N°. 11081.
Vrijdag ÏO April.
A0. 1896
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
ven <§on- en feestdagen, uitgegeven
Leiden, 0 April.
Chincesche Begraafplaatsen.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden por 3 maanden. a t i f 1.10.
Franco per posti i 't i i 1.40.
Afzonderlijke Nommors s D 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTEËN:
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
By koninklijk besluit is, op zyn verzoek,
eervol ontslag verleend aan" den heer W. J
Suringar als kapitein by de dd. schutterij te
Leiden, terwyl zyn benoemd tot kapitein de
heer J. W. Lem en tot 2den luitenant de
heer E. L. T. Hoogenstraaten.
Do kapitein J. W. Bachiene, officier van
speciale diensten by het 4de reg. infanterie
alhier, zal binnenkort den dienst met pensioen
verlaten.
De majoor E. J. H. Ringeling, van het
Sde reg. huzaren te Leiden, wordt overge
plaatst b\j het 2de reg. huzaren te 's-Herto-
genbosch.
De nieuwste aflevering van „"Woord en
Beeld" heeft op het omslag het door H. J.
Haverman geteekende portret van prof. dr.
Hector Treub, by wiens beeltenis in den tekst
de heer H. B. M. Ten Brink eenige zeer
waardeeronde bladzyden heeft geschreven.
De „Hollander" meldt dat ds. C. Spoelstra,
tot voor korten tyd predikant bij de Ned.-
[Herv. gem. te Zoeterwoude, beroepen predi
kant te Pretoria, morgen, Vrydag, des avonds
lom acht uren, in de Kloosterkerk in Den
'Haag een afscheidsrede zal houden.
Bedankt is voor het beroep by de
[Ned.-Herv. gom. to Zoutelande door ds. C.
Plug, te Katwyk aan Zee.
In Maart werd te Leidschenöam in de
Rykspostspaarbank ingelegd f 2079.1272 in
62 inlagen, terugbetaald f 1382.80 in 10 malen.
Elf nieuwe boekjes werden uitgegeven.
Aan het Rykstelephoonkantoor werden in
Maart verzonden 23 en ontvangen 34, totaal
67 telegrammen.
Het tweetal ter beroeping van een
predikant by de Ned.-Herv. gemeente van
Woubrugge, dat den ambachtsheer ter electie
'wordt aangeboden, bestaat uit ds. A. L.
Gezelschap, predikant te Kockengen, en ds.
B. J. Van Heyningen, predikant te Huizen.
H. M. de Regentes bezocht gisteren den
koninklyken grafkelder te Delft.
Vrydagavond geeft het personeel van het
koninklyk staldepartement een kleine uitvoe
ring in de manége, in tegenwoordigheid der
Koninginnen en van de genoodigde leden der
hofhouding.
De 1ste luit. N. D. De Ridder, van het
4de reg. inf. te Haarlem, wordt bevorderd
tot kapitein. Dagbl
De Staatscourant van 9 dezer bevat de
wet van 20 Maart jl. (Stsbl. 40), tot verande
ring van de grens tusschen de gemeente
Utrecht eenerzyds en de gemeenten De Bilt,
Jutfaas en Oudenryn anderzyds.
Tot leden van de Prov. Staten van Drente
zyn gisteren in het district Meppel gekozen
'de hecren mr. F. L. Tonckens, te Hoogeveen,
en R. Mensingh, te Zweeloo. De tegencandi-
daten bleven ver in de minderheid. De geko
zenen zyn beiden liberaal.
Een deputatie uit de Transvaal zal het
Letterkundig Congres te Antwerpen by wonen
Te Gent zyn Jan C. De Vos en mej. G.
Poolman mot veel succes in den Vlaamschen
'Schouwburg opgetreden in een paar kleine
'stukjes on met monologen.
De „Bond van Christelyke Zangver-
eenigingen in Nederland" hield te 's Graven-
hage zfin ,10de jaarlyksche algemeene jaar
vergadering.
By de plechtige ontvangst van bondsbestuur
en afgevaardigden herinnerde de voorzitter der
regelingscommissie aan de oprichting van den
bond op 19 Febr. 1886 (Konings verjaardag)
en hoe het aantal vereenigingen, dat by de
oprichting een zevental bedroeg, thans is ge
klommen tot meer dan 160.
De voorzitter van den bond, mr. H. Graaf
Van Hogendorp, dankte in enkele gevoelvolle
woorden voor de hartelyke ontvangst, terwyl
ten slotte de vergaderden met Gezang 3 1
het aloude „Te Deum Laudamus" aanhieven.
Vier Haagsche zangvereenigingen bo.en nu
haar gasten eene zanguitvoering aan, waarna
men zich aan een gemeenschappelyken maaltyd
veroenigde.
Des avonds hield het bondsbestuur receptie.
Den volgenden dag had de eigenlyke alge
meene vergadering plaats in „Hotel Angle-
terre" en werd door een groot aantal afge
vaardigden van de aangesloten vereenigingen
bygewoond.
Uit het verslag van secretaris en penning
meester bleek, dat de Bond thans 170 ver
eenigingen telt met 7000 zangers en zan
geressen, en dat het jaar 1895 sloot met
een actief van f 1600. Op voorstel van
het Bondsbestuur (vyf zyner aftredende leden
werden inmiddels herkozen) werd bepaald,
dat vereenigingen, die hunne verplichtingen
niet nakomen, welke haar by het reglement
zyn opgelegd, kunnen gestraft worden met
een verhooging der contributie voor een jaar;
dat het nationaal zangersfeest te Middachton
zal plaats hebben op 18 Juni, en werd er
eene wyziging aangebracht in de wyze en
den rooster van aftreding van de leden van
het hoofdbestuur.
Het Bondsbestuur verklaarde zich zeer in
genomen met het houden van provinciale
zangersfeesten, maar het maakte bezwaar
zich daarmee zelf te belasten. De uitgaaf van
een 2den bundel van Bach's koralen wordt
in het vooruitzicht gesteld.
Na de pauze hield de voorzitter, graaf Yan
Hogendorp, eene belangryke voordracht over
de „Elias" van Mendelssohn, welke hy deed
vergezeld gaan van enkele solonummers uit
genoemd werk. Zoowel deze vergadering, als
die van 14 directeuren, die in den vroegen
morgen het zangersfeest bespraken, droeg
een ongestoord aangenaam karakter.
De commandant der 2de divisie, gen.-
majoor Bloem, is heden uit Arnhem in Den
Haag aangekomen.
Onderscheidene hoofdofficieren, begrepen in
de jongste legerbevordering, bezochten heden
de audiëntie van den minister van oorlog.
Met het stoomschip „Gedé", dat Zondag
a. 8. te Rotterdam verwacht wordt, repa
trieert de wachtmeester A. J. Beck, die tydens
den Lombok-oorlog benoemd werd tot ridder
der Militaire Willemsorde 4de klasse.
Het eindexamen van de cadetten der
artillerie en genie te Delft zal van 26 Mei
tot 13 Juni plaats hebben.
By het provinciaal bestuur van Zuid-
Holland zyn bevorderd: tot adjunct-commies
2de kl. A. Kames, eerste klerktot eersten
klerk L. A Kames. tweede klerk, en zyn
aangesteld tot concierge P. Eevelt, Lode; tot
bode J. Hendrik8en.
Benoemd is tol medebewindvoerder van
het fonds „Maartje Jacobsdr. v. d. Hoorn"
mr A. P De Lange, lid van de Tweede Kamer,
te Alkmaar, ter vervanging van wylen mr.
D. F. v. Leeuwen.
De commissie, belast met het afnemen van
bedoeld examen, zal bestaan uit: generaal-
majoor G. F. W. Borel (voorzitter); leden:
kolonel der art. F. R. Froger, majoor der
genie O -I. leger E. Marcella, kapitein der
genie C. J. Snyders, kapitein S. J. Yan Noo-
ten, kapt. C. J. M Collette, 1ste luits. J. W.
Yisvliet, P. J. Nepveu, G. De Josselin de Jong,
J. J. Schuil en R. B. A. N. De Quay, alsmede
de professoren dr. S. Hoogwerf, N. H. Hen*
ket, J. M. Telders, dr. Q. K. Nieman en J.
R. P. F. Gonggryp, leeraar W. C. Koomans,
terwyl do 1ste luit. H. J. A. Feber is toege
voegd als secretaris.
Te Enschedee is op 73-jarigen leeftyd
overleden dr. A. J. Van Deinse, oud-directeur
der voormalige Twentsche industrie- en han
delsschool.
Prof. dr. Th. W. Engelmann te Utrecht
is benoemd tot membre honoraire van de
Sociëtó de biologie te Parys.
Uit de meest vertrouwbare bron verneemt
het „Vad.", dat de Regeering der Zuid-Afri-
kaansche Republiek te Johannesburg wil
stichten een landsbibliotheek, en daarvoor
f 60,000 a ƒ120,000 beschikbaar heeft gesteld.
Ten einde een in alle opzichten goed ingericht
gebouw te hebben, heeft zy tot dat doel een
prysvraag uitgeschreven voor het b6ste ont
werp en daarvoor premiën van /"2400, f 1200
en f 600 uitgeloofd, in te leveren vóór of op
31 Mei a. s. aan het adres Hemmring Esq.,
Johannesburg. De inzendingen moeten ge
zegeld onder een motto worden ingezonden.
Wellicht zullen Nederlandsche architecten
zich geroepen gevoelen mede te dingen.
Naar de „Schied. Ct." verneemt, is door
de Nederlandsche Bell Telephoon-maatschappy
het verzoek tot den minister van waterstaat,
handel en nyverheid gericht om het tarief
voor gesprekken tusschen Schiedam en Ylaar-
dingen op f 0.127* Per gesprek te willen
terugbrengen. Dit verzoek is door burgemeester
en wethouders van Schiedam gesteund.
Uit Indië is het bericht ontvangen, dat
de 2de luit. der inf. W. A. H. Du Cloux in
den ouderdom van 22 jaar te Weltevreden is
overleden.
Hr. Ma. fregat „Yan Speyk," onder
bevel van den kapitein ter zee F. K. Engel-
brecht, is den 8sten dezer van Djeddah ver
trokken.
De luit.-kolonel J. C. Lagerwerf!", van
het 2de reg. huzaren te Venloo, wordt over
geplaatst by het 1ste reg. huzaren te
Deventer.
Het stoomschip „Bundesrath" arriveerde
6 April van Hamburg en Amsterdam te
Mozambique; de „Smeroe", van Rotterdam
naar Batavia, arriveerde 7 April te Marseille;
de „Prins Alexander", van Amsterdam naar
Batavia, vertrok 8 April van Suez; de „Su
matra", van Amsterdam naar Batavia, arri
veerde 8 April te Padang de „General", van
Hamburg en Vlissingen naar Oost Afrika,
arriveerde 7 April te Lissabon; de „Kanzier"
vertrok 7 April van Mozambique naar Vlis
singen en Hamburg; de „Soembing", van Java
naar Rotterdam, vertrok 8 April van Perim.
By koninklyk besluit is eervol ontslagen
M. F. Boonzajer, op zyn verzoek, met 1 Mei
a. s., als notaris te Gorkum.
Met ingang van 1 Mei, aan J. P. De Zwaan,
op zyn verzoek, eervol ontslag verleend als
burgemeester van Wyk aan Zee en Duin, en
goedgekeurd, dat, met ingang van denzelfden
datum, aan J. P. De Zwaan voornoemd, op
zyn verzoek, eervol ontslag is verleend als
secretaris der voormelde gemeente.
Met ingang van 16 April a. s.lo. de luit.
ter zee 2de kl. C. H. Van Asperen voor den
tyd van vyf jaren op pensioen gesteld en hem
gedurende dat tydvak toegekend: a. een pen
sioen van f 450 's jaars en b. eene verhooging
van f^Tb 's jaars ingevolge artikel 1, c,
der wet van 1 April 1875 (Stobl. 83); 2o. be
vorderd-tot luit. ter zee 2de kl., de adelborst
lste k4~ J. R. Van der Mandele.
Metrmgang van 1 Juli a. s., eervol ontslag
uit de^ dienst verleend aan den opzichter by
de iyfl^azynen J. Tieirooy, en den comman
deur der vuurwerkers J G. Eerman, beiden
by 'si^jks Werf te Amsterdam, en met dien
zelfden datum bevorderd tot opzichter by de
magazynen, de eerste bewaarder by die Werf,
J. Do Haas.
Benoemd tot luitenant-generaal, by het
wapen der infanterie, de generaal-majoor H.
P. J. HeDnus, inspecteur van het wapen, en
by het wapen der artillerie, de generaal-
majoor J. W. Bergansius, mede inspecteur
van het wapen.
Gremengd Nieuws.
De Paradyssteeg is thans in
vlaggentooi gebuid. In het perceel No. 13
aldaar toch herdenkt het echtpaar W. Filemon
zyn gouden huweiyks jubileum. Van vieren
kan ^ëigenlyk geen 6prake zyn, want de be
jaarde bruid en bruidegom verkeeren daartoe
in te. behoeftige omstandigheden. Hot zfin
oppassende lieden, wien de buurtbewoners door
het uitsteken der driekleur hulde bewyzen.
Mochten er echter siadgonooten zyn, die
de oudjes bovendien op andere wyze wen-
schen te verrassen, dan weten zy het hier
boven vermelde adres, terwyl ook wy gaarne
bereid zyn giften voor hen in ontvangst te
nemen.
Hedenochtend omstreeks tien
uren geraakte een jongen aan den Apothe-
kerssyk te water. Hy werd echter spoedig
op het droge gebracht, daar P. Van Buren er
onmiddellijk by sprong en den knaap redde.
In den nacht van 6 op 7 April is
uit een weide, gelegen in den ^larendyk-
polder, by Poelbrug, onder de gemeente Oegst-
geest, gestolen een wit schaap; het werd in die
weide geslacht. Door de politie is de huid
opgespoord en in beslag genomen. Het is ta
hopen dat ook de daders of de dader worden
gevat.
Gisteravond om zeven uren be-
woog zich langs Oude-Wetering een eigen
aardige stoet, liedjes zingende en ten verkoop
aanbiedende. Deze stoet was samengesteld
uit twee krachtige mannen, evenveel vry have-
looze vrouwen en dertien kinderen, allen
vreemdelingen. Gedurende een half uur brachten
zy nogal wat ontsteltenis teweeg: want al
heel spoedig was het geen gezang meer, maar
een onophoudeiyk gevloek in solo's en in
koor, vergezeld van vreeselijke bedreigingen
tegenover de gegoeden en hunne bezittingen,
die gedurende den nacht hunne woede zouden
ondervinden. Vooral moest het zeer ontgelden
de kleermaker P. v. D., die met zyn rywiel
een der spruiten by ongeluk omver reed. Mot
ontbloote messen werd hy vervolgd en hy
was genoodzaakt in een woning de wyk te
nemen. Het getier en de uitbarstingen van
woede der geheele bende duurden steeds voort,
totdat de opgeroepen politie er met kracht
een einde aan maakte door ze te dwingen
hunne dryvende woonhuizen te betrekken en
deze niet meer te verlaten. Vraagwat moet
hier meer verbazen „de verregaande brutaliteit
dier lieden of het ïydzaam gedrag van de
Weteringers?"
Voor de Haagsche rechtbank is
gepleit in de volgende belastingquaestie.
De Delftsche Gist- en Spiritusfabriek was,
na gelegd executoriaal beslag krachtens een
boteekond dwangbevel, gedagvaard door het
bestuur der directe belastingen tot het doen
van verklaring van hetgeen genoemde ven
nootschap onder zich had van een in haren
dienst zynden werkman. Dit beslag moest
dan dienen om daarop zoo mogelyk te ver
halen hetgeen door dien werkman voor bo-
dryfsbelasting verschuldigd was aan het Ryk
en hetgeen hy in gebreke was te betalen.
Mr. Z. Van den Bergh, voor de gedaagde
het woord voerende, ving zyn pleidooi aan
met eenige woordon van afkeuring over de
wyze, waarop de administratie in deze zaak
zich van de betaling van de verschuldigde
belasting trachtte te verzekeren. Verder be
toogde pleiter, dat in döze de Gist- en Spiri
tusfabriek nooit verplicht was om de van
haar gevraagde verklaring af te leggen, omdat
art. 7 van de wet van 1845, regelende do
invordering van 's Ryks directe belastingen,
en waarop het gelegd beslag moe9t steunen,
nooit van toepassing kon zyn op de verhou
ding, bestaande tusschen werkgever en
werkman.
Jhr. mr. E. N. De Brauw, voor den onlv
vanger der belasting optredende, vond geen ter
men om aan te nemen, dat in het onderhavige
geval de gewone regelen van de wet van 1845
geen toepassing zouden vinden, en beriep zich
hierby op de duidelyke woorden der wet en
op haar geschiedenis.
De officier van justitio concludeerde nog op'
de zitting zelve tot toewyzing van den ingo-
stelden eisch.
lFs©-o.±ll@'tQ>:n.1.
DOOR
HJlUBICE paléologüe.
1)
I.
Op zekeren dag in den winter bevond ik
my te Tientsin.
Boven van de vestingwerken, waar ik juist
myn gewone wandeling gedaan had, zag men
op een onbegrensde, vaalachtige vlakte neer.
De Peiho, waarvan de top met ys bedekt
•was, verhief zich stom en onbeweegiyk tus
schen eenige bevroren meren en verbrak de
droevige en eentonige uitgestrektheid.
In de verte hakten eenige visschers het
tjs open, om met harpoenen de visechen te
vangen, die zich aan de oppervlakte zouden
vertoonen. By de grauwe lucht en de onzekere
'tint van den horizon kon men hun vorm
|niet onderscheiden en schenen zy enkel uit
nevel te bestaan.
In het meest naby gelegen deel der vlakte
zag men op kleinen afstand van elkander
dwergachtige boomen met kale takken.
Tusschen de vy vers en de boomen in waren
"hier en daar graftomben. Men zag ze aan de
oevers der rivieren, aan den rand van den
weg zei fs.
Aangrypend en machtig was de indruk,
dien deze graven maakten, by de somberheid
der uitgestrektheid. Zoo ver het oog reikte
zag ik niets vertroostends. Zelfs vond ik er
de stille poëzie niet terug, noch de plechtige
grootheid, die de aantrekkelykheid der onder
de sneeuw bedolven steppen van Rusland
uitmaakt.
Daar hoorde ik in de verte, van den kant
der stad, de tonen eener zonderlinge muziek.
De maat was langzaam en afgebroken. Het
waren fluiten, tamboerijns en gongs.
Er was een lykstoet in aantocht I Hy
naderde langzaam. Weldra kon ik er de
byzonderheden van onderscheiden.
Twee mannen gingen vooruit. Zy hadden
vilten hoeden op, met een oude, verschoten
pluim versierd. Zy strooiden goud- en zilver
papier langs den weg, om de booze geesten
te bezweren, die overal heetten rond te dwalen.
Daarop volgden de muzikanten en de begra
fenisdienaars, die groote gekleurde pajongs
droegen.
Weer andere dienaars droegen op een
draagbaar kleine huisjes van papier; ook
papieren vrouwenkleederen, die niet grooter
waren dan poppenkleertjes. Ook hadden zy
miniatuur-modellen van wagentjes, waar
papieren muilezels voorgespannen waren, be
nevens een aantal voorwerpen voor huis-
houdeiyk gebruik, die de grootte hadden van
kinderspeelgoed.
Nu volgden de bloedverwanten in diepen
rouw, namelyk in lange witte overkleederen.
Zy weeklaagden luide, geheel volgens de
ei8chen der plechtigheid.
De doodkist werd door acht lieden ge
dragen. Zy was ontzagiyk groot, doch zonder
eenig ander versiersel dan een kleed van
verbleekte blauwe zyde, met goud bestikt.
De doode, een vrouw, die men naar haar
laatste rustplaats begeleidde, behoorde tot de
middelklasse.
Priesters, in het geel en grys gekleed, met
kaal-geschoren hoofd, omringden de baar. Zy
zongen in een taal, die zy niet begrepen,
Thibetaansche gebeden, terwyl zy in dezelfde
taal hun God Boeddha aanriepen.
Eokele woorden werden steeds weder
opnieuw herhaald. Ik herinner ze my. Het
was de mystieke volzin, dien men over geheel
Azië zonder ophouden hoort prevelen door
de geloovige Boeddhisten: „Om mani padmó
houml" Wees gegroet, heilige parel, die in
de lotus ligt opgesloten. „Om mani padmó
houml"
Een lange ry wagentjes, met tenten van
wit zeildoek, Bloot don optocht. Op het
voorste gedeelte van ieder wagentje zaten de
vrouwelyko familieleden en de gebuurde
huilebalken neergehurkt. Zy jammerden en
weeklaagden. Hun geblanket gelaat, dat door
de koude gemarmerd was, zag er akelig
vertrokken uit.
Opeens hielden zy op met weeklagen,
bliezen in hun koude handen en wezen
elkander de kraaien aan, die in hun vlucht
kringen in de lucht beschreven en scherpe
kreten deden hooren. Daarna begonnen de
vrouwen en de huilebalken weder te snikken
en vingen opnieuw met hun zonderlinge ge
baren aan. En toch kon men zelfs by de
bloedverwanten van de overledene geen op
rechte droefheid bemerken. Niet één ware
traan onder zooveel vertooning van smart I
Alles was slechts nagebootst. Iedere toon,
ieder gebaar was van buiten geleerd en over
eenkomstig de voorschriften der plechtigheid.
Men vergete echter niet, dat het overschot
van haar, die men beweende, lang boven
aarde had gestaan, en dat de smart tyd had
gehad om tot bedaren te komen.
Hot is inderdaad het gebruik In het Chi-
neesche ryk, dat lyken langen tyd, dikwyis
zelfs eerst verscheidene weken na het over-
ïyden, ter aarde worden besteld.
Met het oog op het langdurig verbiyf, dat
de doode in zyn toekomstig huis moet
houden, wordt aan het ïyk de meest
mogelyke zorg besteed. Men had haar eerst
haar beste kleederen aangedaan, haar feest
kleederen, die geheel van zyde waren. Men
had de linnen windselen opnieuw om haar
verminkte voeten gewonden; een kapster
had hot haar weer opnieuw in den gewonen
vorm opgemaakt en er de gouden haar
spelden ingestoken.
Aldus opgesmukt, had men na vele, vele
dagen het lyk in de kist gelegd en de bloed
verwanten en vrienden hadden er amuletten
en kalmustakken op geplaatst, om de booze
geesten te verdry ven.
Op een plaats gekomen, waar de graf
tomben minder talryk werden, zette men de
ïykbaar neer en nu schaarden al de aan
wezigen er zich om heen.
De laatste plechtigheden namen nu een
aanvang. Er was volgons het gebruik in
Noord China geen grafkuil gedolven. De kist
werd slechts met een laag zand bedekt.
Toen kwamen de ouders en de vrouwen
zich om beurten by de kist nederbuigen, om
aan de ziel der doode de laatste begrafenis-
groeten te brengen, terwyl de priesters bleven
zingen en steeds tot in het oneindige do
woorden herhaalden.
Daarna ontstak men de staafjes van benzoë
en van muscus, waarvan de lauwe geur
zich in blauwe wolkjes door do yskoude lucht
verspreidde.
Te midden van deze arme, ondankbare,
weerstrevige natuur maakte deze Boeddha-
ceremonie een vreemden indruk.
Maar opeens verheft zich een groote vlam l
Men had het kleine huisje en ook de papieren
kleeren in brand gestoken, ja, al de kleine
voorwerpen of namaaksels van voorwerpen,
die men op de baar gedragen had. Deze
kostumen, deze rijtuigjes en al deze benoodigd-
heden, die men in rook deed opgaan, waren
bestemd om in de andere wereld in de be
hoefte der doode te voorzien. Een donkere
wereld, waar zy, om er haar eerste schreden
in voor te lichten, do waskaarsen noodig had,
welke men nu ging ontsteken; een onzicht
bare wereld, waar de dingen der werkeiyk-
heid heengingeD, zoodra de elementen, waaruit
zy bestonden, opgelost waren.
De doode ging nu een nieuw leven beginnen
of liever: zy ging haar vroeger bestaan
voortzetten.
Er zou van haar een geest biyven bestaan;
een persoonlykheid, met al de trekken van
haar geestesleven van voorheen. Zy zou een
bezielde schaduw zyn.
(Slot volgt.)