) 262.50 en in 1897 over 8 maanden (1 Januari 31 Augustus) 525. B. en Ws. stellen den gemeent-raad voor in de boven bedoelde kosten over het dienst jaar 1896 ad ƒ262.50 te voorzien, coor vast stelling van een by het voorstel gevoegden staat van af- en overschrijving, waarby deze gelden uit de Onvoorziene Uitgaven worden gevonden, en tevens vast te stellen den mede daarby gevoegden suppletoiren staat van be grooting tot geiyk bedrag, ten einde het Rykssubsidie te dezer zake over 1896 in de begrooting te regelen. Verder deelen zü mede, dat Volgn. 109, onderhoud der wachthuizen, van de begrooting voor dit jaar vermoedelyk een tekort zal opleveren van ƒ125, wegens do aanschaffing van gordynen voor de wachthuisjes aan de Haagbrug, de Doezabrug en de Plantage en van aschketels, enz. Zy geven mitsdien in overweging de in deze verelschte machtiging te verleenen, zul lende daarna een voorstel tot verhooging van het artikel worden ingediend. Uit een door do Commissie van Fabricage ingesteld onderzoek is gebleken, dat de rio- leering in de Speksteeg aan de Langegracht in gbheel onvoldoenden toestand verkeert en dat ook in het belang van de gezondheid dringend verbetering wordt gevorderd. De kosten dier rioleering worden begroot op 90, terwyi daarvoor geen gelden op de begrooting voor dit jaar beschikbaar zyn gesteld. B. en Ws. geven mitsdien in overweging de noodige machtiging te verleenen tot ver- botering van bedoelde rioloering. Do Nederlandsche mail, met berichten uit Incië, wordt hedenavond alhier verwacht. Den gemeenteraad leggen B. en Ws. 0 7er de door den gemeente-ontvanger ingediende rekening en verantwoording van de Ont vangsten en Uitgaven der gemeente over het jaar 1895. De Ontvangsten bedragen 918,913.835, de Uitgaven ƒ885,133.565; de rekening wyst derhalve een batig saldo aan van 33,780.27. In dat saldo zyn de navolgende sommen begrepen a. 17.75 wegens onbetaald gebleven cou pons in de geldleeningen der gemeente. b. 1322.486 als restant van het voor stich ting en inrichting van het Archiefgebouw bestemde kapi taal. c. 9 1242.905 het in 1885 ongebruikt ge- bloven bedrag der 4000. - door den Gemeenteraad, by besluit van 3 Sept. 1895, aan gewezen voor kosten in zake de oprichting van een krank zinnigengesticht. d. g 533.33 wegens eene onbetaald ge bleven vordering inzake pen- sioon aan de erven van Dr. H. W. D. Suringar. e. g 16771.45 zynde eenige voor belegging 18887.92 bestemde ontvangsten, voort spruitende uit de opbrengst van verkochte eigendommen en afgeloste kapitalen, als: 44734.90 uit het saldo der rekening van 1894 in de begrooting van 1895 overgebracht. 19143.55 in het jaar 1895 afgeloste kapitalen en voor belegging aangewezen som men, vermeld in volgn. 171 der be grooting. o 4143.— als opbrengst van verkochte gemeen te eigendommen en afgeloste obligatiën in de geldleening van andore gemeenten. 68021.45 waarvan is gebruikt 48,250 en 4000 by Raadsbesluiten van 18 Juli 1895 en 3 Sept. 1895 aangewezen voorde op- en inrichting van een krankzin nigengesticht. Deze sommen hadden uit geldleening moeten worden gevonden, doch blykens het vorenstaande was voldoend kapitaal aanwezig om in deze buitengewone f 52250.— uitgaaf te voorzien. 15771.45 Het zuiver batig saldo van den dienst van 1895 bedraagt derhalve 33,780.27 18,887.92 14,892.35. B. en Ws. brengen hierby in herinnering, dat reeds by do vaststelling van het kohier der plaatselyke directe belasting voor 1895 het heffingsprocent, dat op 3.15 zoude moeten zyn vastgesteld, op 3 kon worden bepaald, wegens de vermoedeiyk gunstige uitkomst van het dienstjaar 1895, en dat daarvoor een bedrag van f 8373 minder aan belasting is ontvangen dan waarop gerekend was. Zooals bekend is, wierp dan ook de exploitatie der Gasfabriek over 1895 eene hoogere winst af van 19,048.31. Werd hierover dus reeds voorloopig beschikt door de mindere heffing van 8373 aan belasting, het verschil werd niettemin nog met 4217.04 door het zuiver batig saldo van den dienst van 1895 over troffen. Op de begrooting voor dit jaar is op Volgn. 122, Kosten voor de Middelbare Scholen, Jaarwedden, een bedrag van 58.33 uitge trokken voor de periodieke traktementsver- hooging van mej. A. E. S. Michelsen, leerares in de plant- en dierkunde aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes, op grond, dat deze leerares met 1 Juni van dit jaar op de eerste verhooging aanspraak zou hebben. Tot deze opvatting heeft aanleiding gegeven het feit, dat mej. Michelsen eerst met 1 Juni 1894 eervol ontslag heeft bekomen als tweede onderwyzeres aan de Leerschool, niettegen staande zy reeds sedert 7 Maart 1892 als leerares aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes werkzaam was. Het i* B. en Ws. voorgekomen, dat de by het opmaken van de begrooting toegepaste opvatting onjuist was en dat hat tydstip van het ontslag als onderwyzeres by het lager onderwys in geenerlei verband behoort te staan met de aanspraak op de periodieke traktementsverhoogingen wegens diensttyd van de leerares aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes. Krachtens de Verordening, regelende de jaarwedden der leeraressen en leeraars aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes, ont vangt de leerares in de plant- en dierkunde tweemaal eene verhooging van jaarwedde van 100, om de twee jaren. De eerste verhoo ging gaat in op den dag, waarop zy een 2-jarigen, de tweede verhooging op den dag, waarop zy een 4-jarigen diensttyd aan een Hoogere Burgerschool met 5 jarigen cursus volbracht heeft. Mej. Michelsen is den 7den Maart 1892 by besluit van B. en Ws. als tydeiyk leerares aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes aangesteld en by Raadsbesluit van 26 April 1894 definitief als zoodanig benoemd. Met 7 Maart 1894 had zy derhalve eon twee jarigen diensttyd volbracht en van dien dag af aanspraak op een traktementsverbooging van ƒ100, terwyi de aanspraak op de tweede verhooging ad 100 is aangevangen 7 Maart 1896. B. en Ws. geven daarom in overweging aan mej. Michelsen een toelage te verleenen van 200. Op het verzoek van mej. M. J. Scheffer, om ontslag uit de betrekking van derde onder wyzeres aan de school der 4de klasse No. 2, wordt geadviseerd, dat ontslag eervol te ver leenen, met ingang van 15 Augustus a. s. Blykens een door de commissie van fabricage ingesteld (onderzoek is het urinoir, geplaatst aan de Heerengracht by perceel No. 134, zeer hlnderlyk voor de in die buuré wonende personen en is eeno verplaatsing zeer gewenscht, terwyl het plaatsen van eene omkasting de passage zoude belemmeren. Het voornemen bestaat het urinoir te ver plaatsen naar de Scheluwbrug ovtr den Ouden Ryn, in welke omgeving een urinoir, "ook met het oog op de schippers, noodig is. De kosten zfin geraamd op 80. Vermits geene gelden ter zake op de be grooting zyn toegestaan, geven B. en Ws. in overwoging de vereischte machtiging te verleenen. Onder overlegging van een desbetreffend schryven van de commissie van toezicht op de scholen voor middelbaar onderwys, met den inhoud waarvan zy zich geheel vereenigen, geven B. en Ws. den gemeenteraad in over weging machtiging te verleenen om met aanvang van den cursus 1896/97 tot de aan stelling van een tydelyke leerares in het Hoogduitsch aan de Hoogere Iur ;orschool voor Meisjes over te gaan, wegens n«t groote aantal leerlingen, waardoor splitsing oer 21e en 3de klassen dringend noodig wordt geacht. De Vereenigde Rotterdamsche toonoelis- ten behoeven niet over gebrek aan belang stelling te klagen. Telkens vinden zy een goed bezetten schouwburg. Gisteravond was het gebouw zelfs niet alleen geheel uitver kocht, maar moesten bovendien personen worden teruggezonden. „Madame Sans Gêne" met mevrouw Van Eysden Vink, Willem Van Zuylen, Alexander Faassen, Dirk Haspels, enz. verschafte ook nu weer veel genoegen. Aan toejuichingen en terugroepingen ontbrak het dan ook niet. Hedenavond laatste voorstelling met het tooneelspel „Dora". De minister van binnenlandsche zaken heeft: lo. op hun verzoek, eervol ontslag verleend aan de heeren J. Brandt en A. Pannekoek, als assistent voor de sterrenkunde aan de Ryks-universlteit te Leiden; 2o. be noemd tot assistent voor de sterrenkunde aan dezelfde universiteit den heerL. M. Klinkenberg. Voor hot akte-examen Hoogduitsch lager onderwys is toegelaten mej. C. M. Ladage, van Leiden. Naar wy vernemen, heeft de Koningin- Regentes reeds den 13den dezer de wet, re gelende de grensregoling met 1 Augustus a. s. van Leiden, enz. geteekend, maar moet het aan een onwillekeurig verzuim toegeschreven worden, dat het Staatsblad daarvan tot heden nog niets bevatte. De bevolkiüg der gemeente Voorhout volgens de godsdienstige gezindten bestond op 31 December 1895 uit: 1211 Roomsch- Katholieken, 175 Nederduitsch-Hervormden, 96 Christeiyk Afgescheidenen en 15 Evan gelisch Lutherschen, totaal 1497 zielen. 2) De laatste woorden waren gericht tot een geëmploieerdo, die met zyn bel het teeken tot het begin der repetitie gaf. Allen, die in het eerste tooneel van het stuk niet moesten optreden, trokken zich achter de coulissen terug. Erik Sarnow echter verliet, door tal- looze nieuwsgierige blikken gevolgd, doods bleek en met neerhangend hoofd het schouw- burggebonw. Gedurende de eerstvolgende dagen was er voor het personeel van den hofschouwburg geen interessanter vraag dan deze: wat men denken moest van dezen zoon, van wiens bestaan tot nu toe niemand iets geweten had en die niet den beroemden naam van zyn vader droeg. Wel wa3 het algemeen bekend, dat Anton Markhof voor byna dertig jaren een gevierde tooneelspeelster getrouwd had, en dat zyn echtelyk geluk, door den vroegen dood zyner vrouw vernietigd, slechts van zoer korten duur geweest was; maar dat uit dit huwelyk een zoon voortgesproten was, wist het tegenwoordige geslacht niet, en men had den eersten regisseur altyd voor een kinder- loozen man gohouden. Daar Erik Sarnow zelf, die Datuurlyk de beste irdichtingc-n had kunnen geven, ten spyt zyner nieuwsgierige collega's, in den eersten tyd onzichtbaar ble6f, moest men zich op andere wijze opheldering ver schaffen, en een zeer vindingryko acteur met uitgebr^de relaties vend dan ook gelukkig uit, dat Anton Markhofs vóór zes en twintig jaren geboren zoontje na den dood der moeder door een met den acteur beviiende familie te Dresden c-augenomen en by een zorgvuldige opvoeding voor het een of ander geleerd beroep bestemd was. De eigenmachtige keus der tooneelloopbaan zou voor eenige jaren de breuk met den vader ten gevolge gehad hebben, wyi Anton Markhof zyn toestemming tot zulk een stap eens en voor altyd ge weigerd had. Enk had uit deferentie voor de vaderlyke gevoelens den naam Sarnow aangenomen en zich er by allerlei kleine tooneelgezelschappen doorgeslagen, zonder dat het hem tot nu toe gelukt was, dezen naam tot aanzien te brengen. Nu had zyn gesternte of misschien zyn noodlot - hem naar den hofschouwburg te B. gevoerd, welks intendant hem geëngageerd had zonder zyn familiebetrekking tot den eersten regisseur te kennen. Natuuriyk interes seerde men zich onder de leden nu voor niemand anders zoo levendig als voor hem, en zag met den verderen loop der zaken met nieuwsgierige verwachting tegemoet. Anton Markhof had verklaard, dat het den verloochenden zoon r.iet aan gelegenheid zou ontbreken, zyn talent te bewyzen, en evenals by nog altyd zyn woord gehouden had, deed hy het ook nu gestand. Veertien dagen na de eerste ontmoeting werden de rollen van „Don Carlos" verdeeld, en Erik Sarnow zou den ongelukkigen infant spelen. Vaster en manneiyker verscheen by by de eorste repetitie. Stom begroette hy zyn vader, wiens metalen gezicht niets ver raadde van wat er in zyn binnenste omging, en in vrye, edele houding begon by zyn eerste scène met Domingo. Anton Markhof viel hem met geen woord in de rede. Styf en onbeweeglijk, als uit hout gesneden, zat by aan de regietafel. Ook de scherpzinnigste gelaatkundige zou vergeefsche moeite gedaan hebben, als hy had willen raden, of het spol hem bevredigde of niet. En zóó bleef hy ge durende de geheele repetitie. Terwyl hy de anderen zeer dikwyls in de rede viel, hun wenken gaf en hen enkele passages of geheele tooneelen liet herhalen, hulde by zich tegen over Don Carlos in een ondoordringbaar zwygen een houding, die men tot nu toe nog nooit by hem waargenomen had. Aanvankeiyk was Erik misschien geneigd, dat uitbiyven van afkeuringen als een gunstig teeken te beschouwen; weldra echter begon het hem te verontrusten en te verwarren. Hy verloor zyn onbevangenheid en daarmede de heerschappy over zyn krachten. Hoe meer het drama de crisis naderde, des te ongeiyk- matiger en matter werd zyn spel. De door dringende blik van zyn vader, die elke zyner bewegingen volgde, terwyl de lippen onver- anderlyk gesloten bleven, oefende ten slotte een verlammenden invloed op hem uit, en het bewu8tzyn, dat de nieuwsgierige aandacht van alle medespelenden uitsluitend op hem gericht was, was i iet byzonder geschikt hem kalmte en zelfbeh6ersching terug te geven. Alleen de tooneelen met de koningin waren het, die hem niettemin ook nu nog gelukten. Als die groote, sprekende oogon van deze Elisabeth op hem gericht waren, scheen hy voor het oogenblik alles te vergeten, en van zich af te zetten, wat hem pynigde. In zyn woorden zoowel als in zyn spel openbaarde zich dan de gloed van een echten, heeten hartstocht en zelfs zyn stem kreeg een-voller, metalen klank. Hy zag de actrice, die koning Filips' be klagenswaardige gemalin voorstelde, nu voor de eerste maal. Maar Helena Willisen had iets betooverend lieftalligs in haar gebaren spel, in haar stem, in elke harer bewegingen, en haar schoonheid was bovendien omsluierd door de zo9te bekoring der eerste frisache jeugd, daar zy haar negentiende levensjaar nog niet overschreden had. De beide partners spraken den voormiddag nauweiyks iets anders met elkander dan hun door hun rollen voorgeschreven was, maar toen Sarnow na de repetitie met een hoffeiyko buiging afecheid van haar nam, beantwoordde Helena Willisen zyn groet met een vriendeiyk glimlachje, dat het hart van don jongen tooneelspeler een oogenblik sneller deed klop pen. Die biyde stemming was evenwel van zeer korten duur, want onmiddeliyk daarna passeerde zyn vader hem met een hard, somber gezicht en zonder een antwoord op zyn groet. Nooit zou Erik het gewaagd heb ben, hem nu naar zyn oordeel te vragen. Met deze eerste repetitie hadden echter alle volgende een maar al te treurige over eenkomst. Anton Markhof, die zyn deelneming in het spel der anderen tot de kleinste kleinig heden uitstrekte, het alleen zyn zoon zwygend begaan, alsof deze Don Carlos voor hem hoe genaamd geen beteekenis had. En Erik zelf gevoelde met verpletterende duidc-lykheid, boe de creatie van zyn Don Carlos onder daze voortdurende marteling steeds kleurloozer en onbeduidender werd. Hy zag ook; hoe de anderen, wiens nieuwsgierigheid hem eerst een last geweest was, zich steeds meer van hem terugtrokken, naarmate de dag der op voering naderde. Hy ontmoette zeer dikwyi3 spottende blikken, en hier en daar drongen halve woorden in zyn oor, die hem ook de laatste rest van zyn zelfvertrouwen moesten ontnemen. Naar het scheen, hadden allen hem reeds opgegeven, allen, uitgezonderd óón. In de pauzen, die tusschen haar tooneelen lagen, voerde hy nu dikwyls lange gesprekken met Helena Willisen, en tot zyn vreugde kreeg hy daarby telkens opnieuw den indruk, dat het niet alleen haar uitwendige bekooriyk- heden waren, die haar zoo lief en vriendeiyk maakten. Tevens echter bemerkte hy, dat do jonge actrice elke aanraking met de andere collega's zooveel mogclyk uit den weg ging. De manier van haar omgaan met de collega's deed vermoeden, dat haar ongewone schoon heid voor dezen eerst een aanleiding tot allerlei familiariteiten geweest was en dat Helena zich daaraan op zeer energieke en nadrukkeiyke wyze had weten te onttrekken. Nu beschouwden de overigen haar als trotsch en hoogmoedig, en er was haar biykbaar volstrekt Diets aan gelegen, dat geloof te ondermynen. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 1