N°. 11157.
Vrijdag ÏO «Juli.
A0.1396
§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 9 JulL
Feuilleton.
Een Jachtavontuur.
IDSCH
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. 1.10.
Franco per post~i i 5 1.40.
Afzonderlijke Nommers -• 0.05.
PRIJS DER AD VER TENT IËN
Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeron buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
OPRciëele Keunisgeviugen.
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
Gezien het adres van G. VETTEN, wonende te
Dordiecht, houdende verzoek om vergunning tot
oprichting van eeno bakkerij in hot perceel Aal
markt No. 23;
Gelet op de artt. 6 en 7 der vrot van 2 Juni 1875
(Staatsblad No. 95);
Geven bij deze kennis aan het publiek, dat ge
noemd verzoek mot de bijlagen op de Secretarie
dezer gemeente ter visie gelegd is; aïemede dat op
Woensdag 22 Juli a. s., 's voormiddags te elf uren,
op het Baadhnis, gelegenheid zal worden gogevon
om bezwaren tegon dat verzoek in te breBgen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
6 Juli 1896. E. KIST, Secrotaris.
In de gisteren gehouden vergadering van
de Kamer van Koophandel en Fabrieken alhier
werd door de heeren W. F. Verhey van Wyk
en H. J. Van Nouhugs, in eene vorige ver
gadering deswege aangewezen als commissie
van praeadvies, verslag uitgebracht omtrent
het daartoe in handen der Kamer gesteld
voorstel van wet van den Minister van "Water
staat, Handel en Nijverheid tot uitvoering van
de artt. 6 en 7 der veiligheidswet betreffende
de bepalingen omtrent de luchtruimte, de
luchtverversching, de verlichting, het voor
komen van brand, de reinheid der privaten
en in het algemeen de maatregelen tot be
vordering van zindelijkheid en gezondheid in
fabrieken en verdere werklokalen.
Besloten werd genoemde commissie uit te
noodigen hare zienswijze nader te formuleeren
in eene aan den Minister te richten missive,
welke concept missive alsdan in eene volgende,
over 14 dagen te houden vergadering in be
raadslaging zal worden gebracht.
Reeds nu werd geconstateerd, dat het
bedoelde voorstel des Ministers bg de vergade
ring, welke ditmaal echter zeer onvoltallig
was bijeengekomen, geringe Instemming vond.
Yerder werd op voorstel van den Voorzitter
besloten te trachten alhier te vei krijgen do
vestiging van een bureau van inklaring en
allendie belang hebben bij de oprichting van
zoodanig bureau hier ter stedet dringend uit
te noodigen zich zoo spoedig mogelijk ter
zake persoonlijk te wenden tot den Voorzitter
der Kamerden heer P. L. C. Dricssen.
Na afdoening van eenige onderwerpen van
huishoudelijken aard werd de vergadering door
den Voorzitter gesloten.
Aan de Rgkslandfcouwschool te Wage-
ningen is de leerling H. W. Tieloman, van
Leiden, bevorderd van de H. B.-S. i tot de
H. B.-S. n.
Door het kerkbestuur van O. L. Vr.
Oribevl. Ontv. alhier is de verbouwing en
vergrooting der kerk aan de Hartebrug ge
gund aan den laagsten inschrijver, den heer
H. J. Sloots, voor 52,890. Mot de voorbe
reidende werkzaamheden is aangevangen.
De „Songo Arabe", uit Mann's 3de
Orkestsuite, reeds vroeger door den componist
voor piano bewerkt voor „Constantinopel-
Scheveningen", is thans afzonderlijk door den
hoer Joh. J. Eggers, te Leiden, uitgegeven.
Ook ontdaan van de instrument»le bekoring,
is het een bevallig en dankbaar stukje, dat
stellig in den smaak zal vallen en dat op het
laatste „Sempre"-concert alhier werd uit
gevoerd.
Op het symphonie-concert der volgende
week zal de geheele Suite door het Philb.
Orke3t te Scheveningen worden gespeeld,
terwjjl de heeren Mengelberg, te Amsterdam,
en Hutschenruyter, te Utrecht, zich voor het
volgend seizoen van het recht van uitvoering
hebben verzekerd.
Tot onderwijzeres aan de Chr. School te
Hendrik-Ido Ambachts is benoemd mej. A. J.
Spier, thans in gelijke betrekking te Wou-
brugge.
Zondag 12 Juli a. s. hoopt da. E. Krop-
veld bij de Geref. Kerk van Waddingsveen
intrede te doen, na des morgens bevestigd te
zijn door ds. J. Breukelaar, van Bodegraven,
Ds. A. H. Op 't Holt, t© Noord wijk aan
Zee, komt voor op het drietal te Werkendam.
Men meldt uit Noordwgk, dd. 8 Juli:
Begunstigd door heerlijk, misschien eenigszins
te warm zomerweder, had gisteren de eerste
processie in dit jaar plaats, naar de reliquieën
van St. Jeroen, welke in de Roomsch-Kath.
kerk alhier bewaard worden.
Voorafgegaan door het fanfare-corps Sint-
Jeroen trokken de deelnemers, afkomstig uit
K.twgk, Oegstgeest en Leiden, kerkwaarts,
begeleid door eerw. heeren geestelijken.
Na ©enigen tijd in do kerk vertoefd te
hebben, toog men naar het St.-Jeroenspoortje
en den tuin van den huize „Calorama", waar
de vrome priester door de hand des moorde
naars viel.
Onder de tonen der muziek Terliet tegen
ongeveer acht uren de schare het dorp.
Het was voor de eerste maal, dat het Fan
fare-corps in het publiek optrad; en het is
ons een genoegen het jeugdige corps van
harte geluk te mogen wenschen met zijn
debuut. (Nw.)
Door de afdeelingen van de Eerste Kamer
zijn benoemd tot rapportours: lo. de heeren Van
Hall, Fokker, Van Heek, Welt on Rengers
o. a. over de wetsontwerpen tot vr.rhooging der
begrooing van binnenlandsche zaken wegens
kosten voor beemotteltjke ziekten; tot afstand
van een strook strand aan do gemeente
's-Gravenhage; tot ruiling van grond met die
gemeente; en tot verhooging der Indische
begrooting voor den spoorweg Batavia—Anjer,
enz.; 2o. d© heeren Bergsma, De Jong, Van
Alphen, Van Bonoval Faure en Sassen, o. a.
over do wetsontwerpen betreffende: aanleg
van wegen te Nijmegen; verbetering van de
Vecht; wijziging en aanvulling van de Hinder
wet; wijziging der Jachtwet; uitbreiding der
rechtbankou te Broda en Roermond; en
wijziging der wet tot regeling van de mili
taire pensioenen bi) de zeemacht.
Gistomamiddag bracht H. M. de Koningin-
Regentes, vergez ld van freule Van Ittersum,
graaf Dumonceau en baron Taets van Ame-
rongen, een bezoek aan het Stedelijk Zieken
huis te Utrecht.
De ingang was mot bloemen en planten
versierd.
H. M. werd ontvangen door de heeren mr.
G. H. Van Bolhuis, voorzitter van Regenten,
burgemeester B. Reiger, regent, en dr. C. A.
Lamping, geneesheer-directeur.
Jongejuffrouw Verschoor bood H. M. een
fraaien bouquet aan, waarvoor de hooge be
zoekster met een handdruk en een vriendelijk
woord dank zeide.
Hierop werd een rondgang door de zalen
gemaakt, waarbij H. M. den verpleegden sou
venirs aanbood en zich op de minzaamste
wijze met dezen en gene onderhield. Ook de
machinekamer en do tuinen, alsmede een
barak, werden bezocht.
Te 5 uren nam H. M. afscheid, door de
commissie uitgeleid, waarbij de heer Van
Bolhuis dank zeido voor het Hooge bezoek.
Langs den Catharine-Singel, buiten de
Weerd, Weerdsingel en Biltstraat werd de
terugtocht ondernomen.
Overal werd H. M. hartelijk door de be
volking toegejuicht.
De benoeming door den gemeenteraad
van eeD rector van het gymnasium te Amster
dam, ter vervanging van dr. A. H. G. P. Van
den Es, eervol ontslagen, heeft gisteren een
verrassing opgeleverd. De Raad heeft geen der
beide voorgedragen heeren benoemd, maar
wèl dr. H. P. Meyer.
Aanbevolen waren de heeren dr. J. H.
Gunning Wzn., rector te Zwolle; en dr. C.
J. Vinkesteyn, rector te Schiedam.
De heeren Van Lennep en Van Eghen
verzochten aanteekening in de notulen, dat
z*y hier niet mede stomden. Uitgebracht wer
den 30 stemmen en wel op dr. Gunning 10,
op dr. Vinkesteyn 1, op dr. H. P. Meyer,
conrector aan het gymnasium te Amsterdam
18 stemmenéón stem blanco.
Voordracht van B. en Ws. ten geleide van
eene missive van curatoren der Universiteit,
ter vervulling der vacature van gewoon hoog-
loeraar in de gezondheidsleer en de genees
kundige politie, ontstaan, door het eervol ont
slag, verleend aan dr. J. Forster. Aanbevolen
werden de heeren dr. R. H. Saltet, directeur
van den gemeentelijken gezondheids jienst
aldaar, en dr. C. Egkman, directeur van het
pathologisch laboratorium te Buitenzorg.
Benoemd werd dr. R. H. Saltet. De benoemde
verkreeg 28 st., dr. Egkman 1 stem.
Voordracht van B. en Ws. tot benoeming
van een leeraar in de staathuishoudkunde
en de statistiek, de staatsinrichting, het
boekhouden en het handelsrekenen aan de
openbare scholen voor middelbaar onderwijs,
in het bijzonder om onderwijs te geven aan
de Handelsschool en de daaraan verbonden
H. B.-S. met 3j. cursus, aan de H. B.-S.
met 5 j. cursus voor jongens en aan de
H. B.-S. voor meisjes. Voorgedragen werd
de heer D. Stigter, tijdelijk leeraar aan eenige
openb. midd. scholen, die ook benoemd werd.
- Te Batavia is overleden de heer J. C.
De Neve, 1ste luit. der inf. O.-I. leger, adjudant
van den Gouverneur-Generaal van Ned.-Indië.
Ter benoemiDg tot leeraar in handteekenen
en perspectief aan ae H. B.-School met 3j.
c. v. j. te Utrecht zijn voorgedragen de heeren
J. De Jong Czn., leeraar aan de H. B.-S. te
Briello; J. P. D. Lokhof, te Amsterdam, en
D. B. A. J. Brugma, te Rotterdam.
Alsnog zijn in het hoogste studiejaar
der Militaire School te Haarlem overgegaan
de cadet J. H. A. P. Von Schmidt auf
Altenstad, van de cavalerie hier te lande, de
cadet T. Van der Zee, van de infanterie Oost-
Indisch leger, en de volontairs G. Terwogt,
H. J. A. flagdorn, W. O. Van der Velde, A.
A. Hoogerwaard en J. H. Lamour.
Aan 's Rijks kleedermagazijn is de levering
van diverse goederen aanbesteed, waarvan de
uitslag o. a. was als volgt: 80,000 paar
sokken, C. Levison Bendien, Almeloo, 1 perc.
a 0.47, 1 perc. a 0.49; Loon Bonaien Co.,
Amsterdam, 2 perc. a ƒ0.545; D. Meiberg
Iz., Almeloo, 1 perc. a ƒ0.45, 1 perc. a
0.49; Gebrs. Van Wijk Co., Leiden, 1
perc. a ƒ0.50; D. en J. Van Poot en Co.,
Leiden, 1 perc. a 0.50.
Men verzoekt te melden, dat behalve de
reeds vermelde, nog de navolgende onder
officieren de functie van drager vervulden bfi
de plechtige overbrenging van het stoffelijk
overschot van Prins Frederik van Oranje naar
den grafkelder te Delft:
van het corps pontonniers, de sergeants L.
A. H. Leu en A. Frglink;
van het 4de regiment infanterie de adjudant-
onderofficieren E. De Graaf en H. Hermans.
De „Staatscourant" van 9 dezer bevat den
tekst der overeenkomst, op 9 Nov. 1895 te
's-Gravenhage tusschon Nederland en de
Zuid Airikaansche Republiek gesloten, tot rege
ling van de wederzgdsche uitlevering van
misdadigers.
Dit verdrag, dat niet toepasselijk is op de
koloniën, treedt in werking drie maanden na
de uitwisseling der akten van bekrachtiging,
welke uitwisseling op 19 Juni jl. te 's Graven-
hage heeft plaats gehad.
Het zal van kracht blijven tot zos maanden
na verklaring in tegenovergestelden zin, door
eene der beide Regeeringen gedaan.
Bij den penningmeester van het hoofd
comité der vereeniging „Nederlandsche Roode
Kruis" is ontvangen eeno bijdrage van het
vrouwencomité van het Roode Kruis te Apel
doorn, groot f 200.
Bi) koninklijk besluit zijn benoemd tot
ridder in de orde van Oranje-Nassau, de heeren
Chr. Grootes Mzn., te Westzaan, en H. Zwaarde
maker Jzn., te Zaandam, voorzitter en secretaris
van het comité voor de Nijverheidstentoon
stelling te Zaandam.
De minister van marine brengt ter kennis
van belanghebbenden, dat in verband met den
uitslag van het laatst gehouden examen voor
leerling-machinist, de navolgende jongelingen,
gerangschikt naar de by het examen behaalde
cijfers, voor eene plaatsing by de opleiding
In aanmerking komen:
K. N. Kamm, J. A. Lanz, J. J. Schilt, H.
G. L. Yaux, F. A. Bouman, B. Van 'tHul,
T. Posthumus, W. N. Van Pelt, H. G. Borgh-
8tijn, P J. C. Ultee, M. Bos, K. W. J. Dambrink,
J. C. Duyff, W. Brouwer, L. A. Meijer, H. J.
Lindenbovius en H. C. Besangon.
De bevolking van het eiland Wielingen
is zéér onder den indruk van het aanstaand
vertrek van den burgemeester, den heer C.
J. J. H. Van Kempen.
Men wil te Enschedee den afgetreden
burgemeester den hoer Van der Zee een sou-
vtnir aanbieden.
Te Groningen is tot hoofd-directeur van
het instituut voor doofstommen herkozen de
heer Jb. Van Houten aldaar.
Den 2den November zal te Apeldoorn d?
groote Fransche tragédienne Madame Segoni-
Weber met baar gez-lschap eene uitvoering
geven. Eene garanten-vereeniging om dit moge
lijk te maken, is opgericht. Dit is de eerste
uitvoering in een vreemde taal, welke aldaar
plaats heeft, en dus al weder een bewijs van
vooruitgang ook op dit gebied.
Gistermorgen werd te Deventer op do
algemeene begraafplaats ter aarde besteld
het stuffulgk overschot van wijlen den oud
wethouder L. Hulscher, in tegenwoordigheid
van vele familieleden, de leden van het
dagelgksch bestuur der gemeente Devonter,
vele raadsleden, de nog in leven zijnde oud
leden, vrienden en kennissen. De lijkkist was
gedekt met prachtige bloemenkransen. De
burgemeester hield een toespraak, waarin
hg er op wees hoe verdienstelijk de over
ledene zich had gemaakt in de verschillende
eerebetrekkingen, door hem bekleed, hoe hy
ieder ter zgde had gestaan en hoe by aller
achting en genegenheid genoot. Een der
familieleden bedankte voor de laatste esr,
den overledene bewezen.
Do „Staatscourant" van 9 dezer be
vat de statuten der volgende vereenigingen,
by koninklgke besluiten erkond als rechts
persoon:
lo. de gymnastiekvorocniging „Uitspanning
door Inspanning" te Abkoude, opgericht voor
een tgdvak van 29 jaren, gerekend van 25
Jan. 1888;
2o. de „Vereeniging ter bevordering en in
standhouding van Christelijk nationaal school
onderwijs aan do Nituwerbrug, gemeente
Waarder", opgericht voor een tydvak van 29
jaren en 11 maanden, gerekend van 15 Febr
1867. Bg het verstrijken van dezen terragn
wordt de duur der vereeniging meteengelyk
ttfdvak verkngd.
Het stoomschip „Bundosrath," van Ham
burg en Amsterdam naar Oost Afrika, pas
seerde 6 Juli Guess an t; de „Burgemeester
Den Tex," van Batavia naar Amsterdam, ver
trok 7 Juli van Genua; de „Conrad", van
Amsterdam naar Batavia, arriveerde 8 Juli
te Genua; de „Prinses Sophie," van Batavia
naar Amsterdam, vertrok 8 Juli va i Batavia;
de „Amsterdam," van Nieuw-York naar Rotter
dam, passeerde 8 Juli Bovezier; de „Drente"
vertrok 8 Juli van Rotterdam naar Java; dc
„Prins Frederik Hendrik," van W In:iönaar
Amsterdam, is 9 Juli Ouessant gepasseerd.
By koninkiyk besluit i3 verleend aan
W. G. Kromhout van der Meer een pensiosn
van ƒ481 en aan mr. E. Woonings, laatstelijk
commieB lsto kl. by 's llgks belastingen, eer
pensioen van ƒ498 'sjaars.
i
Gedurende myn verblgf in het wilde westen
van Amerika vertoefde ik eenige weken by
een trapper, Oliver Patterson geheeten, die
op de hellingen der Zwarte Bergen, in den
noordoosteiyken -hoek van Wyoming aan den
North Fork van de Big-Cheyenne-rivier, een
kleine blokhut bewoonde.
Oliver Patterson was, in tegenstelling met
alle andere trappers, die ik tot nu toe had
leeren kenneD, en die allen reeds de vijftig,
ja de zestig gepasseerd waren, een nog jongo
man. Hy was ongeveer dertig jaren en zette
strikken, niet als de anderen, om er den kost
mede te verdienen, maar eigenlyk voor zgn
pleizier, wyi de renten van zgn klein ver
mogen volkomen toereikend waren, om de
geringe kosten van zgn onderhoud en zgn
bescheiden eischen te dekken. Het vrye,
ongedwongen leven in de wildernis was zyn
grootste genot; bovendien was hy eenharts-
tochteiyk jager, en om zyn jagersneigingen
geheel te kunnen bevredigen, bood hem het
deels bergachtige en romantische en toen
nog door blanken zeer weinig bewoonde
territoria Wyoming de beste gelegenheid.
Hy woonde al een vol jaar in de eenzaam
heid en bezat reeds een groot aantal vellen
en horens van herten, reeën, antilopen en
bergschapen. Deze verzameling was zyn
gansche trots en hy had er een kinderiyk
.pleizier in, haar te vermeerderen, zonder te
weten, wat hy er ten slotte mede aan
vangen moest.
Het was in October. Vroeg was de winter
in het land gekomen en het had verscheidene
dagen onafgebroken gesneeuwd; doch toen
had de scheidende herfst het nog eenmaal
met succes tegen de heerschappy van den
kouden indringer opgenomeD, en sedert twee
dagen scheen de zon weer warm van den
helderen blauwen hemel. Op de groote vlakten
zonk de eenige voeten hooge sneeuw in
elkaar; by groote partgon rolde en schoof
zg van de hoogten, en hoog aangezwollen
bruiste de North Fock Daar het dal.
Daar Oliver Patterson zyn jachtlust niet
beteugelen kon en menig stuk wild doodde,
welks vleesch hy niet eten kon, gebruikte
hg het, om er vossen en wolven mode te
lokken, door het wild.-daar, waar het gevallen
was, te laten liggen en met strychnine te
vergiftigen.
Wg hadden, eer de dooi ingevallen was, op
die wgze op één dag buit gemaaktvyf
groote gryze wol vod, een aantal coyotes
(kleine grgze wolven) en verscheidene vossen,
welker vellen in de nabgheid der hut op een
sneeuwvrye plaats onder een overhangende
rots met pinnen, de haarzyde naar beneden,
op den grond uitgespannen werden om te
drogen. Vervolgens togen wg weer op weg,
om den buit der laatste drie dagen binnen
to halen. Om daarmede spoediger klaar te
zgn, spraken wy af, dat Oliver Patterson de
noordelgke en ik de zuideiyke streek zou
afzoeken, waarna wy elkander bg een hol,
dat wg by onzen laatsten strooptocht ontdekt
hadden, ten slotte weer zouden ontmoeten.
Dó tocht door de hier en daar nog wel een
voete hooge, wöeke sneeuw was niet zeer
aangenaam, en ik was biy, dat my de kleinste
route gegeven was. Doch na reeds korten tyd
deed de heeriyke, telkens nieuwe gezichten
aanbiedende omgeving elke moeite vergeten.
Nu eens ging het door dicht geboomte
berg-op en berg-af, dan door diepe kloveD,
welker steile, grillig uitgetakte wanden zich
reusachtig aan beide zyden verhieven; du
eens moest ik wild op elkander gestapelde
rotsblokken beklimmen, of door een door
boschryke heuvels omringde dalkom gaan,
welker wit, door de zon beschenen sneeuw
kleed verblindend op 't oog werkte. Dan weer
werd my tusschen de hoogten door een
prachtige aanblik geboden; naar het westen
op de groote, tusschen de Zwarte Bergen en
de Bighorn-bergen zich uitstrekkende prairie,
of naar het zuiden over het bergachtige
landschap, waaruit het besneeuwde hoofd
van den 2081 meter hoogen "Warrens-Peak
oprees.
Zonderling klonken in de plechtige stilte
het kletteren en druppelen van het berg af
8troomende sneeuwwater; angstwekkend
dreunde, dikwyis vele malen in de bergen
weerkaatst, het rollen der van de bergen
neerkomende sneeuwmassa's.
Vele wildsporen kruisten myn weg; ook
zag ik, behalve de kleine gryze wolven, de
overal by groote troepen in het westen voor
komen, verscheidene keeren reeën en anti
lopen. Eenmaal was ik zóó dicht by een
troepje der laatsten, dat ik myn geweer nam
en op oen der dieren aanlegde; ik schoot
evenwel niet. Myn vriend Oliver doodde er,
helaas, al nutteloos genoeg, en bovendien had
het iets aantrekkelgks voor my, het wild,
dat ik stellig had kunnen treffen, het leven
te schenken en mg te verlustigen in de be
hendige haastige sprongen, waarmede het
zich uit de voeten maakte.
By het eerste vergiftigde aas vond ik drie
coyotes en een grooten grtffcen wolf, welken
ik het vel aftrok, om daarna myn weg te
vervolgen. Slechts drie coyotes lagen in de
nabyheid van het tweede vergiftigde aas, een
oud Wapiti-hert. Van de waardelooze, kleine
coyotevellen bezat myn vriend reeds een
grooten voorraad; ik vond het dus niet de
moeite waard, ook dezen dieren het vel af
te stroopen.
Nu kwam ik by een aan den rand van het
woud liggende antilope; twee groote wolven
en een prachtige goudvos hadden hier door
het vergif hun leven verloren.
Op deze wyze ging het voort, en met zes
wolfs- en twee goud vossen vellen bereikte ik
na eenige uren eindeiyk het punt van onze
samenkomst by het hol, dat onder een schuin
afloopenden, met sneeuw bedekten wand te
midden van kolossale, wonderlijk gevormde
rotsmassa's lag.
De hemel was in het laatste half uur met
dichte wolken betrokken, en een met sneeuw
vermengde regen begon nu langzaam neer te
druppelen; dubbel big was ik dus, dat ik,op
Patterson wachtend, in het hol zoo lang een
droog onderdak kon vinden. Snel kroop ik
door den smallen, lagen ingang, wierp de
buitgemaakte vellen naast een grooten steen,
zette mijn geweer tegen den rotswand en nam
op den steen, die zich uitstekend tot zetel
leende, vermoeid van den inspannenden tocht,
plaats.
Verlicht werd het nogal ruime hol slechts
matig en voor een deel door een langwerpige
spleet in de hoogte; daar openden do zwarte
muren zich als tot een schoorsteen, die voor don
eventueel opstggenden rook van oen vuur een
goed afvoerkanaal was. Wie dus het hol voor
winterverblgf koos, was nauwelgks slechter
bewaard dan in een blokhut.
Terwyi ik nog bezig was in gedachten de
verdere inrichting der steenen woniog uit to
schilderen, werd ik daarin plotseling onder
broken door een donderend geraas, terwyi
gelgktydig een hevige windvlaag door don
ingang in het hol voer. Ik sprong op en een
blik was voldoende, om mg te overtuigen,
dat ik ingesloten was. De op den schuinen
wand voor het hol liggende sneeuw was
naar beneden gerold en had den ingang
bedolven.
Dat was ergerlijk, zeer ergerlgk!
Tegen de wel gespleteo, maar steile rots
muren op te klimmen, om de sploet te be
reiken, daaraan was niet te denkenik moest
dus tegen wil en dank besluiten, door de
sneeuw, welke in elk geval eenige meters
diep voor den ingang lag, een gat te graven,
door hetwelk ik naar buiten kon kruipen.
rr>nt volgt.)