MENGELWERK.
hoefte doet gevoelen aan een college van
minstens drie en hoogstens vyf „practische
mannen, die hun sporen op het verschillend
ge'ied, waartoe de Polytechnische School
\oorbereidt, hebben verdiend". Is het nu aan
te nemen, dat die „practische" mannen, die
nijt te Delft wonen, bijgestaan door een be
zoldigden secretaris, wien ontheffing kan wor
den verleend van het voorschrift zich te Delft
te vestigen, het beheer beter zullen voeren
dan de Raad van bestuur?
Da regeling, die bij de universiteiten ook
lang niet boven bedenking verheven is, zou
bij de technische hoogeschool bovendien nog
veel minder doeltreffend zijn, omdat hier de
hoofdgrond ontbreekt, waarop het buiten den
senaat staande college van curatoren bfi de
universiteiten kan worden noodig geacht. Ter
wijl daar het uiteenloopend karakter der vijf
faculteiten met zich brengt, dat de hoogleer
aren weinig gelegenheid hebben elkanders
gebied te betreden en te leeren kennen, vor
men de afdeelingen aan de technische hoo
geschool inderdaad de takken van één
enkelen boom. Uitgebreide groepen van
de studenten komen op allerlei gebied samen
en volgen dezelfde lessen.
Er ontstaan dagelijks onderlinge aanrakin
gen en besprekingen, en de hoogleeraren
kunnen na eenige jaren het gehoele gebied
overzien. Yan verschillende zijden is aan het
blad verzekerd, dat in den Raad van bestuur
nooit de behoefte aan een college van cura
toren is gevoeld.
Het dost ons ernstig leed, aldus besluit
De Ing., dat wij verplicht zijn dit Regeqjings
voorstel zoo vierkant te bestrijden. Niet een
adviseerond college van curatoren wordt door
ons in beginsel afgekeurd. Wol een beheerend
curatorium en in het bijzonder oen, dat door
de wet zelfs niet verplicht fs by benoemingen
van docenten te rade te gaan met den Raad
van bestuur der school.
In één woord samengevat, is dit ons be
zwaar, dat het Regeeiingsvoorste' in stryd
is met de stelling der commissie Saetblage
c. s.„zelfbestuur, zoo ruim mogelijk opgevat,
zij het beginsel voor het bestuur der tech
nische hoogeschool."
In Eet Nieuws van den Dag komt een
hoofdartikel voor, geteekend S., waarin wordt
betoogd, dat vele ouders te lichtvaardig be
sluiten hunne zoons naar het gymnasium
to zonden. Dit blijkt o. a. hieruit, dat geen
inrichtingen van onderwijs in de hoogste en
laagsto klassen zoo bevolkt zyn.
Teleurstelling, zegt de schrijver, wordt het
deel van vele ouders, die hunne zoons, na
twee, drie jaren van hopelooze inspanning,
van het gymnasium afnemen moeten en naar
iets anders omzien, zeer ten nadeele natuurlek
van de jongelieden, die tegen het Latijn on
Grieksch optornden en gedurende de maitel-
jaren dier studie heelwat beters hadden
kunnen doen. In de grootere steden van
Nederland is het kwaad het grootst. In deze
steden komen ieder jaar leerlingen op de
gymnasia, waarvan het den leeraren niet
zelden in de eerste maanden re9ds blijkt, dat
zj het niet tot aan de derde klasse brengen.
Maar dan is het veelal te laat.
Da schrijver wil hiermede niet beweren,
dat met de toelating tot het gymnasium te
lichtvaardig wordt omgesprongen. Z. i. ligt
de fout hierin, dat in vele inrichtingen van
voorbereidend onderwijs zóóveel zorg wordt
besteed aan de jongelui, die voor de boogere
burgerschool of het gymnasium examen moeten
doen, als slechts mogelijk is om deze candi
daten te doen slagen. Later blijkt hun weinige
vatbaarheid voor gymnasiale studie.
„Doch ook onder de meer begaafde jonge
lieden zijn er, die door hunne ouders naar
het gymnasium worden gezonden en daar
niet slagen. Dat zijn dezulken, die geen lust
hebben in de studie der oude talen, maar er
door klassiek gezinde ouders toe worden ge
dreven. Indien men den jongens in waarheid
vrije kous had gelaten, zouden zy wellicht
in eon andere ionchting van onderwijs uit
muntend geslaagd zijn. Maar neem zelfs aan,
dat men begaafde jongelui, doch die aan
gymnasiale studie geen lust hebben, door
allerlei kunst- en vliegwerk, en bij vallen en
opstaan, eindelijk tot aan het eindexamen brengt
eu zij slagen, dan nog is het tien tegen één,
of deze jonge menschen mislukken als student.
Wie zal het zeggen hoeveel teleurstellingen
in deze worden veroorzaakt door den jaren-
langen opgespaarden onlust en weerzin by
den student tegen hetgeen hem als opge
drongen is?"
Do schrijver raadt don ouders aan, eerst
den onderwijzer, die hun zoon opleidde, te
raadplegendeze heeft gewoonlijk eeu beteren
kyk in die dingen. En ook by den rector
winne men inlichtingen in, als de jongen oeni-
gen tyd op bet gymnasium is.
Als oorzaak van het kwa3d noemt de schry
ver, dat een te groot aantal jongeliedèn in de
jaren hunner opvoeding en opleiding reeds met
ieder jaar zenuwachtiger uitziet naar allerlei
postjes en betrekkingen. Eone vaste bozol
diging is voor velen het anker der levenshoop.
Iq het Weekblad v. h. Recht schrijft T. B.
over reiskosten van getuigen in
burgerlijke zakon.
Het tarief voor justitiekosten werd eerst
by reglement van oponbaar bestuur vastge
steld, met bepaling dat uitoriyk binnen drie
jaar oen wet die materie zou regelen. Die
wet kwam 28 Augustus 1843 tot stand e n
geldt nog! Geen wonder, dat de afstands
tafelen voor reiskosten, door den Minister
van Oorlog dostyds vastgesteld, nu ge
heel verouderd zyn. Zy wyken geheel af van
de by de spoorwegmaatschappyen gebruikelijke
afstandswyzers, wat T. B. met eenige voor
beelden staaft. Maar bedenkelyker is, dat door
de vaak te hoog berekende reiskosten het
persooniyk hooren der getuigen, te zeer wordt
bemoeilykt. Men oordeele:
„In een geding tot onder curateele-stelling
van een vermogende dame achtte de bekwame
raadsman van de oischende party het raad
zaam een verpleegster uit 's Gravenhage als
getuige op te roepen.
Die getuige kwam per spoor den avond
voor de terechtzitting, en na haar verhoor op
den volgenden dag had zy nog een keuze uit
twee treinen, om naar haar woonplaats terug
te keeren. En wat werd haar nu voor die
reis toegelegd 's-Gravenhage ligt van Gro
ningen volgons den minister van oorlog
262.7 KM. en volgens de spoortafelen 254 KM.
Naar luid van art. 66 sub 2 der byna 33
jaren oude wet ontving zy voor reiskosten,
naar 265, d i. 53 x 5 mijlen, f 66.25
Een retourbiljet eerste klasse van 's-Graven
hage naar Groningen kost f 14. Schat men
nu de kosten voor logiès, voeding en tyd-
verlies voor een verpleegster op f 8, dan
verdiende de getuige aan dit uitstapje, buiten
de haar volgens art. 65 verschuldigde schade
loosstelling, de niet onbelangryke som van
f 44.25.
Een ander geval.
In een - ook uit een moreel oogpunt
met onbelangrijk geding werd de overkomst
van drie getuigen uit Amersfoort naar Gronin
gen raadzaam geacht
Amersfoort ligt volgons den H. v. 0.171.7
en volgen3 de spoortafeleo 173 K. M. van
Groningen.
Ieder dier drie getuigen ontvangt dus 35 x
f 1.25 of f 43.75, behalve de hem volgens ait
65 toekomende schadeloosstelling
E9n retourbiljot eerste klasse van Amers
foort naar Groningen kost f 10.50 Schat men
de onkosten van de getuigen op f S; aan hield
ieder /"2S.25 ovor."
Daar komt by dat hot reizen in Noord en
Zuid-Holland en het verblyf aldaar duurder
geacht wordt dan in de andere provinciön
Ook hangt hot bedrag der kosten ai var de
vraag of mon in of buiten zijn arrondisse
ment reist. Uit een en ander concludeert
de schr. tot de wonschelykheid der herziening
dezer tarieven. Een werk van ingew.kkelden
aard is dit niet Men rogele de kosten over
eenkomstigde bestaande middelen van vei keer,
geve den rechter do bevojgdhei1, de reiskosten
toe te schattin naar een door don wetgever
vast te stellen minimum en maximum en
herzie het tarief na verloop van bijv driejaren.
Tn de Kroniek van Stemmen voor Waarheid
en Vrede schryft de beer A. W Brorsveld,
naar aanleiding van de Memorie van Antwoord,
over het aanhangig kiesrech t ontwerp.
Hy meent, dat velen, die met bly Jschip,d*n
minister Tak zagen aftreder, i iet ontroerd
worden by de gedachte, dat ook ae minister
Van Houten wordt geslagen
De schryver rekent zich tol diegenen. Hij
ziet in het huidig ontwerp niet dj uitwerking
van een kloeke gedachte, maar administratieve
touwpluizeiy Toevallige omstandigheden zul
len don kiesgragon burger het stembilj.r
geven, en duizenden zullen dat ontvangen,
die van regeeringszaken absoluut geen vc-r
stand hebben. Een zéér uitgebreid kiesrecht
zal ellende brengen over ons land. dat Dijkt
immers uit Belgie, Frankrijk en N - Amerika.
Men heelt ook niet te vreezen voor ernstige
gevolgen, wanneer het kiesrecht mei wordt
uitgebreid
Het volk bekommert zich ai zeer weinig
om het kiesrecht. Het is meer verlangend
naar werk dan naar een stembiljet, en het
begint id te zien, dat het stemrecht wel
welvaart belooft, maar die belofte niet ver
vullen kan En daarom roept hy allen, die
in deze tot handelen geroepen wordeD, toe-
„Verzint eer ge begint, werkt er niet toe
mee, dat het zwaartepunt van ons gezag
wordt verplaatst naar de toevallige meerder
heid van onze Tweede Kamer."
In dit betoog ziet de schryver volstrekt
geen verstokt conservatisme. De minister,
die den werkman het kiesrecht geven wil,
moet den werkman kennen en niet met
beuzelarijen als een spaarbankboekje en der
gelijke betrekkelyke nietigheden aankomen
Waarom niet gewacht totdat ook door de
Kamers van Arbeid de weiklieden beter zyn
georganiseerd? Dan was de weg vanzelf
gewezen. Nu vindt hy het onbarmhartig en
onverantwoordeiyk de kans te openen, dat
ons goede volk wordt overgeleverd aan men
schen als Van Kol, Van der Goos,
Troelstra, Gerritsen, Ëruinsma
en hoe verder de leden van dat ongoddelijk
gezelschap heeten mogen.
Het Nieuws van den Dag spreokt den wensc-h
uit, dat met het oog op do aanstaande troons
beklimming van koningin W i 1 h e 1 m j n a,
het kieswetvraagstub een spoedige oplossing
vinde. Met het voorstel-V an Houten is
het zoer ingenomen.Alleen heeft het een
wenscli omtrent den leeftyd.
Doordringt men zich goed van den grooton
invloed, dien een enkel stembiljet kan oefenon
op bet gansche volk, dan moet men toch
beamen, dat dit stembiljet liefst moet worden
toevertrouwd aan den man, die niet meer
wordt geslingerd tusschen rechts en links, maar
wiens overtuigingen in de school van het
leven zelf zyn gekomen tot beslistheid."
Het blad acht het een goed element in het
ontwerp Van Houten, dat de leeftyd all hans
op vyf en twintig jaar is gesteld. Kon die
termyn worden verhoogd, het zou het zeer
toejuichon.
Evenzeer hoopt Het Nieuwsdit do invoe
ring van stemplicht een punt moge uitmaken
van ernstige overweging.
Een misverstand.
Uit het Fransch van M. C. DE SAR.
t
Tien jaren geleden was ik een piepjong
luitenantje en Myrza een speelsche jonge
hondals twee goede kameraden woonden
wy in Versailles, waar ik toen in garnizoen lag.
Op Nieuwjaarsdag had ik gedineerd by oom
en hoewel ik het heele menu reeds lang
vergeten ben, staat my nog levendig voor
den geest dat er een reusachtige malsche
kip werd voorgediend Terwyi ik er een goed
stukje van nam, dacht ik aan Myrza, die du
alleen in Versailles zat en zeker zoo graag
zyn deel van net heerlyko maal zou gehad
hebben en ik besloot, voor ik heenging oen
bezoek in de keuken af te leggen en de oude
getrouwe keukenprinses om wat kluifjes voor
myn huisgenoot te vragen.
Eerst keek ze wel een weinig vreemd op,
maar daai ik een neef van den gastheer was,
wilde ze myn verzoek niet weigeren en pakte
ze heel gracieus wal afgekloven bouljes en
zeer onsmakelyk uitziende beenen in een pa
pieren bonbon-zak Niemand zou hebben kun
nen vermoeden dat in het kbunge pakje een
versnapering voor myn bond zat verborgen.
Thuisgekomen, sprong bet goede dier onder
vrrendschappolyk geblaf om my been, en ik
weet zeker dat hy iets van de verrassing
vermoedde, want onophoudelijk likkebaarde
hy. Voorzichtig maakte ik het nette touwtje
los om tot myn groote verbazing, by het
openmaken van den zak, een menigto sierlijke
marrons glacos ie aanschouwen
Hoe die metamorphose bad plaats gehad,
was my eerst een raadsel, docb eindelijk
herinnerde ik my de onvoorzichtigheid te
hebben begaan van myn pakj9 op de bank
in de tram te leggen. Een oude dame, die
naast my had gezeten, had zeker iü de haast
van het uitstappen te Versailles myn pakje
genomen en ik het hare Myrza en de waar
dige matrone waren er db dupe van en ik
had er een voorraad heerlijke marrons glacés
by gewonnen.
Gelukkig dat 'k op dat oogenblik nog niet
wist wat my boven bet hoofd hing l
II
Op tafe* lag een briefje, dat een nitnoodi-
ging behelsde tot, oen diner by de gravin
Cjivilly, een vriendin van myn moeder, die
z ch daardoor geroepen voeido my allerlei
belstfdhiden te bewyzen.
Zonder aarzelen» nam ik do invitatie aan,
want gretig maakte ik van iedere gelogen
beid gebruik, dib' my m de nabybeid van
Raymondo Cervilly bracht
En to b huwelijksplannen bad ik toentertijd
in hot geheel niet, want Raymondo was jong,
mooi en ryk en zou aus baar eischen zeker
hooger steller-- dan een luitenant zonaer titel
en zondor fortuin
WtJ schepte het meisj? zichtbaar behagen
in mijn gesprekken en toonde ze my eenige
voo! keur. docb ik schreel dit toe aan de om
standigheid dat onze moeders intieme vriendin
nen geweest waren.
Den tweeden Januari zaten Raymonde en
ik in de groote salon te midden van een
aantal gasten Het was reeds tamelijk laat
geworden er. reeds keek de gastvrouw eenigs-
zma zenuwachtig op do pendule, toen de deur
voor Üe laatste maal geopend wera en de
knecht aandiende-
„Mevrouw üe markiezin de Saint-James."
Wij schetst myn verbazing, toen ik in de
oude douairière, die statig binnentrad, myD
gez-llin van den vorigen avond herkende.
Na zich verontschuldigd te hebben over
haar laat verscbynor. .overhandigde zy Ray
monde oen zak.
„Dit is wat voor u, beste kind. ge houdt
immers voel van marrons glacés? Dal meen
ik ton minste onthouden te hebben."
Dadelijk begreep ik dat het mijn zak moest
zyn en het koude zweet brak my uit by die
gedachte alleen
„Dank u wel, lieve tante, werkelijk, u be
derft my, na tafel zullen we et eens vaQ
proeven".
„Als ze eens vermoeden kon wat die keu
rige bonbon-zak bevat"; kon ik niet nalaten
te denken.
Men ging aan tafel on gelukkig merkte
niemand mijn verlegenheid op. Ik zat naast
Raymonde en gedurig gaf ik haar verkeerd ant
woord of maakte Ik, om toch maar bet discours
gaande te houden, de onzinnigste opmerkin
gen. Die ongelukkige zak nam al myn den
ken in beslag; wat moest ik beginnen, indien
de oude dame mij herkende! En in dit olegant
gezelschap moest het toch al heel wonderlijk
klinken dat een luitenant zulke onooglyke
restjes van een diner mee naar huis droeg.
Ik nam my voor, evenals de anderen my
zeer verbaasd te toonen, als de zak zou wor
den opengemaakt.
Eindelijk verlieten wy de eetzaal.
III.
„Nu is het ontzettend oogenblik gekomen",
dacht ik; „hoe zal ik my 't best uit de
moeilijkheid redden
En met veel tegenwoordigheid van geest
bood ik Raymonde den arm en geleidde ik
haar van tafel.
Mynheer de Cervilly noodigde de heeren
in de rookkamer.
Gewooniyk prefereerde ik het, dad6iyk met
de dames mede te gaan, doch nu gre3p ik
dit laatste redmiddel aan en volgde ik de
heeren. De rookkamer was naast het salon
en door de openstaande deur kon ik juist
Raymonde gadeslaan. Ik zag haar den zak
nemen en de sierlijke lintjes losstrikken en
dadelyk daarop hoorde ik de kreten en ge
affecteerde gilletjes der dames. Wat my betreft,
ik had dien avond wel tien sigaren willen
rooken, alleen als een reden om nog langer
uit het salon te blyven.
Baymonde vertelde ons het goheele geval
m kleuren en geuren en haar verhaal ver
wekte groote hilariteit. Ook ik schertste met
de anderen mede en vroeg mejuflrouw De
Cervilly lachend om ook iets van den exquisen
inhoud van den zak.
Alleen de markiezin de Saint-James deelde
niet in de algemeene vroolykheid.
„Op zoo'n manier gedupeord te worden is
affreus," klaagde zy. „Ik ben woedend, want
ik weet zeker dat myn nieuwe huisknecht
bet expres gedaan heeft, nu, morgen krygt
hy zijn congé, ik ben furieus!"
IV.
Ik voelde dat het een laagheid zou zyn,
wanneer ik zou blyveD zwygoneen onscbul
dige zou daardoor uit zyn dienst worden ont
slagen i
Maar ik kon toch tusschen al die menschen
de waarheid niet zeggen, zonder voor jaren
de risóe te worden Mevrouw De Samt-.lames
wilde ik alles mededeeleD en zoodra ze op
stond om te vertrekken, volgde ik haar
„Mig ik o naar uw rijtuig brengen,
mevrouw?"
Zy keek my glimlachend aan en nam toen
mijn arm, terwijl we door den tuin gingen
„Mevrouw, zoudt u my even willen aan
hooren?" vroeg ik deemoedig.
„Hè? vroeg do markiezia.
„Goede hemel, zy is doof", dacht ik.
„Alles loopt my wel tegen, hot is zeker
niet om do conversatie gemakkelyker te
maken
En, mijn stem verheffend tot een soort
geloei, herhaalde ik
„Mevrouw zoudt i> my even willen aan-
hoorer»
„Zoo. hebt ge my iets te zeggen, dat meende
ik al te begrijpen
Ik keek haar aan, ze had my dus herkend,
maar hoe kon ze dan haar buisknecht be
schuldigen' Uit beleefdheid voor my, mis
schien."
,,lk zal u zeggen boe het gebeurd is,
mevrouw, indien n my wilt beloven met
niemand over de zaak te spreken Laat die
geheim blyven
„O, op myn discretie kunt ge rekenen,
mynheer, het is beusch niet de eerste keer
dat ik in zoo iets gemoeid word."
Verbaasd staarde ik haar aan.
„Ik weet heel goed wat ge my wilt zeggen,"
vervolgde do douairière, al heb ik geeD scherp
gehoor, mijn oogen zijn toch nog goed Ik
heb et aan tafel eens geobserveerd, mynheer,
en ik heb gezien dat ge ontroerdet, wanneer
ge naar Raymondb keeku"
„Het komt my toch vreemd voor,
mevrouw..
„Dat ik dat geraden heb. op mijn leeftyd
is men in dio dingen uitgestudeerd; meer
jongelui hebben zich lot my gewend, die naat
de hand van RaymoDdo dongen."
„Maar mevrouw, u bedriegt u, ik ben niet
verliefd, daar loopt de zaak niet over, ik
„Zeker zal ik handelen, laat alles gerust
aan mij over", zeide de doove douairière met
een beschermend knikje, alsof ze heel goed
verstaan bad wat do jonge man zeide.
„Ik zal uw zaak bepleiten of het myn eigen
was, want ge zjt me zeer sympathiek. Kom
my morgen maai eens bezoeken."
Geheel verbluft bleet ik nog staan, terwijl
het rijtuig reeds was weggereden.
V.
Dien avond heb ik Myrza voor het eerst
en het laatst schandelyk slecht behandeld.
Een venynige trap deed hem achteruitvlie
gen, zoodat hy jankend onder de tafel ver
dween, terwijl ik hem maar steeds door
overlaadde met allerlei scheldwoorden. Hy
was immers de oorzaak van alles, waarom
ik door hom ook zoo in ongelegenheid was
gekomen
Eerst die ongelukkige knecht, die geheel
buiten zijn schuld zou worden weggezonden,
en dan ik, welk een zot figuur zou ik maken!
Morgenochtend zou ze zeker dadelijk met
haar nichtje gaan spreken, die er natuurlijk
niet over zou denken eon armen luitenant
te trouwen "Wat zou men my uitlachen die
volgende dagen, als het praatje zich verbreidde.
Wie weet of 't my niet voorgoed onmogelijk
maakte Het was verschrikkelyk.
Ik wilde naar de markiezin de Saint-James
gaan om haar in de ooren te brullen dat de
zaak geheel anders was, toen ik my plotseling
bedacht dat ze vergeten had mij haar adres
te geven.
Ik kon slechts te weten komen dat zy
een kasteel bewoonde op een grooten afstand
van Versailles.
Den volgenden dag ontving ik een briefje
van dezen inhoud:
Mynheer,
Ik heb eerst met Raymonde gesproken en
daarna met haar ouders, die alles goedvinden
wat hun dochter wensebt. U kunt u dus
declareeren, uw aanzoek zal gunstig worden
opgenomen."
M. De Saint James.
Gemengd Nieuws.
Men meldt uit Haarlem aan de
„N. R. C.":
Het bericht, dat er kans bestoni, dat de
Beschuitstoren te Wormer zou blyven bestaan,
omdat de kooper te dezer stede niet bekend
was en de kooppenningen niet zouden zyn
voldaan, mist allen grond. De kooper, de hoer
Duyu alhier, heeft wel degelyk betaald en is
Maandag ji. met werklieden van do firma
Zuithof, ook alhier, met het sloopen van den
toren aangevangen.
Spoedig zal de beroemde toren dus tot het
^verleden bebooren
De heer W., te Sneek, onderdirec
teur der boterfabriek. verliet Dinsdag jl. zyno
woning, en is sinds nog niet teruggekeerd.
Woensdag dreef te Sliedrecht
een boot met hout iü het Middeldiep rond
met een klein kind, dat bitter schreiende op
den last zat. Iemand, dio onmid lel.'yk een
onderzoek instelde, kwam tot de treurige ont
dekking, dat de vader van het vierjarige wicht,
de 40-jarigo werkman K Van Eek, dood in
het vaartuig lag De ongelukkige vermoe-
delyk door een beroerte getroffen Iaat een
vrouw met acht nog jeugdige kinderen achter.
De schutter Speelman was to
Amsterdam opgeroepen om Donderdag op de
Beurs de oefeningen by te wonen
Gekleed in uniformbroek met grys jasje,
een paai wandelschoenen aan, de sjako op,
een grooten kiespynüoek om 't gelaat, een
sigaar in "t hoofd, wandelde hij, voorzien van
geweer en parapluie, uit het café Reens, over
hot Rembrandtsplein. door de Amstelstraat,
zoo naar de Jodenbreestraat en van daar door
do Hoogstraten, Doelen en Damstraat, zoo
naar den Dam Had de schutter in het begin
slechts een enkel persoon achter zich, 3llengs
kwamen er meer toegeschoten, en het was
op 't laatst een heele stoet, die als een soort
van eerewacht den schutter begeleidde.
Toen Speelman zich op de Beurs vervoegde,
werd hy door den officier teruggestuurd,
met de boodschap, dat hy zóó niet aan de
oefeningen kon deelnemen.
Begeleid door zyn eerewacht, begaf de
schutter zich toen weer huiswaarts.
F a I b, voor 't allerlaatst, nog
eenmaal.
Onder den titel „De zoogenaamde kritische
dagen van Falb" bevat de April-aflevering
van hel Duitschp tydschrift „Gaea" een artikel
van dr. B Turksma, te Amsterdam, waarin,
zonder theoretische beschouwingen, alleen
door de cijfers, ontleend aan do uitkomsten,
wordt aangetoond, hoezeer Falbs voorspel
lingen in strijd zijn mei de werkelijkheid.
Hel Mei-nummer van „De Zee" neemt 't
in hoofdzaak over en sluit zich by de critiek
aan, in het belang van de echte wetenschap
der meteorologie
Men mag daarmede dien kwakzalver voor
goed begraven achten; en wy hopen, dat de
Nederlan ische dagbladen zullen medewerken
door voortaan nu zelfs niet meer te melden,
dat zy Falbs zg. voorspellen niet vertrouwbaar
achten. (H. 0.)
Te Parijs is in de kaorno in de
rue de Babylone een geheimzinnige diefstal
ontdekt. Een soldaat vond op een morgen
de deur vaD het bureel van den kolonel half
openstaan Hy waarschuwde onmiddellijk
eenige officieren, die zich over het feit zeer
verbaasden, omdat de kolonel sinds eenigen
tyd op reis was De officieren traden het bureel
binnen en zagen, dat de geldkist, die met
'behulp van stalen nagels aan den grond had
vastgezeten, verdwenen was. De troep werd
dadelijk geconsigneerd en alle manschappen
werden ondervraagd. Niemand begreep hoo
het mogelyk was zulk een zware kist mee te
nemen zonder te worden gezien. De geldkist
bevatte het grootste gedeelte van de kas
van het regiment, ongeveer 30,000 franken. Do
regiments commanlant werd onmiddellijk per
telegram gewaarschuwd en by zijn komst nam
het onderzoek onder zijn leiding een aanvang.
Tot nog toe is er evenwel geen licht in de
geheimzinnige zaak gekomen.
Waar is dc acteur?
Noord-Zuid-Kollandsche Stoomtram weg-
Maatschappij Haarlem—Leiden.
Opbrengst in
April. 1895 189G. Verschil.
Reizigers. 8625.75'' f 9639.02 f 1018.26»
Goederen. 1830.89 1093.19 -+- 62.31
Diversen676.15 496.73 179.42
To zamen ƒ10332.781 f 11228.94 -+- f 896.15s
Vorige maanden 22446.SI* „22101.76 344.7a-'
Tot. opbrengst f 32779.30 333 30.70 f 551.40
Per dag-kilom. f 9.75s f 9.S37 -t- f 0.082
UITLOTINGEN. 5 pet. Oostenrrjksche aan-
deelo.i van 18C0 a 1). 500. PremuintrokkiDg van 1
Mei 1896, betaalbaar 1 Aug. 1896. Hoofdprijzen:
serie 6803 No. 7 11. 300,000, e. 14S5 n. 14 fl. 50.000,
s. 7227 n. 13 25,000, s. 1437 n. 13 eu e. 15250
n. 13 elk fl. 10,000.