N«. 11143. Woensdag 24 «Juni. A0. 1833 feze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Eon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. Een buitenkansje in Australië. EBIJS DEZER COURAJJT: Voor Loiden per 8 maanden. Franco per post Afzonderlijke Nommers f 1.10. 1.40. 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt 0.05 berekend. Officieel© Kennisgevingen. Burgemeester en Wethouders der gemeente Leidon brengon ter algemeene kennis, dat door hen zgn benoemd tot brandmeester aan do stoombrandepuit No. 1 de hoor J. A. VERBOOG, in de plaat» van den heer F. T. J. CHRISTIAAN3E, aan wion wegens ■woonplaatsverandering ecxvol ontslag is verleend, en tot adjunct-brandmeester aan dezolfde spuit do hoor N. D. DEE, in de plaats van den heer J. A. VERHOOG voornoemd. Burgemeester en Wothouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 22 Juni 1896. E. KIST, Seoretarie. Leiden, 23 Juni. Door den Raad van Commissarissen der Spoorweg-Maatschappij LeidenWoerden is tot secretaris dier Maatschappij benoemd de heer J. Th. Gorlings, te Utrecht. De volgende maand zal te 's-Gravenhage het examen gehouden worden voor surnumerair bij '8 Rijks belastingen, eerste gedeelte, waarvoor zich 67 jongelieden hebben aangemeld. De examen-commissie bestaat uitdeheeren A. O. J. Schindler, directeur te Groningen; dr. B. J. Goossens, dr. J. F. Haverman en J. C. T. Prikken, leeraars te Leiden, Den Haag en Amersfoort, en H. Nieukerko, hoofd eener bijzondere school in Den Haag. Te Amsterdam is de jaarlyksche alge meene vergadering van aandeelhouders in de Spoorwegmaatschappij LeidenWoerden ge houden. Aan het jaarverslag over 1895 is het volgende ontleend: De bruto-ontvangsten hebben bedragen 166,785,01, zynde ƒ16,970.73 meer dan in 1894. Voor uitgaven is op den voet van art. 6 der overeenkomst van 31 October/1 Novem ber 1891 ten laste van de exploitatie gebracht ƒ125,777.98, zoodat bet afgeloopen boekjaar een batig saldo heeft opgeleverd van 41,007.03 tegenover 37,216.72'/2 in 1894. Om te geraken tot het door de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen gewaar borgde minimum van ƒ135,040, was dus door die Maatschappij ingevolge bovengemelde overeenkomst renteloos voor te schieten een bedrag van ƒ94,032.97. By dit gewaarborgd minimum van 135,040 was te voegen het ten vorigen jare in kas gehouden saldo van 10,061.64, makende te zamc-n f 145,101.64, te verminderen met lasten des bedryfs en kosten van afbreken en weder opbouwen van het station Bodegrave, als kosten van onderhoud, te zamen ad 4822.16, zoodat een netlo ontvangst overblyft van ƒ140,279.48, waarvan ter uitdeeling is be schikbaar gesteld 3.50 per aandeel, zoodat thans nog voor uitdeeling by de Exploitatie maatscbappü weder beschikbaar is 87,779.48, waarvan door het Bestuur wordt voorgesteld eene uitdeeling te doen van 5 per aandeel, zoodat het geheele dividend bedraagt ƒ8.50 per aandeel. Daartoe wird besloten. Op denzelfden voet als ten vorigen jare werd de heer J. P. De Bordes, en by diens ontstentenis de heer mr. C. G. Berger van Hengst, benoemd, volgens art. 5 van de overeenkomst met de Ned. Rynspoorweg- maatschappy van 1875 tot het toezicht op het onderhoud en tot het nazien van de exploitatie-rekening. De heer A. C. Wertheim werd herkozen als lid van den Raad van Commissarissen en de heer J. L. Cluysenaer als directeur. De opvraging van Leendort Zandbergen door den Burgemeester van Oegstgeest kan als vervallen worden beschouwd. De collecte voor den gewapenden dienst heeft te Zoetermeer opgebracht 11.50 en te Zegwaard 9.88. Men deelt mede, dat ook aan prof. Cobot inderiyd het eere-doctoraat door de universiteit te Cambridge verleend werd, doch dat deze gemeend heeft voor do eer te moeten be danken. Het jongste bullotin omtrent gener. Bloem te Arnhem luidde: Toestand naar omstan- 8tandigheden bevredigend. Op de provinciale begrooting van Zuid- Holland voor 1897 is voor onderhoud van de brug over de Oude Maas te Barendrecht ƒ27,000 geraamd, voor de verbetering van de Gouwe 5 ton, ten einde met de onteigening en de werken in verband daarmede een aan vang te kunnen maken. Alle onderwys-sub- sidiën zijn tot hetzelfde bedrag voorgedragen als ten vorigen jaro, terwyl nieuwe subsidiën zyn voorgesteld voor de gemeente Maassluis ten behoeve der ambachts-teekenschool 100, en voor de gemeente Brielle ten behoeve van de instandhouding der teekenschool 250. Ttr bestryöing der 5 Ion voor de verbete ring van den waterweg tusschen IJsel en Ringvaart van don Haarlemmermeerpolder wordt eene geldleening tot dat bedrag voor gesteld ad 3 pet. Aan de Staten is voorgesteld afwijzend te beschikken op de subsidie-aanvrage van den Polder Berkei ten behoeve van de verbetering van den Noordeindschen en den Zuideind- schen weg. Naar aanleiding van het adres van het hoofdbestuur der Vereeniging tot bescherming van dieren om herziening der bepalingen be treffende het bezigen van honden als trekdieren en de adressen tot ondersteuning van dat verzoek, zyn Ged. Staten bereid mede te werken tot aanvulling van het reglement op de wegen en voetpaden. Die aanvulling mag echter h. i. niet bestaan in een algeheel verbod om den hond als trekdier te gebruiken, zooals in het adres wordt verlangd. Evenzeer biyven zy van oor deel, dat een absoluut verbod om op de kar plaats te nemen het doel verre zou voorby streven. Eensdeels van oordeel, dat het aan den dag gekomen kwaad met kracht behoort te worden gekeerd, anderdeels dat dit niet mag geschieden door eene belemmering in het gebruik van een vervoermiddel, onont- beeriyk voor de neringdoenden in dit gewest, stellen zy eene aanvulling van het reglement voor, die, zonder bezwarend te zyn voor hen, die van hun honden met verstand en zacht heid plegen gebruik te maken, feiten als waarvan dagelyks de wegen het tooneel zyn, goeddeels zullen verhinderen. Eene nieuw voorgestelde bepaling laat den geleider de vryheid op de kar plaats te nemen, doch duldt niet, cat twee of meer personen op den wagen zitten. Hierdoor is gebruik van de hondenkar tot personenvervoer uitge sloten. Hem, die van een hond diensten vergt, wordt voorts de eisch gesteld, dat hy dieren bezige, die door bouw en lichaamstoestand in staat zyn, hun taak zonder kwelling te vervullen. De voorgeschreven maat komt overeen met hetgeen te dien aanzien op vele plaatsen in het buitenland geldt. Verder bevat het voorstel hot verbod een hondenkar door kinderen te doen besturen. By het stilstaan van den wagen moeten de honden ongehinderd kunnen gaan liggen, zonder dat de wagen op hen drukt. Ver boden wordt een wyzo van inspanning, die den bond de gelegenheid ontneemt vryeiyk te ademen. Ook geven Ged. Staten nog eene wyziging in overweging, in dien zin, dat de muilkorf, ingericht naar het ryksmodel, thans ten allen tyde voorgeschreven, voortaan alleen zal mogen worden gebruikt wanneer gevallen van hondsdolheid zyn voorgekomen, omdat in gewone gevallen een wyde, lederen korf, die niet drukt en bet verkoelen van de tong niet bemoeiiykt, de voorkeur verdient. Ter vaststelling wordt den Staten aange boden een wyziging van het Reglement van politie voor het vaarwater tusschen Ryn en Schie en de daartoe behoorende kunstwerken Zy strekt ter tegemoetkoming o. a. aan de klacht betreffende den hinder, dien de scheep- vaait ondervindt van het feit, dat tusschen Delft en de Hoornbrug voor het voorttrekken van schepen niet alleen gebruik wordt ge maakt van het daartoe bestemde Provinciale Jaagpad, ten westen van het vaarwater ge legen, maar ook van het voetpad, dat aan diens oostzyde loopt langs don straatweg van Den Haag naar Delft. In het belang van het veilig gebruik der vaart achten Ged. Staten het wenscheiyk voor te schryven, dat de schippers, die hunne vaartuigen wenschen te doen voorttrekken, daartoe alleen van het tot de vaart behoorende Jaagpad gebruik kunnen maken. "Wel wenschen Ged. Staten by dag toe te laten het zoogenaamde weegen, d. i. het voortduwen met weegboomen van kleine vaartuigen. Ter tegemoetkoming aan de klacht tegen de toenemende lengte der sleeptreinen, stel len Ged. Staten voor de toelating van treinen, bestaande uit 10 schepen en den sleeper, mits de trein geen meerdere lengte hebbe dan 350 M onder toekenning aan den brug wachter van de bevoegdheid, om, zoo noodig, in het belang van het vervoer over de brug of in het belang der veiligheid van de door vaart, den trein te splitsen. Aangeboden wordt een ontwerp tot wyzi ging van het Provinciaal Reglement op de Jacht en Visschery (het visschen met de zegen). Onder de voorstellen betreffende de water- schaps en polderreglementen komt er een voor tot oprichting en reglementeering van een nieuw waterschap onder den naam van „"Waterschap voor de Kil- en Wachtdyken" en ontwerp besluiten tot vereenvoudiging van de waterschapsregeling, thans in de vroegere heerlykheid Arkel van kracht. De komst van den Chineeschen gezant Li-Hung-Chang naar de residentie is voor- loopig bepaald op den 3den Juli a. s. Deze Chineesche onderkoning zal gedurende zyn verbiyf daar ter stede met zyn uitgebreid gevolg zyn intrek nomen in het „Hötel des Indes," dat geheel wórdt ingericht voor een ontvangst, den Aziatischen vorst waardig. De ministers van marine en van finan ciën begaven zich gisteren naar Soestdyk ter audiëntie by H. M- de KoDingin-Regentes. Naar men meldt, wordt, behalve "Washing ton, ook Munchen genoemd als een der nieuwe standplaatsen voor Mgr. Lorenzelli, internun tius te 's-Gravenhage. De Pauseiyke vertegenwoordiger is voor nemens weldra eenigen tyd in Luxemburg door te brengen. De commissie uit de Reedery, Handel en Nyverheid te Scheveningen heeft deze maand aan den minister van waterstaat, handel en nyverheid toegezonden een uit voerig adres, in afdruk medegedeeld aan de Staten der Provincie, naar aanleiding van het rapport van den Ryksadviseur dr. Hoek betreffende de Scheveningsche havenzaak. Adressante treedt in eene categorische weerlegging van do gronden, in dat rapport vervat, en zegt o. a. dat Scheveningen staat met of valt zonder haven en dat, boe theoretisch ook tegengesproken, nu reeds de toestand van Scheveningen wyst op den onver- myde'.yken ondergang, als de adviezen van den Ryksadviseur werden opgevolgd. Het Lombokkruis is toegekend aan den milicien "W. P. Doornbos, van het regiment grenadiers en jagers, aan den milicien-korporaal J. H. Dekker van het 1ste, aan de miliciens K. Ter Haar, van het 5de, benevens "W. Lam en B. Van Os, van het 7de reg. inf, aan den sergeant B. Tros, van het 3de reg. vesting-artillerie, alsmede aan den sergeant M. Elenbaas en aan den werkman 2 Je kl. der artillerie A. J. Verhoeven, beiden bestemd voor den dienst in Indië. De minister van oorlog heeft openiyk zyne tevredenheid betuigd aan den eersten luit. H. W. L. Hofdyk, thans van het reg. grenadiers en jagers, voor de wyze, waarop door dien officier geschiedkundige nasporingen in de verschillende archieven te Maastricht zyn verricht. Van den gunstig bekenden „Gids voor inleggers by de Rijkspostspaarbank en voor hen, die het wenschen te worden", van den heer Du Bois, is ten gevolge van de den lsten Juni jl. in weiking getreden wet van 20 Juli 1895, eene nieuwe uitgaaf verschenen. Daarin zyn opgenomende niet onbelang- ryke wyzigiogen en aanvullingen, welke voor melde wet in den bestaanden toestand heeft aangebracht, terwyi, hier en daar, nog tal van ophelderende aanteekeningen en wenken werden ingelascht, door de praktyk aan de hand gedaan. Aan het werkje is voorts zóó danige uitbreiding gegeven, dat het ook ten aanzien van zaken, welke met de Rykspost spaarbank samen kunnen hangen, maar tot het torrein van wetgeving op ander gebied behooren, met vrucht geraadpleegd zal kunnen worden door ieder, die de werking dier in stelling goed wil leeren kennen, of als inleg ger daarmede in aanraking komt. "Wy vestigen gaarne de aandacht op dit handige en nuttige werkje. Als een byzonderheid kan worden mee gedeeld, dat er van het derde tiental jongelui, opgeroepen om gisteren en heden op het departement van marine examen te doen als ólève-machinist, niet minder dan acht genees kundig zyn afgekeurd. Alzoo tot nog toe opgeroepen 30, opgekomen 29, afgekeurd 15. De 2de luits. M. J. M. Willems en G. N. Van Affelen van Saemsfoort, beiden van het 4de reg. vest.-art. te Willemstad en H-lle- voetsluis, komen in aanmerking voor deta cheering by het O.-I. leger voor den tijd van 2 jaren. Van het 2de reg. inf. worden by het leger in Ned.-Indiê gedetacheerdde 1ste luit. H. J. De Klyn, alsmede de 2de luits. J. W. R. Schell en B. Reintjes van Veeren. Naar de „Maasbode" verneemt, worden er onderhandelingen gevoerd tusschen Rotter dam en te Algiers gevestigde kapitalisten, om een maandeiykschen stoombootdienst tusschen beide havens te openen. Do Algier- sche myneigenaren en kooplieden willen zich daarmede voor het vervoer van koper, yzer en ertsen onafhankelijk maken vandeEngel- sche stoomvaart, die hen thans bedient. Voor het benoodigde kapitaal zou deels ook van Am8terdamsche zyde toezegging zyn gedaan. Naar het „N. v. d. D." verneemt, hoeft de minister van waterstaat, handel en nyver heid aan een aantal ambtenaren der tele- graphie, die ongeveer 40 of meer dienstj -ren tellen en dus daarvoor in de termen vallen waaronder er zes zyn, ten kantore te Amster dam werkzaam kennis gegeven, dat zy in den loop van dit jaar den dienst met pen sioen zullen verlaten, ten einde promotie voor de jongeren gemakkeiyker te maken. B. en Ws. van Zaandam hebben by den Raad eene voordracht ingediend tot aanvaar ding van een door de firma William Pont ge daan aanbod, waardoor uitbreiding van de zse- haven zal worden verkregen. Tevens is voorgesteld een 3'/1-pcts.-geld- leening aan te gaan, terwyl een conceptveror dening betreffende het verleenen van pensioen aan de weduwen en weezen van gemeente ambtenaren is ingekomen. De minister van binnenlandsche zaken heeft met ingang van 1 Juli a. s. benoemd tot opzichter by het bureau van den Ryks- bouwkundige voor de gebouwen van onder- wys, enz. H. Van Heeswyk, te 's Gravenhage, thans tydeiyk opzichter teekenaar by dat bureau. Verlof is verleend, wegens ziekte, aan den directeur van het telegraafkantoor te 's-Gravenhage, den heer K. Van Asperen, tot 15 Augustus. Het oorlogsfregat „Jan Willem Friso" is 22 dezer op de reis van Atjeh naar Nieuwe- diep Dungeness gepasseerd. Met 1 Juli zal de „Mail-Courant" van het „Nieuw3 van den Dag" ophouden te verschynen. 2) De os8endryver zeide ons, dat nog eenige andere voerlieden met het vervoeren van telegraafpalen bezig waren. Soms moesten zy lange tochten makeü, acht dagen en langer onderweg zyn. Voor 't overige werden zy goed betaald, en hy voor zyn persoon mocht veel liever mennen dan zich afbeulen met het onzekere goudgraven, waarby hy vroeger zeer veel ongeluk had gehad. Onder zulke gesprekken togen wy, zweetend in den zonnegloed, langzaam over de vlakte. Eindelijk zagen wy telegraafpalen in de verte, de laat8ten in de ry en nog zonder isolatoren en draden. Wy spoedden ons er heen en werden door den heer Ingleby, den opzichter, vrien- deiyk ontvangen en direct aangenomen. Het was hem biykbaar recht aangenaam, dat zich weer eenige arbeiders aanmeldden, want hy had nog slechts drie by de voorhoede, die het zetten der palen bezorgde. Na onze aanstelling kon het werk dus weer wat vlugger van stapel loopen. In de buurt waren twee practisch inge richte, ruime tenten opgeslagen; daarby stonden karren en wagons, waaronder ook een keukenwagen mot kooktoestel, uit welks yzeren schoorsteen een blauwachtige rookzuil opsteeg. Een kok kookte namelyk voor de telegraaf- werkers in de wildernis. Eenige paarden en trekossen weidden in de nabybeid. Wy kregen eerst een goed en ryk middag maal. Toen was ons eerste werk het afladen van een aantal palen. De meerderheid daarvan werd verder gevaren en op andere passende plaatsen afgeladen. Elke paal kreeg na het zetten een nummer, dat er met zwarte olieverf op geschilderd werd, waarby het meer op duidelykheid dan op schoonheid aankwam. Iets verder terug volgden ons de technici met verscheidene hulparbeiders, bestemd voor het vastschroeven der isolatoren en het aanbrengen der draden. Den telegraafdraad waarvan nu en dan weer nieuwe voorraden nagezonden werden hadden zy in groote rollen opgewonden in stukken van 1000 en 1500 meter lengte. Wanneer zulk een stuk aan een ry palen bevestigd was, werd, eer men een nieuw stuk aanhechtte, door middel van een mee gebracht Morse-apparaat beproefd, of de leiding goed werkte, tot welk doel de eerste ingenieur telegrammen wisselde met het laatst inge richte station. Wy echter, by de voorhoede, hadden, nadat de afstanden gemeten wareD, niets anders te doen dan op de ons aangewezen plaatsen de gaten ^e graven, de palen er in te brengen en op te zetten, wat in den Fegel gemakkeiyk ging, daar de grond meestal gunstig was. Bovendien moesten wy natuurlyk eiken dag by het afbreken, het transport en het oprichten der tent helpen. Nu en dan kwamen de kolonisten, schaap herders, arbeiders, goudgravers, om naar ons werk te kijken en het heel ongegeneerd, nu eens lovend, dan weer afbrekend, te critiseeren. Eens verscheen ook een kleine troep zwarte inboorlingen, die door middel van gebaren om tabak bedelden. Men gaf ze hun, waarop zy tevreden heengingen. Een gryze schaapherder, die ons bezocht, wilde ons bang maken voor boschroovers, die in den omtrek huisden, met name voor de bende van zekeren Jack Dugget. Tot nu toe hadden wy nog altyd het geluk gehad, van zulke wildernisbandieten verschoond te blijven. Wy bereikten een groot en al sedert jaren bestaand goudgraverskamp, waar een station opgericht werd, voor hetwelk de daarvoor aangewezen telegrafist met zjjn toestel reeds aangekomen was. Twee hulparbeiders van de electrische colonne verlieten ons daar. Demon goud ver blindde hen, zoodat zy het nuttige en solide telegraafwerk trouwoloos in den steek lieten. Zy wilden hun geluk als goudgravers be proeven. De eerste ingenieur en ook de opzichter Ingleby waren daarover zeer misnoegd, want plaatsvervangers voor de deserteurs waren niet te bekomen. Zes dagen later bevonden wy ons tusschen de heuvels in een hollen weg, waardoor de lyn gelegd zou worden. De streek was woest en dor, water mylen ver in het rond niet te krygen. Gelukkig hadden wy voor onze be hoefte eenige waterreservoirs Op don proviand- en keukenwagen. De electrische colonne was, vanwege de twee deserteurs, achtergebleven, ongeveer twintig palen, en wy van de voorhoede waren juist bezig een gat te graven voor paal 6717. „Daar ligt een steen," bromde Robert Hausman„dien moeten wy er eerst uit hebben." „Probeer hem met de spade uit to lichten," zeide ik. Dat deed hy, maar hy kreeg den ver meenden steen er niet uit. „Er is wel beweging in te krygen, maar hy zit toch te vast," merkte by op. Toen ging ik op den grond liggen, greep met beide handen in het gat, morrelde den harden klomp los en lichtte hem er met veel moeite uit. „De steen is merkwaardig zwaar," steunde ik. „Alle drommels 1" schreeuwde Jimmy Yates, vreeselQk opgewonden, „dat is geen steen 1 Ik laat my hangeD, als dat een steen ist" „Een goudklomp, zoo waar ik leefl" riep Robert. Hoera 1" riepen wy allen geestdriftig. „Ge zegend zy de telegraafpaal nummer 6717, die ons dit geluk bezorgde l" „Naar den drommel nu met het telegraaf werk l" riep Jimmy. „Onder zulke gelukkige omstandigheden worden wij weer goudgravers en vormen hier een mynmaatschappy 1" „Ja, dat zullen wyi" riepen wy allen. Inmiddels hadden wy de aarde van den klomp afgestooten en afgekrabd. Het gedegen edele metaal blonk ons tegen. Het was een blok kwartsgoud, dat misschien wel negentig pond woog. Opnieuw greep ik in het gat, woelde tr met de handen in en vond onmiddellijk nog twee kleinere klompen, waarschyolyk afge brokkelde stukken van den grooton. Het scheen dus een waar „goudnest" te zy°, een vindplaats, zooals nu en dan in Australië door gelukkige goudgravers ontdekt worden. Met ons zessen, l6den van de nieuwe myn- ondernoming namelyk wy drieën van do Creek en de drie andere collega's togen we onmiddoliyk aan het werk, om het gat in den grond grooter en dieper te maken. Maar daar kwam de opzichter Ingleby, die sedert een uur by de electrische colonno vertoefd had, waar men juist met een stuk draad ten einde gekomen was en een nieuw stuk daar mede verbinden wilde. „Hoe nu, mannen," zeide hy, „zyt gy nog niet verder? Nog by paal 6717? Het gat hebt gy veel te groot gemaakt." „Sir," sprak Jimmy Yates plechtig, „bier zyn wy en hier biyven wy, want dit is een gezegende plaatst Geen honderd trekossen zullen ons hier vandaan krygen. Het telegraaf werk is nu niet meer van onze gading. De heeren te Sidney moeten maar zien, hoe zy de leiding klaar krygen!" „Wat moet d&t boteekenen? Wilt gy ook wegloopen?" „NoeD, maar wy hebben hier onverwacht goud gevonden, meneer 1 Een grooten en twee kloiuere goudklompen hebben wy er al uit. Daar liggen zei Aan uw voeteD, meneert" (Slot volgt.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 1