D. SIL JEE,
Brandkasten ei Kluisflenren.
H°. 11150.
Donderdag 3 Juli,
A0. 1896
<§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
PERSOVERZICHT.
f140. Meikersen, f 1.40.
meest versterkende drank.
I'S
beste Bier voor dageüjksch gebruik.
I. P. RIEDEL, Booaaarkl.
Ruim 1600 verschillende soorten Stoelen,
«F. LiIPS IBïs.,
van INBRAAXVR1JE, met Staal gepantserde
J. VAN ZANTEN Co., Hofleveranciers,
Haven Ö/S. Haven O/S.
Grossierderij in Wijnen, Likeuren en Gedistilleerd.
Feuilleton.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. 1.10.
Franco per post1.40.
Afzondorlyko Nommerson-.
PRIJS DER ADVERTENTTËN
Van 1—6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17}. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
r(= 1
Tweede Blad.
In een „Brief uit de Hofstad" aan deArn-
hemsche Courant staat te lezen:
„Laat ons als goede Nederlanders elkander
geluk wenschen met het vinden van de echte,
onvervalschte overblijfselen van den
zoon van Willem V t e P a d u a, dio
vroeger niet gevonden konden worden. Dat
de vondst heeft plaats gehad, verwondert my
niet; het was wel vooruit te voorspollen ge
weest, dat, nadat er eenmaal besloten was
geweest, dat de overblijfselen in quaostie naar
Nederland overgevoerd moesten worden, ze
ook. aan den dag zouden komen. Alleen be
wast hot weinig handigheid by den Nederland
scbon gedelegeerde, dat de vondst niet heeft
plaats gehad, terwijl hy zich te Padua bevond.
Nu moet de geheele comedie opnieuw opge
voerd worden, de „Van Speyk" weder van
eeno „chapelle ardente" voorzien naar Vene
tië terugstoomen en de officiéale eiktnning
van het gebeente plaats hebben, om door de
plechtige ter-aarde-bestelling per affuit te Delft
te worden gevolgd. Gelukkig, dat ook hier
het onderzoek naar het vaderschap wel niet
bepaald verboden, maar door de omstandig
heden uitgesloten is.
Is men wel juist - dit zij aan bevoegde
goschiedvorschers gevraagd met aan den
prins, wieu deze min of meer incoherente
posterieure plechtigheid geldt, den naam van
Fredenk van Oranje te geven? Dien titc-1
droeg in de Republiek alleen het hoofd
van het geslacht, wat deze jong gestorven
vorst nooit is geweest; de anderen noemden
zich graaf van Nassau, welken titel Willem
I na zijn abdicatie weer aannam, omdat prins
van Oranje krachtens de Grondwet de naair
van den troonsopvolger was geworden".
In „Amsterdamscbe Brieven" van het
Haagsche Dagblad leest men:
Van vereenigingen althans openbare
van kwartjesvinders, flesschentrekkers en
dergelijke edele leden der maatschappij, hoort
men nog niet, maar dat de misdadigers
bier een groote in hot duister werkende bende
vormen, die haar vertakkingen niet alleen
over Amsterdam, maar ook over tal van
andore plaatsen in ons land uitspreidt en
zelfs in verbinding staat met het buitenland,
is boven eiken twyfel verheven.
Ingewijden hebben mij verzekerd, dat in
sommige buurten hier huizen zijn, waar de
smeltkroes den geheelen dag op het vuur
staat. De eigenaar staat gewoonlijk in den
deurpost zich in de beschouwing der schoons
natuur te verlustigen en gaat, zijn pijp uit
kloppende, naar binnen, als hy in de verte
een lid van de bende ziet naderen. Deze volgt
hem naar de „werkplaats" en is er daar
persoonlijk getuige van, hoe het kostbare
voorwerp, dat op de een of andere schalke
(l) Deze onderstelling van den j orreepondent ia
ODjuiet geileken; do overbrenging geschiedt nu per
spoor.
mai ie in zijn bezit is gekomen, in een anderen
vorm wordt omgegoten en onkenbaar gemaakt.
En als dan het resultaat van dit bedrijf uit
den smeltkroes is gekomen, gewogen en
afgerekend onder die kroeshoudors moeten
menschen zijn, die voor cliënten volkomen
vertrouwbaar zijn ook dan is beider geweten
gerustgesteld en nemen zjj afscheid van elkaar,
totdat een nieuw „zaakje" hen weer te zamen
brengt.
Over geheimhouding by de Bedrjjfs-
bolaating schrijft De Nieuwe Koerier:
In De Telegraaf werd er over geklaagd, dat
het geheim geschonden wordt door opmer
kingen, die het publiek kan doen by zittingen
van den ontvanger der directe belastingen op
de dorpen, tot hun kantoor behoorondo.
De Noordbrabanter zegt, dat het voorge
komen is op eon dorp in Noord-Brabant,
waar de burgemeester verklaarde: die per
soon moet hooger in den boofdelykon omslag
aangeslagen worden, omdat hy die som (met
opgave van het cyfer) in de Bedryfsbelasting
betaalt.
Wy zyn van oordeel, dat deze twee voor-
fa aelden met honderd andere kunnen ver
meerderd worden.
Die geheimhouding moet wel iedereen, dio
in de Bedryfsbelasting aangeslagen is, als een
bespotting in de ooren geklonken hebben, toen
by zag hoe men de zaak aanpakte.
Het ligt nog versch in het geheugeD, hoe
geheimzinnig alles toeging, toen vóór ruim
twee jaar die groote vellen papier vol vragen
in de bekende gele enveloppen verschenen.
Men sloofde zich af om al die vragen naar
best vermogen te beantwoorden; men vond
hot een ingewikkeld en dubbel vervelend
werkmen vroeg zich af, hoe minister
Pierson toch zulk een verbazond groot en
moeilyk stel vragen had klaar gekregen; men
ging om raad by zyn vertrouwde vrienden,
men zocht opheldering en toelichting, maar
men verzweeg zorgvuldig één zaak name
lijk voor hoeveel men zich had aangeslagen.
Onder vrienden zelfs was men te kiesch, om
naar dat geheimzinnige, aan niemand ter
wereld bekende bedrag te informeeren.
Zorgvuldig dichtgeplakt misschien wel
verlakt werden de groote enveloppen met
haar zwaarwichtigen iohoud binnen den be
paalden tyd aan den ontvanger of zyn klerk
overhandigd, en een paar maanden later
werd den belastingschuldige de boslissiDg der
hooge heeren in cyfers meegedeeld.
Tot zoo vor kwam de aaögifte alleen onder
de oogen van mannen, die door hun ambts
eed tot geheimhouding verplicht zyn.
Een enkele zaak echter kwam ons ver
dacht voor: de biljetten waren ingevuld, niet
door den ontvanger zelf, maar door zyn
klerk. En wat zullen velen onzer geachte
lezers vreemd opgekeken hebben, toen de
klerk op den dag van bètaling niettegen
staande hun uitdrukkelijke verklaring, dat zy
de Bedryfsbelasting wenschten t9 voldoen
met het leukste gezicht van de wereld aan
het loket hun papier en hun geld in ontvangst
nam en, na eenige becyforingen en schrappon
op het eerste gemaakt te hebben, dit den
ontvanger ter- onderteekening aanbood.
In eenige oogenblikken was zoodoende
weer een schoone illusie op wreede wyze
vernietigd. Men vond het onaangenaam, zyn
inkomsten tot den laatsten cent te moeten
opgeven; men vond het nog onaangenamer,
plotseling zooveel belasting meer te moeten
betalen dan vroeger, maar het alleronaan
genaamste was voor zeer velen zeker de
ontdekking, dat er van geheimhouding eigen-
ïyk geen sprake kan zyn.
Een ontvangersklerk mag een heel braaf,
flink en vertrouwd man zyn, maar hy is
niet onder eed gebonden, de cyfers, die hy
onder de oogen kreeg, te verzwegen. En zeker
zal hy zich niet daartoe verplicht achten,
als de ontvangor vandaag of morgen verklaart,
zyn diensten niet meer noodig te hebben, en
hy ook zelfs niet moer door eigenbelang
of voorzichtigheid tot zwygen aangespoord
wordt.
Nog veel minder zal de aankomende jongen
van 17 of 18 jaar, die aan een afzonderlek
tafeltje zit te schryven, zich tot zwygen
verplicht achteD, als by wellicht de biljetten
der Bedryfsbelasting moet invullen of indien
ze hem misschien toevallig in handen
komen.
Wij weten zeer goed, dat mannen, die
een vast, bekend inkomen hebben, niet lang
over bovenstaande bedenkingen zullen malen,
maar het staat vast, dat het overgroote aan
tal van hen, die in de Bedryfsbelasting zyn
aangeslagen, er ze6r aan zullen houden, dat
hun aangiften volstrekt geheim gehouden
worden, en niet wenschen, dat iedereen weet
aan te geven „hoe zwaar" zy zyn. Wy kun
nen ons voorstellen, dat huisvaders, die zich
in het gelukkige bezit van een half dozyn
huwbare dochters mogen verheugen, in g06nen
deele op dergeiyke publiciteit gesteld zyn.
Yan den anderen kant beseffen wy, dat
het den heeren ontvangers nogal moeilyk
zou vallen, het werk van de Bodryfsbelas-
ting alleen te moeten verrichten. Echter, met
goeden wil en desnoods door het aanstellen
van beëedigde klerken, kan toch een einde
gemaakt worden aan de hierboven aangeduiden
toestand, dio iedereen geweldig tegen de borst
moot stooten en het zy nog eens gezegd
een ware bespotting is van den belasting
schuldige.
De rechtspositie van den by-
zonderen onderwyzer. Het Chris
telijk Schoolblad bevat volgend scbryven:
„Zwak, uiterst zwak is onze rechtspositie.
Een enkele beslissing van een schoolbestuur
kan ons oen ongevraagd eervol ontslag be
zorgen. En dan is daartegen in den regel niets
te doen. Hooger beroep bestaat er niot.
Allerwreedst is het, dat men jarenlang een
onderwyzer gebruiken kan, om hem dan, als
hy zyn beste krachten aan de school gegeven
heeft, zonder veel omslag aan den dyk te
zetten. Dat is bovendien zeer oneeriyk, aan
gezien een onderwyzer, die In de eerste kracht
zijns levens yverïg arbeidt, beslist onder zyn
verdienste beloond wordt, maar den ook zeer
zeker recht heeft, dat hy by het afnemen
zyner krachten in het genot van zyn loon
gelaten worde.
Het wordt tyd, dat wy op deze zwakke
rechtspositie onzer christelyke onderwyzers
do aandacht vestigen. Zy brengt een gevaar
voor ons onderwys mede. Zy werkt nadeelig
op den lust, om zich aan het onderwys te
wyden.
Waarom ziet zulk een bestuur by de be
noeming niet wat beter uit do oogen? Dan
geven byredenen of aanbevelingen van predi
kanten soms den doorslag. Straks valt de
kennismaking niet mee, maar de verhouding
is nog draaglyk. Evenwel, de ware samen
werking ontbreekt en van toowyding of op
offering van de zyde des bestuurs blykt niet
veel. Dus mag het hoofd met ontoereikend
personeel werken. Dat mat hem af en werkt
weer ongunstig op het onderwys terug. Nu
komen er klachten, die de onbehaaglyke ver
houding nog ondraaglyker maken. Men zou
het hoofd wel willen ontslaan. Het hoofd
wordt dat wel gewaar. Toch aarzelt men nog.
Maar onder zulk een Damocleszwaard te
arbeiden, maakt zenuwachtig, gejaagd, geme-
ïyk. Het put uit en het arme slachtoffer
wordt ten slotte zyn ontslag haast waard.
Hobben wy verdicht?
En zijn er niet evenzeer gevallen, waarin
men den onderwyzer aanvankeiyk overdreven
lof toezwaaide, ook soms om byredenen, en
hem zoo bedierf en voor latere terechtwyzing
onvatbaar maakte, waardoor dan al wederom
de verhouding leed.
Gelukkig, dat er tal van goede, ja zelfs
uitnemende besturen zyn. Wy hebben per-
soonlyk nooit de genoemde ervaringen mogen
opdoen, maar wy hebben genoeg gehoord
en gezien, om met sommige collega's mede-
lydon to hebben.
Het wordt tyd om aan eene onderlinge
verzekering tegon dergelyke ongelukken to
gaan denken. Jammer slechts, dat do niet-
weldenkende besturen dan nog minder schroom
vallig in het ontslaan van hunne onderwyzers
zouden worden. Het kwaad zou verergeren,
als de gevolgen van het kwaad werden wegge
nomen.
Inderdaad, de rechtspositie onzer onder
wyzers is geenszins verzekerd.
En hoe lief wy de vryheid hebben en de
souvereiniteit in eigen kring niet willen aan
randen, toch zagon wy gaarne, dat door
zekere voorziening het recht van onredelyke
besturen beperkt werd om de rechten der
onderwyzers te schenden.-"
Verkoop van visch! Dr. Hoek
bespreekt in zyn Maandblad o. a. het gebrek
aan regelmaat ten aanzien van de eenheid
van maat of gewicht by den verkoop van
visch, en ontwikkelt daarover op de volgende
wyze zyn denkbeeld
„Ik geloof, dat er heelwat moeilykheden
zouden voorkomen worden, als de verkoops-
eeoheden voor publieke afslagen voorgoed,
desnoods by de wet, geregeld werden. Duitsch-
land, Geestemünde by v., geeft ons in deze
een uitmuntend voorbeeld. Wie van den
publieken afslag gebruik vril mikm.
werpe zich aan de bepalingen, die men,
rekening houdende met de belangen van
visschery en vlschhandel, heeft gemeend te
motten voorscbryven.
Daartoe behoort, dat het g wicht an de
visch, die afgeslagen zal worden, moet vast
staan. Alle aangevoerde visch moet in het
afslaggebouw gevoerd worden, wordt afge
wogen en per 50 kilogram verkocht; fijnere
viscb, tong, kabeljiuw, tarbot, worden alle
gewogen, zoodat elk, dio wenscht te koopen,
weet welke hoeveelheid hy voor zich heeft.
Dat ïykt omslachtig, maar is het in werkeiyk-
heid niet. Het komt er maar op aan, dat
men over de noodige handen en over eenigs-
zins geoefende handen beschikt. Dat or by
de invoering van zulk oen methode op een
grooten vischafslag gedurende de eerste
dagen eenige vertraging zou kunnen ont-
staaD, moet ik toegeven. Hoe spoedig zou
men echter aan den nieuwen gang van zaken
gewend zyn!
En dan waren wo ineens af van die
grootere en kleinere honderden, van die
tallen met 10 pCt. en 20 pCt. speling, van
die heele en halve kabeljauwen, heele en-
halve roggen, enz. Die groote, middelsoort
en kleine tongeD, die vaak „op heden" maar
klein vallen, enz. Dan zou het na eenigen
tyd ook mogelyk zyn antwoord te geven op
de vraag: Is de visch duurder geworden, i3
zy schaarscher dan voorheen of verbeelden
wy ons dat maar? Maar veel gewichtiger i3
het voordeel, dat de visschery er wel by
zou varen en de vischhandel zich veel beter
dan tot nog toe zou kunnen ontwikkelen."
LICHTSTERKTE.
Resultaten der waarnemingen aan de Oasfabriek,
WEEK van 7 tot en met 13 Juni.
Datum.
Uur
Aantal.
Gem. Eng.
Standk.
7 Juni
7.30
9.15
7
16.8
8
7.30
9.30
8
16.6
9
7.30
9.30
7
16.4
10
7.30
9.16
8
16.4
11
7.30
9.30
7
16.8
12
7.30
9.30
8
16.8
13
7.30
9.30
8
16.6
Ditbeteokent: Wanneer men 5 cubio feet =141.8
liters por nur van zulk gas verbrandt ia een Sngg's
London-Argaod-Standard burner No. 1, met 24 gaatjee,
wordt oen lioht verkregen, dat in sterkte gelgk staat
met 16.8, 16.6 enz. Staodaardkaaraen, waarvan elke
kaars 20 grains 7.8 grammen Spermaceti per nar
verbrandt.
Sn de Sted. Werklui*. z||a opgenomen:
DATUM.
DAQB5.
Volw.
para.
Kinde
ren.
Totaal
21 Juni.
Zondag
39
5
44
22
Maandag.
06
6
72
23
Dinadag
71
14
86
24
Woensdag.
75
17
92
25
Donderdag
77
15
92
26
Vrijdag
73
13
86
27
Zaterdag.
68
8
70
Vervolg der Advertentiën.
Ni ontvangst van Postwissel, groot ƒ1.40,
wordt door my een geplombeerd Postpakket,
netto 4Va K.G. puike, groote Meikersen,
franco verzonden.
XI. A. VAK DEK HEUVEL,
4962 8 Culemborg.
'8
Hoofdagent te Leiden
Ecclg vertegenwoordiger voo?
Leiden en Gonst reken. 712
TELEPHOONNUMMER 122.
K.G. Het Extra-Stout wordt onvcrvalscht
afgotapt in l/t fl. van 8 en in y2 11. van
4 maatjes.
aangehouden op do grenzen, uit eene der eerste fabrieken, zullen volgens de getaxeerde
pryzen der douanen in de Meubel- en gtoelenfabrlek van Firma B. F. RAMAKERS
173 Haarlemmerstraat 173 UITVERKOCHT worden en 13 Klcuwstraat 15. 2714 10
DORDRECHT. Groenmarkt 9.
Stoomfabriek
Depöt:
Veeaestraat. 's-HAGE. 2670 30
BORDEAUX-WIJN van af ƒ0.55, waaronder Médoc, St.-Julien, La rose
Ludon, St.-Emilion, Dullemon, Blanque fort, etc. RIJNWIJN van af ƒ1.10,
MADERA 80 Cts. SHERRY ƒ1.30, PORT A PORT ƒ1.-, WITTE PORT
1.75, CHAMPAGNE 1.50, COGNAC 1.20, COGNAC FINE CHAM
PAGNE ƒ2.25 en hooger, alles per flesch. 4819 28
Per '|i of 1|a anker groot rabat.
No. 130.
Slot.)
Een plaat chocolade doet als deur dienst.
Het venster, van gekleurd papier vervaardigd,
ziet or, evenals het dak, dat van vierkante
roode bonbons, tegelsgewyze naast elkaar
gelegd, is gemaakt, zeer aanlokkelyk uit.
Kleine dennetakjes en mos vormen de om
heining van den tuiD, welks bedjes met
gebrande amandelen keurig zyn versierd.
Gekleurde suikereitjes verbeelden de kiezel
steentjes en vruchten en bloemen van suiker
geven het geheel een schitterend aanzien. De
beide meisjes staan met stralende blikken haar
kunstwerk te bewoffderen.
Eve wacht den volgenden dag met eenige
spanning het avonduur af. Zou de onbekende
zich weder aanmelden?
Even vóór negen uren valt nog een klepje
no. 130!
„Present 1" roept Eve en werpt Rose een
beteekenisvollen blik toe.
„Goeden avond, lieve, kleine Eve!"
„Neem me niet kwalyk, ik ben groot en
volstrekt niet liefI"
„Och koml Maar mag ik u niet eens van
het bureau afhalen?"
„Neen, volstrekt niet, ik knoop geen kennis
making op straat aan."
„Flink zool Maar waar kan ik u dan leeren
kennen?"
„Nergens, want dat is volstrekt niet
noodig."
„Wreede 1 Ik heb u toch liefl Ik heb
van nacht gedroomd, dat ge myn verloofde
waart 1"
„Welk een oDzin!"
„Ik las duideiyk do kennisgeving van
onze verloviDgJuffrouw Eve en de heer
Walter I Ik heet nl. Walter; interesseert u
dat niet?"
„De chef komt onmiddeliyk, ik moet af
bellen 1"
„Nog één woord; in ernst: Mag ik u eena
schryven
„Noen, neenl En ik mag u ook niet meer
spreken 1 Ik mag niet in stryd met het regle
ment van den dienst handelen en gij zult
my daartoe ook niet overhalen."
Zaterdagavond voor de laatste maal, juf
frouw Evel"
„Maar dan ook werkeiyk voor de laatste
maal. Wel te rusten I"
Op weg naar huis wordt de aandachtig
luisterende Rose met den inhoud van het
gesprek op de hoogte gesteld.
„Ik vind het toch een byzonder interes
sant geval," zucht deze. „Je adres kon je
hom toch wel geven! Zou je hem niet eens
willon spreken?"
„O ja, heel gaarne! Maar Diet hier voor
het bureau. Ik vind het altyd zoo ordinair,
wanneer onze collega's zich door haar galants
hier laten afhalen als waren ze fabrieks
meisjes met haar vrijers 1"
„Maar hoe kon je hem nu zeggen, dat je
hom niet meer wildet spreken? Je berooft