N°. 11074. Dinsdag 31 Maart. A°. idüij f l.io. <§eze i€ourant wordt degelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven Leiden, 30 Maart. Feuilleton. Uit „Het land der Zon.'' i) LEILSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Lelden per 8 maanden. Franco per post Afzonderlijke Nommers 0.05. J PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17}. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt 0.05 berekend. ID© Bank-van-Leening. "Wat men ook aan onzen Gemeenteraad moge verwaten, zeker niet het gebrek van inconsequentie. Bü eene vorige gelegenheid Werden uren besteed aan de beraadslaging over het verlagen van een bruggetje en het verplaatsen van een paar boomen, terwijl de gewichtige aangelegenheid: het sluiten eener aanzienlijke leening, geen woord .werd waardig geacht; thans treft mij by de aandachtige lezing van het officiëele verslag der laatste Raadszitting hetzelfde verschijnsel. Ellenlange bespreking over het gebruik en de inrichting onzer Stadszaal voor publieke vermakeiyk- heden, geen woord over een der zeventien andere onderwerpen, die aan de orde werden gesteld. Daaronder waren zeker vele, die geene nadero toelichting behoefden; twee echter waren Diet alleen van flnanciëelen aard, maar betroffen daarenboven eene gemeentelijke instelling, waarvan de tegenwoordige toestand meer aandacht verdiende dan haar in de Ge meenteraadszitting werd verleend. Do beide voorstellen betroffen de Bank-van- leening; het eerste strekte om haar kapitaal met f 8000 te vergrooten, het andere om de plaats, waar zy is gevestigd, door aankoop van een nabijgelegen perceel uit te breiden. Zonder nadere toelichting zou men geneigd zyn hier uit af te leiden, dat genoemde inrichting zich In bloeienden toestand bevindtuitbroiding toch van kapitaal en gebouw wyst in den regel op toeneming van werkzaamheden. Hoe dit hier geenszins het geval is, biykt, wanneer men de betreffende stukken raadpleegt. Reeds vroeger werd hierop gewezen, ook het be stuur der instelling heeft de aandacht hierop gevestigd; het zocht echter een middel van verbetering niet in de instelling zelve, doch in hot bestrijden van concurreerende inrichtin gen. Op zyn voorstel werd door den Raad een adres tot do Regoering gericht, met verzoek om maatregelen tegen de huizen van verkoop met recht van weder inkoop te nemen, aan gezien door deze de werking der Bankon-van- leening werd verhinderd. Nu moet men een volslagen vreemdeling in Jeruzalem zyn, om van dergelijke adressen eenig heil te verwachten. Zy worden in den regel ter griffie der Tweede Kamer of in het archief van oen ministerie gedeponeerd en biyven daar onbepaalden tyd ter ruste. Het is een hulpmiddel, geschikt voor zwakke zielen, die, geen kans ziende om het kwaad in eigen omgeving tegen te gaan, de oorzaak by andeion zoeken en trachten, door dezen te treffen, zich- zeiven te verheffen. Eene krachtige persoon- ïykheid daarentegen zoekt in zichzelve of in eigen omgeving de oorzaak van het kwaad op te sporen, om dit, na het gevonden te hebben, met krachtige middelen te bestryden en uit te roeien mag dit gelukken, dan zal de zaak zich vanzelf verheffen en behoeft geene concurrentie van minder loyalen aard te vreezen. Hoe ook hier het kwaad in eigen boezem Bchuilt, kan uit do hierop betrekking hebbende stukken wordbü nagegaan; hiertoe vraag ik opnieuw voor enkele oogenblikken de aandacht van hen, die belang stellen in den gang der zaken by onze gemeente. Als in myne voor gaande finantiëele beschouwingen, zal ik my ook hier tot de zaak bepalen en daartoe alleen gebruik maken van officiëele stukken: de gemeente-begrooting voor 1896 en het laatste verslag van B. en "Ws. over den toe stand der gemeente. Op de begrooting van inkomsten staat onder post 27 vermeld, dat op 1 Tan. 1896 het kapitaal der Bank bedroeg f 67,000, maar dat de exploitatie over 1894 Men nadeelig saldo opleverde, zoodat over dit kapitaal geen rente kan worden uitgetrokken. Daarentegen wordt op de begrooting van uitgaven onder No. 175 een post van f 230 uitgetrokken als vermoedelijk deficit op het beheer over 1896; over '94 bedroeg het tekort f 442.196, terwyl bet over 1895 was geraamd op ƒ620. By de behandeling der begrooting werden deze pos ten onveranderd en zonder discussie goedge keurd. Men zou zich echter zeer bedriegen, wanneer men meende, dat met deze betrek- keiyk geringe posten de schade voor de gemeenterekening ophield. Hierby moet toch gerekend worden het gemis van rente over het kapitaal; noemt men den rentevoet vol gens de ;laatste leening a 3 pet., dan geeft dit een schadepost van minstens ƒ2000. Had men hier te doen met eene instelling van liefdadigheid of van philanthropischen *ard, men zou er nog over heen kunnen komen, maar hoe zy geenszins uit dit **ogpunt moet beschouwd worden, kan het werslag ons leeren. Dat verslag, opgesteld door commissarissen, is zeer uitvoerig en £«eft eene duidelyke uiteenzetting van den 3ang van zaken. De achteruitgang in de werkzaamheden wordt niet verbeeld, maar op den voorgrond gestold; het begint met den brief van het dageiyksch bestuur der gemeente, waarin hierop werd gewezen en gevraagd om de quaestie van de opheffing der Bank nogmaals tot een onder werp van overweging te maken en de ziens wyze van commissarissen hierover te willen meedeelen. Na grondig onderzoek werd het antwoord van commissarissen opgesteld en ingezonden. Het pleit onvoorwaardeiyk voor het behoud der instelling, hoewel zy erkennen: „dat Banken-van leeDing nu eens nuttig en heilzaam, dan weer verderfeiyk en nadeelig werken." Het dagelyksch bestuur der gemeente legde zich by dit antwoord neer; het eenig gevolg dezer correspondentie was het adres aan de Regeering, waarover hierboven reeds werd gesproken. De uitvoerige statistieken, die verder in het verslag worden meegedeeld, doen den achteruitgang in welsprekende cyfers kennen. Zoo bedroeg in 1886 het aantal pan den 88956, tot eene waarde van 341,269.50, welke cyfers in 1894 waren gedaald tot 58034 en f 219,420.75. De opbrengst was zoo onvoldoende, dat commissarissen zich verplicht achtten om de bezoldiging, die uit de opbrengst van het administtatie-loon moest gevonden worden, aan te vullen uit de gewone middelen der Bank, een maatregel, die niet vry van bedenking is. Niettegenstaande de grootste omzichtigheid by de beleening, wordt jaarlyks een niet onaanzieniyk verlies geleden op den verkoop der panden, een verlies, dat commis sarissen in het welbegrepen belang van de Bank meenen voor hare rekening te moeten nemen. Verder blykt, dat bet dividend, be schikbaar voor de gemeente, in 1875 begon met 2.58 pet. over het verstrekt kapitaal; in 1880 steeg dit tot 3 95 pet. en daalde van toen af in onregelmatige sprongen tot het nu ia ontaard in een nadeelig saldo. De ruimte laat niet toe hier meer cyfers uit het verslag mee te deelen; slechts kan ik elk belangstellende ten zeerste aanraden om het in zyn geheel te lezen. Na overweging van deze omstandigheden komen de voorstellen, die in den Raad sans phrase zyn afgehandeld, In een nieuw licht. Nu toch blykt, dat uitbreiding van kapitaal en werkplaats wordt verlangd voor eene ach teruitgaande instelling, waarvan het nut voor de gemeente zeer problematiek is te achten. Die goedkeuring kan slechts gerechtvaardigd worden door de overtuiging, dat daarmede de zaak op verbeterde grondslagen wordt ingericht. In de eerste plaats moet duideiyk het stand punt verklaard worden; geldt het eene instel ling van philanthropischen aard, dan moet dit karakter op den voorgrond worden gesteld met duidelyke aanwyzing van de kosten, die hieruit jaarlyks voor de gemeente voortvloeien. Is dit niet hot geval en zoowel de oprich ting als de gang van zaken gedurende de eerste jaren wyst er op, dat dit geenszins de bedoeling was dan mag de gemeente geene kapitalen tot veranderlyk en onbeperkt bedrag ter harer beschikking stellen zonder de overtuiging, dat de rente, aie de gemeente van het door haar geleende kapitaal moet betalen, door de instelling wordt terugbetaald. Is dit niet mogelyk, dan deugt de grondslag niet, waarop zy is gebouwd, en is de opheffing ver te verkiezen boven het rekken van een dubbelzinnig en slepend bestaan. Dan mag dit evenmin worden teruggehouden door de opmerking, dat de instelling dient om grooter kwaad te voorkomen als de Staatslotery mag behouden bly ven, omdat by opheffing de zucht tot het hazardspel op andere wyze bevrediging zal zoeken. Dergeiyke argumenten wyzen op een ongezonden toestand, die niet door kunst middelen mag gerekt worden allerminst, wanneer dit geschiedt ten laste der gemeente- financiên, waarby in het beheer de uiterste zuinigheid moet worden betracht By de groote uitgaven, waartoe gedeelteiyk reeds is besloten, terwyl andere voor de deur staan, voegt het niet instellingen gaande te hoaden, die het budget drukken zonder evenredige voordooien van stoffelyken of zedelyken aard op te leveren. Leiden, 29 Maart 1896. Van Geeb. De acht zingende en dansende Weenerinnen hadden gisteravond weer hoeiwat belang stellenden naar den schouwburg doen opgaan, welke dan ook op alle rangen flink bezet was. De byval, welken de dames die nu in andere, maar in niet minder nette kostu mes optraden dan de vorige maal onder vonden, was wederom zeer groot. Herhaaldeiyk werden ze Da elke voordracht met toenemende luidruchtigheid voor het voetlicht teruggeroepen, waarna ze nog wat toegaven, zoodat het programma eene aan merkelijke uitbreiding onderging en de uit voering later was afgeloopen dan den eersten keer. Bloomen werden er thans niet gestrooid, niettegenstaande het enthusiasme, dat er heerschte, en het „Wien Noerlandsch Bloed" werd evenmin door de dames gezongen, als gevolg waarvan tot antwoord ook het Oosten- ryksche volkslied van de zyde vau het publiek achterwege bleef. Van de onder de aankondigingen in het ve schiet gestelde orkest begeleiding kwam niets Ze bleef ook thans bepaald tot eene op de piano, welke, naar het ons voorkwam, hoe goed ze ook door den heer Gothov Gruneke bespeeld mocht worden, wel wat beter had mogen klinken. Chretienni 6laagde er met zyne voor drachten, terwyl de dames gelegenheid hadden zich te verkleeden, opnieuw in het publiek aangenaam bezig te houden. De heer Willem Boesnach, aan wien wy onlangs reeds de kennismaking der Cospi s dankten, heeft aan het publiek andermaal een aangenamen, gezelligen avond bezorgd en schynt inderdaad een gelukkige hand te hebben als impresario, als ondernemer. Na gehouden examen voor de lessen van den zomercursus van het Genootschap „Mathesis Scientiarum Genitrix", waarvoor zich 55 nieuwe leerlingen hadden aangemeld, zyn tosgelaten 26 voor de 1ste en 6 voor de 2de klasse en afgewezen 23. Wy ontvingen van den heer D. A. Daamen, uitgever alhier, de eerste aflevering van een nieuw tydschrift, dat tot titel draagt: „Ons Tydschrift", Maandblad uit en voor het leven, met medewerking der lezers. Zonder zelfs af te gaan op vele gunRtige beoordeelingen er van in de Christeiyke pers en in Studentenorganen, gelooven we wel, na kennismaking, dat deze onderneming slagen zal, als ten minste velen het pogen van den uitgever op onderscheiden wyze willen steunen. De redactie van het Maandblad noemt zich niet; dit kan een onpartydige beoordeeling van haar werk ten goede komen en haar voor heelwat onaangenaamheden behoeden l Het is haar streven oen Maandblad te leveren, dat zich, wat vorm, inhoud en aantrekkeiyk- heid aangaat, met het beste kan meten, wat de zoogen. niet-christelyke pers ten onzent aanbiedt. Het feit, dat hot Maandblad niet zal theo logiseeren en niet vinnig zal staan tegen over onderscheidene fracties, maar, staande op den bodem der Schrift, frank en vry het wereldrond hoopt te beschouwen, waardeerende alles wat edel ia en goed, lieflyk is en schoon en wèlluidt, zonder zoo laag mogelyk af te dalen, om met alle geweld „populair" te worden dat feit of liever die feiten stellen ons in staat en geven ons de vrymoedigheid Ons Tydschrifc" aan te bevelen, als zullende bevatten goede, niemand kwetsende lectuur. Voor hen, die eene wereldlevensbeschouwing huldigen, wortelend in denzelfden bodem als waarop „Ons Tydschrift" is geplant, wordt hier inderdaad iets go ds g( leverei, zoo in proza als in poëzie. Stukken als „De Vrienden der Zuid-Afrikaansche Republiek" en „Hoe onze Vaderen wys werden" zullen trouwens ieder genoegen doen en aangename, leerrijke oogenblikken verschaffen, terwyl we teveDs wyzen op de „Liedjes" van een R.-K. Priester, met nog veel méór in de eerste aflevering van „Ons Tydschrift" voorkomende. Het Maandblad is duideiyk gedrukt en ver- schynt in handig formaat. Omtrent den prys er van geeft een advertentie in dit blad inlichting. Men verneemt dat kapitein Van de Velde, directeur van den cursus by het 4de reg. inf. te Leiden, zal benoemd worden tot kapitein adjudant van dat regiment. Aan den gepensionneerden matroos lste kl. der marine B. Ahman, hier ter stede, is wegens zyne deelneming aan de Lombok expeditie door den minister van marine het Lombokkrui3 toegekend. De majoor C. J. Vaillant, van het 4de reg. inf. te Delft, wordt op zyn verzoek over geplaatst naar Leiden, terwyl de tot majoor bevorderde kapt.-adjudant A. D. Petter, van het reg. gren. en jagers, nader het bevel zal voeren over het lste bataljon van dat corps te Delft. Men meldt ons heden uit Zoeterwoude: Ds. C. Spoelstra, nog geen twee jaren predi kant by de Ned.-Herv. Gem. alhier en die weldra de reis naar Pretoria (Transvaal) Z3l aanvaarden, om ook daér werkzaam te zyn als predikant, nam gisternamiddag afscheid van zyne gemeente alhier, do eerste gemeente, waar hy als herder en leeraar arbeidde. Tal van belangstellenden, veel meer dan gewooniyk de godsdienstoefeningen alhier by- wonen, waren naar het bedebuis opgekomen; onder hen ook de burgemeester, mr. J. H. Slicher, en de predikanten van Koudekerk, Leiderdorp en Nootdorp, de heeren W. Klercq, J. Nierstrasz en A. J. Van 't Hooft. De scheidende leeraar hield eene afscheids rede naar aanleiding van Handelingen 20 vera 32 en sprak, behalve collages en go meente, in 't byzonder toe den burgemeester, den president kerkvoogd den hoer A. Lakker- kerker, het hoofd der openbare school den heer Corbeau, de drie predikanten, den voor zanger en den organist. Ds. Klercq sprak als quaestor van den ring Alfen ds. Spoelstra toe, da. Nierstrasz namens kerkeraad en ge meente, tevens als consulent van Zoeterwoude, terwyl de gemeente, diens voorstel, den scheidenden leeraar Ps. 121 vs. 4 staande toezong. Hot vertrek van ds. Spoelstra is buiten kyf een zware slag voor de Ned.-Herv. gem. te Zoeterwoude, die in den laatsten tyd in ibts bloeiender toestand is gekomen, maar waar voor de toekomst er, ook met het oog op de vermoedeiyke annexatie der burgeriyke gemeente, niet rooskleurig uitziet. Een rampokpartij.^ *t Is ruim zes uren des avonds. Zoo pas heeft van uit de missigit het doffe gedreun van de groote trom weerklonken, en dit teeken, dat over geheel Java van Oost tot West, van Noord tot Zuid, waar een missigit is, wordt gehoord, verwekt overal groote biydschap. Do dertig lange en moeiiyke vastendagen zyn ten einde en Java viert feest. Zoodra de nieuwe maan van de negende maand van het Mahomedaansche jaar aan den hemel is gezien, begint de sasi poewasa (sasi pasa) of vastenmaand. Dertig dagen lang mag de geloovige van 's morgens, dat de zon opgaat, totdat ze des avonds aan de kimme verdwynt, niet alleen niet eten, maar hy moet zich zelfs onthouden van alles, wat tot verlichting en veraangenaming van het vasten zou kunnen strekken het gebiuik van tabak en par fumerieën is ten strengste verboden. Des nachts mag hy evenwel zyn schade iohalen; de hoofdmaaltyden worden dan ook in den regel zoo kort mogelyk voor zonsopgang en onmiddeliyk na zonsondergang gebruikt. Gelukkig voor den Javaan, dat de dagen nog al betrekkeiyk kort zyn, en niet zoo lang als onze Hoiland8che zomerdagen. Niettemin wordt het einde der vasten met vreugde begroet. By den Javaan begint de dag met zonsonder gang, en zoodra op het einde van den dertigsten dag de zon is verdwenen en dus de nieuwe dag begint, klinkt het sein uit de missigit, overal met vreugde begroet. Den volgenden dag na zonsopgang begeeft byna iedereen zich tempelwaarts. Da hoofden geven het voorbeeld; de regent ontbreekt niet en de bevolking volgt. Javanen, die gedurende het geheele jaar nog niet in de missigit zyn geweest, gaan nu derwaarts. De bewoners van alle dessa's en kampongs, van verre en naby, komen op de hoofdplaats sameD. Gewerkt wordt er nergens. In de dessa's en kampoDgs vindt men slechts ouden van dageü, die den weg naar de hoofdplaats niet meer konden afleggen, en kleine kinderen, hoewel van deze laatsten ook velen door de moeders in den slendang zyn meegenomen. Op landelyke ondernemingen waar anders eiken dag eenige honderden Javanen werken, is geen enkele te vinden; slechts één van de opzieners is achtergebleven om te waken voor mogelyke diefstallen. De aloon-aloon te B. is een groote gras vlakte, aan vier zyden beplant met prachtige waringins. Aan de eene zyde van dit plein staat de woning van deD regent, aan de andere zyde, er tegenover, het huis van den assistent-resident. Midden over de aloon aloon loopt een breede, goed onderhouden weg, in 't midden waarvan een reusachtige waringin staat. Aan de beide andere zyden van de 81end»Dg. Een 21/» a 3 M. l&Dgen en 40 cM. breeden band, Taak Tan *{|de. De kinderen wor den in dien band op den mg gedragen, waarna de slendang vóór wordt vastgeknoopt. aloon aloon, daarvan evenals de genoemde woningen door een sloot on een breeden weg gescheiden, staan do Javaansche school en de gevangenis. Reeds dagen te voren heerscht op die aloon-aloon groote drukte. De eene helft bly ft in 't midden geheel vry, maar aan drie zyden er van wordt een soort van gebouwen op gericht, een vloer op palen ter hoogte van een meter of vier boven den grond en daar overheen een dak. Eén van deze munt uit door byzondere netheid en soliditeit; waar by de andere de steunpilaren en vloer van bamboe zyn, is bier alles van solide balken en stevige planken. Een voor dat doel gelegde brug leidt van den grooten weg over de sloot naar de trap, die toegang naar boven verleent, 't Is de plaats, van waar de gasten van den regent het schouwspel beneden zullen genieten. Op de aloon-aloon zelf, voor het huis van den regent, is een pendappo, een cementen vloer van een paar trappen hoog met een pannen dak, op stevige pilaren rustende. Voor deze gelegenheid is die pendappo feesteiyk versierd met vlaggen en groen. De andere helft van de aloon-aloon levert een geheel ander tooneel op. Op den avond, nadat het einde der vasten gekomen is, wordt daar al feest gevierd, een feest, het best te vergelyken by een Hollandsche kermis. Overal staan kleine kraampjes en tentjes van bamboe. De meeste zyn voorzien van allerlei eetwaren, vruchten en lekkemyen, en de dessabewoner, die hier allerlei heerlykheden kan krygen, die by in de dessa vergeefs zou zoeken, gaat daaraan te gast. Talloos zyn de gelegenheden tot spelen, met Chineesche kaarten en dobbel steenon. In de meeste gevallen is het een Chinees, die hier de bank houdt, en, al worden er geen kapitalen omgezet, toch worden er in den regel goede zaken gemaakt. Verder zyn er nog tentjes, waarin minder veelvuldig voorkomende dieren of andere zeldzaamheden zyn te bezien. Om een uur of drie des middags begint er al leven en beweging te komen. Uit ver schillende dessa's komen optochten, met muziek voorop. Zelden ontbreekt hier een Javaan, in een grooten zak gehuld, en als hoofd voorzieD van een reusaebtigen houten tygerkop, met tygervel overtrokken, en waar van de beide helften tot vermaak van de toeschouwers byna voortdurend open en dicht worden geslagen. Verder ziet men in die op tochten verschillende andere maskers, waarby in den regel de Javaansche clown, en allerlei dieren, op een ruwe wyze van hout nagemaakt: tygers, varkens, enz. In een van de optochten worden een heer en een dame rondgedragen, reusachtig groot en beiden in 't wit, met platte houten gezichten. De heer draagt een cylinder, de dame een crinoline. Onder het gillende geluid van eenige schelle fluiten en andere instrumenten richten deze optochten zich naar het huis van den regeDt, waar de verschillende medegevoerde beelden op de aloon-aloon biyven staan. Des avoDds is de geheele weg naar het regenUhuis schitterend verlicht door een zeer groot aantal kleiüe olielampjes. De stam van den waringin in 't midden is omgeven door een stellage van bamboe, waar een paar honderd van die lampjes zyn bevestigd, 't Is een groot gedrang 't kost moeite om er door te komen op den grooten weg, en nog veel meer op de kleine, smalle straatjes tU8schen de verschillende kraampjes. Behalve de vaste, heeft men hier nog de draagbare gaar keukens, een lange bamboe, die van achteren naar voren over den schouder wordt gedragen en aan beide einden waarvan een toestel hangt, waarin boven een vuur diverse lekker- nyen worden gekookt en gebraden. Wat den Europeaan vooral opvalt, is de stille, kalme manier, waarop hier feest wordt gevierd. Hoewol er eenige duizenden men- schen by elkaar zyn, hoort men byna geen luidruchtig geschreeuw, zelfs niets, als er hier en daar voetzoekers tusschen het publiek^ worden afgestoken. Van ruzie merkt men niets, van veebtpartyen nog veel minder. De rykverslerde pendappo voor de regents woning is schitterend verlicht. Daar ontvangt de regent met de wedana's (districtshoofden) de personen, die hem geluk komen wenschen. Onder de gasten bevinden zich ook dames. De geïmproviseerde buffetten zyn ruim voor zien van allerlei dranken en dansmeiden voeren, begeleid door den gamelang, de nationale dansen uit. Den geheelen nacht wordt hier door de Javanen en enkele Euro peanen feestgevierd. De andere helft van de aloon-aloon ligt vry wel in het donker; het gejuich van de feestvierenden klinkt slechts nu en dan door de stilte. {Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 1