„Doch du de belachiyke tooneelen te moeten beleven, die Z9lfs de beste onzer scbutteryen te zien geven; tooneelen, die ons bij den vreemdeling potsierlijk maken, en geen hoogen dunk kunnen geven van den ernst, waarmede wij onze nationale rechten zouden handhaven, ziet, lezers, dat bewijst wel, dat ondanks handig verzonnen palliatieven, ondanks goocheltoeren met de verouderde wet, en in spilt van den besten wil en de intelligente toewijding van officier en kader, de schutterij in onze tegenwoordige maat schappij, met haar in sommige lagen steeds sterker wordend verzet tegen alle tucht en maatschappelijke orde, een absoluut onhoud bare, en wat erger is zoer bedenkelijke in stelling is gewordeD. Ja, men mdot er zich bfina over verheugen, dat die waarheid nu nog door grappige incidenten aan 't licht komt, en zich nog niet door ernstig kwaad aardige uitvloeisels heeft kunnen openbaren. Onze generaals hebben het lot van de Fran- sche generaals Clément Thomas en Le Comte in de Rue des Hosiers nog niet te vreezen, en zulke toestanden als daar mogelijk waren zullen w\j wel nimmer beleven; doch dat de eene wapenmacht de andere bij haren dienst in vredestijd moet beschermen, 't is waarlijk al erg genoeg, dunkt mij, om de instelling, zoo gebrekkig en verouderd, eindelijk ten grave te doemen, en uit hare asch een moder ner, frisscher weerkracht te doen verrijzen." feSteinitz t© Leiden® Het schaakspel bier ter stede mag zich in eeno ruime deelnemiDg verheugen, getuige het bestaan van vier bloeiende clubs, doch uit den aard der zaak mosten de meesto lief hebbers zich bepalen tot het spelen van par tijen onderling en gebeurt het slechts een enkele maal, dat een der beste Nederlandsche schakers hier eene blind- of simultaan-sóance komt geven, iets wat, naar de flinke opkomst te oordeelen, door onze schakers op hoogen prüs wordt gesteld. Doch dat zijn nu altijd maar onze nationale krachten, die, hoe sterk ook, toch niet in do schaduw kunnen staan van die groote meesters, die hot wereld kampioenschap tegen elkander hebben te ver dedigen, in welken strijd nimmer iemand zóó lang de overwinnaar is gebleven als Steinitz. Dien Steinitz nu had ons oudste gezelschap, „Palamedes," opgericht in 1S46, in zijn mid den. Zulk een voorrecht was Leiden nog nooit te beurt gevallen en zal het wellicht in jaren niet te beurt vallen, en men zou dus mogen verwacht hebben, dat een overtalrijk publiek de eimultaan-voorstelling van Maandag zou hebben bijgewoond. Edoch, wegens de zeer groote kosten had „Palamedes" zich genoopt gezien de geringe 6ntróa van 1 te vragen (met f 2.60 was het nog niet te ruim betaald geweest), en dit scheen velen terug te hebben gehouden. Wat wij over zulk oen gebrek aan belangstelling denken, zullen wij maar ver zwijgen, doch voor „Palamodes," dat blijk heeft gegeven er alles voor over te hebben om z\jne stadgenooten het schoonste, dat er op het gebied van schaak bestaat, to doen zien, voor „Palamedes" was het hard to ont waren met hoe groote lauwheid zijne geest drift beantwoord werd. Reeds vroeg waren in de kleine Gehoorzaal, die door de uitstekende zorgen van het comité in een schaaklokaal in optima forma was herschapen, een zestigtal liefhebbers bijeen, die elkander met angstige spanning en nog grooter ernst waarheden als koeien verkon digden, bijv. dat, zoo Steinitz geen fout maakte, hunne kansen slap stonden, doch dat genoemde kansen door een fout van Steinitz wel wat zouden verbeteren. De debatten zijn nog lang niet gesloten, als om acht uren plotseling de groote man in ons midden staat. Hij werd aan den arm binnengeleid door den lieer Moquette, den secretaris van den Schaakbond, daar hy zeer kreupel is. Terstond werd hij door den heer C. T. Steffelaar, voorzitter van „Palamedes", met eenige hartelijke woorden welkom geheeten, waarop Steinitz antwoordde met al do vriendelijkheid en bescboidenheid, waardoor hü zich zoo gunstig van do mee sten zijner medeberoepsschakers onderscheidt. Daarop namen 27 der aanwezigen, daartoe door het comité gekozen, plaats acht*.r de borden, die in een grooton kring waren opge steld, en werden nog door den heer Steffelaar omtrent de met Steinitz getroffen regelingen ingelicht, on nu kon het spel beginnen. Gewoonlijk is Steinitz verplicht van tafeltje tot tafeltje te strompelen, hetgeen hem zoer afmat, doch nu was mevrouw Van Bemmolen zoo vriendelijk geweest hom haar wagentje aan te bieden, een aanbod, dat Steinitz nog nooit te beurt was gev-llen, doch waarvan b(j een dankbaar gebruik maakte. Was het al aardig geweest het kleine ronde mannetje te zien spreken, nog veel typischer was het hem aan den gang te zien. Hij bekijkt elk spel mot groote aandacht en zit er soms een deuntje by te blazen; dan komt er een heel klein zacht handje te voorsebfin, dat met snelle beweging een zet doet, en daarna kijkt by zyn tegenstander even schalksch aaD, alsof hy zeggen wou: „Op dien zethadt go niet gerekend I" en dan reed by weer verder. Hy speelde alle spellen met wit en mocht dus openen en het scheen zyn doel overal een zoo levendig mogelyk spel uit te lokken; vandaar dat hy nooit met d4 opende, waar mede hy in match partyen zooveel succes behaalt. Groote combinatiën vermeed hy, nu hy 27 partyen tegeiyk moest spelen, ten einde zich voor onaangename verrassingen te vry- waren; doch by stelde zich tovreden" met het gaandeweg verzwakken van de positie der togenparty, om dan door het eindspel te win nen, hetgeen hem in niet minder dan 23 go- vallen gelukte. Door de groote soliditeit van zyn spel en het vermyden van avontuur wist hy tevens to bewerken, dat hy geen enkele party ver loor doch vyf spelers kon hy evenmin de baas worden als zy hom en dozen spelers bood hy dus remis aan, of voor zoover het om halftwee nog niet zoover gekom-.n was, verklaarde de jury (de heeren Moquette, Dr. Van Rhyn en mr. Enschedé, uit Haarlem) de party voor remis. Het behoeft niet gezogd te worden, dat de jury veelal Steinitz zelf om raad by hare beslissingen vrosg, doch dit kan door niemand gewraakt worden, die weet hoe Steinitz' oer- lykheid niet minder bekend is in de schaak wereld dan zyn onovertroffen schaaktalent. Do namen dergenon, die met Steinitz gelyk gespeeld hebben, zyn: Dr. Van Rhyn, Mr. Enschedé, De Nie, Esser en Splinter. Het minste aantal zetten, waarmede Steinitz won, was 12; het gros van de spelers bracht het van 23 30 zetten, doch na halfóén werd er op groote schaal gecapituleerd. Het publiek volgde deels Steinitz op zy'n tocht langs de borden, doch buiten den kring; deels stelde men zich op achter een vriend of achter een sterk speler, en groot genot was op ieders gezicht te lezen. De volgende openingen werden gebruikt: Weener party (4), Spaanscho party (3), Rus sische party (1), Giuoco Piano (2), Evans- Gambiet (1), Middengambiet (2), Kieserit^ky- Gambiet (I), andere Paardgambieten (3), Falk- beer-Gambiet (1), andere geweigerde Konings- Gambieten (4), Raadsheerspel (5). Een woord van dank van den voorzitter besloot het schaakfeest, waarop Steinitz nog antwoordde, dat hy een gunstigen indruk van do Leiische krachten en hy ook menige harde noot te kraken bad gekregen. Hy dankte zeer voor de mooie ontvangst, doch verzekerde nog het meest van alles de lieve attentio van mevrouw Van Bemmelen te hebben gewaardeerdhy betreurde haar niet parsooniyk te kunnen beuanken. Wy doen het voor hem by dezen en voegen daarby een woord van dank aan „Palamedes", en in het byzonder aan don heer Steffelaar, voor zyne voortref- felyke leiding. J. W. d. G. KOLONIËN. BATAVIA, 8-14 April. De „Deli-Ct." schryft: Dat er reeds lang op Groot-Atjeh iets broeide, blykt uit het eigenaardige feit, dat den 24sten Maart R. Bandahara (v. Tamiang) zich bij den controleur te Seroeway vervoegde, om hem te vragen of hot waar was, dat T. Oemar was overgeloopenHy had nl. ver nomen, dat deze zich buiten voorkennis van generaal Deijkerhoff naar Penang had be geven, daar veel goudgeld had gekocht en by zyn terugkeer een berisping had gekregen, waarover hy zoodanig in toorn ontstak, dat b(j de zjjde van de Kompany verliet. Dit ie een merkwaardig staaltje van do in Indië welbekende „kabar anginl" Uit de „J.-B." van 10 April: Behalve de gewone aanvullingstroepen, die heden met de „Maetsuycker" naar Atjeh ver trekken, gaat de 1ste luitenant der artillerie Brewer als begelflder van drie volledige span ningen en dertien reservepaarden met do „Van Diemen" derwaarts. Deze aanvulling is hedenmorgen tclegraphisch verzocht door generaal Vetter en te 2 uren gaat zy van het station "Weltevreden, te 5 uren op do boot, dio van avond nog vertrekt. In het. ge heel gaan heden 370 man aanvullingstroepen naar Atjeh. Een regeeringsbericht meldt: Uit een gisteren or.tvangen rapport van generaal Deykerhcff h gebleken, dat op 15, 21, 25, 2G en 23 Maart jl., met het oog op de voor genomen tuchtiging van Lamkrak, aan Toekoe Djolian, behalve de 120 Beaumont-geweren, die hem waren toevertrouwd voor de be zetting dor blokhuizen by A- akgaloeng en Senelop, werden verstrekt 375 achtorlaad- gewcren met 25,000 patronen, 500 voorlaad- geworen met 500 kilo kruit, 120,000 slag hoedjes en 5000 kilo lood voor duizend strij ders met duizend dragers. Hem werd by dia gelegenheid te7ans uitbetaald een som van 18,000 dollars, voor aankoop van leeitocht en opium en voor transport. Do „Straits Timés" wijdt in het nummer van 6 dezer een welwillend en belangstellend woord aan do moeiiykheden, waarin zich Neder land tydeiyk op Atjeh bevindt door het verraad van T. Oemar. Het blad is ovortuigd, dat wy do Atjokirs ten slotte wel zullen overwinnen mits do zaak nu flinker worde aangepakt dan tot nog toe is geschied. De „Pinang Gazetto" hoopt, dat Nederland zich met Engeland zal verstaan om Atjeh de zegeni; gen van den vrede deelachtig te doen worden! De „Deli Ct." schryft: Onder reserve deelen wij mede, dat een van de firmanten der firma R., te Kotta-Radja, do heer Z., als verdacht van de levering van soldatenpakken aan de Atjehers, uit Atjeh verbannen is. Do vier als soldaten verkleede Atjohers, dio den gesneuvelden luitenant aanvielen en door de marechaussees afgemaakt werden, hebben ons waarschyniyk op 't spoor gebracht van een handel, dien wy fatsoenlykheidshalve liever niet in ons blad qualificeeren. M3ar het is zeker, dat, hoe meer men van Atjeh hoort, hoe beter men begrypt, dat er een fcovenmenschelyke kracht en energie toe be hoort om daar de baas te blyven. Uit Kotta Radja werd aan het „Bat. Nbl." geseind De verwonding van luitenant Hoekstein be staat in een schot m de bil; luitenant Ten Seldam is licht aan den schouder gewond. De andero gowonden zyn titn Europeesche fuseliers, een Amboneesche en acht Inlandsche fuseliers, benevens vyf dwangarbeiders. Yan Lamkoenj.t is medegebracht naar bier een aldaar gewonde Europeesche fuselier. Uit Atjeh verneemt de J.-B.", cat Tooko9 Oemar den eersten tyd na zyn afval rusig te Pakan Badak zat en daar, volgens spion nen oeii hterr, bij den^grooten toom voor zijn huis versterkingen en loopgraven liet maken te zyner verdediging. Verder dat de Isto Iuit?nant Vuyck. die by het ontruimen der blokhuizen sneuveld®, door vier Atjehers is afgemaakt, die helmhoeden van oi.ze soldaten op hadden, waardoor hy hen voor zulke soldaten hi.ld, dio in de klem zaten en dus hulp nooóig hadden. Aan de „Sum. Crt." is getelegrapheerd dat generaal Vetter htt sleutelbeen niet heeft gebroken, doch dat het slechts gekneusd is. Volgens dit bericht gebeurde het ongeval ter hoogte van Kota Alam, waar het paard schrok, een zy sprong maakte en zyn rui: er afwierp; de generaal moet ook den linkerarm gekneusd hebben. De toestand is echter be vredigend. Men verzekert aan do „J.-B.", dat uit Atjeh telographisch om toezending van alle be schikbare dwangarbeiders is verzocht, ten gevolge waarvan ook de in de hospitalen te werk gestelde voor Atjeh bestemd worden. Uit Penang werd de „Deli Ct." geseind, dat het voorwendsel, dat T. Oemar vcor zyn verraad heeft, is, dat by grieven tegen de civiele ambtenaren had. Naar het „Bat. Nbl." uit vertrouwbare bron verneemt, wilde T. Nja Mohamad van de IX Moekims geen deel nemen aan het verraad en werd hy daarop met zyn vrouw coor Oemar opgelicht en naar dc IV Moekims overgebracht. Den middag vóór het uitrukken liep te Kotta Radja reeds het gerucht, dat Oemar naar den vyand zou overloopen. naar aanleiding van het overvall. n van een patrouille naar Tjot Goó, by welke gelegenheid de luit. Zydveld en eenige minderen werden gewond. Oemar had gevraagd btf zyn colonne een officLr van de aitillerie mat 6 stukken geschut te voegen, n3tuur)yk met het doel de bediening af te maken en do kanonnen te rampassen. Hy had slechts een schynbeweging tegen Lamkrak in bet zin, maar wanneer onze troepen ook waren uitgerukt, had T. Oesin Langbatta, zyn onderbevelhebber, in last zich meester te maken van Oleh-Leh en do Kraton. Dit plan mislukte, omdat het uitgelekt was. Daarop wercen hem inlichtingen gevraagd, waarop hy antwoordde dat hy vele klachten had. Zyn huis te Pakan Badak h90ft hy geheel ontruimd; het is nu bezet door tal van ge- wapendon. bevecht by Lam Soet. Da Atjeh-correspondent van de „Java-Bode" schryft hieromtrent: Met het oog op de voorgenomen operatién tegen hot Lamkraksche waren zooals u bekend is de blokhuizen Toei Selimbing, Aloer Oo, Mon Tassik en Mata Air door drie brigades marechaussees bezet, welke voorzien waren van drie dagen levensmiddelen en de noodige munnie. Door het opstaan der bevol king in het torreingedeelto Senelop en Lam Soet was de communicatie tusschen deze posten verbroken. Met het oogmerk nu, om do bezetting der genoemde blokhuizen te ontzetten, haar te doen terugtrekken en de blokhuizen zno moge lyk te vernietigen, rukte den 30sten Maart, des namiddags te halfdrie, eene colonne van uit Kotta-Radja uit onder bevel van den majoor G. P. M. Van der Koordaa, ter sterkte van 2 gemengde compagnieën (kapitein L. Labotz en G. J. H. Bruynis), waaraan waren toegevoegd negen brigades marechaussees, onder kapitein jhr. G. J. W. Cb. Graafland. De colonne, per stoomtram naar Lambaroo vervoerd, kwam daar te vier uur aan en marcheerde vervolgens over Siroen naar Lam Soet. Aldaar aangekomen, gaf de colonne- commandant zyne dispositie: De compagnie Bruynis bezet met 3 brigades marechaussees don oostelyken rand van het klapporbosch op 700 M. beoosten van de ben- ttng Lam Sost en Opent daar het vuur op den achter de Kroong Lingkar opgestelden vyand, met het doél om der compagnie La botz, voorafgegaan door de zes andere briga des, de gelegenheid te geven, zuidwaarts van den weg Lamsoet Senelop, deze laatste ben- teng te bereiken. By doze tweede colonne be vond zich aanvankeiyk do commandant. Nauvvolyks had de compagnie Bruynis Lam Soet verlaten, of zy werd op heftigo wyze onder vuur genomen. Het was toen 43/t uur. Onmiddellyk. vielen er in de eerste linie vyf gowonden. De compagnie nam stelling en be antwoordde het vuur. Inmiddels trokken de drie brigades der lste colonne zuidwaarts en namen stelling op ongeveer 200 M. bewesten de masdjid Lem Djompoe, van waaruit zy het vuur van de compagnie Bruynis ondersteunden, om het haar mogelyk te maken voorwaarts te gaan. Deze voorwaartsche beweging geschiedde door aanvankeiyk zuidwaarts terug te trekken en acht6r de drie brigades (luit. Vis) om in ae richting van Sonelop voort te schryden. Het vuur van de brigades Vis maakte tevens den marsch van de zes overige mogelyk, welko weldra de genoemde missigit bezetten, die niet verdedigd werd en verlaten was. Met een verbazend élan stormden zy daarop voorwaarts in de richting van Senelop. Op t:ilryke benden en vyandeiyke patrouilles, welke de randen der aanwezige kampongs en van het bedekte terrein bezet hadden, werd geattaqueerd. De compagnie Labotz volgde die beweging. Ongeveer ter hoogte van Lam Bada werd een nieuwo loopgraaf ontdekt, die genomen moest worden. De luitenant Vuyck der marechaussees nam echter waar, dat de manschappen, welke haar bezet hielden, den helmhoed op en de sprei en bandouliöre droegen. Vermeenende, dat het derhalve eigen troepen waren, naderde hy zonder to vuren. Plotseling roept een sergeant den officier toe: „Het zyn vermomde Atjehers, ik ken dien eenon met zyn b-.ard." „Atta queeren", was het veelzeggende woord. Dan, het was reeds te laat. Een schot a bout portant doorboorde den bravo de borst. Ook de sergeant viel gewond neder. De compagnie Bruynis was intusschon by de missigit aangekomen en kreeg hier den last deze te bezetten, aldaar de gewonden op te nemen en den terugtochtsweg Senelop Lamsoet vry te houden. In carréformatie bivouakeerde de compagnie. De drie brigades (Vis) sloten zich by de compagnie Labotz aan, die eveneens zuid waarts van den weg zooals ik reeds meldde de beweging van de zes voorste brigades volgde. Na de bezetting der missigit verminderde het vyandelyk vuur belaugryk, zoodat de negen brigades en de compagnie Labotz verdor zonder veel verliezen Senelop bereikten. Alhier werd een banneling onder belofte van kwytschelding van straf en een vorgoeding van 50 guld&n naar de vier blokhuizen ge zonden, ten einde den brigades aldaar te ver wittigen, dat zy zouden wordtn afgelost. Toen verondersteld werd, dat dit bericht zou zyn overgebracht, rukten drie brigades langs den groeten weg zuidwaarts om bet plan ten uitvoer te brengen en namen do bezetting van Mon Tassik en Aloer Oe op. Ook Toei Selimbing trok terug. Alleen Mata air kon niet bereikt worden. Zooveel mogelyk werd mede genomen, o. a. de mitrailleur van Aloer Oe en do munitie. Een kistje patronen van Toei Selimbing, dat niet meegevoerd kon worden, wierp men In de kali. Tot het in brand steken der blokhuizen ontbrak de tyd: zoo werd Aloer Oe onmid dellyk door de Atjehers bezet. Van uit Senelop onder vuur genomen, slaagde men door e n gelukkig granaatschot er in den petroleum- voorraad in brand te schieten, waardoor het blokhuis in vlammen opging. Te Senelop verzameld, word de missigit teruggetrokken, terwyl de gewone bezetting van 75 man in genoemde benting verbleef. De compagnie Bruynis sloot zich aan en zonder besefcoten to worden, werd Lamsoet weder bereikt. Te halfzes in den ochtend van den 31sten kwam de colonne Van der Noordaa in den kraton aan; zy voerde 2 dooden (waaronder luit. Vuyck) en 12 gewonden mede. Een doode bleef op het terrein liggen, terwyl de vijand zelf 4 dooden in onze handen achterliet. De verliezen aan die zyde moeten belangryk geweest zyn. De briefsehryver besluit aldus: "We schryven thans 31 Maart; en hoewel do Java mail voorloopig niet sluit, zal ik dezen brief reeds beëindigen, omdat ik natuurlyk in het onzekere verkeer, wanneer ik - indien heien uitgerukt wordt weder in den kratou terug zal zyn. Alle troepen zyn geconsigneerd, de wach ten zyn versterkt. De kampong Nesoen is overgeloopen en geheel verlaten. Het kampement van dien naam is door de zorg der genio geheel in staat van verdediging gesteld, chicanemiddelen en een banket wer den aangebracht, terwyl twee kanonnen, met kartetsen geladen, in battery staan. De compagnieën van hot 3 Je lossen elkander af in de bezetting van Lamdjamoe en Belang, twee compagnieën van het 12de „bezetten Ketapan Doewa en Tjot Goeö. De dames uit de geconcentreerde linie heb ben reeds in Kotta-Radja oen vriendelyk onderdak gevonden. Do XXVI Moekims houden zich Goddank rustig, alleen Tjot-rang werd enkele malen beschoten. Toekoe Neq is met verlof naar Penang De gewondenzaal is weder geheel gevuld en de kameraden van de patrouille-Blokland vormen reeds lang de minderheid. Zoodra ik hiertoe in staat ben, zal ik verdere byzonderheden melden. Donderdag verwach ten wy reeds versterking; dan zou, dunkt my, een bataljon kunnen debarqueeren. Van de troepen hier wordt op het oogenblik vee), zéér veel gevergd. Doch we doen het met liefde, uit innige verknochtheid aan Haar, onder wier kleure wy stryden. Door den Gouverneur-Generaal van Ned.-Indië zijn de volgende beschikkingen genomen: Civiel Dapartement. Verloend: een jaar verlof naar Europa, wegens laDgdurigon dienst, aan tien ingenieur 2de kl. bij den dienst van het mijnwezen M. Koporberg. In het gouvernement Sumatra's Westkust. Overgeplaatst: van do ondorafdoeling Klein Mandhéling, Oeloe en Pakanteu naar de onderafdeeling Padang Lawas, residentie Tanhpoeli, de controleur 2de kl. R. H. V. De Lannoy; van de afdeeling Natal naar de onderafdeeling Batang Tavoedistiicteu, afdeeling Siboga, residen tie Tapanoeli, dc controleur 2de kl. W. J. Thicme; van do onderafdeeling Batang Taroe-districten naar de afdceliDg Natal de controleur 2<le kl. K. A. James. Bij den aanleg van Staatsspoorwegen. Benoemd: Tot tijdelijken 2don commies de tijdelijk© 3do commies J. A. Boeker. Bij don post- en telegraafdienst. Benoemd: Tot commies 2do kl. P. II. Den Hartog, wd. commies 3de kl. Ontheven: Van do verdere waarneming der betrekking van commies 3de klasse L. Dom, ambtenaar op nou-nctiviteit. Belast; Met do waarneming der betrekking van commies 3do klasse en geplaatst te Wolte vreden en te Soerabaia de ambtenaren op non- activiteit. F. C. Moulonholl en H. Ph. Overdijk, laatstelijk commiezen Isto klasse Dcfwrtorrcnt van Oarleo. Ingetrokken: Op verzoek bet aan den kapitein dor infanterie J. Adania van Schel tenia, wegens langdurigen dienst vcrieend eenjarig vei lof naar Europa. Gesteld: Op non activiteit, de kapt. der art. van verlof uit Nederland teruggekeerd, H. E. P. B. C. Baermeijor von Barienkho.'en. Hersteld: Bij het wapen dor art. boven do formatie in activiteit, de kapitein op non-activiteit H. E. P. B. C. Bnermaijer von Baricnkhofen. Tijdelijk: Ter beschikking gistcld van den milt. commandant v.vi Atjeh, de luit.-kol. milt. comd. S. O. kust, J. 15. Van Heutz: belast met de waarneming van hot milt. com mando ter S. O. kust, de luit.-kol. pi. could, to Soerabaia, FT. G. Willems. Overgeplaatst: B;i het 3do eskadron te Batavia, do 2de luit. van dc eskadrons te Salatiga, J. Do KoninglL Ingetrokken: De overplaatsing bij het 3do csk. te Batavia, en overgeplaatst bij de eskadrons te Snlatiga, van den "eden luit. van het 1. h. 4do eslc. te Soerabaia. J. G. Boon. Overgeplaatst: Bij het 2 lo bat. inf. te Magelang de kapt. bij het linke, half 1ste bat. G, fc P Scheuer; de kapt. bij hot 2de reeruten bat. D. W. F. Var Langen de kapt. b. h. reclilorhalf 4de bat- H. S. De Visser; de Isto luiks, bij het linkerhalf 4de bat. J. II. R. v. d. Siepkamp en H. G. Post; do lste luit. bij het 2de reern!en-bat. J. A. L. M. Struiken; de2doluit. bij het linkerh. lste bat. J. Goldenberg; de 2de luit. bij het 2de depót-bat. IJ. Van der Sande: do 2de luit. bij bet rechterh. lste bat. P. J. N. Do Roock; de 2do luit. bij bet rechterh 4de bat. W. F. H. Epke; de 2de luit. bij bet depót-bat. C. B. H. Von Hombracht; de 2de luit. bij het 8ste bat. L Oorver; de kapt. bij liet 5de bat. L. J. L. Do Moulin; de kapt. bij het 2de bat. D. L. N. Vink; de lste luit. bij het Gde bat. H. G. E. G ran pró Molière dc lste luit. bij het 2do bat. G. D. Van de Kasteele; do 2de lnits. E. J. F. v. d. Molen on F. M. L. Borstink, mede van dat bataljon Overgeplaatst: Bij het 5de bat. inf. te Semaraug de kapt. bij bet 8sie bat. B. A. A. De Vlaininck; de kapt, bij het linkerh. lste bat. W. Beer; de lste luit. bij het 2de recruten-bat. P. Van der Molon do lste luit. bij het 8ste bat. II. C. L. Ter Bock; de lste luit. bij het 2de recruten-bat. M. D. J. De Jongh; do 2ae luit bij liet Ssto bat. A. C. Hoekt en N. W. Van Gelder. Overgeplaatst: De kapt. bij liet 5de bat. R. A. Paelilig naar het 8ste bat.; de lste luit. bij het 5de bat. J. P. C. Hardio naar het 8ste bat de lste luit, W. G. A. Brewer van de lste comp art. (Isle veld-bat.) tc Batavia naar do 4de comp. art. (4de bergbat, to Kotta-Radja; de lste luit. J. J Van Leeuwen van do 13de comp. (4de comp. vesting-art.) te Batavia naar de 22sto comp. to Kotta-Radja; de lsle luit -kwartiermeester te Soerabaia W. J. G. Van Bennekom naar het 2de bat. als kwartiermr.; de mil. apoth. Isto kl. F. T. Schroder tc Semarang naar Batavia (Gde afd. D. v. O. rijksmagazijn v, geneesmidd.); de mil. apotheker lste kl. te Magelang A. H. Hisgen. naar Semarang; de 2de luit.-kwartiormr. M. W. Scheltema, tijd. kwartiermr. van het 2de bat. inf. naar Semarang als kwartiermr. van het subst.-kader aldaar. 11 cis told: In activiteit de Isto luit. der genie on non-act. H. VV. Fischer, met plaatsing te Bengkajang (West Borneo). Ingetrokken: De ovorplaatsing van den lsten luit.-kwart.mr. te I.akat F. VV. J. Von llombracht als kwart.mr. van het 13de bat. met nadere overpl. naar het bureau Yan den gew. intendant te Soerabaia. Geplaatst- Bij aankomst uit Nederland, bjj het 13de bat. als kwart.mr. de 2de luit. kwart.mr. H- J. N. J. Schotborgh, bostemd voorden diensth.t.l. de kapt.-kwart.mr. J. J. Verwijnen i3 overgepl. van het bureau der gew. intend, to Soerabaia naar het hospitaal aldaar als administrateur: de lste luit.-kwart.mr. B. M. Wassing van het subst-kader te Semaraug naar het bureau van den gew. intendant aldaar. Overgeplaatst: Bij het l.b. 4de eskadron to Soerabaia, de 2de luit. bij de oskadrons te Salatiga, H. C. De Waal; bij het ode eskadron to Batavia, de 2do luit. bij liet 1.li4de eskadron to Soerabaia, J. G. Boon. '1' ij d o 1 ij k belast: Mot het mil. commando ter Sumatra's Westkust, de kolonel der inf., boven de formatie in activiteit hersteld, D. Brakcl. Oepar cment van Marine. V e r 1 e e n d Een jaar verlof naar Europa, wegens langdurigen dienst, aan den lsten stuurman bij de gouvernements marine J. C. Tichelman. Verleend: Met ingang van 5 Juui 1896, ■wegens langdurigen dienst, een jaar verlof naar Europa, aan den Jston stuurman bij de gouverne- ments-marine A. J. Van Hemert. Ontslagen: Mot ingang yan Mei 1890, op verzoek eervol uit 's,lands dienst, de baasbank werker bij het marine-établissement to Soerabaia A. Van de Ven. T ij d e 1 ij k belast: niet dc waarneming dej: betrekking van havenmeester te Semaraug, met ingang van 4 Mei 1896, de ambt. op non act, LC. H. Hcucko, laatst onder-havenmeester, tevens lóods-commissaris, te Tandjoeng Prioek. Eervol onthoven: van liet bevel over Hr. Ms. „Bali" en toegevoegd als adjudant aan den luitenant-generaal Vetter, de luitenant Ier zee lste kl. J. J- Hissing. Overgeplaatst: van Hr. Ms. „Merapi naar Hr. Ms. „Bali" en tijdelijk belast mot het bevel do luitenant ter zee lste kl. G. S. U. Burgerhout; van Hr. Ms. „Tromp" naar Hr. Ars. „Merapi" als tijdelijk lste officier, de luitenant tor zee der late kl. P. Van den Broeke; van Hr. Ms. „Bromo" naar Hr. Ms rBlommen- dal", de officier van administratie 2de kl. G. II. Hamersma; van Hr. Ms. „Blonimendal op Hr. Ms. „Gedeh en vergunning verleend om te Tepatriöeren, de officier van administratie der 2de kl. H. W. Stoelman. Bij de Gouvernements-Marine. Benoemd: tot lsten stuurman, de ambtenaar op wachtgeld C. Kikkert, laatst die betrekking bekloed liebbendo, en geplaatst aan boord van het stoomschip „Flamingo" ter Sumatra's Oostkust. Marktberichten. Bodegrare, 12 Mei. Aangevoerd 134 wagens Kaas, eamen 10,7-lü stuks, we endo 46.710 KG. Prijs leto eoort Goudsobe f '22.50 a zwaardore 24e eoert 1 16 60 a f 18.—; Dorbykaas, prrja Isto soort f22 a f2de soort f 19.— a 20.60;- Edammer K*aï, pr(je lete soort f 23. a f 2do soort ƒ1?.— r 20.50; L3idache Kaas het schippond. H&udel matig. Vos. Aangevoerd 189 lammeren f 5.— a 12.— 19 bigo0J.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 6