De zaak kwam voor den Krijgsraad en de
rtillerist werd, wegens verregaande insubor-
linatie, veroordeeld.
In appèl gekomen, werd hy evenwel door
iet Hoog Militair Gerechtshof vrijgesproken
in door dit college beslist, dat de zaak disci
plinair moest worden afgedaan.
Wanneer zich een dergelijk feit mocht
lerbalen, zal dus op dezelfde wijze worden
*ehandeld.
Even machteloos staat men tegenover bet
imgekeerde feit, namelijk zoo een schutt°r
n het openbaar een militair, hoe hoogge
plaatst ook, op ergerlijke wijze beleedigt. Zelfs
wanneer een generaal dit mocht onderviuden,
'.oo by by eene wapenschouwing over een
vchuttery-corps, op verzoek van den comman-
lant, tegenwoordig is, zou deze opper-officier
ucb meestal moeten tevreden stellen te
ndervlnden dat aan een zoodanigen schutter
lechts een boete werd opgelegd.
Zoo wil het de nu bykans gedurende 70
aren gehandhaafde schutterij wet.
Gemeenteraad van Wassenaar.
Vergadering van 5 Februari.
De Voorzitter opent omstreeks elf uren do
•ergadering en zegt: „Myne heeren! nu ik
voor de eerste maal do vergadering open, ia
't my een behoefte u het welkom toe te
roepen. Moge hetgeen hier wordt overwogen
en besloten, onder Gods zegen strekkon tot
heil en bloei der gemeentel
Hierna worden de notulen gelezen en goed
gekeurd.
Ingekomen ia een missive van den heor
W. Rotteveel, waarby hy ontslag neemt als
lid van den Raad. De Voorzitter stelt voor
namens den Raad een schry ven to richten aan
den heer W. Rotteveel, om hem dank te bo
tuigon voor de diensten, aan de gemeente
bewezen.
Do Voorzitter deelt mede dat gekozen is tot
lid van den Raad de Sear L. C. KolfF. Zyn
geloofsbrievon worden onderzocht door de
beeren v. Limburg Stirum, Kroft on Grevers,
Besloten wordt den heer Kroft toe te laten
Hiervan zal hem worden kennis gegeven.
Ingekomen zyn oen missive van Ged. Staten,
^houdende goedkeuring der gemeente-begroo
ting van 1896;
een adres der vereeniging „Nut en Genoe
gen", waarin zij den Raad verzoekt haar te
steunen om een wyziging in den treinenloop
te verkrygen. De Raad machtigt den Voor
zitter persooniyk met den Raad van Toezicht
en do directie der Holl. IJzeren Spoorweg
Maatschappy in onderhandeling te treden.
Verder deelt de Voorzitter mede, dat op
20 Januari in kas was 2618.14; dat 'thuis,
vroeger bewoond door Mej. Van Gent, ver
huurd is aan den heer Van den Burg voor
78; dat G. Gardien vergunning gegeven
ie tot het vergrooten van zyn schuur.
Tot leden der schuttery commissie worden
gekozen de heeren KolfF en Van der Kroft,
tot plaatsvervangers de heeren Van Pallandt
en Van Limburg Stirum.
Tot leden van het stembureau worden ge-
kozonvoor den gemeenteraad de heeren
Broeksmit en Den Hollander, tot plaatsver
vangers de heeren v. d. Kroft en Terhydon;
voor do Provinciale Staten de heeron Van
Limburg Stirum en Van Pallandt, plaatsver-
vangors de heeren Van Brienen en Kolfl'; voor
de Tweede Kamer de boeren Grevers en KolfF,
plaatsvervangers de heoren v. d. Oudermeulen
en Van Pallandt.
Nog deelt de Voorzitter mede, dat langs
don weg door 't „Lange duin" eon paarden-
pad gelegd wordt. Twoe overwegingen hebben
hem hiertoo doen besluiten. Ten eerste het
belang van don weg. Deze toch had veel to
ïydon van de cavalerie. Ten tweede de weinige
kosten, aan 't leggen van genoemden weg
verbonden. Do commissie voor werkverschaf
fing meendo dat het op haar weg lag dat
werk te doen uitvoeren. Do Voorzitter stelt
voor het onderhoud van dien weg ten laste
der gemeente te nemen. Daartoe wordt be
sloten.
Tot beambte voor de telephoon wordt be
noemd de heer J. Kramer, op een jaarwedde
van ƒ150; tot plaatsvervanger de hoer J.
Eggink.
Na de behandeling van een nieuw regle
ment van orde, dat, na eenige discussie, met
kleine wyziging wordt aangenomen, wordt
overgegaan tot het kiezen van een plaatsver
vangend secretaris. Uit een voordracht van
twee heeren (de hoeren Eggink en Schlmmel-
penninck) wordt gekozen de heer Eggink.
Gemengd. IX i e u w s.
Aan het telephoonnet alhier
is aangesloten onder No. 164 de woning van
den hoer C. "W. Zandvoort, vleeschbouwer,
Hoogl. Korkgracht.
Door de politie alhier is na o p-
gemaakt proces-verbaal ter beschikking van
den officier van justitie te 's-Gravenhage ge
steld de slagersknecht P. De R., die, na
reeds vroeger een vonnis voor verduistering
te hebben ondergaan, zich nu woder gelden
had toogeöigond, welke hem waren ter hand
gesteld, om aan zyn patroon af te dragen
voor geleverd vloesch. Hy heeft daartoe onder
scheidene rekeningen valscheiyk gequiteerd.
Het lyk van den by de instorting
van den muur in de Van-Goens-straat te
's-Gravenhage omgekomen metselaar is ter
schouwing naar het academisch ziekenhuis
te Leiden overgebracht, een onderzoek, dat
wyst op een gerechteiyke instructie in zake
dit ongeluk.
De invloed van het voortdurende
zachte, ofschoon dan ook meerendeels verre
van aangename weder, is goed te zien: aan
bormen, naar bet zuiden gericht, krygt het
gras reeds zyn voorjaarstint; het winterkoren
is al frisch groen en zal weldra omhoog gaan.
Komt er geen vorst meer, dan is de lente
gauw aanstaande. De tuinarbeid neemt reeds
een aanvang.
De politie te Amersfoort is zoo
gelukkig geweest de hand te leggen op de
vermoedelyke inbrekers, die in den laatsten
tyd die gemeente onveilig maakten.
De correspondent van het „Hbl." schryft
dienaangaande het volgende:
In 't einde van November betrok zekere
W. v. D., die zich met zijn vrouw hier vestigde,
oen huisje by de infanteriekazerne, dicht in
de buurt van zyn broeder C. v. D.
In de stoomwevery der Gebr. Visser werd
kort daarna het eerst ingebroken; daarop
volgde de tapytwevery van den heer Gar-
jeanne. Men ging daarby met de grootste
brutaliteit te werk. Weldra werd de stad
zelfs meer het terrein voor de operatiën der
slimme dieven, maar toen by een uitdrager
een wekkerklok werd gestolen en ze onvoor
zichtig genoeg waren het voorwerp te koop
aan te bieden, liepen ze in de val.
Zaterdag-avond begaf de politie zich naar
de woning van W. D. Nadat men op 't
herhaald kloppen geen antwoord ontving, werd
de deur doot^ een smid opengestoken en vond
men, by zorgvuldige huiszoeking, don man
onder 't bed. Geboeid werd hy naar het
politie bureel vervoerd, waar uit zyn weldra
afgelegde bekentenis bleek dat zyn beide
brooders, C. v. D. alhier en H. J. v. D.,
aan den Zeeburgerdyk te Amsterdam, zyn
medeplichtigen waren.
Do laatste werd Zondag-middag te Amster
dam gearresteerd en hierheen geleid; Zondag
avond word de derde van het waardig drietal
in hechtenis genomen; allen hebben volledig
bekend, terwyi de in hun woning gevonden
voorwerpen door do bestolenen als hun eigen
dom werden horkend.
Thans te Rotterdam, is weer een
kind, oen knaapje van 2,/l jaar, in een kuip
met heet water gevallen en aan de bekomen
brandwonden overleden. De moeder had het
kind alleen in do kamer gelaten.
Door de politie te Rotterdam
is aan do justitie overgeleverd een Duitscher,
Ernest Hamann, die zich te Beriyn aan ver
duistering heeft schuldig gemaakt van ruim
700 mark op een kantoor, alwaar hy werk
zaam was. Hy zal naar zyn vaderland terug
gebracht woruen.
In het Ziekenhuis te Dordrecht
is de revolverkogel, welke door Do Graaf in
het voorhoofd van Elisabeth Van Gink werd
geschoton, daaruit verwyderd. De kogel, in
oorspronkelyken vorm byna 2 centimeter lang
en 7 millimeter in middellyn, was in het
harde voorhoofdsbeen samengeperst tot een
koek van 15 millimeters middellyn en slechts
enkele millimeters dikte.
Aangaande de herhaalde bran
den in dezelfde woning te Mierloo (N. Br.)
wordt gemeld, dat de in hechtenis genomen
vrouw J. en haar man weder op vrye voeten
gesteld zyn.
De heer J. J. Coster, to Utrecht,
is in hot bezit van een zeldzaam horloge.
Het zou nl. het eenig overgebleven exemplaar
zyn van de horloges, met welker vervaardiging
do stadhouder Willem V zich indertyd onledig
hield.
Gisternamiddag is in don Zuid-
koek van het voormalige Charlois een schuur,
gevuld met vlas, van de wed. Groenenboom,
totaal afgebrand.
In de myn „Lauw er weg", te
Kolscheid by Kerkrade (Limburg), zyn twee
mynwèrkers, die bezig waren met het los
kappon van steenkolen, omgekomen door het
plotseling instorten van de gang, waarin zy
werkzaam waren, hetgeen hen van alle
buitenlucht en hulp afsloot. Met veel
inspanning en moeite werden hunne ïyken
gevonden. Beiden waren gehuwd en stonden
bekend als oppassende werklieden.
Van de gelegenheid, door het
gemeentebestuur van Den Bosch opengesteld
tot inenting, wordt zeer druk gebruik ge
maakt.
Intusschen blykt dat het besluit van den
Raad, om het carnaval niet te doen doorgaan,
by do ingezetenen niet die waardeering vindt,
welke het verdient. O. a. is in een ver
gadering van „Casino" besloten het gewone
bal masqué voor de leden te doen doorgaan.
Do „Noordbrab." zegt dat besluit met leed
wezen te vernemen.
„Als de bestuurderen van „Casino" den volks
geest kenden, zouden zy voorzeker anders
gehandeld hebben, en zich meer bereid hebben
getoond te handelen in den geest van onzen
Raad, die een besluit nam, dat door alle in
woners der stad, de aanzienlyksten het eerst,
moest geëerbiedigd worden".
Woensdag is ln de Beurs te
Beriyn een bijeenkomst gohouden van ruim
2000 kooplieden, uit alle deelen van Duitsch-
land. Het doel was op te komen tegen de
aanvallen, welke in den Ryksdag by de be
handeling der Beurswet tegen den beurshandel
waren gericht, ook enkele bepalingen van
dat ontwerp te bestryden, met name de aan
stelling van een regeeringscommissaris by elke
Beurs. Ten slotte werd de volgende motie
aangenomen: „De Duitsche koopmansstand,
welks vertrouwbaarheid zelfs in het buiten
land nooit in opspraak is gekomen, acht zich
tot zyn leedwezon genoopt, te protesteeren
tegon de aanvallen, die op zyn eer by de eerste
lezing der Beurswet in den Ryksdag gedaan
zyn. Zy wyst met nadruk het opzet af om de
kooplieden, die zich met beurszaken afgeven,
te stellen tegenover andere handelaren. De
Duitsche koopmansstand is eensgezind tegen
over dergelyken toeleg, welke ten doel heeft
zyn aanzien te verkleinen en zyn vryheid van
beweging aan banden te leggen, zooals niet
alleen in het ontwerp, maar in nog veel
grootere mate by de behandeling in den Ryksdag
en in de commissie van onderzoek beproefd is.
De vergadering acht zich verplicht, tegen dat
ontwerp nadrukkelijk op te komen, omdat
daardoor de zwaarste moreele en stoffelyke
nadoelen voor den geheelen handel vanDuitsch-
land te vreezen zyn." Slechts één der aan
wezigen stemde tegen.
By gelegenheid van het keizer-
feest der Duitsche kolonie te Weenen vertelde
de gezant graaf Eulenberg het volgend voor
val uit zyne Noorsche reis met keizer Wilhelm.
„Op een groote rivier moest de stoomboot,
waarop de keizer en ik ons bevonden, by
stormachtig weder eene brug passeeren, dio
in het midden 6lechts eene ruimte van eenige
voeten had, om de masten door te laten. Het
gelukte den stuurman niet, zyn koers zoo
danig te nemen, dat het schip ongedeerd onder
de brug doorvoer. De achterste mast sloeg aan
splinters en een regen van balken en stukken
bout viel op het dek neer. Do keizer stond
aan den voet van dezen mast en, zich schyn-
baar het gevaar niet bewust, trad hy, in een
gesprek met een heer van het gevolg gewik
keld, slechts een enkele schrede ter zyde, ter-
wyi een balk krakend neerviel op de plaats,
waar de keizer nog een oogenblik te voren
had gestaan. „Uwe Majesteit heeft zeker
het gevaar niet bemerkt, waarin wy ver
keerden?" zeide ik tot den keizer, toen
wy de brug gepasseerd waren. „Jawel,
maar ik deed alsof ik niets bemerkte. Ik moest
aan den armen stuurman denken, wien eau
hard woord van myne zyde een nog erger lot
zou bereid hebben dan hem toch reeds ge
troffen heeft."
„Zoo, zeide graaf Eulenberg, „dacht de
keizer in een oogenblik van het grootste ge
vaar aan den armen man, dien hy eigenlyk in
het geheel niet kende. Vooral wy, Duitschers,
eeren den dappere, cie tevens een warm hart
heeft, en wanneer ik van mynen keizer
spreek, dan staat my zyn beeld voor oogen
zooals by daar op dat schip stond, te midden
der splinterende balken, het hart vol g03d
heid."
In 1894 bedroeg de goud-op
brengst over de gehenle wereld 450 millioen
gulden. Die van 1895 wordt op 500 millioen
geschat.
In de laatste jaren is de goud opbrengst
aanmerkeiyk toegenomen. Van 1872 tot 1888
bedroeg ze gemiddeld jaarlyks 159'/2 millioen,
en in 1892 was zy vermeerderd tot 325
millioen.
Het meeste goud wordt nu niet meer in de
Vereenigde Staten van Noord-Amerika, maar
in Australië en Zuid-Afrika gevonden.
Proeven met het Franscho Middel-
landsche Zeo-eskader hebben, volgens „La
Petite République", bewezen dat de kustver
dediging ontoereikend is tegenover het vuur
der moderne oorlogsschepen. Een oorlogsschip
en een kruiser moeten op 2500 M. eenige
versterkte werken op een eiland in de Levant
met granaten tot pulver hebben geschoten.
Te Maulévrier, in het Fransche
departement Maine-et-Loire, is het dak van
een kerk iDgestort, tydens de mis. Er ontstond
een paniek onder de kerkgangers, een man
en drie vrouwen werden in het gedrang of
door het neervallende puin gedood en vyf
ernstig gekwetst.
INGEZONDEN.
Annexatieplan Leiden, Leiderdorp,
Zoeterwoude en Oegstgeest.
Over bovenstaand onderwerp is reeds voel
geschreven en niet minder gesproken, en uit
oen en ander blykt duideiyk, dat wat door
sommigen als nuttig en noodzakelijk wordt
geoordeeld, door anderen niet wordt verlangd,
vooral niet, omdat men bang is, of wordt ge
maakt, voor de dubbeltjes quaestie.
En dat brengt menigeen op een onzuiver
standpunt.
Het geld toch regeert menigeen en tal van
nuttige zaken zyn niet of zullen niet tot stand
komen, omdat men de handen op de zakken
wenscht te houden.
't „Geld" is dus een middel by uitnemendheid
om voor bangmaker te dienen en komen ook
hier politiek en godsdienst zich doen gelden,
die woorden worden minder genoemd, maar
't „geld" in den vorm van een aanslag in de
belasting is de „boeman" en alzoo het middel
om tot het doel te geraken, nl.de annexatie
tegen te werken.
Het schynt daarom nuttig de belasting
gevolgen eens na te gaan. Over de gemeente
belasting behoeven we dan niet te spreken,
daar deze elk jaar zich naar de behoeften
regelt, maar wel over de rijksbelasting.
"Wat beweert men
„Worden de aünexatie-plannen tot wet ver
heven, dan zal Leiden worden een gemeente
van hoogere klasse en iedereen zal meer
moeten betalen."
Maar, Mynheer de Redacteur, niets is
minder waar dan dat.
Leiden heeft een kom met eene bevolking
van 36,000 tot beneden 48,000 zielen. De
kom is de samenhangende gebouwde agglo
meratie van een gemeente, zonder daarby
te voegen de bevolking der huizen, die in
hare uitgestrektheid verspreid liggen, en U
zult het wel met my eens zyn, dat door de
hier bedoelde annexatie de kom van de
gemeente niet verandert. En joist naar de
kom van de gemeente regelt zich de personeel©
belasting.
Aan Haarlem hebben wy een Toorbeeld.
Haarlem met 60,000 inwoners heeft
eveneens een kom van 36,000 tot beneden
48,000 zielen en ofschoon Haarlem dus een
grootere gomeento is, betalen de inwoners
daar naar dezelfde grondslagen als de inwo
ners hier.
Wat voor verschil kan die klasse dan wel
maken?
Dat is vooral merkbaar by den 2den grond
slag der personeele belasting, de deuren en
vensters; een orawoner gaat door oen deur
en kykt door een venster van 44 cent aan
belasting, de inwoner doet hetzelfde door een
dito dito, doch betaalt 72 cent daarvoor, maar
gaat daarvoor toch niet méér betalen al krygt
Leiden de omwonenden er by.
Voor zooveel de huurwaarde 'in' verhand
staat met de klasse indeeling eener gemeente,
zal de annexatie den z g. kleinen man, die
nu buiten woont, ten goedo komen. Immers,
begint buiten de belastbaarheid met ƒ18
huurwaarde, in Leiden is dat eerst met 50
huurwaarde het geval.
Wordt op het platteland remissie verleend
voor perceelen met een huurwaarde van ƒ18
tot beneden ƒ24; in Leiden loopen deremis
sies van 50 tot beneden 70 huurwaarde.
Overigens betaalt men, waar men ook
woont 5 pet. van de huurwaarde voor per
soneel,© belasting en is er geen verschil tus
schen om- en inwoners.
En hoe lang zal het verschil nog bestaan
voor dearen en vensters en belastbaarheid?
Do nu aanhangige nieuwo wet op de per
soneele belasting verleent geen plaats meer
aan de deuren en vensters, en omwonenden
van steden worden gelijk gestald met in-
wonenden, zoodat ze alkn tot dezelfde klasse
zullen gaan behooren.
De vroegere Patentwet regelde de aan
slagen naar de rangen van gemeenten; de
daarvoor in de plaats getreden wet op de
Bedryfsbelasting kent geen rangen en thans
betalen om- en inwoners naar hetzelfde tarief.
Nu rest ons nog als ryksbelasting „de
grondbelasting," maar ook die heffing zal
geen verschil brengen, daar de gemeenten
Leiderdorp, Zoeterwoude en Oegstge st even
veel opcenten heffen als de gemeente Lei Jen,
zoodat cio inwoners, die onroerende goederen
hebben, gelegen in het to knnexeoren gedeelte,
na de annexatie daardoor niets méér te betalen
zullen hebben.
Mynheer de Redacteur, ik hoop die LeïJe-
naren, die reeds bang waren gemaakt, weer
te hebben gerustgesteld, en dan is het dod
van dit schryven bereikt.
Het vóór en togen de annexatie wensch
ik niet te bespreken, overtuigd als ik ben
dat onze "Volksvertegenwoordigers zich niet
zullen laten leiden door politieke, godsdien
stige of geldquaesties, maar wel door het
„algemeen belang" en het „billijkheids-
beginsel."
Ik dank U beleefd voor de my afgestane
plaatsruimte.
Leiden, Uw. Dw. Dienaar,
5 Febr. 1896. W. Az.
BUITENLAND.
Duitsohland.
By de voortzetting van het debat in den
Ryksdag over het Burgeriyk Wetboek ver
klaarde de hoer Hodenberg, mede uit naam
van zyn vrienden, dat het ontwerp een uit
stekend work^van Duitschen geest en Duitsche
arbeidzaamheid is. Hy klaagde echter over
het nadeel, dat liberale wetten en liberale
rechters veroorzaken. Dit nadeel zou door
de aanneming van het ontwerp nog grooter
worden Spreker verklaarde zich voor het
verzenden naar eene commissie.
De geheimraad Sohin verklaarde dat hy
zich verblyddo over de goedkeuring van het
ontwerp door alle partyen met uitzondering
van die van den heer Stadthagen (soc.-democr.)
en bestreed daarop onder de byvalsbetuigin-
gen van den Ryksdag 6n het rumoer der
sociaal-democraten den heer Stadthagen en
diens bewermg, dat de arbeiders in de com
missie niet waren vertegenwoordigd.
De heer Von Stumm, conservatief, ver
klaarde dat hy het niet eens was met de
positie der vrouw in het ontwerp en sprak
ook tegen het erfrecht. Zyn partij zal echter,
ondanks haar bezwaren, het ontwerp niet
doen vallen.
De voorzitter, de heer Von Buol Beren-
berg, deelde mede dat was ingediend een
voorstel van do afgevaardigden Schroder en
Buehka, strekkende om het ontwerp te ver
wyzen naar een commissie van 21 leden, met
machtiging om enkele artikelen zonder beraad
slaging aan te nemen krachtens een besluit
der meerderheid.
De heer Förster verklaarde zich eveneens
voor de verzending naar eeD commissie van
21 leden.
ItoUA
Men is nog steeds in 't onzekere, welk
besluit de Italiaansche regeeriDg nu verder
omtrent Abessinië zal nemen. Men verhaalt
dat de minister-president Crispi, toen hy om
3 uren 's morgens gewekt werd wegens het
telegram, dat het bericht bracht, dat de colonne
Galliano vryen aftocht bekomen had uit het
fort Makallé, moet hebben gezegd: „Het is
goed, maar 't is geeD overwinningDeze
tusschen waken en slapen gesproken woorden
kenschetsen met juistheid den toestand. Men
begrypt de vreugde van het Italiaansche volk
over de tyding, maar de politieke en militaire
overheden kunnen, ofschoon zy ook tevreden
mi i m
z(jn over de eervollo capitulatie, in het feit,
dat Makallé, evenals Amba Aladji, zich in
handen van den vyand bevindt, geen voordeel
zien. In staatkundig en militair opzicht heeft
Italië geen stap vooruitgedaan; het heeft het
doel, dat de regeermg en het parlement met
de voor oorlogskosten toegestane 20 millioen
op htt oog hadden, volstrekt niet bereikt.
Dit doel is doo^ den minister president by de
verdediging van het krediet aldus omschreven:
„Men moet den vrede in de bezette provinciën
dragen, de greDS van de kolonie bevestigen
en het zoo ver brengen, dat de herhaling van
een stryd als cie van 7 December (Amba-
Alndji) onmogelijk gemaakt wordt." Deze
woorden geven niet geringen steun aan de
meening van hen, die aan berichten over
vredesonderhandelingen alle geloofwaardigheid
ontzeggen.
Maar het doel, dat de minister-president
aangaf, is zelfs door een goed geslaagden veld
tocht in Erythrea niet te bereiken. Gesteld
al, dat generaal Baratieri er in slaagde een
ernstige nederlaag toe t.e brengen aan de
Schoanen, dan zou daarmede nog weinig go-
wonnen zijn. De toekomst der kolonie hangt
geheel af van de maatregelen, die kunnen
worden genomen om de veiligheid en de ont
wikkeling der kolonie te verzekeren. De Ita
liaansche regeering moet in staat zijn, de
noodige voorzorgen te nemen om te verhin
deren, dat de AbessiniëTs hunnen aanval
herhalen. De groote moeilijkheid nu is, die
voorzorgen met de finantiëele hulpbronnen
van Italië in overeenstemming te brengen.
Volgens het plan van den mïnist-r van
oorlog zou men, om den Negus Menelik voor
goed met machteloosheid te slaan, hem in
hot hart moeten treffen, en dat doel kan niet
worden bereikt, altyd volgens de te Rome
bovendryvende inzichten, dan door oen exp3-
citie, die, van Zellah uitgaande, Schoa zou
binnendringen. Een dri tal weken geleden
werd, volgens de „Indépendance", verzekerd,
dat Engeland, na zich langen tyd doof te
hebben gehouden, zich eindelijk in beginsel
bereid had verklaard, hiertoe medewerking te
verleenen. Maar sedtrt hebben de voorvallen,
dio op de verhouding tusschen Duitschland
en Engeland hebben ingewerkt, Engeland
genoopt zijne beiofte in te trekken, en nu
staat Italië m dit opzicht weder geïsoleerd.
In de vergadering der Kamer van gisteren
interpelleerde de heer Defnet (socialist) den
mimsttr van binoenlandscho zaken, Sehollatrt,
over de benoeming der burgemeesters. Deze
afgevaardigde betoogde dat er meer dan 2000
burgemeesters benoemd zyn, waaronder zich
geen enkele sociaal-democraat bevindt. Vandaar
dat de heer Defnet tot den minister de vraag
lichtte, of hy soms voornemens was het
schervengeiecht op de Bocialisten toe te
passen.
De heer Sehollaert antwoordde dat hy,
verantwoordelyk zynde voor de handhaving
van de orde in het land, ook medewerker*
moet hebben, die voldoende waarborgen
geven dat zy de regeering daarby zullen
steunen. Indien de gemeenteraden zoodanig
zyn samengesteld, dat dezen dien waarborg
niet gevon, dan dieut de burgemeester ge
kozen te worden buicen den Raad. Voorloopig
is de regeering niet voornemens, een sociaal
democraat tot burgemeester te benoemen.
Spanje.
Maarschalk Martinez Campos is gisteren
te Madrid aangekomen. De ministers en vele
Kameraden waren aan het station, om hem
te begroeten Op het stationsplein bevond
zich een talrijke menigte, hoofdzakelyk be
staande uit tegenstanders van de meerdere
zelfstandigheid, welke Martinez Campos den
Cubanen wil toestaan, die den maarschalk
met getluit en teekenen van afkeuring ont
vingen.
Da bladen z;in algemeen zeer verontwaar
digd en keuren het af, dat de politie geen
afdoende maatregelen had genomen, om eene
dergelijke vyandige betooging te verhinderen.
Maarschalk Campos ontkent alle plannen,
welke hem door journalisten worden toege
dicht.
Eenige Spaansche bladen deelden nameiyk
mede, dat zy maarschalk Martinez Campos
by zyne komst in Corunha hadden geïnter
viewd. Volgens hun verslagen had de
maarschalk verklaard dat de Spaansche
regeering genoodzaakt is den vrede op Cuba
te herstellen, zelfs indien het daarvoor noodig
mocht zyD, den Cubanen autonomie toe te
staan.
Groot-BritanaiA
John Morley, de oud-minister voor Ierland,
aie thans aJs candidaat voor het Lagerhuis
optreedt by eene aanvulliugsverkiezing te
Montrose Burghs, is met nadruk opgekomen
tegen de redo van lord Salisbury en de
parallel, die daarin getrokken werd tusschen
Ierland en Transvaal. .Ongelukkiger en be
treurenswaardiger uitdrukking is zelden ge
komen van de lippen van een man in een
hooge en verantwoordelijke positie," zeide by.
De rede van lord Salisbury was een vergoe
lijking van den strooptocht in Transvaal, en
dat, terwijl zijne regeering eene vervolging
tegen Jameson heeft bevolen. Terwyl de
minister van koloniën den inval veroordeelt,
maakt de minister-president er een grap van
en zegt. dal de strooptocht niet erger is daE
een inval van Schotten in Ulster zou zyn,
indien Ulster in moeilijkheden kwam onder
een Eome-Rule-regeering. Terwyl de koningin
aan den president van Transvaal een brief
schryft, waarin zy de grootmoedigheid en
wysheid van zyn beleid erkent, geeft de