MENGELWERK. hoefte doet gevoelen aan een college van minstens drie en hoogstens vyf „practische mannen, die hun sporen op het verschillend ge'ied, waartoe de Polytechnische School \oorbereidt, hebben verdiend". Is het nu aan te nemen, dat die „practische" mannen, die nijt te Delft wonen, bijgestaan door een be zoldigden secretaris, wien ontheffing kan wor den verleend van het voorschrift zich te Delft te vestigen, het beheer beter zullen voeren dan de Raad van bestuur? Da regeling, die bij de universiteiten ook lang niet boven bedenking verheven is, zou bij de technische hoogeschool bovendien nog veel minder doeltreffend zijn, omdat hier de hoofdgrond ontbreekt, waarop het buiten den senaat staande college van curatoren bfi de universiteiten kan worden noodig geacht. Ter wijl daar het uiteenloopend karakter der vijf faculteiten met zich brengt, dat de hoogleer aren weinig gelegenheid hebben elkanders gebied te betreden en te leeren kennen, vor men de afdeelingen aan de technische hoo geschool inderdaad de takken van één enkelen boom. Uitgebreide groepen van de studenten komen op allerlei gebied samen en volgen dezelfde lessen. Er ontstaan dagelijks onderlinge aanrakin gen en besprekingen, en de hoogleeraren kunnen na eenige jaren het gehoele gebied overzien. Yan verschillende zijden is aan het blad verzekerd, dat in den Raad van bestuur nooit de behoefte aan een college van cura toren is gevoeld. Het dost ons ernstig leed, aldus besluit De Ing., dat wij verplicht zijn dit Regeqjings voorstel zoo vierkant te bestrijden. Niet een adviseerond college van curatoren wordt door ons in beginsel afgekeurd. Wol een beheerend curatorium en in het bijzonder oen, dat door de wet zelfs niet verplicht fs by benoemingen van docenten te rade te gaan met den Raad van bestuur der school. In één woord samengevat, is dit ons be zwaar, dat het Regeeiingsvoorste' in stryd is met de stelling der commissie Saetblage c. s.„zelfbestuur, zoo ruim mogelijk opgevat, zij het beginsel voor het bestuur der tech nische hoogeschool." In Eet Nieuws van den Dag komt een hoofdartikel voor, geteekend S., waarin wordt betoogd, dat vele ouders te lichtvaardig be sluiten hunne zoons naar het gymnasium to zonden. Dit blijkt o. a. hieruit, dat geen inrichtingen van onderwijs in de hoogste en laagsto klassen zoo bevolkt zyn. Teleurstelling, zegt de schrijver, wordt het deel van vele ouders, die hunne zoons, na twee, drie jaren van hopelooze inspanning, van het gymnasium afnemen moeten en naar iets anders omzien, zeer ten nadeele natuurlek van de jongelieden, die tegen het Latijn on Grieksch optornden en gedurende de maitel- jaren dier studie heelwat beters hadden kunnen doen. In de grootere steden van Nederland is het kwaad het grootst. In deze steden komen ieder jaar leerlingen op de gymnasia, waarvan het den leeraren niet zelden in de eerste maanden re9ds blijkt, dat zj het niet tot aan de derde klasse brengen. Maar dan is het veelal te laat. Da schrijver wil hiermede niet beweren, dat met de toelating tot het gymnasium te lichtvaardig wordt omgesprongen. Z. i. ligt de fout hierin, dat in vele inrichtingen van voorbereidend onderwijs zóóveel zorg wordt besteed aan de jongelui, die voor de boogere burgerschool of het gymnasium examen moeten doen, als slechts mogelijk is om deze candi daten te doen slagen. Later blijkt hun weinige vatbaarheid voor gymnasiale studie. „Doch ook onder de meer begaafde jonge lieden zijn er, die door hunne ouders naar het gymnasium worden gezonden en daar niet slagen. Dat zijn dezulken, die geen lust hebben in de studie der oude talen, maar er door klassiek gezinde ouders toe worden ge dreven. Indien men den jongens in waarheid vrije kous had gelaten, zouden zy wellicht in eon andere ionchting van onderwijs uit muntend geslaagd zijn. Maar neem zelfs aan, dat men begaafde jongelui, doch die aan gymnasiale studie geen lust hebben, door allerlei kunst- en vliegwerk, en bij vallen en opstaan, eindelijk tot aan het eindexamen brengt eu zij slagen, dan nog is het tien tegen één, of deze jonge menschen mislukken als student. Wie zal het zeggen hoeveel teleurstellingen in deze worden veroorzaakt door den jaren- langen opgespaarden onlust en weerzin by den student tegen hetgeen hem als opge drongen is?" Do schrijver raadt don ouders aan, eerst den onderwijzer, die hun zoon opleidde, te raadplegendeze heeft gewoonlijk eeu beteren kyk in die dingen. En ook by den rector winne men inlichtingen in, als de jongen oeni- gen tyd op bet gymnasium is. Als oorzaak van het kwa3d noemt de schry ver, dat een te groot aantal jongeliedèn in de jaren hunner opvoeding en opleiding reeds met ieder jaar zenuwachtiger uitziet naar allerlei postjes en betrekkingen. Eone vaste bozol diging is voor velen het anker der levenshoop. Iq het Weekblad v. h. Recht schrijft T. B. over reiskosten van getuigen in burgerlijke zakon. Het tarief voor justitiekosten werd eerst by reglement van oponbaar bestuur vastge steld, met bepaling dat uitoriyk binnen drie jaar oen wet die materie zou regelen. Die wet kwam 28 Augustus 1843 tot stand e n geldt nog! Geen wonder, dat de afstands tafelen voor reiskosten, door den Minister van Oorlog dostyds vastgesteld, nu ge heel verouderd zyn. Zy wyken geheel af van de by de spoorwegmaatschappyen gebruikelijke afstandswyzers, wat T. B. met eenige voor beelden staaft. Maar bedenkelyker is, dat door de vaak te hoog berekende reiskosten het persooniyk hooren der getuigen, te zeer wordt bemoeilykt. Men oordeele: „In een geding tot onder curateele-stelling van een vermogende dame achtte de bekwame raadsman van de oischende party het raad zaam een verpleegster uit 's Gravenhage als getuige op te roepen. Die getuige kwam per spoor den avond voor de terechtzitting, en na haar verhoor op den volgenden dag had zy nog een keuze uit twee treinen, om naar haar woonplaats terug te keeren. En wat werd haar nu voor die reis toegelegd 's-Gravenhage ligt van Gro ningen volgons den minister van oorlog 262.7 KM. en volgens de spoortafelen 254 KM. Naar luid van art. 66 sub 2 der byna 33 jaren oude wet ontving zy voor reiskosten, naar 265, d i. 53 x 5 mijlen, f 66.25 Een retourbiljet eerste klasse van 's-Graven hage naar Groningen kost f 14. Schat men nu de kosten voor logiès, voeding en tyd- verlies voor een verpleegster op f 8, dan verdiende de getuige aan dit uitstapje, buiten de haar volgens art. 65 verschuldigde schade loosstelling, de niet onbelangryke som van f 44.25. Een ander geval. In een - ook uit een moreel oogpunt met onbelangrijk geding werd de overkomst van drie getuigen uit Amersfoort naar Gronin gen raadzaam geacht Amersfoort ligt volgons den H. v. 0.171.7 en volgen3 de spoortafeleo 173 K. M. van Groningen. Ieder dier drie getuigen ontvangt dus 35 x f 1.25 of f 43.75, behalve de hem volgens ait 65 toekomende schadeloosstelling E9n retourbiljot eerste klasse van Amers foort naar Groningen kost f 10.50 Schat men de onkosten van de getuigen op f S; aan hield ieder /"2S.25 ovor." Daar komt by dat hot reizen in Noord en Zuid-Holland en het verblyf aldaar duurder geacht wordt dan in de andere provinciön Ook hangt hot bedrag der kosten ai var de vraag of mon in of buiten zijn arrondisse ment reist. Uit een en ander concludeert de schr. tot de wonschelykheid der herziening dezer tarieven. Een werk van ingew.kkelden aard is dit niet Men rogele de kosten over eenkomstigde bestaande middelen van vei keer, geve den rechter do bevojgdhei1, de reiskosten toe te schattin naar een door don wetgever vast te stellen minimum en maximum en herzie het tarief na verloop van bijv driejaren. Tn de Kroniek van Stemmen voor Waarheid en Vrede schryft de beer A. W Brorsveld, naar aanleiding van de Memorie van Antwoord, over het aanhangig kiesrech t ontwerp. Hy meent, dat velen, die met bly Jschip,d*n minister Tak zagen aftreder, i iet ontroerd worden by de gedachte, dat ook ae minister Van Houten wordt geslagen De schryver rekent zich tol diegenen. Hij ziet in het huidig ontwerp niet dj uitwerking van een kloeke gedachte, maar administratieve touwpluizeiy Toevallige omstandigheden zul len don kiesgragon burger het stembilj.r geven, en duizenden zullen dat ontvangen, die van regeeringszaken absoluut geen vc-r stand hebben. Een zéér uitgebreid kiesrecht zal ellende brengen over ons land. dat Dijkt immers uit Belgie, Frankrijk en N - Amerika. Men heelt ook niet te vreezen voor ernstige gevolgen, wanneer het kiesrecht mei wordt uitgebreid Het volk bekommert zich ai zeer weinig om het kiesrecht. Het is meer verlangend naar werk dan naar een stembiljet, en het begint id te zien, dat het stemrecht wel welvaart belooft, maar die belofte niet ver vullen kan En daarom roept hy allen, die in deze tot handelen geroepen wordeD, toe- „Verzint eer ge begint, werkt er niet toe mee, dat het zwaartepunt van ons gezag wordt verplaatst naar de toevallige meerder heid van onze Tweede Kamer." In dit betoog ziet de schryver volstrekt geen verstokt conservatisme. De minister, die den werkman het kiesrecht geven wil, moet den werkman kennen en niet met beuzelarijen als een spaarbankboekje en der gelijke betrekkelyke nietigheden aankomen Waarom niet gewacht totdat ook door de Kamers van Arbeid de weiklieden beter zyn georganiseerd? Dan was de weg vanzelf gewezen. Nu vindt hy het onbarmhartig en onverantwoordeiyk de kans te openen, dat ons goede volk wordt overgeleverd aan men schen als Van Kol, Van der Goos, Troelstra, Gerritsen, Ëruinsma en hoe verder de leden van dat ongoddelijk gezelschap heeten mogen. Het Nieuws van den Dag spreokt den wensc-h uit, dat met het oog op do aanstaande troons beklimming van koningin W i 1 h e 1 m j n a, het kieswetvraagstub een spoedige oplossing vinde. Met het voorstel-V an Houten is het zoer ingenomen.Alleen heeft het een wenscli omtrent den leeftyd. Doordringt men zich goed van den grooton invloed, dien een enkel stembiljet kan oefenon op bet gansche volk, dan moet men toch beamen, dat dit stembiljet liefst moet worden toevertrouwd aan den man, die niet meer wordt geslingerd tusschen rechts en links, maar wiens overtuigingen in de school van het leven zelf zyn gekomen tot beslistheid." Het blad acht het een goed element in het ontwerp Van Houten, dat de leeftyd all hans op vyf en twintig jaar is gesteld. Kon die termyn worden verhoogd, het zou het zeer toejuichon. Evenzeer hoopt Het Nieuwsdit do invoe ring van stemplicht een punt moge uitmaken van ernstige overweging. Een misverstand. Uit het Fransch van M. C. DE SAR. t Tien jaren geleden was ik een piepjong luitenantje en Myrza een speelsche jonge hondals twee goede kameraden woonden wy in Versailles, waar ik toen in garnizoen lag. Op Nieuwjaarsdag had ik gedineerd by oom en hoewel ik het heele menu reeds lang vergeten ben, staat my nog levendig voor den geest dat er een reusachtige malsche kip werd voorgediend Terwyi ik er een goed stukje van nam, dacht ik aan Myrza, die du alleen in Versailles zat en zeker zoo graag zyn deel van net heerlyko maal zou gehad hebben en ik besloot, voor ik heenging oen bezoek in de keuken af te leggen en de oude getrouwe keukenprinses om wat kluifjes voor myn huisgenoot te vragen. Eerst keek ze wel een weinig vreemd op, maar daai ik een neef van den gastheer was, wilde ze myn verzoek niet weigeren en pakte ze heel gracieus wal afgekloven bouljes en zeer onsmakelyk uitziende beenen in een pa pieren bonbon-zak Niemand zou hebben kun nen vermoeden dat in het kbunge pakje een versnapering voor myn bond zat verborgen. Thuisgekomen, sprong bet goede dier onder vrrendschappolyk geblaf om my been, en ik weet zeker dat hy iets van de verrassing vermoedde, want onophoudelijk likkebaarde hy. Voorzichtig maakte ik het nette touwtje los om tot myn groote verbazing, by het openmaken van den zak, een menigto sierlijke marrons glacos ie aanschouwen Hoe die metamorphose bad plaats gehad, was my eerst een raadsel, docb eindelijk herinnerde ik my de onvoorzichtigheid te hebben begaan van myn pakj9 op de bank in de tram te leggen. Een oude dame, die naast my had gezeten, had zeker iü de haast van het uitstappen te Versailles myn pakje genomen en ik het hare Myrza en de waar dige matrone waren er db dupe van en ik had er een voorraad heerlijke marrons glacés by gewonnen. Gelukkig dat 'k op dat oogenblik nog niet wist wat my boven bet hoofd hing l II Op tafe* lag een briefje, dat een nitnoodi- ging behelsde tot, oen diner by de gravin Cjivilly, een vriendin van myn moeder, die z ch daardoor geroepen voeido my allerlei belstfdhiden te bewyzen. Zonder aarzelen» nam ik do invitatie aan, want gretig maakte ik van iedere gelogen beid gebruik, dib' my m de nabybeid van Raymondo Cervilly bracht En to b huwelijksplannen bad ik toentertijd in hot geheel niet, want Raymondo was jong, mooi en ryk en zou aus baar eischen zeker hooger steller-- dan een luitenant zonaer titel en zondor fortuin WtJ schepte het meisj? zichtbaar behagen in mijn gesprekken en toonde ze my eenige voo! keur. docb ik schreel dit toe aan de om standigheid dat onze moeders intieme vriendin nen geweest waren. Den tweeden Januari zaten Raymonde en ik in de groote salon te midden van een aantal gasten Het was reeds tamelijk laat geworden er. reeds keek de gastvrouw eenigs- zma zenuwachtig op do pendule, toen de deur voor Üe laatste maal geopend wera en de knecht aandiende- „Mevrouw üe markiezin de Saint-James." Wij schetst myn verbazing, toen ik in de oude douairière, die statig binnentrad, myD gez-llin van den vorigen avond herkende. Na zich verontschuldigd te hebben over haar laat verscbynor. .overhandigde zy Ray monde oen zak. „Dit is wat voor u, beste kind. ge houdt immers voel van marrons glacés? Dal meen ik ton minste onthouden te hebben." Dadelijk begreep ik dat het mijn zak moest zyn en het koude zweet brak my uit by die gedachte alleen „Dank u wel, lieve tante, werkelijk, u be derft my, na tafel zullen we et eens vaQ proeven". „Als ze eens vermoeden kon wat die keu rige bonbon-zak bevat"; kon ik niet nalaten te denken. Men ging aan tafel on gelukkig merkte niemand mijn verlegenheid op. Ik zat naast Raymonde en gedurig gaf ik haar verkeerd ant woord of maakte Ik, om toch maar bet discours gaande te houden, de onzinnigste opmerkin gen. Die ongelukkige zak nam al myn den ken in beslag; wat moest ik beginnen, indien de oude dame mij herkende! En in dit olegant gezelschap moest het toch al heel wonderlijk klinken dat een luitenant zulke onooglyke restjes van een diner mee naar huis droeg. Ik nam my voor, evenals de anderen my zeer verbaasd te toonen, als de zak zou wor den opengemaakt. Eindelijk verlieten wy de eetzaal. III. „Nu is het ontzettend oogenblik gekomen", dacht ik; „hoe zal ik my 't best uit de moeilijkheid redden En met veel tegenwoordigheid van geest bood ik Raymonde den arm en geleidde ik haar van tafel. Mynheer de Cervilly noodigde de heeren in de rookkamer. Gewooniyk prefereerde ik het, dad6iyk met de dames mede te gaan, doch nu gre3p ik dit laatste redmiddel aan en volgde ik de heeren. De rookkamer was naast het salon en door de openstaande deur kon ik juist Raymonde gadeslaan. Ik zag haar den zak nemen en de sierlijke lintjes losstrikken en dadelyk daarop hoorde ik de kreten en ge affecteerde gilletjes der dames. Wat my betreft, ik had dien avond wel tien sigaren willen rooken, alleen als een reden om nog langer uit het salon te blyven. Baymonde vertelde ons het goheele geval m kleuren en geuren en haar verhaal ver wekte groote hilariteit. Ook ik schertste met de anderen mede en vroeg mejuflrouw De Cervilly lachend om ook iets van den exquisen inhoud van den zak. Alleen de markiezin de Saint-James deelde niet in de algemeene vroolykheid. „Op zoo'n manier gedupeord te worden is affreus," klaagde zy. „Ik ben woedend, want ik weet zeker dat myn nieuwe huisknecht bet expres gedaan heeft, nu, morgen krygt hy zijn congé, ik ben furieus!" IV. Ik voelde dat het een laagheid zou zyn, wanneer ik zou blyveD zwygoneen onscbul dige zou daardoor uit zyn dienst worden ont slagen i Maar ik kon toch tusschen al die menschen de waarheid niet zeggen, zonder voor jaren de risóe te worden Mevrouw De Samt-.lames wilde ik alles mededeeleD en zoodra ze op stond om te vertrekken, volgde ik haar „Mig ik o naar uw rijtuig brengen, mevrouw?" Zy keek my glimlachend aan en nam toen mijn arm, terwijl we door den tuin gingen „Mevrouw, zoudt u my even willen aan hooren?" vroeg ik deemoedig. „Hè? vroeg do markiezia. „Goede hemel, zy is doof", dacht ik. „Alles loopt my wel tegen, hot is zeker niet om do conversatie gemakkelyker te maken En, mijn stem verheffend tot een soort geloei, herhaalde ik „Mevrouw zoudt i> my even willen aan- hoorer» „Zoo. hebt ge my iets te zeggen, dat meende ik al te begrijpen Ik keek haar aan, ze had my dus herkend, maar hoe kon ze dan haar buisknecht be schuldigen' Uit beleefdheid voor my, mis schien." ,,lk zal u zeggen boe het gebeurd is, mevrouw, indien n my wilt beloven met niemand over de zaak te spreken Laat die geheim blyven „O, op myn discretie kunt ge rekenen, mynheer, het is beusch niet de eerste keer dat ik in zoo iets gemoeid word." Verbaasd staarde ik haar aan. „Ik weet heel goed wat ge my wilt zeggen," vervolgde do douairière, al heb ik geeD scherp gehoor, mijn oogen zijn toch nog goed Ik heb et aan tafel eens geobserveerd, mynheer, en ik heb gezien dat ge ontroerdet, wanneer ge naar Raymondb keeku" „Het komt my toch vreemd voor, mevrouw.. „Dat ik dat geraden heb. op mijn leeftyd is men in dio dingen uitgestudeerd; meer jongelui hebben zich lot my gewend, die naat de hand van RaymoDdo dongen." „Maar mevrouw, u bedriegt u, ik ben niet verliefd, daar loopt de zaak niet over, ik „Zeker zal ik handelen, laat alles gerust aan mij over", zeide de doove douairière met een beschermend knikje, alsof ze heel goed verstaan bad wat do jonge man zeide. „Ik zal uw zaak bepleiten of het myn eigen was, want ge zjt me zeer sympathiek. Kom my morgen maai eens bezoeken." Geheel verbluft bleet ik nog staan, terwijl het rijtuig reeds was weggereden. V. Dien avond heb ik Myrza voor het eerst en het laatst schandelyk slecht behandeld. Een venynige trap deed hem achteruitvlie gen, zoodat hy jankend onder de tafel ver dween, terwijl ik hem maar steeds door overlaadde met allerlei scheldwoorden. Hy was immers de oorzaak van alles, waarom ik door hom ook zoo in ongelegenheid was gekomen Eerst die ongelukkige knecht, die geheel buiten zijn schuld zou worden weggezonden, en dan ik, welk een zot figuur zou ik maken! Morgenochtend zou ze zeker dadelijk met haar nichtje gaan spreken, die er natuurlijk niet over zou denken eon armen luitenant te trouwen "Wat zou men my uitlachen die volgende dagen, als het praatje zich verbreidde. Wie weet of 't my niet voorgoed onmogelijk maakte Het was verschrikkelyk. Ik wilde naar de markiezin de Saint-James gaan om haar in de ooren te brullen dat de zaak geheel anders was, toen ik my plotseling bedacht dat ze vergeten had mij haar adres te geven. Ik kon slechts te weten komen dat zy een kasteel bewoonde op een grooten afstand van Versailles. Den volgenden dag ontving ik een briefje van dezen inhoud: Mynheer, Ik heb eerst met Raymonde gesproken en daarna met haar ouders, die alles goedvinden wat hun dochter wensebt. U kunt u dus declareeren, uw aanzoek zal gunstig worden opgenomen." M. De Saint James. Gemengd Nieuws. Men meldt uit Haarlem aan de „N. R. C.": Het bericht, dat er kans bestoni, dat de Beschuitstoren te Wormer zou blyven bestaan, omdat de kooper te dezer stede niet bekend was en de kooppenningen niet zouden zyn voldaan, mist allen grond. De kooper, de hoer Duyu alhier, heeft wel degelyk betaald en is Maandag ji. met werklieden van do firma Zuithof, ook alhier, met het sloopen van den toren aangevangen. Spoedig zal de beroemde toren dus tot het ^verleden bebooren De heer W., te Sneek, onderdirec teur der boterfabriek. verliet Dinsdag jl. zyno woning, en is sinds nog niet teruggekeerd. Woensdag dreef te Sliedrecht een boot met hout iü het Middeldiep rond met een klein kind, dat bitter schreiende op den last zat. Iemand, dio onmid lel.'yk een onderzoek instelde, kwam tot de treurige ont dekking, dat de vader van het vierjarige wicht, de 40-jarigo werkman K Van Eek, dood in het vaartuig lag De ongelukkige vermoe- delyk door een beroerte getroffen Iaat een vrouw met acht nog jeugdige kinderen achter. De schutter Speelman was to Amsterdam opgeroepen om Donderdag op de Beurs de oefeningen by te wonen Gekleed in uniformbroek met grys jasje, een paai wandelschoenen aan, de sjako op, een grooten kiespynüoek om 't gelaat, een sigaar in "t hoofd, wandelde hij, voorzien van geweer en parapluie, uit het café Reens, over hot Rembrandtsplein. door de Amstelstraat, zoo naar de Jodenbreestraat en van daar door do Hoogstraten, Doelen en Damstraat, zoo naar den Dam Had de schutter in het begin slechts een enkel persoon achter zich, 3llengs kwamen er meer toegeschoten, en het was op 't laatst een heele stoet, die als een soort van eerewacht den schutter begeleidde. Toen Speelman zich op de Beurs vervoegde, werd hy door den officier teruggestuurd, met de boodschap, dat hy zóó niet aan de oefeningen kon deelnemen. Begeleid door zyn eerewacht, begaf de schutter zich toen weer huiswaarts. F a I b, voor 't allerlaatst, nog eenmaal. Onder den titel „De zoogenaamde kritische dagen van Falb" bevat de April-aflevering van hel Duitschp tydschrift „Gaea" een artikel van dr. B Turksma, te Amsterdam, waarin, zonder theoretische beschouwingen, alleen door de cijfers, ontleend aan do uitkomsten, wordt aangetoond, hoezeer Falbs voorspel lingen in strijd zijn mei de werkelijkheid. Hel Mei-nummer van „De Zee" neemt 't in hoofdzaak over en sluit zich by de critiek aan, in het belang van de echte wetenschap der meteorologie Men mag daarmede dien kwakzalver voor goed begraven achten; en wy hopen, dat de Nederlan ische dagbladen zullen medewerken door voortaan nu zelfs niet meer te melden, dat zy Falbs zg. voorspellen niet vertrouwbaar achten. (H. 0.) Te Parijs is in de kaorno in de rue de Babylone een geheimzinnige diefstal ontdekt. Een soldaat vond op een morgen de deur vaD het bureel van den kolonel half openstaan Hy waarschuwde onmiddellijk eenige officieren, die zich over het feit zeer verbaasden, omdat de kolonel sinds eenigen tyd op reis was De officieren traden het bureel binnen en zagen, dat de geldkist, die met 'behulp van stalen nagels aan den grond had vastgezeten, verdwenen was. De troep werd dadelijk geconsigneerd en alle manschappen werden ondervraagd. Niemand begreep hoo het mogelyk was zulk een zware kist mee te nemen zonder te worden gezien. De geldkist bevatte het grootste gedeelte van de kas van het regiment, ongeveer 30,000 franken. Do regiments commanlant werd onmiddellijk per telegram gewaarschuwd en by zijn komst nam het onderzoek onder zijn leiding een aanvang. Tot nog toe is er evenwel geen licht in de geheimzinnige zaak gekomen. Waar is dc acteur? Noord-Zuid-Kollandsche Stoomtram weg- Maatschappij Haarlem—Leiden. Opbrengst in April. 1895 189G. Verschil. Reizigers. 8625.75'' f 9639.02 f 1018.26» Goederen. 1830.89 1093.19 -+- 62.31 Diversen676.15 496.73 179.42 To zamen ƒ10332.781 f 11228.94 -+- f 896.15s Vorige maanden 22446.SI* „22101.76 344.7a-' Tot. opbrengst f 32779.30 333 30.70 f 551.40 Per dag-kilom. f 9.75s f 9.S37 -t- f 0.082 UITLOTINGEN. 5 pet. Oostenrrjksche aan- deelo.i van 18C0 a 1). 500. PremuintrokkiDg van 1 Mei 1896, betaalbaar 1 Aug. 1896. Hoofdprijzen: serie 6803 No. 7 11. 300,000, e. 14S5 n. 14 fl. 50.000, s. 7227 n. 13 25,000, s. 1437 n. 13 eu e. 15250 n. 13 elk fl. 10,000.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 6