N°. 11148.
Dinsdag 30 Juni.
A9.1896
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven
Leiden, 29 Juni.
Ryzen en.... dalen.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. f 1-10-
Franco por post1.40.
Afzondorlyko Nommers 0.05.
PRIJS DER AD VERTEN TIÉN:
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootore
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Zooals aan den gemeenteraad in eene
vorige raadszitting werd medegedeeld, bevin
den zich in de Wielmakerssteeg bi) de Spil-
steeg drie buisjes, Nos. 12, 14 en 16, die in
bouwvalligen toestand verkeeren, en is omtrent
het nemen van maatregelen tot verbetering
van den toestand in overleg getreden mot het
bestuur der Vereeniging tot bevordering van
den bouw van werkmanswoningen.
Daaruit is gebleken, dat een belangrijke
verbetering zou kunnen worden verkregen,
wanneer die drie huisjes werden aangekocht
en afgebroken en een gedeelte van den grond
tot openbare straat werd aangelegd, terwijl
dan het andere gedeelte kon worden bestemd
voor bebouwing.
De koopprijs zou bedragen ƒ600, terwijl
de Vereeniging voornoemd bereid was ter
zake een beirag van ƒ300 beschikbaar te
stellen en dus de gemeente alsdan eene bijdrage
zou moeten verleenen tot gelijk bedrag, bijv.
door overneming van het gedeelte, bestemd
om tot openbare straat te worden aangelegd.
Hierdoor zal de toestand van dit gedeelte
der Wielmakerssteeg belangrijk worden ver
beterd en een pleintje worden gevormd, van
zeer veel nut voor de verschaffing van licht
en lucht en alzoo zullende strekken ten bate
van de openbare gezondheid.
Blijkens het overgelegd schrijven van het
bestuur der Vereeniging zyn thans do drie
perceelen voornoemd door haar aangekocht
en kan dus tot do opruimiDg dier perceelen
worden overgegaan.
B. en "Ws. geven alsnu in overweging te
besluiten tot aankoop van de Vereeniging tot
bevordering van den bouw van werkmans
woningen van een strook grond gelegen aan
de genoemde steeg, zijnde een gedeelte van
de kadastrale perceelen Nos. 313, 314 en 280
van sectie D, ter grootte van ongeveer 18
centiaren, voor een koopsom van 300 en do
kosten van overdracht, ten einde tot open
bare straat te wordon aangelegd. Tevens
stellen B. en Ws. voor, de kosten te vinden
uit de Buitengewone Ontvangsten, opbrengst
van geldleening, en over te gaan tot vast
stelling van den overgelegden suppletoiren
staat van begrooting, dienst 1896.
Den gemeenteraad stellen B. en Ws.
voor den hoogleeraar in de geneeskunde J.
F. O. S. Veit, opvolger van den hoogleeraar
H. Treub, belast met het geven van onderwijs
in de verloskunde en de leer der vrouwen
ziekten, te benoemon tot stadsvroedmeester,
met ingang van 1 Juli a. s.
Ter benoeming van eene 1ste onder
wijzeres in de handwerken aan de school
der 3de kl. No. 1, ten gevolge van het aan
mejuffr. G. M. Breebaart verleend eervol ont
slag, is de volgende voordracht opgemaakt;
lo. mejuffr. M. L. Dijkman, 2o. mejuffr. M.
J. Yan der Harst en 3o. mejuffr. H. Pel,
allen 2de onderwijzeres in de handwerken
aan de scholen van de 3de en 4de klasse.
Krachtens Raadsbesluit van 29 April
18S6 werd aan den heer C. A Simonis, meu
belmaker alhier, in huur afgestaan een stuk
gemeentegrond in de Tweede Haverstraat,
ter grootte van 120 centiaren, voor den tijd
van 10 jaren, eindigende 30 Juni 1896 tegen
betaling van een huursom van 22 per jaar,
onder bepaling, dat de huur door de verhuur
ders ten allen tffde kan worden opgezegd,
mits zes maanden t.e voren daarvan aan den
huurder worde kennis gegeven, en dat by het
eindigen van den huur tijd de op dien grond
geplaatste opstallen zyn opgeruimd.
De huurder heeft onlangs het verlangen
te kennen gegeven, dien grond te koopen.
Tegen eigendomsafstand van dien grond be
staan evenwel zoowel by de Commissie van
Fabricage als by B. en Ws. overwegende
bezwaren, onder anderen met bet oog op de
in de buurt liggende school in de Gorte
straat, school 4de klasse No. 1.
Daarentegen bestaan tegen een continuatie
van de huur onder de bestaande voorwaarden
geenerlei bedenkingen, omdat do gemeente
don bedoelden grond thans niet noodig heeft
en do huur tussehentyds kan worden opge
zegd.
B. en Ws. geven mitsdien in overweging
bedoeld stuk gemeentegrond wederom te
verhuren san den heer Simonis voor den tijd
van 19 jareD, ingaande 1 Juli 1896, onder
de bestaande voorwaarden.
De huurder heeft zich tot de continuatie
van de huur bereid verklaard.
Biykens door de Commissie van Fabricage
ingesteld onderzoek zyn aan de kap en de
goten van het lokaal, vroeger in gebruik by
de Ambachtsschool en thans weder in gebruik
by de Stedelyke Werkinrichting, verschillende
herstellingen en vernieuwingen noodig; het
dak moet worden verlat en een kozijn en
een gcot moet6n worden vtrnieuwd. De
kosten van een en ander zyn begroot op 140.
Vermits voor dit werk geen gelden op de
begrooting zijn toegestaan, geven B. en Ws.
in overweging de vereischte machtiging voor
de uitvoering te verleenen, zullende te zyner
tyd, zoo noodig, een voorstel tot verhooging
van het betrekkeiyk aitikel der gemeente
begrooiing worden ingediend.
Naar aanleiding van het desbetreffend
verzoek vaa den heer A. Chr. Yan den Berg,
geven B. en Ws. in overweging aan adressant,
wegens vestiging in de gemeente in den loop
dezer maand, terugbetaling te verleenen van
schoolgeld voor drie kinderen, als eene leer
linge der MeFjr6School 2de klasse en twee
leerlingen van de Leerschool, over de maanden
April en Mei, tot een bedrag van zes gulden.
Naar aanleiding van art. 3 van het regle
ment van beheer der Stedelijke Werkinrichting,
dragen bestuurderen den gemeenteraad de
volgende dubbeltallen voor van de leden van
hun bestuur buiten den gemeenteraad, die
den lsten Juli a. s. moeten aftreden, zynde
de heeren dr. D. De Loos, dr. J. G. Van der
Sluys en F. De Stoppelaar, die weder opnieuw
benoembaar zyn, namelijk: lo. dr. D. De
Loos en dr. J. F. A. Meilink; 2o. dr. J. G.
Van der Sluys en dr. C. L. Rümke; 3o. F.
De Stoppelaar en C. Bonger.
In de gemeenteraadszitting van 11 Juli
1895 werd besloten voor het jagen naar water
wild op de Vroonwateren voor het jacht
seizoen 1895/'96 permissiön uit te reiken tegen
betaling van 12 per stuk, terwijl de af-
zonderiyke jachten op waterwild gewooniyk
op 1 Augustus van elk jaar worden geopend.
B. en Ws. geven in overweging om evenals
in vorige jaren ook dit jaar hun College te
machtigen om voor het seizoen 1896/"97
permissiën uit te reiken voor het jagen naar
waterwild op de Vroonwateren tegen betaling
van 12 per stuk. In 1895 werden 14 per-
missiën uitgereikt, alzoo tot een bedrag van
168. Het voornemen bestaat,~om in de uit
te reiken permissiën de bepaling op te nemen,
dat niet langer dan tot 1 Maart van elk jaar
mag worden gejaagd, ter voorkoming van
uitroeiing van de jacht door het schieten van
eenden, wanneer die in den broeityd zyn.
Hedenmorgen werd op de begraafplaats
aan de Groenesteeg ter aarde besteld het
stoffelijk overschot van wyien den heer Emile
H. A. Seipgens, leeraar in het Duitsch aan
de hoogere burgerschool voor jongens alhier,
secretaris van do Maatschappy der Nederland-
sche Letterkunde, enz.
De ïykstaatsie, bestaande uit den rouwwagen
en vier volgrytuigen, werd aan den dooden-
akker opgewacht door eene zeer talryke
schare, waaronder de leeraren en leerlingen
der hoogere burgerschool, welke inrichting
ten teeken van rouw gesloten was; verder
het bestuur van Letterkunde, de wethouder
van onderwys dr. M. C. Dekhuyz^n, oud-
leeraren, enz., die zich allen by d i stoet
op weg naar de groeve achter de Laar aan
sloten.
De kist was bedolven onder een schat van
kransen, palmtakken en and-re bloemstukken,
ten getale van zestien, waaronder van direc
teur, leeraren en leerlingen der burgerschool,
van de Maatschappy van Nederlandsche Letter
kunde, van de AmsterJamsche vereeniging
„Limburgia", van welke de overledene eerelid
was, enz.
Toen de kist boven de groeve geplaatst
was, werden al die huldebewyzen aan de eene
zyde rond het graf uitgespreid, hetgeen een
treffend schouwspel aanbood.
Het eerst trad uit den breeden kring naar
voren dr. D. De Loos, wien het als directeur
der hoogere burgerschool eene behoefte des
harten was met eemge woorden hulde te bren
gen aan de nagedachtenis van den beminden
man, die gewerkt heeft zoo lang hy kon,
want spr., leeraren en leerlingen herinneren
zich nog zeer goed, hoe de overledene nog
na Pascben les gaf in weerwil van zyne t06n
reeds zwaar geschokte gezondheid.
Spr. wees er ook op welk een zwaar leven
Seipgens achter zich heeft. In de industrie
opgeleid, gevoelde hy zich meer tot de letteren
aangetrokken, en toen by eindelyk daarin
voor het Duitsch de akte behaald had, genoot
Leiden het genoegen hem 13 jaren in zyn
midden te bezitten. In des overledenen verdere
korte levensschets herinnerde spr. er tevens
aan ho9 Seipgens zich ook op ander letter
kundig terrein bewoog, waarvan spr. echter
een beoordeeling aan meer bevoegden over
liet. Dit is evenwel zeker: Seipgens heeft zyn
leven wèl besteed en strekte velen ten voor
beeld, zich kenmerkende als by deed door
trouwe plichtsbetrachting, groote werkkracht
en fijn gevoel. Spr. eindigde met eenige woor
den van troost tot de naaste familiebetrekkin
gen te richten.
Prof. dr. Jan Ten Brink huldigde den over
ledene uit naam der Maatschappy van Neder
landsche Letterkunde als haar yverig secre
taris, want alle stukken, die uit zfin banden
kwamen, muntten uit door Dauwkeurigheid
en degelykheid.
Niet echter alléén als zoodanig, maar ook
voor Seipgens' arbeid op het gebied der
Nederlandsche letterkunde zelve wydde spr.
woorden van waardeering aan do verdiensten
van den overledene, wiens Limburgsche novel
len en schetsen uit het Limburgsche volksleven,
dat hy, Limburger van geboorte, zoo goed
kende, met graagte werden gelezen, terwyi
spr. zich nog levendig herinnert welk een
opgang bovendien Seipgens' tooneelstukken
by de opvoering in den Amsterdamschen
schouwburg maakten.
Als letterkundigo zal zyn naam dus evenmin
vergaan, maar blyven voortleven, en do kin
deren mogen er trotsch op zyn zulk een vader
te hebben bezeten.
Nadat vervolgens nog levende bloemen op
de kist in het graf waren gestrooid, bedankte
de oudste zoon des overledenen, dr. H. Seip
gens, uit Rotterdam, namens de weduwe en
kinderen, voor. de ondervonden öee'neming
en voor de laatste eer, aan zyn vader be
wezen, werd nog een laatste blik in de groeve
geworpen fn was de plechtigheid volbracht.
De algemeen en gunstig bekende boek-
drukkery, opgericht door den heer L. Van
Nifterik Hz. en na diens overlyden door zyn
zoon den heer H. L. Van Nifterik, alhier,
voortgezet, zal a. s. Woensdag, 1 Juli, 25
jaren hebben bestaan.
Voor den heer P. Van Romburgh alhier
is het heden een gewichtige dag. Hem toch
valt vandaag het voorrecht ten deel zyn 71-
jarig huwelijk met zyne derde eclitgenoote
te vieren. Zeker eene bffzonderlieid, welke wel
vermt-lding verdient. Den geachten grysaard
wenschtn we toe, dat hy dien dag nog
menigmaal mag herdenken.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft lo. voor het tydvak van 1 Juli tot en
met 31 December 1896 benoemd tot assistent
voor de scheikunde aan de Ryks-univc-rsiteit
te Leiden, den heer F. H. A. Schreinemakers;
2o. dr. B. D.' E*:rdmans tot wederopzegging
toegelaten als privaat-docent in de faculteit der
letteren en wysbegeerte aan de Ryks-univcrsiteit
te Leiden, om onderwys te geven in de Syrische
en Assyrïsche talen.
De „Staatscourant" van heden meldt, dat
de rechtstreeksche intercommunale telephoon-
dienst voor publiek verkeer van Leiden, met
Amsterdam, Zaandam, Haarlem, Zandvoort,
's Gravenbage, Schiedam, Maassluis, Vlaar-
dingen, Rotterdam, Dordrecht, Arnhem, Baam,
Bussum, Utrecht, Hilversum, Groningen, Ny-
megen en Amersfoort, met machtiging van
den minister van waterstaat, handel on ny ver
heid, op 1 Juli a. s. wordt geopend.
Do 's-Gravenhaagsche coöperatieve brood-
bakkery en verbruiksvereeniging „Do Hoop
hield in het „Casino" eene algemeene verga
dering. Uit het door den penningmeester uit
gebracht halfjaariyksch verslag omtrent den
financiëelen toestand der Vereeniging blec-k,
dat in het verstreken half jaar de volgende
winsten werden gemaakt: in de broodbakkery
45,025.93, de afdeeling kruidenierswaren
ƒ8660.701/! en de afdeeling margarinctoter
3345.47'/2; voorts, dat de Vereeniging op
1 Juni jl. 5092 leden telde, dat het aantal
verbruikers in de afdeeling kruidenierswaren
bedroeg 2562 en dat in de afdeeling marga-
rineboter 2173.
Op eene vraag, waarom de broodprffzen
hooger zyn dan in sommige andere bakkeryen
en of verlaging niet mogeiyk is, beloofde de
voorzitter dit punt in het bestuur te over
wegen.
Ook werd medegedeeld, dat eerlang in het
gebouw voor de afdeeling kruidenierswaren,
dat thans in gebruik is genomen, ook natuur
boter, kaas en eieren zullen worden verkryg-
baar gesteld.
Men meldt uit Den Haag dat Richard
Hol niet meer de leiding der Kon. zmgver-
eeniging „Cecilia" op zich zal nemen. De heer
H. Vüllmar zal hem voorloopig vervangen.
Baron Sirtema van Grovestins, adjudant
van H. M. de Koningin, is gisteren met jhr.
Van Suchtelen, ordonnans-officier, naarPaaua
vertrokken, om in ontvangst te nemen het
stoffelyk overschot van Willem George Frederik,
Prins van Oranje. Omtrent de identiteit bestaat
geen twyfel. De genoemde heeren zullen met
de kist, die de ovemlyfselen bevat, per spoor
naar Nederland terugkeeren.
Geslaagd zyn voor het examon van
apothekersbediende de dames: M. G. Wenneker,
A. H. Van GriekeD, A. Prins, M. M. J. Spruyt
en L. S. Van Mansvelt.
De „Staatscourant" van 28/29 dezer bevat
een staat van afkoop van tienden over htt
jaar 1895.
Uit deze opgave biykt, dat de afkooppry-
zen waren: Staatsdomein 8,635.28'/2; kroon
domein 499.60; tienden van particulieren
ƒ37,154 84, te zamen 46,2S9.72"/,.
De uitslag van het overgangs examen
in het hoogste studiejaar by do Militaire
School te Haarlem is al3 volgt (de geslaagden
zffn gerangschikt naar het aantal punten, by
het examen behaald)
De volontairs :Busquet, Bonhomme, Watheer,
v. Deutekom, Kaas, Stigter, Andró de la Porte,
v. d. Horst, Yerhaegh, Salomon, v. Voort
huizon, v. Son, Ritman.
De cadets infanterie hier te lande: Van
Gameren, Van Ham van Heyst, v. Weiy,
Hajenius.
De cadets infanterie Oost-Indië: Da Bruin,
Rynbende, Boele, Goldman, v. Gheel Gilde-
meister.
De cadet cavalerio hier te lande: Ninaber.
2 cadets en 5 volontairs zullen in enkele
vakken herexamen moeten afleggen.
De volontair Meyer, opgenomen in het
hospitaal, nam niet aan het examen deel.
Geen enkele werd afgewezen.
ETe-U-iXletoin..
Slot.)
„Waarom?" gaf do ander ten antwoord.
„Wel, die lamp verbrandt spiritus, nietwaar,
en daardoor vermindert alweer ons gewicht.
Als u over boord gelieft te kyken, dan zult
u zien, dat we nu al aardig hoog zyn en er
is geen menschelijke mogelykheid om te dalen."
Wagenaar en ik keken over boord, en wy
merkten, dat wy minstens al zes kerktorens
hoog warenOpeens schoot de ballon
opnieuw naar boven.
„Wat is dat nu?" vroeg ik.
„Doodeenvoudig," antwoordde Wagonaar:
„ik heb mijn valscho tanden verloren."
„Alweer zooveel gewicht minder!" riep
Montgomery. „Nu zullen we ryzen totdat de
ballon barst! Als ik geweten had, dat u
valsche tanden droeg, dan zou ik my nooit
in dit ding van u hebben gewaagd Maar
dat heb je van die mannen van de wetenschap!
Je kunt er nooit op aan! Altyd zit er by
hen iets los."
„Gelooft u werkeiyk," zeide ik, „dat deze
ballon nu moet blyven slygen?"
„Er is maar één uitkomst," antwoordde
Montgomery „en dat i3 een zware nacht
dauw. Als het flink wil dauwen, dan kan
daardoor het evenwicht voor de verloren
tanden van den professor en voor den ver
branden spiritus worden hersteld. Anders zie
ik er heusch geen gat in."
Daar zaten wy dan nu met lange gezichten
in het schuitje te wachten op den dauw.
Gelukkig bleef die niet uit. Montgomery liet
ons onze jassen uittrekken en uitspreiden,
om zooveel mogeiyk van de nattigheid op
te vangen, en tegen acht uren bemerkten
wy; dat we inderdaad aan het dalen waren.
Dit duurde zoo voort, hoewel heel langzaam.
Toen de morgen aanbrak, zweefden wy
ongeveer zeshonderd voet boven de aarde.
Maar New-Berlinopolisville was spoorloos uit
het gezicht verdwenen.
Wagenaar begon zyn jas al uit te wringen
en weer aan te trekken. Daar deed by opeens
een geluid hooren, dat machtig veel wog had
van een vloek en meteen ging de ballon
weor aan 't ryzen.
„Wat heeft die wetenschappeiyke idioot nu
weer over boord laten vallen?" schreeuwde
Montgomery.
„Ik heb ongelukkig myn portemonnaie uit
myn jaszak laten glippen," zeide Wagenaar;
„maar dat is voor u nog geen reden tot het
bezigen van zulke onparlementaire uitdruk
kingen."
„Nu zyn we naar de maan 1" zuchtto Mont
gomery. „Zoo aanstonds komt de zon en
dan gaat het gas uitzetten Kolonel, het
spyt me, dat u in dit schuitje zit. Gelukkig,
dat u geen vrouw met zeven kinderen
achterlaat."
Het zag er inderdaad heel leëlyk uit. De
zon verwarmde den metalen bol en wy rezen
met een vaart, zoodat het geen twyfel leed
of wy zouden tegen den middag een hoogte
van tusschen de twintig- en dertig duizend
voet hebben bereikt. Het éénige middel tot
dalen zou het uitlaten van het gas zyn ge
weest. Dit kon echter by gebrek aan een klep
niet worden toegepast en bygevolg leek
onze toestand kortweg reddeloos. Ter eere
van den professor Montgomery moet ik
intusschen verklaren, dat zy beiden zich
dapper hielden. Wagenaar zat doodbedaard
zyn barometerstanden op to nemen, en de
ballonist van professie maakte kalm zyn
nagels schoon hoewel zy wisten, dat zy
naar alle waarschynlykheid zoo straks een
tuimeling zouden doen van om en by de
veertig duizend voet. Wat my zelf betrof
ik wilde natuuriyk in kordaatheid voor myn
reisgenooten niet onder doen. Maar pleizierig
voelde ik my allesbehalve.
Wy rezen en rezen! Het door de zon ver
warmde gas zwol aan en vulde ook de elas
tieken blaas en hierdoor verdubbelde zich
nog ons gevaar. Om negen uren al hadden wy
de aarde uit het gezicht verloren, en om elf
uren werd de atmosfeer zóó dun, dat wy nog
slechts met moeite konden ademen. Professor
Wagenaar, wiens longen niet van de sterkste
waren, leed er het meest onder; doch niette
min kladde hy mot den grootsten yver zyn
wetenschappeiyke aanteekeningen neer. Mont
gomery zat als wezenloos in de diepte te
staren en ikzelf woelde als een wanhopige
in al myn zakken, alsof daar mogeiyk nog
redding te vinden zou zyn.
Het betasten van myn revolver bracht my
eensklaps op een inval.
„Kyk eens hier, meneer Montgomery I" riep
ik„Ik kan uit dien verwenschten ballon wel
gas laten ontsnappen maar op gevaar af,
dat wy aan het dalen zullen gaan met heel
wat meer vaart dan waarmee we nu ryzen.
Wat dunkt u er van?"
„Ik zou 't er maar op wagen," antwoordde
Montgomery. „Het is onze éénige kans
al is het dan geen aangename. Zóó is er ten
minste nog een mogelykheid, dat we er het
leven afbrengen. Maar doen we 't niet, en
komt zoo straks deze heele vervloekte machine
te barsten, dan zyn we alle drie zoo dood
als Julius Caesar."
„Wat is uw opinie, professor?" vroeg ik;
want ik wilde niet overyld handelen.
„BestI probeer het maar," zeide Wagenaar.
„Schiet maar toe, kolonel! hoewel ik
liever zou wachten tot we een hoogte hadden
bereikt van veertig duizend voet. Want dan
zouden wy hooger zyn dan nog ooit iemand
geweest is."
„KomaaD, we zyn al hoog genoeg," zeide
Montgomery. „Ik zie niet iD, dat we een
bezoek behoeven te gaan brengen aan de
engeltjes. Geef maar vuur, kolonel!"
„Daar gaat-ie dan!" riop ik en ik loste
een schot op den bol van aluminium. Natuur
lijk ging de kogel er doorheen als door pa
pier aan den eenen kant er in en aan
den anderen kant er uit. Dit liet aan het
gas de keus tusschen twee gaten en het
koos ze allebei.
In het eerst daalden wy zachtjes, zoodat
ik er al hot beste van begon te hopen. Doch
Montgomery wist wel beter. De vaart werd
al sneller en'sneller, naarmate er meer gas
ontsnapte en weldra was het geen dalen
meer, maar kort en goed vallen. De aarde
kwam al heel gauw weer in het gezicht
boomon en velden schenen ons tegemoet te
vliegen.
Er woei op deze hoogte een stevige bries,
die ons westeiyk heendreef naar een tameiyk
groote watervlakte.
„Als we 't maar harden kunnen totdat we
boven dat water zyn, dan kan het nog goed
afloopen," zeide Montgomery. „Kolonel, wees
zoo goed my een handje te helpen. Alles
wat niet nagelvast is, moet overboord."
Meteen pakte hy alles, wat maar onder
zyne vingers kwam; ik deed hetzelfde en
een minuut lang regende het ovtr de land
streek onder onze vooten barometers, thermo
meters en allerlei andore wetenschapplyke
instrumenten.
„Jassen uit, vesten uit, laarzen uit!" com
mandeerde Montgomery. „Nu de hoeden! Weg
er moe! Professor, als u nog méér losse
tanden in uw mond hebt overboord danl
Alle vrachtjes lichten!"
Wel, wy reduceerden onze kleedy tot een
minimum, en Wagenaar, die helaas geen
gebit meer te lossen had, ontdeed zich ten
slotte zelfs van zyn glazen oog. Daarna gingen
wy weer zitten en wachtten met gelatenheid
den verderen loop van zaken af.
Wy waren misschien nog maar een drie
honderd voet hoog, toen wy over het meer
begonnen te zweven. Eensklaps greep Mont
gomery den professor onder de armen en smeet
hem overboord, zonder hem naar zffn goed
vinden te vragen. Tegelykertyd schreeuwde
hy: „Springen, kolonel!" en aldus ge.»