"Vrijdag SO Maart.
A°. 1896
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van <Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 19 Maart.
Feuilleton.
Oet visioen van Marcus Swainson.
N°. 11065.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandon.
Franco por post
Aizondoriyke Nommer»
f 1.10.
0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt 0.05 berekend.
Ofüoiëele Kennisgevingen
Kiezerslijsten.
Burgemeester on Wethouders van Loiden;
Gezien art. 10 der wet yau 4 Juli 1850 (Staats
blad No. 37). zooals die is gewijzigd bij het Vilde
mddiiioueele artikel der Nieuwe Grondwet;
Brengen ter algemeens kennis, dat de lgaten der
personen, die tot het verkiezen van leden van de
Tweedo Earner der Staten-Generaal, van de Provin-
oi-.lo Staten en van den Gemeenteraad bevoegd zijo, op
heden zijn vastgesteld en gedurende de eeretkomendo
veertien dagen voor een ieder ter iüzage ncdergelegd
Zijn op de Plaatselijke Secretarie, terwgl een exem
plaar van elk dier lijsten is aangeplakt op de kleine
pers van het Raadhuis en ieder persoon bevoegd
tot uitoefening van hot kiesrecht gorochtigd is bij
«ngózegeld verzoekschrift tegen die lijsten bezwaren
in te dienen binnen den tijd van veerti.n dagen.
Voorts wordt bekend gemaakt, dat ecne opgave
i van do personen, die van de lijsten zijn gesohrapt,
mede op do kloino pers van het Raadhuis is aange
plakt mot vermolding van de oorzaken, waarom zg
daarop niet meer voorkomen.
Burgomeester en Wethouders voornoemd,
Leidon,
14 Maart 1896.
F. WAS, Burgemeester.
E. EIST, Secretaris.
B(j koninklijk besluit vau 18 dezer zyn
bekrachtigd de bij besluiten van den Raad
der gemeente Amsterdam van 4 dezer gedano
benoemingen van: dr. Hector Treub, hoog
leeraar aan de Ryks-Unive:sitei(. te Leidtn,
en dr. W. H. Bakhuis Roozeboom, lector aan
üe Rijks-Universiteit te Leiden, tot gewoon
hoogleeraar aan de Gemeentelijke Universiteit,
te Amsterdam.
Door den minister van koloniën is de
heer A. L. Van den Berge, onderwijzer aan de
openbare jongensschool der 2da kl. te Leiden,
ter beschikking gesteld van den Gouverneur
Goncraal van Ned.-Indië, om te worden be
noemd tot onderwijztr der 3de klasse bij het
openbaar lager onderwijs voor Europeanen en
met dezen gelijkgestelden in Ned.-Indiè.
In de jaarvergadering der Leidsche
Coöperatieve "Winkelvereeiiiging „Door volhar
ding verkregen", welke gisteravond in het
lokaal „Ephraïm" is gehouden, werden, na
opening door den voorzitter, door den secretaris-
boekhouder de notulen der vorige vergadering
gelezen, en, ten gevolge daarvan, door den
voorzitter de noodige inlichtingen verstrekt;
daarna werd den secretaris-boekhouder ver
zocht verslag uit te brengen omtrent den toe
stand der Vereeniging, waaraan het volgende
is ontleond: het aantal leden bedroeg einde
1895: 120; het ledenkapitaal 1501 47, het
reservekapitaal ƒ78.595, de goederen inventaris
ƒ2006.19 en de gereedschappenrekening
ƒ317.61.
De totale omzet in den winkel bedro?g
ƒ7600. De broodcontractant leverde aan -34
leden der Vereeniging in het vorig jaar 32,777
brooden tot een totaal-bedrag van ƒ1653; de
leverancier eer brandstoffen leverde gedurende
dien tyd 2765 heet. brandstoffen, benevens
189,000 stuks turven, makende te zamen een
be-lrag van 2554, terwyl door 16 leden, die
van het schoenencontract gebruik hadden
gemaakt, van 1 Januari tot 20 Nov. 1895,
(met dien datum heeft de contractant het
contract opgezegd) werd besteed ƒ145.
Daarna werd door de commissie van veri
ficatie rapport uitgebracht omtrent hare be
vindingen, z(J constateerde dat alles in de
beste orde was bevonden en bracht het be
stuur een woord van dank Yoor de vele be
moeiingen, de Vereeniging betreffende, waarop
de voorzitter zyn wederkeerigen dank aan
bedoelde commissie overbracht wegens hare
stipte en veel tyd roovende accuraatheid, in
deze betoond.
Vervolgens werd overgegaan tot de bestuurs
verkiezingen. Volgens rooster moesten aftre
den: lo. de secretaris-boekhouder, 2o. de
tweede penningmeester, benevens één com
missaris; deze allen werden met by na alge-
meene stemmen herkozen; ook eene vacant
gekomen plaats in de commissie van verifi
catie werd aangevuld, evenals die der plaats
vervangende leden dier commissie.
Met een woord tot opwekking en aansporing,
om de waren meer dan tot nu toe uit den
winkel te betrekken, hetgeen niet anders dan
ten goede moet komen van de leden, sloot
de voorzitter de vergadering.
Den leden zal, zoo spoedig mogelijk, een
gedrukt verslag worden toegezonden.
De opkomst was gering, en dit niettegen
staande trouwe opkomst was verzocht.
De 1ste luit. W. J. Methorst, van het
2de reg. veld art. te Leiden, wordt met 1 Mei
gedetacheerd by het corps rydende artillerie
te Arnhem.
De 1ste luit. W. Laatsman, van het 2de
reg. veld-art., wordt 1 Mei e. k. overgeplaatst
van Den Haag naar Leiden.
Van Dale's „Woordenboek der Neder-
landsche Taal" is bekend, het heeft burger
recht verkregen. De eerste uitgave er van
was klein, de volgende reeds grooter en zoo
wies uit Van Dale's uitgave langzamerhand
het boek, dat Nederland twaalf jaren heeft
gebruikt als h6t standdaardwerk van Neder-
landsche lexicologie.
Weder is een nieuwo uitgave van Van
Dale's Woordenboek noodig.
Was de bewerking daarvan opgedragen
aan den bekenden Nederlandschen taalkundige
H. Kuiper Jr., die als onder de oogen van
de redactie van het Woordenboek der Neder-
landsche Taal arbeidde, zjjn onverwacht
overlijden in Januari 1895 belette hem, z\jn
werk verder dan tot de letter G te voltooien.
Mochten de uitgevers toen den heer dr. G. J.
Boekenoogen bereid vinden, de onvolbrachte
taak te aanvaarden, na enkele maanden viel
dezen de eer te beurt, zelf in de redactie
van het Woordenboek op te treden. Nu zet
de heer A. Opprel, doctorandus in de Neder-
landsche letteren, het werk voort en zal het
spoedig tot een einde brengen.
Met zorg herzien en bijgewerkt, zal deze
vierde uitgave, (welke thans by de heeren
Mart. Nyhoff te 's-Gravenhago en A. W.
Sytboff te Leiden V6rschynt onder den titel
„Groot Woordenboek der Nedtrlandsche Taal")
naar schatting 120 vel druks van 16 blad
zijden, elk van twee kolommen beslaan, blad
zijden aanzienlijk grooter dan die van den der
den druk. Zoowel gebruik makend van de
laatste ontdekkingen op taalkundig gebied,
als door de vermeerdering van de verklaarde
technische termen, zal Van Dale's Woorden
boek in deze nieuwe bewerking stellig zyn
naam handhaven als het Woordenboek der
Nederlandsche taal.
De prys is zoo matig mogeiyk gesteld.
Elke maand verschynt een aflevering van
zes vel oruks, terwyl, als het werk compleet
zal verschenen zyn, een keurige en goed-
koope band voor het boek verkrijgbaar zal
worden gestdd.
De druk is klein, maar zeer duideiyk.
Met gerustheid, met volle overtuiging kan
deze vierde, zoowel naar inhoud als vorm
zoozeer vermeerderde en verbeterde uitgave,
het Nederlandsche publiek worden aanbevolen.
Geen Nederlander, die zyn taal liefheeft, kan
het ontberen. Het is noodig zoowel voor den
letterkundige van beroep als voor den onder-
wyzer, zoowel voor den man, die zuiver
Noderlandsch wil schrijven, als voor een elk,
die eenigerlei wyze de pen hanteert.
De heer T. Lekkerkerker, cand. tot den
H. Dienst te Zoeterwoude, is beroepen by de
Ned.-Herv. gemeente te Hagestein.
De lysten der kiezers van leden voor
de Tweede Kamer, Provinciale Staten en
den Gemeenteraad in de gemeente Sassenheim
zyn gesloten met een totaal kiezers van 149.
De door Burgemeester en Wethouders
van Oegstgeest vastgestelde kiezerslysten
bevatten 378 namen van kiezers zoowel voor
leden van den Raad, de Provinciale Staten als
van de Tweede Kamer der Staten-GeneraaL
B. en Ws. dierzelfde gemeente maken
bekend dat do kiezer?lysten gedurende 14
dagen van af 14 Maart tot en met den 28sten
Maart 1896 ter gemeente secretarie voor een
ieder ter inzage liggen.
Bezwaren tegen die lysten kunnen vóór
den 29sten Maart by den Raad worden iüge-
bracht.
Tot voorzitter van den Boekborstpolder
te Voorhout is gekozen de hear L. Hoogduin
en tot secretaris penningmeester van dien
polder de heer P. Warmerdam.
Tot voorzitter van den Luizenmarktpolder
te Voorhout is gekozen de heer P. v. Steyn
en tot secretaris penningmeester de heer L. Belt.
In by voegsels der Staatscourant van 19
dezer zyn opgenomen de by koninkiyk besluit
goedgekeurde statuten van de naamlooze
vennootschap „De Steenfabriek en Kalkbran-
dery. Rynstroom", te Valkenburg by Leiden,
aangegaan voor een tydvak van 75 jaren.
Haar kapitaal bedraagt 100,000, in 200
aandeelen van 500, waarvan 104 zyn ge
nomen; de overige moeten geplaatst zyn
vóór 1 Jan. 1902. De heer P. Van Rooyen,
die voor 100 aandeelen beeft ingeschreven,
brengt daarvoor in de vennootschap den
eigendom eener steenfabriek met al wat daar
toe behoort; by is aangesteld tot direóteur.
Commissarissen zyn de heeren G. C. Miran-
dolle, oud-kapitein der mariniers en industriöel,
C. V. Zehender Vissers, gep. maj.-intendant
van het O. I. leger, en L. F. G. Mollinger,
particulier, allen te 's-Gravenhage.
Door de hoeren Gauverik en De Kanter,
ingenieurs te Amsterdam, is by het gemeente
bestuur te Boskoop concessie gevraagd, voor
zooveel die gemeente betreft, tot den aanleg
Vin een electrische tram van Gouda over
Boskoop naar Alfen, in verband met hun
concessie aanvraag tot electrische verlichting
in de gemeente Boskoop.
Het Nederlandsch Landbouwcomité, welks
dagelyksch bestuur in de volgende maand
weer byeenkomt, zal in Mei ter algemeene
vergadering worden byeengeroepeu, o. a. tot
behandeling van de wet op den suikeraccyns.
Zaterdag zal het Delftsch studentencorps
op de gebruikelijke wyze zyn Dies Natalis
vieren. Van den gekostumeerden optocht moet
dit jaar byzonder veel werk gemaakt worden.
Reeds eeDige weken geleden prykten de
aanplakborden aldaar met veelkleurige geheim
zinnige gedeelten van het programma, dat
dien dag in den vorm van een optocht zal
uitgevoerd worden.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft, met ingang van 1 April a. 8., aan J.
Arendsen de Wolff, op zyn verzoek, eervol
ontslag verleend als assistent voor de schei-
kunoe aan de Polytechnische School te Delft.
Door den minister van koloniën is de
heer T. G. G. Valette gesteld ter beschikking
van den gouverneur generaal van Ned.-Indië,
om by het middelbaar onderwys daar te lande
te Worden benoemd tot leeraar in de moderne
talen.
Uit een circulaire, door de. directie van
het staalbad Haarlem aan de oud geabon-
neerden van het Brongebouw rondgezonden,
blykt, dat er dit jaar zuslig ochtend- of avond
concerten aldaar zullen worden gegeven,
waarvan het eerste valt op Donderdag 14 Mei
(een matinée van de kapel van Zaagmans),
terwyl het laatste concert op 13 September
wordt gehouden.
Voor iDgezetene en vreemdeling zal veel
muzi-k te genieten zyn. Het orkest van h&t
Concertgebouw, de grenadiers en jagers, de
knpel van het 2de, 3de, 4de, 7de en 8ste
regiment infanterie, het Uirechtsch stedelyk
orkest, de Leidsche schuttery en de Haar-
lemsche kapel van Kiions, het gemeentelyk
muziekcorps, zullen zich om beurten gedu
rende het seizoen doen hooren.
De drinkhal wordt by gunstig weder half
April geopend; het badhuis is reeds in wer
king, zoodat nog slechts de badgasten moeten
komen, om van Haarlem te maken wat het
kan zyn: een aangenaam en gezond „Kurort"
voor landgenoot en vreemdeling.
De heer G. Wagemans, die gisteravond
by de heeren Van Lier, te Amsterdam, zyn
25-jarige tooneelloopbaan herdacht in „Hoe
ouder hoe gekker," kreeg verschillende kran
sen. De zaal was goed bezet. Aan het slot
der voorstelling voerden op het tooneel de
heoren Lageman en Homeyer het woord, om
den feestvierende kransen en geschenken aan
te bieden namens directie, collega's, technisch
personeel en namens afwezige collega's en
het Tivoli-gezelschap te Rotterdam.
Aangaande het nieuwe exercitie regle
ment voor de infanterie en do schuttery
vastgesteld voor de invoering van het geweer
van 6.5 mM. kaliber, verneemt men dat het
de behandeling, het dragen, laden, enz. be-
langryk vereenvoudigt.
Het geweer zal voortaan steeds worden ge
dragen zonder bajonet; alleen by het snelvuur,
dat den storm-aanval voorafgaat, wordt de
bajonet op den loop geplaatst.
De normale draagwyze is „aan den schou
der" d. i. aan den riem over den rechter
schouder.
Eene nieuwe beweging is het „in den arm"
nemen vermoedelijk eene eerbewyzing
waarby het geweer rechtstandig vóór en tegen
den linkerschouder wordt geplaatst.
Alle vroegere handgrepen zyn vervallen,
behalve het „overnemen", het „presenteeren"
en de houding „by den voet". Ook het „aan
rotten zetten" is vervallen; by de rust wordt
de ransel afgehangen en het geweer met de
tromp daarop gelegd.
De lading is ongeveer golyk gebleven. By
het vuren zoowel in het gelid als by het
tirailleeren worden steeds het doel en het
mikpunt aangegeven. Het tirailleur vuur zal
worden beoefend tot op een afstand van
1200 M.
De beoefening en uitvoering van dit regle
ment zullen by de infanterie reeds dadeiyk
moeten geschieden.
Door Burg. en Weths. van Amsterdam,
wordt den Raad het voorstel gedaan, den
Parktuin niet meer te verhuren, maar tot
bouwterrein te besteramen. Een pLn van
bebouwing is overgelegd, waaruit de bedoeling
blykt, een deel van hot terrein te behouden
als openbare wandelplaats.
Bhjkens by het departement van marine
ontvangen bericht is:
1. Hr. Ms. flottieljevaartuig „Nias", onder
bevel van den luitenant ter zee der 1ste kl.
jhr. J. A. G. Van der Staal, adjudant van
H. M. de Koningin, den 18den dezer van
Djeddah vertrokken, ter voortzetting van de
reis naar Oost-Indiö;
2. Hr. Ms. korvet „Alkmaar", onder bevel
van den kapt.-luit. ter zea A. VL _F. C. Van
Woerden, in den voormiddag van 18 dezer
te Gibraltar aangekomen.
Het stoomschip „Borneo", van Java naar
Rotterdam, vertrok 17 Maart van Port-Said;
de „KoDingin-Regentes", van Amsterdam naar
Batavia, arriveerde 18 Maart te Genua; de
„Prinses Marie" vertrok 18 Maart van Batavia
naar Amsterdam; de „Spaarndam" arriveerde
18 Maart van Nieuw-York te Rotterdam; de
„Edam" is 18 Maart van Rotterdam naar
Nieuw York vertrokken; de „General", van
Oost-Afrika naar Vlissingen en Hamburg, is
17 Maart Gibraltar gepasseerdde „Oengaran",
van Batavia naar Rotterdam, pass erde 18
Maart Wight.
Do gewone audiënties van de ministers
van koloniën en marine zullen op Vrydag 20
dezer niet plaats hebben.
By koninkiyk besluit is toestemming
verleend aan W. F. Smits, burgemeester der
gemeente Jutfaas, om tot 1 Mei 1897 te
Utrecht te wonen.
Aan P. Feenstra, gewezen protestantsch
goe8teiyke by de gevangenissen teLeeuward* n,
verleend een pensioen van 137 en am J.
J. Van der Harst een pensioen van 1651
's jaars.
In den tegenovergestelden hoek stond een
mahoniehouten boekenkast; het bovenste ge
deelte der deur was van vensterglas. De boe
ken waren weinig in getal, maar uitgezocht en
netjes gebonden. Op den schoorsteen stonden
twee portretten in ivoren lystjes, bustes van
Mendelsohn en Shakcsspeare, en in het midden
een vergulde pendule met de inscriptie„Aan
Arthur Langley en zyn vrouw aangeboden
door enkele vrienden op hun trouwdag."
Dus zy waren in Langley's huis, maar
W«ar was hyzelf? Swainson dacht huiverend
$an wat hy zooeven gezien had; gaarne had
hy dadeiyk duizend pond neergelegd, als hy
Langley ongedeerd de deur dezer kamer zag
binnenkomen.
Nu voerde de geestverschyning hem naar
een aangrenzend vertrekje, dat als keuken
gebruikt werd en waar Rose bezig was het
avondmaal klaar te maken, en Madge de
laatste hand legde aan een kostuum, waarvan
het maakloon hen voor hongeriyden zou
moete i bewaren.
By de kachel zat hun eeDig broertje, een
▼e t je van tien jaar, van zyn geboorte af blind.
Ztic.;ijes, droefgeestig speelde hy op de viool.
„Het is tien uur, Madge; moet ge dat
kostuum niet wegbrengen? vroeg Rose.
De blinde knaap legde zyn viool weg en
naar zyn jongste zuster gaande, sloeg hy
beide armen om haar hals.
„Ja, Madge, leg uw werk neer, twee blin
den in de familie kunnen we niet betalen."
„Als we dan even vriendeiyk en tevreden
waren als jy, Alec, zou het nog zoo erg niet
zyn," zeide Madge, terwyl zy hem kuste. „Zoo-
dra vader komt, scheid ik uit."
„Hy kon er reeds lang zyn," merkte Rose
op, naar de klok ziende; „ik begryp niet,
dat hy er nog niet is."
Swainson wilde schreeuwen: „Hy staat op
de brug en wil zich verdrinken, ga hem toch
redden l" maar zyn tong was als verstyfd en
geen geluid kwam er over zyn lippen.
„Zeide hy niet waar hy heenging?" vroeg
Madge; „toen hy uitging, was ik nog in-
koopen aan 't doen."
„Hy zeide, dat hy naar een oud vriend
ging om over zaken te spreken."
„"Wie?"
„Mynheer Swainson."
Een blos steeg Madge naar de wangen.
„Al kan ik niet zien, Madge," riep Alec
„weet ik toch dat je hart hoorbaar klopt."
„Malle jongen, laat my toch los denkt ge,
dat ik er op gesteld ben door verstikking
te sterven; kom, help Rose liever een
handjel"
„Beloof my dan, dat akelige werk te laten
liggen."
De huisschel ging over en Alec, die op den
tast door het geheele huisje den weg kon
vindeD, haastte zich naar beneden om de
open deur te doen.
Een mannenstem werd in de gang ver
nomen.
goddank," zuchtte Swainson.
Y.
Doch hy werd teleurgesteld, want de per
soon, die de kamer binnentrad, was niet
Langley, maar een flink gebouwd jongmensch
van omstreeks 25 jaar. Ietwat verlegen blikten
de ronde oogen uit het goedige gezicht, dat
door een baard was omringd.
In de rechterhand hield een valiesje,
waaruit de hals van een gans kwam kyken,
en met de linker- plukte hy zenuwachtig aan
zyn hoed.
„Goeden avond, juffrouw Rose, goeden avond
juffrouw Madge," stotterde hy„het is wel wat
laat op den avond voor een bezoek, maar
ik heb zoo juist pas myn winkel gesloten,
zoodat ik niet eer weg kon. Ik hoop, dat gy
beiden wel zyt."
„Dank u, heel wel, mynheer Babbs,"
antwoordde Rose; „neem plaats als het u
belieft."
Mynheer Babbs scheen te willen gaan zitten
en te willen vertrekken tegelyk; eindeiyk
besloot hy geen van beide te doen en bleef hy
daarom slaan. De kop van de gans slingerde
uit het valies mede met iedere beweging, die
zyn lichaam maakte.
„Neen, ik moet eigeniyk dadelyk heen; ik
zal maar niet gaan zitten, dank u; ik maak
wel myn excuses, dat ik nog zoo laat hier
ben, maar ziet ge, juffrouw Rose, dat is 't
nu met my: ik doe altyd dingen, die ik
liever moest nalaten."
Hy boog diep en de gans viel daardoor
geheel op den grond; hy raapte die op en
Lracht het doode dier ter hoogte van zya
hart in plaats van zyn hoed, zooals hy van
plan was. Toen hy tot die ontdekking
kwam, bloosde by hevig en maakte een
achterwaartsche beweging naar de deur.
„En ik vergeet nog iets te zeggen!" riep
hy, weder naar de tafel komend; doch
plotseling ophoudend, vroeg hy op geheel
anderen toon-
„Hoe gaat het met den heer Langley?"
De meisjes wierpen een verschrikten blik
op de klok en Rose antwoordde:
„Hy is nog niet terug, mynheer Babbs;
we maken ons waariyk ongerust over hem;
zoudt ge my een groot genoegen willen doen?"
„Wat ge maar wilt, juffrouw Rose; ah, ik
begryp u al, ik moet zeker uw vader gaan
zoeken."
„Juist geraden."
„Ik zal dit valiesje maar hier laten" en
meteen zette hy de gans in den uitersten
hoek der kamer neer, blyde er zoo af te
komen, zonder die speciaal met eenige woorden
te behoeven aan te bieden.
„Ik ga met u mede, mynheer Babbs," zeide
het blinde kind.
„Geef my dan maar de hand, Alec; we
komen spoedig terug met uw vader, juf
frouw R086."
De goedhartige kruidenier trok de huis
deur achter zich toe en begaf zich op weg,
om den heer Langley te zoeken.
„Zouden zy hem vinden?" vroeg Swainson
aan de geestverschyning.
„"Wacht en zie," antwoordde deze.
Toen de twee meisjes alleen waren, stond
Madge op van haar stoel en knielde op den
grond naast haar zuster, die haar eenig&zins
verbaasd aanzag.
„Wat is er, Madge?"
„Gy zeidot, dat vader naar Swainson is
gegaan; weet ge ook waarom?"
„Hy moest hem over gewichtige zaken
spreken," zeide hy.
„Was dat kl?"
„Ja; maar waarom stelt ge daar toch zoo'n
belang in?"
„Omdat, omdat, Maurice Swainson my
verleden is tegongekomen en my toen ver*
teld heeft
„Nu, wat?"
„Hy zeide, dat hy my liefhad," fluisterde
Madge en verborg het hoofdje aan den
schouder barer zuster.
„Nu, dat is toch werkelyk niets vreemds;
was dat allee, wat hy zeide?"
„Neen, hy vroeg my ook zyn vrouwtje te
worden."
„En wat hebt gy geantwoord?"
„Gy weet wel, dat ik als kind reeds voel
van Maurice hield; nog dikwyis -later dacht
ik aan hem on o, Rose, ik heb hem zoo lief."
„Ik begryp my waariyk best, dat myn
zoon zjjn hart aan haar verloren heelt," dacht
Swainson, met welgevallen op de kleine groep
neerziende.
„En denkt ge, dat vader daarover met
Swainson is gaan spreken?" vroeg Rose.
„Ik weet het niet; vader weet er, geloof
ik, nog niets van. Gy zyt de eerste, Rose,
wie ik myn geheim mededeel."
Wordt vervolgd.)