N°. 11157. Vrijdag ÏO «Juli. A0.1396 §eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 9 JulL Feuilleton. Een Jachtavontuur. IDSCH PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. 1.10. Franco per post~i i 5 1.40. Afzonderlijke Nommers -• 0.05. PRIJS DER AD VER TENT IËN Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeron buiten de stad wordt f 0.05 berekend. OPRciëele Keunisgeviugen. Burgemeester en Wethouders van Leiden, Gezien het adres van G. VETTEN, wonende te Dordiecht, houdende verzoek om vergunning tot oprichting van eeno bakkerij in hot perceel Aal markt No. 23; Gelet op de artt. 6 en 7 der vrot van 2 Juni 1875 (Staatsblad No. 95); Geven bij deze kennis aan het publiek, dat ge noemd verzoek mot de bijlagen op de Secretarie dezer gemeente ter visie gelegd is; aïemede dat op Woensdag 22 Juli a. s., 's voormiddags te elf uren, op het Baadhnis, gelegenheid zal worden gogevon om bezwaren tegon dat verzoek in te breBgen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 6 Juli 1896. E. KIST, Secrotaris. In de gisteren gehouden vergadering van de Kamer van Koophandel en Fabrieken alhier werd door de heeren W. F. Verhey van Wyk en H. J. Van Nouhugs, in eene vorige ver gadering deswege aangewezen als commissie van praeadvies, verslag uitgebracht omtrent het daartoe in handen der Kamer gesteld voorstel van wet van den Minister van "Water staat, Handel en Nijverheid tot uitvoering van de artt. 6 en 7 der veiligheidswet betreffende de bepalingen omtrent de luchtruimte, de luchtverversching, de verlichting, het voor komen van brand, de reinheid der privaten en in het algemeen de maatregelen tot be vordering van zindelijkheid en gezondheid in fabrieken en verdere werklokalen. Besloten werd genoemde commissie uit te noodigen hare zienswijze nader te formuleeren in eene aan den Minister te richten missive, welke concept missive alsdan in eene volgende, over 14 dagen te houden vergadering in be raadslaging zal worden gebracht. Reeds nu werd geconstateerd, dat het bedoelde voorstel des Ministers bg de vergade ring, welke ditmaal echter zeer onvoltallig was bijeengekomen, geringe Instemming vond. Yerder werd op voorstel van den Voorzitter besloten te trachten alhier te vei krijgen do vestiging van een bureau van inklaring en allendie belang hebben bij de oprichting van zoodanig bureau hier ter stedet dringend uit te noodigen zich zoo spoedig mogelijk ter zake persoonlijk te wenden tot den Voorzitter der Kamerden heer P. L. C. Dricssen. Na afdoening van eenige onderwerpen van huishoudelijken aard werd de vergadering door den Voorzitter gesloten. Aan de Rgkslandfcouwschool te Wage- ningen is de leerling H. W. Tieloman, van Leiden, bevorderd van de H. B.-S. i tot de H. B.-S. n. Door het kerkbestuur van O. L. Vr. Oribevl. Ontv. alhier is de verbouwing en vergrooting der kerk aan de Hartebrug ge gund aan den laagsten inschrijver, den heer H. J. Sloots, voor 52,890. Mot de voorbe reidende werkzaamheden is aangevangen. De „Songo Arabe", uit Mann's 3de Orkestsuite, reeds vroeger door den componist voor piano bewerkt voor „Constantinopel- Scheveningen", is thans afzonderlijk door den hoer Joh. J. Eggers, te Leiden, uitgegeven. Ook ontdaan van de instrument»le bekoring, is het een bevallig en dankbaar stukje, dat stellig in den smaak zal vallen en dat op het laatste „Sempre"-concert alhier werd uit gevoerd. Op het symphonie-concert der volgende week zal de geheele Suite door het Philb. Orke3t te Scheveningen worden gespeeld, terwjjl de heeren Mengelberg, te Amsterdam, en Hutschenruyter, te Utrecht, zich voor het volgend seizoen van het recht van uitvoering hebben verzekerd. Tot onderwijzeres aan de Chr. School te Hendrik-Ido Ambachts is benoemd mej. A. J. Spier, thans in gelijke betrekking te Wou- brugge. Zondag 12 Juli a. s. hoopt da. E. Krop- veld bij de Geref. Kerk van Waddingsveen intrede te doen, na des morgens bevestigd te zijn door ds. J. Breukelaar, van Bodegraven, Ds. A. H. Op 't Holt, t© Noord wijk aan Zee, komt voor op het drietal te Werkendam. Men meldt uit Noordwgk, dd. 8 Juli: Begunstigd door heerlijk, misschien eenigszins te warm zomerweder, had gisteren de eerste processie in dit jaar plaats, naar de reliquieën van St. Jeroen, welke in de Roomsch-Kath. kerk alhier bewaard worden. Voorafgegaan door het fanfare-corps Sint- Jeroen trokken de deelnemers, afkomstig uit K.twgk, Oegstgeest en Leiden, kerkwaarts, begeleid door eerw. heeren geestelijken. Na ©enigen tijd in do kerk vertoefd te hebben, toog men naar het St.-Jeroenspoortje en den tuin van den huize „Calorama", waar de vrome priester door de hand des moorde naars viel. Onder de tonen der muziek Terliet tegen ongeveer acht uren de schare het dorp. Het was voor de eerste maal, dat het Fan fare-corps in het publiek optrad; en het is ons een genoegen het jeugdige corps van harte geluk te mogen wenschen met zijn debuut. (Nw.) Door de afdeelingen van de Eerste Kamer zijn benoemd tot rapportours: lo. de heeren Van Hall, Fokker, Van Heek, Welt on Rengers o. a. over de wetsontwerpen tot vr.rhooging der begrooing van binnenlandsche zaken wegens kosten voor beemotteltjke ziekten; tot afstand van een strook strand aan do gemeente 's-Gravenhage; tot ruiling van grond met die gemeente; en tot verhooging der Indische begrooting voor den spoorweg Batavia—Anjer, enz.; 2o. d© heeren Bergsma, De Jong, Van Alphen, Van Bonoval Faure en Sassen, o. a. over do wetsontwerpen betreffende: aanleg van wegen te Nijmegen; verbetering van de Vecht; wijziging en aanvulling van de Hinder wet; wijziging der Jachtwet; uitbreiding der rechtbankou te Broda en Roermond; en wijziging der wet tot regeling van de mili taire pensioenen bi) de zeemacht. Gistomamiddag bracht H. M. de Koningin- Regentes, vergez ld van freule Van Ittersum, graaf Dumonceau en baron Taets van Ame- rongen, een bezoek aan het Stedelijk Zieken huis te Utrecht. De ingang was mot bloemen en planten versierd. H. M. werd ontvangen door de heeren mr. G. H. Van Bolhuis, voorzitter van Regenten, burgemeester B. Reiger, regent, en dr. C. A. Lamping, geneesheer-directeur. Jongejuffrouw Verschoor bood H. M. een fraaien bouquet aan, waarvoor de hooge be zoekster met een handdruk en een vriendelijk woord dank zeide. Hierop werd een rondgang door de zalen gemaakt, waarbij H. M. den verpleegden sou venirs aanbood en zich op de minzaamste wijze met dezen en gene onderhield. Ook de machinekamer en do tuinen, alsmede een barak, werden bezocht. Te 5 uren nam H. M. afscheid, door de commissie uitgeleid, waarbij de heer Van Bolhuis dank zeido voor het Hooge bezoek. Langs den Catharine-Singel, buiten de Weerd, Weerdsingel en Biltstraat werd de terugtocht ondernomen. Overal werd H. M. hartelijk door de be volking toegejuicht. De benoeming door den gemeenteraad van eeD rector van het gymnasium te Amster dam, ter vervanging van dr. A. H. G. P. Van den Es, eervol ontslagen, heeft gisteren een verrassing opgeleverd. De Raad heeft geen der beide voorgedragen heeren benoemd, maar wèl dr. H. P. Meyer. Aanbevolen waren de heeren dr. J. H. Gunning Wzn., rector te Zwolle; en dr. C. J. Vinkesteyn, rector te Schiedam. De heeren Van Lennep en Van Eghen verzochten aanteekening in de notulen, dat z*y hier niet mede stomden. Uitgebracht wer den 30 stemmen en wel op dr. Gunning 10, op dr. Vinkesteyn 1, op dr. H. P. Meyer, conrector aan het gymnasium te Amsterdam 18 stemmenéón stem blanco. Voordracht van B. en Ws. ten geleide van eene missive van curatoren der Universiteit, ter vervulling der vacature van gewoon hoog- loeraar in de gezondheidsleer en de genees kundige politie, ontstaan, door het eervol ont slag, verleend aan dr. J. Forster. Aanbevolen werden de heeren dr. R. H. Saltet, directeur van den gemeentelijken gezondheids jienst aldaar, en dr. C. Egkman, directeur van het pathologisch laboratorium te Buitenzorg. Benoemd werd dr. R. H. Saltet. De benoemde verkreeg 28 st., dr. Egkman 1 stem. Voordracht van B. en Ws. tot benoeming van een leeraar in de staathuishoudkunde en de statistiek, de staatsinrichting, het boekhouden en het handelsrekenen aan de openbare scholen voor middelbaar onderwijs, in het bijzonder om onderwijs te geven aan de Handelsschool en de daaraan verbonden H. B.-S. met 3j. cursus, aan de H. B.-S. met 5 j. cursus voor jongens en aan de H. B.-S. voor meisjes. Voorgedragen werd de heer D. Stigter, tijdelijk leeraar aan eenige openb. midd. scholen, die ook benoemd werd. - Te Batavia is overleden de heer J. C. De Neve, 1ste luit. der inf. O.-I. leger, adjudant van den Gouverneur-Generaal van Ned.-Indië. Ter benoemiDg tot leeraar in handteekenen en perspectief aan ae H. B.-School met 3j. c. v. j. te Utrecht zijn voorgedragen de heeren J. De Jong Czn., leeraar aan de H. B.-S. te Briello; J. P. D. Lokhof, te Amsterdam, en D. B. A. J. Brugma, te Rotterdam. Alsnog zijn in het hoogste studiejaar der Militaire School te Haarlem overgegaan de cadet J. H. A. P. Von Schmidt auf Altenstad, van de cavalerie hier te lande, de cadet T. Van der Zee, van de infanterie Oost- Indisch leger, en de volontairs G. Terwogt, H. J. A. flagdorn, W. O. Van der Velde, A. A. Hoogerwaard en J. H. Lamour. Aan 's Rijks kleedermagazijn is de levering van diverse goederen aanbesteed, waarvan de uitslag o. a. was als volgt: 80,000 paar sokken, C. Levison Bendien, Almeloo, 1 perc. a 0.47, 1 perc. a 0.49; Loon Bonaien Co., Amsterdam, 2 perc. a ƒ0.545; D. Meiberg Iz., Almeloo, 1 perc. a ƒ0.45, 1 perc. a 0.49; Gebrs. Van Wijk Co., Leiden, 1 perc. a ƒ0.50; D. en J. Van Poot en Co., Leiden, 1 perc. a 0.50. Men verzoekt te melden, dat behalve de reeds vermelde, nog de navolgende onder officieren de functie van drager vervulden bfi de plechtige overbrenging van het stoffelijk overschot van Prins Frederik van Oranje naar den grafkelder te Delft: van het corps pontonniers, de sergeants L. A. H. Leu en A. Frglink; van het 4de regiment infanterie de adjudant- onderofficieren E. De Graaf en H. Hermans. De „Staatscourant" van 9 dezer bevat den tekst der overeenkomst, op 9 Nov. 1895 te 's-Gravenhage tusschon Nederland en de Zuid Airikaansche Republiek gesloten, tot rege ling van de wederzgdsche uitlevering van misdadigers. Dit verdrag, dat niet toepasselijk is op de koloniën, treedt in werking drie maanden na de uitwisseling der akten van bekrachtiging, welke uitwisseling op 19 Juni jl. te 's Graven- hage heeft plaats gehad. Het zal van kracht blijven tot zos maanden na verklaring in tegenovergestelden zin, door eene der beide Regeeringen gedaan. Bij den penningmeester van het hoofd comité der vereeniging „Nederlandsche Roode Kruis" is ontvangen eeno bijdrage van het vrouwencomité van het Roode Kruis te Apel doorn, groot f 200. Bi) koninklijk besluit zijn benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau, de heeren Chr. Grootes Mzn., te Westzaan, en H. Zwaarde maker Jzn., te Zaandam, voorzitter en secretaris van het comité voor de Nijverheidstentoon stelling te Zaandam. De minister van marine brengt ter kennis van belanghebbenden, dat in verband met den uitslag van het laatst gehouden examen voor leerling-machinist, de navolgende jongelingen, gerangschikt naar de by het examen behaalde cijfers, voor eene plaatsing by de opleiding In aanmerking komen: K. N. Kamm, J. A. Lanz, J. J. Schilt, H. G. L. Yaux, F. A. Bouman, B. Van 'tHul, T. Posthumus, W. N. Van Pelt, H. G. Borgh- 8tijn, P J. C. Ultee, M. Bos, K. W. J. Dambrink, J. C. Duyff, W. Brouwer, L. A. Meijer, H. J. Lindenbovius en H. C. Besangon. De bevolking van het eiland Wielingen is zéér onder den indruk van het aanstaand vertrek van den burgemeester, den heer C. J. J. H. Van Kempen. Men wil te Enschedee den afgetreden burgemeester den hoer Van der Zee een sou- vtnir aanbieden. Te Groningen is tot hoofd-directeur van het instituut voor doofstommen herkozen de heer Jb. Van Houten aldaar. Den 2den November zal te Apeldoorn d? groote Fransche tragédienne Madame Segoni- Weber met baar gez-lschap eene uitvoering geven. Eene garanten-vereeniging om dit moge lijk te maken, is opgericht. Dit is de eerste uitvoering in een vreemde taal, welke aldaar plaats heeft, en dus al weder een bewijs van vooruitgang ook op dit gebied. Gistermorgen werd te Deventer op do algemeene begraafplaats ter aarde besteld het stuffulgk overschot van wijlen den oud wethouder L. Hulscher, in tegenwoordigheid van vele familieleden, de leden van het dagelgksch bestuur der gemeente Devonter, vele raadsleden, de nog in leven zijnde oud leden, vrienden en kennissen. De lijkkist was gedekt met prachtige bloemenkransen. De burgemeester hield een toespraak, waarin hg er op wees hoe verdienstelijk de over ledene zich had gemaakt in de verschillende eerebetrekkingen, door hem bekleed, hoe hy ieder ter zgde had gestaan en hoe by aller achting en genegenheid genoot. Een der familieleden bedankte voor de laatste esr, den overledene bewezen. Do „Staatscourant" van 9 dezer be vat de statuten der volgende vereenigingen, by koninklgke besluiten erkond als rechts persoon: lo. de gymnastiekvorocniging „Uitspanning door Inspanning" te Abkoude, opgericht voor een tgdvak van 29 jaren, gerekend van 25 Jan. 1888; 2o. de „Vereeniging ter bevordering en in standhouding van Christelijk nationaal school onderwijs aan do Nituwerbrug, gemeente Waarder", opgericht voor een tydvak van 29 jaren en 11 maanden, gerekend van 15 Febr 1867. Bg het verstrijken van dezen terragn wordt de duur der vereeniging meteengelyk ttfdvak verkngd. Het stoomschip „Bundosrath," van Ham burg en Amsterdam naar Oost Afrika, pas seerde 6 Juli Guess an t; de „Burgemeester Den Tex," van Batavia naar Amsterdam, ver trok 7 Juli van Genua; de „Conrad", van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 8 Juli te Genua; de „Prinses Sophie," van Batavia naar Amsterdam, vertrok 8 Juli va i Batavia; de „Amsterdam," van Nieuw-York naar Rotter dam, passeerde 8 Juli Bovezier; de „Drente" vertrok 8 Juli van Rotterdam naar Java; dc „Prins Frederik Hendrik," van W In:iönaar Amsterdam, is 9 Juli Ouessant gepasseerd. By koninkiyk besluit i3 verleend aan W. G. Kromhout van der Meer een pensiosn van ƒ481 en aan mr. E. Woonings, laatstelijk commieB lsto kl. by 's llgks belastingen, eer pensioen van ƒ498 'sjaars. i Gedurende myn verblgf in het wilde westen van Amerika vertoefde ik eenige weken by een trapper, Oliver Patterson geheeten, die op de hellingen der Zwarte Bergen, in den noordoosteiyken -hoek van Wyoming aan den North Fork van de Big-Cheyenne-rivier, een kleine blokhut bewoonde. Oliver Patterson was, in tegenstelling met alle andere trappers, die ik tot nu toe had leeren kenneD, en die allen reeds de vijftig, ja de zestig gepasseerd waren, een nog jongo man. Hy was ongeveer dertig jaren en zette strikken, niet als de anderen, om er den kost mede te verdienen, maar eigenlyk voor zgn pleizier, wyi de renten van zgn klein ver mogen volkomen toereikend waren, om de geringe kosten van zgn onderhoud en zgn bescheiden eischen te dekken. Het vrye, ongedwongen leven in de wildernis was zyn grootste genot; bovendien was hy eenharts- tochteiyk jager, en om zyn jagersneigingen geheel te kunnen bevredigen, bood hem het deels bergachtige en romantische en toen nog door blanken zeer weinig bewoonde territoria Wyoming de beste gelegenheid. Hy woonde al een vol jaar in de eenzaam heid en bezat reeds een groot aantal vellen en horens van herten, reeën, antilopen en bergschapen. Deze verzameling was zyn gansche trots en hy had er een kinderiyk .pleizier in, haar te vermeerderen, zonder te weten, wat hy er ten slotte mede aan vangen moest. Het was in October. Vroeg was de winter in het land gekomen en het had verscheidene dagen onafgebroken gesneeuwd; doch toen had de scheidende herfst het nog eenmaal met succes tegen de heerschappy van den kouden indringer opgenomeD, en sedert twee dagen scheen de zon weer warm van den helderen blauwen hemel. Op de groote vlakten zonk de eenige voeten hooge sneeuw in elkaar; by groote partgon rolde en schoof zg van de hoogten, en hoog aangezwollen bruiste de North Fock Daar het dal. Daar Oliver Patterson zyn jachtlust niet beteugelen kon en menig stuk wild doodde, welks vleesch hy niet eten kon, gebruikte hg het, om er vossen en wolven mode te lokken, door het wild.-daar, waar het gevallen was, te laten liggen en met strychnine te vergiftigen. Wg hadden, eer de dooi ingevallen was, op die wgze op één dag buit gemaaktvyf groote gryze wol vod, een aantal coyotes (kleine grgze wolven) en verscheidene vossen, welker vellen in de nabgheid der hut op een sneeuwvrye plaats onder een overhangende rots met pinnen, de haarzyde naar beneden, op den grond uitgespannen werden om te drogen. Vervolgens togen wg weer op weg, om den buit der laatste drie dagen binnen to halen. Om daarmede spoediger klaar te zgn, spraken wy af, dat Oliver Patterson de noordelgke en ik de zuideiyke streek zou afzoeken, waarna wy elkander bg een hol, dat wg by onzen laatsten strooptocht ontdekt hadden, ten slotte weer zouden ontmoeten. Dó tocht door de hier en daar nog wel een voete hooge, wöeke sneeuw was niet zeer aangenaam, en ik was biy, dat my de kleinste route gegeven was. Doch na reeds korten tyd deed de heeriyke, telkens nieuwe gezichten aanbiedende omgeving elke moeite vergeten. Nu eens ging het door dicht geboomte berg-op en berg-af, dan door diepe kloveD, welker steile, grillig uitgetakte wanden zich reusachtig aan beide zyden verhieven; du eens moest ik wild op elkander gestapelde rotsblokken beklimmen, of door een door boschryke heuvels omringde dalkom gaan, welker wit, door de zon beschenen sneeuw kleed verblindend op 't oog werkte. Dan weer werd my tusschen de hoogten door een prachtige aanblik geboden; naar het westen op de groote, tusschen de Zwarte Bergen en de Bighorn-bergen zich uitstrekkende prairie, of naar het zuiden over het bergachtige landschap, waaruit het besneeuwde hoofd van den 2081 meter hoogen "Warrens-Peak oprees. Zonderling klonken in de plechtige stilte het kletteren en druppelen van het berg af 8troomende sneeuwwater; angstwekkend dreunde, dikwyis vele malen in de bergen weerkaatst, het rollen der van de bergen neerkomende sneeuwmassa's. Vele wildsporen kruisten myn weg; ook zag ik, behalve de kleine gryze wolven, de overal by groote troepen in het westen voor komen, verscheidene keeren reeën en anti lopen. Eenmaal was ik zóó dicht by een troepje der laatsten, dat ik myn geweer nam en op oen der dieren aanlegde; ik schoot evenwel niet. Myn vriend Oliver doodde er, helaas, al nutteloos genoeg, en bovendien had het iets aantrekkelgks voor my, het wild, dat ik stellig had kunnen treffen, het leven te schenken en mg te verlustigen in de be hendige haastige sprongen, waarmede het zich uit de voeten maakte. By het eerste vergiftigde aas vond ik drie coyotes en een grooten grtffcen wolf, welken ik het vel aftrok, om daarna myn weg te vervolgen. Slechts drie coyotes lagen in de nabyheid van het tweede vergiftigde aas, een oud Wapiti-hert. Van de waardelooze, kleine coyotevellen bezat myn vriend reeds een grooten voorraad; ik vond het dus niet de moeite waard, ook dezen dieren het vel af te stroopen. Nu kwam ik by een aan den rand van het woud liggende antilope; twee groote wolven en een prachtige goudvos hadden hier door het vergif hun leven verloren. Op deze wyze ging het voort, en met zes wolfs- en twee goud vossen vellen bereikte ik na eenige uren eindeiyk het punt van onze samenkomst by het hol, dat onder een schuin afloopenden, met sneeuw bedekten wand te midden van kolossale, wonderlijk gevormde rotsmassa's lag. De hemel was in het laatste half uur met dichte wolken betrokken, en een met sneeuw vermengde regen begon nu langzaam neer te druppelen; dubbel big was ik dus, dat ik,op Patterson wachtend, in het hol zoo lang een droog onderdak kon vinden. Snel kroop ik door den smallen, lagen ingang, wierp de buitgemaakte vellen naast een grooten steen, zette mijn geweer tegen den rotswand en nam op den steen, die zich uitstekend tot zetel leende, vermoeid van den inspannenden tocht, plaats. Verlicht werd het nogal ruime hol slechts matig en voor een deel door een langwerpige spleet in de hoogte; daar openden do zwarte muren zich als tot een schoorsteen, die voor don eventueel opstggenden rook van oen vuur een goed afvoerkanaal was. Wie dus het hol voor winterverblgf koos, was nauwelgks slechter bewaard dan in een blokhut. Terwyi ik nog bezig was in gedachten de verdere inrichting der steenen woniog uit to schilderen, werd ik daarin plotseling onder broken door een donderend geraas, terwyi gelgktydig een hevige windvlaag door don ingang in het hol voer. Ik sprong op en een blik was voldoende, om mg te overtuigen, dat ik ingesloten was. De op den schuinen wand voor het hol liggende sneeuw was naar beneden gerold en had den ingang bedolven. Dat was ergerlijk, zeer ergerlgk! Tegen de wel gespleteo, maar steile rots muren op te klimmen, om de sploet te be reiken, daaraan was niet te denkenik moest dus tegen wil en dank besluiten, door de sneeuw, welke in elk geval eenige meters diep voor den ingang lag, een gat te graven, door hetwelk ik naar buiten kon kruipen. rr>nt volgt.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 1