N°. 11082.
Zaterdag 11 April.
A0. 1896
feze <Gourant wordt dagelijks, met mtzondering
van (Eon- en feestdagen, uitgegeven.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. g i i i f 1.10.
Franco per posti t g i i i 1.40.
Afzonderlijke Nommors s g 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTEBN:
Yan 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17 J. Grooter®
letters naar plaatsruimte. Yoor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Leiden, 10 April.
Aanstaanden Zondag, 12 April, wordt er
in de Kunstzaal van het Stedelijk Museum
alhier eene tentoonstelling geopend van
Monumentale en Decoratieve Kunst,, die waar-
schynlyk tot en met 10 Mei ter bezichtiging
biyft.
Het zyn architectonische teekeningen en
opnamen van de architecten Ludewig, te
Leiden, en Van Gils, te Rotterdam.
Yan de „Leidsche Spaarbank," opgericht
door het Departement Leiden der Maatschap
pij tot Nut van 't Algemeen den 16den October
1818, ontvingen wy het verslag over het jaar
1895, met bijvoeging van enkele bijzonderheden
en eenige vergelijkingen met bedragen van
het daaraan voorgaande jaar.
Het is commissarissen aangenaam, dat, niet
tegenstaande de bijna algemeeno vermindering
der rente, voorleopig kan worden voortgegaan
met eene uitkeering van drie ten honderd
aan de inleggers.
De commissaris-voorzitter de heer Th. M.
Roest, die gedurende twintig jaren de belangen
der instelling met den meest loffelijken ijver
had waargenomen, was, tot aller diep leed
wezen, ten gevolge van minder gewenschten
gezondheidstoestand, genoodzaakt van het lan
ger waarnemen zijner betrekking af te zien.
Mr. J. H. Goudsmit werd benoemd tot
zijn opvolger als commissaris en de hoer
J. J. Ter Laag Cz. in de plaats van den heer
S. J. Le Poole, die door vele werkzaamheden
zich genoodzaakt zag voor de betrekking van
commissaris der Spaarbank te bedanken.
Het gezameniyk bedrag der inlagen is ge
weest in 1894 646,242.51% en in 1S95
667,061.06; dat der terugbetalingen in 1894
ƒ610,049.40 en in 1895 643,156.41
Het kapitaal, aan de inleggers verschuldigd
aan het einde van "het boekjaar, bedroeg in
1894 ƒ1,939,063.91 en in 1895 2,020,779.24%.
Aan rente was ontvangen en tegoed, na aftrek
van het tegoed op 81 Dec. van het vorige
jaar en de bij aankoop van effecten betaalde
rente, in 1894 65,153.62% en in 1895
ƒ68,120.64.
Aan rente i6 bygeschrevon in 1894
ƒ54,509.44 en in 1895 ƒ57,810.69.
De bezittingen van het hoofdkapitaal be
stonden aan het einde van het boekjaar in:
hypotheken, beleeningen en prolongatiën,
rentegevende landschuld en binnenlandsche
leeningen, rente tegoed en contanten in kas,
te zamen ƒ2,032,994.191/,, waarvan als voor
deelig saldo is over te brengen op het reserve
fonds ƒ12,214.95, zijnde de meerder gemaakte
dan bijgeschreven rente ad ƒ10,309.95 plus
ƒ1905 voor meer^p waarde van effecten.
Blijft alzoo /•2,020,77l.24,/1.
Het reservefonds bedroeg by den'a'j&Vang
van het boekjaar 177,042.11% en bij htt
einde 188,077 07, zynde 9-30% in ver
houding tot de schuld.
Het aantal inlagen heeft bedragen in de
jaren 1894 en 1895, resp. 15204 en 15313,
het aantal terugbetalingen resp. 8002 en 8243.
Als nieuwe inleggers zijn ingeschreven resp.
1220 en 1122.
De hoogste inleg in éóne zitting bedroeg
resp. ƒ8516.89 en 7755.91, de laagste inleg
resp. 221.25 en ƒ191.48.
De hoogste uitbetaling in éóne zitting resp.
ƒ7637.43 en ƒ9612.14, de laagste uitbetaling
resp. 142 en 135.46.
Het getal van geheel afgeloste boekjes be
droeg resp. 830 en 721, en het aantal inleg
gers aan het einde van het boekjaar resp.
10173 en 10574.
Het gemiddeld kapitaal aan eiken inlegger
bedroeg in 1894 190.601/, en in 1895
191.10%.
Het dividend der „Leidsche Bouwver-
eenigiDg" over 1895 is bepaald op 5 pet.
Naar men verneemt, bestaat de voor
dracht voor opvolger van prof. dr. H. Treub
als hoogleeraar in de verloskunde en de leer
der vrouwenziekten aan de Leidsche univer
siteit uit de heeren dr. Nyhoff, te Amsterdam,
en dr. Doorman, te Leiden.
Gelfjk wy reeds in ons vorig nummer
meldden, is Mgr. David Staas, geheim kamer
heer van Z. H. den Paus, proost van het
kathedraal-kapittel van Haarlem eD president
van het groot Sominarie, gisterochtend op
65-jarigen leeftijd te "Warmond plotseling
overleden.
De „Residentiebode" wijdt aan hem de
volgende regelen:
„Dan 19den September 1831 te 's Graven-
hage geboren, begon de later zoo gevierde
Prelaat er zyn loopbaan als timmermans-
leerling.
Wel koesterde hy toen reeds den wensch,
den geestelyken stand te omhelzen, maar vóór
hy daaraan kon denken, zou hy eerst nog
zijn vaderland als kanonnier dienen.
Toch zou zyn vurig verlangen vervuld
worden. Hy, man reeds, nam plaats op de
schoolbanken tusschen jongelingen, die nog
haast kinderen waren; zyn onvermoeide yver,
zyn vcorbeeldelooze werkzaamheid en zyn
teedtre godsvrucht brachten ham, waar hy
wezen wilde. Den 15den Aug. 1864, op 33-
jarigen leeftyd, was hem het geluk beschoren,
tot priester te worden gewyd.
Vyf dagen later 20 Augustus benoemde
Z. D. H. hem tot kapelaan der parochie van
de H. Catharina te Amsterdam, doch reeds op
den laatsten dag van hetzelfde jaar keerde hy
als professor naar „Hageveld", te Voorbout,
terug. Aldaar was hy o. a. als sub regent
tot 10 Augustus 1874 werkzaam, toen Z. D. H.
hem benoemde tot pastoor te Brialle. Den
18den September 1883 vertrok hy als pastoor
naar Noordwykerhout, dat hy op 16 Januari
1889 als president van het groot Seminarie
van Warmond verliet. Eindelyk op den lsten
Januari 1895 werd Mgr. Staas benoemd tot
proost van het kathedraal-kapittel van Haarlem.
Met welk een vurige liefde tot God en met
welken rusteloozen arbeid hy in al deze be
dieningen werkzaam is geweest, m6t welke
goedheid hy te Hageveld en te Warmond het
bestuur voerde, hoe gezien en geëerd hy was
by zyn Bisschop, zoowel als by de geheele
geestelykheid en by zyn leerlingen, behoeft
hier niet gereleveerd te worden. Iedereen
kende en iedereen had lief den priester, van
wien niemand wist te zeggen, of de eenvoud
en de buitengewone nedeiigheid het van de
geleerdheid of de geleerdheid het van de be
scheidenheid en do zachtmoedigheid won.
Diep zal dan ook zyn verlies worden ge
voeld door het geheele bisdom Haarlem en
door het Seminarie Warmond in het byzonder;
vele leerlingen vooral, die Dinsdag zonder
«enig vermoeden van den slag, welke het
Seminarie treffen ging, huiswaarts keerden,
zullen in hem niet slechts den beminden
president, maar een vriend beweenon. De
Eerw. prelaat leed wel aan een hartkwaal,
welke vroeg of laat een dood deed voorzien,
gelyk hem thans heeft getroffen, maar niemand,
die den president nog op Witten Donderdag
de vermoeiende plechtigheden van dien dag
zag verrichten, kon denken, dat het einde
zoo spoedig komen zou en hy zoo ras deze
wereld zou verlaten, om by God de belooning
te gaan ontvangen van zyn vruchtbare werk
zaamheid."
De „Tyd" schryft de volgende waardeerende
woorden:
„Een treurige tijding wordt ons gebracht:
gistermorgen werd de hoogwaardige president
van het Seminarie te Warmond dood in zyn
kamer gevonden. Den vorigen dag nog ver
richtte hij zyn gewone bezigheden en, ofschoon
een in den laatsten tyd vooral toenemende
kwaal geen langen levensduur meer scheen
te voorspellen, zóó spoedig deed niets het
einde verwachten.
Door het afsterven van Mgr. D. Staas lydt
het bisdom van Haarlem, lydt het Seminarie
vooral een zeer gevoelig verlies. Zyn algemeen
bekende en gewaardeerde goedhartigheid, de
hoofdtrek van zyn karakter, deed hem aller
minst de gestadige en nauwlettende zorg voor
de vele en zware verplichtingen uit het oog
verliezen, die, in verschillenden werkkring,
hem door zyn geestelyke overheid werden
opgelegd."
Een korte levensschets van den overledene,
ook in dit blad, eindigt aldus:
„Zoo gaarne hadden zyn talryke vrienden,
zyn ambtgenooten, zyn studenten den goeden,
steeds tot allen liefdedienst bereidvaardigen,
president willen behouden I Waar God het
anders beschikt heeft, blyve de gedachtenis
ten minste van Mgr. Staas in dankbare ver
eering bewaard. - Hy ruste in vrede 1"
De nieuwbenoemde commandant der 1ste
divisie infanterie, generaal majoor Yan Pom-
meren, laatstelyk kolonel van het 8ste reg.
inf., in garnizoen te Arnhem, is heden in de
residentie, alwaar zyn hoofdkwartier gevestigd
is, aangekomen.
De Russische marine-attaché, uit Berlyn,
de heer De Kettler, heeft met den Russischen
gezant een bezoek gebracht aan den minister
van marine.
De Russische militaire attaché, de heer De
Smaguine, is naar Brussel teruggekeerd.
De Fransche gezant by ons Hof, de heer
Bihourd, is in de Residentie teruggekeerd.
De gezantschapsraad van Oostenryk by
ons Hof, graaf Starzenski, i3 te 's-Gravenhage
teruggekeerd.
Mr. P. W. A. Cort van der Linden,
hoogleeraar in de staathuishoudkunde en de
statistiek aan de universiteit te Amsterdam,
heeft, met het oog op zyn benoeming tot
raad-adviseur by het departement van justitie,
tegen den aanvang van den volgenden cursus
eervol ontslag aangevraagd.
Dr. A. H. G. P. Yan den Es heeft met
1 October a. s. zyn ontslag aangevraagd uit
de betrekking van rector van het Stedelyk
Gymnasium te Amsterdam, welke hy sedert
April 18S2 vervuld heeft.
Gisteren heeft H. M. de Koningin-
Regentes over Utrecht oen kortstondig be
zoek aan Soestdyk gebracht.
Reeds lang voor den voor de aankomst van
H. M. de Koningin-Regentes bestemden tyd
had zich eene groote menschenmenigte opge
steld voor het Centraalstation te Utrecht. Ook
op het perron, dat niet voor het publiek ge
sloten was, had zich een groot aantal per
sonen geschaard.
Te tien minuten over halftwee, aldus meldt
het „Utr. Dbl.", reed de trein, waarmede
H. M. uit de residentie arriveerde, het perron
binnen. H. M. was vergezeld van een heer
der hofhouding en eene dame d'honneur.
H. M. droeg een zwart zyden kleed en een
zwart fluweelen mantel en zag er zeer wel
varend uit.
Do heer De Kok, stationschef, wachtte, ver
sierd met het kruis der Oranje-Nassau-orde,
den trein op en zorgde dat de nooaige maat
regelen getroffen werden.
Vriendelyk nygend trad H. M. door de
eerbiedig groetende file over een over het
perron uitgespreid tapyt de wachtkamer 1ste
klasse binnen, waarvoor de salonwagen had
stilgehouden. Toen H. M. zich onmiddellyk
daarop aan de buitenzyde voor het station
vertoonde, ging er uit de wachtende menigte
een luid en geestdriftig hoezee op, waarvoor
H. M. met eene buiging van het hoofd
dankte. H. M. besteeg alsnu den sieriyken
open landauer, die by deD heer C. Yan der Lee
besteld was om H. M. naar Soestdyk te ryden.
De trappelende Oldenburgers, door den heer
Van der Lee opzettelyk voor deze gelegen
heid beschikbaar gesteld en sierlyk opgetuigd,
verhieven trotsch den kop, als waren zy zich
bewust van de hooge eer, die hun te beurt
viel. Op den bok troonde de koetsier Jan
Broekman, gekleed in witte broek met kap
laarzen en zwarte jas. Naast hem nam de
lakei plaats.
Onmiddellyk nadat H. M. den landauer be
stegen had en met haar gezelschap had plaats
genomen, zetten de paarden zich in beweging
en renden spoorslag de Stationsstaat in tus
schen de aan beide zyden van den weg ge
schaarde juichende menigte. Het rytuig reed
vervolgens langs don Catharynensingel, Vre-
denburg, Yiestraat, Potterstraat, Voorstraat,
Wittevrouwenstraat, Bildtstraat en zooverder
naar de Bildt.
Precies te 2 uren passeerde het rytuig de
Bildt. Van vele huizen woei de nationale drie
kleur, ook van het meteorologisch observato
rium. De weg van af de Maliebaan tot voorby
het dorp was zwart van menschen, die allen
eerbiedig H. M. groetten. In gestrekten draf
reed het rytuig voort naar Soestdyk, waar
H. M. werd opgewacht door eene menigte,
die haar geestdriftig toejuichte.
Omstreeks zes uren vertrok H. M. weder
per expres trein over Amsterdam naar Den
Haag. Dit bezoek staat ongetwyfeld in verband
met de belangryke verfraaiing, die het paleis
dezer dagen ondergaat. De beide overdekte
galeryen, die zich halvemaanvormig ter weers-
zyden van 't hoofdgebouw uitstrekken, worden
met glas van de buitenlucht afgesloten. De
vloer wordt met kunstig mozaïek belegd, terwijl
door bekwame banden artistieke fresco's
worden aangebracht. De kosten van deze
belangryke versieringen worden op ƒ50,000
begroot.
Te Rotterdam werd gisternamiddag een
nieuw gesticht voor chronische lyders geopend,
welk gesticht is tot stand gekomen door de be
moeiingen der diaconie der Ned.-Hervormde
Gemeente. Gisteren werden reeds 18 verpleeg
den opgenomen.
Na de openings-plechtigheid werd de directrice,
mej. A. Van der Linde Huizinga, geïnstalleerd.
De bestuurders der diaconie-inrichting te
's-Gravenhage woonden de plechtigheid by.
Aan de luits. ter zee der 2de kl. H. J.
Boldingh en J. B. M. Ten Bosch is een ver
lof verleend naar Frankryk voor den tyd van
drie maanden.
De kapt. ter zee F. J. Stokhuyzen, chef
van den marinestaf en de directeur van scheeps
bouw C. L. Loder, chef der afdeelïng materiëel
by het departement van marine, zyn naar
Kiel on Wilhelmshaven gecommitteerd tot het
bezoeken van de ryks-werven.
Do opzichter by de magazynen J. Tiel-
rooy en de commandeur der vuurwerkers J.
G. Eerman, by 's Ryks werf te Amsterdam,
zullen met 1 Juli 1896 worden gepenslonneerd.
De heer F. C. De Brieder, hoofdcommies
der afdeeling „Algemeene Zaken" ten stad-
huize te Amsterdam, oud-hoofdredacteur der
„Amsterdamsche Courant," is op byna 60-
jarigen leeftyd overleden.
De overledene was gedurende zyn journalis
tieke loopbaan een talentvol woordvoerder der
Amsterdamsche conservatieve partij. By do reor
ganisatie der „Amst. Ct." trad hy in dienst
der gemeente en was van 1883 tot 1895
belast met de samenstelling der officiëele
raadsverslagen.
Voor de betrekking van gemeente-ge
neesheer te Amersfoort, op een salaris van
500, hebben zich niet minder dan 16 solli
citanten aangemeld.
S6dert eenige dagen heerscht in de
Nederl. Israëlletische gemeente te Amsterdam
eene groote agitatie tegen het kerkbestuur
aldaar wegens de invoering van een maat
regel, volgens welken een ieder, die geen
zitplaats" in een der gemeente-synagogen heeft,
niet ter synagoge op sabbat- en feestdagen
wordt toegelaten. Uit een administratief oog
punt werd deze maatregel ingevoerd. Het
gevolg was echter, dat op de jongste feest
dagen door enkele ontevredenen relletjes voor
de synagoge werden veroorzaakt. Ook het
kerkelyk zangkoor, dat ter Groote Synagoge
zyne diensten verleent, heeft zyn ontslag
genomen.
Mej. Jeannette De Jong, de gevierde
Nedtrlandsche zangeres, de sopraan van het
roemvyke dames trio, is verloofd met den
heer F. Grumbaeber, directeur eener fabriek
te Berlyn. Daar mogen we zeer zeker niet
op tegen hebben, vooral niet, als met deze
gewichtige gebeurtenis de grondslag voor een
duurzaam geluk is gelégd. Voor het trio
intusschen, waarvan zy de ziel en het hoofd
was, zal het nieuwe verbond niet zonder
schade tot stand zyn gekomen.
De te Leeuwarden van 4 tot 27 Juli a. s.
te houden tentoonstelling van nationale ny ver
heid, landbouw, veeteelt en tuinbouw, onder
vindt niet alleen in Friesland, maar in geheel
Nederland groote belangstelling.
Voor de afd. „Ny verheid" is reeds zooveel
plaatsruimte voor inzendingen waaronder
zeer belangryke van de grootste firma's van
ons land aangevraagd, dat in het hoofd
gebouw maar weinig ruimte meer beschik
baar is en enkele bygobouwen zullen worden
opgericht.
Vanwege de feestcommissie zal een groot
Festival van fanfare-corpsen worden gehouden
en zullen eenige avondfeesten en matinóes-
musicales worden gegeven.
By koninkiyk besluit is benoemd tot
ridder in de orde van Oranje-Nassau de heer
A. Blankers Gzn., te Gorkum, voorzitter van
de Kamer van Koophandel en Fabrieken aldaar.
Het stoomschip „Admiral", van Oost-
Afiika naar Rotterdam en Hamburg, vertrok
8 April van Lissabonde „Stentor" arriveerde
8 April van Amsterdam en Liverpool te Batavia;
de „Burgemeester Den Tex", van Amsterdam
naar Batavia, passeerde 10 April Kaap Rocca;
de „Kaiser", van Hamburg en Amsterdam naar
Oost-Afrika, vertrok 9 April van Napels; de
„Veendam", van Rotterdam naar Nieuw-York
passeerde 9 April Lizard.
By kon. besluit is benoemd mr. W. De
Sitter tot burgemeester der gemeente 't Zandt.
Met ingang van 20 dezer, aan A. A. Van
Elk, op zyn verzoek, eervol ont&lag verleend
als burgemeester van Hendrik Ido Ambacht.
Aan den gepens. offic. van adm. 1ste kl.
W. F. E. Le Rutte vergunning verleend tot
het aannemen der versierselen vaD ridder der
3de klasse der orde van het Borstbeeld van
den Bevryder, hem geschonken door den
president der Vereenigde Staten van Venezuela.
Een pensioen van 182 verleend aan M.
Ch. Conyn, weduwe van den brievenbesteller
H. Rouwerd.
EERSTE KAMER.
Veeartsenyjkundig Staatstoezicht.
De minister van binnenlandsche zaken heeft
beantwoord het verslag van de Eerste Kamer,
betreffende het wetsontwerp tot wyziging der
wet van 1876 betrekkeiyk bovengenoemd
onderwerp.
De Minister zegt, dat het aantal der vee
ziekten, by welke afmaking moet of kan ge
schieden, door de voorgedragen regeling niet
wordt uitgebreid. Ook de bevoegdheid der
Regeering, om afmaking te bevelen, wordt niet
verruimd. De wyziging van den bestaanden
regel zal in de praktyk ten aanzien der af
making geen verandering brengen dan alleen
by mond- en klauwzeer. By de bepaliDg def
vergoeding, niet alleen de soort, maar ook
de ernst der ziekte in aanmerking te om
nemen, acht de Minister niet geraden; voor
doeltreffende toepassing van den maatregel
van afmaking is het bovenal van beteekenis,
dat de belanghebbende vooruit omtrent de to
ontvangen schadeloosstelling zekerheid bezitte.
Van het koninkiyk besluit van 27 Maart
1888 is eerlang eene algemeene herziening
te verwachten. Voor de bekendmaking van
een gewyzigden tekst der wet van 1870 acht
de Minister het oogen'olik nog niet gekomen.
De commissie van rapportours meent me',
de mededeeling van dit antwoord aan de
Kamer haar eindverslag te kunnen sluiten.
Verbetering van den toegang van
Dordrecht tot de Zee.
By koninkiyk besluit van 4 dezer is inge
steld eene Staatscommissie, met opdracht om
eon onderzoek in te stellen ter beantwoording
van de volgende vragen:
lo. Welke eischen zyn, in het belang van
de zeevaart van Dordrecht, redelykerwyze
te stellen aan den waterweg, langs welken
Dordrecht toegang heeft tot de zee:
a. met betrekking tot de gelegenheid tot
binnenvallen in het zeegat;
b. met betrekking tot de diepte van het
zeegat en den waterweg?
2o. Door welken vaarweg kan aan die eischen
worden voldaan en welke werken zynnoodig
om dien weg, in bovenataanden zin, in bruik-
baren toestand te brengen en te houden?
3o. Welke kosten worden voor dat doel
gevorderd: a. zoowel voor aanleg als voor
onderhoud; b. eventueel ten behoeve van
's lands verdediging?
De commissie worut voorts uitgenoodigd,
al die beschouwingen, uit de beantwoording
van bovenstaande vragen voortvloeiende, ook
van vergelykenden aard, mede tedeelen, welke
der Regeering tot richtsnoer kunnen strekken
by de overweging van voorstellen tot ver
betering van den toegang van Dordrecht tot
de zee.
Tot leden dier commissie zyn benoemd de
heeren
J. F. W. Conrad, oud-hoofdinspecteur van
den waterstaat, lid van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal, tevens voorzitter;
P. Bos Azn., wethouder der gem. Dordrecht
A. A. Bekaar, hoofdingenieur van den Ryks-
waterstaat;
P. J. A. Da Bruïne, burgemeester van
Zwyndrecht;
A. De Bruyne, kapitein t/z. titulair, inspec
teur van het loodswezen in het 4de en 5de
district;
S. M. H. Van Gyn, lid van de Tweede
Kamer;
A. Van Hooff, hoofdingenieur van den Ryks-
waterstaat
W. Rooseboom, kolonel van den genera-
len staf; j0;i
C. F. M. H. Schnebbelie, hoofdingenieur
van den Ryks waterstaat; v«'
H. A. De Smit van den Broecke, kapitein
ter zee titulair, chef der afdeeling Hydrogra-
phie, enz. by het departement van marine;
J. Van der Vegt, hoofdingenieur van den
provincialen waterstaat in Zuid-Holland
D. A. N. Vriesendorp, voorzitter van de
Kamer van Koophandel en Fabrieken te Dor
drecht, en
C. B. Schuurman, ingenieur van den Ryks-
waterstaat, tevens secretaris. (Sts. Ct.)
Gemengd Nieuws»
Het gerechtshof te 's Graven-
hage hield zich gisteren langdurig bezig met
het onderzoek der zaak van N. S., vleesch-
houwer aldaar, beklaagd van meineed. Be
klaagde had eene vordering van ruim /264
op den vleeschhouwer De Z. Deze was in
staat van faillissement verklaard en aan zyne
schuldeischers werd 40 percent van hun
vorderingen aangeboden. Bekl., dit vernomen
hebbende, sprak hierover den zaakwaarnemer
Van L. aan, ten einde door oiens bemiddeling
het volle bedrag zyner vorderiDg te bekomen,
of althans zooveel mogeiyk De zaakwaarnemer
zou toen, nadat hy aan bekl. had medegedeeld,
dat er niet meer dan 40 percent te bekomen
was, van dezen de opdracht hebben ontvangen
om namens hem te verklaren dat hij daarmede
genoegen nam.
Dit werd evenwel ontkend door beklaagde,
die beweerde steeds het volle bedrag te hebben
geéischt. en dat de zaakwaarnemer hem had
gezegd, dat, als andere schuldeischers 40 percent
kregen, hy - Van L. - voor bekl. wel 70 of
80 percent zou krygen. Inmiddels stelde bekl.
tegen zyn schuldenaar De Z. eene vordering
tot betaling van het volle bedrag in en dien