N°. 11039
Woensdag 19 Februari.
A 1898
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
Het wapen van edel metaal.
LEIDSCH
DAG-BLAD.
PRIJS DEZER CODP^AUT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.10.
Franco per poste 1.40.
Afzonderlijke Nommers 0.06.
PRIJS DER ADVERTENTTËN:
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17}. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Officieel© Kennisgevingen.
NOTIFICATIE.
Dg Gedeputeerde Staten dor provincie Zuid-Holland,
Gelet op art. 73, aliüea 2, der Wet van den éden
Juli 1850 (Staatsblad No. 37);
Noodigen de iowoners der provincie Znid-Hol'and.
die elders in 'a Rrjke directe belastingen zijn aange
slagen, uit, om daarvan vóór den luien April 1806
aan hun College te doen blaken, door overlegging
van het aanslagbiljet of van een uittreksel uit de
kohieren dor Rgka directe belastingen, ten einde
daarop worde gelet bg het opmaken der 1 ij t
van de hoogstaangeslagenen, verkiesbaar
tot Afgevaardigden ter Eerste Kamer van de 8taten-
Generaal.
De aanslagbiljetten of uittreksels uit de kohieren
moeten, wat de grondbelasting aangaat, den dienst
1896 betreffen.
Da bedoelde stukken behooren door belangheb
benden te worden ingezonden r.an hot lokaal van
het Provinciaal Bestuur van Zuid-Hclland, met op
gave van:
1*. den naam, de voornamen en de woonplaats
van den aangeslagone;
2°. de gemeente en de degteekening Bijnor ge
boorte; en
3°. bijaldien hij buitenslands is geboren, of, en
zoo ja, waarom hg als Nederlander is te beschouwen,
met ver i elding van do dagteekening zijner naturali
satie, indien deze moobt hebben plaats gehad.
's-Graveuhage, den Sden Februari 1896.
De Gedeputeerde Staten voornoemd,
FOCK, Voorzitter.
F. TA YENRAAT, Griffier.
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
Ge/ien het adres van de firma KOOLE, NICOLA
Co., houdende verzoek om vergunning tot het
plaatsen van een stoommachine met coi densatie van
15 paardekraohten in hare fabriek aan het Levendaal
No. 69, voor drijfkracht der Bakkerg, Melkinrichting
en dynamo.
Gelet op de artt. 6 en 7 der wet van 3 Juni 1875
(Staatsblad No. 95);
Geven bij deze kennis aan het publiek dat ge
noemd verzoek met de bglagen op de Secretarie
dezer gemeente ter visie gelegd is; alsmedo dat op
Maandag 2 Maart a. s., 'e voormiddags te elf uren,
op het Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven
om bezwaren tegen dat verzoek in te brengen.
Bnrgemoester en Wethoudors voornoemd,
Leiden, F. WA8, Durgemeoater.
17 Februari 1896. E. KIST, Seoretaris.
Burgemeester en Wethouders van Zegwaard bren
gen ter algemoene konnis, dat ter uecroiarie ter
lezi-.g is nedergelejrd de staat, vermeldi-Dde de kin
deren boven do zes en benedeD de twaalf jaren, die
zioh op den laten Januari 11. bevonden in die ge
meente en niet voorkomen op de Igsten dor sohool-
gaande kinderon. opgemaakt naar aanleiding van art.
80 der wet van 17 Augustas 1878 (Stsbl. No. 127.)
Leiden, 18 Februari.
Naar aanleiding van de in ons vorig
nommer vermelde koninklijke goedkeuring op
de statuten van den „Verhuurdersbond van
Huiseigenaren" alhier, vernemen wy nader
van den secretaris, den heer J. Van der Tas,
dat de Bond is opgericht den lsten Mei des
vorigen jaars en, toen begonnen zynde met
oen aantal van 43 leden, er thans 169 sterk
is, van welke leden tot op heden ztfn inge
schreven 2220 woningen.
Het doel dezer Vereeniging moet niet worden
verward met dergelijke bestaande, aangezien
haar werkzaamheden te zeer er van verschillen
en ook volgens het reglement, zoowel bestuur
als de leden onderling, zorg dragengoed
bewoonbare woningen te zullen verhuren,
zoodat het voor dea goedwilligen huurder
niet van belang ontbloot is, in een der huizen
van Bondsleden te kunnen wonen.
De slechte praktijken der huurders worden
evenwel met kracht tegengegaan, waarom
dan ook op zedelijk gebied deze Bond op prijs
kan worden gesteld.
De geringe contributie kan niet één huis
eigenaar of eigenares tegenhouden zich bij
dezen Bond aan te sluiten, althans het be
stuur is overtuigd dat wel van lieverlede ieder
verhuurder zal dienen toe te treden.
Voor het examen in de nuttige hand
werken is geslaagd mej. J. Wybrands en
voor de fraaie handwerken mej. C. E. Vos,
beiden van Leiden, de eerste tevens leer
linge van mej. Sparnaay; voor de nuttige
mej. J. A. Bos, van Ter-Aar.
De aflevering der manschappen voor de
nationale militie lichting 1896 der gemeenten
Zoetermeer en Zegwaard is bepaald op Don
derdag 12 Maart 1896, des voormiddags te
acht uren, in het Gebouw voor Kunsten en
Wetenschappen te 's Gravenhage.
Ten Raadhuize der gemeente Alfen en
daarna te Aarlanderveen is zitting gehouden
door eene commissie uit Gedep. Staten van
Zuid-Holland, bestaande uit de heeren mr. P.
L. F. Blussé, jbr. mr. H. A. C. De la Basse
cour Caan en mr. C. J. E. Graaf v. Bylandt,
bijgestaan door den hoofd-ingenieur van den
waterstaat te VGravenhage en den burge
meester, tot het aanhooren van bezwaren
tegen het plan der vaartverbetering tusschen
den IJsel en de Ringvaart van den Haarlem-
mermetrpolder.
Volgens den thans verschonen staat van
ontvangsten en uitgaven van de Martha stich
ting, de inrichting voor onverzorgde kinderen
te Alfen aan den Rijn, medegedeold door den
penningmeester jhr. Van den Bergh van Heem
stede, is voor de inrichting over 1895, met
inbegrip van een legaat, groot f 6000, ontvan
gen f 52,034.69. De uitgaven bedroegen
f 45,792 78, waaronder voorkomt een bedrag
van f 10,500 voor gedeeltelijken aankoop van
de nieuwe inrichting „Rijnstroom", zoodot ae
jaarrekening sluit met een saldo van f 6241.91.
Tegenover dit voordeelig slot stond echter
nog op 31 December 1895 aan onbetaalde
rekeningen te voldoen een bedrag van
f 8936.24.
Het bestuur van den Haarlemmermeer
polder herdacht Zaterdag het veertigjarig
bestaan V3Q dat college.
Het was nl. in 1856, dat het polderbestuur
geconstitueerd werd en den nieuwen polder
overnam van de Commiswe van Beheer en
Toezicht voor de Droogmaking, wier taak
toen, na een 19 jarige werkzaamheid, afge
loopen was.
De heer H. Van Wickevoort Crommelin is
de eenig nog overgeblevene van de mannen,
die het eerste bestuur vormden.
Na afloop van de gehouden algemeene ver
gadering werd den heer Crommelin b\J raqnde
van den dijkgraaf een prachtige zilveren inkt
koker aangeboden, versierd met zijn familie
wapen en het wapen van het waterschap
Haarlemmermeer en voorzien van een inscrip
tie, vermeldende hoe het geschenk den beer
Crommelin vereerd werd door het bestuur en
de hoofdambtenaren van den polder.
De Dies Natalis van het Delftsche
Studentencorps zal dit jaar op de gebruike
lijke wüze gevierd worden op Zaterdag 21
Maart a. s.
Te Barneveld is in den ouderdom van 69
jaar gestorven do heer J. F. Zurhaar, vroeger
ieeraar aan de Koninklijke Muziekschool te
's Gravenhage.
In de plaats van den overleden dr. E.
Mehler wordt voor het onderwys in het
Duitsch aan het gymnasium te Zwolle aan
bevolen de heer M. J. Verkozen, Ieeraar aan
het gymnasium te Kampen, op een toelage
van f 900 's jaars.
Gistermiddag werd vanwege het Remon-
strantsche kerkgenootschap te Rotterdam
aanbesteed het maken van een kerkgebouw
op de bestaande fundeeriugen aan den Wester
singel. Laagste inschrijver was de heer H. J.
Nederhorst, te Gouda, voor f 103,895.
Sedert gisteravond vertosft te Amster
dam de Staatssecretaris der Zuid-Afrikaansche
Republiek, dr. W. J. Leyds, die, zooals men
weet, gedurende een week of acht te Beriijn
was, om genezing te zoeken van een keel
lijden.
De ontvangst was zijner en Amsterdam
waardig.
De heer Leyds ia een jonge man in de
kracht van zijn leven, ongeveer 37 jaar oud
Zfln vader was officier bij het Indische leger
en toen deze gestorven was, kwam de jonge
Leyds in Nederland en ging zich bekwamen
voor den onderwijzersstand. Hy genoot zijn
opleiding aan de kweekscholea te Haarlem
en Amsterdam en was op 20 jarigen leeftyd
onuerwyzer Hoewel bij des daags acht uren
lang les moest geven, wist hy 's avonds nog
tijd genoeg te vinoen om zich te bekwamen
voor zijn toelatingsexamen tot de Universi
teit. wist dit examen binnen een jaar
te ooen en promoveerde daarna binnea een
paar j ren tot doctor in de reebtsw. tenscuap.
Hij voert niet hec praedicaat Mr., doch Dr.,
omoat in Zuid-Afrika het eerstgenoemde
praedicaat niet zou begrepen worden.
To^n president Kruger in 1884 in Neder
land was, viocg hjj aan een geacht man,
thans bthoorenue tot een der Nederlanosche
Regeeringscolleges, of deze met hem naar
Atrika wiLe gaan en in de Republiek optreden
als Staatsprocureur. Deze bedankte, doen
zeide een zeer geschikt jookman voor deze
betrekking te weten: hij beval den jongen
L yus aan, die toen juist zou promuveeren,
en één dag na zijne promotie was hfl door
president Kruger in dienst der Republiek
genomen.
De heer Leyds maakte zich in de Republiek
èu als mensch èn als ambtenaar spordig zóó
geacht, dat hy na een pa ir jaar door den
Volksraad werd gekozen tot de hooge be
trekking van Staatssecretaris, een ambc,
waartoe hy kort geleden, toen hy moest
aftreden, weaeiom werd gekozen.
Door den minister van oorlog is bepaald,
dat in den loop van dit jaar 79 paarden, van
3'/i a 4 jaren oud, voor het wapen der
artillerie in Engeland en Ierland zullen worden
aangekocht.
Naar men verneemt, zal het Chr. Natio
naal Zendingsfeest dit jaar gehouden worden
op het landgoed „Meer-en Berg," gelegen te
Heemstede, onder Haarlem.
Hr. Ms. korvet „Alkmaar," onder bevel
van den kapitein luitenant ter zee A. W. F.
C. Van Woerden, is in den namiddag van
den 17den dezer te Beyrouth (Syrië) aange
komen. Aan boord was alles wel.
Dat het „Centsfonds", uitsluitend be
staande uit het alle vyf dagen (traktements
dag) vrijwillig afzonderen van één cent door
het actief dienende leger beneden den rang
van officier, by velen sympathie ondervindt,
blykt uit de omstandigheid, dat van af 1
Maart tot en met 24 Dec 1895 (dus in minder
dan tien maanden) f 2190.53 is ingekomen
ten be'oeve van de Vereeniging van gepens.
onderoificieren en minderen van het Neder-
landsche leger.
Aan vrflwi lige jaarlyksche bydragen werd
ontvangen f 549.75, makende een totaal van
f 2740.38.
H. M. de Koningin-Regentes heeft bericht
ontvangen van het overlijden van Haar oud
tante H D. H. de prinses-weduwe Hermann
van Walde. k, geboren gravin Teleki Von
Szek, ge' oren 2 Octobor 1814. H. D. H. prinses
Hermann van Waldeck is overleden op het
kasteel van Landau, bij Pesth.
Het Hof zal deswege voor 14 dagen den
lichten rouw aannemen.
Naar men verneemt, zal de oorlogsstoomer
„Nias" op zyne reis naar Oost-In iië, welke
door een gebrek aan h t stoomtoestel moest
uitgesteld worden, ook Djeddah aandoen.
De Engelsche gezant, sir Rumbold, is
van Den Haag naar Londen vertrokken.
De kapt. van speciale diensten W. F.
L. Roskes, van het 8ste reg. inf. te Doesburg,
zal eerstdaags den militairen dienst met
pensioen verlaten.
Naar men verneemt, zullen door de 2de
divisie infanterie tegen het einde van Sep
tember groote najaars-manoeuvres worden
gehouden.
Men bericht aan de „Tel.", dat dr. H.
A. E. Smeenk, 2de geneesheer aan het krank
zinnigengesticht te '8 Hertogenbosch, benoemd
is tot geneesheer directeur van het krank
zinnigengesticht te Pretoria, op een jaarwedde
van f 26,000.
De gewone audiéntiên van de ministers
van financiën en vau oorlog op 20 dezer
zullen niet worden gehouden.
Het stoomschip „Laertas" is 14 Febr.
van Amsterdam en Liverpool te Batavia aan
gekomen; de „Prins Fredèrik Hendrik" is 17
Febr. van Paramaribo naar Amsterdam ver
trokken; de „Prins Willem II" is 16 Febr.
van Amsterdam te Paramaribo aangekomen;
de „Prins Willem III" arriveerde 17 Febr.
van Suriname te Amsterdam; de „Smeroe",
van Java naar Rotterdam, arriveerde 17 Febr.
te Suez; de „Titan", van Batavia naar Am
sterdam, passeerde 16 Febr. Prawlepoint; de
„Lawoe", van Rotterdam naar Batavia, arri
veerde 16 Febr. Southampton; de „Prins
Alexander", van Batavia naar Amsterdam,
arriveerde 17 Febr. te Genua.
B(j koninklyk besluit is benoemd tot
ridder in de orde van den Nederland*chen
Leeuw, mr. W. F. Dykers, griffier derarron-
dissements-rechtbank te Amsterdam.
[Mr. Dykors vierde gisteren zyn 50-jarige
ambtsvervulling by de rechterlyke macht.]
Bevorderd: mr. S. Hannema, referendaris
by het departement van buitenlandsche zaken,
tot administrateur by dat departement.
Benoemd by het 2de regiment huzaren,
tot eersten luit., de tweede luit. A. Van^Iens,
van het 3de reg, huzaren.
De kapitein kwartiermeester E. H. Je Jan
sen, van het lste reg. veld art., op pensioen
gesteld en het bedrag van het pensioen be
paald op /"1495 'sjaars.
Lager Onderwijs.
De Tweede Kamer ontving een wetsont
werp tot wyziging van eenige artikelen der
wet op het lager onderwys ten aanzien van:
lo. Vrije en orde-oefeningen der
gymnastiek. Het onderwys in die vak
ken wordt op 1 Januari 1897, zooals men
weet, verplichtend. En nu meent de minister
van binnenl. zaken, dat de bozwaron, welke
tegen de verplichte invoering in vorige jaren
hebben geleid (de onmogelykheid, om dat
onderwys by gemis van een daarvoor ge
schikte localiteit of oefenplaats, te doen geven
zonder schade voor de gezondheid der leer
lingen), zich tege.i de verplichte inveering
met lo. Januari 1897 nagenoïg in gelyke
mate zullen doen gevoelen als voorheen. De
Regeering acht het daarom doeltreffend, dat
de vrye en orde oefeningen dor gymnastiek
wel onder de verplicht leer ikker» aan de
openbare lag-n scholen blyven opgenomen,
mits de gelegenheid geopend zy om aan be
zwaren, ontleend aan het ont -rek n van ge
legenheid of %-A islyka cniJdelen t»r verschaffing
van de noodige localiteit en by uitzonde i ig
ook aan gemis van leerkrachten, vo »rt urend
tegemoet te koruen. Naar h'.t oord© 1 oer
Regeering zal zulks kunnen geschieden door
aan Gedeputdorae Staten bevoog'h ii te
geven, om van de verplichti g tot het geven
van dit ODderwys, telkens voor ten booeste
vyf jaren, don districts-scho >lopzi<?ner gehoord,
by een met redenen omkleed besluit onthef
fing te verleenen.
De opneming van een daartoe strekkende
bepaling in de wet wordt in het wetsontwerp
voorgesteld.
Tevens wordt voorgesteld om voor het
byzonder onderwys aan het bezwaar te gomoet
te komen door do verplichting tot het gt-ven
van onderwys in vak j op (ie ligere scholen
als voorwaarde tot het verkrygen der Rijks
bijdrage, bedoeld in art. 54bis der wet, te
doen vervallen.
2o. Lager onderwys in Tuinbouw
kunde. Na de organisatie van het tuinbouw-
onderwys wenscht de Reg-eri g voor de
onderwyznrd der lagere scholen de mogelijk
heid te openen eene akte van bekwaamheid
voor lager onderwys in de beginselen er
tuinbouwkunde te verkrygen. Daartoe wordt
voorgesteld onder de vakken op te nemen
dat der tuinbouwkunde. De be loeldo akte
8)
Hy geleek op den vorst als het eene ei op
het andere; de predikant, by wien hij was
opgevoed, ontving de vergoeding daarvoor
door bemiddeling van 's vorsten bankier, en
zyn schoolmakkers noemden hem altyd, als
hy er niet by was, „de prins;" in zyn tegen
woordigheid durfden zy dat niet meer doen,
want hy had er eens twee voor die aardig
heid duchtig afgeranseld.
Hy heette Bernard, vrijheer Yon Botterode,
naar het jachtslot gy kent het, zeide
Doortje.
Zekerlyk kende ik het mooie, oude slot.
Botterode zou houtvester worden en de
keuze, om hem daartoe op te leiden, hem
practisch te bekwamen, viel op uw groot
vader, zoo ging Doortje voort. Meneer de
opperhoutvester was er weinig mee inge
nomen, en vooral, toen by een byzonder
schryven van de regeering ontving, waaraan
de vorst eigenhandig nog iets had toegevoegd.
Het werd er niet beter op, toen de jonge
man kwam, somber van uitzicht, schuw,
ongezellig, met iets lamlendigs in zyn houding,
zonder eenige fermiteit, en daarby zoo
precies op den vorst gelykend! De opper
houtvester was een man van strenge zeden
en geen verschoonend rechter over de vorste-
lyke uitspattingen der jeugd, en dat nu juist
hy vaa dat treurige jonge mensch iets
moest zien te maken, ergerde hem byzonder.
„Wie of wel de moeder geweest zou zyn
zeide hy tot zyn vrouw, „korte rokken,
tricots, balletkostuum, gevoed met suikergoed
en confituren kijk maar naar dat jam merlyk
uiterlyk, dat geeft zulk een menschenras.
Men ziet al in de verte, dat hy met chocolade
is grootgebracht! Beenderen als een reekalf.
Hy heeft nog van zyn leven geen roggebrood
gegeten."
„Maar, Stetten, die uitstekende knokken
doen het hem toch ook niet 1 Denk maar eens
aan „Editha," dat paard staat in den stal
als een hoopje ongeluk en als het gezadeld
is en gy rydt er mee uit wat een mooi
figuur maakt het dar.l"
Als zyn vrouw hem op dat paard bracht,
kwam er gewoonlyk een lach om zyn mond,
want hy hield byzonder veel van die mooie
Engelsche merrie, hoewel ook zy reeds de
beste jaren achter den rug had en nu nog
maar kleine ritten met haar meester maakte.
„Ja, zie je, Anita een paard
„Och, oudje, gy zyt onbiliyk en liefdeloos.
Kan de arme jongen het helpen, dat de vorst
zyn vader is? En bovendien was zyn moeder
werkeiyk met hem getrouwd."
„Met de linkerhand I"
„Nu, dat is hetzelfde 1 Hy kon toch van
een danseres geen prinses maken."
„Dan is het toch ook maar de lichtzinnig
heid een beetje bemanteld I Want toen zyn
broer, onze vorige erfprins, stierf en onze
tegenwoordige vorst troonopvolger werd, toen
werden ze eenvoudig één twee drie ge
scheiden."
„Maar, man," viel mevrouw Von Sietien in.
„Wat anders, Anita? Hy trouwde immers
een half jaar later de tegenwoordige vorstin.
Of zoudt gy onzen landsvader ouder de Mor
monen willen brengen?"
„De Hemel beware my, Stetten 1 Er is geen
voorbeeldiger man."
„En dusl"
„Ik wou maar zeggen, dat zy niet ge
scheiden werden I De barones Van Botterode
stierf, eer het tot een scheiding kwam, dat
weèt ik. Drie weken na den dood van den
erfprins stierf ook zy."
„Natuuriyk aan vliegende tering 1"
„Neen aan vergif."
„Daar heb ik nooit van gehoord."
„Wel mogelyk maar ik well De dokter
heeft het my eens vertrouweiyk medegedeeld;
zy nam het vergif, om hem niet in den weg
te zyn, en wyi zy zonder hem niet kon
leven. Als dus uw Botterode slap en zonder
energie ia dan heeft hy het niet van zyn
moeder."
„Dat is een romannetje, Anita; ik geloof
aan dat vergif niet, en ik vind dien Botterode
de onaangenaamste persoon, diea ik ken."
Daarby bleef het. En ik, vervolgde Doortje
met een treurigen hoofdknik, ik was de eerste,
die merkte, dat niet allen Botterode zoo
onaangenaam vonden; freule Isotta dacht er
heel anders over. Zy spraken aan tafel wel
niet met elkaoder, die beiden, maar des
zomersavoads zag ik ze te zamen aan den
zoom van het woud wandelen, en als de
opperhoutvester eens van huls was, kwam
hy in de woonkamer en speelde hy op de
piano, terwyl mevrouw en freule Isotta luis
terden. En hoe mooi kon hy spelen, dat ging
van de eene melodie op de andere; men zou
het voor onmogelyk hebben gehouden, dat
uit zulk een armzalige, kleine kast zooveel
welluidende tonen konden komen, als men
het niet zelve gehoord had. Soms las by
ook; hy hield veel van Hoffmann von Fallers
leben, wiens liederen iedereen zong, en dat
ergerde grootpapa.
„Hy moest liever zyn neus in een boek
over het vak steken," zeide hy, „in plaats
van democratische liedjes te lezen. Wy heb
ben het aan deze dichters en bun consorten
te danken, dat ieder schavuit, die het kruit
betalen kan, er maar op losbrandt, terwyl
het vroeger een ridderlijke uitspanning was
en alleen hy jagen mocht, die de kunst ver
stond. Maar natuurlijk mokt hy er over, dat
hyzelf niet erfprins is."
Von Botterode bad het niet gemakkeiyk
by den ouden heer; bet onaangenaamste
werk, de slechtste schietplaatsen waren zyn
deel, en daarby de eeDe terechtwyzing over
de andere. Maar de bleeke man met de
zwaarmoedige, donkere oogen lette er nauwe
lijks op. Hy deed wat bem bevolen werd
zonder tegenspraak en vergat 's avonds by de
brandende lamp, al lezende en schryvende,
de lasten des daags.
Op zekeren dag ging freule Isotta met haar
naaiwerk in de loofhut, die op eenigen afstand
van het huis in het bosch staat, en toen zy
uren daarna terugkwam, had zy brandende
oogen en purperroode wangen, en was aan
het naaiwerk niets gedaan. Daarvoor lag er
een blos van geluk op het mooie gelaat en
deed zy alles wat zy verrichtte als in oen
droom. En tegen het avondeten, dat buiten
onder de linde werd genuttigd, viel zy haar
moeder in de woonkamer om den hals; kuste
haar, en hoorde ik, door het open raam, haar
jubelen: „O, moeder, moeder; wanneer mag
ik u voorlezen wat hy voor my heeft gedicht?"
Mevrouw de opperhoutvesterin deed meizoo
als menige moeder, haar kind overstelpen met
een vloed van woorden en verwytenzy wist
hoe zy het vertrouwen in haar kon bewaren en
zeide alleen: „Ik lees het liever vuor myzelf,
Isotta, leen my de blaadjes." Maar dat wilde
deze niet, en zoo begreep haar moeder, dat
niet alles, wat op het papier stond, ook voor
haar oogen bestemd was. En des avonds laat
kwam freule Isotta by my op myn zolder
kamertje; zy had gewoond en zette zich stil
by het venster neder; eindelijk vroeg zy my:
„Doortje, waarom houdt vader niet van
Botterode?"
„Dat weet ik niet, freule."
„Weet gy, wat hy vandaag zeide? Botterode
was een ondankbaar mensch, een nul, noch
vi8ch noch vogel, een nagel aan zyn doodkist 1
Maar geloof mij, Doortje, er is geon beter
mensch op de wereld 1"
Ik wist niet wat te antwoorden. Haar gelijk
geven, was olie in hot vuur; haar tegen-
sproken zeer gevaarlyk. Het is n oeilyk mefe
verliefde menschen om te gaan,
Wordt vervolgd.)