N®. 11062. Dinsdag IT" Maart. A°. 1896 Qeze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 16 Maart. Feuilleton. Het visioen van Marcus Swainson. LEIDSCÏÏ DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. f 1.10. Franco per post. 1.40. Afzonderlgke Nommers 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grooter» letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 borekend. Door den directeur der Maatschappij tot exploitatie van zuivelinrichlingen „Neerlandia" is by adres verzocht, den grond der gedempte Rjjnsburgersingelsloot, krachtens Raadsbesluit van 9 Juni 1891 tot wederopzeggens in gebruik gegeven aan de Leidsche Melkinrichting, tegen betaling van eene jaarlyksche recognitie van 0.035 per centiare, in gebruik te mogen houden tegen betaling van dezelfde recognitie en niet tegen het bedrag van 0.05 per centiare, daarvoor bepaald b(J Raadsbesluit van 30 Januari jl. Het komt B. en Ws. voor dat niet anders dan afwijzend op dit verzoek kan worden beschikt. Bij het aangehaald Raadsbesluit van 30 Januari jl. toch is overeenkomstig hun voorstel van 14 Januari te voren bepaald dat de in gebruik gogeven grond, ontstaan ten gevolge van demping voor rekening van de eigenaren der aangelegen perceelen en onder de voor waarde dat daarop niet mag worden gebouwd, opnieuw tot wederopzeggens aan de gebruikers in gebruik zou worden gegeven onder bepaling dat de jaarlijks te betalen vergoeding voor het gebruik zal bedragen 0.05 per centiare. In hun betrekkelijk rapport werd door B. en Ws. duidelijk uiteengezet dat het vroeger bij analogie in deze gevallen toegepast tarief van f 0.03s per centiare voor het gebruik van openbare gemeentewerken en bezittingen te laag was, doch tevens dat het niet van onbil lijkheid zou zijn vrfj te pleiten, wanneer thans voor dit gebruik het nieuwe tarief van 0 25 per centiare, vastgesteld by Raadsbesluit van 21 Februari 1895, zou worden toegepast ook op grond van de ko6ten voor de demping, door de belanghebbenden gemaakt, en de bezwarende voorwaarden dat niet mag worden gebouwd. E^n bedrag van 0.05 werd uit dien boofdo voor het gebruik van deze gronden vastge steld, welke regeling in alle opzichten billijk kan worden geacht, zoodat de belanghebbenden geenerlei aanleiding hebben, zich daarover te beklagen, terwijl er allerminst vrees behoeft te bestaan dat in deze regeling, na ryp be raad vastgesteld, weldra weder verandering zal worden aangebracht. B. en Ws geven mitsdien in overweging, aan adressant mede te deelen dat er bezwaar bestaat, aan zijn verzoek gunstig gevolg te geven. Door mej. L. Drost is bij adres ver gunning verzocht het schoollokaal derde klasse Ho. 3 aan de Mare te mogen gebruiken ten behoeve van do .Zondagsschool de Vieren twintig huizen." Vermits uit een ingesteld onderzoek is gebleken dat tegen de inwilliging van dit verzoek geen bezwaar bestaat, terwijl het gebruik kosteloos kan worden verleend, even als in dergelijke gevallen meermalen is geschied, laatstelijk bij Raadsbesluit van 27 Februari jl. ten aanzien van de Christelijke school voor fabriekarbeidsters, geven B. en Ws. in overweging: aan mej. L. Drost tot weder opzeggens vergunning te verleenen het boven genoemde schoollokaal te gebruiken ten le- hoeve van voormelde Zondagsschool, onder bepaling dat de kosten van verwarming, verlichting, schoonhouden en bediening, als mede voor herstel van eventueel aan gebouw of meubilair toegebrachte schade, door de gebruikster worden vergoed en dat de door of vanwege B. en Ws. gegeven of te geven voorschriften omtrent het gebruik van het lokaal worden nageleefd. Naar aanleiding van het desbetreffend verzoek van de wed. Muys van de Moer, deelen B. en Ws. mede dat de zoon van adressante, leerling van de derde klasse der Hoogere Burgerschool voor Jongens, op 10 Febr. jl. de school heeft verlaten wegens vertrek naar het Instructie-bataljon te Kampen. Zjj geven alzoo in overweging aan adres sante vrystelliDg of terugbetaling te verleenen van schoolgeld over de laatste twee kwar talen van den cursus 1895/96. Naar aanleiding van het verzoek van W. F. C. Diepenbach, om terugbetaling van school geld, lager onderwijs, geven B. en Ws. in overweging aan adressant, wegens vertrek uit de gemeente, terugbetaling van schoolgeld te verleenen voor zijn zoon, leerling van de Jongensschool 2de kl., over de maand Maart, tot een bedrag van 1.33. Ook ten aanzien van het verzoek van de wed. H. Pelle8 geven B. en Ws. in over weging aan adressante wegens vertrek uit de gemeente met 1 Maart jl., terugbetaling te verleenen van schoolgeld voor haar pleegkind Maria KUassen, leerlinge van de Leerschool, over de maand Maart tot een bedrag van 1.33. Ingevolge verzoek van bet Genootschap „Mathesis Scientiarum Genitrix" geven B. en Ws. in overweging evenals vorige jaren de benoodigde localiteiten van de Gehoorzaal kosteloos beschikbaar te stellen ten behoeve van de tentoonstelling van teekeningen en werkstukken van gonoemd Genootschap en wel van 27 April tot en met 3 Mei a. s. De Commissie van Financiën beeft geene bedenkingen tegen den suppletoiren staat van begrooting van het R.-K. Wees- en Oude- hedenhuis voor het jaar 1895 en adviseert den Raad dien goed te keuren. Dezelfde Commissie heeft ook geene be denkingen tegen de rekening en verantwoor ding over 1895 van de Kamer van Koophandel en Fabrieken. Zy stelt dus voor die rekening goed te keuren, in ontvangst ad 475, in uitgaaf ad 474.72c, met een batig saldo van ƒ0.27*. B. en Ws. deelen mede dat er geen bezwaar bestaat tegen de inwilliging van het verzoek van mej. E. Van der Harst, om, wegens aanstaand huwelijk, ontslag uit de betrekking van derde onderwijzeres aan de openbare school 3de klasse No. 1, zoodat zij in overweging geven het ontslag eervol te verleenen, ingevolge haar verzoek met ingang van 15 April a. s. Evenmin bestaat er bezwaar tegen de inwilliging van het verzoek van mej. C. F. Den Older, om ontslag uit de betrekking van derde onderwijzeres in de handwerken aan de openbare school 3de kl. No. 4, zoódat B en Ws. in overweging geven haar dat ontslag, ook wegens aanstaand buweiyk, eervol te verleenen en zulks, ingevolge haar verzoek, met ingang van 1 Mei a. s. Aan den gemeenteraad deelen B. en Ws. mede dat door hen van mevr. J. M. Hepp, weduwe van den heer F. S. Yan dePavord Smits, mej. H. C. Van de Pavord Smits en mej. C. W. M. Yan de Pavord Smits, onder nadere goedkeuring van den Gemeenteraad en van Gedeputeerde Staten, voor do gemeente zijn aangekocht: lo. een perceel, bestaande in winkelhuis en erf, benevens bovenhuis met afzonderlijken opgang aan de oostzijde van de Nieuwsteeg, straatnummer 10 te Leiden, bjj het kadaster bekend in Sectie G, No. 719, groot 96 cen tiaren, met uitgang in de poort Sectie] G, no. 718; 2o. een gebouw, vroeger gediend hebbende tot drukkerij met huis en binnenplaats, lig gende te Leiden achter het vorige perceel en uitgang hebbende door do poort kadaster Sectie G, no. 718, naar de Nieuwsteeg, zijnde dit perceel bij het kadaster bekend als een zuid westelijk gedeelte, groot ongeveer 2 aren, 11 centiaren van het perceel Sectie G, no 717, een en ander voor een koopsom van 8000, welke moet worden voldaan by het passeeren van de akte van transport. Het komt B. en Ws. voor, dat het voor de gemeente van groot belang is de beschikking te hebben over bovengenoemde perceelen, als grenzende onmiddellijk aan de Bank-van- Leening. De terreinen der gemeente, waarin thans de Bank-van Leening is gevestigd, zullen daar door belangrijk in waarde vormeerdoren, al moge dan ook op dit oogenblik nog geeno bepaalde bestemming aan bedoelde perceelen kunnen worden gegeven. Intusschen kan perceel 1, bestaande uit boven- en benodeuwoning, worden verhuurd zoodra zich daarvoor geschikte huurders aan melden, terwyl omtrent het gebruik van per ceel No. 2, de voormalige drukkerij, mede to zijner tijd een voorstel zal worden ingediend. B. en Ws. geven daarom in overweging: lo. den voorloopig gedanen aankoop goed te keuren en alzoo te besluiten tot aankoop van de twee bovenomschreven perceelen voor een koopsom van 8000, zijnde alle kosten, aan dien aankoop verbonden, geraamd op ƒ400, en dat die gelden zullen worden ge vonden uit de Buitengewone Ontvangsten (opbrengst van geldleening); 2o. vast te stellen den overgelegden sup pletoiren staat van begrooting, strekkende tot verhoogiDg van de begrooting, dienst 1896, in ontvangst en uitgaaf met 8400. De dames-zangvereeniging „Es-Moll" zal, onder leiding van haren directeur, den heer Gottfried Mann, Woensdag 18 Maart a. s. te Dordrecht een concert geven ten voordeele der vereeniging „Armenzorg" te dier stede. Het Stedelijk Museum werd gisteren (Zondag) van 124 uren door 357 personen bezocht.De moderne reclame kunst van Fran- sche en Engelsche affictes trekt dus terdege de aandacht. Ter vervulling der vacature, ontstaan door het aan mejufFr. C. H. Slok verleend eervol ontslag, wordt den gemeenteraad een voordracht aangeboden ter benoeming van een derde onderwijzeres aan de openbare school der 4de klasse No. 1, op een jaarwedde van ƒ500. Die voordracht is als volgt samengesteld: lo. mej. J. Yan den Bosch, onderwijzeres aan de rijkswerkinrichting voor vrouwen by Leiden 2o. mej. J. M. P. Yan der Meulen, werkzaam aan de openbare school te Ursum, en 3o. mej. H. M. Poelman, onderwyzeres te's-Gravenhage. Voor het examen in de nuttige hand werken zyn geslaagd de dames C. Mulió en E. J. A. M. Sciaroni, van Leiden. Het jaarverslag van het Centraal Israëlie- tisch Kinder-, Wees- en Doorgangshuis te Leiden over 1895 is in druk verschenen. Hieruit biykt dat op het einde van Decem ber in het gesticht 20 kinderen waren, nl. 11 jongens en 9 meisjes; vergeleken met het vorige jaar was het aantal verpleegden met 10 verminderd. Maar ondanks dit geringe aantal zou men toch nimmer tot te lichtvaardige opneming overgaan en werden de candidaten aan een strenge gezondheidskeuring onderworpen. Diep betreurd werd de dood van een der mannelyke leerlingen, in den ouderdom van 16'/* jaar. De gezondheidstoestand was overigens Z9er bevredigend. Voor het onderwys werd goed gezorgd. Alle verpleeg'den bezochten openbare scholen, waar zy kosteloos onderricht kregen. De jong ste bezochten bewaarscholen. Het aantal leden bedraagt ongeveer 900, contribueerend 2800 tegen f 2970 in het vorige jaar. De collecten, in het voor- en na jaar te Leiden gehouden, brachten 1821.95 op, terwyl de collecten van den vice-voorzitter, don beer Willing, 1235.11 leverden. Do renten van effecten en der op de Spaarbank gedepo neerde gelden bedroegen 428.60. Bovendien verwierf het gesticht een legaat van 500 van de wed. R. Do Vries v. d. Kar. De verschil lende collectebusjes brachten op f 206.787»; aan vrywillige bydragen ontving men 205.89, terwyl de heer Speyer aan de inrichting, ter gelegenheid van hot huweiyk zyner dochter, 100 ten geschenke gaf. Een brief aan baron De Rothschild te Frankfort had een gift van 100 Mark ten gevolge en op den laatsten dag van het jaar werd het gesticht verrast door een biyk van sympathie van H. M. de koningin regentes, in den vorm van een bydrage van ƒ60. Gedurende het jaar werd een bedrag van 3000 in de Ned. Werk. Schuld en 500 by de Leidsche Spaarbank belegd. De uitgaven bedroegen 6486.157a, terwyl de ontvangsten met inbegrip van het saldo ƒ7330.63 waren. Naar wy vernemen, zullen er van den heer Gottfried Mann by den heer Eggors alhier vier Duitsche liederen en by den heer Yan Eek, in Den Haag, één Duitsch lied verschy- nen, en is dit niet, zooals het „Vad." vermeldde, reeds verschenen. Ook vernemen wy dat de heer Mann verschillende andere composities onderhanden heeft. Door den heer M. C. F. J. Cjsyn, adjunct-verificateur van 's Ryks zee-instru menten, werd Zaterdagavond in het gebouw aan de Varkenmarkt, voor leden van de „Ver eeniging tot bevordering der Bouwkunst" eene hoogst interessante voordracht gehouden over bovengemeld onderwerp, toegelicht met talrfike welgeslaagde proeven. Uit het heldere betoog bleek dat de vroe gere theorieën, verkondigd omtrent de veilig heid van den bliksemafleider, thans vrywel in duigen liggen en verouderd, waarceloos zyn. Enkele aanwezigen vroegen om inlichting aan den geachten spreker. De voorzitter, de heer Yan Ruyven, be tuigde aan het slot namens de vergadering zyn welgemeenden dank en, zoo zeide hy: „al is ons vertrouwen in de tegenwoordige inrichting der bliksemafleiders geschokt, onze kennis is verrykt, en de ervaring door u, uit eigen ondervinding, en uit die van bekende en vertrouwbare hoogleeraren geput, biyven ons een bewys voor de juistheid uwer argu mentatie". Een luid applaus werd als welverdiende hulde den spreker, den heer Cosyn, gebracht. Hedenmiddag ontvingen wy per Engel sche mail de Eataviasche bladen van 12 Febr., alsmede de „Deli-Crt." van 12 en 15 Febr. By beschikking van den minister van binnenlandsche zaken is benoemd, met ingang van 1 April, tot klerk by de bibliotheek vaa de Polytechnische School te Delft, mr. A. De Stoppelaar Fzn. te Leiden. De tot majoor bevorderde kapitein C J. Vaillant, van do infanterie te Leiden, wordt in zyn nieuwen rang ingedeeld by het 1ste bataljon 4de reg. inf. te Delft. Bedankt is voor het beroep naar de Ned.-Herv. gena. te Moerdyk door dr. F. J. Los, pred. te Bruchem en Kerkwyk. De vastgestelde kiezerslysten voor de gemeente Woubrugge bevatten de namen van 182 kiezers. Op de voordracht voor de vacante be trekking van boofdonderwyzer aan de ge- meenschappeiyke openbare school te Zoeter- meor - Zegwaard, zyn geplaatst de heeren: No. 1 J. E. Van Eden, hoofd der openbare lagere school te Nieuwe Niedorp; No. 2 C. Van Son, onderwyzer aan de gemeenteschool No. 1 (uitgebreid lager onderwys) te Dordrecht; No. 3 G. J. Verwers, hoofd der school te Brakel; No 4 J. W. 't Hart, onderwyzer aan de Leerschool by de Kweekschool voor On derwijzers en Onderwyzeressen to Amsterdam. Ter vervulling der vacature in de Tweede Kamer, ontstaan door het overlyden van generaal P. Q. J. Van der Schrieck, wordt door de „Noordbr." als candidaat genoemd jhr. mr. A. F. O. Van Sasse van IJseelt, te 's Hertogenbosch. Naast hem zegt genoemd blad werden genoemd de oud-afgevaardigden mr. Reeckers te Amsterdam en mr Bevers te 's-Graven- hage, alsmede kapitein baron Van Voorst tot Voorst te 's Gravenhago en de burgemeester van 's-Hertogenboscb, jhr. P. J. Yan der Does I de "Willebois. 3j „Gy waart een orgeldraaier met een aap gevolgd," vertelde Langley, „en toen ge merktet, dat ge van het rechte pad waart afgedwaald, zocht ge overal tevergeefs naar het ouderiyk huis en tegen den nacht vond men u slapende op een stoep. Nimmer zal ik de biydschap vergeten, die uw moeder toonde, toen wy met u aankwamen. Eerst kreeg zij een zenuwtoeval van angst, doch later werd zy kalm en wachtte zy moedig den afloop der zaak af; nog zie ik hoe zy u in de armen sloot." „Moeder heeft my dit dikwyls verteldzy vreesde, dat ik gestolen was of verdronken. Y/eet gy wie ik my van al de kennisjes en vriendjes uit myn kinderjaren het levendigst herinner, mynheer Langley?" „Onmogelyk." „Kleiüe Madge, die nu een groote jonge dame is geworden." De heer Swainson werd weder overvallen door een hoestbui en toen deze niet bleek te helpen, probeerde hy het met fluiten. Maurice vond, dat hy het heel knap had aangelegd, het gesprek dadelyk op het ge- wensebte onderwerp te brengen. Swainson koos een gevoelig plekje uit, waar zyn angel het pynlykst zou steken; zyn dunne lippen sloten zich vast op elkaar en openden zich slechts even, om de wonden door te laten die uit de hoeken van zyn mond schenen te komen. „Wat kinderen doen vind ik zóó weinig interessant, dat het bespottelyk is voor groote men8chen om er nog een oogenblik hun aan dacht aan te wydenals men zich met zulke nietigheden ophoudt, maakt men zichzelf ongeschikt voor het gewone leven n voor zyn zakeD," dit met een nydigen, veelzeggen- den blik naar Langley. „Met aan zyn gevoel toe te geven brengt men het niet ver; dat is een verouderd gevoelen, geloof my. Het is goed voor vrouwen en kinderen, maar voor mannen Is het belacblyk. Als een man in het leven wil vooruitkomen, dan moet hy ééns en voorgoed aan zyn gevoel het zwijgen opleggen." Maurice begon te beseffen, dat het onder houd niet zou afloopen zooals hy dat wenschte, maar hy trachtte tevergeefs te begrypen waar zyn vader heen wildeer schoot hem niets anders over dan geduldig de ontknooping van het gesprek af te wachten. De heer Langley draaide zenuwachtig zyn kalen hoed door zyn handen; hy had er een voorgevoel van, dat Swainson niet ge negen zou zyn hem te helpende arme man kreeg een gevoel als kroop hem iets kouds langs den rug. „Dat is myn opinie, mynheer Langley, en al3 gy dit voor afgehandeld houdt, wilde ik nu eens over uw brief spreken." Maurice hoorde vreemd op. Wat had de heer Langley zyn vader kunnen schryven en waarom had deze hem daarvan niets medegedeeld? „Tk heb uw vraag rypeiyk overdacht en overwogentoen gy binnenkwaamt, las ik uw schrijven voor de tweede maal nog eens over en ik ben tot het besluit gekomen, dat zulk een brief als vader u alle eer aandoet, maar als man van zaken Swainson voleindigde den zin niet; de man vóór hem bleef hem aanstaren, zyn gelaat was a8chgrauw geworden; verachteiyk de schouders ophalend, wendde hy eindelyk den blik af. Er heerschte een pynlyke stilte in 't ver trek eindelyk verbrak Langley die door stamelend uit te brengen: „Dus uw antwoord op myn brief is „Ik zie, dat ge my begrypt," viel Swainson hem in de rede, „en het verheugt my, dat uw snelle opmerkingsgave my den moeilyken plicht bespaart van in byzonderheden te treden. Hoewel ik nu juist niet overgevoelig ben en ook niet hecht aan uitwendige teekenen daarvan, zou my een rechtstreeksche weigering toch pyn gedaan hebben." Hy bracht de bel in beweging en toen de dienstbode verscheen, sprak hy tot zyD be zoeker: „Ik wensch u goedennacht, mynheer Langley; Jane, laat mynheer eens uit." Langley's bleek gelaat bl6ef nog even in de schaduw der geopende deur; toen verdween het, met een langen, vc-rwytenden blik naar zyn vroegeren vriend. Werktuiglyk volgde hy het meisje naar beneden. Yader en zoon stonden nog tegenover elkaar in dezelfde houding als toen de be zoeker hen verliet. Geen van beiden sprak* het gelaat van Maurice verbleekte, toen hy met een slag de voordeur hoorde sluiten. „U sprak van een brief, dien do heer Langley u gezonden heeft; mag ik dien eens zien?" „Hoewel ik het niet myn plicht acht, myn zoon omtrent myn particuliere correspon dentie in te lichten, moogt ge toch in dit geval den brief lezeD." Dit zeggende, overhandigde Swainson hem den brief; scherp sloeg hy de uitdrukking van zyn gelaat gade, terwyl hy de bewuste letteren las. Naar zyn meening kon die lezing niet anders dan heilzaam werken. Het gezicht van Maurice gaf geheel de aandoeningen weer, die hem onder het lezen bestormden, van doodelyk bleek werd hy vuurrood; koud was de blik en toonloos was de stem, waarmede hy vroeg: „En dat was uw eenig antwoord op die vraag?" „Ja, gy ziet, dat ik zooveel mogeiyk zyn gevoel heb willen sparen; op uw knieën mocht ge my wel danken, dat ik u zulk een schoonvader bespaard heb." „Begryp ik goed, dat ik het antwoord aan hem ook als een antwoord op myn vraag kan beschouwen?" „Jui3t, ik wilde twee vliegen in één klap slaan; denkt gy, dat ik gek genoeg ben om u de arme dochter van een bedelenden vader te laten trouwen?" „Als ik dat verkies, kunt ge my daarin niet tegenhouden, er is nog een andere soort van vader: een laaghartig, wreed tiran, die van het ongeluk eens andoren gebruik maakt om hem nog meer te g trappen dan hy in gewone omstandigheden zou durven doen. Van die twee geef ik de voorkeur aan den bedelaar." „Wat bedoelt gy?" Swainson was verbluft door de ongewone brutaliteit van zyn zoon; zyn groote ver bazing maakte, dat hy zoo spoedig zyn woor den niet kon vinden. „Niets dan dat ik in het laatste halfuur meer gezien en gehoord heb dan ik ooit had kunnen vermoeden dat bestond." „Een nieuwe ontdekking dusl En die is?" Wenscht gy, dat ik u de waarheid zeg?" „Ik houd evenveel van de waarheid als gy van bedelaars." „Nu, dan zal ik u die mededeelen: ik heb in het hart van myn vader gezien en daarin was geen enkel warm gevoel; niets dan een samenraapsel van zelfzucht en wreedheid." Swainson, die zich weder over zyn groot boek gebogen had, rees nu op en vertoornd zyn zoon aanziende, zeide hy met een rood, opgezwollen gelaat, alsof hy zoo dadoiyk zou stikken: „Myn huis uit, bedelaar I Trouw do dochter van een bedelenden vader en weet dat ik je vloek l" Met uitge8trokten arm, de eene hand op de schryftafel leunend, wees hy naar de deur. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 1