N°. 11148. Dinsdag 30 Juni. A9.1896 feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven Leiden, 29 Juni. Ryzen en.... dalen. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. f 1-10- Franco por post1.40. Afzondorlyko Nommers 0.05. PRIJS DER AD VERTEN TIÉN: Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootore letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Zooals aan den gemeenteraad in eene vorige raadszitting werd medegedeeld, bevin den zich in de Wielmakerssteeg bi) de Spil- steeg drie buisjes, Nos. 12, 14 en 16, die in bouwvalligen toestand verkeeren, en is omtrent het nemen van maatregelen tot verbetering van den toestand in overleg getreden mot het bestuur der Vereeniging tot bevordering van den bouw van werkmanswoningen. Daaruit is gebleken, dat een belangrijke verbetering zou kunnen worden verkregen, wanneer die drie huisjes werden aangekocht en afgebroken en een gedeelte van den grond tot openbare straat werd aangelegd, terwijl dan het andere gedeelte kon worden bestemd voor bebouwing. De koopprijs zou bedragen ƒ600, terwijl de Vereeniging voornoemd bereid was ter zake een beirag van ƒ300 beschikbaar te stellen en dus de gemeente alsdan eene bijdrage zou moeten verleenen tot gelijk bedrag, bijv. door overneming van het gedeelte, bestemd om tot openbare straat te worden aangelegd. Hierdoor zal de toestand van dit gedeelte der Wielmakerssteeg belangrijk worden ver beterd en een pleintje worden gevormd, van zeer veel nut voor de verschaffing van licht en lucht en alzoo zullende strekken ten bate van de openbare gezondheid. Blijkens het overgelegd schrijven van het bestuur der Vereeniging zyn thans do drie perceelen voornoemd door haar aangekocht en kan dus tot do opruimiDg dier perceelen worden overgegaan. B. en "Ws. geven alsnu in overweging te besluiten tot aankoop van de Vereeniging tot bevordering van den bouw van werkmans woningen van een strook grond gelegen aan de genoemde steeg, zijnde een gedeelte van de kadastrale perceelen Nos. 313, 314 en 280 van sectie D, ter grootte van ongeveer 18 centiaren, voor een koopsom van 300 en do kosten van overdracht, ten einde tot open bare straat te wordon aangelegd. Tevens stellen B. en Ws. voor, de kosten te vinden uit de Buitengewone Ontvangsten, opbrengst van geldleening, en over te gaan tot vast stelling van den overgelegden suppletoiren staat van begrooting, dienst 1896. Den gemeenteraad stellen B. en Ws. voor den hoogleeraar in de geneeskunde J. F. O. S. Veit, opvolger van den hoogleeraar H. Treub, belast met het geven van onderwijs in de verloskunde en de leer der vrouwen ziekten, te benoemon tot stadsvroedmeester, met ingang van 1 Juli a. s. Ter benoeming van eene 1ste onder wijzeres in de handwerken aan de school der 3de kl. No. 1, ten gevolge van het aan mejuffr. G. M. Breebaart verleend eervol ont slag, is de volgende voordracht opgemaakt; lo. mejuffr. M. L. Dijkman, 2o. mejuffr. M. J. Yan der Harst en 3o. mejuffr. H. Pel, allen 2de onderwijzeres in de handwerken aan de scholen van de 3de en 4de klasse. Krachtens Raadsbesluit van 29 April 18S6 werd aan den heer C. A Simonis, meu belmaker alhier, in huur afgestaan een stuk gemeentegrond in de Tweede Haverstraat, ter grootte van 120 centiaren, voor den tijd van 10 jaren, eindigende 30 Juni 1896 tegen betaling van een huursom van 22 per jaar, onder bepaling, dat de huur door de verhuur ders ten allen tffde kan worden opgezegd, mits zes maanden t.e voren daarvan aan den huurder worde kennis gegeven, en dat by het eindigen van den huur tijd de op dien grond geplaatste opstallen zyn opgeruimd. De huurder heeft onlangs het verlangen te kennen gegeven, dien grond te koopen. Tegen eigendomsafstand van dien grond be staan evenwel zoowel by de Commissie van Fabricage als by B. en Ws. overwegende bezwaren, onder anderen met bet oog op de in de buurt liggende school in de Gorte straat, school 4de klasse No. 1. Daarentegen bestaan tegen een continuatie van de huur onder de bestaande voorwaarden geenerlei bedenkingen, omdat do gemeente don bedoelden grond thans niet noodig heeft en do huur tussehentyds kan worden opge zegd. B. en Ws. geven mitsdien in overweging bedoeld stuk gemeentegrond wederom te verhuren san den heer Simonis voor den tijd van 19 jareD, ingaande 1 Juli 1896, onder de bestaande voorwaarden. De huurder heeft zich tot de continuatie van de huur bereid verklaard. Biykens door de Commissie van Fabricage ingesteld onderzoek zyn aan de kap en de goten van het lokaal, vroeger in gebruik by de Ambachtsschool en thans weder in gebruik by de Stedelyke Werkinrichting, verschillende herstellingen en vernieuwingen noodig; het dak moet worden verlat en een kozijn en een gcot moet6n worden vtrnieuwd. De kosten van een en ander zyn begroot op 140. Vermits voor dit werk geen gelden op de begrooting zijn toegestaan, geven B. en Ws. in overweging de vereischte machtiging voor de uitvoering te verleenen, zullende te zyner tyd, zoo noodig, een voorstel tot verhooging van het betrekkeiyk aitikel der gemeente begrooiing worden ingediend. Naar aanleiding van het desbetreffend verzoek vaa den heer A. Chr. Yan den Berg, geven B. en Ws. in overweging aan adressant, wegens vestiging in de gemeente in den loop dezer maand, terugbetaling te verleenen van schoolgeld voor drie kinderen, als eene leer linge der MeFjr6School 2de klasse en twee leerlingen van de Leerschool, over de maanden April en Mei, tot een bedrag van zes gulden. Naar aanleiding van art. 3 van het regle ment van beheer der Stedelijke Werkinrichting, dragen bestuurderen den gemeenteraad de volgende dubbeltallen voor van de leden van hun bestuur buiten den gemeenteraad, die den lsten Juli a. s. moeten aftreden, zynde de heeren dr. D. De Loos, dr. J. G. Van der Sluys en F. De Stoppelaar, die weder opnieuw benoembaar zyn, namelijk: lo. dr. D. De Loos en dr. J. F. A. Meilink; 2o. dr. J. G. Van der Sluys en dr. C. L. Rümke; 3o. F. De Stoppelaar en C. Bonger. In de gemeenteraadszitting van 11 Juli 1895 werd besloten voor het jagen naar water wild op de Vroonwateren voor het jacht seizoen 1895/'96 permissiön uit te reiken tegen betaling van 12 per stuk, terwijl de af- zonderiyke jachten op waterwild gewooniyk op 1 Augustus van elk jaar worden geopend. B. en Ws. geven in overweging om evenals in vorige jaren ook dit jaar hun College te machtigen om voor het seizoen 1896/"97 permissiën uit te reiken voor het jagen naar waterwild op de Vroonwateren tegen betaling van 12 per stuk. In 1895 werden 14 per- missiën uitgereikt, alzoo tot een bedrag van 168. Het voornemen bestaat,~om in de uit te reiken permissiën de bepaling op te nemen, dat niet langer dan tot 1 Maart van elk jaar mag worden gejaagd, ter voorkoming van uitroeiing van de jacht door het schieten van eenden, wanneer die in den broeityd zyn. Hedenmorgen werd op de begraafplaats aan de Groenesteeg ter aarde besteld het stoffelijk overschot van wyien den heer Emile H. A. Seipgens, leeraar in het Duitsch aan de hoogere burgerschool voor jongens alhier, secretaris van do Maatschappy der Nederland- sche Letterkunde, enz. De ïykstaatsie, bestaande uit den rouwwagen en vier volgrytuigen, werd aan den dooden- akker opgewacht door eene zeer talryke schare, waaronder de leeraren en leerlingen der hoogere burgerschool, welke inrichting ten teeken van rouw gesloten was; verder het bestuur van Letterkunde, de wethouder van onderwys dr. M. C. Dekhuyz^n, oud- leeraren, enz., die zich allen by d i stoet op weg naar de groeve achter de Laar aan sloten. De kist was bedolven onder een schat van kransen, palmtakken en and-re bloemstukken, ten getale van zestien, waaronder van direc teur, leeraren en leerlingen der burgerschool, van de Maatschappy van Nederlandsche Letter kunde, van de AmsterJamsche vereeniging „Limburgia", van welke de overledene eerelid was, enz. Toen de kist boven de groeve geplaatst was, werden al die huldebewyzen aan de eene zyde rond het graf uitgespreid, hetgeen een treffend schouwspel aanbood. Het eerst trad uit den breeden kring naar voren dr. D. De Loos, wien het als directeur der hoogere burgerschool eene behoefte des harten was met eemge woorden hulde te bren gen aan de nagedachtenis van den beminden man, die gewerkt heeft zoo lang hy kon, want spr., leeraren en leerlingen herinneren zich nog zeer goed, hoe de overledene nog na Pascben les gaf in weerwil van zyne t06n reeds zwaar geschokte gezondheid. Spr. wees er ook op welk een zwaar leven Seipgens achter zich heeft. In de industrie opgeleid, gevoelde hy zich meer tot de letteren aangetrokken, en toen by eindelyk daarin voor het Duitsch de akte behaald had, genoot Leiden het genoegen hem 13 jaren in zyn midden te bezitten. In des overledenen verdere korte levensschets herinnerde spr. er tevens aan ho9 Seipgens zich ook op ander letter kundig terrein bewoog, waarvan spr. echter een beoordeeling aan meer bevoegden over liet. Dit is evenwel zeker: Seipgens heeft zyn leven wèl besteed en strekte velen ten voor beeld, zich kenmerkende als by deed door trouwe plichtsbetrachting, groote werkkracht en fijn gevoel. Spr. eindigde met eenige woor den van troost tot de naaste familiebetrekkin gen te richten. Prof. dr. Jan Ten Brink huldigde den over ledene uit naam der Maatschappy van Neder landsche Letterkunde als haar yverig secre taris, want alle stukken, die uit zfin banden kwamen, muntten uit door Dauwkeurigheid en degelykheid. Niet echter alléén als zoodanig, maar ook voor Seipgens' arbeid op het gebied der Nederlandsche letterkunde zelve wydde spr. woorden van waardeering aan do verdiensten van den overledene, wiens Limburgsche novel len en schetsen uit het Limburgsche volksleven, dat hy, Limburger van geboorte, zoo goed kende, met graagte werden gelezen, terwyi spr. zich nog levendig herinnert welk een opgang bovendien Seipgens' tooneelstukken by de opvoering in den Amsterdamschen schouwburg maakten. Als letterkundigo zal zyn naam dus evenmin vergaan, maar blyven voortleven, en do kin deren mogen er trotsch op zyn zulk een vader te hebben bezeten. Nadat vervolgens nog levende bloemen op de kist in het graf waren gestrooid, bedankte de oudste zoon des overledenen, dr. H. Seip gens, uit Rotterdam, namens de weduwe en kinderen, voor. de ondervonden öee'neming en voor de laatste eer, aan zyn vader be wezen, werd nog een laatste blik in de groeve geworpen fn was de plechtigheid volbracht. De algemeen en gunstig bekende boek- drukkery, opgericht door den heer L. Van Nifterik Hz. en na diens overlyden door zyn zoon den heer H. L. Van Nifterik, alhier, voortgezet, zal a. s. Woensdag, 1 Juli, 25 jaren hebben bestaan. Voor den heer P. Van Romburgh alhier is het heden een gewichtige dag. Hem toch valt vandaag het voorrecht ten deel zyn 71- jarig huwelijk met zyne derde eclitgenoote te vieren. Zeker eene bffzonderlieid, welke wel vermt-lding verdient. Den geachten grysaard wenschtn we toe, dat hy dien dag nog menigmaal mag herdenken. De minister van binnenlandsche zaken heeft lo. voor het tydvak van 1 Juli tot en met 31 December 1896 benoemd tot assistent voor de scheikunde aan de Ryks-univc-rsiteit te Leiden, den heer F. H. A. Schreinemakers; 2o. dr. B. D.' E*:rdmans tot wederopzegging toegelaten als privaat-docent in de faculteit der letteren en wysbegeerte aan de Ryks-univcrsiteit te Leiden, om onderwys te geven in de Syrische en Assyrïsche talen. De „Staatscourant" van heden meldt, dat de rechtstreeksche intercommunale telephoon- dienst voor publiek verkeer van Leiden, met Amsterdam, Zaandam, Haarlem, Zandvoort, 's Gravenbage, Schiedam, Maassluis, Vlaar- dingen, Rotterdam, Dordrecht, Arnhem, Baam, Bussum, Utrecht, Hilversum, Groningen, Ny- megen en Amersfoort, met machtiging van den minister van waterstaat, handel on ny ver heid, op 1 Juli a. s. wordt geopend. Do 's-Gravenhaagsche coöperatieve brood- bakkery en verbruiksvereeniging „Do Hoop hield in het „Casino" eene algemeene verga dering. Uit het door den penningmeester uit gebracht halfjaariyksch verslag omtrent den financiëelen toestand der Vereeniging blec-k, dat in het verstreken half jaar de volgende winsten werden gemaakt: in de broodbakkery 45,025.93, de afdeeling kruidenierswaren ƒ8660.701/! en de afdeeling margarinctoter 3345.47'/2; voorts, dat de Vereeniging op 1 Juni jl. 5092 leden telde, dat het aantal verbruikers in de afdeeling kruidenierswaren bedroeg 2562 en dat in de afdeeling marga- rineboter 2173. Op eene vraag, waarom de broodprffzen hooger zyn dan in sommige andere bakkeryen en of verlaging niet mogeiyk is, beloofde de voorzitter dit punt in het bestuur te over wegen. Ook werd medegedeeld, dat eerlang in het gebouw voor de afdeeling kruidenierswaren, dat thans in gebruik is genomen, ook natuur boter, kaas en eieren zullen worden verkryg- baar gesteld. Men meldt uit Den Haag dat Richard Hol niet meer de leiding der Kon. zmgver- eeniging „Cecilia" op zich zal nemen. De heer H. Vüllmar zal hem voorloopig vervangen. Baron Sirtema van Grovestins, adjudant van H. M. de Koningin, is gisteren met jhr. Van Suchtelen, ordonnans-officier, naarPaaua vertrokken, om in ontvangst te nemen het stoffelyk overschot van Willem George Frederik, Prins van Oranje. Omtrent de identiteit bestaat geen twyfel. De genoemde heeren zullen met de kist, die de ovemlyfselen bevat, per spoor naar Nederland terugkeeren. Geslaagd zyn voor het examon van apothekersbediende de dames: M. G. Wenneker, A. H. Van GriekeD, A. Prins, M. M. J. Spruyt en L. S. Van Mansvelt. De „Staatscourant" van 28/29 dezer bevat een staat van afkoop van tienden over htt jaar 1895. Uit deze opgave biykt, dat de afkooppry- zen waren: Staatsdomein 8,635.28'/2; kroon domein 499.60; tienden van particulieren ƒ37,154 84, te zamen 46,2S9.72"/,. De uitslag van het overgangs examen in het hoogste studiejaar by do Militaire School te Haarlem is al3 volgt (de geslaagden zffn gerangschikt naar het aantal punten, by het examen behaald) De volontairs :Busquet, Bonhomme, Watheer, v. Deutekom, Kaas, Stigter, Andró de la Porte, v. d. Horst, Yerhaegh, Salomon, v. Voort huizon, v. Son, Ritman. De cadets infanterie hier te lande: Van Gameren, Van Ham van Heyst, v. Weiy, Hajenius. De cadets infanterie Oost-Indië: Da Bruin, Rynbende, Boele, Goldman, v. Gheel Gilde- meister. De cadet cavalerio hier te lande: Ninaber. 2 cadets en 5 volontairs zullen in enkele vakken herexamen moeten afleggen. De volontair Meyer, opgenomen in het hospitaal, nam niet aan het examen deel. Geen enkele werd afgewezen. ETe-U-iXletoin.. Slot.) „Waarom?" gaf do ander ten antwoord. „Wel, die lamp verbrandt spiritus, nietwaar, en daardoor vermindert alweer ons gewicht. Als u over boord gelieft te kyken, dan zult u zien, dat we nu al aardig hoog zyn en er is geen menschelijke mogelykheid om te dalen." Wagenaar en ik keken over boord, en wy merkten, dat wy minstens al zes kerktorens hoog warenOpeens schoot de ballon opnieuw naar boven. „Wat is dat nu?" vroeg ik. „Doodeenvoudig," antwoordde Wagonaar: „ik heb mijn valscho tanden verloren." „Alweer zooveel gewicht minder!" riep Montgomery. „Nu zullen we ryzen totdat de ballon barst! Als ik geweten had, dat u valsche tanden droeg, dan zou ik my nooit in dit ding van u hebben gewaagd Maar dat heb je van die mannen van de wetenschap! Je kunt er nooit op aan! Altyd zit er by hen iets los." „Gelooft u werkeiyk," zeide ik, „dat deze ballon nu moet blyven slygen?" „Er is maar één uitkomst," antwoordde Montgomery „en dat i3 een zware nacht dauw. Als het flink wil dauwen, dan kan daardoor het evenwicht voor de verloren tanden van den professor en voor den ver branden spiritus worden hersteld. Anders zie ik er heusch geen gat in." Daar zaten wy dan nu met lange gezichten in het schuitje te wachten op den dauw. Gelukkig bleef die niet uit. Montgomery liet ons onze jassen uittrekken en uitspreiden, om zooveel mogeiyk van de nattigheid op te vangen, en tegen acht uren bemerkten wy; dat we inderdaad aan het dalen waren. Dit duurde zoo voort, hoewel heel langzaam. Toen de morgen aanbrak, zweefden wy ongeveer zeshonderd voet boven de aarde. Maar New-Berlinopolisville was spoorloos uit het gezicht verdwenen. Wagenaar begon zyn jas al uit te wringen en weer aan te trekken. Daar deed by opeens een geluid hooren, dat machtig veel wog had van een vloek en meteen ging de ballon weor aan 't ryzen. „Wat heeft die wetenschappeiyke idioot nu weer over boord laten vallen?" schreeuwde Montgomery. „Ik heb ongelukkig myn portemonnaie uit myn jaszak laten glippen," zeide Wagenaar; „maar dat is voor u nog geen reden tot het bezigen van zulke onparlementaire uitdruk kingen." „Nu zyn we naar de maan 1" zuchtto Mont gomery. „Zoo aanstonds komt de zon en dan gaat het gas uitzetten Kolonel, het spyt me, dat u in dit schuitje zit. Gelukkig, dat u geen vrouw met zeven kinderen achterlaat." Het zag er inderdaad heel leëlyk uit. De zon verwarmde den metalen bol en wy rezen met een vaart, zoodat het geen twyfel leed of wy zouden tegen den middag een hoogte van tusschen de twintig- en dertig duizend voet hebben bereikt. Het éénige middel tot dalen zou het uitlaten van het gas zyn ge weest. Dit kon echter by gebrek aan een klep niet worden toegepast en bygevolg leek onze toestand kortweg reddeloos. Ter eere van den professor Montgomery moet ik intusschen verklaren, dat zy beiden zich dapper hielden. Wagenaar zat doodbedaard zyn barometerstanden op to nemen, en de ballonist van professie maakte kalm zyn nagels schoon hoewel zy wisten, dat zy naar alle waarschynlykheid zoo straks een tuimeling zouden doen van om en by de veertig duizend voet. Wat my zelf betrof ik wilde natuuriyk in kordaatheid voor myn reisgenooten niet onder doen. Maar pleizierig voelde ik my allesbehalve. Wy rezen en rezen! Het door de zon ver warmde gas zwol aan en vulde ook de elas tieken blaas en hierdoor verdubbelde zich nog ons gevaar. Om negen uren al hadden wy de aarde uit het gezicht verloren, en om elf uren werd de atmosfeer zóó dun, dat wy nog slechts met moeite konden ademen. Professor Wagenaar, wiens longen niet van de sterkste waren, leed er het meest onder; doch niette min kladde hy mot den grootsten yver zyn wetenschappeiyke aanteekeningen neer. Mont gomery zat als wezenloos in de diepte te staren en ikzelf woelde als een wanhopige in al myn zakken, alsof daar mogeiyk nog redding te vinden zou zyn. Het betasten van myn revolver bracht my eensklaps op een inval. „Kyk eens hier, meneer Montgomery I" riep ik„Ik kan uit dien verwenschten ballon wel gas laten ontsnappen maar op gevaar af, dat wy aan het dalen zullen gaan met heel wat meer vaart dan waarmee we nu ryzen. Wat dunkt u er van?" „Ik zou 't er maar op wagen," antwoordde Montgomery. „Het is onze éénige kans al is het dan geen aangename. Zóó is er ten minste nog een mogelykheid, dat we er het leven afbrengen. Maar doen we 't niet, en komt zoo straks deze heele vervloekte machine te barsten, dan zyn we alle drie zoo dood als Julius Caesar." „Wat is uw opinie, professor?" vroeg ik; want ik wilde niet overyld handelen. „BestI probeer het maar," zeide Wagenaar. „Schiet maar toe, kolonel! hoewel ik liever zou wachten tot we een hoogte hadden bereikt van veertig duizend voet. Want dan zouden wy hooger zyn dan nog ooit iemand geweest is." „KomaaD, we zyn al hoog genoeg," zeide Montgomery. „Ik zie niet iD, dat we een bezoek behoeven te gaan brengen aan de engeltjes. Geef maar vuur, kolonel!" „Daar gaat-ie dan!" riop ik en ik loste een schot op den bol van aluminium. Natuur lijk ging de kogel er doorheen als door pa pier aan den eenen kant er in en aan den anderen kant er uit. Dit liet aan het gas de keus tusschen twee gaten en het koos ze allebei. In het eerst daalden wy zachtjes, zoodat ik er al hot beste van begon te hopen. Doch Montgomery wist wel beter. De vaart werd al sneller en'sneller, naarmate er meer gas ontsnapte en weldra was het geen dalen meer, maar kort en goed vallen. De aarde kwam al heel gauw weer in het gezicht boomon en velden schenen ons tegemoet te vliegen. Er woei op deze hoogte een stevige bries, die ons westeiyk heendreef naar een tameiyk groote watervlakte. „Als we 't maar harden kunnen totdat we boven dat water zyn, dan kan het nog goed afloopen," zeide Montgomery. „Kolonel, wees zoo goed my een handje te helpen. Alles wat niet nagelvast is, moet overboord." Meteen pakte hy alles, wat maar onder zyne vingers kwam; ik deed hetzelfde en een minuut lang regende het ovtr de land streek onder onze vooten barometers, thermo meters en allerlei andore wetenschapplyke instrumenten. „Jassen uit, vesten uit, laarzen uit!" com mandeerde Montgomery. „Nu de hoeden! Weg er moe! Professor, als u nog méér losse tanden in uw mond hebt overboord danl Alle vrachtjes lichten!" Wel, wy reduceerden onze kleedy tot een minimum, en Wagenaar, die helaas geen gebit meer te lossen had, ontdeed zich ten slotte zelfs van zyn glazen oog. Daarna gingen wy weer zitten en wachtten met gelatenheid den verderen loop van zaken af. Wy waren misschien nog maar een drie honderd voet hoog, toen wy over het meer begonnen te zweven. Eensklaps greep Mont gomery den professor onder de armen en smeet hem overboord, zonder hem naar zffn goed vinden te vragen. Tegelykertyd schreeuwde hy: „Springen, kolonel!" en aldus ge.»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 1