N°. 11082. Zaterdag 11 April. A0. 1896 feze <Gourant wordt dagelijks, met mtzondering van (Eon- en feestdagen, uitgegeven. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. g i i i f 1.10. Franco per posti t g i i i 1.40. Afzonderlijke Nommors s g 0.05. PRIJS DER ADVERTENTEBN: Yan 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17 J. Grooter® letters naar plaatsruimte. Yoor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Leiden, 10 April. Aanstaanden Zondag, 12 April, wordt er in de Kunstzaal van het Stedelijk Museum alhier eene tentoonstelling geopend van Monumentale en Decoratieve Kunst,, die waar- schynlyk tot en met 10 Mei ter bezichtiging biyft. Het zyn architectonische teekeningen en opnamen van de architecten Ludewig, te Leiden, en Van Gils, te Rotterdam. Yan de „Leidsche Spaarbank," opgericht door het Departement Leiden der Maatschap pij tot Nut van 't Algemeen den 16den October 1818, ontvingen wy het verslag over het jaar 1895, met bijvoeging van enkele bijzonderheden en eenige vergelijkingen met bedragen van het daaraan voorgaande jaar. Het is commissarissen aangenaam, dat, niet tegenstaande de bijna algemeeno vermindering der rente, voorleopig kan worden voortgegaan met eene uitkeering van drie ten honderd aan de inleggers. De commissaris-voorzitter de heer Th. M. Roest, die gedurende twintig jaren de belangen der instelling met den meest loffelijken ijver had waargenomen, was, tot aller diep leed wezen, ten gevolge van minder gewenschten gezondheidstoestand, genoodzaakt van het lan ger waarnemen zijner betrekking af te zien. Mr. J. H. Goudsmit werd benoemd tot zijn opvolger als commissaris en de hoer J. J. Ter Laag Cz. in de plaats van den heer S. J. Le Poole, die door vele werkzaamheden zich genoodzaakt zag voor de betrekking van commissaris der Spaarbank te bedanken. Het gezameniyk bedrag der inlagen is ge weest in 1894 646,242.51% en in 1S95 667,061.06; dat der terugbetalingen in 1894 ƒ610,049.40 en in 1895 643,156.41 Het kapitaal, aan de inleggers verschuldigd aan het einde van "het boekjaar, bedroeg in 1894 ƒ1,939,063.91 en in 1895 2,020,779.24%. Aan rente was ontvangen en tegoed, na aftrek van het tegoed op 81 Dec. van het vorige jaar en de bij aankoop van effecten betaalde rente, in 1894 65,153.62% en in 1895 ƒ68,120.64. Aan rente i6 bygeschrevon in 1894 ƒ54,509.44 en in 1895 ƒ57,810.69. De bezittingen van het hoofdkapitaal be stonden aan het einde van het boekjaar in: hypotheken, beleeningen en prolongatiën, rentegevende landschuld en binnenlandsche leeningen, rente tegoed en contanten in kas, te zamen ƒ2,032,994.191/,, waarvan als voor deelig saldo is over te brengen op het reserve fonds ƒ12,214.95, zijnde de meerder gemaakte dan bijgeschreven rente ad ƒ10,309.95 plus ƒ1905 voor meer^p waarde van effecten. Blijft alzoo /•2,020,77l.24,/1. Het reservefonds bedroeg by den'a'j&Vang van het boekjaar 177,042.11% en bij htt einde 188,077 07, zynde 9-30% in ver houding tot de schuld. Het aantal inlagen heeft bedragen in de jaren 1894 en 1895, resp. 15204 en 15313, het aantal terugbetalingen resp. 8002 en 8243. Als nieuwe inleggers zijn ingeschreven resp. 1220 en 1122. De hoogste inleg in éóne zitting bedroeg resp. ƒ8516.89 en 7755.91, de laagste inleg resp. 221.25 en ƒ191.48. De hoogste uitbetaling in éóne zitting resp. ƒ7637.43 en ƒ9612.14, de laagste uitbetaling resp. 142 en 135.46. Het getal van geheel afgeloste boekjes be droeg resp. 830 en 721, en het aantal inleg gers aan het einde van het boekjaar resp. 10173 en 10574. Het gemiddeld kapitaal aan eiken inlegger bedroeg in 1894 190.601/, en in 1895 191.10%. Het dividend der „Leidsche Bouwver- eenigiDg" over 1895 is bepaald op 5 pet. Naar men verneemt, bestaat de voor dracht voor opvolger van prof. dr. H. Treub als hoogleeraar in de verloskunde en de leer der vrouwenziekten aan de Leidsche univer siteit uit de heeren dr. Nyhoff, te Amsterdam, en dr. Doorman, te Leiden. Gelfjk wy reeds in ons vorig nummer meldden, is Mgr. David Staas, geheim kamer heer van Z. H. den Paus, proost van het kathedraal-kapittel van Haarlem eD president van het groot Sominarie, gisterochtend op 65-jarigen leeftijd te "Warmond plotseling overleden. De „Residentiebode" wijdt aan hem de volgende regelen: „Dan 19den September 1831 te 's Graven- hage geboren, begon de later zoo gevierde Prelaat er zyn loopbaan als timmermans- leerling. Wel koesterde hy toen reeds den wensch, den geestelyken stand te omhelzen, maar vóór hy daaraan kon denken, zou hy eerst nog zijn vaderland als kanonnier dienen. Toch zou zyn vurig verlangen vervuld worden. Hy, man reeds, nam plaats op de schoolbanken tusschen jongelingen, die nog haast kinderen waren; zyn onvermoeide yver, zyn vcorbeeldelooze werkzaamheid en zyn teedtre godsvrucht brachten ham, waar hy wezen wilde. Den 15den Aug. 1864, op 33- jarigen leeftyd, was hem het geluk beschoren, tot priester te worden gewyd. Vyf dagen later 20 Augustus benoemde Z. D. H. hem tot kapelaan der parochie van de H. Catharina te Amsterdam, doch reeds op den laatsten dag van hetzelfde jaar keerde hy als professor naar „Hageveld", te Voorbout, terug. Aldaar was hy o. a. als sub regent tot 10 Augustus 1874 werkzaam, toen Z. D. H. hem benoemde tot pastoor te Brialle. Den 18den September 1883 vertrok hy als pastoor naar Noordwykerhout, dat hy op 16 Januari 1889 als president van het groot Seminarie van Warmond verliet. Eindelyk op den lsten Januari 1895 werd Mgr. Staas benoemd tot proost van het kathedraal-kapittel van Haarlem. Met welk een vurige liefde tot God en met welken rusteloozen arbeid hy in al deze be dieningen werkzaam is geweest, m6t welke goedheid hy te Hageveld en te Warmond het bestuur voerde, hoe gezien en geëerd hy was by zyn Bisschop, zoowel als by de geheele geestelykheid en by zyn leerlingen, behoeft hier niet gereleveerd te worden. Iedereen kende en iedereen had lief den priester, van wien niemand wist te zeggen, of de eenvoud en de buitengewone nedeiigheid het van de geleerdheid of de geleerdheid het van de be scheidenheid en do zachtmoedigheid won. Diep zal dan ook zyn verlies worden ge voeld door het geheele bisdom Haarlem en door het Seminarie Warmond in het byzonder; vele leerlingen vooral, die Dinsdag zonder «enig vermoeden van den slag, welke het Seminarie treffen ging, huiswaarts keerden, zullen in hem niet slechts den beminden president, maar een vriend beweenon. De Eerw. prelaat leed wel aan een hartkwaal, welke vroeg of laat een dood deed voorzien, gelyk hem thans heeft getroffen, maar niemand, die den president nog op Witten Donderdag de vermoeiende plechtigheden van dien dag zag verrichten, kon denken, dat het einde zoo spoedig komen zou en hy zoo ras deze wereld zou verlaten, om by God de belooning te gaan ontvangen van zyn vruchtbare werk zaamheid." De „Tyd" schryft de volgende waardeerende woorden: „Een treurige tijding wordt ons gebracht: gistermorgen werd de hoogwaardige president van het Seminarie te Warmond dood in zyn kamer gevonden. Den vorigen dag nog ver richtte hij zyn gewone bezigheden en, ofschoon een in den laatsten tyd vooral toenemende kwaal geen langen levensduur meer scheen te voorspellen, zóó spoedig deed niets het einde verwachten. Door het afsterven van Mgr. D. Staas lydt het bisdom van Haarlem, lydt het Seminarie vooral een zeer gevoelig verlies. Zyn algemeen bekende en gewaardeerde goedhartigheid, de hoofdtrek van zyn karakter, deed hem aller minst de gestadige en nauwlettende zorg voor de vele en zware verplichtingen uit het oog verliezen, die, in verschillenden werkkring, hem door zyn geestelyke overheid werden opgelegd." Een korte levensschets van den overledene, ook in dit blad, eindigt aldus: „Zoo gaarne hadden zyn talryke vrienden, zyn ambtgenooten, zyn studenten den goeden, steeds tot allen liefdedienst bereidvaardigen, president willen behouden I Waar God het anders beschikt heeft, blyve de gedachtenis ten minste van Mgr. Staas in dankbare ver eering bewaard. - Hy ruste in vrede 1" De nieuwbenoemde commandant der 1ste divisie infanterie, generaal majoor Yan Pom- meren, laatstelyk kolonel van het 8ste reg. inf., in garnizoen te Arnhem, is heden in de residentie, alwaar zyn hoofdkwartier gevestigd is, aangekomen. De Russische marine-attaché, uit Berlyn, de heer De Kettler, heeft met den Russischen gezant een bezoek gebracht aan den minister van marine. De Russische militaire attaché, de heer De Smaguine, is naar Brussel teruggekeerd. De Fransche gezant by ons Hof, de heer Bihourd, is in de Residentie teruggekeerd. De gezantschapsraad van Oostenryk by ons Hof, graaf Starzenski, i3 te 's-Gravenhage teruggekeerd. Mr. P. W. A. Cort van der Linden, hoogleeraar in de staathuishoudkunde en de statistiek aan de universiteit te Amsterdam, heeft, met het oog op zyn benoeming tot raad-adviseur by het departement van justitie, tegen den aanvang van den volgenden cursus eervol ontslag aangevraagd. Dr. A. H. G. P. Yan den Es heeft met 1 October a. s. zyn ontslag aangevraagd uit de betrekking van rector van het Stedelyk Gymnasium te Amsterdam, welke hy sedert April 18S2 vervuld heeft. Gisteren heeft H. M. de Koningin- Regentes over Utrecht oen kortstondig be zoek aan Soestdyk gebracht. Reeds lang voor den voor de aankomst van H. M. de Koningin-Regentes bestemden tyd had zich eene groote menschenmenigte opge steld voor het Centraalstation te Utrecht. Ook op het perron, dat niet voor het publiek ge sloten was, had zich een groot aantal per sonen geschaard. Te tien minuten over halftwee, aldus meldt het „Utr. Dbl.", reed de trein, waarmede H. M. uit de residentie arriveerde, het perron binnen. H. M. was vergezeld van een heer der hofhouding en eene dame d'honneur. H. M. droeg een zwart zyden kleed en een zwart fluweelen mantel en zag er zeer wel varend uit. Do heer De Kok, stationschef, wachtte, ver sierd met het kruis der Oranje-Nassau-orde, den trein op en zorgde dat de nooaige maat regelen getroffen werden. Vriendelyk nygend trad H. M. door de eerbiedig groetende file over een over het perron uitgespreid tapyt de wachtkamer 1ste klasse binnen, waarvoor de salonwagen had stilgehouden. Toen H. M. zich onmiddellyk daarop aan de buitenzyde voor het station vertoonde, ging er uit de wachtende menigte een luid en geestdriftig hoezee op, waarvoor H. M. met eene buiging van het hoofd dankte. H. M. besteeg alsnu den sieriyken open landauer, die by deD heer C. Yan der Lee besteld was om H. M. naar Soestdyk te ryden. De trappelende Oldenburgers, door den heer Van der Lee opzettelyk voor deze gelegen heid beschikbaar gesteld en sierlyk opgetuigd, verhieven trotsch den kop, als waren zy zich bewust van de hooge eer, die hun te beurt viel. Op den bok troonde de koetsier Jan Broekman, gekleed in witte broek met kap laarzen en zwarte jas. Naast hem nam de lakei plaats. Onmiddellyk nadat H. M. den landauer be stegen had en met haar gezelschap had plaats genomen, zetten de paarden zich in beweging en renden spoorslag de Stationsstaat in tus schen de aan beide zyden van den weg ge schaarde juichende menigte. Het rytuig reed vervolgens langs don Catharynensingel, Vre- denburg, Yiestraat, Potterstraat, Voorstraat, Wittevrouwenstraat, Bildtstraat en zooverder naar de Bildt. Precies te 2 uren passeerde het rytuig de Bildt. Van vele huizen woei de nationale drie kleur, ook van het meteorologisch observato rium. De weg van af de Maliebaan tot voorby het dorp was zwart van menschen, die allen eerbiedig H. M. groetten. In gestrekten draf reed het rytuig voort naar Soestdyk, waar H. M. werd opgewacht door eene menigte, die haar geestdriftig toejuichte. Omstreeks zes uren vertrok H. M. weder per expres trein over Amsterdam naar Den Haag. Dit bezoek staat ongetwyfeld in verband met de belangryke verfraaiing, die het paleis dezer dagen ondergaat. De beide overdekte galeryen, die zich halvemaanvormig ter weers- zyden van 't hoofdgebouw uitstrekken, worden met glas van de buitenlucht afgesloten. De vloer wordt met kunstig mozaïek belegd, terwijl door bekwame banden artistieke fresco's worden aangebracht. De kosten van deze belangryke versieringen worden op ƒ50,000 begroot. Te Rotterdam werd gisternamiddag een nieuw gesticht voor chronische lyders geopend, welk gesticht is tot stand gekomen door de be moeiingen der diaconie der Ned.-Hervormde Gemeente. Gisteren werden reeds 18 verpleeg den opgenomen. Na de openings-plechtigheid werd de directrice, mej. A. Van der Linde Huizinga, geïnstalleerd. De bestuurders der diaconie-inrichting te 's-Gravenhage woonden de plechtigheid by. Aan de luits. ter zee der 2de kl. H. J. Boldingh en J. B. M. Ten Bosch is een ver lof verleend naar Frankryk voor den tyd van drie maanden. De kapt. ter zee F. J. Stokhuyzen, chef van den marinestaf en de directeur van scheeps bouw C. L. Loder, chef der afdeelïng materiëel by het departement van marine, zyn naar Kiel on Wilhelmshaven gecommitteerd tot het bezoeken van de ryks-werven. Do opzichter by de magazynen J. Tiel- rooy en de commandeur der vuurwerkers J. G. Eerman, by 's Ryks werf te Amsterdam, zullen met 1 Juli 1896 worden gepenslonneerd. De heer F. C. De Brieder, hoofdcommies der afdeeling „Algemeene Zaken" ten stad- huize te Amsterdam, oud-hoofdredacteur der „Amsterdamsche Courant," is op byna 60- jarigen leeftyd overleden. De overledene was gedurende zyn journalis tieke loopbaan een talentvol woordvoerder der Amsterdamsche conservatieve partij. By do reor ganisatie der „Amst. Ct." trad hy in dienst der gemeente en was van 1883 tot 1895 belast met de samenstelling der officiëele raadsverslagen. Voor de betrekking van gemeente-ge neesheer te Amersfoort, op een salaris van 500, hebben zich niet minder dan 16 solli citanten aangemeld. S6dert eenige dagen heerscht in de Nederl. Israëlletische gemeente te Amsterdam eene groote agitatie tegen het kerkbestuur aldaar wegens de invoering van een maat regel, volgens welken een ieder, die geen zitplaats" in een der gemeente-synagogen heeft, niet ter synagoge op sabbat- en feestdagen wordt toegelaten. Uit een administratief oog punt werd deze maatregel ingevoerd. Het gevolg was echter, dat op de jongste feest dagen door enkele ontevredenen relletjes voor de synagoge werden veroorzaakt. Ook het kerkelyk zangkoor, dat ter Groote Synagoge zyne diensten verleent, heeft zyn ontslag genomen. Mej. Jeannette De Jong, de gevierde Nedtrlandsche zangeres, de sopraan van het roemvyke dames trio, is verloofd met den heer F. Grumbaeber, directeur eener fabriek te Berlyn. Daar mogen we zeer zeker niet op tegen hebben, vooral niet, als met deze gewichtige gebeurtenis de grondslag voor een duurzaam geluk is gelégd. Voor het trio intusschen, waarvan zy de ziel en het hoofd was, zal het nieuwe verbond niet zonder schade tot stand zyn gekomen. De te Leeuwarden van 4 tot 27 Juli a. s. te houden tentoonstelling van nationale ny ver heid, landbouw, veeteelt en tuinbouw, onder vindt niet alleen in Friesland, maar in geheel Nederland groote belangstelling. Voor de afd. „Ny verheid" is reeds zooveel plaatsruimte voor inzendingen waaronder zeer belangryke van de grootste firma's van ons land aangevraagd, dat in het hoofd gebouw maar weinig ruimte meer beschik baar is en enkele bygobouwen zullen worden opgericht. Vanwege de feestcommissie zal een groot Festival van fanfare-corpsen worden gehouden en zullen eenige avondfeesten en matinóes- musicales worden gegeven. By koninkiyk besluit is benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau de heer A. Blankers Gzn., te Gorkum, voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken aldaar. Het stoomschip „Admiral", van Oost- Afiika naar Rotterdam en Hamburg, vertrok 8 April van Lissabonde „Stentor" arriveerde 8 April van Amsterdam en Liverpool te Batavia; de „Burgemeester Den Tex", van Amsterdam naar Batavia, passeerde 10 April Kaap Rocca; de „Kaiser", van Hamburg en Amsterdam naar Oost-Afrika, vertrok 9 April van Napels; de „Veendam", van Rotterdam naar Nieuw-York passeerde 9 April Lizard. By kon. besluit is benoemd mr. W. De Sitter tot burgemeester der gemeente 't Zandt. Met ingang van 20 dezer, aan A. A. Van Elk, op zyn verzoek, eervol ont&lag verleend als burgemeester van Hendrik Ido Ambacht. Aan den gepens. offic. van adm. 1ste kl. W. F. E. Le Rutte vergunning verleend tot het aannemen der versierselen vaD ridder der 3de klasse der orde van het Borstbeeld van den Bevryder, hem geschonken door den president der Vereenigde Staten van Venezuela. Een pensioen van 182 verleend aan M. Ch. Conyn, weduwe van den brievenbesteller H. Rouwerd. EERSTE KAMER. Veeartsenyjkundig Staatstoezicht. De minister van binnenlandsche zaken heeft beantwoord het verslag van de Eerste Kamer, betreffende het wetsontwerp tot wyziging der wet van 1876 betrekkeiyk bovengenoemd onderwerp. De Minister zegt, dat het aantal der vee ziekten, by welke afmaking moet of kan ge schieden, door de voorgedragen regeling niet wordt uitgebreid. Ook de bevoegdheid der Regeering, om afmaking te bevelen, wordt niet verruimd. De wyziging van den bestaanden regel zal in de praktyk ten aanzien der af making geen verandering brengen dan alleen by mond- en klauwzeer. By de bepaliDg def vergoeding, niet alleen de soort, maar ook de ernst der ziekte in aanmerking te om nemen, acht de Minister niet geraden; voor doeltreffende toepassing van den maatregel van afmaking is het bovenal van beteekenis, dat de belanghebbende vooruit omtrent de to ontvangen schadeloosstelling zekerheid bezitte. Van het koninkiyk besluit van 27 Maart 1888 is eerlang eene algemeene herziening te verwachten. Voor de bekendmaking van een gewyzigden tekst der wet van 1870 acht de Minister het oogen'olik nog niet gekomen. De commissie van rapportours meent me', de mededeeling van dit antwoord aan de Kamer haar eindverslag te kunnen sluiten. Verbetering van den toegang van Dordrecht tot de Zee. By koninkiyk besluit van 4 dezer is inge steld eene Staatscommissie, met opdracht om eon onderzoek in te stellen ter beantwoording van de volgende vragen: lo. Welke eischen zyn, in het belang van de zeevaart van Dordrecht, redelykerwyze te stellen aan den waterweg, langs welken Dordrecht toegang heeft tot de zee: a. met betrekking tot de gelegenheid tot binnenvallen in het zeegat; b. met betrekking tot de diepte van het zeegat en den waterweg? 2o. Door welken vaarweg kan aan die eischen worden voldaan en welke werken zynnoodig om dien weg, in bovenataanden zin, in bruik- baren toestand te brengen en te houden? 3o. Welke kosten worden voor dat doel gevorderd: a. zoowel voor aanleg als voor onderhoud; b. eventueel ten behoeve van 's lands verdediging? De commissie worut voorts uitgenoodigd, al die beschouwingen, uit de beantwoording van bovenstaande vragen voortvloeiende, ook van vergelykenden aard, mede tedeelen, welke der Regeering tot richtsnoer kunnen strekken by de overweging van voorstellen tot ver betering van den toegang van Dordrecht tot de zee. Tot leden dier commissie zyn benoemd de heeren J. F. W. Conrad, oud-hoofdinspecteur van den waterstaat, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, tevens voorzitter; P. Bos Azn., wethouder der gem. Dordrecht A. A. Bekaar, hoofdingenieur van den Ryks- waterstaat; P. J. A. Da Bruïne, burgemeester van Zwyndrecht; A. De Bruyne, kapitein t/z. titulair, inspec teur van het loodswezen in het 4de en 5de district; S. M. H. Van Gyn, lid van de Tweede Kamer; A. Van Hooff, hoofdingenieur van den Ryks- waterstaat W. Rooseboom, kolonel van den genera- len staf; j0;i C. F. M. H. Schnebbelie, hoofdingenieur van den Ryks waterstaat; v«' H. A. De Smit van den Broecke, kapitein ter zee titulair, chef der afdeeling Hydrogra- phie, enz. by het departement van marine; J. Van der Vegt, hoofdingenieur van den provincialen waterstaat in Zuid-Holland D. A. N. Vriesendorp, voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Dor drecht, en C. B. Schuurman, ingenieur van den Ryks- waterstaat, tevens secretaris. (Sts. Ct.) Gemengd Nieuws» Het gerechtshof te 's Graven- hage hield zich gisteren langdurig bezig met het onderzoek der zaak van N. S., vleesch- houwer aldaar, beklaagd van meineed. Be klaagde had eene vordering van ruim /264 op den vleeschhouwer De Z. Deze was in staat van faillissement verklaard en aan zyne schuldeischers werd 40 percent van hun vorderingen aangeboden. Bekl., dit vernomen hebbende, sprak hierover den zaakwaarnemer Van L. aan, ten einde door oiens bemiddeling het volle bedrag zyner vorderiDg te bekomen, of althans zooveel mogeiyk De zaakwaarnemer zou toen, nadat hy aan bekl. had medegedeeld, dat er niet meer dan 40 percent te bekomen was, van dezen de opdracht hebben ontvangen om namens hem te verklaren dat hij daarmede genoegen nam. Dit werd evenwel ontkend door beklaagde, die beweerde steeds het volle bedrag te hebben geéischt. en dat de zaakwaarnemer hem had gezegd, dat, als andere schuldeischers 40 percent kregen, hy - Van L. - voor bekl. wel 70 of 80 percent zou krygen. Inmiddels stelde bekl. tegen zyn schuldenaar De Z. eene vordering tot betaling van het volle bedrag in en dien

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 1