N°. 71153. Maandag Juli. A®. 1398 f 1.10. <§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. LEIDSCH DAGBLA PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. Franco per post-s Afzonderlijke Nommers 1.40. 0.06. PRIJS DER ADVERTENTIÊN Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten do stad wordt ƒ0.05 berekend. Dit nommer bestaat uit DRIE Bladen. Eerste Blad. Leiden, i Juli. Btf den heer J. W. Wierda, boekhandelaar aan de Breestraat alhier, is thans iets moois te zien: een portret vergroot naar een kleiner dat er naast staat. Het is een lief dames kopje. De vergrooting is niet, zooals tot nog toe meestal het geval was, met krijt ge- teekend; maar ze is een monochrome-portret, vervaardigd in het atelier van de firma J. Fritz Co., te Frankfort a/M., waarvan de heer Wierda tot agent is aangesteld. Niet tegenstaande de fraaiheid der vergrootingen kan de prijs zeer billijk genoemd worden. Ter gelegenheid van den verjaardag van de Vorstin van Wied, prinses Marie der Nederlanden, zal morgen, Zondag, des namid dags te balftwee een parade worden gehouden op het Schuttersveld. Aangenomen is de toezegging van beroep naar de Ned.-Herv. gemeente te Voorhout door ds. G. Van Wfihe, to Arkel. Aan het postkantoor te Wassenaar werd gedurende het tweede kwartaal 1896 bij de Rijkspostspaarbank ingelegdf 3-565.67 en terugbetaald f 2795.66. Het laatst door dat kantoor uitgegeven boekje draagt het nummer 514. Aan bet Rijkstelephoonkantoor te Was senaar, geopend 25 Januari, werden gedurende het eerste halfjaar 1896 behandeld 481 tele grammen, waarvan 245 verzonden en 236 ontvangen. Het aantal behandelde telegrammen gedu rende de maand Juni be:roeg 125 en wel 62 verzonden en 63 ontvangen. Omtrent de plechtige bijzetting in den koninklijken grafkelder te Delft van het uit Italië op Nederlandschen l odem overgebrachte stoffelijk hulsel van Willem George Frederik van Oranje-Nassau meldt men, als vervolg op het gisteren reeds medegedeelde, uit Delft dd. 3 Juli nog het volgende: Delft had heden zfin gewoon kalm aanzien, tot ongeveer een uur voor den aanvang der plechtigheid, toen de militaire macht de straten en grachten ging bezetten. Achter de haag van soldaten vormden zich toen talrijke groepen, terwijl ce vensters van de huizen, waarlangs de stoet zich zou bewegen, door nieuwsgierigen werden bezet. De trein met het stoffelijk overschot kwam op den vastgestelden tijd aan. De rouwwagen vormde het achtergedeelte en de autoriteiten, die voor deze plechtigheid waren aangewezen, stonden voor de plek, waar de spoorrijtuigen stil hielden. De adjudant, Jbr. Van de Poll, stelde zich aan den burgemeester van Delft voor. Inmiddels werd het zegel, dat aan het slot van den vervoerwagen was bevestigd, ver broken door den adjudant baron Sirtema van Grovestins. 't Allereerst werden de prachtige bloemstukken te voorschijn gebracht, in Italië op de urn gelegd, en vervolgens droegen eenige onderofficieren het kistje, gewikkeld in vlaggen doek, naar de gereedstaande met zwart rouw- laken overtrokken baar. Op dit oogenblik brachten alle officieren en militairen het eere- 8aluut. Generaal Ver6pyck trad naar voren en legde in naam van de Koninginnen den krans op de achtkantige kist neder. Deze krans was saamgesteld uit lauwerbladen en rustte tegen twee palmtakken, een en ander beves tigd aan twee satijnen Oranjelinten. Op het eene de gekroonde W, op het andere de ge kroonde E, afgezet met gouden franje. Statig en in diepe stilte schreed men langs een hellend perron naar het buitenplein, alwaar de trompetters der cavalerie een marsch bliezen, zoodra het gevolg in het gezicht kwam. Op het affuit was reeds bevestigd een houten bekleedsel in den vorm van een lijkkist. Op dezo verhevenheid werd het omhulsel met het prinselijk overschot, dat de gedaante had van een katafalk, bekleed met zwart laken met oranjebiezen en oranjelint, verzegeld. Deze urn werd echter aan het oog onttrokken door de bedekking met de Nederlandsche vlag. Wat den tocht door de stad vooral praal bijzette, waren do omvangrijke bloemstukken, cie het voertuig met het gebeente van den prins omgaven en als het ware een zich voort- bewegenden tuin vormden te midden van het militair cordon. Twee onderofficieren droegen een peervormigen krans van kolosscue afme tingen vooruit. Blijkens de opschriften was het een nederige hulde van den prefect van Padua. De ster van witte bloemen, die zich boven dit samenstel van de met wapens en wapenschilden door werkte bloemen verhief, was reeds uit de verte zichtbaar. Twee andere kransen, even breed van conceptie, waren aan het affuit gehangen. Op één daarvan zag men de jaar tallen 17991896. De trein trok in de beste orde door de straten, vol nieuwsgierigen, en kwam kwart voor ééeen op de Markt aan, die ter weerzijden van een breede afgezette strook, vol volk stond. De cavalerie schaarde zich in bataille en tusschen do beide eskadrons vervolgde de 6toet zijn gang naar de kerk, onder de tonen van de rouwtrom, door de tamboers van de eerewacht geslagen, tot het oogenblik dat men de kerk binnentrad. Aan den ingang stonden de Italiaansche, Duitsche en Oostenrijksche gezanten in hun rfike kostumes. Beide laatstgenoemden legden op de kist geheel uit witte rozen bewerkte kransen, verbondenhet Duitsche huldeblijk aan een wit lint met de keizerskroon boven het W. I. R.de Oostenrijksche bloemen- gave aan de kleuren van dat Rijk met het apostolische wapen boven de initialen F. J. I. R. A. Het linnendragen der overblijfselen was zeer indrukwekkend, vooral toen, nadat de drempel van het bedehuis was overschreden, het orgel der Nieuwe Kerk de marche funèbre van Nicolai inzette. Achter de baar sloten zich de vreemde gezanten onmiddellijk aan. De burgemeester ontving den stoet bij den grafkelder, waarin eerst alle bloemen werden gedragon, behalve die der Koninginnen, welke op hot deksel van de kist bleven liggen. Bi) het dalen der kist in den kelder deed het orgel het Wilhelmus van Nassouwen in G. mineur hooren, een goed gedachte herinne ring aan het feit, dat een loot van den Oranje stamboom in het graf zijner vaderen werd verzameld. Baron Du Tour van Bellinchave, generaal Dumonceau, baron Yan Hardenbroek en de burgemeester begeleidden de over blijfselen grafwaarts. Deze werden geplaatst in het eerste vak naast de nis, waar prins Frederik rust, en zfin bijgezet in dezelfde nis naast de grafstede zijner moeder Wilhelmina, gemalin van prins Willem Y. Na terugkeer van genoemde autoriteiten zeide de kamerheer-ceremoniemeester, graaf Yan Randwfiok, ingevolge de hem vanwege H. M. de Koningin-Regentes gegeven bevelen, dank aan allen voor hunne tegenwoordigheid bij de plechtigheid. Men verliet de kerk onder de tonen van Beethovens treurmarsch. De gezanten gingen vervolgens in den grafkelder de plaats bezoeken waar zooeven het overschot, dat zoovele jaren in vreemde aarde rustte, was bijgezet. Nog worden de volgende bijzonderheden ter aanvulling gemeld: Onderofficierendrager8 waren nog serg.- majoor Spronk, sergeant Oudt, van de genie troepen, de wachtmeesters Kamerbeek en Bertsma, van de rijdende ariiiic-rie,-sergeants De Jager en De Yos, van de torpedo compagnie. De wethouders, aan het station aanwezig, waren de heeren Roest, Vtrmaes, Kipp, met den secretaris van Delft, mr. Bfiban. Onder de Kamerheeren behoor..n nog ver meld te worden baron Snouckaert, thesaurier en baron Snouckaert, oud-majoor dor cavalerie, dr. Thomée, als waarnemend commandant der schutterij aan het station. De opstelling en gang van den stoet en de geheelj voorbereiding der plechtigheid waren voortreffelijk geregeld door den adjudant der Koningin Jhr. v. d. Poll. Uit het gebouw der Polytechnische School woei de Nederlandsche vlag halfstok. In het „Hotel den Ouden Doelen" te 's Gravenhage zfin aangekomen Z. Ex. luite nant-generaal Brassine, minister van oorlog in België, en generaal Maton, beiden van Brussel. De minister van waterstaat, de heer Ph. W. Van der Sleyden, is gisternamiddag te Leeuwarden aangekomen, om heden de ten toonstelling aldaar te openen. Z. Ex. heeft zfin intrek genomen ten huize van den Commissaris der Koningin, mr. B. P. baron Van Harinxma thoe Siooten. Jhr. mr. G. J. Th. Beelaerts van Blok land, buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister van de Zuid-Afrikaansche Republiek bfi verschillende mogendheden, is naar Ham burg vertrokken, gevolg gevende aan een uitnoodiging van het bestuur der Duitsche Oost-Afrikaansche stoomvaartlijn tot het bfiwonen van een proeftocht met de nieuwe Transatlantische stoomboot „Herzog". Te Schiedam heeft de commissie van toezicht op het lager onderwijs aan den ge meenteraad medegedeeld, dat zij ernstig over wogen heeft of het niet wenschelijk zou zfin, dat de commissie werd bfigestaan door eenige dames, bfizonder belast met het toezicht op het onderwfis in de handwerken. De commis sie achtte het raadzaam eerst het oordeel van de hoofden der openbare scholen daaromtrent te vernemen, en dit luidde eenparig afkeurend, op grond, dat noch wenschelfik, noch noodig was nieuwe schoolautoriteiten te scheppen. De zangeres W. Jenny Fischer, thans als badgast verblfif houdende in het Hotel Kurhaus te Scheveningen, zal zich vermoede Ifik Dinsdagavond doen hooren op het concert in de Kurzaal. Naar aanleiding van de tentoonstelling van schoone kunsten, het vorige jaar te Venetië gehouden, hebben de Kroonorde van Italië ontvangen de heeren Jos. Israels, H. W. Mesdag en Ph. Zilcken. De heer Zilcken was in die dagen Nederlandsch gedelegeerde te Venetië en behartigde er de belangen van zfin landgenooten. Bfi de eind-examens der Polytechnische School te Delft zfin behalve de gemelde thans geslaagd de volgende heeren: Technologen F. H. Efidman Jr., P. M. Van Haarst, A. Heldring, H. J. Koning, S. H. Mei huizen, J. Rutten on L. G. Vliegenthart. Civiel ingenieurs: H. Van Berckel, H. Bieze- veld, Cd. Bfil, C. L. Van der Bilt, M. B. N. Bolderman, M. C. E. Bongaerts, J. Bruins, W. J. Burgersdfik, A. W. C. Dwars, A. J. Dfikstra, Ph. Van der Kaaden, J. W. De Bruyn Kops, E. A. J. H. Modderman, W. F. C. Schaap Jr., Jhr. L. F. Teixeira de Matthos, H. E. Verschoor, F. Vos W.F.zn., L. C. Westhoff en J. Wouters. Bouwkundig ingenieur: W. F. C. Schaap Jr. Door den minister van marine is te Nieuwediep een commissie benoemd, ten einde te onderzoeken of de groole uitbreiding, der berri berri aan boord van Hr. Ms. „F;iso" werkelfik aan de victualie moet worden geweten. Het „Haagsche Dagblad" voegt hieraan toe: „Men vermoedt algemeen, dat de „Friso" is geïnfecteerd door schepelingen, welke in Indië van Hr. Ms. „Padang" op de „Friso" zfin overgegaan, om met dien oorlogsbodem te repatriëeren, welk vermoeden te meer grond vindt in het feit, dat de tot nog toe overledenen allen van de „Padang" afkom stig zfin. „Blfikens het geneeskundig rapport, ver nemen wfi van bevoegde zfiöe, is een der schepelingen, behoorende tot de bemanning van Hr. Ms. „Friso onlangs niet aan berri- berri overleden, doch aan waterzucht, een ziekte, welke meermalen voorkomt bfi per sonen, die lang in de tropen vertoefd hebben en wier weerstandsvermogen daardoor is afgenomen. „Gisteren stierf weder een der scnepelingen van genoemden bodem, een korporaal der mariniers, aan aezelfde ziekte." Uit Nieuwediep schrfift men tevens aan het „Hbl.": Het aantal sterfgevallen onder de zi k n van het oorlogsfregat lohan Willem Friso" bedraagt thans drie. De korporaal der mariniers Appeldoorn, die reeds dadelfik tot de meest ernstige zieken werd gerekend, is nl. in het marine hospitaal te Nieuwedi-p overledn. In het hospitaal worden nu nog slechts enke e lfiders van de „Friso" verpleegd; 82 zfin er reeds als hersteld ontslagen. In den loop van September a. s. zal voor de vervulling der betrekking vin adspi'at.t- ingenieur van den rfiksw.terstaat een ver- gelfikend onderzoek plaats hebben. Toegelaten worJei Nederlanders, die een voldoend examen als civiel ingenieur hebben afgelegd aan de Polytechnische School te Delft, mits zfi op 1 Januari a. s. niet ouder zfin dan 28 jiar. Aanmelding vóór 1 September a. s. aan het Departement van W., H. en N. bfi op zegel geschreven adre3. Men zie verder de Staatscourant van he en. In eene gisteravond talrfik bezochte vergadering van de „Rooderfi vereeniging" te Scheveningen is met algemeene stemmen besloten met het oog zelfs op de veranderde toestanden aan het strani, te behouden de wakers aan het strand, de z.g. poek-.n, de Ifinhalers, en voorts om te handhavtn de bestaande wijze van de onderhanischj aan besteding van de manden voor de visscherfi. Nog werd besloten om het adres vanwt go do permanente commissie voor do reedirfi aan den gemeenteraad tot dankbetuiging voor het in de jongste Raadsvergadering gei»«Amn besluit in z.ke de visschershave.i, te doen onderteekenen door alle readers en han itLren. Van het laatste tiental jongelui, opgeroepen om op het departement van marine examen te doen als leerling-machinist, zfin drie genees kundig afgekeurd. Er hadden zich 76 aange geven, daarvan zfin 3 niet opgekomen en 31 afgekeurd, dus 42 geëxamineerd. B. en W8. van Haarlem stellen aan den Raad voor, den heer M. C. Wildeman, te 's Gravenhage, als adjunct archivaris der ge meente te benoemen. Omtrent het aan arbitrale uitspraak onder worpen geschil tusschen Nederland en Groot- Britanniö betreffende de „Cost* Rica Packet" vernemen wfi, dat thans door de Engelsche regeering eene nieuwe memorie (repliek) is ingediend. Do Nederh.ndscho regeering heeft nu nog een termfin, om harerzfids een laatste memorie in te dienen. NR. Ct.) Bfi kor.inklfik besluit is benoem J tot burgemeester der gemeente Alem c. aJ. Van Waardenburg, secretaris dier gemeente. De heer J. M. Meerburg, met ingang van 6 Juli a. s., benoemd tot adelborst 1ste kl. bfi de Koninklijke Nederlandsche Marine-Reserve. De machinist 1ste kl. in het vaste corps S. Taaie, benoemd tot officier-machinist 2do ki. bfi 's Rfiks stoomvaartdienst, met ingang van 16 Juli a. s. Pensioen verleend aan: C. J. Van Hecke, brugwachter, f 387 A. Verdfik, bakenmeester, f 380; H. Tfiveleyn, brugwachter, f 248; J. J. Schamper, kamerbewaarder, f 448 's jaars. In den dood gevolgd. i) Het was in Maart van het jaar 1883. Na een verblfif van drie maanden te Valparaiso had ik mfi op de passagiersboot „Aconcagua" naar het noorden van Chili ingescheept. Het was mfin voornemen, over Callao en Panama naar San Francisco te varen en van daar over Nieuw York mfin terugreis naar Europa te aanvaarden. Mfin Chileensche vrienden hadden mfi van een massa aanbevelings brieven voorzien, zoodat ik hopen mocht overal, waar ik zou pleisteren, een vnendelfike ont vangst en gedienstige gidsen te vinden. Wfi hadden al een aantal kleine havens gepasseerd. Te Iquique was ik aan wal gegaan, om de wereldberoemde salpeterbeddingen in oogenschouw te nemen, en had eenige dagen later met de „Amazonas" mfin reis voort gezet. Den 3l8ten Maart liepen wfi Arica binnen, waar ik weer tot de aankomst van de volgende stoomboot dacht te blfiven. Arica, eens onder do Spaanscbe heorschappfi een bloeiende handelsstad, zag sedert het jaar 1833, toen het door een verschrikkelijke aardbeving geheel verwoest werd, meer en meer zfin aantal inwoners slinken, zoodat het nu nog slechts ongeveer vier duizend zielen telt Zfin beteekenis ontleent Arica nu bfina uitsluitend aan zfin haven, die den sleutel voor het noordelfik deel van Chili met zfin rijke salpeterbeddingen vormt. In do jaren 1879 tot 1881, in don oorlog tusschen Chili eenerzfids en Peru en Bolivia ter anderer zfide, heeft het een belangrfike rol gespeeld, want van daar uit begonnen de operaties van het roemrfike Chileensche leger, om Callao en Lima aan te tasten, waarheen de laatste overblijfselen der-Peruaansche legermacht zich teruggetrokken hadden. Thans lag de stad, die nu voorgoed in het bezit van Chili gekomen was, met haar vriendelijke, bont geverfde huisjes, die bfina alle van hout opgetrokken zfin, voor mfi; zfi maakte met haar lommerrijke lanen, het zachte, door de zeebries getemperde kümaat bfina den indruk van een badplaats. Ik begaf mfi naar de woning van overste Belares, die na het einde van den oorlog op verzoek gepensionneerd was. Het verlies zfiner eenige dochter, zeide men, had hem daartoe bewogen. Op mfin kloppen werd de deur geopend door een oude dienstbode, aan wie ik mfin aanbevelingsbrief overhandigde. Een poosje later verscheen de overste zelf. Het was een statige, waardige heer van ongeveer vfif en vfiftig jaren, die echter door den zilverwitten baard, die zfin vrien delijk, ernstig gezicht omlfistte, op het eerste gezicht tien jaar ouder scheen. Hfi ontving mfi warm en hartolfik als een ouden bekende en inviteorde mfi, zfin ontbfit met hem te deelen. We waren weldra in een druk gesprek gewikkeld. Met bijzondere belangstelling informeerde hfi naar onzen gemeenschap- pelfiken vriend te Valparaiso, op wiens aan beveling ik hem opgezocht had. „Arme Fernando!" zeide bfi. „Hfi heeft zwaar geleden. De oorlog heeft hem zfin oudsten zoon ontrukt; maar hem bleven er nog twee hfi mag niet klagen." Het was, alsof het ongeluk van zfin vriend hem zfin eigen verlies deed gevoelenhfi verzonk in diep gepeins, waarin ik hem niet durfde storen. Na eenige oogenblikken rees hfi verschrikt op. „Vergeef mfi," zeide hfi, „dat ik mfin plichten als gastheer zoo slecht nakom 1 Maar ons gesprek heeft de geesten van het ver leden opgeroepen, en nu valt het mfi moeilfik, ze weer te verdrfiven. Ik vrees, dat Fernando u een slechten dienst bewezen heeft, toen hfi u naar mfi verwees; ik ben niet meer de vroolfike prater, dien hfi eens in mfi gekend heeftik ben nog sleGhts een oude, gebroken man Maar als ge een weinig consideratie met mfi wilt hebben, beloof ik u, zfin aanbeveling ten minste geen schande aan te doen." Deze opmerking bad iets pfinlfiks voor mfi. Ik moest inzien, dat mfin bezoek den ouden heer stoorde, en ik was niet in staat er iets aan te veranderen, want eerst na drie dagen had ik gelegenheid mfin reis voort te zetten, en eens in zfin huis, mocht ik er niet aan denken, van zfin gastvrijheid afstand te doen. Ik was te goed bekend met de zeden van het land, om niet te weten, dat hfi dat als een grove beleediging zou opnemen. Ik bleef dus en had er geen berouw van. Reeds in den loop van den eersten dag leerde ik mfin gastheer kennen als een man, die mfi genegenheid en achting tevens inboezemde. Zfin manlfike verschijning, zfin heldere bhk^ die onder het spreken dikwfils nog van jeugdig vuur vlamde, de volle, weeke klank zfiner stem dat alles trok mfi tot hem aan en dwong mfi een gevoel van eerbied af, gelfik een zoon voor zfin vader koestert. De oude dienstbode had ons het avondeten buiten gebracht; de zon was juist onder gegaan en van de zee woei een zachte, ver koelende bries. Onze sigaren rookende, genoten wfi zwfigend de heerlijke koelte van den avond. Een poosje later bracht de oude haar meester hoed en stok. Mfin gasthoer keek een oogenblik besluite loos voor zich en zeide toen tot mfi: „Gfi zult het een ouden man ten goede houden, als hfi niet gaarne van zfin gewoonten afwfikt wilt gfi mfi op mfin avondwandeling vergezellen Ik antwoordde bevestigend en don José ging voort: „Het is geen vroolfik gezelschap, dat ons wacht, maar ik heb het zóó lief gekregen, dat ik er geen avond buiten kan. Gfi zult begrfipen, waarheen ik u brengen wil: naar het graf mfiner kinderen." Wfi gingen naar het nabijgelegen kerkhof. Op de korte schemering was de avond gevolgd, de maan was opgegaan en verlichtte met haar zacht licht het vreedzame oord, welks plechtige rust mfi devoot stemde. Ik volgde mfin gids, die zich zwfigend en langzaam naar het midden wendde en voor een omheinde plek bleef staan. Hfi opende bet kleine hek en wenkte mfi, nader te komen. Daarop ging hfi op een bank zitten en liet het hoofd in de handen rusten, ter wfi l ik de plek in oogen schouw nam, die het stoffelijk omhulsel zfiner kinderen bevatte. ln een eenvoudige zerk, die plat op het gras lag, stonden naast elkander twee namen gebeiteld: „Ramon Arrieto" en „Elzira Belares." Daaronder: „Gestorven den 6den Juni 1880." Deze gemeenschappelijke datum van den sterfdag was het eenige op n< rkelfike aan het eenvoudige graf, voor 't welk ik lang, in gepeins verzonken, stond. De meest ver schillende gedachten bestormden mfi. Ik had vroeger van slechts een dochter gehoord, die mfin vriend verloren badbfi daarentegen had mfi van „zfin kinderen" gesproken, en bier uit de beide namen leerde ik, dat het geen broer en zuster waren, die de grafsteen dekte. Welk moedoogenloos lot zou den levensdraad van deze twee op één dag afge sneden hebben? De diepe stem van mfin begeleider wekte mfi uit mfin overdenkingen. „Ga zitten," zeide bfi. „Ik zal de vragen oplossen, die uw geest bezig houden. Het is do eerste maal sedert dien dag, dat ik over de treurige gebeurtenissen spreek, die mfi in één slag tot een ouden man gemaakt hebben. Het zal mfi wèl doen, eens in woorden te zeggen, wat ik in gedachten eiken dag doorleef. Ik ben van geboorte een Peruaan en heb als soldaat een veelbewogen loopbaan gehad. Reeds als jongmensch werd ik in de tallooze revoluties verwikkeld, die het land tot het jaar 1845 voordurend beroerden. Dauop ves tigde ik mfi te Arica, waar ik in I860 trouwde. sWordi vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 1