tfhankeiyk te stellen van amendementen op iet ontwerp kieswet. HO keurde het plan dor „Liberale Unie" \ls voorbereiding goed, doch sprak zyn twijfel uit over een hereeniging der liberale partij. (Hbl.) Verschenen is het afdeelingsverslag der Tweede Kamer over de ovoreenkomst met Belgiö over de verbetering van het kanaal GentTernouzen. Hieruit blijkt, dat een aantal leden dit tractaat willen verwerpen, als uitsluittnd in het voordeel van Belgiö, en anderen er voor zijn, mits do verschillende betrokken Neder- landsche belangen volkomen goed verzekerd blaken. Een telegram uit Lissabon meldt dat het handelsverdrag tusschen Portugal en Nederland door de Kamer van Afgevaardigden ls aangenomen. Prof. dr. G. Overbeek de Meijer, te Utrecht, heeft een balfjaarlyksch verlof aangevraagd voor een reis naar NederUnösch Indiö Tot commissaris van de Delftsche Brood fabriek ie in plaats van den heer C. fl. VaD der Mandele (overleden) gokozen mr. W. F. Van der Mandele. De rekening over het afge loopon jaar is goedgekeurd en het dividend bepaald op f 11 per aandeel van f 200. Voor de vacature, ontstaan door het overlijden van den luit. generaal P G. J. Van der Schrieck, is door de R. K. kiesvereeniging „Noord Brabant" definitief tot candidaat ge steld voor het lidmaatschap van de Tweede Kamer in het hoofdkiesdistrict 's-Hertogen bosch, mr. J. A. LoefF, R.-K., advocaat procureur, recbter-plaatsvervanger, lid van den Bosschen gemeenteraad en der Provinciale Staten. Naar men verneemt, vertrekt de voor zitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal deze week voor eenige weken naar het buitenland met het voornemen dien tijd grootendeels in Parijs door te brengen. Uit het jaarverslag over 1895 van de Coöper. Vloeschbouwerij van „Eigen Hulp" te '8-Gravenhago blijkt, dat het aantal leden op ulto. December 1895 bedroeg 786 met f 18,911.25 gestort kapitaal, tegen 689 leden een jaar to voren. Ingeslagen werd aan vee en vleeschwaren voor ƒ130,550.12, verkocht voor f 162,599.96, zoodat de bruto winst ƒ32,049.84 bedroeg. De exploitatiekosten beliepen f 11,913 04 '/i- Aan de leden zal tien en een half procent van hun verbruik kunnen worden uitgekeerd. Tot honorair-lid van het „Historisch Gonootscbap" te Utrecht is benoemd: Prof. A. Waddington, te Lyon, en tot gewone leden zfin benoemd de heoren: A. J. M. Brouwer Ancher, te Amsterdamprof. J. M. S. Baljon, to Utrecht; Bern J M. Do Bont, te Amster dam; dr. W. G. C. By vanck, te s Gravenhago; dr. H. J. Dompierro de Chauffepió, te 's-Gra- venhage; C. C. A. Croin, te Dordrecht; dr. Joh. Dyserinck, te Rotterdam; dr. W. Van Evordingen, te Delft; mr. B. F. W. Von Bruc- ken Fock, te Middelburg; dr. W. Van Geer, te Utrecht; dr. J. H. Gerretsen, te Dedems- vaart; dr. J. Hania Pzn., te Oosterbierum dr. G. Hulsman, to Zantvoort; dr. P. J. Kromsigt, te Scherperiissemr. E. Van Loon, te Groningon; dr. E. J. W. Posthumes Meyes te Heinenoord; mr. A. S. Miedema, te Sneek dr. J. J. Moolhuizen, to Doctinchem; jbr. W. Hora Siccama, te AmsterdamJ. F. M. Sterck, te Amsterdam; dr. J. G. Voegler, te Middel burg; dr. J. G. De Vos, te 's-Gravenhage; mgr. Van de "Wetering, aartsbisschop van Utrecht Do keuze van prof. dr. J. H. Van 't Hoff, voormalig boogleeraar aan de universiteit te Amsterdam, tot gewoon Jid van de physisch- mathematische afdeeling der koninklijke aca demie van wetenschappen te Berlijn, is door den koning vaD Pruisen bekrachtigd. Het Chr. Nationaal Zendingsfeest zal dit jaar gevierd worden op ade buitenplaats „Waterland", onder Velzen, welk buitengoed hiervoor welwillend werd afgestaan door jhr. Boreol van Hogolanden, burgtmooster van Haarlem. Het stoomschip „Ardjoeno", van Rotter dam naar Batavia, passeerde 21 Maart Gibral tar; de „Borneo", van Batavia naar Rotterdam, vertrok 23 Maait van Marseille; do „Bromo", van Rotterdam naai Batavia, vertrok 23 Maart van Perim; de „Bundtsrath" van Hamburg en Amsterdam naar Oost Afrika, arriveerde 22 Maart te Aden; de „Prins Willem II" vertrok 21 Maart van Nieuw-York naar West- IndiÖ; de „Prinses Sophie", van Batavia naar Amsterdam, vertrok 23 Maart van Port-Said de „Sumatra", van Amsterdam naar Batavia, vertrok 23 Maart van Cameronde „Utrecht" arrivetrde 23 Maart van Soirabaia te Hong kong; de „Gelderland", van Rotterdam uaar Java, is 23 Maart Ouessant gepasseerd; de „Schiedam", van Amsterdam naar Nieuw-York, passeerde 23 Maart Lizard. liet Bal-masqué. Men is toch maar riet zoo spoedig uitge praat over de vraag: „Wat verlangt het publiek eigenlek?" Mc*n weet het niet; telkens wanneer men zich verbeeldt nu althans een leiddraad, een uitgangspunt gevonden te hebben, ont trekt het publL-k zich aan elke waarneming en handelt net precies anders als men zou meonen te mogen verwachten. Zoo was bijv. nu weer voor Zaterdag 11. aangekoudigd „Les faux bonhommes" van Barrière on Capondu, een klassiek geworden comédie, een echt mooi stuk, dat bovendien door Chiispijn met de zijnen voortreffelijk gespeelJ wordt, en ziet, eveDtjoB twintig plaatsen wartn .genomen, zoodat de voorstelling niet kou doorgaan. Om nu geene groote woorden te gebruiken, zullen wy zeggen dat dat, op zijn zachtst genomen, jammer was, terwijl „Het Bal-masquóeen beel gewone klucht, zooals er honderden zijn, een eenvoudig lachsuccès en niet tens nieuw meer, zooal geen vollo zalen, dan toch genoeg menschen weet te trekken om de voorstelling te doen plaats hebben. Wat wil men dan toch? Uitsluitondkluchten, vroolijke, uitgelaten tijdpasseringen? Wel neen, dan komen er immers individuen ver klaren dat het met die lachsuccessen maar uit moet z\jn en dat het publiek, of een deel er van, degelijke werken verlangt. Best moge lijk en het klinkt vooral erg goed en deftig, maar als er dan zulke stukken aangekondigd wordon, komt dat publiek niet op, doch laat heel leuk het gezelschap in den steek. Aan dergelijke belangstelling heeft niemand iets. Hoe 't zij, de keuze tusschen „Huichelaars en Weerhanen" ter eene, „Het Bal masqué" ter andere zijde had niet moeilijk behooren te wozen, wat niet wegneemt dat wij Poolman gaarne gunnen dat zijne voorstelling gister avond heeft kunnen doorgaan. Bet stuk, in het Fransch „Le Carnaval de Nice", alias „Le Veglione", geheeten, is een echt dol product uit de werkplaats van Bisson en Carré, de bekende schrijvers van meerdere dolzinnigheden als „Le voyage d'agrément", „Les surprises du divorce", „La familie Pont- Biquet" e. a. Een echt kind van een paar Fransche breinen. Licht en luchtig, jolig, dwaas, niet onfatsoenlijk, maar ook vooral niet overmatig fatsoenlijk, een geschikt „mopje" om gedurende een seizoon avond aan avond de bezoekers van het Palais-royal in de rue Montponsier te doen schudden van het lachen, daarna het buitenland dat genoegen eens te gaan bereiden, en vervolgens plaats te maken voor een ander, dergelijk wc-rk. Den schrijvers handigheid ontzeggen zou onbillijk zijn, maar mbt die eigenschap heeft men ze dan ook den grootsten lof gogeven, waarop ze aanspraak kunnen maken. Een zekere Justaret (niet Justuret, zooals het pro. ram ma aangeeft) is verliufd op Suzanne Berjonnet. Hij moet naar Canada vertrekken en draagt zijn vriend Blanchon op informaties omtrent do familie Berjonnet in te winnen en, zoo die gunstig uitvallen, do hand van Suzanne voor hem (Justaret) te vragen. Blan chon ziet het meisje, wordt zelf verliefd en trouwt haar zoodra hij alle mogelijke gunstige inlichtingen heeft ontvangen. Hij is genees heer en als zoodanig geassocieerd (wy zijn in Frankrjjk) met den apotheker Poulard, bij wien hy ook inwoont. Als hij drie jaar ge huwd is, komt hem daar plotseling Justaret overvallen. Nu is goede raad duur. Deze mag Suzanne natuurlijk niet zien als de vrouw van Blanchon. Op de een of andere wijze moet dus öf Justaret verwijderd wordon öf Suzanne voor een poosje verdonkeremaand. Blanchon besluit tot het laatste en zendt zijr. vrouwtje met Poulard naar het Carnaval in het naburige Nizza. Suzanno wil daar abso luut naar het bal-masquó en om den tegen stand van Poulard te overwinnen, gaat zij met hem dineeren „en cabinet particulier", maakt daar den eerzamen man onstandvastig, vulgo dronken, en troont hem dan medonaar het bal. Hier valt Poulard dadelyk in 6laap en weet zich derhalve den volgenden dag niets meer te herinneren van wat er alzoo met en door hem gedaan is. Intusschon heeft Suzanne Justaret ontmoet, dio ook de carnavalsfeesten meemaakt, en nu komt het tot eene verklaring. Zy verneemt daar dat Blanchon, toen hij Suzanno voor zichzolven begeerde, aan den vriend in Canada heeft wijsgemaakt dat de familie Berjonnet er eene was van een uiterst bedenkelijk ge halte: de vader aan den drank, de moeder een gewezen café-chantant-zangeres en de dochter Suzanne behept met alle slechte eigenschappen, die ze van dat waardige paar zou hebben kunnen overerven, als het waar geweest was. Bü de ontdekking van het geploegde bedrog zijn Suzanno on Justaret terecht boos op Blanchon en zij besluiten hom gevoelig te straffen. Hy moet eens gepiinigd worden on inderdaad, den volgenden dag krijgt hy van martoüngen volop zyn portio. Wat Suzar.no al niet heet uitge haald te hebben op en na dat bal, met Poulard, met Justaret en vele anderen I 't Is verschrik- keiyk! Do ongelukkige Poulard is voortdurend de dupe der geschiedenis en heoft het hard te verantwoorden by zyn echtgonoote Suzanne houdt zich eerst nog of ze ifog „lêgèrement émue" is, doet allerlei halve verhalen en mede- deelingen, doch als Blanchon genoeg gefolterd is eu ook zyn wraak weer genomen heeft, breekt eindeiyk het licht door, alles wordt opgehelderd, vorgeven en goedgekeurd, en na Justarot's aankondiging, dat hy eene andere vrouw gevonden heeft, eindigt het stuk in de moest rooskleurige stemming. Het is nog niet lang goleden (16 October 1893), dat wy dit stuk, toen als „Le Carnaval do Nico", hier in Leiden zagen van een Fransch gezelschap: de tournée Frédéric Achard. Het moet dadelyk gezegd: In het Fransch en door Franschon gespeeld, was het tienmaal aardiger dan thans in het Hollandsch. De vertaling is slordig en leeiyk, er is te veel aardigs by verloren gegaan. Wat is er over ge leven van de heerlyko réclame: „Miel Poulard, le seul purgatief qui est agréable au goüt"? Wat van de leuke verklaring: „Quand je n'ai pas dormi mes dix heures, il no faut rien me demander"? Hoe verwaterd was het kluchtige onderzoek naar den trein, waarmee PouLrd teruggekomon zou zyn: „C'e-t ce que j'allais vous dire, a sopt houres il n'y a pas d'train"! en den vermakelyktn wanhoopskreet: „Quelle sale compagnie"! Maar ook het spel stond ver beneden dat der Franscben. By di9 geboren acteurs en actrices ging alles fijn en rustig, los en smaakvol, terwyl hier hot ensemble spel ont aardde in herrie, in lawaai, in onnoodige drukte. Hoo uitstekend onze tooneelspelers soms ook mogen wezen, toch scbynt het nog altyd, dat er stukken bostaan, waarvan de vertolking alleen aan Fransch en goed toever trouwd is. Henri Poolman speelde den Poulard en hy was verreweg de beste. Toch speelde Alfred Worms die rol veel mooier. Poolman trok te veel gezichten, hing den clown uit, terwyl Worms in het geheele stuk geen spier van zyn hoogst komisch gelaat vertrok. Dat is veel beter, dat past veel moer voor den drogen apotheker dan al die grimassen, die uitsluitend op een gemakkelijk succes berekend zyn. Mevr. Poolman had een onnoodig leelyke, sterk overdreven grime; zy was wel lastig, maai> gaf ons geenszins het type van de eerzame burgervrouw. Juffr. Sasbacb had als Suzanne wel enkele goede oogenblikken, met name deel zy zeer haar best in de scène van de voorgewende dronkenschap in het tweede beöryf, maar toch bleef ook zy verre ten achter by Mme. AchardBecker. Hoe moesteriyk speelde die niet hetzelfde tooneeltje daar was alles fijn, hier alleen luidruchtig. De heer Erfmann staat op een gevaarlyk standpunt. In den laatsten tyd wordt hy veel vuldig, hoogst ongemotiveerd over het paard getild, wat hem de allures heeft doen aan nemen alsof hy „er al is". Niets is minder waar. Yoor hem begint de studie eigeniyk pas. En wanneor, zooals gisteravond, het slin geren met do beenen, het in de zakken of in de vestopeningen steken van handen of duimen, het wyd opensperren van den mond en het uitstooten van gemaakte, onaangename geluiden voor losheid en gemakkeiykheid van spel moeten doorgaan, dan vergist deze acteur zich deerniswaardig. Yoorloopig mag genoemde heer zich nog heel wat slechte eigenschappen afwennen; dan komt er plaats voor goede en dat is al veel gewonnen. De heer Morriën als Blanchon was styf, conventioneel en onnatuurlyk. Als nastukje kregen wy het veelbesproken „Onder Ons" van Marcellus Emants. Emants is een zeer knap artist, de eenige van het Baniergeslacht, die, zooals Yan Deyssel het uitdrukte, niet verongelukt is. In „Onder Ons" heeft hy een prachtig stukj9 humor gegeven, tintelend van fijnen geest en van waarheid. Het interieur by de familie Hurstendonk, waar oom de dominee met goede bedoelingen fraaie, zalvende woorden spreekt on eerst aangehaald wordt, doch later in de algemeeno ruzie als zondenbok wordt gebezigd, is uitstekend weergegeven. Die per sonen leven voor ons, het is een echt stukje natuur. Men zul zich herinneren tot welk een onverkwikktiyken pennestryd tusschen de directies Chnspyn en Poolman en den schryver de opvoering van „Onder Ons" heeft aanleiding gegeven. De heer Emants is niet tevreden geweest en dat is zoo'n wonder niet. De auteur zelf, die alles wat hy neergeschreven heeft, dieper gevoeld, doordacht, doorleefd höeft, zal wel altyd het allermoeilykst te voldoen zyn by een vertolking van zyn werk. Toch kwam het ons voor dat dit stukje juist toonde hoeveel goeds Poolman met de zynen nog vermag te geven. Daargelaten dat de auteur hier en daar een toets zou hebben willen wyzigen, eene scha keering aanbrengen, een nuance vergrooten of verkleinen, was de opvatting in het algemeen Z3er goed te noemen. De heer en mevrouw Poolman, Holkers, Erfmann en mej. Sasbach waren hier alleszins vtrdiensteiykhhr ging niemand zyn boekje te buiten. In elk geval is het weer te pryzen dat Poolman met zyn bekenden yver en voortvarendheid ook dit voortreffelyke nationale stukje wederom zoo spoedig op zyn répertoire heeft gebracht. Mej. Sasbach ontving van de Studenten commissie een fraaien ruiker. v. B. Gemengd Nieuws. De batteryen van bet 2de regi ment veld artillerie uit Leiden en 'sGraven- hago zullen van 11 tot 24 Juli tacttische schietoefeningen houden in de legerplaats by Oldebroek Heden had te Katwjj k het p r y s- schieten plaats voor het 4de bataljon 4de regt. infanterie alhier. De pryzen, bestaande elk uit 8 dagen verlof en f 5, werden gewonnen door den korporaal Martens der 1ste comp., den soldaat Yeilbrief der 2de, den soldaat Diemeyer der 3de en den soldaat Van der Mee der 4de compagnie. Daar do b r i g a d e - c o m m a n d a n t dor Ryksveliwacht te Alfen, de brigadier- ryksveldwachter J. P. Letcher en A. Ouds hoorn, onbezoldigd ryksveldwachter te Leider dorp, yverig met hun onderzoek voortgingen, zyn nog vele voorwerpen in beslag genomen en is door hen ook de dader gevonden van den in de maand Januari van dit jaar ge- pleegden diefstal ter waarde van ongeveer f 400 aan blokken touw, enz. van twee bom schuiten, liggende in de gemeente Leiderdorp en thuis behoorende te Katwyk. De dader is ook hiervan T. Matthys Yan Schaick. De in beslag genomen voorwerpen zyn door de eigenaren herkend. Ook andere - personen, waar ontvreemöin gen plaats haddeD, herkenden hun goed en nog steeds komen er eigenaars van elders om hetzelfde te ervaren. Men schryft ons uit Roelof- Arendsveen: Men zrl zich nog wel herinneren dat op het einde dts vongtn jaars de huisvrouw van G. v. Y. alhier dezen voor ettelyke hon derden guldens benadeelde, welke gelukkig nog bytyds terecht kwamen Naar men ver neemt, heeft de man veiligheidshalve zyne contanten by een ander in bewaring gegeven, waardoor zyne eega in eene ledige kas grypt. Doch wat heeft deze dame nu uitge haald? Terwyl ba£- man Zondagmorgen naar de kerk te O.-Wetering was, heeft zy met behulp van een schipper den geheelen inboe del uit het huis naar Leiderdorp gevoerd. De niets kwaads vermoedende man keek by zyne thuiskomst vreerad op in de ledige kooi! Voorgelicht door de politie, yide hy naar L., waar hy tot zyn geluk vóór de verhuisvracht aankwam en de lossing er van kon beletten. Op zyn last mocht dezelfde schipper er weer mede naar R.-A.veen terugvaren. De daderes bleef logeeren by hare dochter te Leiderdorp. Aan denZuidwalte's-Graven- hage moest Zondag middag de tusschenkomst van een paar politie agenten worden inge roepen om twee oudjes, man en vrouw, samen minstens anderhalve eeuw oud, die met elkander twistten, tot kalmte te brengen. Hoewel stram en styf, achtervolgde de man zyn vrouw met een byi. De langs den straatweg te Scheve- ningen voor de te bouwen hoofden aange legde spoorbaan is tot aan het Kurhaus gereed. De werkzaamheden zelve zullen eerst in het begin van April aangevangen worden. Dit geldt ook voor den bouw van den strandmuur, waarvoor nu drie houten keten op den straatweg zyn geplaatst. Yan aanvoer van materialen is nog niets te bespeuren. Men berekent, dat voor den te maken strand muur, enz. ongeveer 3000 wagenladingen materialen derwaarts zullen moeten worden vervoerd. Te Utrecht liep dezer dagen het praatje, dat de Yereeniging „Trouw aan Koning en Vaderland" zeer zorgeloos omsprong met de gelden, haar ten behoeve van oud-stryders tor hand gesteld. Aan familiebetrekkingen van overledenen zou nog uitkeering geschieden Een hoogleeraar, wien dit praatje eveneens was medegedeeld, achtte zich geroepen auto riteiten en politie van de zaak te verwittigen, een onderzoek werd ingesteld en de onjuist heid van het gerucht kwam aan den dag. De hoogleeraar deed amende honorableen om daarop het zegel te drukken, noodigde hy de „opgèstane dooden" aan zyn huis; daar werden zy, in de antichambre, onthaald op broodjes, chocolade en sigaren, en by het weggaan ontving ieder, tot zyne groote ver rassing, twee ryksdaalders uit een geld6om- metje, dat de professor van studenten voor de oud8trydor8 had ontvangen. Zoo vertelt het „N. v. d. D." Te Beers brandde Zondagmiddag een boerdery af. Do geheele inboedel benevens eene koe werden door het vuur verteerd. De bewoner lydt circa f 2500 schade. Alleen het huis was verzekerd, voor 3200 De oorzaak van den brand is niet bekend. Op den hoek van de Nieuwstraat en den N. Z. Voorburgwal te Amsterdam is een loodgietersjongen van hot dak gevallen. Toen men hem opnam, bleken de levens geesten reeds geweken. Elisabeth V., beschuldigd van 29 Januari jl ten huize van haar zwager W. Timmermans, te Bokste), by wien zy inwoonde, brand te hebben gesticht en diefstal te hebben gepleegd, ia door de rechtbank te 's-Hertogenbosch tot een gevangenisstraf van vyf jaar veroordeeld. Een arbeider te Zutfen was sedert ongeveer eene maand door zyne vrouw verlaten. Haar tegenwoordig verblyf te G. gevonden hebbende, verzocht hy de tusschenkomst der politie om zyne vrouw terug te kryger.. Vrydag nu werd de vrouw aan hem teruggegeven, hetgeen echter van zeer korten duur was, daar deze hem nog denzelfden avond opnieuw ontliep, vermoedelyk om zicff weer naar G. te begeven. Te Eaens werd Vrydag het eerste kievitsei gevonden door den schipper U. De Wilde; by ontving er f 15 voor. Van Tessel zyn Donderdag de eerste twee kievitseieren verzonden, welke in den polder Eierland waren gevonden. Mishandeling met doodelijk gevolg. Yoor dit feit had zich gisteren voor do Utrechtsche rechtbank te verantwoorden de 21 jarige Dirk Van Roepel, uit Amersfoort. Op Zondag 9 Februari jl. bracht bekl met een anderen boerenknecht, zekeren Bakker, drie meisjes (waarvan twee nichten van Bakker) uit Nykerk over Amersfoort naar hare woonplaats Soest. Het was ongevoor halfnegen in den avond toen zy bier aan kwamen. Nauweiyks waren zy in het dorp, of een tweetal personen liep hen eenigen tyd achterna. De meisjos begrepen, dat dit tweetal geen goede bedoelingen op het oog had, en waarschuwden daarom bekl. en hun neef den Ryksstraatweg niet terug op te gaan maar een anderen weg te kiezen, ten einde zood03nde weder in Amersfoort te komen Deze antwoordde hierop: „als ze aan myn lyf komen, steek ik ze met een mes dood." Nadat zy de meisjes thuis hadden gebracht, gingen zy toch weder den Ryksstraatweg op. Al spoedig ontmoetten z(j het bewuste twee tal personen, thans vermeerderd met nog één. Deze drie personen achtervolgden Van Roepel en Bakker, en riepen hen toe: „zoo spoedig nrogelyk te maken maar weder in Amersfoort te komen, anders konden zy een pak slaag krygen. Zy lieten het echter niet by woorden, maar gingen alras over tot hanatastelykheden, die de Amersoorters niet onbeantwoord lieten. Een inwoner van Soest, zekere Huigen, wilde de twistenden scheiden, eu begaf zich tusschen de vechtenden. Dit bekwam hem echter slecht, want al dadelyk ontving hy met een mes oen steek in de linkerzyde van den hals, en ook zekere Hilhorst ontving een steek en was onmiddellyk dood. Bekl. eu Bakker gingen op de vlucht en vervolgden hun weg naar Amersfoort, waar zy den volgenden morgen gearresteerd werden, Hoewel bekl. eerst ontkende in Soest ge weest te zyn, kwam hy spoedig opdezeont- kentenis terug, en bekende hy Zondag-avond twee Soest.maren te hebben gestoken. Bakker werd weder in vryheid gelaten. Uit de verklaring van dr. Bitenburg te Soest biykt, dat Hilhorst, evenals Huigen, een wonde had in de linkerzyde van den hals. Door de diepte van de wonde, en doordat de verbloe ding niet onmiddellyk was gestuit, moest de dood woldra volgen. De wonde van Huigen was niet doodeiyk. Binnen een tiental dagen was zy genezen. Bekl. bekende ter terechtzitting slechts één persoon gestoken te hebben Wien en waar wist hy niet. Volgens de verklaringen van de deskundigen moet de wonde by Hilhorst met groote kracht zyn toegebracht, vooral omdat één der nekspieren was doorgesneden. Bekl. neweert uit verdediging zyn mes te nebben getrokken De getuige Bakker ver klaart echter, dat dit met noodig was, want men sloeg elkander met do handen Ook hy had een mes oy zich, maar heeft het niet uit de 8cbeede gehaald. Op de terugreis was bekl. erg opgowonden en zeide hy: zeker te weten, dat hy er één geraakt had." Op de plaats, waar de vechtparty gehouden werd, was het zeer donker, zoodat men elkander zeer slecht kon onderscheiden Eenige getuigen hebben in de nabyheid van de vechtparty hooren roepen: „sla my niet, ik zal ^aan." Bekl. beweert dat hy dit gezegd heeft. Twee Soestenaren verklaren bekl. naar Huigen en Hilhorst te hebben zien steken Hy .waaide niet met het mes, zooals by ter terechtzitting zegt, maar trok het mes uit zyn zak en ver wondde onmiddellyk achter elkander Huigen en Hilhorst. De vechtparty volgons hen, niet van ernstigen aard. De subst. officier van justitie, mr. E. A. Smidt, meende dat het wettig en overtuigend bewys van de schuld van bekl. is bewezen, zoowel het ten laste gelegde van de mishan deling met doodelyk gevolg van Hilhorst als de ernstige mishandeling van Huigen. Het komt spr. voor dat bekl. een innerlyken aan drang heeft gehad, om te mishandelen Dit blykt uit zyn woorden: „het bloed kookt my" enz., die hy uitte toen hy de meisjes naar huis bracht. De houding van bekl is zeer zeker aller vreemdst te noemen. Eerst ontkent by; voor den rechter-commissaris bekent hy alles en ter terechtzitting bekent hy ten deele. Ten slotte requireerdo de subst.-officier een straf van 1 jaar en 6 maanden. Mr. Tiboei Van der Ham bestreed in een uitvoerig, welsprekend pleidooi de meening van het O M., als zoude bekl. reeds vooraf de gedachte gekoesterd hebben, te willen mishandelen. Naar pleiters overtuiging heeft bekl. hier uit verdediging gehandeld. Na gewezen te hebben op het gunstig verleden van bekl., die nog nooit een straf heeft ondergaan, be veelt pleiter zyn cliënt in de clementie der rechtbank aan. Na re- en dubliek werd de uitspraak be paald op Zaterdag 4 April a. s. Politie. Door den brigadier der ryks-veldwacht en A. Oudshoorn, gemeente veldwachter te Leider dorp, is een groote zak met verschillende linnen en katoenen goederen in beslag ge nomen, afkomstig uit een deftig gezin, als mede een hoeveelheid touw en planken, alles afkomstig van diefstal, zoomede schoten met blokken afkomstig van binnenvaartuigen, twee scheepsplanken en een dreg. Verzoeke opgave en inlichtingen door de eigenaars dor vermiste goederen. BUITENLAND. Frankrijk. De ,Vos8. Ztg.' verneemt, dat de hoeren Hanotaux en Poubello hebben bedankt voor do benoeming tot. gezant van Frankryk te Beriyn. Als opvolger v*n den heer Herbette wordt nu genoemd de heer Decrais, oud gezant te Londen. - De Fransche regeering heeft aan den Oostenrykschen gezant te Beriyn, graaf Wol- kensteyn, het grootkruis van het Legioen, van Eer verleend. D ul! tsohlancl. Het Duitsche keizerpaar zal met de beide Duitsche prinsen heden, Dinsdag-namiddag, om halfzes te Genua aankomen, en zich aan stonds aar. boord van het keizerlyk jacht „HoheDzollern" begeven, dat kort daarop zee kiest met bestemming naar Napels. Daar zullen HH. MM. vertoeven tot aan het einde dezer maand, om dan aan Palermo een be zoek te brengen. Van daar wordt de tocht om het Italiaansche schiereiland voortgezet. Het Italiaansche eskader onder admiraal Canevero is aangewezen om keizer Wilhelm te Genua te begroeten. Naar gemeld wordt, zal den llden April te Venetië eene ont-' moeting met koning Humbert plaats hebben en zil de keizer omstreeks het midden van die maand te Weenen de voorjaarsparado bywonen. De koning en de koningin van RumeniS zallen te Venetië koning Humbert en keizer Wilhelm ontmoeten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 2