A0. 1898 feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Eon- en (feestdagen, uitgegeven K°. 11083. Maandag 13 April. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandon. Franco per posti t t i Afzonderlijke Nommors i t 's f 1.10. 1.10. 0.05. PRIJS DES ADVERTENTIËN: Van 1-6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17Grooter® letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt 0.05 berekend. Derde Blad. Ofubiëele Kennisgevingen. DRA.K& WET. Burgemooeter en Welbondera van Leidc-n brengen ter algemoooe kennia, dat door KLAAS HOP, -wonende albier, een verzoekecbrift ia ingediend om vorguDning voor den kleinhandel in sterken draak in hot perceel Varkenmarkt No. 17. Burgemeester en Wethouders voornoc-md, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 10 April 1896. E. KIST, Secretaris. Krachtens openbar© kennisgevingen vanwege Burg en "Wetns. vai Woubntgge, ligt: a. het kohur van doc Iloofdelykcn Omslag dier j gemeente, over 1896, van af den laten Apr.l tot 28 Augustus a. e. ter gemeente-secretarie in afacbrifc tor visie; b. zijn aldaar voor belanghebbenden kostoloos •verkrygbaar, formulieren tot aanvraag van Jacht- en VischaLten, enz., dienst 1896/1897 C. moeten overtuoelo vorderingen ten laste dier gemeente, vóór don laatstcn Juni zijn ingediend, voor zooveel ze den dienst 1895 betreffen; d. bestaat dit jaar bionen de gemeente geeno gelegenheid tot dca ijk en herijk der maten en go- wiohten, en zal doze in 1897 op nader bekend te maken dagen plaats hebben. Burgemeester en Wethouders van Lisse maken bekend, dat op Woenedag 15 April e. gelegenheid zal worden gegeven tot koatelooze inenting of her- inonting. Aanmelding behoort te geschieden by één der goneeskundigen op de gowone spreekuren. Ter voorkomiDg van bekeuring worden de inge zetenen van Haarlemmermeer herinnerd aan art. 61 d r Politie-vorordemng, luidende: Het ia verboden: Zonder voorafgaande kennisgeving aan den Burge meester op de landen of erven, stroo, ruigte, vuil of voen te verbranden of te doen verbrandenin igeen geval zal zalks op een anderen tyd mogen plaats hebben dan tusschen zoneop- en ondergang, terwijl het verbranden van stroo, ruigte on vuil n ot mag plaats hebben dan op minstens 100 meters van cenig gebouw, hooi- of graauhoop of Yan openbare wegen. Op overtreding ls ©en boete gesteld van 5 tot ƒ25. Gemengd IVieu~vvs. Men kwam ons heden mededee- len dat in het naburige uitgestrekte Zoeter- woude in de laatste jaren geen enkele ooievaar zich een woonstede had gekozen. Thans, aldus onze berichtgever, behoort dat bevreemdende feit tot de historie, want hedennacht is er een ooievaar neergestreken op een pas opgerichton hoogen paal, heeft daarop een nest gebouwd en troont er nu in de hoogte. Moge deze eiber of odebaar, in zijn qualiteit van geluk- of schatdrager, Zoeterwoude veol geluk aan brengen Dat de schapenroof nog niet is geëindigd, blijkt, dat in een der laatste nach ten bij den landbouwer Yan Marei, op Stee- nenveld, nabij de Spanjaardsbrug onder de gemeente Leiderdorp, in diens land een schaap geslacht en meegenomen is. Op de boerderjj van de wed. J. C. Van der Wal, te Haarlemmermeer, is geboren een kalf met twee koppen, vier oogen en drie ooren, waarvan twee bovenop. Het kalf was spoedig dood. Zooals indertijd is gemeld, wer den in den nacht van 19 Febr. jl. in een schuur van den biorhuishouder Yan der Weyden, te Noordwykerhout, uit een gesloten kar van den scbosnenhandelaar Krol, te Noordwijk, eenigo paren schoenen en laarzen ontvreemd. Aan den ijver van den brigadier- titulair der Rijksveldwacht J. Nyeboer, te Noordwykerhout, die de zaak niet uit het oog had verloren, is het te danken, dat door hem en den te Katwijk gestationneerden majoor der Rijksveldwacht ten huize van twee per sonen, H. en v. D., te Noordwijkerhout, van het gestolen schoeisel eergisteren een achttal paren in beslag kon worden genomen. Blijk baar waren do schoonen in de modder ver stopt geweest en gedeeltelijk reeds vergaan. De laarzen waren nog ongeschonden. Het grasgewas en hot riet van de buitenlanden, behoorende aan den Vier- Ambachts-polder te Woubrugge, gisteren publiek verpacht, heeft 587 opgebracht, terwijl de pacht en de visscherij f 82 besomden. Het vorige jaar waren deze cijfers resp. ƒ731.25 en ƒ54.50. Te Woubrugge hobben de a m- bachtslieden zich tot de patroons gewend met verzoek hun loon, thans 12 cents per uur bedragende, met twee cents te verhoogen. De patroons vorklaarden dat verzoek in overweging te zullen nemen en zijn van plan in den loop dor volgende week daarover onderling te beraadslagen. Voor de rechtbank teütrecht stond gisteren terecht mr. C. J. D. H., wo nende te Leiden, die den 9den Jan. jl. met een dogcart, in öf wel te harden of snellen gang, öf te wild, roekeloos of woest, naar 't oordeel van alle getuigen althans minstens meer dan in matigen draf van de Maartensbrug de Lichte Gaard was ingereden blijkbaar om de tram, die uit de Servetstraat kwam, nog tijdig voorbij te rijden waarbij by den hoek der brug zoo rakelings passeerde, dat de lsto luit. der infanterie W. Immink, woonachtig te Arnhem, ofschoon deze zoo spoedig mogelijk langs de balies trachtte uit to wijkon, aan het been werd aangereden, waardoor hij tegen den grond werd geworpen en met het hoofd tegen de balie van de brug terecht kwam, zoodanig, dat hy twee hoofdwonden bekwam en een hersenschud ding. De luitenant verloor onmiddeliyk zyn bewustzyn en herkreeg dat eerst na verloop van ruim 3 weken; daarna is hy nog ruim 5 weken in het militair hospitaal to Utrecht verpleegd geworden en thans heeft hy nog verlof tot herstel van gezondheid, terwyl hy nog niet in staat is zyn gewonen dienst te doen. Bekl. verklaarde, dat hy niet voor do tram had willen ryden, die had hy niet gezienhy had ook niet wild of woest gereden en was zich zelfs niet bewust harder gereden te heb ben dan in matigen draf. Hy was ook niet onder den geringsten invloed geweest van alcoholische dranken. "Wel had hy een lichten schok gevoeld aan het rechterwiel en had daarop omgekeken, waarop de koetsier, die naast hem zat, had gezegd: „Mynheer, ryd maar door, 't is niets". De koetsier sprak dit laatste tegen en ver klaarde, dat hy bekl. nog gewaarschuwd bad dat 't paard „zuur" was, een technische term, die beduidt dat 't paard op hoeken van straten wel eens doorschiet, waardoor het do hoeken te scherp maakt en harder ydt dan wel mag; zoo'n paard moet dus stork worden ingehou den by 't nemen van draaien. Bekl. nad hem daarop te kennen gegeven, dat by hem zulks niet behoefde te zeggen; by kon goed ryden, iets, waarover verschillende getuigen het eens waren. De koetsier bad in de instructie ook verklaard, dat bekl. het paard niet had inge houden, doch wist zich dit thans niet meer te herinneren. De off. van justitie, bekl.'s schuld wettig en overtuigend bewezen achtende, eischto zyne veroordeeling tot 2 maandon gevangenisstraf. Volgens het oordeel van den verdediger, mr. Verhosff, was wel het wettig, maar geens zins het overtuigend bewys Yan bekl.'s schuld geleverd. Yolgens pleiter kan er van schuld van be klaagde geen sprake zynhet paard was alleen de schuld. Pleiter hoopte, dat geen veroordeelend von nis zou volgen en dat bekl., dien het voor gevallene reeds zoo lang drukt, zyne studiën zal kunnen voortzetten. E9n veroordeelend vonni3 toch zou zyne carrière als aanstaand O. I. rechterlyk ambtenaar geheel vernietigen. Ook hierom hoopte pl., dat vryspraak zou volgen. Da uitspraak is bepaald op a. s. Donderdag. (Z7. D.) De Italiaansche Kamer van Af gevaardigden was kortelings bet tooneel ven een buitengewoon vroolyk voorval. Cavalotti had jui6t het ministerie een voorloopig votum van vertrouwen gegeven, toen plotseling by de ministerstafel een groote gryzb Angora kat te zien werd, die zich in sierlyke waardigheid naast den markies Di Rudini nederzette. De ernst der debatten over het krediet voor de Afrika-expeditie was plotseling verdreven. Zoowel de leden der Kamer als de geheele publieke tribune barstten in een schaterend gelach uit. De boden der Kamer begonnen aanstonds jacht op het dier te maken, maar dit was huD te vlug af. „Miauw, miauw," klonk het van alle zyden. De socialistische afgevaardigde Agnini slaagde er eindelijk in poes te vaügen en haar, onder luide byvals- kreten, buiten de deur te zetten, waarna do gestoorde zitting werd hervat. Te Govan, by Glasgow, wachtte een aantal personen op de aankomst van een boot, torn plotseling de ponton, waarop zy zich bevonden, instortte. Twintig mannen en jongens, die te water waren geraakt, werden gered, doch er bestaat vrees, dat eenigen zyn omgekomen. Juffrouw Bartholomew te.Londen, die zich tooneelspeelster noemt, was door ©enige heeren medegenomen naar een woning in Stamford-strest, waar men beweerde dat een club was. Eenmaal binnen, ontnam men haar alle sieraden en geld, tot een waarde van f 1200. Yyf personen zyn gearresteerd. De moordenaar van "Whitechapel heet Seaman en heeft reeds 1 ngdurige ge vangenis op zyn kerfstok, ondergaan wegens diefstal en poging tot moord. Nadat zyn iden titeit was vastgesteld, heeft by bekend. De „republiek Cuba" moet reeds, naar aan een Engelsch blad wordt gemeld, nieuwe postzegels in voorraad hebben, die in circulatie zullen worden gebracht, zoodra het eiland eene republiek is geworden. De postzegels der republiek in spe zyn gedrukt in de Vereenigde Staten; zy zyn lang en smal, met een ovaal in het midden, waarop de vlag van den nieuwen Staat is getoekend. Als men, zegt het „Utr. Dbl.", deze postzegels in eene rubriek zou willen plaatsen, zou men daarvoor wellicht het best die der „voorbarige" kiezen. In het grensplaats je Gelsenkir- chen, niet ver van Sittard, was een 3'/2-jarig meisje, met een 5-jarig knaapje en een kind van Dog geen jaar door de moeder, die eenige boodschappen te verrichten had, alleen thuis gelaten. Het 5-jarig knaapje had op het schortje der 3'/,-jdrige eenige brandende kooltjes ge worpen, die hy uit de kachel had genomen; het schortje vatte vuur, en in een oogwenk stond het kind in lichterlaaie. Op het geschreeuw der kinderen snelden buren toe, die de vlammen terstond doofden. De bekomen brandwonden waren echter zóó hevig, dat de kleine spoedig onder hevig ïyden is bezweken. Inbrekers-onthouders. Te Bed ford (Bedfordshire) braken dezer dagen dieven in een hotel en stalen een aanzienlyk bedrag aan geld. Na een aantal flesschen limonade en gemberbier geledigd en verscheidene zeer fijne sigaren gerookt te hebben, draaiden de dieven uit brooddronkenheid alle bierkranen om en deden de gelagkamer overstroomen. Eveneens liet men alle vaatjes whisky, jenever en andere spiritualiën leeg loopeD. Merk waardig was, dat de inbrekers zich blykbaar alleen te goe 1 deden aan niet bedwelmende dranken. Ofschoon een politie-agent buiten het hotel den ganschen nacht op post stond, bemerkt© deze niets. Gemeenteraad van Voorschoten. Tegenwoordig de Yoorzitter en de heeren J. Steeneveld, D. K. J. Schoor, dr. v. d. Horn v. d. Bo3, L. H. v. Wissen en J. M. Van Kempen. Afwezig met kennisgeving de heer J. Hooymans, zonder kennisgeving de heer P. De Bruin. Na opening dor vergadering worden de notulen gelezen en vastgesteld Ingekomen a. Verslag van den toestand der gemeente over het jaar 1895. Zal ter visie worden gelegd voor de leden en tegen betaling der kosten algemeen verkrygbaar worden gesteld. b. Proces verbaal van kasopneming. c. Missive van den heer H. K. Overdiep, namens de commissie voor de Ambacht3- teekenscbool dankzeggende voor het over 1895/96 genoten subsidie en den Raad uit- noodigende tot oen bezoek aan de tentoon stelling en prysuitdeeling. De Voorzitter zegt, dat hy een en ander met genoegen heeft bygewoond en zich over tuigd, dat het subsiJie van don Raad aan een zoo nuttige instelling als de teekenschool goed besteed is. d. Missive van hetR.-K. Armbestuur, daarby mededeelende dat op de kiezerslysten geen bedeelden voorkomen. e. Idem van het Ned.-Herv. Armbestuur. De onder b. c. d. en e. vermelde stukken worden aangenomen voor kennisgeving. De heer Schoor vraagt of nog niet een derda armbestuur te Voorschoten bestaat, nl. dat der Gereformeerde kerk. De Voorzitter z9gt, dat tot dusver officieel van het bestaan van dit armbestuur niet was gebleken, omdat bestuurders niet hadden vol- daaD aan art. 7 der Armenwet. Hy heeft daarop echter hun aandacht gevestigd en hoopt, dat het bestuur alsnog aan zyn Wttteljjko verplichtingen zal voldoen. Missive van Ged. Staten, daarby goed gekeurd terugzendende twee besluiten van den Raad tot het voldoen van onvoorzien© uitgaven uit de begrootingen 1895 eu 1896. Aangenomen voor kennisgeving. Aan de orde is: lo. Voorstel van B. en Ws. tot wyzigiog van art. 83 der Algemeene Politieverordening, waardoor dit artikel zal luiden als volgt: Do bepalingen der laatste twee artikelen (sluitingsuur) zyn niet van toepassing op sociöteitslokalen noch op die inrichtingen ten aanzien van welke de burgemeester in byzon- dere gevallen vergunning heeft gegeven om op een later door hem voor ieder geval to bepalen uur te sluiten. Do houders der in art. 80 bedoelde inrich tingen zyn alsdan verplicht, uiteriyk te sluiten op bet door den burgemeester bepaalde uur. Overtreding van dit artikel wordt gestraft met een boete van ten hoogste 10. De Voorzitter licht do bedoeling van do wyziging to© on deelt mede, dat hy het oor deel van de redactie van „De Gemeentestem" heeft gevraagd, welke zyn gevoelen deelt, dat in dit artikel van geen ongeoorloofde delegatie sprang ;s omdat aan de dispensatie een algemeen karakter ontbreekt en dezo beperkt is tot byzondere gevallen en tot met name te vermelden tijdstippen. De wyziging is noodig geworden na het bekende arrest van don Hoogen Raad. De heer Schoor zou willen wachten, tot lat de Booge Raad bad beslist in een nieuwe quaestie, die zich te Amsterdam heeft voor gedaan. Hy leest een stuk voor uit een courant betreffende deze zaak en stelt voor, het voorstel aan te houden. De Voorzitter zou het niet wv.B belyk vinden te wachtenblykt later, dat opnieuw wyziging noodig is, dan kan dit gemakke yk geschieGen, maar op bet oogenblik bestaat een tosstand van onzekerheid, waaraan zoo spoedig mogelyk een einde moet worden ge maakt, opdat men niet de kans loope, dat geen veroordeeling plaats heeft na een ver volging. De heer v. d. Horn zou het niet in het belang achten van de handhaving van het gezag, indien de kantonrechter iemand zou moeten vryspreken, die de politie-verordening Feuilleton. HET CONTRACT. 2) Aan het slot had de curieuse Johan Detlev, die volgens den kroniekschry ver een goede dosis geest geërfd had, nog als naschrift ge schreven: „Of ik uit de boeien van Mars spoedig bevryd, in Hymen's ketenen kan snel len, moet ik overlaten aan de Hemelsche Voorzienigheid en de Denen, in wier handen het nu ligt, of ik de beminneiyke jonkvrouw Dorothea op den vastgestelden tyd naar het altaar zal kunnen geleiden." Dat klonk geestig en galant, hoewel het den heer Engelke wilde toeschynen, alsof de briefschry ver er een loopje mee nam. Intusschen zorgden de eensklaps over Mecklenburg losbrekende gebeurtenissen er voor, dat den heer Engelke weinig tyd bleef, om lang na te denken over de oprechtheid der gevoelens van den hem by contract gewaarborgden schoonzoon. Als door een plotseling en onverwacht naderenden storm vloed werd heel Mecklenburg in April van het jaar 1716 door het Russische leger van Peter den Grooten overstroomd, naar het heette wegens de blokkade der toenmaals Zweedsche vesting Wismar, in werkeiykheid ovenwei op verzoek van hertog Karei Leopold van Mecklenburg Schwerin, die by zijn troons beklimming in 1712 door zyn schending van de voorrechten der ridders een conflict uit gelokt had, erger en noodlottiger dan er ooit een tusschen een regent en zyn.adel bestond. Als kleine vorsten hadden tot nu toe de Mecklenburgsche edellieden en landstenden voorrechten genoten, die den hertogen slechts den schyn van een gezag lieten. Toon nu de pas aan de regeering gekomen hertog Karei Leopold op de landdagen te Sternberg voor de eerste maal zich verstoutte, de overmatige rechten der Mecklenburgsche ridderschap te besnoeien en haar dwong, afstand te doen van verschillende privileges, was by op een verbitterd verzet der edellieden gestuit. Niet alleeD, dat zy onmiddejiyk een zaakgelastigde naar den ryksbofraad te Weenen zonden, om by den keizer een formeel proces tegen hun hertog te bogiDnen, ook in kleingeestige chicanes, die zy tegen het Schwerinsche hof uitspeelden, gaven zy lucht aan hun ver bittering. Het was met name de heer Engelke Von Plessen geweest, die als do meest wel bespraakte kampioen van het zoogenaamde engere Landdagcomité den hertogelyken regee- ringsvortegenwocirdiger de bitterste beleedi- gingen naar het hoofd geslingerd en later het voorstel gedaan had, den hertog algemeene geringschatting te bewyzen door het huweiyk van Karei Leopold met een Russische prinses geheel te ignoreoren en by den intocht der jongo hertogin, die begin Möi 1716 plaats had, zich van elke felicitatie en festiviteit te onthouden. By den intocht van het doorluchtige paar liet dan ook, tegen elke traditie in, geen lid der Mecklenburgsche ridderschap in Schwerin zich zien, en zoo groeide aan de zyde van flen hertog de ontstemming, door dez9 opzet- telyke krenkingen gevoed, tot woede, die hem tot de gewelddadigste maatregelen tegen den oproerigen adel verleidde. Het was een publiek geheim, dat hy „zyn Russischen neef," Peter den Grooten, met zyn leger van nagenoeg 5000 man in 't land geroepen had, opdat hy de styve nekken der sty f hoofdige edellieden hielp buigen en hun zou dwingen afstand te doen van hun voorrechten. Deze in de geschiedenis eenige, maar in haar gevolgen mislukte temmingskuur der Mecklenburgsche ridderschap begon in Mei met de persoonlyke komst van Peter den Grooten en zyn gemalin op het slot te Schwerin, terwyl de Russische generaal vorst Repnin te Rostock hoofd kwartier nam en van hier uit de verdeeling eener kolossale inkwartiering regelde. Met onderdrukte gramschap droegen de Mecklen burgsche heeren den drukkenden last van dit opgedrongen logies tot het laatst van Juni, toen het grootste deel der troepen met de Russische schepen van Rostock naar het oorlogstooneel op 't eiland Seeland overgezet werd, zoodat nog slechts de om Rostock liggende kozakken met generaal Repnin, alsmede czaar Peter de Groote in eigen per soon, als ongewenschte gasten in het land achterblevon. Maar de herademing der ridders zou van slechts korten duur zyn. Nu begon de inzame ling van de proviand voor het in Rostock opgeslagen Russische „generaal-magazyn." Onder bedreiging van de zwaarste straffen, werd aan de ridderschap gelast, binnen acht dagen 3,240,000 pond zucharn (indobbel- steonen gesneden, geroosterd brood), 1000 schepel gort, 946 schepel roggo en 1536 schepel zout byeen te brengen. Toen begon de grondbezitter op Borgfeld, in het kanton Stavenhagen, de heer Von Marschall, by te draaien. Hy onderteekende nameiyk een document, waar hy zyn betwiste rechten aan zyn doorluchtigheid Karei Leopold afstond en waarvoor hem onmiddeliyk geheele ont heffing van zyn leveringsaandeel voor nu en later verleend werd. Dezelfde ontheffing werd verleend aan ieder, die zyn privileges aan den hertog wilde afstaan. Slechts weinigen liepen in de val. Onder hen, die zich „liever den laatsten meelzak van hun zolder lieten uitkloppen" dan van hun oude erfrechten afstand te doen, ondernamen vier heeren zelfs het waagstuk, tegen de levering by Karei Leopold od Peter den Grooten in krassen vorm to protesteeren en de oorlog3belasting zelfs te weigeren: „er mocht van komen, wat wilde." Deze vier dappersten waren de heer EDgelke Von Plessen, zyn buurman Joachim Von Bassewitz, de beer Ludwig Von Pederstorff op Hintzenhagen en de heer van Oeltzen op Roppau. Er kwam geen antwoord op hun protest, doch eensklaps ging van het eene landgoed naar het andere het gerucht, dat de heeren Von Hintzonhagen en Von Roppau des nachts met geweld in hun woningen door kozakken opgelicht en naar Ro3tock op een Russisch schip gebracht wareD. Czaar Peter, heette bet verder, dacht de gevangenen, alsof het zyn onderdanen waren, als majestoits- schenners to behandelen en hen over zee naar St.-Petersburg te laten brengen. Den ouden Joachim Von Bassewitz, die sedert jaren aan podagra leed, was de schrik over dit bericht in die mate in de beenon gevaren, dat hy in zyn armstoel zat to steunen, toen des avonds na het bekend wordon van de arrestaties zyn buurman Engelke Von Plessen mot een ontdaan gezicht by hem binnentrad. Het was op den vooravond van den in geheel Mecklenburg op 17 Juli gevierden „grooten boete- en biddag." De van he' ryden vermoeide heer Engelke snakte naa* adem, eer hy, zich voor den buurman op een stoel nederzettend, beginnen kon. „"Wat is er?" steunde de oude Bassewitz ongeduldig. „Welke Jobstyding is er nu weer?' „Dat wy beiden nog in dezen nacht moeteq vluchten, als de kozakken ons niet zullor» halen 1" En nu vertelde de heer Engelko, dat eoq vriend uit Rostock hem onder het zegel der strengste geheimhouding gewaarschuwd had, onverwyld buitenslands te vluchten, wyi czaar, door den hertog gemachtigd, in den volgenden nacht van deD algemeenen boete- eq biddag eenigen van de oproerigste edellieden heimelijk wilde doen arresteeren, omdat moe op dien dag hot zekerst was de grondbezitter» in huis te vindon Reeds na middernacht dacht Engelke dus te paard naar Wismar t9 vertrekken. Het geruoht bad verkeerdelijk den nacht vrf 17 op 18 Juli aangegeven, terwijl in werkelykhei' do vooravond van den biddag voor don „coup h main" bestemd was. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 9