N°. 11074.
Dinsdag 31 Maart.
A°. idüij
f l.io.
<§eze i€ourant wordt degelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven
Leiden, 30 Maart.
Feuilleton.
Uit „Het land der Zon.''
i)
LEILSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Lelden per 8 maanden.
Franco per post
Afzonderlijke Nommers
0.05.
J
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17}. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt 0.05 berekend.
ID© Bank-van-Leening.
"Wat men ook aan onzen Gemeenteraad
moge verwaten, zeker niet het gebrek van
inconsequentie. Bü eene vorige gelegenheid
Werden uren besteed aan de beraadslaging
over het verlagen van een bruggetje en het
verplaatsen van een paar boomen, terwijl de
gewichtige aangelegenheid: het sluiten eener
aanzienlijke leening, geen woord .werd waardig
geacht; thans treft mij by de aandachtige
lezing van het officiëele verslag der laatste
Raadszitting hetzelfde verschijnsel. Ellenlange
bespreking over het gebruik en de inrichting
onzer Stadszaal voor publieke vermakeiyk-
heden, geen woord over een der zeventien
andere onderwerpen, die aan de orde werden
gesteld. Daaronder waren zeker vele, die geene
nadero toelichting behoefden; twee echter
waren Diet alleen van flnanciëelen aard, maar
betroffen daarenboven eene gemeentelijke
instelling, waarvan de tegenwoordige toestand
meer aandacht verdiende dan haar in de Ge
meenteraadszitting werd verleend.
Do beide voorstellen betroffen de Bank-van-
leening; het eerste strekte om haar kapitaal
met f 8000 te vergrooten, het andere om de
plaats, waar zy is gevestigd, door aankoop van
een nabijgelegen perceel uit te breiden. Zonder
nadere toelichting zou men geneigd zyn hier
uit af te leiden, dat genoemde inrichting zich
In bloeienden toestand bevindtuitbroiding
toch van kapitaal en gebouw wyst in den
regel op toeneming van werkzaamheden. Hoe
dit hier geenszins het geval is, biykt, wanneer
men de betreffende stukken raadpleegt. Reeds
vroeger werd hierop gewezen, ook het be
stuur der instelling heeft de aandacht hierop
gevestigd; het zocht echter een middel van
verbetering niet in de instelling zelve, doch
in hot bestrijden van concurreerende inrichtin
gen. Op zyn voorstel werd door den Raad een
adres tot do Regoering gericht, met verzoek om
maatregelen tegen de huizen van verkoop
met recht van weder inkoop te nemen, aan
gezien door deze de werking der Bankon-van-
leening werd verhinderd.
Nu moet men een volslagen vreemdeling
in Jeruzalem zyn, om van dergelijke adressen
eenig heil te verwachten. Zy worden in den
regel ter griffie der Tweede Kamer of in het
archief van oen ministerie gedeponeerd en
biyven daar onbepaalden tyd ter ruste. Het
is een hulpmiddel, geschikt voor zwakke zielen,
die, geen kans ziende om het kwaad in eigen
omgeving tegen te gaan, de oorzaak by andeion
zoeken en trachten, door dezen te treffen, zich-
zeiven te verheffen. Eene krachtige persoon-
ïykheid daarentegen zoekt in zichzelve of in
eigen omgeving de oorzaak van het kwaad
op te sporen, om dit, na het gevonden te
hebben, met krachtige middelen te bestryden
en uit te roeien mag dit gelukken, dan zal
de zaak zich vanzelf verheffen en behoeft geene
concurrentie van minder loyalen aard te
vreezen.
Hoe ook hier het kwaad in eigen boezem
Bchuilt, kan uit do hierop betrekking hebbende
stukken wordbü nagegaan; hiertoe vraag ik
opnieuw voor enkele oogenblikken de aandacht
van hen, die belang stellen in den gang der
zaken by onze gemeente. Als in myne voor
gaande finantiëele beschouwingen, zal ik my
ook hier tot de zaak bepalen en daartoe
alleen gebruik maken van officiëele stukken:
de gemeente-begrooting voor 1896 en het
laatste verslag van B. en "Ws. over den toe
stand der gemeente.
Op de begrooting van inkomsten staat
onder post 27 vermeld, dat op 1 Tan. 1896
het kapitaal der Bank bedroeg f 67,000, maar
dat de exploitatie over 1894 Men nadeelig
saldo opleverde, zoodat over dit kapitaal geen
rente kan worden uitgetrokken. Daarentegen
wordt op de begrooting van uitgaven onder
No. 175 een post van f 230 uitgetrokken als
vermoedelijk deficit op het beheer over 1896;
over '94 bedroeg het tekort f 442.196, terwyl
bet over 1895 was geraamd op ƒ620. By de
behandeling der begrooting werden deze pos
ten onveranderd en zonder discussie goedge
keurd. Men zou zich echter zeer bedriegen,
wanneer men meende, dat met deze betrek-
keiyk geringe posten de schade voor de
gemeenterekening ophield. Hierby moet toch
gerekend worden het gemis van rente over
het kapitaal; noemt men den rentevoet vol
gens de ;laatste leening a 3 pet., dan geeft
dit een schadepost van minstens ƒ2000. Had
men hier te doen met eene instelling van
liefdadigheid of van philanthropischen *ard,
men zou er nog over heen kunnen komen,
maar hoe zy geenszins uit dit **ogpunt moet
beschouwd worden, kan het werslag ons leeren.
Dat verslag, opgesteld door commissarissen,
is zeer uitvoerig en £«eft eene duidelyke
uiteenzetting van den 3ang van zaken. De
achteruitgang in de werkzaamheden wordt
niet verbeeld, maar op den voorgrond gestold;
het begint met den brief van het dageiyksch
bestuur der gemeente, waarin hierop werd
gewezen en gevraagd om de quaestie van de
opheffing der Bank nogmaals tot een onder
werp van overweging te maken en de ziens
wyze van commissarissen hierover te willen
meedeelen. Na grondig onderzoek werd het
antwoord van commissarissen opgesteld en
ingezonden. Het pleit onvoorwaardeiyk voor
het behoud der instelling, hoewel zy erkennen:
„dat Banken-van leeDing nu eens nuttig en
heilzaam, dan weer verderfeiyk en nadeelig
werken."
Het dagelyksch bestuur der gemeente legde
zich by dit antwoord neer; het eenig gevolg
dezer correspondentie was het adres aan de
Regeering, waarover hierboven reeds werd
gesproken. De uitvoerige statistieken, die
verder in het verslag worden meegedeeld,
doen den achteruitgang in welsprekende cyfers
kennen. Zoo bedroeg in 1886 het aantal pan
den 88956, tot eene waarde van 341,269.50,
welke cyfers in 1894 waren gedaald tot 58034
en f 219,420.75.
De opbrengst was zoo onvoldoende, dat
commissarissen zich verplicht achtten om
de bezoldiging, die uit de opbrengst van het
administtatie-loon moest gevonden worden,
aan te vullen uit de gewone middelen der
Bank, een maatregel, die niet vry van
bedenking is. Niettegenstaande de grootste
omzichtigheid by de beleening, wordt jaarlyks
een niet onaanzieniyk verlies geleden op den
verkoop der panden, een verlies, dat commis
sarissen in het welbegrepen belang van de
Bank meenen voor hare rekening te moeten
nemen. Verder blykt, dat bet dividend, be
schikbaar voor de gemeente, in 1875 begon
met 2.58 pet. over het verstrekt kapitaal; in
1880 steeg dit tot 3 95 pet. en daalde van
toen af in onregelmatige sprongen tot het
nu ia ontaard in een nadeelig saldo. De
ruimte laat niet toe hier meer cyfers uit
het verslag mee te deelen; slechts kan ik
elk belangstellende ten zeerste aanraden om
het in zyn geheel te lezen.
Na overweging van deze omstandigheden
komen de voorstellen, die in den Raad sans
phrase zyn afgehandeld, In een nieuw licht.
Nu toch blykt, dat uitbreiding van kapitaal
en werkplaats wordt verlangd voor eene ach
teruitgaande instelling, waarvan het nut voor
de gemeente zeer problematiek is te achten.
Die goedkeuring kan slechts gerechtvaardigd
worden door de overtuiging, dat daarmede
de zaak op verbeterde grondslagen wordt
ingericht.
In de eerste plaats moet duideiyk het stand
punt verklaard worden; geldt het eene instel
ling van philanthropischen aard, dan moet dit
karakter op den voorgrond worden gesteld
met duidelyke aanwyzing van de kosten, die
hieruit jaarlyks voor de gemeente voortvloeien.
Is dit niet hot geval en zoowel de oprich
ting als de gang van zaken gedurende de
eerste jaren wyst er op, dat dit geenszins
de bedoeling was dan mag de gemeente
geene kapitalen tot veranderlyk en onbeperkt
bedrag ter harer beschikking stellen zonder
de overtuiging, dat de rente, aie de gemeente
van het door haar geleende kapitaal moet
betalen, door de instelling wordt terugbetaald.
Is dit niet mogelyk, dan deugt de grondslag
niet, waarop zy is gebouwd, en is de opheffing
ver te verkiezen boven het rekken van een
dubbelzinnig en slepend bestaan. Dan mag
dit evenmin worden teruggehouden door de
opmerking, dat de instelling dient om grooter
kwaad te voorkomen als de Staatslotery mag
behouden bly ven, omdat by opheffing de zucht
tot het hazardspel op andere wyze bevrediging
zal zoeken. Dergeiyke argumenten wyzen op
een ongezonden toestand, die niet door kunst
middelen mag gerekt worden allerminst,
wanneer dit geschiedt ten laste der gemeente-
financiên, waarby in het beheer de uiterste
zuinigheid moet worden betracht By de groote
uitgaven, waartoe gedeelteiyk reeds is besloten,
terwyl andere voor de deur staan, voegt het
niet instellingen gaande te hoaden, die het
budget drukken zonder evenredige voordooien
van stoffelyken of zedelyken aard op te leveren.
Leiden, 29 Maart 1896. Van Geeb.
De acht zingende en dansende Weenerinnen
hadden gisteravond weer hoeiwat belang
stellenden naar den schouwburg doen opgaan,
welke dan ook op alle rangen flink bezet
was. De byval, welken de dames die nu
in andere, maar in niet minder nette kostu
mes optraden dan de vorige maal onder
vonden, was wederom zeer groot.
Herhaaldeiyk werden ze Da elke voordracht
met toenemende luidruchtigheid voor het
voetlicht teruggeroepen, waarna ze nog wat
toegaven, zoodat het programma eene aan
merkelijke uitbreiding onderging en de uit
voering later was afgeloopen dan den eersten
keer.
Bloomen werden er thans niet gestrooid,
niettegenstaande het enthusiasme, dat er
heerschte, en het „Wien Noerlandsch Bloed"
werd evenmin door de dames gezongen, als
gevolg waarvan tot antwoord ook het Oosten-
ryksche volkslied van de zyde vau het publiek
achterwege bleef.
Van de onder de aankondigingen in het
ve schiet gestelde orkest begeleiding kwam
niets Ze bleef ook thans bepaald tot eene
op de piano, welke, naar het ons voorkwam,
hoe goed ze ook door den heer Gothov
Gruneke bespeeld mocht worden, wel wat
beter had mogen klinken.
Chretienni 6laagde er met zyne voor
drachten, terwyl de dames gelegenheid hadden
zich te verkleeden, opnieuw in het publiek
aangenaam bezig te houden.
De heer Willem Boesnach, aan wien wy
onlangs reeds de kennismaking der Cospi s
dankten, heeft aan het publiek andermaal een
aangenamen, gezelligen avond bezorgd en
schynt inderdaad een gelukkige hand te hebben
als impresario, als ondernemer.
Na gehouden examen voor de lessen
van den zomercursus van het Genootschap
„Mathesis Scientiarum Genitrix", waarvoor
zich 55 nieuwe leerlingen hadden aangemeld,
zyn tosgelaten 26 voor de 1ste en 6 voor de
2de klasse en afgewezen 23.
Wy ontvingen van den heer D. A.
Daamen, uitgever alhier, de eerste aflevering
van een nieuw tydschrift, dat tot titel
draagt: „Ons Tydschrift", Maandblad uit en
voor het leven, met medewerking der lezers.
Zonder zelfs af te gaan op vele gunRtige
beoordeelingen er van in de Christeiyke pers
en in Studentenorganen, gelooven we wel,
na kennismaking, dat deze onderneming
slagen zal, als ten minste velen het pogen
van den uitgever op onderscheiden wyze
willen steunen.
De redactie van het Maandblad noemt zich
niet; dit kan een onpartydige beoordeeling
van haar werk ten goede komen en haar
voor heelwat onaangenaamheden behoeden l
Het is haar streven oen Maandblad te leveren,
dat zich, wat vorm, inhoud en aantrekkeiyk-
heid aangaat, met het beste kan meten, wat
de zoogen. niet-christelyke pers ten onzent
aanbiedt.
Het feit, dat hot Maandblad niet zal theo
logiseeren en niet vinnig zal staan tegen
over onderscheidene fracties, maar, staande op
den bodem der Schrift, frank en vry het
wereldrond hoopt te beschouwen, waardeerende
alles wat edel ia en goed, lieflyk is en schoon
en wèlluidt, zonder zoo laag mogelyk af te
dalen, om met alle geweld „populair" te
worden dat feit of liever die feiten stellen
ons in staat en geven ons de vrymoedigheid
Ons Tydschrifc" aan te bevelen, als zullende
bevatten goede, niemand kwetsende lectuur.
Voor hen, die eene wereldlevensbeschouwing
huldigen, wortelend in denzelfden bodem als
waarop „Ons Tydschrift" is geplant, wordt
hier inderdaad iets go ds g( leverei, zoo in
proza als in poëzie. Stukken als „De Vrienden
der Zuid-Afrikaansche Republiek" en „Hoe
onze Vaderen wys werden" zullen trouwens
ieder genoegen doen en aangename, leerrijke
oogenblikken verschaffen, terwyl we teveDs
wyzen op de „Liedjes" van een R.-K. Priester,
met nog veel méór in de eerste aflevering
van „Ons Tydschrift" voorkomende.
Het Maandblad is duideiyk gedrukt en ver-
schynt in handig formaat. Omtrent den prys
er van geeft een advertentie in dit blad
inlichting.
Men verneemt dat kapitein Van de Velde,
directeur van den cursus by het 4de reg. inf.
te Leiden, zal benoemd worden tot kapitein
adjudant van dat regiment.
Aan den gepensionneerden matroos lste
kl. der marine B. Ahman, hier ter stede, is
wegens zyne deelneming aan de Lombok
expeditie door den minister van marine het
Lombokkrui3 toegekend.
De majoor C. J. Vaillant, van het 4de
reg. inf. te Delft, wordt op zyn verzoek over
geplaatst naar Leiden, terwyl de tot majoor
bevorderde kapt.-adjudant A. D. Petter, van
het reg. gren. en jagers, nader het bevel zal
voeren over het lste bataljon van dat corps
te Delft.
Men meldt ons heden uit Zoeterwoude:
Ds. C. Spoelstra, nog geen twee jaren predi
kant by de Ned.-Herv. Gem. alhier en die
weldra de reis naar Pretoria (Transvaal) Z3l
aanvaarden, om ook daér werkzaam te zyn
als predikant, nam gisternamiddag afscheid
van zyne gemeente alhier, do eerste gemeente,
waar hy als herder en leeraar arbeidde.
Tal van belangstellenden, veel meer dan
gewooniyk de godsdienstoefeningen alhier by-
wonen, waren naar het bedebuis opgekomen;
onder hen ook de burgemeester, mr. J. H.
Slicher, en de predikanten van Koudekerk,
Leiderdorp en Nootdorp, de heeren W. Klercq,
J. Nierstrasz en A. J. Van 't Hooft.
De scheidende leeraar hield eene afscheids
rede naar aanleiding van Handelingen 20
vera 32 en sprak, behalve collages en go
meente, in 't byzonder toe den burgemeester,
den president kerkvoogd den hoer A. Lakker-
kerker, het hoofd der openbare school den
heer Corbeau, de drie predikanten, den voor
zanger en den organist. Ds. Klercq sprak als
quaestor van den ring Alfen ds. Spoelstra
toe, da. Nierstrasz namens kerkeraad en ge
meente, tevens als consulent van Zoeterwoude,
terwyl de gemeente, diens voorstel, den
scheidenden leeraar Ps. 121 vs. 4 staande
toezong.
Hot vertrek van ds. Spoelstra is buiten
kyf een zware slag voor de Ned.-Herv. gem.
te Zoeterwoude, die in den laatsten tyd in ibts
bloeiender toestand is gekomen, maar waar
voor de toekomst er, ook met het oog op
de vermoedeiyke annexatie der burgeriyke
gemeente, niet rooskleurig uitziet.
Een rampokpartij.^
*t Is ruim zes uren des avonds. Zoo pas heeft
van uit de missigit het doffe gedreun van
de groote trom weerklonken, en dit teeken,
dat over geheel Java van Oost tot West, van
Noord tot Zuid, waar een missigit is, wordt
gehoord, verwekt overal groote biydschap. Do
dertig lange en moeiiyke vastendagen zyn
ten einde en Java viert feest. Zoodra de
nieuwe maan van de negende maand van
het Mahomedaansche jaar aan den hemel is
gezien, begint de sasi poewasa (sasi pasa)
of vastenmaand. Dertig dagen lang mag de
geloovige van 's morgens, dat de zon opgaat,
totdat ze des avonds aan de kimme verdwynt,
niet alleen niet eten, maar hy moet zich zelfs
onthouden van alles, wat tot verlichting en
veraangenaming van het vasten zou kunnen
strekken het gebiuik van tabak en par
fumerieën is ten strengste verboden. Des
nachts mag hy evenwel zyn schade iohalen;
de hoofdmaaltyden worden dan ook in den
regel zoo kort mogelyk voor zonsopgang
en onmiddeliyk na zonsondergang gebruikt.
Gelukkig voor den Javaan, dat de dagen nog
al betrekkeiyk kort zyn, en niet zoo lang als
onze Hoiland8che zomerdagen. Niettemin wordt
het einde der vasten met vreugde begroet.
By den Javaan begint de dag met zonsonder
gang, en zoodra op het einde van den
dertigsten dag de zon is verdwenen en dus
de nieuwe dag begint, klinkt het sein uit de
missigit, overal met vreugde begroet.
Den volgenden dag na zonsopgang begeeft
byna iedereen zich tempelwaarts. Da hoofden
geven het voorbeeld; de regent ontbreekt niet
en de bevolking volgt.
Javanen, die gedurende het geheele jaar
nog niet in de missigit zyn geweest, gaan
nu derwaarts. De bewoners van alle dessa's
en kampongs, van verre en naby, komen op
de hoofdplaats sameD. Gewerkt wordt er
nergens. In de dessa's en kampoDgs vindt
men slechts ouden van dageü, die den weg
naar de hoofdplaats niet meer konden afleggen,
en kleine kinderen, hoewel van deze laatsten
ook velen door de moeders in den slendang
zyn meegenomen. Op landelyke ondernemingen
waar anders eiken dag eenige honderden
Javanen werken, is geen enkele te vinden;
slechts één van de opzieners is achtergebleven
om te waken voor mogelyke diefstallen.
De aloon-aloon te B. is een groote gras
vlakte, aan vier zyden beplant met prachtige
waringins. Aan de eene zyde van dit plein
staat de woning van deD regent, aan de
andere zyde, er tegenover, het huis van den
assistent-resident. Midden over de aloon aloon
loopt een breede, goed onderhouden weg, in
't midden waarvan een reusachtige waringin
staat. Aan de beide andere zyden van de
81end»Dg. Een 21/» a 3 M. l&Dgen en 40
cM. breeden band, Taak Tan *{|de. De kinderen wor
den in dien band op den mg gedragen, waarna de
slendang vóór wordt vastgeknoopt.
aloon aloon, daarvan evenals de genoemde
woningen door een sloot on een breeden weg
gescheiden, staan do Javaansche school en
de gevangenis.
Reeds dagen te voren heerscht op die
aloon-aloon groote drukte. De eene helft bly ft
in 't midden geheel vry, maar aan drie zyden
er van wordt een soort van gebouwen op
gericht, een vloer op palen ter hoogte van
een meter of vier boven den grond en daar
overheen een dak. Eén van deze munt uit
door byzondere netheid en soliditeit; waar
by de andere de steunpilaren en vloer van
bamboe zyn, is bier alles van solide balken
en stevige planken. Een voor dat doel gelegde
brug leidt van den grooten weg over de sloot
naar de trap, die toegang naar boven verleent,
't Is de plaats, van waar de gasten van den
regent het schouwspel beneden zullen genieten.
Op de aloon-aloon zelf, voor het huis van
den regent, is een pendappo, een cementen
vloer van een paar trappen hoog met een
pannen dak, op stevige pilaren rustende. Voor
deze gelegenheid is die pendappo feesteiyk
versierd met vlaggen en groen.
De andere helft van de aloon-aloon levert
een geheel ander tooneel op. Op den avond,
nadat het einde der vasten gekomen is, wordt
daar al feest gevierd, een feest, het best te
vergelyken by een Hollandsche kermis. Overal
staan kleine kraampjes en tentjes van bamboe.
De meeste zyn voorzien van allerlei eetwaren,
vruchten en lekkemyen, en de dessabewoner,
die hier allerlei heerlykheden kan krygen,
die by in de dessa vergeefs zou zoeken, gaat
daaraan te gast. Talloos zyn de gelegenheden
tot spelen, met Chineesche kaarten en dobbel
steenon. In de meeste gevallen is het een
Chinees, die hier de bank houdt, en, al worden
er geen kapitalen omgezet, toch worden er
in den regel goede zaken gemaakt. Verder
zyn er nog tentjes, waarin minder veelvuldig
voorkomende dieren of andere zeldzaamheden
zyn te bezien.
Om een uur of drie des middags begint er
al leven en beweging te komen. Uit ver
schillende dessa's komen optochten, met
muziek voorop. Zelden ontbreekt hier een
Javaan, in een grooten zak gehuld, en als
hoofd voorzieD van een reusaebtigen houten
tygerkop, met tygervel overtrokken, en waar
van de beide helften tot vermaak van de
toeschouwers byna voortdurend open en dicht
worden geslagen. Verder ziet men in die op
tochten verschillende andere maskers, waarby
in den regel de Javaansche clown, en allerlei
dieren, op een ruwe wyze van hout nagemaakt:
tygers, varkens, enz. In een van de optochten
worden een heer en een dame rondgedragen,
reusachtig groot en beiden in 't wit, met
platte houten gezichten. De heer draagt een
cylinder, de dame een crinoline. Onder het
gillende geluid van eenige schelle fluiten en
andere instrumenten richten deze optochten
zich naar het huis van den regeDt, waar de
verschillende medegevoerde beelden op de
aloon-aloon biyven staan.
Des avoDds is de geheele weg naar het
regenUhuis schitterend verlicht door een zeer
groot aantal kleiüe olielampjes. De stam van
den waringin in 't midden is omgeven door
een stellage van bamboe, waar een paar
honderd van die lampjes zyn bevestigd, 't Is
een groot gedrang 't kost moeite om er
door te komen op den grooten weg, en
nog veel meer op de kleine, smalle straatjes
tU8schen de verschillende kraampjes. Behalve
de vaste, heeft men hier nog de draagbare gaar
keukens, een lange bamboe, die van achteren
naar voren over den schouder wordt gedragen
en aan beide einden waarvan een toestel
hangt, waarin boven een vuur diverse lekker-
nyen worden gekookt en gebraden.
Wat den Europeaan vooral opvalt, is de
stille, kalme manier, waarop hier feest wordt
gevierd. Hoewol er eenige duizenden men-
schen by elkaar zyn, hoort men byna geen
luidruchtig geschreeuw, zelfs niets, als er hier
en daar voetzoekers tusschen het publiek^
worden afgestoken. Van ruzie merkt men
niets, van veebtpartyen nog veel minder.
De rykverslerde pendappo voor de regents
woning is schitterend verlicht. Daar ontvangt
de regent met de wedana's (districtshoofden)
de personen, die hem geluk komen wenschen.
Onder de gasten bevinden zich ook dames.
De geïmproviseerde buffetten zyn ruim voor
zien van allerlei dranken en dansmeiden
voeren, begeleid door den gamelang, de
nationale dansen uit. Den geheelen nacht
wordt hier door de Javanen en enkele Euro
peanen feestgevierd.
De andere helft van de aloon-aloon ligt
vry wel in het donker; het gejuich van de
feestvierenden klinkt slechts nu en dan door
de stilte.
{Wordt vervolgd.)