afkomstig van verstrekkingen ten behoeve van den Indischen dienst geiaan, zooals uit over gelegde specificatiën blijkt. De pred. der Ger. gem. te Wezep, ds. J. Dekker Hzn., die onlangs het beroep heeft aangenomen naar Nieuw Vennep, nam afscheid van zyn gemeente, en wel naar aanleidiog van 1 Petr. 6 10 en 11. Naar de „Tel." uit goede bron verneemt, wordt het veranderen der gele infanterie uit monstering in roode gestaakt. Er gingen alweer stemmen op, die deze verandering afkeurden. Het geel iszooleelyk niet. Het was slechts het drijven van enkeion, die meestal nog buiten het wapen der infan terie ston len. Het 1ste, 2de en 8de reg. infanterie zijn nu rood uitgemonsterd. De overige behouden wat zfi hebben, totdat de voorgenomen definitieve uniform-verandering haar beslag zal hebben gekregen. Het stoomschip „Oberon" vertrok 6 Mei }an Lissabon naar Amsterdam; de „Prins van Oranje", van Amsterdam naar Batavia, arri veerde 7 Mei te Atjeh; de „Prinses "Wilhel* mina", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 6 Mei DuDgenoss; de „Bundssrath" vertrok 6 Mei van Zanzibar naar Rotterdam en Ham burg; de „Admiral", van Hamburg en Amster dam naar Oost-Afrika, vertrok 7 Mei van Napels; de „Amsterdam", van Rotterdam naar Nieuw-York, passeerde 7 Mei Lizard; de „Kaiser" arriveerde 7 Mei van Hamburg en Amsterdam te Mozambique; de „Merapi", van Java naar Rotterdam, passeerde 7 Mei Gibraltar. Gemeenteraad van (Dndsho&rsa Voorzitter: de Burgemeester. Afwezig: de heer P. A. "Wernink. Ingekomen is een adres van de heeren Gauverit en Do Kanter, ingenieurs te Amster dam, waarin wordt verzocht aan hen conces sie te verleenen tot den aanleg en de exploi tatie van een telephoon, omtrent welk adres besloten wordt dit te renvoyeeren naar het college van B. en Ws. om advies. Naar aanleiding van enkele klachten van Ingezetenen over het toebrengen van schade aan 6choeiingen door het malen van booten tydens het aanliggen, wordt eenparig beslo ten het algemeen politie reglement aan te vullen met het volgend artikel: „Gezagvoer ders van stoombooten, in het vaarwater bin nen de gemeente aanliggende, zorgen dat die booten dadeljjk op den voor- en achter- of wel den middenbolder aan den wal gemeerd worden en zoolang de boot vastligt de stoom werktuigen geheel stilstaan. Overtreding wordt gestraft ingevolge art. 20." Ten gevolge van 's Raads besluit dd. 24 December jl. tot amotie der Kalkbrug eD uitvoering der daarmede in verband staande werken, wordt besloten tot het aangaan van een geLleeDing met een ingezetene, groot 1000, ten laste der gemeente, tegen een rente van 3ya pet., onder beding van een jaarlijksche aflossing van 200, met het recht om, indien de geldmiddelen dit toelaten, meer der af te lossen. Medegedeeld wordt het proces-verbaal van opneming der kas van den gemeente ontvanger, aanwijzende een kassa saldo van ƒ4199.615. Komt ter tafel een adres van het bestuur der bewaarschool van het Departement Alfen Oudshoorn der Maatschappij tot Nut van het Algemeen, houdende verzoek om toekenning van een jaarlyksch subsidia uit de gemeente kas van minstens f 60 tot instandhouding dier inrichting, alsmede het hierop betrekking hebbende praeadvies van B. en Ws., waarin op een gunstige beschikking van dat adres wordt aangedrongen. De Voorzitter zegt, dat vele leden vaD het Nut door het geven van een bijdrage ineens of het verleenen eener jaarlijksche gift van hun belangstelling in de school hebben doen blijken en dat B. en Ws., zooals uit het scboolverslag blijkt, steeds een open oog en een warm hart hebben voor goed onderwijs Daarom hebben z\j dan ook niet geaarzeld den Raad voor te stellen een subsidie van ƒ60 te verleenen, wetende, dat ook de Raad in de belangstelling voor het onderwijs niet onderdoet, iets wat blijkt uit het toekennen eener jaarlijksche subsidie aan de Departemen tale Ambachts-teekenschool Geeft de gemeente subsidie, dan heeft ook een der leden van het D. B. het recht zitting te nemen in de commissie van toezicht. Op de vraag van den heer Piek of het den Voorzitter ook bekend is, dat gelijke aanvragen om subsidis aan meer gemeentebesturen zyn verzonden, antwoordt dez9 laatste ontkennend. Hij meent evenwel, dat in Aarlandcrveen reeds een bewaarschool is, en dat ook in de ge meente Alfen dergelijke inrichting bestaat. Do he:-r Den Hertog kan zich zeer goed vereenigen met het idee de bewaarschool in stand te helpen houden, doch betreurt het, dat die bewaarschool aan do grens der gemeente staat, waardoor dus maar enkelen kunnen profiteeron en de meeste kinderen zoo ver niet kunnen loopen, vooral omdat de scholieren nog jong zijn. De Voorzitter zegt hierop, dat toch ook de openbare school voor menigeen nogal ver wijderd staat en de scholieren daar dus ook ver mo8ten loopen. Op do vraag van den heer Van Vliet, met hoeveel leerlingen de school is begonnen, antwoordt de heer Kloot dat het getal aan vankelijk 15 is. Hierna wordt met algemeene stemmen het voorstel van B. en Ws. aangenomen. Bij de gebruikelijke hoofdelijke omvraag, jnaakt de heer Piek B. en Ws. opmerkzaam op het schut van den scheepmaker Boot, dat door zijne plaat ing zoo dicht mogelijk langs den weg z. i. gevaarlijk voor paarden is. De Voorzitter zegt dat B. en Ws, bü de gedreven schouw van dit schut niets hebben opg. merkt, doch belooft den heer Piek een onderzoek te zullen instellen. Te\ens vraagt de heer Piek eenige inlich tingen omtrent do vermoedelijke oorzaak van het ongeluk, dat de wed. Den Dubbelden met haar paard en rijtuig is overkomen, waarop de Voorzitter antwoordt, dat het paard is geschrikt van een tas steen, door den ge meente-werkman in de Ridderbuurt neer gezet, doch de steen onmidaollyk na het ongeluk is verwijderd. Do plaatsing van de steen was, volgens zijn oordeel, alsmede dat van den heer Den Hertog, niet gevaarlijk te noemen. Dit antwoord geeft den heer Piek aan leiding de vraag te doen of men dan van plan is de Ridderbuurt te bestraten; officiéél heeft hij van zulk een plan nooit gehoord. De heer Clant zegt, dat de bestrating ge schiedt met oude steen, die van den straat weg overblijft, en dus de bestrating in de Buurt als gewoon onderhoud is te beschouwen. Den heer Den Hertog is de klacht ter ooren gekomen, dat de broodbakker Van Vliet meer malen zijn ezel met den broodwagon onbe heerd op den publieken weg laat staan, ja hem soms onbeheerd daarop eenige afstanden laat rijden, iets wat natuurlijk zeer gevaarlijk is, vooral by bochten in den weg, zooals by do Heulbrug. Voorbygaande voerlieden kunnen dan ezel en kar niet zien aankomen. Hy weet wel, dat het lastig is alt yd iemand by do kar te hebben, doch de handelwyze is nu zeer gevaarlijk. De Voorzitter zegt, dat Van Vliet den ezel niet onbeheerd mag laten staan en zal voort aan hierop wat laten toezien. Tevens klaagt de beer Den Hertog over het ongerief, dat de veedryvers ondervinden aan de Heul, waar de oplading van vee op de stoombooten kan geschieden, en waar ner gens gelegenheid is om de koeien vast te zetten. Bij regen en wind, donker weer of iets dergelijks of wanneer de koeien bang of lastig zyn en de boot wat op zich laat wachten, komt dit gemis vooral uit. Spreker zou wen- schen, dat, zoo daartoe vergunning der be trokken eigenaren werd verleend, eenige rin gen werden bevestigd aan een by de Heul staand schut. De Voorzitter belooft de klacht en tevens het verzoek van den heer Den Hertog in het College van D B nader te overwegen. Hierna wordt de vergadering gesloten. Vrije- eu Orde-oefeningen, enz. Blijkens het afdeehngsonderzoek der Tweede Kamer deelde men vry algemeen het gevoe len der Regeoring, dat irist het oog op de bezwaren tegen do verplichte invoering van het onderwys in de vrye- en orde oefeningen der gymnastiek do wettelijke regeling van dat vak wyziging voreischt. Hadden sommigen hierbij bepaaldeiyk het oog op het byzonder onderwys, anderen wezen er op, dat ook velo openbare scholen de voor uitvoering der oefe ningen vereischte lokaliteit missen en de uit gaven ter voorziening ook voor menige ge meente zeer drukkend zouden zjjn. Er waren ook leden, die meenden dat by gemis aan lokaliteit het onderwys in de open lucht gegeven kon worden. Eenige leden had den bedenking tegen wetsverandering en wenschten niet zydelings terug te komen op de in 1889 door de Kamer genomen beslissing. Ook werd opgemerkt, dat de vrystelling van sommige gemeenten onbillijk is tegenover andere, die met veel inspanning aan de wet voldaan hebben Ook meende men, dat de Regeering er mede schuld aan heeft, dat thans op uitgebreide schaal gebrek aan gymnastiek lokalen by de scholen bestaat. Tusschen de voorstanders van wetswijzi ging bestond omtrent de door de Regeering voorgestelde regeling verschil van gevoelen. Sommige leden wenschten het vak geheel te doen vervallen voor het openbaar onder wys. Anderen gingen niet zoo ver, maar wil don de beslissing aan het gemeentebestuur overlaten. Onnoodig achtten dis loden het gymnastiek-onderwijs ten platten lande en zy wilden - worden de vrye en orde-oefeningen gehandhaafd dat die voor het platteland in elk geval facultatief worden gesteld. Door ver schillende leden werd vooralsnog gewezen op de onbillijkheid, om openbaar en byzonder onderwys met betrekking tot het hier bedoelde leervak op oagelykon voet te behandelen, en door sommige leden werd bepaaldelyk op dien grond aangedrongen op facultatiefstelling. Weer anderen wildon een extra-toelage uit 's Ryks kas by onderwys in vak j (vrye- en orde oefeningen). Anderen achtten het onderwijs, hier be sproken, wel noodig en zy meenden dat met eenvoudiger lokalen kon volstaan worden. In de tweede plaats wenschten zy een cursus, om in de behoeften aan onderwyskraebten te voorzien. Door verscheidene leden werd het stelsel der Rogeering in de gegeven omstandigheden de beste oplossing geacht. Anderen vreesden weer, dat de voorgodragen wetswyziging zal leiden tot beperking van het onderwys in de vryo- en orde oefeningen; een vrees, die door anderen weer niet werd gedeeld. Verscheidene leden zagen er bezwaar in do beslissing over de vrystelling te doen berusten by Gedep. Staten. Verschillende leden brach ten het denkbeeld ter sprake om de vrye- en orde oefeningen te vervangen door exerci tiën ter voorbereiding van de vry willige oefe ningen in den wapenhandel. T W E E E KAME1*. By de voortzetting der behandeling van het ontwerp tot wyziging der Hinderwet, in verband met de Veiligheidswet, bracht op aansporing der Commissie van Rapporteurs de Regeering eenige verandering in art. 4, waardoor de overlegging van gevelteekeningen niet meer noodig is. Het amendement der commissie, om ook te doen vervallen den eisch eener nauwkeurige bescbryving, werd aange nomen met 40 tegen 24 stemmen. De overige amendementen der Commissie van Rapporteurs werden door de Regeering overgenomen. De eindstemming werd bepaald op a. s. Dinsdag na de pauze. Hierna was aan de orde de interpellatie van den heer Van Gennep omtrent Atjeh. De heer Van Gennep zoide der Kamer dank voor hot verlo nde verlof, en zeide dat z(jne interpellatie alleen voortspruit uit be langstelling, en geenszins uit strijdlust. Daarom zou hy thans zwygen 07er de Atjeh-politiek. Er bestond by hem geen enkele reden om dezen minister of dezen gouverneur-gene raal te verdenken van strijdlust quand-même; dus beoogde hy alleen aan zyno belang stelling t9 voldoen, indachtig het spreek woord: „Waar het hart vol van is, loopt de mond van over." Thans een enkel woord over de eerste telegraphische berichten. Dat van den afval van Toekoe Djohan werd met een zucht van verlichting begroet, omdat wy daardoor althans gewaarborgd waren tegen een herhaling van de catastrophe van Lombok. Vol vertrouwen op het tegenwoordige bestuur, dat de eer van den Nederlandschen leeuw als op Lombok zal weten te doen esrbiedigen, kan men de toekomst tegemoet zien en ge lukkig is het gevaar voor de afgesneden posten als geweken te beschouwen. Ook uit een politiek oogpunt behoeft de afval van Toekoe Djohan geen bezorgdheid te baren en zoo kunnen wy met vertrouwen op bestuur en leger don loop der zaken afwachten. Daarna ging sprekor met een enkel woord den gang van zaken in Atjeh na en wees er op, dat het stelsel van zion komen in den laatsten tyd werd gevolgd In 1893 is men eonigszins van stelsel gaan veranderen en heeft eene stelling aangelegd ter bescherming van eene stelling, die zichzelf moest be schermen. Daartoe heeft men een aantal posten naar buiten geschoven en die gedeeltelijk bezet met eigen troepen; voor het grootste gedeelte echter door troepen van Toekoe Djohan. Vel9n hier waren daarby niet erg op hun gemak en gelukkig i9 de bom gesprongen zonder onher stelbare schade aan te brengen. Het breken met To.koe Djohan zal ongetwyfold ons pres tige verhoogen, zoowel in het oog der Atjehers als van andere natiën, maar daarom is het misschien toch wel gewenscht te hooren of Toekoe Djohan uit zichzelf zich teruggetrok ken heeft of dat andere beweegredenen hem daartoe gebracht hebben. Daarom stelde spr, de volgende vragen: „Is de regeering in staat en bereid eenige nadere raedodeelingen te doen omtrent den afval van Toekoe Djohan zoo wat betreft de bewezen of vermoedelijke redenen, die hem tot zyn voornemen hebben geleid, „de al of niet verraderlyke plannen, waar mede dat voornemen vergezeld is gegaan; „do al of niet toevallige wyze, waarop dat voornemen ter kennis van het bestuur is gebracht." De Minister van Koloniën zeide den intor- psllant dank voor zyn vertrouwen in leger en bestuur in Nederlandsch-Indië. Wat de gevraagde inlichtingen betreft, deze kunnen slechts zeer bescheiden zyn. Zy bepalen zich voor het oogenblik tot de telegrammen, die reeds bekend zyn geworden en die de minis ter nog eens voorleest. Naar aanleiding van een particulier bericht, dat Oleli leb ernstig, bedreigd werd, en dat vrouwon en kinderen uit den Kraton aan boord der oorlogsschepen waren gegaan, seinde de gouverneur van Atjeh, desgevraagd, dat met den besten verrekyker van den vyand niets te bespeuren was. Wat betreft de vermoedelijke reden tot afval, daarvan kan niets gezegd worden. Ver moedelijk zag Djohan op tegen de hem gedane aanvalsopdracht. Wanneer by later ware afgevallen, terwyi wy in actie waren, zou dit veel ernstiger gevolgen gehad hebben, dus schijnt de afval niet vooruit beraamd De ontdekking van den afval geschiedde niet toevallig, meiodeeling werd gedaan door vertrouwde spionnen. Wis pelturigheid en ydelheid zyn de meest ver moedelijke oorzaken voor Djobans handelwyze. Ten slotte zeide de minister, dat door ons in 1893 door omstandigheden onze vroegere politiek eenigszins werd losgelaten. Aanhou dend werden onze posten nog nu en dan beschoten door kwaadwilligen. Overeenkom stig don wensch der bevolking zelve en om onze gebruikelijke Atjeh politiek namen wy de hoofden der bevolking in den arm, om de omgeving van die kwaadwilligen te zuiveren en daartoe van Djohans invloed gebruik te maken. De uitkomst heeft geleerd wat daar van het gevolg is. Maar zoolang de minister aan het bewind is, zal na afloop der tegen woordige gebeurtenisson de geconcentreerde stelling niet worden verlaten en zullen wy niet verder gaan dan die te verdedigen, aan den tijd overlatende het eindelyk herstel van rust en orde. De heer Van Gennep dankte den minister voor hetgeen hy had medegedeeld, en beval do Kamer voor latere uitvoeriger inlichtingen aan. De interpellatie was hiermede afgeloopen en de Kamer scheidde tot Dinsdag elf uren, wanneer de kieswet aan de orde komt. Kiezer? Te Zutfen is een persoon opgepakt, die in het bezit was der hoofdonderwyzersakte, maar reeds verscheidene malen al6 landlooper had terechtgestaan. „Is die man nu kiezer of niet?" vraagt de „Arnh. Ct." „Haatscbappelyken welstand zal men hem wel niet kunnen toekennen, maar intellectueele geschiktheid, krachtens zyn hoofd onderwyzersakte, is hem niet* te ontzeggen. Hy bezit dus een der vereischten om kiezer te zyn, maar mist het andere, dat door de Grondwet geöischt wordt. „Waarschynlyk zal de man wel geen stem biljet krygen, maar dan wordt bevestigd wat wy beweren, dat de intelleptueele geschikt heid geheel op zyde gedrongen wordt door den materiëelen welstand." Gemengd Nieuws. Aan hot telophoonnet alhier is aangesloten do barak van bot Höpital Wallon onder No. 272. Gistermiddag had do voerman H. v. K., te Hillegom, hot ongeluk by het afspringen van zyn wagen er onder te gera ken, met het gevolg dat de zwaar beladen wagen over zyn voet ging. Zwaar gekneusd werd hy naar huis gereden. De schuttersraad te 's Graven- hage, voorgezeten door den kolonel comman dant der schutterij jhr. Baud, deed gister middag om halféén met open deuren in het lokaal aan de Groote Ma^kt uitspraak in de zaak van G. Duyvesteyn, schutter by de lste compagnie vesting-artillerie. Op de tribune, waar vier gewapende schut ters hadden postgevat, bevond zich één toe hoorder. De gedaagde was niet verschenen. Uit de voorlezing van het breed gemotiveerd vonnis, welke geschiedde door den luitenant- kwartiermeester, bleek, dat den god. 5 feiten waren ten laste gelogd, t w. lo. te laat komen by de oefening; 2o. niet in behoor lijke tenue verschijnen, nl. met klompen aan, te paard, de borst, met oen drietal nagemaakte medailles en kruisen bezet; 3o. het niet op volgen der bevelen, en op den grond vallen, waardoor zyn kleeding met mest bemorst is; 4o. het geven van ongepaste antwoorden en het weigeren te doen wat hem gelast werd 5o het zich te vroeg verwijderen zonder daar toe order bekomen te hebben. Voorts wordt vermeld de mededeeling van bekl., dat hy schoenen van de coöperatieve broodbakkery gekregen had en die alleen in dienst der bakkery mocht dragon. Ten aanzien van het dragen der klompen wordt in hot vonnis o. a. overwogen, dat veeleer aan uniforme kleeding (uniform) de beteekems moot worden gehecht van 'geiyke uitrusting en do schutters dus de oefeningen moeten bijwonen met gelijk schoeisel, waar onder moet worden verstaan zoodanig schoeisel, hetwelk algemeen en ook by de oefeningen in den wapenhandel te dragen, gebruikelijk is. Voorts wordt aangenomen, dat bovendien de leden der schutterij, van welken rang ook, in alles wat den dienst betreft aan hunne meerderen zullen gehoorzamen. Uit de geheelo houding van den gedaagde gedurende de oefening, uit zyn antwoord, dat hy als protest aldus naar do schutterij is gegaan en bij niet zal rusten zoolang de schuttery niet is opgeheven, in verband met het feit, dat hy even voor het oogenblik, dat hy zich by den troep aanmeldde, schoenen aanhad en uitsluitend voor de oefening klom pen heeft aangedaan, waarop hy zelf ver klaarde niet te kunnen marcheeren trekt de raad het gevolg, dat hot kennelijk zyn doel was om de oefeningen zoo niet onmo gelijk te maken, dan toch in de war te sturen. Door alzoo te verscbynen, zegt het vonnis, hoeft hy zich aan plichtverzuim en gedrag togen de ondergeschiktheid schuldig gemaakt. Met ontslag van rechtsvervolging van het eerste feit, werd hy aan de overige 4 hande lingen schuldig verklaard en voor ieder dezer veroordeeld in eeD geldboote van 15, te zamen f 60, waarby nog komen de kosten ad 5.50, by wanbetaling met provoost-arrest te verhalen. Reeds Vr.n halfelf af, toen de buitendeuren van het lokaal van den schuttersraad geopend werden en do ingangen door een schutters wacht en politie, onder bevel van een inspec teur, bezet worden, tot lang nog na de uit spraak stonden groepen nieuwsgierigen voor het gebouw op de Groote Markt. Er viel echter niets voor. Een lste luitenant-kwartier- meester, in Den Haag in garnizoen, werd onlangs bekeurd wegens het beryden met zyn ry wiel van een der paden in het Haagsche Bosch, welke met vélocipödes niet mogen bereden worden. Deswege gisteren voor het kantongerecht gedagvaard, beriep deze officier zich op zyn recht, om uitsluitend voor den militairen rechter te kuDnen worden gedaagd. De politie-agent-verbalisant verklaarde dat do bekeurde hem niet had medegedeeld dat hy tot den militairen stand behoorde, waartegen over de luitenant het tegendeel volhield. Het Openbaar Ministerie trok echter de zaak in, zich voorbehoudende de militaire overheid met de overtreding alsnog in kennis te stellen. Het Openbaar Ministerie by het gerechtshof te 's-Gravenhage eischte gisteren bevestiging van het vonnis der rechtbank te Rotterdam, waarby N. A. Yan O., aldaar, tot 4 jaren gevangenisstraf is veroordeeld wegens poging tot doodslag, gepleegd op eene vrouw, met wie hy een 7 tal jaren had samengeleefd. Bekl. beweerde de vrouw slechts bedreigd ts hebben, om baar bang te maken, omdat ze zijn goederen had weggemaakt. De verdediger, mr. P. Droogleover Fortuyn, concludeerde tot vry- spraak of altlians belangrijke vermindering van straf. Uitspraak 21 dezer. De betere toestand in denkaas- handel bleek ook de vorige week bestendigd do laatst medegedeelde pryz -n bleven zich bandhayen en de handel was tamelyk willig. In de Alblasserwaard werd ƒ1 per 50 ki'o meer besteed ook ten gevolge van de betere qua- liteiten, cn liepen de pryzen van 16 tot 18in de Lopiker- en Krimpenerwaard werd voor lste soort Goudsche ƒ19 tot 23 besteed, 2de soort ƒ16 tot 18; Derby lste soort ƒ21 tot 22.50, 2de soort 18 tot ƒ20.50; Edammer lste soort ƒ21 tot ƒ24, 2de soort f 18 tot 20. Zooals gemeld werd, staakte de kassiersfirma B., te Bolsward, hare betalingen. E n der firmanten vertrok met de noorder zon, de justitie stelde een onderzoek in en thans is door haar de aanhouding van dien firmant gelast. Vry zeker is deze firmant naar België ge vlucht. Een Bolswarder van geboorte, die nu to Rozendaal woont, had pas het bericht van de catastrophe in de dagbladen gelezen, of hij zag bedoelden firmant in een hotel te R. zitte i. Hy waarschuwde terstond de politie, doch deze kon B. niet aanhouden, wyi daartoe toen nog niet door de justitie last gegeven was. De firma is thans in staat van faillissement verklaard. Vooral do kleine burgerij behoort tot de slachtoffers. Eén hunner had by de firma 22,000 staan, waarmede hy eerstdaags zyne hypothecaire schuil hoopte af te loss?n, een ander had er ƒ18,000 staan, van welke rente hy met zyn gezin leefde. Een boer was geluk kiger. Hy had er ƒ7000 staan, die hij een week voor de staking der betaling indo. De ny verheid volgt de wetenschap op den voet. Nauwelijks is uitgemaakt, dat de Rör.tgensche stralen in staat zyn het brief geheim te schenden of reeds heeft een Duitscher patent genomen op eene uitvinding, waarmede hij briefcouverten ondoordringba ;r maakt voor deze stralen. Deze couverten zyn aan den binnenkant met ©en dun laagje metaal, waar schijnlijk aluminium, bekleed. Te Jasz-Berenyisineenecoa- pagnis soldaten, die aan hot exerceeren was, de bliksem geslagen. Twee man werden op do plaats gedood en verschillende manschap pen bekwamen ernstige verwondingen. Onder de vele gezanten van be vriende mogendheden, die de kroningsfeesten te Moskou zullen by wonen, bevindt zich ook Li Hung Chang, de Chineescho minister, die zooveel van zich beeft doen spreken door zijn gele buis cn pauweveer, welke him zyn ontnomen en later weer teruggegeven. De gezant van het Chineescho hof bevindt M reeds to St. Petersburg on zal weldra naai kou afreizen. Onder de bagage, die Li Hung Chang met zich voert, bevindt zich ook zijno doodkist, want zoo goed als elke andere Chinees wil Li Hung Chang, als hy soms op reis mocht komen te sterven, naar zfin vader land teruggevoerd worden, om daar te worden begraven. Het testament van baron Hirsch is te Brünn geopend. De voornaamste erfge namen zyn de. weduwe en een aangenomen dochtertje van den baron. Legaten staan niet vermeld in het testament. Behalve esn mil- lioe.i franken aan weldadigheidsinstellingen, is nog twoe mill.oen pond sterling vermaakt aan Joodsche vereenigingen te Brussel, Frank fort, Berlijn en Londen. Mevrouw Hirsch beeft aan de armen van Weenen 100,000 franken geschonken en 60,000 franken verdeeld onder de bedienden van haar overleden gemaal. Kolonel North, de Engelscho financier, wiens plotselinge dood in een telegram uit Londen is gemeld, was algemeen bekend als de „Nitrate King," omdat hij zyn fortuin gemaakt had in salpeter en wegens de vorste- lyke mildheid, waarmede hy van zyn overvloed uitdeelde. De geschiedenis van dezen man, die dertig jaar geleden nog smid was en nu voor een der rykste menschen van Engeland ge houden werd hy laat een vermogen van 20 millioon pond sterling na is een bewys hoe ver iemand met energie en aanleg voor zaken het brengen kan. Op 33-j irigen leeftyd ging by als monteur naar Chili. In dien tyd werd het eerst van de salpeterlagen in Peru gesproken als een goed veld voor speculatie; North begreep dat daar voor hem geld te ver dienen was, en hy begaf zich aanstonds naar Peru. Twintig jaar lang werkte by in de salpeter, en gaandeweg wist hy byna al de salpeterbeddingen in zyn bezit te krygen. Hy had schepen en spoorwegen noodig voor het vervoer van zijn artikel, en hy bouwde die. De oorlog tusschen Peru en Chili opende hem nieuwe bronnen van iDkomsten, en hij stond ten slotte aan het hoofd van tal van industriëele ondernemingen. Eindelijk keerde by als oen schatrijk man naar Engeland terug, om de vruchten van zyn arbeid te genieten, maar wel verre van op zyn lauweren te ruston, stak hij zich in nieuwe ondernemingen, waar van de voornaamste was de fabricatie van cement in België, die byna even lucratief bleek als cL salpeter. Zyn rykdom opende hem den toegang tot de aanzienlijkste kringen; hy was zelfs bevriend met den prins van "Wales en den koning van België, met wien hy ook „zaken" deed. Hij was een groot kunstliefhebber c-n sportman; zijn stallen be vatten de beste renpaarden van Engeland. HQ was zeer populair in zyn geboorte^aats Leeds, waar by minstens eenmaal p .r jaar placht te komen en nog altijd betrekkingen onderhield met zyn vroegere medewerklieden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 2