N°. 71153.
Maandag Juli.
A®. 1398
f 1.10.
<§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
LEIDSCH
DAGBLA
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden.
Franco per post-s
Afzonderlijke Nommers
1.40.
0.06.
PRIJS DER ADVERTENTIÊN
Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten do stad
wordt ƒ0.05 berekend.
Dit nommer bestaat uit DRIE
Bladen.
Eerste Blad.
Leiden, i Juli.
Btf den heer J. W. Wierda, boekhandelaar
aan de Breestraat alhier, is thans iets moois
te zien: een portret vergroot naar een kleiner
dat er naast staat. Het is een lief dames
kopje. De vergrooting is niet, zooals tot nog
toe meestal het geval was, met krijt ge-
teekend; maar ze is een monochrome-portret,
vervaardigd in het atelier van de firma J.
Fritz Co., te Frankfort a/M., waarvan de
heer Wierda tot agent is aangesteld. Niet
tegenstaande de fraaiheid der vergrootingen
kan de prijs zeer billijk genoemd worden.
Ter gelegenheid van den verjaardag van
de Vorstin van Wied, prinses Marie der
Nederlanden, zal morgen, Zondag, des namid
dags te balftwee een parade worden gehouden
op het Schuttersveld.
Aangenomen is de toezegging van beroep
naar de Ned.-Herv. gemeente te Voorhout
door ds. G. Van Wfihe, to Arkel.
Aan het postkantoor te Wassenaar werd
gedurende het tweede kwartaal 1896 bij de
Rijkspostspaarbank ingelegdf 3-565.67 en
terugbetaald f 2795.66.
Het laatst door dat kantoor uitgegeven
boekje draagt het nummer 514.
Aan bet Rijkstelephoonkantoor te Was
senaar, geopend 25 Januari, werden gedurende
het eerste halfjaar 1896 behandeld 481 tele
grammen, waarvan 245 verzonden en 236
ontvangen.
Het aantal behandelde telegrammen gedu
rende de maand Juni be:roeg 125 en wel 62
verzonden en 63 ontvangen.
Omtrent de plechtige bijzetting in den
koninklijken grafkelder te Delft van het uit
Italië op Nederlandschen l odem overgebrachte
stoffelijk hulsel van Willem George Frederik
van Oranje-Nassau meldt men, als vervolg
op het gisteren reeds medegedeelde, uit Delft
dd. 3 Juli nog het volgende:
Delft had heden zfin gewoon kalm aanzien,
tot ongeveer een uur voor den aanvang der
plechtigheid, toen de militaire macht de
straten en grachten ging bezetten. Achter
de haag van soldaten vormden zich toen
talrijke groepen, terwijl ce vensters van de
huizen, waarlangs de stoet zich zou bewegen,
door nieuwsgierigen werden bezet.
De trein met het stoffelijk overschot kwam
op den vastgestelden tijd aan. De rouwwagen
vormde het achtergedeelte en de autoriteiten,
die voor deze plechtigheid waren aangewezen,
stonden voor de plek, waar de spoorrijtuigen
stil hielden. De adjudant, Jbr. Van de Poll,
stelde zich aan den burgemeester van Delft
voor.
Inmiddels werd het zegel, dat aan het slot
van den vervoerwagen was bevestigd, ver
broken door den adjudant baron Sirtema van
Grovestins. 't Allereerst werden de prachtige
bloemstukken te voorschijn gebracht, in Italië
op de urn gelegd, en vervolgens droegen eenige
onderofficieren het kistje, gewikkeld in vlaggen
doek, naar de gereedstaande met zwart rouw-
laken overtrokken baar. Op dit oogenblik
brachten alle officieren en militairen het eere-
8aluut.
Generaal Ver6pyck trad naar voren en
legde in naam van de Koninginnen den krans
op de achtkantige kist neder. Deze krans
was saamgesteld uit lauwerbladen en rustte
tegen twee palmtakken, een en ander beves
tigd aan twee satijnen Oranjelinten. Op het
eene de gekroonde W, op het andere de ge
kroonde E, afgezet met gouden franje.
Statig en in diepe stilte schreed men langs
een hellend perron naar het buitenplein, alwaar
de trompetters der cavalerie een marsch
bliezen, zoodra het gevolg in het gezicht kwam.
Op het affuit was reeds bevestigd een houten
bekleedsel in den vorm van een lijkkist. Op
dezo verhevenheid werd het omhulsel met het
prinselijk overschot, dat de gedaante had van
een katafalk, bekleed met zwart laken met
oranjebiezen en oranjelint, verzegeld. Deze urn
werd echter aan het oog onttrokken door de
bedekking met de Nederlandsche vlag.
Wat den tocht door de stad vooral praal
bijzette, waren do omvangrijke bloemstukken,
cie het voertuig met het gebeente van den
prins omgaven en als het ware een zich voort-
bewegenden tuin vormden te midden van het
militair cordon. Twee onderofficieren droegen
een peervormigen krans van kolosscue afme
tingen vooruit.
Blijkens de opschriften was het een nederige
hulde van den prefect van Padua. De ster
van witte bloemen, die zich boven dit samenstel
van de met wapens en wapenschilden door
werkte bloemen verhief, was reeds uit de
verte zichtbaar. Twee andere kransen, even
breed van conceptie, waren aan het affuit
gehangen. Op één daarvan zag men de jaar
tallen 17991896. De trein trok in de beste
orde door de straten, vol nieuwsgierigen, en
kwam kwart voor ééeen op de Markt aan, die
ter weerzijden van een breede afgezette strook,
vol volk stond.
De cavalerie schaarde zich in bataille en
tusschen do beide eskadrons vervolgde de
6toet zijn gang naar de kerk, onder de tonen
van de rouwtrom, door de tamboers van de
eerewacht geslagen, tot het oogenblik dat
men de kerk binnentrad.
Aan den ingang stonden de Italiaansche,
Duitsche en Oostenrijksche gezanten in hun
rfike kostumes. Beide laatstgenoemden legden
op de kist geheel uit witte rozen bewerkte
kransen, verbondenhet Duitsche huldeblijk
aan een wit lint met de keizerskroon boven
het W. I. R.de Oostenrijksche bloemen-
gave aan de kleuren van dat Rijk met
het apostolische wapen boven de initialen
F. J. I. R. A.
Het linnendragen der overblijfselen was
zeer indrukwekkend, vooral toen, nadat de
drempel van het bedehuis was overschreden,
het orgel der Nieuwe Kerk de marche funèbre
van Nicolai inzette.
Achter de baar sloten zich de vreemde
gezanten onmiddellijk aan.
De burgemeester ontving den stoet bij den
grafkelder, waarin eerst alle bloemen werden
gedragon, behalve die der Koninginnen, welke
op hot deksel van de kist bleven liggen.
Bi) het dalen der kist in den kelder deed
het orgel het Wilhelmus van Nassouwen in
G. mineur hooren, een goed gedachte herinne
ring aan het feit, dat een loot van den Oranje
stamboom in het graf zijner vaderen werd
verzameld. Baron Du Tour van Bellinchave,
generaal Dumonceau, baron Yan Hardenbroek
en de burgemeester begeleidden de over
blijfselen grafwaarts. Deze werden geplaatst
in het eerste vak naast de nis, waar prins
Frederik rust, en zfin bijgezet in dezelfde nis
naast de grafstede zijner moeder Wilhelmina,
gemalin van prins Willem Y.
Na terugkeer van genoemde autoriteiten
zeide de kamerheer-ceremoniemeester, graaf
Yan Randwfiok, ingevolge de hem vanwege
H. M. de Koningin-Regentes gegeven bevelen,
dank aan allen voor hunne tegenwoordigheid
bij de plechtigheid. Men verliet de kerk onder
de tonen van Beethovens treurmarsch. De
gezanten gingen vervolgens in den grafkelder
de plaats bezoeken waar zooeven het overschot,
dat zoovele jaren in vreemde aarde rustte,
was bijgezet.
Nog worden de volgende bijzonderheden ter
aanvulling gemeld:
Onderofficierendrager8 waren nog serg.-
majoor Spronk, sergeant Oudt, van de genie
troepen, de wachtmeesters Kamerbeek en
Bertsma, van de rijdende ariiiic-rie,-sergeants
De Jager en De Yos, van de torpedo compagnie.
De wethouders, aan het station aanwezig,
waren de heeren Roest, Vtrmaes, Kipp, met
den secretaris van Delft, mr. Bfiban.
Onder de Kamerheeren behoor..n nog ver
meld te worden baron Snouckaert, thesaurier
en baron Snouckaert, oud-majoor dor cavalerie,
dr. Thomée, als waarnemend commandant der
schutterij aan het station.
De opstelling en gang van den stoet en de
geheelj voorbereiding der plechtigheid waren
voortreffelijk geregeld door den adjudant der
Koningin Jhr. v. d. Poll.
Uit het gebouw der Polytechnische School
woei de Nederlandsche vlag halfstok.
In het „Hotel den Ouden Doelen" te
's Gravenhage zfin aangekomen Z. Ex. luite
nant-generaal Brassine, minister van oorlog
in België, en generaal Maton, beiden van
Brussel.
De minister van waterstaat, de heer Ph.
W. Van der Sleyden, is gisternamiddag te
Leeuwarden aangekomen, om heden de ten
toonstelling aldaar te openen.
Z. Ex. heeft zfin intrek genomen ten huize
van den Commissaris der Koningin, mr. B.
P. baron Van Harinxma thoe Siooten.
Jhr. mr. G. J. Th. Beelaerts van Blok
land, buitengewoon gezant en gevolmachtigd
minister van de Zuid-Afrikaansche Republiek
bfi verschillende mogendheden, is naar Ham
burg vertrokken, gevolg gevende aan een
uitnoodiging van het bestuur der Duitsche
Oost-Afrikaansche stoomvaartlijn tot het
bfiwonen van een proeftocht met de nieuwe
Transatlantische stoomboot „Herzog".
Te Schiedam heeft de commissie van
toezicht op het lager onderwijs aan den ge
meenteraad medegedeeld, dat zij ernstig over
wogen heeft of het niet wenschelijk zou zfin,
dat de commissie werd bfigestaan door eenige
dames, bfizonder belast met het toezicht op
het onderwfis in de handwerken. De commis
sie achtte het raadzaam eerst het oordeel van
de hoofden der openbare scholen daaromtrent
te vernemen, en dit luidde eenparig afkeurend,
op grond, dat noch wenschelfik, noch noodig
was nieuwe schoolautoriteiten te scheppen.
De zangeres W. Jenny Fischer, thans
als badgast verblfif houdende in het Hotel
Kurhaus te Scheveningen, zal zich vermoede
Ifik Dinsdagavond doen hooren op het concert
in de Kurzaal.
Naar aanleiding van de tentoonstelling
van schoone kunsten, het vorige jaar te
Venetië gehouden, hebben de Kroonorde van
Italië ontvangen de heeren Jos. Israels, H.
W. Mesdag en Ph. Zilcken. De heer Zilcken
was in die dagen Nederlandsch gedelegeerde
te Venetië en behartigde er de belangen van
zfin landgenooten.
Bfi de eind-examens der Polytechnische
School te Delft zfin behalve de gemelde
thans geslaagd de volgende heeren:
Technologen F. H. Efidman Jr., P. M. Van
Haarst, A. Heldring, H. J. Koning, S. H. Mei
huizen, J. Rutten on L. G. Vliegenthart.
Civiel ingenieurs: H. Van Berckel, H. Bieze-
veld, Cd. Bfil, C. L. Van der Bilt, M. B. N.
Bolderman, M. C. E. Bongaerts, J. Bruins,
W. J. Burgersdfik, A. W. C. Dwars, A. J.
Dfikstra, Ph. Van der Kaaden, J. W. De Bruyn
Kops, E. A. J. H. Modderman, W. F. C. Schaap
Jr., Jhr. L. F. Teixeira de Matthos, H. E.
Verschoor, F. Vos W.F.zn., L. C. Westhoff en
J. Wouters.
Bouwkundig ingenieur: W. F. C. Schaap Jr.
Door den minister van marine is te
Nieuwediep een commissie benoemd, ten einde
te onderzoeken of de groole uitbreiding, der
berri berri aan boord van Hr. Ms. „F;iso"
werkelfik aan de victualie moet worden
geweten. Het „Haagsche Dagblad" voegt
hieraan toe:
„Men vermoedt algemeen, dat de „Friso"
is geïnfecteerd door schepelingen, welke in
Indië van Hr. Ms. „Padang" op de „Friso"
zfin overgegaan, om met dien oorlogsbodem
te repatriëeren, welk vermoeden te meer
grond vindt in het feit, dat de tot nog toe
overledenen allen van de „Padang" afkom
stig zfin.
„Blfikens het geneeskundig rapport, ver
nemen wfi van bevoegde zfiöe, is een der
schepelingen, behoorende tot de bemanning
van Hr. Ms. „Friso onlangs niet aan berri-
berri overleden, doch aan waterzucht, een
ziekte, welke meermalen voorkomt bfi per
sonen, die lang in de tropen vertoefd hebben
en wier weerstandsvermogen daardoor is
afgenomen.
„Gisteren stierf weder een der scnepelingen
van genoemden bodem, een korporaal der
mariniers, aan aezelfde ziekte."
Uit Nieuwediep schrfift men tevens aan
het „Hbl.":
Het aantal sterfgevallen onder de zi k n
van het oorlogsfregat lohan Willem Friso"
bedraagt thans drie. De korporaal der mariniers
Appeldoorn, die reeds dadelfik tot de meest
ernstige zieken werd gerekend, is nl. in het
marine hospitaal te Nieuwedi-p overledn.
In het hospitaal worden nu nog slechts enke e
lfiders van de „Friso" verpleegd; 82 zfin er
reeds als hersteld ontslagen.
In den loop van September a. s. zal voor
de vervulling der betrekking vin adspi'at.t-
ingenieur van den rfiksw.terstaat een ver-
gelfikend onderzoek plaats hebben.
Toegelaten worJei Nederlanders, die een
voldoend examen als civiel ingenieur hebben
afgelegd aan de Polytechnische School te
Delft, mits zfi op 1 Januari a. s. niet ouder
zfin dan 28 jiar.
Aanmelding vóór 1 September a. s. aan
het Departement van W., H. en N. bfi op
zegel geschreven adre3.
Men zie verder de Staatscourant van he en.
In eene gisteravond talrfik bezochte
vergadering van de „Rooderfi vereeniging" te
Scheveningen is met algemeene stemmen
besloten met het oog zelfs op de veranderde
toestanden aan het strani, te behouden de
wakers aan het strand, de z.g. poek-.n, de
Ifinhalers, en voorts om te handhavtn de
bestaande wijze van de onderhanischj aan
besteding van de manden voor de visscherfi.
Nog werd besloten om het adres vanwt go
do permanente commissie voor do reedirfi
aan den gemeenteraad tot dankbetuiging voor
het in de jongste Raadsvergadering gei»«Amn
besluit in z.ke de visschershave.i, te doen
onderteekenen door alle readers en han itLren.
Van het laatste tiental jongelui, opgeroepen
om op het departement van marine examen
te doen als leerling-machinist, zfin drie genees
kundig afgekeurd. Er hadden zich 76 aange
geven, daarvan zfin 3 niet opgekomen en 31
afgekeurd, dus 42 geëxamineerd.
B. en W8. van Haarlem stellen aan den
Raad voor, den heer M. C. Wildeman, te
's Gravenhage, als adjunct archivaris der ge
meente te benoemen.
Omtrent het aan arbitrale uitspraak onder
worpen geschil tusschen Nederland en Groot-
Britanniö betreffende de „Cost* Rica Packet"
vernemen wfi, dat thans door de Engelsche
regeering eene nieuwe memorie (repliek) is
ingediend. Do Nederh.ndscho regeering heeft
nu nog een termfin, om harerzfids een laatste
memorie in te dienen. NR. Ct.)
Bfi kor.inklfik besluit is benoem J tot
burgemeester der gemeente Alem c. aJ.
Van Waardenburg, secretaris dier gemeente.
De heer J. M. Meerburg, met ingang van 6
Juli a. s., benoemd tot adelborst 1ste kl. bfi
de Koninklijke Nederlandsche Marine-Reserve.
De machinist 1ste kl. in het vaste corps
S. Taaie, benoemd tot officier-machinist 2do
ki. bfi 's Rfiks stoomvaartdienst, met ingang
van 16 Juli a. s.
Pensioen verleend aan: C. J. Van Hecke,
brugwachter, f 387 A. Verdfik, bakenmeester,
f 380; H. Tfiveleyn, brugwachter, f 248; J. J.
Schamper, kamerbewaarder, f 448 's jaars.
In den dood gevolgd.
i)
Het was in Maart van het jaar 1883. Na
een verblfif van drie maanden te Valparaiso
had ik mfi op de passagiersboot „Aconcagua"
naar het noorden van Chili ingescheept. Het
was mfin voornemen, over Callao en Panama
naar San Francisco te varen en van daar
over Nieuw York mfin terugreis naar Europa
te aanvaarden. Mfin Chileensche vrienden
hadden mfi van een massa aanbevelings
brieven voorzien, zoodat ik hopen mocht overal,
waar ik zou pleisteren, een vnendelfike ont
vangst en gedienstige gidsen te vinden.
Wfi hadden al een aantal kleine havens
gepasseerd. Te Iquique was ik aan wal gegaan,
om de wereldberoemde salpeterbeddingen in
oogenschouw te nemen, en had eenige dagen
later met de „Amazonas" mfin reis voort
gezet. Den 3l8ten Maart liepen wfi Arica
binnen, waar ik weer tot de aankomst van
de volgende stoomboot dacht te blfiven.
Arica, eens onder do Spaanscbe heorschappfi
een bloeiende handelsstad, zag sedert het
jaar 1833, toen het door een verschrikkelijke
aardbeving geheel verwoest werd, meer en
meer zfin aantal inwoners slinken, zoodat het
nu nog slechts ongeveer vier duizend zielen
telt Zfin beteekenis ontleent Arica nu bfina
uitsluitend aan zfin haven, die den sleutel
voor het noordelfik deel van Chili met zfin
rijke salpeterbeddingen vormt. In do jaren
1879 tot 1881, in don oorlog tusschen Chili
eenerzfids en Peru en Bolivia ter anderer
zfide, heeft het een belangrfike rol gespeeld,
want van daar uit begonnen de operaties van
het roemrfike Chileensche leger, om Callao
en Lima aan te tasten, waarheen de laatste
overblijfselen der-Peruaansche legermacht zich
teruggetrokken hadden.
Thans lag de stad, die nu voorgoed in het
bezit van Chili gekomen was, met haar
vriendelijke, bont geverfde huisjes, die bfina
alle van hout opgetrokken zfin, voor mfi; zfi
maakte met haar lommerrijke lanen, het
zachte, door de zeebries getemperde kümaat
bfina den indruk van een badplaats.
Ik begaf mfi naar de woning van overste
Belares, die na het einde van den oorlog op
verzoek gepensionneerd was. Het verlies zfiner
eenige dochter, zeide men, had hem daartoe
bewogen.
Op mfin kloppen werd de deur geopend
door een oude dienstbode, aan wie ik mfin
aanbevelingsbrief overhandigde. Een poosje
later verscheen de overste zelf.
Het was een statige, waardige heer van
ongeveer vfif en vfiftig jaren, die echter
door den zilverwitten baard, die zfin vrien
delijk, ernstig gezicht omlfistte, op het eerste
gezicht tien jaar ouder scheen. Hfi ontving
mfi warm en hartolfik als een ouden bekende en
inviteorde mfi, zfin ontbfit met hem te deelen.
We waren weldra in een druk gesprek
gewikkeld. Met bijzondere belangstelling
informeerde hfi naar onzen gemeenschap-
pelfiken vriend te Valparaiso, op wiens aan
beveling ik hem opgezocht had.
„Arme Fernando!" zeide bfi. „Hfi heeft
zwaar geleden. De oorlog heeft hem zfin
oudsten zoon ontrukt; maar hem bleven er
nog twee hfi mag niet klagen."
Het was, alsof het ongeluk van zfin vriend
hem zfin eigen verlies deed gevoelenhfi
verzonk in diep gepeins, waarin ik hem niet
durfde storen.
Na eenige oogenblikken rees hfi verschrikt
op. „Vergeef mfi," zeide hfi, „dat ik mfin
plichten als gastheer zoo slecht nakom 1 Maar
ons gesprek heeft de geesten van het ver
leden opgeroepen, en nu valt het mfi moeilfik,
ze weer te verdrfiven. Ik vrees, dat Fernando
u een slechten dienst bewezen heeft, toen hfi
u naar mfi verwees; ik ben niet meer de
vroolfike prater, dien hfi eens in mfi gekend
heeftik ben nog sleGhts een oude, gebroken
man Maar als ge een weinig consideratie met
mfi wilt hebben, beloof ik u, zfin aanbeveling
ten minste geen schande aan te doen."
Deze opmerking bad iets pfinlfiks voor mfi.
Ik moest inzien, dat mfin bezoek den ouden
heer stoorde, en ik was niet in staat er iets
aan te veranderen, want eerst na drie dagen
had ik gelegenheid mfin reis voort te zetten,
en eens in zfin huis, mocht ik er niet aan
denken, van zfin gastvrijheid afstand te doen.
Ik was te goed bekend met de zeden van het
land, om niet te weten, dat hfi dat als een
grove beleediging zou opnemen.
Ik bleef dus en had er geen berouw van.
Reeds in den loop van den eersten dag leerde
ik mfin gastheer kennen als een man, die
mfi genegenheid en achting tevens inboezemde.
Zfin manlfike verschijning, zfin heldere bhk^
die onder het spreken dikwfils nog van jeugdig
vuur vlamde, de volle, weeke klank zfiner
stem dat alles trok mfi tot hem aan en
dwong mfi een gevoel van eerbied af, gelfik
een zoon voor zfin vader koestert.
De oude dienstbode had ons het avondeten
buiten gebracht; de zon was juist onder
gegaan en van de zee woei een zachte, ver
koelende bries. Onze sigaren rookende, genoten
wfi zwfigend de heerlijke koelte van den
avond. Een poosje later bracht de oude haar
meester hoed en stok.
Mfin gasthoer keek een oogenblik besluite
loos voor zich en zeide toen tot mfi: „Gfi zult
het een ouden man ten goede houden, als hfi
niet gaarne van zfin gewoonten afwfikt wilt
gfi mfi op mfin avondwandeling vergezellen
Ik antwoordde bevestigend en don José
ging voort: „Het is geen vroolfik gezelschap,
dat ons wacht, maar ik heb het zóó lief
gekregen, dat ik er geen avond buiten kan.
Gfi zult begrfipen, waarheen ik u brengen
wil: naar het graf mfiner kinderen."
Wfi gingen naar het nabijgelegen kerkhof.
Op de korte schemering was de avond gevolgd,
de maan was opgegaan en verlichtte met
haar zacht licht het vreedzame oord, welks
plechtige rust mfi devoot stemde. Ik volgde
mfin gids, die zich zwfigend en langzaam naar
het midden wendde en voor een omheinde
plek bleef staan. Hfi opende bet kleine hek
en wenkte mfi, nader te komen. Daarop ging
hfi op een bank zitten en liet het hoofd in
de handen rusten, ter wfi l ik de plek in oogen
schouw nam, die het stoffelijk omhulsel zfiner
kinderen bevatte.
ln een eenvoudige zerk, die plat op het
gras lag, stonden naast elkander twee
namen gebeiteld: „Ramon Arrieto" en „Elzira
Belares." Daaronder: „Gestorven den 6den
Juni 1880." Deze gemeenschappelijke datum
van den sterfdag was het eenige op n< rkelfike
aan het eenvoudige graf, voor 't welk ik lang,
in gepeins verzonken, stond. De meest ver
schillende gedachten bestormden mfi. Ik had
vroeger van slechts een dochter gehoord, die
mfin vriend verloren badbfi daarentegen had
mfi van „zfin kinderen" gesproken, en bier
uit de beide namen leerde ik, dat het geen
broer en zuster waren, die de grafsteen
dekte. Welk moedoogenloos lot zou den
levensdraad van deze twee op één dag afge
sneden hebben?
De diepe stem van mfin begeleider wekte
mfi uit mfin overdenkingen.
„Ga zitten," zeide bfi. „Ik zal de vragen
oplossen, die uw geest bezig houden. Het is
do eerste maal sedert dien dag, dat ik over
de treurige gebeurtenissen spreek, die mfi in
één slag tot een ouden man gemaakt hebben.
Het zal mfi wèl doen, eens in woorden te
zeggen, wat ik in gedachten eiken dag doorleef.
Ik ben van geboorte een Peruaan en heb
als soldaat een veelbewogen loopbaan gehad.
Reeds als jongmensch werd ik in de tallooze
revoluties verwikkeld, die het land tot het
jaar 1845 voordurend beroerden. Dauop ves
tigde ik mfi te Arica, waar ik in I860 trouwde.
sWordi vervolgd.)