N°. 11071 Vrijdag 27 Maart. A0. 1896 feze {Courant wordt dagelijks, met uitzondering van <§on- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 26 Maart. Feuilleton. De Pruisische Luitenant. LEIDSCH DAG-BLAD. PRIJS DEZER COURAJMTj Voor Leiden per 8 maanden. f 1.10. Franco per post,1.40. Afzonderlijke Nommers 0.05. PRIJS DER ADVERTENÏTÉN 1—6 regels 1.05. Iedere regel moer f 0.171. Grootera Van letters naar plaatsruimte, wordt f 0.05 berekond. Voor bet incasseeren bulten do stad la de eerste April uit een historisch oog punt een belangrijke datum voor de Neder landers in het algemeen wegens een bij een ieder bekend feit uit de vaderlandsche geschiedenis, voor een onzer stadgenooten zal de aanstaande lste Aprildag dat in het bijzonder zijn. Dan toch zal den heer A. L. Nagel alhier het voorrecht ten deel vallen zijne 40-jarige werkzaamheid by het dienst vak der posteryen te mogen herdenken. Na eerst van het begin daarbij de verschil lende rangen te hebben doorloopen, werd hy overgeplaatst naar het kantoor Leiden, om er den heer Fichet als directeur op te volgen, den man, die zich zoo in byzondere mate de algemeene sympathie had weten te verwerven. Dit was een gevolg van de welwillendheid, vriendeiykheid, hulpvaardigheid, welke immer door hem tegenover het publiek aan den dag werden gelegd en natuuriyk ook niet op zyn personeel zonder invloed bleven. Het Leidsche postkantoor stond alzoo goed aangeschreven. Voor den heer Nagel was de aanvaarding zyner nieuwe betrekking dus wèl en niet gemakkeiyk. Gemakkelijk, omdat |zyn voor ganger den weg tegenover het publiek had gebaand, ongemakkelijk, omdat niet alle men- schen volkomen dezelfde eigenschappen be zitten. De heer Nagel is echter gebleken ook hier de rechte man op de rechte plaats te zyn. Streng, maar rechtvaardig waar het den dienst betreft, gaat ook hy van den regel uit: de post is er voor het publiek en niet het publiek voor de postl Wendt men zich, wanneer ook, om raad of inlichtingen voor deze of gene zaak, welke duister mocht schy- nen, tot hem, hy is steeds bereid de verlangde inlichtingen te geven en wel op een voorko mende, op zulk een wyze, welke die inlich tingen daardoor dubbel belaugryk maken. Zulke directeuren vindt men volgens de overlevering niet overal en van allen kan niet hetzelfde gezegd worden. Wy twijfelen er dan ook niet aan, of onze stadgenooten, vooral zy, die, hoe dan ook, ▼eel met de postery in betrekking komen of or gebruik van maken, zullen den hoog geachten jubilaris op zyn a. s. 40-jarigen feestdag op ondubbelzinnige wyze van hunne belangstelling doen biyken. In het Nutsgebouw alhier is gehouden do gewone algemeeno vergadering der ven- Booten in de Leidsche Broodfabriek. Uit de gedane mededeelingen bleek, dat het debiet over 1895 in totaal bedroeg: 1,832,892 kilo gram brood en 686,369 stuks beschuit. De gemiddelde broodprijzen over 1895 waren: gebuild brood 11.27 ets., ongebuild brood 9.27 ets., krentenbrood 13.67 ets. per kilogram en roggebrood 10.27 ets. per 1 '/2 kilogram. Het Invitatie concert van „Sempre Cres cendo" zal niet op 28 April, zooals voorloo- pig was vastgesteld, maar eerst op Vrydag 8 Mei plaats hebben. De netto opbrengst, ten voordeele van de ver- eenigingen „Sehoolkindervoeding" en „Liefde fonds", van het concert van genoemd stu. denten-muziekgezelschap, op 6 Maart jl. ge houden, bedraagt 116.18 voor ieder; der halve by elkaar 232 36. - Men schrijft ons uit Noordwyk: Wie in dozen tyd Noordwyk en zyn vclo bloemkweekers bezocht, hoorde over byna niet anders spreken dan wat men hier kan koeten de vraag van den dag: „Wanneer wordt het Flora-park geopend Na lang wikken en wegen heeft het bestuur besloten de tentoonstelling van bol- en knol gewassen in den kouden grond, genaamd Flora-park", te openen op Zaterdag 4 April a. s., dus den dag vóór Paschen. De velen, die het eerste Flora-park, in 1887 gehouden, hebben bezocht, hebben daarvan ongetwijfeld de aangenaamste herinneringen bewaard; welnu, wy mogea hun de ver zekering geven, dat het 2de Flora-park zyn voorganger volkomen waardig is. Wy zouden onbescheiden worden door reeds nu op te sommen wat al schoons zal te zien zyn, zoo moeder Natuur niet al te nukkig zich toont. Men kome en zie! Nu de krokussen en de hyacinten byna reeds in vollen bloei staan, bieden de velden om Noordwyk een verrukkelijk schoon ge zicht; stamde op de duinen indenabykeid van Villa Stirum byv. ziet men een tooneel vóór zich, zóó schoon, als metterdaad aan kustplaatsen tevergeefs gezocht wordt. Geen wonder, dat hot bezoek met den dag toeneemt en ongetwijfeld zou dit nog meer het geval zyn, indien eindelijk de directie van onze stoomtram eens blyk gaf van goede gezindheid, óók voor deze gemeente. Maar, helaas, zoolang de Noordwyksche stoomtram in de handen der tegenwoordige beheerders blijft, is daarin geen verbetering te verwachten, zeer ten nadeele van velen en ookvan do exploiteerende Holl. IJzeren-Spoor weg- Maatschappy. Trouwens, velen maken dan ook gebruik van de stoomboot „Noordwyk" die, varende langs Warmond en Voorhout, een zeer ge makkeiyk aangenaam en goedkoop vervoer middel is. Wie in deze dagen Noordwyk-Binneo en Noordwyk aan-Zee tot het doel eener wande ling of van een fiets-tocht maakt, bezorgt zich een aangenamen dagl Men schrijft ons uit Roelof-Arendsveen Met leedwezen werd alhier de tydig ver nomen, dat de heer J. W. Jorissen, seder 15 Juli 1895 als arts in deze plaats werkzaam, naar Amersfoort vertrekt, om daar in eene voor hem zeer voordeelige positie te treden. Gedurende dien korten tyd heeft deze be kwame man zich door zyn yver, kennis, toe wijding en aangenamen omgang de achting en genegenheid van geheel Roelof-Arendsveen weten te veroveren. De beste wenschen ver gezellen hem dan ook naar zyne nieuwe Btandplaatsl Intusschen biyft gelukkig de Veen niet verstoken van geneeskundige hulp. De heer Rooswinckel, arts te Rypwetering, heeft be reids de praktyk van den heer Jorissen ter hand genomen, en het lydt geen twijfel, of cie zal zich ook weldra in de algemeene sympathie mogen verheugen. Indien de ge ruchten waarheid behelzen, zal deze, eveneens zeer kundige arts, zich eerlang in de Veen metterwoon vestigen. By do Geref. gemeente te Werkendam is beroepen tot predikant ds. J. H. Donner Jr., te Nieuwdorp. Men scbryft uit Bodegraver Wegens het nogal groot getal leerlingen, dat aan eiken onderwijzer is toevertrouwd, en ook omdat met Januari 1897, ter voldoening aan de Wet, nog een onderwyzer noodig is, heeft het bestuur der Chnsteiyke School alhier besloten weldra tot de oproeping van een derden onderwyzer over te gaan. Tot onderwijzeres aan do school met den Bijbel te Naaldwyk ia benoemd mej. A. J. Spier, te Woubrugge. Op den 21sten Juli a. s. zal, biykens de aankondiging in de Staatscourant, het toelatingsexamen tot het Reservekader wor den gehouden. JongJiedon, die geen aanspraak hebben op vrijstelling van dat examen en het op prijs 6töllen tot het Reservekader toe te treden, moeten zich vóór den 21sten Juni a. s. tot deelneming aan het bedoelde examen hebben aangemeld by den hoofdofficier voor het Reservekader. De gelegenheid tot het afleggen van het bovenvermelde examen wordt 6lechts éénmaal per jaar opengesteld. Velen reeds ondervonden in vorige jaren teleurstelling, wyi zy hadden verzuimd zich tot deelneming aan dat examen tydig aan te melden. Ieder, die in den loop van dit jaar den leeftijd van 17 jaar bereikt en die niet ouder is dan 24 jaar, kan aan dat examen deel nemen. Geoefendheid io den wapenhandel is geen vereischte. In dat vak kan later een na-examen worden afgelegd. Nadere inlichtingen omtrent don dienst, de verdeoling van d-.n diensttyd, de vooruitzich ten en andere bijzonderheden kan men inwin nen by don hoofdofficier voor het Reserve kader te Utrecht, Lelig Erf, No. 2. Dat velen onzer jongelieden aan de roepstem van het legerbestuur gehoor geven I Dat, zooveel mogeiyk, ieder hunner zich den toegang tot het Reservekader verzekerel Daardoor toch kan men de gelegenheid vinden, om, zonder schade in eenig opzicht, veeleer zelfs in zyn welbegrepen belang, den eersten plicht jegens het vaderland te vervullen. De lste luit. H. J. Balfoort, van het 3de reg. inf., werkzaam ten bureele van den hoofdofficier van het Reservekader, wordt overgeplaatst van Utrecht naar Leiden. Voor de verkiezing van twee bestuurs leden der vereeniging „Opleiding van onder wijzers en onderwyzeressen in Zuid-Holland", in plaats van de heeren A. J. Labberton, van Alblasserdam, en L. Akkerhuys, van Schoon hoven (niet herkiesbaar), is de volgende alphabetische voordracht opgemaaktlste vacature: de heeren J. A. Van Dyk, te Lei den; J. J. Ten Have, te 's-Gravenhage, en W. De Vletter, aldaar 2de vacature: de heeren H. Blommendaal, te Puttershoek; H. Van Efforen, te Alblasserdam, en P. M. H. Wel ker, te Numansdorp. HH. MM. de Koningin en de Koningin- Regentes woonden gisteravond in het Ge bouw voor Kunsten en Wetenschappen te 's-Gravenhage oen gedeelte van het 9de Diligentia-concert by, het laatste in dit seizoen. De Commissaris der Koningin in de prov. Noord Holland zal Vrydag de gemeente Zaan dam met een bezoek vereeren, Het laatste bezoek van Z.Ex. aan die ge meente bad plaats in 1889. Naar de „N R. Ct." verneemt, is door de reeders G. Du Ry van Beest Holle, te 's-Gravenhage, en J. G. Van Wingerden, te Vlaaruingen, het contract met den Staat ge- teekend tot uitgifte in erfpacht van 40,000 vierkante meters grond aan den Hoek van Holland, met bet doel aldaar eene visschers haven te graven. De behandeling voor de Afdeeling van den Raad van State voor de geschillen van bestuur van het geschil tusschen Ge deputeerde Staten van Zuid-Holland en het gemeentebestuur van Gouda betreffende de verplichting tot onderhoud van den weg, loopende van de Hoflaan te Rotterdam tot de Mallegatsluis te Gouda, is voor onbepaalden tyd uitgesteld wegens het ongeval, den lands advocaat mr. Thorbecke overkomen, die in deze zaak als gemachtigde moet optreden. Te Amsterdam is tot leeraar in de Nederlandscho taal- en letterkunde aan het gymnasium benoemd dr. P. Leendertz, te Groningen, tot onderwijzers aan openbare lagere scholen: de beeren K. Van Dalfsen en H. Aspad, te Deventer. Heden herdenken de heeren W. J. Snellen, directeur van het postkantoor te Uirecht, en F. H. H. Doffognies, directeur van het postkantoor te Haarlem, hun veertig jarige loopbaan by het vak der posteryen. De minister van Staat, baron Gericke van Herwynen, is naar Brussel teruggekeerd. In verband met de aangekondigde proef nemingen te Scheveningen met de nieuwe snel- vuurkanonnen, zyn te 's Gravenhage aange komen de heer Nordonfelt, uitvinder van het stelsel dier 7.5 cM.-kanonnen, de heer De Schrijver, vertegenwoordiger van de firma Co .kerill, te Seraing, en de Belgische ingenieur De Thiry. De heeren vertoefden gisteren te Scheveningen tot het treffen van voorberei dende maatregelen. De minister van oorlog brengt ter ken nis van belanghebbenden, dat er voor zes burger-geneeskundigen (artsen), die voor den militairen geneeskundigen dienst physiek ge schikt zyn, gelegenheid bestaat om te worden benoemd tot officier van gezondheid der 2de klasse by het personeel van den geneeskun digen dienst der landmacht, onder het genot eener premie voor eens van f 2500. Het plan, om te Nymegen dezen zomer een driedaagsch zangersfeest te organiseeren in de sociëteit „De Vereeniging," neemt steeds vaster vorm aan. Het aanvankelijke comité van drie leden heeft zich tot een flinke com missie uitgebreid, welke zich binnenkort met hare financiëele plannen tot de ingezetenen zal wenden, in de overtuiging, aat haar een krachtige steun niet zal worden onthouden. Als data voor het feest werden gekozen 7, 8 en 9 Augustus a. s.de zangvereeniging „De Mastrechter Staar" zal zich doen hoorsn er bestaat het plan een buitonlandsch muziek corps voor een middag- en avondconcert te engageeren; solisten van naam zullen hum e medewerking verleenen en vauxhals, bals champêtres, enz., enz. komen op het voor- loopig programma voor. Met den trein van 12.29 nam. uit Am sterdam naai Antwerpen zullen, tot nadere aankondiging, 27 Mrt. en verder eiken Maan dag en Vrydag brieven en andere stukken worden verzonden aan het oorlogsschip „Van Speyk", te Port-Said. De brieven en andere stukken, welke men in die recht6treek8che zending wenscht te zien opgenomen, bebooren voorzien te zyn van twee elkaar kruisende strepen over het geheele adres, loopende van den eenen hoek naar den anderen. By koninkltyk besluit is benoemd en gecommitteerd, om Nederland op de 16 Juni a. s. te Buda-Pe*th te openen internationale telegraafconferentie te vertegenwoordigen, re heer J. P. Havelaar, directeur generaal der posteryen en telegraphie, aan wien wordt toegevoegd de heer A. Kruyt, inspecteur der telegraphie in algemeenen dienst. De Staatscourant van 26 dezer bevat de wet van 20 Maart jl. (Stsbl. No. 39), tot verandering van de grens tusschen de gemeente Amsterdam eenerzyds en de gemeenten Sloten, Diemen en Nieuwer Amstel anderzyds. De Raad der gemec-Dte Nieuwer-Amstel is op 1 Mei 1896 ontbonden. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland bepalen den dag, waarop de keuze der leden van den nieuwen Raad van Nieuwer-Amstel zal plaats hebben, en den dag, waarop, zoo noodig, een herstemming zal worden gehouden. Deze bepaling geschiedt zoodanig, dat de keuze plaats heeft in de maand April en de eerste vergadering van den nieuwen Raad gehouden wordt op 1 Mei 1896. Het eerste derde gedeelte van den nieuwen Raad van Nieuwer Amstel en de eerste helft der wethouders treden af op den eersten Dinsdag van September 1897. By koninklijk besluit van 25 dezer is, ter belooning van aan den lande bewezen buitengewone diensten ter zake van de krijgs verrichtingen tegen Lombok in 1894, aan den majoor der artillerie van het leger in Neder- landsch Indië G. Feullletau de Bruyn alsnog toegekend de eeresabel met het gebruikeiyke opschrift. Naar het „N. v. Ned." meldt, komt „Trilby" in Mei by „Het Nederlandsch Tooneel" op de planken. Het wordt dan alle dagen gespeeld, omdat de vereeniging voor het eerst na zeer vele jaren niet metr op de Groningscbe kermis voorstellingen geeft. De heeren Van Loghem en Leur zyn naar Londen geweest, om do vertooning aldaar te bestudeeren. Naar de „Limb. Koerier" verneemt, is door jhr. Meyer, kolonel van het 2de reg. huzaren, te Venloo in garnizoen, pensioen aangevraagd. 8) Dat gold baar en haar dwepen met de Franschen. Zy had het ala een zware, baar aangedane beleedigiDg opgenomen. Sedert dien tyd haatte zy alle Duitsche officieren, de ulanen het meest. Toen stierven heur ouders. Haar viel het aan Frankryk gebleven landgoed ten deel en zy trouwde met den uit den Elzas geëmigreerden monsieur Heil, die baar ln heur haat tegen de Dultschers zooveel mogelyk versterkte. Gusje, toen nog een kind, wiet van het voorval tusschen Amélie en den Duitechen officier niets en zag in den haat harer zuster tegen al wat Duitsch is Blecht3 een van die vooropgezette meeningen, zooals men er aan de Fransch Duitsche grens nog zoo dikwyis aantreft. Haar man had by de gardehuzaren gediend en in dat fiere regiment langzamer hand zyne antipathieën tegen Duitschland afgelegd. Daar bovendien de voortbrengselen van zyn landgoed in bet oude Duitsche ryk gratige koopers vonden, maakte hy zich allengs van de zoogenaamde proteatparty los en gevoelde zich, zoo niet e9n patriottisch Duitscher, dan toch verzoend met de ver houdingen en tevreden, en inflnenceerde op zpn jonge vrouw in gelyken zin. De zusters hadden nu gezamenlyk gegeten, zaten in een priëel en dronken koffie. E.-nsklaps verscheen een troep ulanen, met een ongeveer 24-jarigen luitenant aan het hoofd. Mevrouw Richter begaf zich onmid- deliyk in huis om de dienstboden te verwit tigen, terwyi madame Heil in het priëel bleef zitten. Intusschen waren de ulanen tot voor het hek gereden en maakten halt. Een toe vallig aanwezige tuinman wees hun den weg naar de zygebouwen en zeide„Daar worden de ulanen en de paarden ingekwartierd; de luitenant woont hier in het heerenhuis." Nochtans wendde de luitenant zyn schoon paard en reed met zyn manschappen eveneens naar bet voor dezen bestemde kwartier. Na ongeveer tien minuten kwam hy te voet terug, ging door den tuin, zag madame Heil in bet priëel zitten en kwam naar haar toe met de woorden: .Pardon, mevrouw, dat ik hier binnendring. Het lot der inkwartiering dwingt my, u lastig te vallen. Mag ik vragen, waar u beveelt, dat ik zal logeeren?" ,U dacht zeker, dat u eveneens in de zygebouwen ingekwartierd zou worden? Op zoo'n gedachte zou een Fransch cavalerie- officier nooit gekomen zyn. Die zou heel andere aangekomen zynl" .Hoe stelt u zich dan de aankomst van een Franschen officier voor, mevrouw?" „Die zou als een ridder uit den ouden tyd met zyn manschappen tot voor de trap gereden, daar uit het zadel gesprongen en haastig naar zyn kamer gegaan zyn, om zich daar van het stof te reinigen en zich om te kleeden, ten einde zich behoorlyk aan de vrouw des huizes voor te Btellen. U komt te voet als een gewoon soldaat." ,Ik kan slechts wenschen, mevrouw, dat u gelyk heeft en onze kameraden aan gene zyde der grens altyd zoo in hun kwartier aankomen als u het schildert. „Waarom wenacht u dat?" „Omdat het verkeerd is." „Hoezoo?" „Wy beschouwen het als onzen plicht na een vermoeiende manoeuvre de paarden Diet meer nutteloos te plagen. Daarentegen achten wy het noodzakeiyk, eer wy aan ons eigen onderdak en aan ons eigen gemak denken, toe te zien, of de paarden en manschappen goed en naar de voorschriften ingekwar tierd zyn. Dat heb ik eveneens gedaan en gezien, dat alles in de beste orde ie. Nu verzoek ik u, my myn kamer te laten aan wijzen." Madame Heil beet zich op de lippen. Zy wilde iets antwoorden. Toen echtor op dat oogenblik haar zuster in het priëel trad, merkte zy kort op: „Hier is de vrouw des huizes. Ik ben haar zuster." De officier wendde zich na tot mevrouw Richter. „Mevrouw, ik herhaal oprecht myn leed wezen, u lastig te moeten vallen; maar ik ben niet by machte, er iets aan te veranderen. Myn naam is Kolb." „Pardon, luitenanti Ik hoop, dat u zich, zoo lang u hier is, in myn huiB wèl zult gevoelen. Myn man is, helaas, op reis en kan u dus niet de honneurs bewyzen. Wan neer wenscht u te eten?" „Als het u past." „Laten wy zeggen over een halfuur." „Ik ben u zeer dankbaar, mevrouw." „Goed, ik zal voor u hier in bet priëel laten dekkeD." De olficier zag in deze woorden het toeken, om zich te verwyderen. Hy salueerde en wilde gaan. Op dit oogenblik merkte madame Heil op: „Misschien vindt luitenant Kolb het aangenaam, thee met ons te driüken." Haar zuster keek haar verrast aan, maar voegde er onmiddellyk by: „Wy drinken tegen zeven uren thee op het terras. Mogen wy op u rekenen?" „Het zal my een groote eer zyn, te komen." Hy salueerde nogmaals, ging naar het huis en werd daar door een bediende naar zyn kamer geleid. „Maar, Améliel Jy wilt met den Duitschen officier verkeeren? Ik vind het zeer aardig van je, want het zou my zeor pyDlyk zyn geweest, hem ale een opgedrongen vyand te behandelen. Maar zonder jouw tuBschenkomBt zou ik het nimmer gewaagd hebben, hem te inviteeren. De man bevalt je dus?" „Bevallen - niet in 't minst. Ik haat hem, zooals ik alle Duitsche officieren haat." „Waarom heb je hem dan genoodigd?" „Omdat - omdat ik misschien rekening wilde houden met je positie als Duitsche grondeigenares." „Zoo? Dat had ik eigeniyk niet van je gedacht." Een bediende kwam vragen, waar hy voor den luitenant dekken moeBt. „Hier, in het priëel." Met deze woorden stond mevrouw Richter op. Haar zuster volgde het gegeven voorbeeld en beiden verlieten den tuin. Daar de huisvrouw zich excuseerde wegens huishoudelyke bezigheden, nam ma dame Heil een boek, begaf zich daarmede naar een echadnwryk plekje aan den vyver, ging in de daar aangebrachte hangmat liggen en scheen te lezen. Heur gedachten waren echter niet by het boek. Met moeite bewaarde zy haar zelfbeheeraching. Inwendig kookte zy, om zoo te zeggen, van woede. De korte leB, welke de jonge officier haar gegeven had, griefde haar als een beleediging, en zy besloot, eindeiyk eens heur baat tegen deze Duitsche schoolmeesters in officiersrok te luchten. Zy had evenwel haar zuster te lief, om in haar huis een „toonoel" uit te lokken, en dat, terwyi zy als een Boort van bystand opge roepen wae. Maar wraak wilde zy hobben, wraak op de Duitsche officieren in het alge meen en op de ulanenofficieren in bet byzorider. Langzamerhand scheen zy het met zichzelve eens te zyn. Een leelyke glimlach ontsierde haar anders zoo aantrekkelyk gezicht. Weldra echter had zy zichzelve weer geheel iri de macht. De plooien verdwenen uit baar trekken, zy sloeg het boek open en ten slotte las zy heel aandachtig in „De Wevers" van Haupt- mann. Kalmeerend werkte deze loctuur echter niet op haar opgewonden gemoed. Mevrouw Richter gaf zich geen rekenschap van hot gedrag barer zuster. Zy dacht by zichzelve, dat het een harer grillen waB, en wydde zich aan de huishouding. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 1