A0.1396 (§eze jouraat wordt dagelijks, met uitsondering van (Eon- en feestdagen, uitgegeven F9 euilleton. BRANT ADAMS, de Keizer der Detectives. IP. mes IVtaaiiclag GO Juli. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER C0UHA2TT: Voor Leiden per 3 maanden. f 1.10. Franco per posti". 1.40. Afzonderlijke Kommors0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17£. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor liet incasseeren bulten de stad wordt f 0.05 berekend. Dit noiumer bestaat uit DRIE Bladen. Eerste Blad. Officieel© KennisgevingeiL JACUT. De Oommieearie der Koningin in de provincie Zuid Holland, Gezien het beeluit van do Gedeputeerde Staten van deu 23aten Juni 1896, No. CO; Gelet op art. 11 der wet van den 13den Juni 1857 (Sta&tebUd No. 87); Brengt ter kennie van belanghebbe' den, dat bij voornoemd beeluit door de Gedeputeerde Staten is bepaald, dat de afzonderlijke jachten op waterwild voor dit jaar zullen worden geopend op Zaterdag den leton Augustus aaDetaande, en dat mitsdien van dat tijdstip af de uitoefoniDg der jachtbedrijven, vermeld jn art. 15, litt. d, f en h, der wet op de jacht en visscherij, geoorloofdwordende tevens herinnerd aan de bepaling van art. 1 van het Reglement op de uitoefening der jacht en viascherij in deze provincie, kraohtons welke die jachtoD niet anders mogen jilaats hebben dan op het water, langs do stranden, oevers van meren, plassen, rivieren en op moerassige landen. En zal deze kennisgeving, in plano gedrukt, worden afgekondigd en aangeplakt, waar zulks te doen gebruikelijk is, alsmede in het Provinciaal blad en in de Nederlandsoho Staatscourant worden geplaatst. 'a-Gravcohage, den 27sten JuDi 1896. De Commissaris der Koningin voornoemd, FOCK. Leiden, 18 Juli. Op verzoek van oen der betrokken kerk besturen, heeft de minister van oorlog be paald, dat aan de Israelietische militairen der landmacht, die niet aan de strenge tucht by het Algemeen Depot van Discipline onder worpen zijn en die hun eerlang invallende godsdienstige feesten ten hunnent wenschen te vieren, daartoe de gelegenheid zal worden gegeven door: lo. aan ben, wier ouders of betrekingen in hunne garnizoensplaats wonen vrijstelling van den dienst te verleenenvoor het Nieuw jaarsfeest, van en met 7 tot en met 9 Sep tember a. 8.; voorden Grooten Verzoendag, van en met 16- tot en met 17 September a. 8.; voor het Loofhuttenfeest, van en met 21- tot on met 30 September a. s.; 2o. Aan de overige militairen een verlof te verleenen van en met Maandag 7 September a. 8. tot en mtt Donderdag 1 October d. a. v. 3o. Aan hon, die onder de wapenen moeten komen, by het regiment grenadiers en jagers en bij het 4de regiment infanterie op 4 Sep tember, by het 1ste regiment vesting-artillerie op 15 September; en by het 2de reg. vesting artillerie op 29 September a. s., uitstsl van die opkomst to verleenen tot 1 October a. s. 4o. Aan de overige Israelietische miliciens, die zich 7 September a. s. onder de wapenen zullen bevinden, op dien datum groot-verlof te verleenen, voor zooveel zy op den by meer- bedoelde beschikking bepaalden tyd in werke- lüken dienst zijn opgekomen. De „H. Ct." geeft een beschryving van een aardig huldeblyk uit Wassenaar aan de prinses Von Wied, namoiyk een buitenge woon fraaie bloemenmand, met bloemen van de heeren Tubergen to Haarlem. Deze mand zoo meldt de „H. Ct." moest in meer dan één zin een symbolisch geschenk zyn. In de eerste plaats wilde men, dat de daarvoor gebruikte bloemen alle, zonder een enkele uitzondering, afkomstig zouden zün van bol- en knolgewassen als een zinnebeeld van Holland's bloementeelt in de streek tus- schen Leiden en Haarlem. Edoch, men weet dat deze soorten in dit jaargety voor verre weg het grootste gedeelte reeds uit hebben, en dat, wat in andere jaren nog te velde zou kunnen staan, door de droogte ontydig uit gebloeid, verslenst of verschrompeld is. Het was daarom een gehec-le „toer" om een voldoend aantal bol- en knolbloemen saam te lezenen het strekt aan de kweekery der heeren Yan Tubergen tot eer, dat zy trots alles zulk eene fraaie collectie heeft verstrekt. In de tweede plaats moesten de kleuren der Nederlandsche Prinses, waarmede de Prins gehuwd is, in bet bloemstuk voorkomen, zoo dat dan ook Nassau blauw, Oranje en de aan deze kleuren verwante schakeeringen in de bloemschikking het meest uitkomen. De mand, die 1.60 M. lang, 0.75 M. breed en 1.75 M. hoog is, maakt een smaakvol effect. De hoofdgroep wordt gevormd door de teer witte, breede kronen der Hymenocallis macrostephana (gelyk de naam aanduidt een bruidsbloem by uitnemendheid), de wynroode leliekelken van Crinum Powelli, een zacht nangkinkleurige baan van de Isabella-lelie (Lilium isabellinura) en verrukkelyke schitte rend witte Japansche lelién (Lilium Takesima). Daartegen steken af de diep Nassau blauwe kelken van Platycodon Mariesi; op zy de hangt een overvloed van zachtgele, kleine Arons kelken uit. Zeer gedistingeerd, te midden barer grootere zusters, komen hier en daar de be vallige, zacht ki.ikkende roode trosjes der Bessera elegan-s te voorschyn of een bloedrood© Anomatheca cruenta. Meer verscholen tus- scht-n de magnifieke palm- en varenbladeren, die den grondtoon vormen, liggen gele en rose Calochortussoorten, zoogenaamde Californische tulpen, welke laatste bloemen zy echter in schoonen vorm en kleur overtreffen; hier en daar gaan ook nog fijnkleurige zwaardleliön (gladioli) schuil achter fraaie, dubbele irissen en donkerrood© Dalmatische lelién. Langs het hengsel klimt wederom een be vallige sliert der bovengenoemde witte Hyme nocallis, macrostephana op tusschen veer achtig aspergegroen en groene palmbladen met smalle, spitse bladeren. Iets lager prykt aan den eenen kant van het hengsel een reus achtige, op losse wyze gelegde rose zyden strik. Daaronder verheffen zich diep-oranje trossen der Lachenalia, die wellicht van alle hei bloemen de kleur van ons Vorstenhuis het zuiverst weergeeft. De mand staat op een voetstuk in den vorm van een tabouret, ook weer versierd met witte lelién, roode kelken van Canna, Montbretia en palmtakken. Hedenavond viert de Typografen-Yer- eeniging „Adelphismus", te Schiedam, in het gebouw der Officieren-Vereeniging, haar 25- jarig bestaan, met medewerking van de Ver- eeniging „Het Tooneel", onderafdeeling van „Adelphismus", en de letterlievende vereeni- ging „Gezelligheid", onderafdeeling van de Typ.-Vereeniging „Hoe schoon is het Broeders vereenigd t9 zien", van Rotterdam. Ter gelegenheid van dit 25 jarig jubileum zyn verschillende besturen van aangesloten vereenigingen uitgenoodigd. Leiden is o. a. vertegenwoordigd door den voorzitter der typo- graphische vereeniging „L. J. C." Het feest wordt geopend door den voor zitter van „Adelpbismus" met een welkom aan genoodigden; daarna heeft de uitreiking plaats der eere-insignes. Opgevoerd zal worden het kluchtspel: „Parade op de Groote Markt te Schiedam", „Artisten-Revue", klucht grand spectacle, opnieuw gemonteerd en in scène gezet door P. v. Ben „De gewaande doode", eveneens een kluchtspel. Na de opvoering van het eerste stukje zal door den heer W. Schellevis gezongen worden het „Zonnelied"; daarna een Yaandelmarsch en défilé voor den beschermheer en de ge noodigden. Een en ander zal nog worden afgewisseld door komische duetten. Dat dit zilveren feest met een balbeeloten zal worden, zal wel niet behoeven te worden vermeld. Het orkest staat onder leiding van den heer L. Jacobs. Het programma belooft een recht gezellig avondje I Naar wy vernemen, zal de minister van buitenlandsche zaken. jhr. Roéll, met iegang van 24 dezer, eenigen tyd met verlof buiten slands doorbrengen. De vorst en vorstin Ernst zu Loewen- stein hebben heden hua verblyf gevestigd in het Oranjehotel te Scheveningen. Dezer dagen is te 's-Gravenhage het examen aangevangen voor surnumerair van de belastingen. Er hebben zich 65 candidaten voor dit examen aangemeld. De gepensionneerde majoor der infante rie, Th. J. Koentz, te 's-Gravenhage, is dezer dagen benoemd tot ridder 3 ie klasse der orde van bet Borstbeeld van den Bevryder van Yenezuela. Gisteren is te 's-Gravenhage uit St.-Peters- burg aangekomen jhr. mr. Wttewaal van Stoetwegen, H. M. buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister by den keizer van Rusland. Het „N. v. d. D." ontving heden uit Batavia het telegraphisch bericht, datmaioor Okhuyzen op reis van Atjeh naar Batavia is overleden. De minister van waterstaat, handel en nyverheid begaf zich heden naar 's-Hertogen- bosch tot het by wonen van het in-gebruik- stellen van het nieuwe staatsspoorstation aldaar. Tot hetzelfde doel vertrokken de heeren Simon en Kits Yan Heyningen, leden, en mr. Vissering, secretaris van den raad van toezicht op de spoorwegdiensten, in commissie, derwaaats. Behalve by de Ned.-Herv. gein. te Gouda, is dr. F. J. Los, predikant te Bruchom, ook beroepen by die gemeente te Kampen. Ds. M. Bucbli Fest, predikant der Ned. Herv. gem. te Engelen, vroeger te Hillegom, heeft, na ruim veertigjarige evangeliebediening, eervol ontslag uit de bediening aangevraagd. In de gisteren te Arnhem gehouden ver gadering der „Vereeniging van Nederlandsche Steen fabrikanten" werden door het bestuur de uitkomsten medegedeeld van het onder zoek naar den yoorraad gefabriceerde Waal- steenen en bet aantal verkochte steenen op 10 Juli jl. Uit doze modedeelingen is gebleken, dat het aantal steenen, dat tot dusverre is vervaardigd, weinig verschilt van het gefa briceerde getal in 1895 op dienzelfden datum, terwyi do hoeveelheid vorkochte Waalsteenen aanzienlyk grooter is. De verwachting is derhalve volkomen gewettigd, dat de pryzen niet zullen dalen. Op 14 Augustus zal wederom eene ver gadering worden belegd, wasrin, zoo noodig, een besluit zal worden genomen omtrent den datum van het eindigen der campagne. Ten gevolge der benoeming van den heer Bengesco, gezant van Rumeniö te Brussel, tot gezant van dat ryk te Athene, treedt hy ook af als diplomatiek vertegen woordiger by het Nederlandsche hof, alwaar de heer BeDgesco gelyktydig geaccrediteerd was. De onderstaatssecretaris der Zuid-Afri- kaansche republiek, de heer Van Bosschoten, is, naar de „Yoss. Ztg." verzekert, Donderdag avond uit Berlyn vertrokken naar Arnhem. Tot adjunct-directrice in het Wilhelmina- Gasthuis te Amsterdam is benoemd mejuffr. L. Kruysse, vroeger wyk-verpleegster te Zwolle, thans te Rotterdam. Door curatoren Yan het gymnasium te Zwolle zyn ter benoeming tot heraar in de oude talen aan die inrichting aanbevolen de heeren dr. B. Ter Haar, leeraar aan het gym nasium te Sneek, en dr. J. Mehler, laatsteiyk tydtlijk leeraar aan het gymnasium aldaar. Dezer dagen bestond er aanleiding om een gegradueerde by het eindigen van zyn dienstverband, wegens gedragingen buiten dienst, niet tot een reöngagement in zynen graad by het corps toe te laten, hoewel het gedrag van dien gegradueerde in den dienst niet van dien aard was geweest, om hem by zyne pasporteering het getuigschrift van good gedrag te onthouden. De minister van oorlog is van meening en heeft, ten einde reéngagement te voorkomen, de noodige voorschriften aan de autoriteiten der landmacht gegeven, dat van een gegra dueerde, die op vermelde wyze den dienst verlaat, terugkeer in de gelederen in den laatstelyk door hem bekleeden graad by een ander corps of dienstvak dan dat, waarby hy werd gepasperteerd, evenzeer ongewenscht moet worden geacht. Naar men verneemt, is de heer Westen berg, Hr. Ms. gezant by het Italiaansche Hof, tot commandeur in de orde van den Neder- landschen Leeuw bevorderd, ter erkenning van zyne bemoeiingen en diensten, gepaard met veelvuldige onderhandelingen by de Italiaansche Regeering, inzake de opgraving en de overbrenging van het stoffelyk over schot van pri-s Frederik van Oranje-Nassar. By koninklyk besluit is tot gedelege°rio der Nederlandscho Regeering by bet in 1896 te Parys te houden scheikundig congres, bui ten bezwaar van 's Ryks schatkist, benoemd dr. H. Wefera Bsttiük, hoogleeraar te Utrecht. Yeeartsen, die verlangen benoemd te worden tot assistent aan 's Ryks Veeartseny school te Utrecht voor het tydvak van 1 October 1896 tot en met 30 September 1897, op een bezoldiging van 1000 'sjaars, gelie ven vóór 1 September a. smet opgaaf van leeftyl en overlegging van hun diploma van veearts, schriftelyk daarvan te doen blyken in een aan den minister van binnenlandscue zaken gericht en aan den directeur van voor melde inrichting in te zenden verzoekschiift. Ter gelegenheid van het zilveren echt- feest van prins en prinses Yon Wied va? beden van verschillende departementsgebou wen te 's Gravenhage en andere lokalen voor den openbaren dienst de vlag uitgestoken. In het byzonder waren de straten der ge meente Wassenaar in feestdos. Blykens een heden uit Neuwied ontvangen telegram heerschte er groote vreugde aan ha Hof en in do stad Neuwied. De prins Von Wied is begiftigd met de hooge orde van den Zwarten Adelaar en zyn zoon, de erfprins, is benoemd tot ridder 3de klasse met de kroon der orde van den Rooden Adelaar van Pruisen. Onlangs werd medegedeeld cat ue mi nister van waterstaat aan een aantal ambto- naren der rijkstelegrapbie bad doen wetenr dat zy in den loop van dit jaar hun ontslag met pensioen zouden verkrygen, ten einde promotie in dezen tak van dienst te bevor deren. Thans weet men mede te deelen, dat velen, met dezen maatregel niet ingenomen zynde, daartegen schriftelyk bezwaren by den minister hebben ingebracht. Enkelen hebben zelfs hun belangen mondeling ter audiëntie by den minister voorgedragen, waarop zy de toezeg ging ontvingen, dat de grieven onderzocht zouden worden. Dat do protesteerende ambtenaren tot heden niets naders vernamen, most hieruit verklaard worden, dat de hoer Havelaar, directeur- generaal der posteryen en telegraphie, reeds geruimen tyd op bet internationaal congres voor telegraaf- en postwezen te Buda-Pesth Nederland vertegenwoordigt. Overigens zal de pensionneering van een 60-tal ambtenaren, met den titel van onder directeur, indion zy plaats heeft, byna uit sluitend ten goede komen aan de commiezen eerste klasse, wier getal overcompleet is, zoodat een promotie in de lagere rangen niet zou worden bereikt. Het stoomschip „Soenda" van Amiterdam naar Batavia, arriveerde 17 Juli te Padang. De gewone audiëntie van den minister van justitie zal op Dinsdag 21 Juli a. s. niet plaats hebben. By koninklyk besluit 1? ontheven de generaal-majoor F. C. C. Bloem, op grond van ongesteldheid, tydelyk, dat is tot nader order, van het bevel over de 2de divisie infanterie, 13) Hy wilde den schurken het vuur nog nader aan de schenen leggen en hen voor een nog grooter en geheimzinniger raadsel stellen dan zooeven. Hy nam zyn lantaarntje en trad het kamertje binnen; met het omdraaien van den sleutel had by volstrekt geen moeite. De slaper lag met het gelaat naar omhoog gekeerdhet lange, donkere haar lag viel zware krullen op het kussen. „Goede Hemel, wat is dit nu weer voor een nieuw mysteiiel" dacht de detective. Op zyn teenen sloop hy naar het bed; eensklaps opende de slaper zyn oogen. „Komt gy om my te dooden?" was zyn eerste vraag. „Neen, ik kom om u te redden." „Wie zyt gy dan?" „Dat doet er niet toe, maar zeg my eens, zyt gy Clarence Osborne?" „Die ben ik." „Zyt gy sterk genoeg om te wandelen?" „Ja, en om te vluchteD," en de knaap sloeg het dek van zich af en sprong uit het bed. „Kleed u spoedig aan, dan zullen we vluchten." „Wie heeft u gezegd, dat ik hier was?" „Maak maar gauw, dat ge klaar komt." „Hebt ge moed?" „Dat zou ik denken." „Weet ge, dat Twyford en Griggs van plan zyn u te vermoorden?" „Ja, dat weet ik." „Ik wilde dien berden dit gaarne voor het gerecht kunnen bewyzenik ben een detective." „Wat wilt go, dat ik doen zal?" „Weer in bed springen en doen alsof ge slaapt." „Waarom?" „Er zal u geen kwaad gebeuren; ik wil alleen zien wat die fielten in hun schild voeren." „Ik begryp ui" En fluks kroop de knaap weer onder de dekens. Een oogenblik later trad Griggs binnen, met een brandende kaars in de hand. Adams bad het slot weder omgedraaid en was zelf in een kast gekropen. Griggs zette den kandelaar op tafel en haalde denzelfden roodzyden zakdoek uit, die hy voor de oude vrouw had willen gebruiken. Op hetzelfde oogenblik, dat hy den knaap wilde aangrypen, werd het licht uitgedoofd en ontving hij een slag, die hem duizelend deed neerstorten. De knaap sprong uit 't bed en den detective by de hand grypend, riep by*. „Kom nu mede 1" Door dezelfde deur, waar hy was inge komen, verliet Brant Adams het huis. Hy leidde den knaap naar het tuinhuisje, waar Caroline Bowers de oude vrouw had opgewacht. „Biyf hier tot ik terugkom," zeide hy haastig; „ga in geen geval weg." „Waar gaat gy heen?" „Weer naar binnen, om te zien of ik nog wat kan opsnapDen." XIII. De rechtsgeleerde ging juist de bibliotheek binnen, toen Brant Adams de vestibule weer betrad. Dadelyk begaf hy zich naar de deur en zyn oog voor het sleutelgat plaatsend, keek hy daardoor. Twyford was met een kreet van ontzetting opgerezen, toen hy Griggs geheel bebloed zag binnentreden. „Wat is er gebeurd?" vroeg hy bevend. „Dat ziet gy," antwoordde deze boos. „Gy zyt gewond." „Ja en ik weet ook door wien." Tegelykertyd richtte hij een geladen revolver op zyn bondgenoot. „Zyt gy gek geworden? Wat meent ge met die bedreiging?" „Gy en Caroline Bowers zyn verraders." „Ge zyt krankzinnig l" „Gy zyt my in de kamer gevolgd en hebt my dien slag toegebracht en toen ge dacht, dat ik dood was, zyt ge met den jongen gevlucht." „Griggs, ge zyt buiten uzelvon; ge weet niet wat ge zegt." ffGy hebt my van myn aandeel willen be- roovenl" „En ik weet heel goed, dat ik zonder u de zaak nimmer zou klaarspelen. Kom, man, wees wyzer; er is hier een geheimzinnigheid, die ik niet kan doorgronden; maar geloof niet, dat ik er de hand in heb." De toon van Twyford was te oprecht dan dat Griggs nog laDger had kunnen twyfelen. „Ik ging naar die kamer en vond den jongen in bed; ik wilde hem aanpakken en ontving den slag." „En waar is de knaap nu?" „Weg." „En wie heeft u geslagen?" „Zeker geen zwakke knaap." „Weet gy stellig, dat het een man was?" „Ja." „Dan moet hy hier nog ergens in huis schuilen." „Laten we niet voor de tweede maal ver- geefsche moeite doen." „Wat zullen we dan doen? Als de jongen alles vertelt, zyn we verloren." „Als de werkeiyke Helen Twyfords lippen voor altyd gesloten zyn, kan de jongen ons geen kwaad meer doen." „Laten we naar de kamer van Caroline Bowers gaan," zeide Twyford. In dien tyd was den detective iets zeer onaangenaams overkomen. Terwyi hy door het sleutelgat stond te gluren, hoorde hy plotseling voetstappen achter zich en eer hy zich kon uit de voeten maken, stond hy tegenover Caroline Bowers. Het was een kritiek oogenblik; snel als het licht sprong hy op het meisje af en eer ze had kunnen schreeuwen, had hy haar dit [belet door haar een prop in den mond te stoppen en handboeien aan te doen. Daarna sleepte hy haar in de zygang, begrypende, dat de twee schurken haar daar later wel aouden vinden. Clarence Osborne wachtte hem geduldig in het tuinhuisje; beiden vluchtten nu zoo snel ze konden naar buiten. Griggs en Twyford klopten ondertusschen aan do deur van Caroline en kregen, zooals begrypeiyk is, geen ant woord. Twee, drie maal herbaalden ze hun geklop; toen draaide Twyford de kruk orn. Op tafel stond een licht, doch er waB niemand in de kamer. „Zy is er nietI" riep Twyford. „Zooals ik had verwacht," zeide Griggs; „ze heeft tegen ons party gekozen en een man in huis gelaten. Van het verhaal, dat ze die oude vrouw in de kamer boven heeft opge sloten, geloof ik geen woord." „Als dat alles zoo is, dan zyn we voor de haaien," kreunde Twyford. „Indien de tyding, die ik verwacht, spoedig komt, zal zy spyt hebben als haren op haar hoofd, dat ze ons juist nu verlaten heeft." Zy gingen naar beneden en wilden de bibliotheek binnengaan, toen ze wanhopige, gesmoorde zuchten hoorden. „Wat is dat nu weer?" vroeg Griggs. „Laat ons eens gaan zien," raadde Twyford, en beiden begaven zich nu, op het geluid af, naar de zygang, waar zy Caroline Bowers vonden. Ze deden haar de handboeien af en trokken haar de prop uit den mond, waarna ze haar in de bibliotheek brachten. De onverlaten begrepen uit haar antwoorden en uit hot gebeurde, dat ze haar verkeerd beoordeeld hadden. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 1