N°. 11146.
Zaterdag: 27 Juni.
A". 1896
i§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
IDSCI
PRIJS DEZER COURANT:
Yoor Leiden per 3 maanden. f 1.10.
Franco per post i i 1.40.
Afzonderlijke Nommers 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Leiden, 26 Juni.
De heer E. A. H. Seipgena, wien niet lang
geleden door den gemeenteraad op zijn ver
zoek wegens den ongunstigen staat zijner
gezondheid tegen 1 September a. 8. eervol
ontslag was verleend als leeraar in het Duitsch
aan de hoogere burgerschool voor jongens, is
reeds niet meer. Hij overleed gisternamiddag
op den leeftijd van 58 jaren, was algemeen
geacht en heeft een werkzaam en nuttig
besteed leven achter zich.
Hy werd nog op de verleden week alhier
gehouden jaarlijksche algemeene vergadering
der Maatschappij van Nederlandsche Letter
kunde herbenoomd als haar secretaris, welke
betrekking hij ook bekleedde in het bestuur
van de Leidsche afdeeling der Hollandsche
Maatschappij van Fraaie Kunsten en Weten
schappen.
Ook door menig geschrift heeft hij zich op
bet gebied der letterkunde en van het tooneel
bekend en verdienstelijk gemaakt.
Heden ontvingen wij het v.rslag der
commissie van beheer van het Stedelijk Museum
alhier over 1895.
In de commissie kwam geen verandering;
ook het dienstdoend personeel bleef hetzelfde.
Behalve de gewone werkzaamheden, verbonden
aan het behoud der voorwerpen wtrd, wederom
veel zorg besteed door den conservator voor
de door het publiek zoozeer gewaardeerde
tentoonstellingen.
Het gebouw word goed onderhouden, de
verwarming laat niets te wenschen overook
zal dit jaar de herstelling der benedenver
trekken tot hare voltooiing komen.
De belangstelling blijft by het publiek de
zelfde; het museum wordt trouw bezocht en
er worden nu en dan geschenken ontvangen.
Het aantal bezoekers bedroeg op de Zon
dagen in: Januari 512, Februari 1023, Maart
1636, April 1477, Mei 1086, JuDi 1371, Juli
844, Augustus 1286, September 1545, October
2409, November 1576, December 547, te zamen
15312, op werkdagen 5878 en op 3 October
4325, totaal 25,515.
Uit dit cijfer blijkt, dat het aantal steeds
klimmende is; verleden jaar bedroeg het
23,861.
De eerste tentoonstelling duurde van 1
Januari tot 7 Februari; van werken van Franz
M. Melchers, Charles Doudelet en A Toussaint.
De tweede, van schilderijen en teekeningen
van Jan Bedys Tom, van 8 Febr. tot'4 Maart.
De derde, van aquarellen, pastels etc. van
J. H. Ibels, van 6 Maart31 Maart.
De vierde, uit de verzameling van Mr. S.
Van Gyn, oude Dordrechtsche gebouwendoor
den teekonaar J. Rutten, en van Japansche
kunst van Issa Tanimura en van Gaku-sen,
van 5-21 April.
De vyfde, collectie etsen van verschillende
meesters, eigendom van don heer Ph. Zilcken,
van 22 April tot 3 Mei.
De zesde, van schilderijen en aquarellen
van den heer H. A. F. Dekker en mevrouw
Sara DekkerSartorius, van 4 Juni 1 Juli.
De zevende, eene wit en zwart tentoon
stelling van leden der Nederlandsche Etsclub,
van 4 Juni1 Juli.
De achtste, geschiedkundige tentoonstelling,
op 3 October van voorwerpen, betrekking
hebbende op het einde der 16de eeuw.
De negende, photograpbieën van de ten
toonstelling te Parijs en Chicago, afgestaan
door de directie van het museum van Kunst
nijverheid te Haarlem, van 31 October tot
13 November; en
De tiende, tentoonstelling van photogra
pbieën van oude bouwwerken en gedenk-
steenen omstreeks 1000 en 1600 j. v. Chr.,
afgestaan door den heer R. Polak, te Rot
terdam.
De gelden, bij de gemeento-begrooting aan
de commissie toegestaan ad f 1300, ver
meerderd met het legaat-Du Rieu, worden
aldus besteedaan oppassers f 153; aan extra
schoonmaak f 30, dat is f 183; aan arbeids
loon Broekhuyzen f 502.25; aan hout, spijkers
en verfwaren gedurende 4 kwartalen f 249.66;
aan tentoonstellingen f 259.82, en aan aan-
koopen f 255.26, te zamen f 1449.99.
Onder de aankoopen worden vermeld de
schilderij van E. Collier a f 125 en die van
J. v. d. Stoffe a f 60, waardoor wederom
twee Leidsche schilders in het museum ver
tegenwoordigd werden.
Deze beide stukken werden aangekocht
uit het legaat-Du Rieu.J
Mon herinnert zich de couranten-artikelen
omtrent den ring met het geslachtswapen
van Van der "WerfF.
Na onderzoek bleek de ring te zijn van
Clara Duits, gehuwd met Bartholomeus Jans-
zoon van Assendelft.
Clara was de dochter van de derde vrouw
van Vin der Werff.
De gouden ring is een kunststukje van
graveer- en émailwerk. De conservator bad
de voldoening de hooge som, voor dit kleinood
gevraagd, van vrienden en belangstellenden
te mogen ontvangen.
Wy vestigen nogmaals de aandacht op
de tentoonstelling der voorwerpen voor de
verloting in de Ambachtsschool aan den Haag-
weg. Blijkens achterstaande advertentie blijft
die tentoonstelling nog tot a. s. Zondagnamiddag
te vier uren geopend.
Voor het front van het 4de bataljoD,
vierde regiment infanterie, word gistermiddag
door den majoor Koolemans Beynen het Lom-
bokkruis uitgereikt aan den milicien Lan-
geveld, van de 3de compagnie van het boven
gemelde bataljon.
Na de uitreiking, welke met de vereischte
plechtigheid geschiedde, werd door het 4de
bataljon voor den gedecoreerde gedefileerd.
Wy vermelden hieronder, aangezien met
1 Juli het intercommunaal verkeer met Leiden
geopend wordt, eenige artikelen van de voor
waarden, waarop cit kan geschieden.
Art. 1. Zy, die van het recht tot het aan
vragen van verbinding over intercommunale
telephoonlynen wenschen gebruik te maken,
behooren zich by de Maatschappij aan te
melden, en als bydrage in de kosten van
installatie, bediening en administratie, eene
som van f 10 per jaar te betalen; terwyl
als depót voor de seinkosten, verschuldigd by
het gebruik der intercommunale telephoon
lynen, een door de Directie te bepalen bedrag,
dat hoogstens f 50 kan bedragen, by de Maat-
8chappy moet gestort worden.
Art. 2. Voor elke verbinding van het perceel
van een geabonneerde met een geabonneerde
over eene intercommunale telephooniyn, moet
worden betaald f 0 50 voor een gesprek van
3 minuten of minder. Het gesprek wordt
gerekend te zyn aangevangen van het oogen
blik, waarop de beide perceelen met elkander
in telepbonische gemeenschap zyn gebracht.
Voor den duur van het gesprek en de te
betalen vergoeding is de uitspraak van den
Directeur der Maatschappy, naar de aanteeke-
ningen van het Bureau, beslissend.
Art. 3. Da verbindingen over elke inter
communale telephooniyn zullen binnen de
uren, waarop de geleiding voor den cienst is
opengesteld, gegeven worden naar de orde,
waarin zy aangevraagd worden.
Art. 4. Indien door de bedienende telephoniste
van uit het perceel, dat over eene intercom
munale telephooniyn is opgeroepen, binnen
één minuut na de oproeping geen antwoord
is ontvangen, zal door den aanvrager de helft
van het tarief of f 0.25 moeten worden betaald.
Art. 5. De duur van een gesprek kan hoog
stens zes minuten bedragen, en alsdan is het
dubbele tarief van het in Art. 2 bedoelde
verschuldigd.
Art. 9. Dringende gesprekken worden toege
laten. Zy hebben den voorrang boven de ge
wone gesprekken, doch zyn, wat volgorde
betreft, indien meerdere aanvragen voor erin
gende gesprekken aanwezig zyn, onderworpen
aan de bepaling, in Art. 3 vervat.
Art. 10. Het tarief voor dringende ge
sprekken is het tweevoudige van dat voor
gewone gesprekken, in Art. 2 bedoeld.
Art. 11. Op dringende gesprekken zyn de
Art 2, 4 en 5 van toepassing. By „geen
geboor" is de helft van het taridf, in Art. 10
genoemd, door den aanvrager verschuldigd.
Art. 12. De bydrage, in Art. 1 bedoeld, gaat
steeos den lsten Januari of den lsten Juli in,
zoodat tusschentydsch toegetredenen van af
een dezer datums de bydrago verschuldigd zyn.
Art. 13. De geabonr.eerden erlangen door
de bydrage, itl Art. 1 en 12 bedoeld, tevens
de bevoegdheid om hunne telegrammen per
telephoon door tusschenkomst der Maat
schappy naar het Rykstelegraafkantoor over
te brengen en van daar te ontvangen, zonder
voor deze bevoegdheid de betaling van f 5
per jaar verschuldigd te zyn.
Art. 14. De Maatschappy is in geen enkel
opzicht aansprakelijk voor de schade, die
wellicht door onjuiste verbinding, door het
afbreken der verbindingen, door niet ver
staanbaar overbrengen van het gesproken
woord of uit welken hoofde ook zoude kunnen
ontstaan, en neemt in deze geene verant-
woordelykheid, van welken aard ook, op zich.
Gelyk wy reeds meldden, viert de Kon.
Ned. Fabriek van Gouden en Zilveren wer
ken te Voorschoten heden het 12de lustrum
van haar bestaan en werd aan den vooravond
van den feestdag door het geheele p-rsoneel
van die fabriek, van den hoogste tot den
laagste, den eigenaars aangeboden een prach
tige gesmeed yzeren drie arraige gaslantaarn,
opgesteld op het voorplein der fabriek.
By de aanbieding was hot geheele perso
neel op het terrein. De heeren Van Kempen
met hunne dames en familie hadden zich op
het plein begeven.
Blykbaar aangenaam aaDgedaan nam de heer
A. E. Van Kempen, na de aanbieding, ook
namens zyne mededeelgenooten, het woord
en sprak in schoone bewoordingen de werk
lieden toe en aanvaardde het geschenk als
blyk van sympathie der werklieden. Hy noo-
digde tevens het geheele personeel, bestaande
uit 150 man, uit, om heden naar Marken
te gaan en vervolgens naar „Artis" te Amster
dam, enz.
Na iedere toespraak zong het geheele per
soneel eenige toepasselyke liederen.
De heer J. M. Van Kempen sprak na den
heer A. E. Van Kempen een kort woord;
ook hy aanvaardde met genoegen het geschenk
en wees op het voordeel hiervan, daar hy
's wintersavonds thuiskomende er zeer veel
nut van kon hebben.
De heer J. M. Van Kempen bood den burge
meester van Voorschoten ƒ200 aan om dit
onder de armen van Voorschoten te verdoelen.
Hierna rjchtte de heer L. J. S. Van Kempen
het woord tot den beer C. J. Broers, chef
der fabriek, en wees op de goede diensten,
die deze hun vader reeds had bewezen. Nadat
de familie vertrokken was, bleef het personnel
nog eenigen tyd byeen. Vele belangstellenden
hadden zich rondom het terrein verzameld en
in het dorp werd druk gevlagd.
De heryk van maten en gewichten zal
in de gemeente Lisse gehouden worden in
het hotel „De Witte Zwaan" op Zaterdag
4 Juli a. 8 van 9*/a12 en van 12,/2--3Va
en op Maandag 6 Juli d. a. v. van 8'/2 12
en van 1 2*/a uur.
Te '8-Qravenhage worden reeds maat
regelen getroffen voor het houden van de
fancy-fair ten bate van het Nationaal Fonds
tot ondersteuning van nagelaten betrekkingen
yan in Indië gevallen militairen. Het feest zal
waarschyniyk 4 dagen duren, vermoedeiyk
van 1720 Juli. Verschillende muziekcorpsen
zullen zich dageiyks doen hooren, terwyl er
uitzicht bestaat, dat het geheele terrein elec-
trisch zal worden verlicht.
Reeds heeft een groot aantal dames haar
steun toegezegd by den verkoop van inge
komen en nog in te zenden voorwerpen; zy
hebben zich tevens bereid verklaard, diensten
te bewyzen in een aantal bars, terwyl ook
de Inuische „Warong" niet zal ontbreken.
De medewerking van de zyde van kunst
schilders zal glansryk uitkomen en het feest
vermoedelyk besloten worden met een bal-
champétre.
Zooals men weet, heeft de groothertogin
van Saksen „Zorgvliet" afgestaan voor dit feest.
De commissie*van rapporteurs uit de
Tweede Kamer voor het wetsontwerp tot
wijziging van de artikelen van het Wetboek
van Koophandel betreffende de aflegging der
scheepsverklaring, hield gisteren een samen
komst in het gebouw der Kamer.
By de directie van de Grootboeken di-r
Nationale Schuld i3 bevorderd tot opp°r-> -
houder met den rang van hoofdcommies de
heer J. M. Domela Nieuwenhuis, th.ns com
mies.
Aan het bericht, dat de heer L. Udo De
Haes, thans secretaris van Atjeh, benoemd
is tot secretaris van Bali en Lombok, voegt
het „N. v. d. D." toe, dat de heer De Haes
vroeger reeds die betrekking bekleedde. Ge
durende de Lombok-expeditie was hy met
verlof in Nederland, en was toen opgevolgd
door den controleur 1ste kl. H. W. Veenhuy-
zen, die thans met tweejarig verlof reeds
onderweg moet zyn naar Nederland.
Uit „De Oorlogskreet" biykt, dat generaal
Booth Zondag 5 Juli te Amsterdam zal aan
komen.
Hy zal vergezeld zyn van commandant
Howard, secretaris van buitenlandsche zaken
aan het internationaal hoofdkwartier, com
mandant Booth-Clibbom, kolonel Lawley ec
een grooten staf van officieren.
De generaal komt uit Beriyn. Aan het
station te Amsterdam zal geen openbare
ontvangst plaats hebben.
Maandag 6 Juli gaat de generaal naar Den
Haag, Dinsdag naar Rotterdam en Woensdag
zal hy den velddag op „Voordaan" by Utrecht
leiden.
Naar men meldt, is de kapt.-luit. ter zee
D. Stolp bestemd om in Sept. a. 8. op te
treden als commandant van het Kon. Inst.
voor de Marine te Willemsoord.
De majoor J. Doornbos, van het 8ste reg.
inf. te Arnhem, is aangewezen om den luit.-
kol. L. De Vlaming als directeur der Cadetten
school te Alkmaar te vervangen. ArnhCt.)
Vóór de grensregeling bedroeg de jaar
wedde van den burgemeester van Nieuwer-
Amstel f 3500, die van den secretaris f 2500.
Thans is door Gedeputeerde Staten van Noord
Holland de jaarwedde van den burgemeester
voor den tyd, gedurende welken de tegen
woordige titularis, de heer H. P. C. W. H. J. B.
Van Son, die betrekking bekleedt bepaald
op f 2200, en het traktement van den secretaris
op f 800.
Op dit besluit is de koninkiyke goedkeuring
verleend.
Volgens da BProv. Gr. Ct." zullen a. s.
Zondag te Delfzyi emige Duitsche en Neder
landsche oorlogsschepen op de reede liggen.
De reden hiervan zou zyn eene conferentie
betreffende het toezicht op de zeevisschery.
De tweede luitenants A. C. A. Perk en
R. T. Kutsch Lojenga, die by het 1ste, en de
eerste luitenants P. C. Portheine en J. H.
Bloem, die by het 3de regiment veld-artillerie
met ingang van 1 November a. s. vooronbe-
paalden tyd worden gedetacheerd, zullen van
af dien datum tot 1 Mei 1897 den cursus
volgen aan de Ryschool voor de bereden artillerie
te Bergen-op-Zoom.
By koninklyk besluit is de controleur
lste kl. by het binnenlandsch bestuur op Java
en Madura, J. H. Liefrinck, laatsteiyk waar
nemend assistent resident op Lombok, be
vorderd tot officier in de ordo van Oranje-
Nassau.
De schoone slaapster.
2
Zy was zóó lief en deugdzaam en toch wat
snibbig, dat zyn hart in lichterlaaie geraakte.
Zóó snibbig was zy, dat zy hem niet eens
zeide, waar heur ouders woonden, dat by
vragen kon, hoe haar het feest bekomen was,
enzoovoort. Hy wist niet eens, wie zyn aan
staande schoonouders waren. Want een ander
wilde hy niet vragen. Ook had zy er bygevoegd,
dat zulk een bezoek hem weinig baten zou,
dat zy den volgenden dag op reis ging, voor
langen tyd, naar buiten, naar haar groot
ouders op de pastorie.
„En hoe heeten zy, deze grootouders, en
waar staat zy, die pastorie?" had hy gevraagd.
„Niet ver van hier," had zy geantwoord.
„Maar waar?"
„Zoek!"
„Maar dit moet gy my ten minste zeggen,
of het rechts of links van de Elbe isl"
„Links."
„En wat kryg ik tot belooning, als ik u
gevonden heb?"
Toen had zy gelachen en was weggeloopen.
„Ik zal zoeken!" had hy haar nageroepen
en hy was direct op weg getogen in vier
pastorieën was hy onder listige voorwendsels
binnengeslopen, tevergeefs op de geheole
kaart van den goneralen staf was g9en ander
kerkdorp links van de Elbe te vindon (niet
ver van Dresden had zy gezegd!) dan dit,
dat daar voor hem tusscben de kerseboomen
en hagedoornbosschen opdoemde, voor
waarts dus!
De landweg maakte naar do zyde van het
dal een bocht naar een uitgedroogd riviertje,
om aan de overzyde daarvan in de dorpsstraat
uit te komen. Tusschen de voortuintjes der
lage, met stroo bedekte huizen, tegen welker
muren wynranken en de takken van breed
uit elkaar gekweekte pereboomen opklauterden,
liep de straat langzaam op. Over een afge-
brokkelden, met mos begroeiden muur gluur
den verweerde graf kruisen en de spitsen van
zwart-groene Canadeesche ceders, tusschen
welke witte en bruine vlinders fladderden. Nu
kwam ook de roode, spitse toren weer te
voorachyn, en hier aan de andere zyde van
den weg: ja, dat moest het zyn.
Hier omgaf een hooge haag een kleinen
tuin. Een haag, waarin sedert lang geen schaar
het voortwoekerende onkruid gestuit had. En
daarachter het hooge dak van 't huisje tot
het afdak in klimop gesponneD, tusschen
welks donkere bladeren de kleine venstertjes
het nauweiyks waagden door te gluren. Een
groen geverfd hekje sloot den ingang.
De joDge man bleef staan en zette zyn
strooien hoed terecht. Ja, hier moet het zyn l
Hy drukte op de verroeste klink; het tuin
hekje sprong open.
Tusschen hoog opgeschoten maankruid en
dalia's, die vermoeid de zware dikke hoofden
lieten baDgeD, ging hy langzaam over den
smallen kiezelweg, waarop gras groeide, naar
de huisdeur. Koel en schemerachtig was het
in het met tegels belegde portaal, koel en
stil. Niemand verroerde zich. De jonge man
ging verder. Daar was weer een geopende
deur. Frans keek in een groote kamer, waar
een geel gepolyste, ovale tafel in het midden
stond, een ouderwetsche zwarte canapé aan
een der blauw geverfde wanden, een naaitafel
op een voetstuk voor het venster. De kamer
was ledig. Frans nam den hoed af en trad
binnen. Daar trippelde iets over den vloer
in de geopende deur, die naar het aan
grenzende vertrek voerde, verscheen een klein
meisje met een krans van korenbloemen in
het haar. Ze kon hoogstens vier jaar oud
zyn. Met haar groote blauwe oogen zag zy
den vreemdeling aan.
"Was dat toovery? Dat was zy, en toch
was zy het niet! Een miniatuur-beeldje der
zoo vurig gezochte! Waar had hy zyn ge
dachten? Eureka! jubelde het ln zyn gemoed,
gevonden, gevonden! Het was het zusje der
geliefde! Het zusje, van wie zy hem zooveel
verteld had! Hoera 1 Ja, gevonden, gevonden!
Frans kDikte haar glimlachend toe. De kleine
legde den vinger op den mond en kwam een
stap nader.
„Is u de verjaardagman?" vroeg zy met
geheimzinnig gedempte stem.
Frans boog zich teeder tot haar neer.
„Neen, die ben ik niet," antwoordde hy even
zacht en geheimzinnig en zag haar diep in
de schoone blauwe oogen.
De kleine zweeg een oogenblik nadenkend.
Hebt u kinderen?" begon zy op denzelfden
toon.
„Neen."
„Zyn ze misschien allen gestorven?"
„Neon," antwoordde Frans, „ik heb nog
geen kindoren gehad."
Weer zweeg de kleine.
„Kent u grootmama?"
„Neen."
„Ons?"
„Een weinig."
„En den kerstman?"
„Ja."
„Toen u jong was, is toen de verjaardag-
man ook by u gekomen?"
„Zeker."
„Ik ik wacht op den verjaardagman."
„Hy zal je zeker wat moois mee brengen."
Het kind knikte dralend. „Ik ben maar
twee keer ondeugend geweest."
„Je bent een heel goed kind!"
Zy knikte weer. „Ja. Is u een prias?"
„Ja," riep Frans overmoedig en nam de
kleine op den arm. „Een prins uit genieland 1
„Waaruit?"
„Uit h9t sprookje."
„Ik ken ook sprookjes."
„Zoo zeide de prins, zette zich op een
der met zwarte paardenharen kussens belegde
stoelen, die om de tafel stonden, en liet de
kleine weer op den grond giyden. „Zoo....
welke dan?"
„Van de schoone slaapster."
„Hoe is dat?"
„Neen, liever van Sneeuwwitje."
„Nu van Sneeuwwitje."
„Neen, liever van de schoone slaapster."
De kleine legde het rechterhandje op de
knie van den vreemdeling: „Daar was een
meisje, en toen zeiden zy, zy kan overal heen
loopen, maar de ouders zeiden, maar zy
mocht niet in dio eene deur, en toen gingen
de ouders weg, en Sneeuwwitje, nee, het
meisje deed toch open
„Ei, ei, deed toch open nu, en?"
„De deuren daar zit een oude, oude
vrouw op den stoel en die spint, toen zegt
Sneeuwwitje, ik wil ook spinnen, maar de
vrouw heeft gezegd, je moogt niet spinnen,
en toen spint zy toch en toen heeft zy zich
gestoken en toen valt zy neer en slaapt, en
de oude vrouw ging weg."
„Wat je zegt! Zy giDg weg! En verder?"
„En toenen de ouders, die kwamen
nu weerom en zeiden nu, waar het meisje
is, en toen zegt Martha
„Martha?"
„Ja, die zegt, dat zy weggegaan is, en
daar groeien doornen, en daar gaan alle
monschen heer. en ieder wil met zyn zwaard
de heksendcornen doorslaan, en toon komt
er een man en dat is een prins en die maakt
met zyn zwaard een gat en daar kruipt hy
in en denkt, ach, dat is toch een schoon
meisje, toen geeft hy haar een kus, en toen
wordt zy wakker en gaat naar haar ouders
en vertelt dat en die zeiden, dat mag niet,
wy hebben het je verboden, en toen zeide
het kleine meisje, zy wilde het niet w^er
doen."
Slot volgt.)