Dinsdag 28 April
A0. 1896
feze Bourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven
Feuilleton.
K°. 11096.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden.
Franco per post
Afzonderlijke Nommers
f 1.10.
',j 1.40.
0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Yan 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 j. - Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten do stad
wordt f 0.05 berekend.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Leiden, 27 April.
Don gemeenteraad bieden B en Ws. aan
een door hen in overleg met de Commissie
van Toezicht op de scholen voor Middelbaar
Onderwijs ontworpen verordening voor de
Plaatselijke Commissie van Toezicht op de
scholen voor Middelbaar Onderwijs.
Door bedoelde Commissie was aan B. en
"Ws. in overweging gegeven eene bepaling in
'het leven te roepen, krachtens welke de leden
'voor een bepaald aantal jaren zouden worden
benoemd en waarbij de aftredende leden aan
stonds herkiesbaar worden gesteld.
Naar aanleiding van dit verlangen der Com
missie, he'oben B. en Ws. gemeend een Ver
'ordening voor genoemde Commissie te moeten
'ontwerpen, tot grondslag waarvan is genomen
de bestaande Verordening voor de Plaatselijke
Schoolcommissie.
Vermits blijkens rapport van de Commissie
voor de Huishoudelijke Verordeningen tegen
het ontwerp geen bezwaar bestaat, stellen
B. en Ws. den gemeenteraad voor de Ver
ordening vast te stellen:
De Plaatselijke Commissie van Toezicht op
de scholen voor Middelbaar Onderwijs bestaat
uit zes leden.
De leden dor Commissie worden door den
Gemeenteraad, die eene aanbeveling van twee
personen, yóór iedere vacature door de Com
missie in te dienen, ontvangt, voor zes jaren
benoemd en zijn bij aftreding dadelijk weder
verkiesbaar. Jaarlijks treedt op den eersten
Dinsdag det maaad September één lid der
Commissie af.
Die ter vervulling van eene buiten den gewo
nen tijd opengevallen plaats benoemd is, treedt
af op het tijdstip, waarop degene, in wiens
plaats hü is benoemd, moest aftreden.
De gewone tijd ter benoeming der leden
van de Commissie is op den eersten Dinsdag
der maand September.
De benoeming ter vervulling der plaatsen,
die door ontslag of overlijden openvallen,
geschiedt binnen drie maanden.
De leden der Commissie kunnen ten allen
tijde hun ontslag nemen. Het wordt door hen
ingezonden aan den Raad.
De Commissie kiest uit haar midden haar
Bestuur en deelt de benoeming daarvan aan
Burgemeester en Wethouders mede.
De Commissie dient den Raad en Burge-
meo8ter en Wethouders over de tot haren
werkkring behoorende xaken, van bericht en
raad, enz.
Naar aanleiding van een desbetreffend
verzoek van mr. C. A. Cau, deelen B. en Ws.
mede, dat de dochter van adressant, leerlinge
der Hoogere Burgerschool voor Meisjes, wegens
zwakke gezondheid, gedurende dezen cursus
herhaaldelijk de lessen heeft moeten verzuimen
en volgens geneeskundig advies tegen Juni
a. s. de school voorgoed moet verlaten.
Zü geven mitsdien in overweging aan adres
sant vrijstelling of terugbetaling van school
geld te vorleenen voor zijne dochter, leerlinge
der Hoogere Burgerschool voor Meisjes, over
het laatste kwartaal van den cursus 1895/96.
Ook bestaat er geen bezwaar tegen de
inwilliging van het verzoek van professor
dr. H. Treub, om oervol ontslag uit de be
trekking van Stads-vroedmeoster, wegens zijne
benoeming tot hoogleeraar aan de Universiteit
te Amsterdam. Zy geven derhalve in over
weging het ontslag eervol te verleenen, inge
volge z\jn verzoek met ingang van 9 Mei a. 8.
Ter vervulling van de vacature, ontstaan
door het aan mejuffr. E. Van der Harst ver-
loend eervol ontslag als 3de onderwijzeres
aan de school der derde klasse No. 1, is de
volgende voordracht opgemaakt ter benoemiDg
van een dorden onderwijzer, op eene jaarwedde
van f 500, als: lo. Willem Frederik De Gunst,
onderwijzer te Hazerswoude; 2o. J. M. Kool
haas en 3o. W. T. Wanner, beiden adspirant-
onderwijzer aan openbare scholen alhier en
dus leerlingen van de Kweekschool voor
Onderwijzers.
B. en Ws. deelen daarbij mede dat het
hoofd der school het in het belang van het
onderwijs noodig acht, dat niet een derde on
derwijzeres, maar een derde onderwijzer met
de waarneming der betrekking wordt belast
en dat de betrekkelijke rapporten ter inzage
van de leden in de leeskamer zijn nodergelegd.
Ds. R. Koopmans van Boekeren herdacht
gistermorgen in de Hooglandsche Kerk onder
een flink opgekomen gehoor zijn 40-jarig
jubileum als Evangelie prediker, na eerst zijn
hartelyken dank betuigd te hebben aan alle
vrienden, maar bovenal aan God, voor al wat
hem den 20sten dezer bewozen is.
Spreker verzekerde dat de schoone Bijbel,
dien hij ten geschenke had gehad, en waar
bij zoo menigmaal naar heeft verlangd, naast
zijn schrijftafel geplaatst zou worden, om hem
dagelijks, te raadplegen. Hü bedankte het
college van collectanten en verzocht den aan
wezigen dien dank hun collega's over te
brengen voor de hartelyke belangstelling,
hem met zün jubileum bewezen.
De loeraar had tot tekst gekozen Johannes
21 vers 17, dezelfde woorden, die hg voor
40 jaren zyn intree te Giethoorn gekozen
had. Spreker hoopte, dat God hem moge
sparen, dat hü het ambt, dat hem zoo lief
is, nog eenige jaren in de Ned.Herv Kerk ver
vullen mocht. Aan het eind van zyne schoone
toespraak werd hem door de gemeente het
derde vers van Gez. 91 toegezongen, waarvoor
spreker, diep getroffen, zyn hartelüken dank
uitsprak.
Het bestuur van het Genootschap „Mathe
sis Scientiarum Genitrix", na kennis te hebben
genomen van het oordeel der jury over de
twee ingekomen antwoorden op de vyfjaar-
lyksche prysvraag, heeft zün volkomen goed
keuring aan dat oordeel geschonken en dien
overeenkomstig zal aan don vervaardiger
van het ontwerp „S. D. G." een belooning
van f 150 worden toegekend.
Bü opening van het naambriefje bleek de
vervaardiger van het ontwerp „S. D. G." te
zün de oud-leerling H. W. Brouwer.
Het verslag der jury zal bü dea. s. tentoon
stelling der teekeningen aanwezig zün en aan
de inzenders worden toegezonden.
Op de gisteren te Utrecht gehouden
vergadering van den Nederlandschen Zwem-
bond werd met groots meerderheid van
stemmen de heer C. J. Leendertz, voorzitter
van de „Leidsche Zwemclub" tot bestuurslid
gekozen, en zonder stemming besloten dit
jaar het hoofdnummer der kampioenwed
strüden te Leiden te houden op Zondag 12 Juli.
Het bestuur hoopt dat, door het toetreden
van een flink aantal nieuwe leden, ook bet
overige gedeelte van den jaarlykschen wed
stryd belangwekkend moge worden, en het
ligt in zün voornemen het kampioensnummer
te halfdne te doen aanvangen, zoodat een
ieder er getuige van kan zün.
De heer Hugo Nolthenius, redacteur van
het weekbiad voor muziek, geeft in zün blad
van 11. Zaterdag een verslag van de „Mattbüus-
Pas3ion", die hü Dinsdag hier bywoonde.
Na eene inleiding omtrent den geest van
Bach's meesterwerk, wüdt hü een woord van
lof aan de vocale solisten en aan het orkest
en besluit hü met het volgende:
„Van het koor te Leiden had ik reeds lang
veol gehoord; müne niet geringe verwachtin
gen er van zün echter verre overtroffen. Een
smettelooze zuiverheid, een zekerheid van
intonatie, een mooi sprekend timbre dor vier
stemsoorten, een nobele klank van het ensem
ble doen het uitmunten boven de meeste,
zoo niet alle koren der zusterafdeelingen. En
al deze deugdelyke krachten stonden den
leider, Dan. De Lange, ten dienste met een
op zichzelf reeds weldadig stemmende bereid
vaardigheid. Deze was ëón zin, één stemming,
die het waardig offer mogelyk maakte en
waarvoor ik hier den leider bescheiden müne
hulde aanbied. Mü was de leiding in alle op
zichten magistraal. Nu is het mü duidelyk,
waarom de afdeeling Leiden zoo op haar leider
gesteld is. Ze weet het: hü voert haar tot
roernrgke daden."
Het „Vad." wüdt een breedvoerig artikel
aan den zoo pas ontslapen W. F. G. Nicolal,
directeur der Koninklijke Muziekschool te
's-Gravenhage.
In het „Wkbl. v. Muz." komt ook een
uitvoerig opstel voor door een zjjner leerlingen,
Gottfried Mann, geschreven. De schryverzegt
onder meer: „Nicolaf had een zeer beslist,
onverzettelük karakter, was sterk in zün
sympathieën, doch ook in zün antipathieën".
Van dat laatste ondervond menigeen de
minder aangename gevolgen, want Nicolal
was een 15-tal jaren door het tüdschrift
Caecilia, waarvan hü hoofdredacteur was, een
machtig vriend of vüand. al naar gelang der
persoonlükheid, die of wier werk hy beoor
deelde.
„Hetgeen hem (Nicolal) geducht hinderde"
schrüft Mann „was, wanneer élèves, met
eervol diploma van de K. M. ontslagen, huDne
studiën elders voortzetten, en hun nieuwen
meester dus de eer werd gegeven, die der
school grootendeels toekwam."
De inschrüving voor de Schutterij zal te
Voorschoten plaats hebben van 15 tot 31 Mei
a. s., terwyi meer speciaal daarvoor zal worden
zitting gehouden Zaterdag 23 Mei a. s., van
*s voormiddags 10-11 uren.
Donderdag 30 April a. s. hoopt de hear
J. A. Sluyterman zün 25 jarig jubileum als
predikant te Voorhout te herdenken.
Het gewone jaarlyksche onderzoek van
de verlofgangers der militie te land zal voor
het 14de prov. militie-kanton, de gemeenten
Nieuwveen, Zevenhoven, Leimuiden, Ter-Aar,
Alkemade, Rynzaterwoude en "Woubrugge,
plaats hebben te "Woubrugge, op Vrydag 5
Juni a. 8., 's voormiddags te halfelf.
De huishoudelyke vergadermg van het
Nederlandsch Land'couwcomité zal gehouden
worden op Woensdag 20 Mei a. s., des voor
middags te elf uren, in de vergaderzaal van
de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
Medegedeeld zal worden eene missive van
den minister van waterstaat, blykens welke do
heer H. H. Raraaer als adviseerend lid ver
vangen is door den heer D. Kromhout.
's Namiddags te drie uren zal in het Gebouw
voor Kunsten en Wetenschappen eene meeting
worden gehouden ter bespreking van het rap
port „Heide-ontginning en grondverbetering
als middel ter verbetering der sociale toe
standen".
Na ruim vier weken in een slapenden
toestand te hebben doorgebracht, is te Hedel
overleden de heer A. G. Huyskes, sedert
tal van jaren lid der Provinciale Staten van
Gelderland.
Na het in ons vorig nommer vermelde
bezoek aan verschillende gestichten te Amster
dam hebben duizenden en duizenden men-
schen Zat9rdag-middag de beide Koninginnen
op haar langen rytoer door do stad toegejuicht.
Allerwegen heerschte een onbeschryfiyke geest
drift, nergens werd een wanklank gehoord.
Op den Groeneburgwal stonden de men-
schen, toen de Vorstinnen daar het Museum
verlieten, op platboomvaartuigen in de gracht
en juichte men haar daverend toe.
By het passeeren der Prins Hendrik-kade,
waar, zooals trouwens op meer plaatsen, stap
voets moest gereden worden, zóó druk was
het op straat, paradeerden de jongens in
't want.
Aan de Ceintuurbaan werd den Koninginnen
een schitterende ovatie gebracht door de jongens
der Hoogere Burgerscholen, die daar stonden
met vlaggen en vaandels, juichend het konink
lyk rytuig omringden en HH. MM. bouquet
ten aanboden.
Op de Westermarkt stonden de jongens
van het reserve-kader netjes in uniform in
gelid en presenteerden bü het passeeren van
den stoet de sabels; op de Prinsengracht voor
de brandweerkazerne paradeerde d9 brandweer
onder bevel van den sectie-brandmeester Nieu-
wonhuis.
Eindelyk stonden voor de Burgerschool met
den Bübel, Keizersgracht by de Huidsnstraat,
een aantal schoolkinderen met Oranje sjerpen
om en vlaggetjes in de hand. Toen het konink-
lyk rütuig even stil hield, zongen de kinde
ren een lied, bestrooiden het rytuig met bloe
men en boden den Koninginnen ruikers aan.
Te vyf uren kwamen de Vorstinnen ten
De Transvaalsche Neef.
Die overweging stelde hem wel eenigszins
gerust, maar zün stemming raqrd er niet
beter door.
Om de maat vol te meten, kwam nu ook,
na aangeklopt te hebbeD, zyn hospita binnen,
met een hoogrood gezicht en met vochtig
schittsrende oogen.
„Maar, mijnheer Dubois," begon zij op
schreienden tooD, „dat zyn prachtige dingen,
die men van u vertelt l U hebt een groote
erfenis van eenige millioenen
De jonge man zuchtte diep en vertrok zün
gezicht tot een smarteiyken glimlach. Nu
was het half millioen reeds in eenige millioenen
veranderd 1
„En nu wilt u het huis van Blok koopen
en mü verlatenMij, die u als een eigen zoon
liefheb en u behandel als een moeder haar
oenig kindl" Zy droogde haar oogen. „En
van dat alles zegt u my geen woord ook
niet van de erfenis, wat u toch zeker al vóór
den dood van uw neef geweten hebt! Dat
is niet mooi van ul U moet weten, dat ik
een arme weduwe ben, die van het verhuren
van gemeubileerde kamers leven moet I Waar
krijg ik nu direct zoo'n goeden heer weer,
want goed is u, dat heb ik al meermalen
ondervonden."
Dubois had den woordenstroom der waardige
vrouw rustig over zich laten heengaan, wül
by by ervaring wist, dat het vergeefsche
moeite was tegen dezen stroom op te roeien.
Toen zy, diep ademhalend, eindelijk zweeg,
zeide hy op verwytenden toon: „Gü hebt
dus geluisterd, juffrouw Schütz? Nu, dat vind
ik ook niet mooi van ul"
„Ik geluisterd?" riep de hospita beleedigd.
„U weet zeer goed, dat ik dat niet doet! U
en allen, die hier waren, spraken luid genoeg,
dat de menschen op de straat het moesten
hooren!Natuuriyk, als men plotseling ryk
wordt, moet men het ook uitbazuinen I"
„Volstrokt niet, juffrouw Schütz, ik heb in
't geheel niets geërfd."
„Wat? Münheer Dubois, als u nog nooit
gelogen hebt, dan liegt u nul"
„Waarlyk niet, juffrouw, deze gansche
erfenisge8chiedeDi8 is niets dan een grap
müner
„Dat kan u mü niet wys maken, münheer
Dubois, dat is vergeefsche moeite. Dat wistmün
man zaliger ook wel. „Catharina," zeide hü
altyd, „ik weet, dat je je niets op de mouw
laat sp&lden, daarvoor ben je te sliml" Ik
laat my dus ook door u niets op de mouw
spelden."
„Nu, geloof dan, wat gü wilt, juffrouw
Schütz," riep de jonge man verdrietig, maar
onmiddellük daarna voegde hü er vriendelük
aan toe: „Voor 't overige zult gü or geen
schade bü hebben, dat verzeker ik u."
„Nu, dat ia nog eens een verstandig woord,
münheer Dubois, want
Op dit oogenblik ging de schel en de hospita
werd dus weggeroepen. Na nauwelü'ks een
minuut kwam zü evenwel terug en zeide:
„Münheer Dubois, daar is weer esn heer, die,
naar hü zegt, u dringend moet spreken. Ik
geloof, dat het Döring is, de buurman van
Blok. Moet ik hem binnenlaten?"
„Münentwege laat gü binnen, wien gü
wilt, ook al is het Beëlzebub in hoogst eigen
persoonantwoordde de jonge man grimmig.
„Maar nu heb ik er haast genoeg van,"
bromde hü; „die komt in elk geval ook om
de erfenis. Nu, morgen laat ik bekend maken,
dat ik niets geërfd heb, omdat mün neef
slechts schijndood geweest is en al meer
malen zulke aanvallen gehad heeft. Dat zal
wel trekken 1"
III.
Ongetwüfold had de over den ongelukkigen,
snellen verkoop van zün huis verheugde
eigenaar Blok het nieuws onmiddellük aan
zün buurman Döring medegedeeld, want deze
heer was het inderdaad, die den jongen
handelaar om een onderhoud liet vragen.
Döring zag er eenigszins verdrietig -uit,
Dubois niet minder, beiden evenwel om ver
schillende redenen. Daar zaten dus twee
personen tegenover elkaar, die wederkeerig
de hoffelükheid moesten betrachten, terwyl
zü misschien het liefst elkander afgeranseld
zouden hebben.
„Münheer Dubois," begon Döring met
kwalük verborgen wrevel, „hoe komt gü er
toe, my het huis van Blok voor den neus
weg te koopen en mü daardoor als 't ware
den grond onder de voeten weg te trekken?"
Ah, dacht de jonge man en ademde vrüer,
die komt althans niet om de erfenis, maar
om den twijfelachtigen koop, dien ik een
voudig al3 een voorbarige onderstelling van
Blok kan voorstellen. Nochtans ergerde hem
de onbeleefde toon van Döring, en hü viel
hem in de rede met de woorden: „Ik moet
u in de eerste plaats verzoeken
„Pardon, münheer Dubois," viel de ander
hem in de rede, „wanneer ik u onbeleefd
toescheen. Maar ik ben wat rechtuit, dat
brengt mün natuur mede, en bovendien heeft
deze plotselinge koop mü ontstemd. Het is
evenwel mün schuld, want ik bood Blok
slechts 33,000 Mark en dacht het huis ten
slotte voor die som te zullen krygen. Het is
voor mü onmisbaar, omdat ik het, met het
müne vereenigd, tot een fabriek wilde laten
verbouwen. Ik moet het dus onder alle
omstandigheden hebben en bied u, daar gü,
zooals Blok zegt, de eigenaar züt, 80,000
Mark er voor. "Wilt gü het mü voor dien
prüs laten?"
Dubois greep onwillekeurig naar de leuning
van zün stoel. Een duizeling scheon hem te
bevangen. Twintigduizend Mark in een oog
wenk te verdienen, zonder daarbü oen vinger
te verroeren, terwül hü als bediende en
stadsreiziger tot nu toe bü inspannenden
arbeid slechts 1800 Mark had weten te ver
dienen l Dat was inderdaad een verlokkelük
vooruitzicht. Hü begon de erfenisgeschiedenis
in een beter licht te beschouwen. Dat wa8
in elk geval een zonnestraal, dien zy hem
zond. Tegelykertüd echter ontwaakte de
speculatiegeest in hem, en hü besloot van
zün nu eensklaps veranderde positie zooveel
mogelük partü te trekken. Daarom ant-
Paleize terug; het was een rytoer geweest,
waar'oü Amsterdam zün oude verknochtheid
aan het Oranjehuis schitterend had betoond.
Aan het diner ten hove waren Zaterdag
avond, behalve de dagelyksche gasten, de ge
meenteraadsleden genoodigd. Er waren 2G
raadsleden aanwezig; afwezig waren de hee-
ren D. Schut, Nolting, Muller, Gerritsen,
Kuipers, Kou veld. Voute, Serrurier en Hei-
neken.
Toen de raadsleden in de Troonzaal tegen
woordig waren, kwamen Hare Majesteiten
de Koningin en de Koningin-Regentes binnen
en stelde de Burgemeester de raadsleden aan
de Vorstinnen voor.
De Koningin droeg een witte, laag uitge
sneden japon met blauwe strepen en blauwe
linten; de Regentes was gekleed in een paars
fluweelen kleed met witte kant, laag uitge
sneden aan den hals en met langen sleep.
De Vorstinnen waren getooid met prachtige
parelsnoeren met diamanten slot, terwyl de
Regentes bovendien een diamanten diadeem
met witten sluier droeg.
Precies te zeven uren ging men aan tafel.
Er waren ir, het geheel ongeveer 50 couverts
behalve de raadsleden en de dagelyksche
gasten, waren vele leden der hofhouding aan
gezeten. Aan de linkerzijde der Koningin bad
de Regentes plaats genomen, aan de rechter-
zyde de ceremoniemeester graaf Van Rand-
wük; links van de Regentes zat de gepen-
sionneerde vice-admiraal Ten Bosch. Tegenover
da Vorstinnen zat de burgemeester mr. Vening
Meinesz, tusschen den Commissaris der
Koningin, jhr. Schorer, en den generaal-majoor
Eland, commandant der stelling Amsterdam.
Hot diner, dat opgeluisterd werd door de
muziek van de kapel der schuttery, was om
kwartier over achten afgeloopen. Do gasten
begaven zich toen naar de Troonzaal, waar
de koffie en likeuren werden rondgediend
en weldra de beide Koninginnen verschenen.
Hare Majesteit de Koningin-Regentes onder
hield zich, als gewoonlyk, enkele ©ogenblik
ken met ieder der raadsleden, en wel in de
volgorde hunner anciënniteit. Voor de eerste
maal geschiedde dit nu ook door de jeugdige
Koningin, die met de meeste raadsleden ec-n
kort gesprek voerde en tegen kwart vóór
negenen de Troonzaal verliet. Een kwarti9r
later nam ook de Regentes afscheid van hare
gasten.
Aangenaam zal het allen Nederlanders zün
te vernemen, dat de minister van koloniën de
woorden, waarin H. M. do Koningin-Regentes
Vrüdag avond aan het diner in het Paleis
hulde bracht aan het Indische leger, geseind
heeft aan den Gouverneur-Generaal van Neder-
landsch-Indië, ter raededeeling aan generaal
Vetter en om door hem aan de krügsmacht in
Atjeh te worden medegedeeld.
Hoe volkomen juist gevoeld is deze daad
van den minister! Het Indische leger zal
door die koninklijke woorden diep getroffen
en aangemoedigd worden.
Gistermorgen bevonden zich de Vorstinnen
onder het gehoor van ds. F. H. Herfkens
in de Nieuwe Kerk. Reeds te negen uren
was het kerkgebouw geheel gevuld. Door de
woordde by na eenig nadenken: „Vergeef
my, münheer Döring, wanneer ik u niet
terstond een bepaalde toezegging doe. De
zaak wil namelyk rypelyk overwogen zyn.
Mag ik verzoeken, mü morgen om acht
uren - indien gy dit uur goed vindt weer
met uw bezoek te vereeren Ik zal dan aan
gaande uw bod bepaald een besluit genomen
hebben."
„Ik zal komen, münheer Dubois, ik zal
komen en hoop even zeker, dat wy het eens
zullon worden. Tot zoolang gegroet I"
,Veel zegen in het nieuwe jaar, münheer
Döring!"
Het humeur van den jongen man was,
nadat zün bezoeker hem verlaten had, hot
tegenovergestelde van dat, hetwelk hü by de
ontvangst had gehad. Eerst begon hü luid
te lachen en trommelde daarna met de vingers
een marsch op de met üsbloemen zich be
dekkende vensterruiten.
Des anderen daags, precies to acht uren
'8 morgens, was Döring weer bü den jongen
koopman.
„Nu?" was de eerste vraag van den >~e-
zoeker, „mag ik hopen?"
De jonge man streek met schünbr; -
legenheid door zün haar en antwooru
weifelend: „Hm, ik moet u opmerken,
heer Döring, dat het oorspronkelük in 't gyned
niet mün plan was, een huis te koopen en
dat wel om de ergernis, die men dikwüls van
de huurders ondervindt.
Wordt vei-volgd.)