met bepaling dat by, zjolang die ontheffing duurt, ter beschikking zal zyn van den minister van oorlog; en voor den bedoelden tyd belast mot het bevel over de genoemde divisie do kolonel C. O. Van Resteren, <jie in verband daarmede tydeiyk is ontheven van het bevel over het 6de reg, infanterie. Met ingang van 1 Aug. a. s. aan "W. H. Hofstee, wegens lichaamsgebreken, eervol ont slag verleend als havenmeester aan het Noordzeekanaal te IJmuiden, en benoemd tot havenmeester aan het Noordzeekanaal te IJmui den, B. Tack, te Nieuwediep. Op verzo.k, eervol ontslag verleend met 1 Aug. a. s. aan den opzichter van den Rijks waterstaat lbte kl. J. L. Weys, en met 1 Nov. a. s. aan den opzichter van den Rijkswater, staat 1ste kl. C. Hanke. Aan dr. J. W Gunning, adviseur voor de wis-, natuur- en scheikundige zaken aan hst departement van financiën, te Amsterdam, op zijn verzoek, met 1 Januari a. s. eervol ont slag verleend als zoodanig, onder dankbetui ging voor de vele en gewichtige diensten aan den Staat bewezen en behouders aanspraak op pensioen. Bono3md tot inspecteur der directe belas tingen, invoerrechten en accijnzen te Nijme gen, G. H. W. A, Lauten, thans te Almeloo. Eon zilveren echtpaar. Omtrent de feesten to Neuwied verneemt de „N. R. C." nader, dat zy Woensdagavond reeds zyn geopend met een schitterende soiréo in het Slot. 't Was een „café dansant", die reeds vro gtydig begon, om den volgenden morgen te halfvyf te eindigen. Een fraai vuur werk slaagde uitstekend. Onder de vierhonderd gasten waren de zonen van prins Albrecbt van Pruisen. Donderdag was het de dag voor de ont- vaDgst der Nederlandsche deputatiën. To half zeven namen zy deel aan een maaltijd op het Slot, waarbij verder o. a. aanzaten de familie Nepveu, mevrouw Schöning, oud-groot-m6es- teresse van de Hertogin van Mecklenburg, baron en baronesse De Reek, generaal von Mischke en de leden der hofhouding, samen een dertig personen. Om acht uren aanbieding van de geschen ken. Freule Sirtema van Grovestins overhan digöe het Echtpaar, onder een korte toespraak, een zilveren broodmand en een ouden Bijbel. Hierop trad de deputatie uit de groote com missie, naar men weet bestaande uit de heeren graaf Van Bylandt, De Bas en Bisschop, naar voren. Zij had de klok, het album en de toon tafel en het Deventersch tapyt. Notaris Dieiz kwam namens het dienstpersoneel met de twee Rozenburg-vazen, en baron Van Zuylen van Nyevelt namens de gemeente Wassenaar met de grootste vaas. De heer Van der Ouder- meulen bood ten slotte een beker van St.- Hubert aan. Zoowel de prins en de prinses als hunne kinderen betoonden zich met al die herin neringen van het vaderland der Bruid, met dia geschenken van Hollandsche kunstenaars, Hollandsche industrie enHollandsche harten buitengemeen ingenomen. De avond ging heen met het bekykeu van alles. De aquarellen en andere bladen gingen van band tot hand. Vooral trokken ook het laatste gedicht van Hasebroek en de laatste com positie van Nicolaï de aandacht. Hasebroek schroef drie dagen vóór zyn dood mot vaste hand het volgende; Ter Zilveren Bruiloft van dePrinses Van Wied. Geheugt u 't nog, Vorstin, vóór vflf en [twintig jaar, Hoe 'k toen als bode uws volks een Bybel (u kwam schenken. U aangeboden met de bode op 't lieflyk Was Isenaar Zij u die Bijbel gids, o Vorstiyk Bruiloftspaar, Naar 's Levens zilvren stroom, wiens heil- [vocht U kwam drenken I En nu, wat schouwspel toont ons thans met [jubelzon? Een hoog bevoorrecht paar, met welvaart ryk [gezegend, Met kroost gekroond, met eer en gunst en [heil bejegend, Eikanderen ten steun, gelyk ter vraugdebron Zoo zaagt ge U tot Zijn heil den Huwelyks- [bybel nooden. Nog voller oogst wordt U door 't zilveren [boek geboden, Het middelpunt van der feestgaven ryke schaar, Den schoonen naam getrouw van 't groeiend [Wassenaar: Wass' mede uw echtheid aan met elk nieuw [huwlyksjaar! 23 Maart 1896. J. P. HASEBROEK. „P.S. Mevrouw de Prinses van Wied zal, hoop ik, zich herinneren, hoe schryver dezes, ds. J. P. Hasebroek, toenmaals predikant der Ned.-Herv. gemeente te Amsterdam, te zamen met den toenmaligen burgemeester der stad Amsterdam, mr. Jan Messchert van Vollen- hoven, te Wassenaar kwam om by een mor genbezoek de Vorstelijke bruid te bezoeken en te begiftigen, terwyl Prins Frederik mede getuige van die Vorstelijke begroeting was, maar de Prins Bruidegom door verplicht afzyn belet werd haar bij te wonen," De antieke gangklok was ook aldoor omringd. Zo speelt ook all rleioud-Hollandsche deuntjes! De prins bevond zyn geslachtswapen volkomen juist en was er blijkbaar govoollg voor zyn wapenfeiten als officier in het Pruisisch Jeger aan den linkerzywand van de klok vermeld te zien. Het zyn de veldslagen van Nachod, Gradlitz en Köriiggrfttz (1866) en van Mal- maison en Mont Valérien (1870/71). „Ik ben hiervoor dankbaar voor myn zonen, sprak Z.H., als voor hen de schoonste traditie." Naar aanleiding van het alliantie-wapen op do grootste der Rozenburg-vazen, zei de prins dat met den 18den Juli 1871 een nieuw tijd perk voor hot Huis van Wied is aangebroken, daar toen de Oranje-zon er in is gaan schynen Ook in de stad Neuwied blijkt men deze meening te deelen. Want de hartelijke be langstelling daar en overal langs den Rfin is algemeen, en met verschillende betoogingen wordt er uiting aan gegeven. Gisteren werd de afgezant van HH. MM. met het geschenk der Koninginnen (schilde rijen) verwacht en zouden de gasten een rijtoer doen naar „Mon Repos," het heirlyke lustverblijf van den Prins. Gisteravond offi cieel diner. Praatjes over Kunst. Vlokken LXXIII. Bfi deD heer Eggers, op de Botermarkt, (firma Schreuder en Van Baak) is thans een pastelteekening van den heer A. Coert geëx poseerd, die in meer dan één opzicht belang ryk kan worden genoemd. Dit is geen dilettanten - werkdit is de uiting ja! wèl van een aanvanger (want ik meen, dat de heer Coert nog nooit op een officiêele tentoonstelling inzond), doch van eon beginnend kunstenaar, die toont: goed te zien, fijn te gevoelen. Ook is er gelukkig niet da minste pre tensie in deze doorwerkte teekoning. Eerlijk en oprecht heeft de artist gekeken, en, tel kens weer gekeken, naar „het mooi" van onze intieme Lridsche grachtjes; hij moet daarvoor zóó veel z\jn gaan gevoelen, dat hy ten slotto den drang niet heeft kunnen weer staan ook eens te trachten het stemmings moment terug te geven van zulk een sober grachtje by avond. En by is m. i. zéér gelukkig er in geslaagd, 't Onderwerp is hoogst eenvoudig. Tegen de effen blauwe avondlucht uit, silhouetteert zich een rij van fantastische schoorsteenfiguren. De typige omtrekken er van worden doorkruist met touw- en mast- lynen van een aan den wal liggend schip, dat, als een donkere klomp, één groote mas sieve massa met het water schijnt te vormen. Een lantaarn verspreidt haar goudgeel licht, glimmende sprankols werpend op de masten van 't vaartuig. De getemperde gloed, die uit de herberg door de gordyneü straalt, geeft een flauw afschijnsel op de verlaten straat. Wat my vooral heeft getroffen in dit sober- somber pastel, het is het begrip van de zuivere waarden, die de schaduwen en lichten onderling dienen te bezitten, nootiig voor 't bereiken van zulk een effect. Dat blauw van die lucht en dat oranje-geel van die lantaarn, ze zyn met tegen elkaar gezet öm 't „complementaire" van blauw en geel; maar de artist heeft ra wel degelijk gevoeld, dat 't blauw van 't fir- mament, evenals'dat licht uit de straatlantaarn (twistend om voorrang) ieder een eigen „waarde" bezitten in do „taal der tonen". En, Dög iets is mij opgevalleD in dit werk, dat van oorspronkelijk gevoelen zoozeer ge tuigt: de kleur en de teekening van de vor vallen raamkozijnen. Want het wil my toeschynen, dat de heer Coert het geheimzinnige van zoo'n schemering al heel precies heeft begrepen en weten weer te geven, o a. juist in het vergrauwende okergeel van die vensteromlystingen. Dezo teekening van den heer C. heeft my zeer verheugd, en, by 't ernstig beturen er van, heb ik waarlyk moeten terugdenken aan het genot, dat my dikwijls een Karsen, een Yan der Valk, een Willem Witsen of een Van 't Hooft heeft gegeven. Hiermede wil ik niet gezegd hebben, dat de heer Coert daarom navolger van deze artisten is, of reeds nu met dezen kaD wor den gelijk gesteld, stellig niet; maar alleen wensch ik hierdoor te doen uitkomen, dat zyn werk my heeft geëmotionneerd. Eene verzuchting zou ik ton slotte nog kunnen slaken; Leiden wordt zoo „mooi" gevonden, óók door artisten van buitenaf, en bet schilderachtige van de Sleutelstad gaat helaas zoo hard achteruit. Overal verryzen die leeiyke huizen. Gelukkig, dat er nog poëtische naturen ge vonden worden, die 't mooi van onze veste gevoelen en terug weten te geven, al |zal het indrukwekkende van oude vervallen huisjes door prozaïsten niet spoedig worden gevat. Dat de heer Coert op den goeden weg is, daarvoor moge hem de waardeerende getui genis van een ander artist, die zich waarlyk zeer gunstig over deze pastelteekening heeft uitgelaten, voldoende borg biyven. In een aan my gericht schryven zegt Jan Toorop het te betreuren, dat de Groningscbe correspondent van de „N. R. Crt." geen résumé van zyne lezing heeft gegeven, en in plaats daarvan slechts enkele losse zinnen heeft overgenomen. Toorop heeft dan gezegd: „Zoo zuiver de kunst van Giotto en de Italiaansche Primi tieven was, zoo onzuiver was ook de kunst van Rembrandt." Toorop bedoelt hier „hoofd zakelijk de mystieke expressie in die twee verschillende kunstuitiogen," en vervolgt dan „Want als ik Giotto, Fra Angelico, Fillippo Lippi, Pietro Delia Francisca en andere Itali aansche Primitieven en enkele Vlaamsche Gotbieken in mijne lezing heb genoemd naast Rembrandt, dan is dit alleen met de bedoeling geweest, om de mystieke expressie van de Christeiyke kunst (Giotto, enz.) der Primitieve Italianen zuiver te noemen, tegenover de i onzuivere mystieke expressie in Rembrandt's voorstellingen, uit den Bybel en de Lijdens geschiedenis van den Christus, en 't heoft niets te maken met de groote, enorme kracht en den rykdom, die zit in Rembrandt's portretten of andere phantastische werken. Deze Primitieve Italiaansche schilders (mystieken) waren geloovige kinderen van het zuiver primitief-Christendom. Hunne werken waren dus niet alleen zuiver als mystieke expressie, maar cok veelal zuiver van behan deling en streng opgevat, en meestal als versiering in verband met de kapellen, kerken en kathedralen uit die tyden, dus ook zuiver als gemeenschapsarbeid; terwyl Rembrandt's mystieke expressie in de composition uit den Bfibel gekomen na do Reformatie (het Protes tantisme) meer individueel en vry was, zoo ook in de behandeling zijner onderwerpen, en zeer vaak daarin zyn zeer gepassionneerde natuur en liefde voor zfin realisme en visio nair licht liet voelen, dus, onzuiver stond zyne mystieke expressie tegenover de zuivere pri mitief Chrisieiyke kunstenaars." Met deze denkbeelden van Toorop zullen zeker velen mede kunnen gaan. Van de firma Blankenterg en Co. ontving ik ter bezichtiging een drietal verschillende nieuwe portretten van onze jeugdige, aan vallige Vorstin, Deze lichtdrukken van den photograaf Kameke zyn ditmaal al bijzonder gelukkig geslaagd. Waarlyk, in den laatsten tyd waren wy niet verwend met goed uitgevoerde beeltenissen van onze Koninginnendaarom past ons nu een woord van blydschap. Het in den handel brengen van een reproductie, tegen een zeer geringen pr(js, waardoor velen in den lande zich een portret zullen kunnen aanschaffen, zal stellig met groote inge nomenheid zyn begroet. Mocht er nu, voor te houden feeste^kheden, nog eens een bekwaam beeldhouwer de opdracht erlangen voor het vervaardigen van een goedgeiykende bustel Het mag zeker een verblydend teeken worden genoemd, dat ook aan de uitdossing van proefschriften meer en meer, uit een oogpunt van kunst, de aandacht wordt ge schonken. Als zoodanig is do dissertatie van den heer G. C. Van der Hoeven te begroeten. Een fraai, eenvoudig, toepasselijk titelvignet (gekruiste zwaarden en weegschaal) van Roland Holst versiert bet blauw-gryze kaft, terwyl de letterverdeeJing byster aangenaam aandoet. De wel wat al te zware rouwrandjes, om de stellingen getrokken, had ik echter liever weggelaten gezien. C. Verster. Gemengd Nieuws. Voor de Haagscbe rechtbank stond [gisteren torecht een fabrikant uit Leiden, die 6öd kassier alhier voor ƒ2000 had opge licht door hem diets te maken, dat hij een goede eigen zaak was begonnen, en van ver schillende goede klanten geld had te vorderen, waarvoor hy den kassier gefingeerde wissels afgaf. Meenende met een solied man te doen te hebben, had de kassier geen bezwaar ge maakt voorschotten te geven, te minder omdat enkele wissels, voor kloine bedragen, zonder bezwaar waren gehonoreerd. Toen men even wel om de grootere bedragen kwam, liep het mis en volgde protest van de menschen, die niets aar. den fabrikant verschuldigd waren en met wissels werden lastig gevallen. Behalve de kassier scheen ook nog een studc-nt er in geloopen te zjjn, die thans even wel, volgens beklaagde, reeds schadeloos is gesteld. Het O. M. vorderde voor dezen wisselruiter 9 maanden. Mr. De Vries wees er op dat het geen ge bruik is ora voorschotten te geven op niet- geaccepteerde wissels; betwistte dat bier het samenweefsel van verdichtsels aanwezig is, dat de wet voor oplichting vordert en deed uitkomen dat de kassier minstens genomen zeer lichtgeloovig was geweest en daarvoor een gevoelige straf had ontvangen, welke hy zich had kunnen besparen door eenvoudig een briefje te schrijven aan de door beklaagde opgegeven klanten. Door 5 centen te sparen is bfi er in geloopen voor f 2000. Pleiter con cludeerde tot ontslag van rechtsvervolging, subsidair tot het opleggen van een lichtere straf. De uitspraak zal over 8 dagen plaats hebben. Gedurende deze week werden op „Rhynzigt" genomen 687 zwembaden door heeren en 142 door dames. Temperatuur van het water 20° Celsius, Morgen heeft te Heemstede de laatste competitiematch van „Ajax I" plaats. Gisteren is te 's-Gravenhage geopend de eerste internationale postzegel tentoonstelling in de residentie, uitgaande van de Haagsche afdeeling der Nederlandsche Vereeniging van Postzegelverzamelaars. De voorzitter, de heer J. B. Robert, sprak de inzenders toe, waaronder velen uit het buiten land, o. a. de heeren Petritz, directeur van het Koninkiyk Saksisch Postzegelmuseum, Th. Buhl uit Londen, Lemaire uit Parys, Lossau en Reddig uit Hamburg. In 't geheel zyn er 35 inzendingen. Onder de Nederlandsche munten uit die van G. F. Leliman, uit Heerde, en De Jongh, uit 's-Hertogenbosch. De waarde der inzendingen is £?er groot, terwyl afzonderlyk zyn geëxposeerd alböQlS, voorwerpen van postzegels vervaardigd, werken OYer zegelkunde, enz. De jury bestaat uit de heeren J. B. Robert (Den Haag), Th. Buhl (Londen), Petritz (Dresden), A. C. W. Roodenburg en D. E. Schreuders (Den Haag). De onlangs opgerichte 's-Gra- venhaagsche stoombootdienst tot vervoer van passagiers en gojderen zal ter gelegenheid van de opening van haren dienst met een der door haar in de vaart te brengen salon bootjes op Woensdag 22 Juli a. s. een vaar tocht doen. De plaats van afvaart is aan het Ryswyksche plein. Gisteren is naar het huis van bewaring in Den Haag overgebracht de boek houder van een expediteur .aldaar, te Am sterdam gearresteerd, die ten nadeele van zyn patroon quitanties had geïnd zonder de. ontvangen gelden af te dragen, en bovendien, gelden had weten machtig te worden van personen, die met zyn patroon in handels betrekking stonden, on ook op diens naam geld had geleend. Hy werd aangehouden, terwyl hy 't geld verteerde. Door de justitie te 's-Graven- hage is gistermiddag het lyk van een jong kind ter schouwing naar het academisch ziekenhuis te Leiden opgezonden. Het kindje zou volgens de moedor een natuurlyken dood gestorven zyn, waaromtrent echter twyfel is gerezen. Een kleedermaker in een maga zijn van gemaakte kleêren te 's-Gravenhage kreeg gisteravond twist met den coupeur. Toen eerstgenoemde hedenochtend in beschon ken toestand op de snyderskamer -kwam, wilde hy den coupeur met een mes te lyf, doch stak zichzelven in de hand, waardoor een hevig bloedende wond veroorzaakt werd. Te Bodegraven had gisteravond het 7-jarig zoontje van den kaashandelaar v. d. K. de onvoorzichtigheid by het neerlaten van de valbrug over den Ryn voorover te gaan liggen met 't hoofd boven 't water, met het gevolg, dat de zware brug met het volle gewicht op het hoofd neerkwam en dit nage noeg verpletterd werd. By den geneesheer dr De Niet ingedragen, gaf het jongetje kort daarop den geest. De brugwachter had aan dit ongeval totaal geen schuil; de jongen was onder de afsluiting doorgekropen en de brugwachter bevond zich natuurlyk aan den anderen kant van de val. De Hooge Raad verwierp giste ren o. a. het cassatie-beroep van den stof feerder te Rotterdam tegen zyne veroordeeling tot 3 jaar wegens opzettelyke brandstichting. Voor de arr. rechtbank te Tiel stond terecht A. v. G., huisvrouw van V. v. O., te Vianen, beklaagd van brandstichting De officier van justitie eischte 5 j.iren gevange nisstraf. Aan het verzoek van den verdediger, mr. J. G. Pynacker Hordyk, om onmidüellyko invryheidstelling, gaf de rechtbank geen gevolg. Dezer dagen ontving de heer R. Do Wolff, te Weesp, het bericht, dat zyn zoon F. R. De Wolff, vroegor kapper te Rotterdam, door de Fransche regeering begiftigd is met de ridder orde van het Legioen van Eer, wegens het feit, dat hy aldaar met eigen levensgevaar bet leven redde van een van Frankryks eer ste ministers, die zich aldaar incognito bevond. In het Gortelsche bosch, byEpe, vond een jongen een nest adders, terwyl hy bezig was bessen te plukken. Een adder schoot uit en beet hem in den arm. De vader van den jongen had de tegenwoordigheid van geest, om met een touw direct den arm boven den beet styf af t9 binden, waarop geneeskun dige hulp werd ingeroepen. Het lichaamsdeel zwol vervaarlyk op, toch schynt het gelukkig goed al te zullen loopen. De weduwe D., eene alleen wonende vrouw te Sleeuwyk, werd Woensdag avond plotseling door een vlaag van krankzinnigheid overvallen en wel in zóo hevige mate, dat zy in een oogenblik alles in hare woning kort en klein sloeg, geen ruit in het geheel© huis liet overblyven en de gordynen voor de ramen aan flarden scheurde. Geen der buren durfde zich met de vrouw, die de deuren ge sloten had en ieder, die naderde, met een geladen revolver dreigde, zelfs reeds een schot loste, bemoeien. De politie, bygestaan dotfr C. S., iemand, dia voor geen klein geruchtje vervaard is, waagde het de deur op9n te loopen. Alsnu werd de vrouw, onder luid gegil en geschreeuw, door beide mannen gegrepen en aan haar verniel zucht paal en perk gesteld. Het geheele huis vertoonde een chaos: niots was op de plaats gebleveD, ailes lag vernield of verbryzeld over den vloer, terwyl het ongelukkig schepsel zelf by de ruïnatie verscheidene wonden had bekomen. Het anders zoo stille Sleeuwyk was door het tumult den ganschen avond in opschudding. Gistermiddag is uit de Maas naby de Parkkade te Rotterdam opgehaald het lyk van den negontienjarigen Noorschen matroos T., die den 15den dezer van het stoomschip „Segyn" te water was gevallen en verdronken. Zyn lyk is naar de loods voor drenkelingen in Crooswyk gebracht Te Spyk, gem. Herwen en Aerdt, is eene koe van den arbeider Van Galen wegens mond* en klauwzeer onteigend en afgemaakt. Een kind van v. G., dat melk dier koe heeft gebruikt, ligt dientengevolge thans ernstig ziek. De stoomboot „De Gruyter" heeft in den nacht van Donderdag op Vrydag in de nabijheid van Zutfen een met yzererts geladen vaartuig in den grond gevaren. De opva renden werden met moeite gered en in de politiewacht te Zutfen opgenomen.' Gistermorgen moest by aan-; komst to Bokstel uit den mailtrein van Vlis- singen naar Oberhausen een 1ste en 2de klasse rytuig uit dien trein verwyderd worden wegens het warm loopen der assen, en aangezien er nogal veel reizigers waren, moest een ander rytuig in den trein gebracht worden. Dooreen en ander ontstond tien minuten oponthoud. Terwyl de zoon van den land bouwer Dykema te Nieuw-Beerta met een voer gerst naar huis reed, schrikten de paar den door een plotseling opgekomen windvlaag, gepaard met een daardoor opgejaagde stof wolk, met het gevolg, dat D. bekneld raakte tusschen den wagen en een langs don weg staanden boom. Reeds eenige njen daarna overleed de ongelukkige ten gevolge van zware inwendige kneuzingen. Aan het station te Geldermalsen is gisteravond het 10-jarig dochtertje van den wisselwachter V. door een locomotief overre den. Het kind werd deeriyk verminkt en is kort daarna aan de gevolgen overleden. Naar aanleiding van de in o in loop gebrachte overdreven berichten aangaande een onbekend persoon, die Zondag ochtend te Hendrik-Ido-Ambacht ia aangetroffen en wellicht van Alblasserdam de Noord zou zyn overgezwommen, zoodat hy mogeiyk in be trekking zou staan tot den daar Zaterdag gepleegden moord, kunnen wy verzekeren, zegt de „Dord. Crt." dat dit geval van zoo weinig beteekenia is, dat wy het niet eens de moeite waard achten er melding van te maken. De zaak is deze: Zondag-ochtend vond een uitdrager te Henoik-Ido-Ambacht op zyn erf een onbekend persoon op een stoel zitten. Op zyne vraag wat hy verlangde gaf de man een antwoord, dat door niemand kon worden ver staan. Men liet hem daarom rustig zittc-n en gal hem eenig voedsel, in de verwachting, dat by wel zou vertrekken. Toen hy echter den gohoelen dag in de buurt bleef, begon men zich ongerust te maken en eenige mannen wisten hem toen te beduiden, dat hy moest vertrekken. Men bracht hem naar Zwyndrecht, waar de politie echter evenmin wist wat met hem uit te richten, om welke reden hy naar Dordrecht werd geleid. Daar kwam de man, een Deensch matroos, die allerlei onzin uit kraamde, in handen van de politie, die hem nachtvirbiyf verschafte en hem Maandag als vreemdeling zonder middelen van bestaan over de grenzen heeft doen zetten. Met heb Al'olasserdamsche drama heeft de man niets uitstaande gehad. Het onweder van Donderdag heeft ook in Friesland zyn sporen achterge laten. Te Workum werd eene boerenwoning ge troffen; de schoorsteen werd versplinterd. Gelukkig kreeg niemand der bewoners eenig letsel. Te Oldeboorn sloeg de bliksem in den wa termolen van den veehouder J. Bottema, ver- bryzelde een der wieken en de as en ver splinterde een balk in den molen. Brand werd niet veroorzaakt. Onder Steen wijkerwold sloeg de bliksem in de woning van den vryboer J. Van der Laan te Willemsoord. De vrouw, die het jongste kind op haar schoot had, werd met den stoel, waarop zy zat, een eind verplaatst, en kreeg hevige brandwonden aan beide beenen, terwyl nog twee kinderen aan nek en rug belangryk letsel bekwameneen derde kind werd eenige meters weggeslingerd en geraakte geheel bewusteloos. Van der Laan en het jongste kind bleven ongedeerd. Het! huis brandde tot den grond toe af, terwyl van den inboedel - waarvan niets verzekerd was zeer weinig kon gered worden. Een kalf werd mede een prooi der vlammen. Van der Laan is door dit ongeluk totaal arm gewordeu. Te Holten sloeg de bliksem in de landbou werswoning van en bewoond door B. Ven- neman. Huis en inboedel brandden tot den grond toe af. Mede kwamen 3 melkkoeien, 1 paard, 1 kalf en 22 varkens in de vlam-* men om. Alleen was het huis slechts verze kerd voor f 900. Vennemao, alsmede eenige personen die om den regen aldaar waren komen schuilen, bekwamen by de pogingen tot redding nogal brandwonden. Hoewel het onweder boven Bathmen niet zwaar was, sloeg toch de bliksem in den schoorsteen van de boerenbehuizinge van H. Littink op Noteboom, onmiddellyk by het dorp. Gelukkig veroorzaakte de vonk geen brand; op dat oogenblik toch waren by L. ongeveer een 20 schoolkinderen in de keuken, die aldaar voor de bui een schuilplaats hadden gezocht. De borden werden voor den schoorsteen en de spiegel van den wand weggeslagen, doch. de kleinen kwamen, evenals de bewoners, met den schrik vrfi. Tydens het onweder in de nabuurschap, ontstond naby Rysen een windhoos. Haar weg kiezend vrijwel van het Oosten naar het Westen, richtte zy op bouwland en akkers weinig of geen schade aan. Toen evenwel eenige woningen door haar werden getroffen, toonde ze, hoe ontzettende ktacht zy kon doen gelden. Van een dor huizon werd letterlijk hot geheele dak afgerukt en de zolder ten deele gebroken. Van de naburige huizen werden een groot aantal pannen als 't ware afgezogen. Een man met paard od wagen, met plaggen bt laden, werd ter zyde geslingerd. E n matig dikke kastanjeboom weru letterlyk afgedraaid. Hooi schelven werden opgenomen, enz. Te Pcjrrega is een man door den bliksem gedood. Een keet,--bewoond door den arbeider Rona op het Peizerveen, brandde, door den bliksem getroffen, in een oogwenk tot den grond

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 2