van binnenlandsche zaken, houdende verzoek te willen medewerken tot opruiming der zoo gevreesde dynamietfabriek, gelegen onder Arendonck, op slechts 500 meter verwyderd van de Nederlandsche grens. Wegens de onlangs daar voorgekomen ont ploffingen, 12 Februari, 22 Februari en 5 Maart, is die fabriek op last der Belgische regeering voor onbepaalden tjjd gesloten. Om liggende Belgische gemeent?n en verschillende Kamerafgevaardigden doen thans vorige pogingen om de gevaarlijke fabriek voorgoed te doen opruimen. By voortbestaan der fabriek is, meenen adressanten, vroeg of laat een ramp te wach ten, die vel.' onzer grensdorpen en gehuchten zal verwoesten en etn om.oemelyke schade zal berokkenen. Er zal in do gemeente Zoeter- woude gelegenh i J zyn tot kostolooze inontir g op Woensdag, Donjerdag en Vrijdag, 8, 9 en 10 April a. s., des voormiidags te halfnegen, bö den geneesheer op het dorp en op Zater dag 11 April des namiddags to halfvi.r inde openbare lagere school in do Heerenstraat. Men schrijft ons heden uit Den Haag: Een prachtig huis op den Kneuterdijk, dat reeds geruinien tyj leeg stond, werd eenige weken geleden voor een hooge som verhuurd aan een beer, die voorgaf Zweedseh koopman te zijn, met eene Hollaudsche vrouw te zijn getrouwd en nu hier zich te willen vestigen. De onderhandelingen werden gevoerd door den lasthebber van den in 't buitenland ver blijf houdenden eigenaar. De nieuwe huurder jam voor zijne rekening verschillende inwen dige verbeteringen en verfraaiingen. De werkli-.den togen aan bet werk. Er werd getimmerd, geverfd en behangen, gas- en duin- waterbuizen werden aangebracht on in één vertrek werden reeds voorloopig meubelen en luxe-artikelen geborgen, door verschillende greote magazynhoucers geleverd aan don rijken vreemdeling. Mijnbeer zelf kwam nu en dan eens kijken boj het stond en een vrouw werd door hem in huis gezet om de goederen in ontvangst te nemen. Een der leveranciers kreeg argwaan, er werd geïnformeerd in Zweden en te Amster dam aan een opgegeven adres; de naam van den Zweed was er onbekend. En het bleek 4at veel ingebrachte goederen terstond van de hand waren godaan. Dus een flesschtn trekkery op grooto schaal! De vrouw werd gearresteerd, maar is weer losgelaten. De man, van middelbare lengte, BO a 40 jaar, sprekende met een Belgisch accent, is thans niet meer to vinden. Toen Donderdag de landbouwer J. V. uit Hapert, die in Eindhoven een var ken geleverd had, met zyn kar huiswaarts keerde, ging in Steensel hst paard op hol. Hij greep hot dier by de teugels, doch het gelukte hem niet het staande te houden. Plotseling viol by; men liep naar hem toe en haastte zich hom bijstand te veTleenen, doch het was reeds te laat, de ongelukkige was reeds dood. J. Y. stond bokend als een flink oppassend jongmensch. Een kerkgewelf ingostort. Gisternamiddag omstreeks vyf uren stortte in de in a nbouw zijnde R K. kerk aan de Molenstraat te Nytnegeireen zoogenaamd ster gewelf in, groo- 12 M by 12 M. Men was t-ezig de forineelen weg to nemen en als vormoeddyko oorzaak wordt gegist, dat door het losmaken dier formeolen wellicht ook een steen losgeraakt is, waardoor de 144 M1 steen door vier verschillende steigers hoen naar beneden stortte. Onder de steenen werden drie werklieden bedolven, waarvan e9n reeds overleden was, een tweede zwaar gekwetst, terwijl de derde met schrik en wat pijn in den rug vry kwam. De opzichter, de beer B. J. Claase, bekwam eene ernstige wonde aan het hoofd, evenwel niet levensgevaarlijk, want nadat hy verbon don was, zag men hem weder loopen. Dr. Nicolai verleende de eersto geneeskundige hulp. (Ttl.) a.t.jiz:ii. i Aan het „Hbl." wordt uit Batavia geseind „Al onze versterkingen op Atjeh zyn door den vyand omsingeld, doch goed voorzien van ammunitie on levensmiddelen. „Toekoe Oeraar heeft Oleh leh, de haven plaats van onze Atjehscli9 stelling, omsin geld met tweeiuzend Pocireezen, in loop graven. ier onztr oorlogsschepen beschermen Oleh-leh. „Men wacht de komst af van do verster- kingstro:pen". Het „Nieuws van den Dag" ontving het volgende telegram: „Gedurende den nacht zyn do (suppletie) troepen van Padang in stilte over de linie (posten) ingedeeld." Aanpakken op Atfjeh. Het „Rott. Nbl." schryft het volgende: 1 Een bevoegd schryver spreekt de vrees uit, „dat het AtjeLscho kaartenhuisje opnieuw is ingestort." Dat heeft er inderdaad veel van. 1 wy zyn in het vicieuze cirkeltje, waarin wtJ rinds een 20 jaren heen en weer draaien weder aan 't uitgangspunt terug. Voor al het geld, waarmee wy verraders fcebben omgekocht - hoe kon dddr ook zegen op rusten - mogen we, helaas l weer achterin kflken. Wy zyn bedot en opnieuw bedregon. Intusschen hebben wy echter thans ein- delyic leergeli genoog gegeven. 't Was dan ooi een kapitaal aan leergeld l Misschien worde er uit dat nieuwe kwaad, uit dat ontzagdyke kwaad, waarby reeds weer kost-Jyk blojd van de landskinderen is ge vloeid, tindfclyk is goeds geboren. Misschien is generaal Vetter juist bytjjds ia Inaic gekomen om hot. work van Karei Van dir Heyden weer op te vatten, waar doze dappere bevelhebber 't heeft moeton staken op bevel van de onkunde en de jaloezie, die uit de verte commandeerden. Misschion zuil n wy dan nu dezen Augius- stal eens voorgojd gaan opruimen. 't Begint althans ernslig te wordon met ons militair vertoon. Twee bataljons en een brigade artillerie en Vetter aan 't hoofd, dat is ten minste eens iets, hetwelk met de water-en melk-politiek van de laatste j ren niets gemtnns hoeft. Met een bloote tuchtiging van de Toekoe Oamars, of hos die ellendige verraders meer mogen heeten, zal men thans niet meer kun nen volstaan. Er moet schoon schip gemaakt worden. Onze z.g. „geconcentreerde stelling" most uitgebreid worden, totdat wy de vyandelyke posten voorgoed achterwaarts geschoven zul len hebben. Wy moeten meester worden van een terrein, dat iots méér beteekent dan „het armzalige stuksko grond, dat zich Groot- Atjeh noemt", zooals kolonel Hooyer 't met kennelyko bitterheid uitdrukt. Ons bezit van Atjeh en onze bezitting aldaar moeten iets méér worden daneene bespotting. We hebben nu van onze politiek van lydoiykheid genoag. 't Wordt tyd dat wy don Atjebers toonen, dat zelfs het Hollandsche geduld en de Hollandsche lankmoedigheid eene grens hebben. H-.t wordt tyd dat wy onzo macht doen gevoelen en voorgoed, blyvend, en zoo danig dat wy op eigen gezag, op eigen prestige steunen en niet langer op smadelyke wyze afhankeiyk zyn vanaartsverraders en aartsscburken. Vetttr worde nu eens naar waarheid een held, een Atjsh-held, die, zoo noodig ten koste van véél geld en offers, ons verlosse van de Atjjhsche nachtmerrie. Mtt mannelykhrid worde thans opgetreden. Met het morsen en knoeien zy het nu ge daan! Toekoe Djohan, of Toekoe Oemar, moge zoodoende indirect onze redder zyn geworden uit de voor ons aanzien diep vernederende positie, welke wy sinds jaren in den Atjeh- schen modderpoel innemen. „Het „Vad." deelt het volgende mede: Onze po3iiie in Atjeh is thans alius: De hoofdlinie omvat een aantal posten van zee tot zee om Kotta-Radja hsen. Deze posten, door een ceintuurbaan en een paar straal- trainbanen onderling en met het hoofdkwartier verbonden, zyn door onze troepen bezet. Om deze linie hoen ligt de 1000 M. breode, vroeger opengekapte strook. Daar buiten ligt nu een tweede tydelyko linie, op aanraden van en in overleg met onze „bondgenootea" in orde gebracht. Zy bestaat uit ecnigo posten, door onze troepen, en 21 versterkte punten, door „bevriende" Atjebers bezet. Geen der posten beeft een gemengde bezetting. Deze thans naar bet schynt voor een groot deel omsingelde posten zyn bezet door 25 officieren on 700 man. Volgens het Koloniaal Verslag telden onze troepen op Groot Atjeh in het begin van 1895 ongeveer 190 officieren en 4700 minderen; 40 officieren en 1450 minderen lagen toen in de hoofölinie verspreid. Uit goede bron meldt men verder nog het volgende: Sinds do benoeming van generaal Vetter tot legercommandant liepen er hier en in Indió geruchten, dat bet tot een verandering van stelsel zou komen. Men meende terecht of ten onrechte, dat generaal Vetter zich niet met het stelsel-Deykerhoff kon vereenigen en gestemd was ten gunste van een gewa pend optreden togen de KXIT Moekims. Ook meende men te weten, dat de Gouverneur- Generaal, onder invloed van zyn raadsman, dr. Snouck Hurgronje, tegen het systeem- Deykerhoff ernstige bezwaren bad. Vooral sedert bet bezoek van generaal Vetter en den zeer voor krachtig optreden gestemden majoor van den generalen staf Brcyer, op Atjeh, hebben de geruchten veld gewonnen, dat het in onze bedoeling lag met het tegenwoordige pacificatiestelsel te breken. Of die geruebten gegrond waren, mag betwij feld worden, maar naar verzekerd wordt, werden zy onder de Atjehers vry algomeen geloofd. Het kan zyn, dat Toekoe Djohan ons nu voor heeft willen zyn. Intusschen schynt de omstandigheid, dat vooral op zyn aanraden de buitenposten zyn bezet, die by nu gemakkelyk kan omsingelen, op een lang vooruit beraamd plan te wyzen, en wint do meening van dr. Snouck Hur- gonje, dat by eigenlyk steeds met de „kwaad willigen" in betrekking stond en met hen feitelijk heulde, aan waarscbynlykheid. In verband met den vermoedeiyken tyd, waarin de aanvullingstroepen in Atjeh kunnen aankomen, doet men het „N. v. d. D." van wélingelichte zyde opmerken, dat in dezen tyd des jaars kentering plaats heeft zoowel be noorden als bezuiden den Equator. Als regel is het dan kalm en zal het uit dien hoofde wel hetzelfde zyn of de reis langs do Oost kust of de Westkust van Sumatra gaat. De afstand Batavia Oleh-leh (via Singapore) is 1117 Eng. myi; die via Padang 1096 myi. De tegenwoordige booten behouden zeker minstens 10 myi, dus 240 Eng. myien per etmaal, en kunnen dus do reis gemakkelyk binnen 5 dagen makon. Als de reis 7 dagen duurt, is dit met inbegrip van oponthoud aan tusschenüggondo plaatstn, en dat zal nu wtl vermeden worJen. Dj Westmoesson tor reede van Oleh lob begint als regel eerst in de tweede helft van Mei. Deze maand is fraai weer te wachten. De „Avondpost" brenpt in herinnering, dat Toeke Oemar onlange, op grond van de door hom bowezsn diensten, aanspraken wilde doen geilen op de Militaire Willemsorde. Dis aan spraken hebben echter tot geen resultaat geleid. Hetlennamiddag ontvingen wij uit Den Haag heb) volgende officieele Atjeh-telegram „Generaal Deykerhoff ontving be richt, dat Toekoe Djohan den preten dent-Sultan op 31 Haart verzocht had naar Groot-Atjeh te komen, daar hij ons verlaten had, en dat Panglhna Polim te Lamprisang is". Heden ontving het „Hbl." het volgend telegram uit Batavia omtrent Atjeh: „De toestand is bevredigend. Toe koe Oemar versterkt het door hem bezette gebied, maar neemt een af wachtende houding aan. Het bericht omtrent de loopgraven om Oleh-leh wordt officiéél tegengesproken. Er zijn aanwijzingen, dat de vijandelijke benden in aantal afnemen. Nog drie bataljons staan gereed ter versterking van onze troepen macht op Atjeh". Een heden door de „Tel." uit Indie ontvangen telegram meldt het vol gende De toestand in Indië is zoo ernstig dat vrouwen, ambtenaren en mili tairen zich aan boord van oorlogs schepen hebben begeven. Het negende bataljon met gene raal Vetter verliet Batavia, het zevende gisteren Semarang, uitgeleid door een geestdriftige menigte. Het vijfde, en het tweede bataljon zul len volgen. Het algemeen oordeel is dat de militaire toestand in Atjeh reden tot ernstige bezorgdheid geeft. Uit de Fr.mscho Kamer. Op de agenda der Kamer staat de behan deling van de kredieten voor Madagascar, maar de heer Pierre A'yps vraagt eerst een interpellatie te, mogen houden over Egypte. Do beer Cochery stelt voor, zich aan de agenda te houden, maar de minister president Bourgeois vraagt dat de discussie der inter pellatie niet zal uitgesteld worden, want hy heeft haast om de verklaringen te geven, die door het land verlangd wo-den. De moti9-Alype, welke door Bourgeois wordt ondersteund, wordt aangenomen met 303 tegen 251 stemmen. De heer Alype houdt daarop zyn interpel latie, en vraagt wat de regeering zal doen, als Engeland weigert zyn verbintenissen na te komen. Ds heer Delafosse, van de rechterzijde, zegt dat het doel van Engeland is, de ontruiming van Egypte uit te stellen. Engeland, zegt spr., maakt een expeditie met het geld, dat ons toebehoort; fondsen te nemen uit de reserve der schuldkas is misbruik maken van macht. Duilschland zelf vergeet ook zyn eigen be langen in Afrika. Frankryk had aan Duitsch- land, Oostenryk. en Italië moeten vragen of Engeland de bezstting van Egypte tot in het oneindige mag verlengen; die mogendheden zouden daarop ontkennend geantwoord hebben. Zullen do ministers voortgaan met van Egypte een Fransch Engelsche quaestie te maken? (Onkennend gebaar op do ministerbanken Bourgeois zegt dat Egypte een onafschei I- baar deel van het Ottomdansche gouvernement uitmaakt. De gebeurtenissen in Egypte in 1881 en 1882 vormden het onderwerp van een internationale overeenkomst. De Engelsche regeering heeft noch van de mogendheden, noch van de betrokken natie een mandaat gekregen, en veroorzaakt in Europa een onaan gename stemming die, steeds toeneemt. Nu de Fransche en Russische commissarissen hun ontslag hobben genomen, is er gelegenheid, de quaestie aan een nader onderzoek te onder werpen. Het was de plicht van Frankryk, de verjaring niet te laten ingaan door do ont worpen onderneming, die de strekking zou hebben de bezetting tot in het oneindige te verlengen, en Rusland bracht dezelfde argu menten te berde. De onschendbaarheid van het Ottomaansche ryk is een levensvoorwaarde voor den Europeesehen vrede. Do regeering zal de onderhandelingen voortzetten tot ver dediging van de rechten, die alle mogendheden geme9n hebben, en hoopt dat de Kamer haar het vertrouwen zal blyven schenken om de belangen, de rechten en de eer van Frankryk te verdedigen en voor de belangen van den wereldvrede te blyven waken. De heer Deloncle stelt daarna een motie van vertrouwen voor. Do heer Charmes verwyt aan de regeering, niet meer in overeenstemming met de mogend heden te hebben gehandeld. De eerste fout van den heer Berthelot was, de veelbespro kou officieuze nota uit te geven; do tweede, ernstiger fout was, dat hy die nota ging togen- spreken. De fouten van den hoer Bertbelut zijn niet goedgemaakt, wy hobben in Egypte etn ethec geleden; vóór zes maanden w rdon wy meer geëerbiedigd. (Geroep: „tot de ordel" Tumult.) De beer Do Mahy stelt de volgende motie voor: „De Kamer, vertrouwen stollen le in do regeering en haar verklaringen goedkeurende, gaat over tot de orde van den dag". Da lieer Charmes daarentegen stolt de een- vouaigo orde van den dag voor, zon Jor meer. Minister Bourgeois, zegt dat hij de aanne ming daarvan zou beschouwen als een votum van wantrouwen, en de motii-Cbarmes wordt verworpen met 317 tegen 241 stemmen. Minister Bourgeois aanvaardt de motie De Mahy, welke met 309 tegen 213 stemmen worut aangenomen. In den Senaat wenschte de heer Milliard een interpellatie te houden over de buiten lanascho politiek en de heer Le Provost de Launay over de algemeene politiek. In tegen spraak met het advies der regeering, besloot de Senaat met groote meerderheid deze inter pellaties later te behandelen. (Zie telegram.) De Engelsclien in Znid-Afrika. Een telegram van den gouverneur der Kaapkolonie, hetwelk aan het Engelsche ministerie van koloniën ontvangen is, meldt dat Buluwayo en Gwelo thans geheel buiten gevaar zyn, en dat de opstand der Matabelen byna geheel beperkt is tot het district eer Matof po-bergen. Een telegram uit Buluwayo meldt: Een corps vrijwilligers, dat verscheiden blanke kolonisten wa3 gaan redden, werd met groote heftigheid aangevallen door de Matabelen; allo blanken werden gedood, op één na, oie de tyding te Buluwayo aanbracht. Het juiste aantal dooien wordt niet opgegeven. De Matabelen maakten zich meester van 30 geweren en 3000 patronen. Het opperhoofd Olimo, die zich „de Gol van den opstand" noemt, heelt zich tot koning geproclameerd. De opstandelingen zyn allen jongemannen, woeste, volbloed krygslieden. Dg humoristische aard van president Kruger blykt weer uit de manier, waarop hy zyn telegram aan sir H rcules Robinson heeft ingekleed. De president geeft, als de Engelsche regeering er op gesteld is, verlof aan de burgers om naar Matabelenland op te rukken ten einde „vrouwen en kinderen to bescher men," voor wie hulp wordt gevraagd, naar hy hceft vernomen. Men woet dat Jameson indertyi ook tot bescherming van vrouwen en kinderen naar Johannesburg oprukte! Btt is een fijne zet van Oom Paul. President Kruger heeft zich op een geestige manier gewroken, zegt de „Daily News," en hy zal ditmaal beslist de lachers op zyne zyde hebben. Cecil Rhodes, die nu met een escorte van 150 man op weg is naar Buluwayo, is van meening, dat Rhodesia de opstandelingen wel klein zal krygen, vooral nu er ruimschoots ammunitie en proviand is. De 200 Soedaneezon, die te Port-Sail door Rhodes in dienst zyn genomen, zyn te Beira aangekomen en naar Buluwayo gezonden. De opstandelingen hebben zich verschanst in de Matoppo-bergen, waar zy een sterke stelling moeten hebben ingenomen. Het plan van de Engelsclien is om te wachten tut de verschillende corpsen, die op wog zyn naar bot tooncel van den stryd, zyn aangekomen, en dan tot een gecombineerden aanval over te gaan. Pretoria, 2 AprilPresident Krug r, van Transvaal, ontving heden het antwoord van sir Htrcule3 Robinson, waarin dezo hem hartüyk dank zegt voor het vriendschappeiyk avnbod om hulp te zenden naar Matabelen land. Sir Hercul s meent, dat de rykstrotpen ter sterkte van 500 man bet voorloopig wel afkunnen, maar hy is niettemin gevoelig voor do vriendschappelijke gezindheiJ, door den president, de regeering en de burgers van Transvaal aan den dag gelegd. Londen, 2 April: In eene depecbe, welke heden aan het departement van koloniën is ontvangen, wordt gemeld, dat de aanval op de vrywilligers, die tot ontzet van blanke kolo nisten waren opgerukt, plaats had te Inyati. De blanken, door 300 Matabelen omsingeld, boden krachtigeö tegenstand, doch zes hunner werden gedood. Da persoon, die ontsnapte en de tyding naar Buluwayo overbracht, schat het verlies der Matabelen op 50 man. Londen, 3 April. Op eene vergadering te Johannesburg is besloten een corps van 500 man voor Buluwajo byeen te brengen. Velen zyn reeds aangeworven. Het corps vertrekt zoodra de regeering verlof hoeft gegeven en het wapenen en munitie heeft ontvangen. De heden ontvangen telegrammen be vatten de officiöele bevestiging van sommiger opvatting, dat de eersto berichten over den opstand der Matabelen den toestand wat al te donker deden inzien. Het zal nu den minister Chamberlain gemakkelyk vallen, den aandrang tot uitzending van troepen uit Engeland te woerstaan. Telegrammen, MEXICO, 2 April. Het congres is geopend met een boodschap van den president, gene raai Porfirio Diaz. De president constateert daarin, dat de betrekkingen met alle mogend heden van vriendschappelyken aard zyn, en doet opmerken, dat president Cleveland de Monroe-leer ondersteunt, omdat deze leer de onafbankolykhti 1 der Ameiikaansche repu- bli ken te^en de bemo izticht van Europ\ waarborgt. Do pretiknt verklaart dat de Verec-nigde Staten niet alléén de rol van be schermer mo.'sten sp-.Jon, maar dat alle Amcriktiansche republieken dezelfie leer moeten proclamecren en elkander beschermen in geval van nood. PARIJS, 3 April. Ii den Senaat onder steun ;o do heer Bourgeois het voorsu I, inge- diond coor den heer Bissouil, om de zitting te verdagen, daar by i iets meir bad toe te voegen aan zjjn vroegere verklaringen, terwijl hy gisten.-n in de Kamer een meerderheid had vuikrugon, welke hem een autoriteit gaf, dij oen stemming op heden niet zou kunnen verminderen. D.ze molii werd met 159 tegen 112 stem men verworpen. De lieer Bourgeois verzekerde daarop, dat hy op de iht.-rpell.Uio niet kon antwoordon. Do he^r Milliird ontwikkelde daarop zyn interpellatie en stolde daarna een inotio vo r, waarin auto wordt genomen van de vei kla ring djr regeeiing, dat zy aan haar vorige mededuelingen niets heeft toe te voegen en deze modeieeliogen onvoldoende wordeu ver- klaarJ. In deze motie wordt uitdrukkeiyk verklaard, dat de Senaat geen vertrouwen stelt in de regeering. Deze motie werd aangenomen met 155 tegen 85 stommen. De ministers verlieten daarna de zaal. De discussie over Madagascar werd tepiald op 21 April. Do Senaat ging daarna uiteen. Na afloop der z.tting werd een ministerraad gehouden in het gebouw van het ministerie van buitenlandsshe zaken Met algemetne stemmen werd besloten, dat de moties van vertrouwen, achtereenvolgens in de Kamer aangenomoi en vooral de uitslag der stem ming van gisteren, het der regeeiing ten plicht stellen de leiding der zaken in handen te houden. De heer «Bourgeois heeft 2ich daarop onmii- dellyk naar het Elysée begeven om den pre sident der Republiek verslag te doen van het beraadslaagde. Het gevolg daarvan is, dat de mini-terraad morgen weer als gewoonlyk zal by etn komen. LONL'EN, 4 April. Het departement van ko'onién heeft eene depeche van Buluwayo ontvangen, inhoudende dat de daar aanwezige stTydmacht sLrk geno?g is om aanvallender- wys te werk te gaan, maar niet sterk geno3g om den opstand te onderdrukken, dio wellicht algemeen zal worden, wanneer de inboor lingen beter georganiseerd worden. LONDEN, 4 April. De minister Chamberlain heelt eene geruststellende verklaring openbaar gemaakt betreffende den opstand der Matabelen. Hy v rwacht, dat de strydmacht van ^500 man, die te Mafuking bijeengebracht worJt, voldoende zal zijn om in vereeniging met de in Matabel nland aanwezige troepen den op stand te br i iel en; iiair iadï-n zulks noodig mocht zijn, is sir Hercules Robinson gemach tigd nieuwe tro?pe" byeen te brengen. lierkelyke Berioktea* Leiderdorp: Nid.-Herv. gemeente.Zondag a. s. (lsten Paascbdag), des ourmildags te 10 uren, ds. J. J. Van der Lip, predikant te L iJen. Officieele Keuaimgeyiii^eu. Burgemeester on Wethouders van Leiden brengen ter kennis van belanghebbenden, ter voldoenmg aan art 228. 2do alinea, der wet van 29 Juni 1851 (Staatsblad No. 85.', dat allo pr-rsentiën over het jaar 18U5, ten laste der gemeente, vóór of op den Jaatsten Juni dezes jaars moeten worden inge leverd en dat de vorderingen, welke niet binnen den gonoemden tijd zijn ingediend, voor verjaard en vernietigd zullen worden geboudeu. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leidf.n, F. WAS, Burgemeester. 4 April 1896. E. Kist, Secretaris. Marlitboriohtea. Leiden, 4 April. Granen. Do markt was heden van weiDlg beteekenis, de aanbiedingen waren niet gTOot en do Landel mil. Wat verkocht werd, ging tot vorige prijzen van do hand. Witte Tarwe ƒ3.50 a 6.75. Roodo ƒ5.40 a ƒ6. Walla-Walla ƒ6.10 a ƒ6.25. Poolsche ƒ6.20 a ƒ6.10 per 80 KG. lioggo 3.10 a ƒ3.50 per 74 KG. Zomergerst ƒ3.— a ƒ3.40, Winter- ƒ3.50 a ƒ4. ChevoJier- 4 25 ƒ4.75 per HL. Haver 2.6j ƒ2.90 por 50 KG. Blauwe Erwton 1.90 a ƒ5.25 por HL. Paardonboonon 4.50 a 4.70 per HL. DnivenboonoH ƒ5.50 a ƒ5.90 por HL. Broineboonen 10.a ƒ10.75 per HL. Koolzaad ƒ6.50 a ƒ7.5o per HL. KaDariczaad f 5.25 a ƒ6.40 per HL. Hennepzaad f 5.75 a ƒ7.per HL. Boter. Aanvoor 8250 kilogr.; lste qnalit. per 1/4 vat ƒ41.a 62.2de qnalit. per V-t vat ƒ34.a ƒ42.leto qualit. per kilogr. ƒ1.10 a ƒ1.30; 2de qualit. per kilogr. ƒ0.85 a ƒ1.05. Lange Zwarte Turf, 54,000 dubb. HL. ƒ3.a 3.25. Hoofddorp, (Haarlemmermeer), 2 April. Witte Tarwo ƒ5.a 5.75. Rogge ƒ3.40 a ƒ3.70, Haver ƒ5.— a 5.75, Chevaliorgerst a Winter vorst f3.25 a 3.65, Duivenboonen ƒ5.40 ƒ5.60, Paardenboonen ƒ4.30 a 4.CO, Kanariezaad ƒ6.10 a 5.70. L.EEEDE1V, 4 April. Thermometerstand: gisteravond om 8 uren 5° C. 41^ Fahrenheit; hedenmorgen 8 uren 6.5° C. 43.7° F.'s middags om 12 uren lO.ö^ C. =50.9° F.; namiddags 4 uren 9° C. 48.2° F. De heer B. Van der Linden, commies der posteryen van de tweede klasse, wordt ver plaatst van Delft naar Leiden. Talryke gezolschapppen Engelschen zyn in Den Haag gekomen en in de verschillende hotels afgestapt om de Paaschdagen hier tie lande door te brengen en de bloemenvelden in Zuid; en Noord-Holland te bezoeken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 14