De zaak kwam voor den Krijgsraad en de rtillerist werd, wegens verregaande insubor- linatie, veroordeeld. In appèl gekomen, werd hy evenwel door iet Hoog Militair Gerechtshof vrijgesproken in door dit college beslist, dat de zaak disci plinair moest worden afgedaan. Wanneer zich een dergelijk feit mocht lerbalen, zal dus op dezelfde wijze worden *ehandeld. Even machteloos staat men tegenover bet imgekeerde feit, namelijk zoo een schutt°r n het openbaar een militair, hoe hoogge plaatst ook, op ergerlijke wijze beleedigt. Zelfs wanneer een generaal dit mocht onderviuden, '.oo by by eene wapenschouwing over een vchuttery-corps, op verzoek van den comman- lant, tegenwoordig is, zou deze opper-officier ucb meestal moeten tevreden stellen te ndervlnden dat aan een zoodanigen schutter lechts een boete werd opgelegd. Zoo wil het de nu bykans gedurende 70 aren gehandhaafde schutterij wet. Gemeenteraad van Wassenaar. Vergadering van 5 Februari. De Voorzitter opent omstreeks elf uren do •ergadering en zegt: „Myne heeren! nu ik voor de eerste maal do vergadering open, ia 't my een behoefte u het welkom toe te roepen. Moge hetgeen hier wordt overwogen en besloten, onder Gods zegen strekkon tot heil en bloei der gemeentel Hierna worden de notulen gelezen en goed gekeurd. Ingekomen ia een missive van den heor W. Rotteveel, waarby hy ontslag neemt als lid van den Raad. De Voorzitter stelt voor namens den Raad een schry ven to richten aan den heer W. Rotteveel, om hem dank te bo tuigon voor de diensten, aan de gemeente bewezen. Do Voorzitter deelt mede dat gekozen is tot lid van den Raad de Sear L. C. KolfF. Zyn geloofsbrievon worden onderzocht door de beeren v. Limburg Stirum, Kroft on Grevers, Besloten wordt den heer Kroft toe te laten Hiervan zal hem worden kennis gegeven. Ingekomen zyn oen missive van Ged. Staten, ^houdende goedkeuring der gemeente-begroo ting van 1896; een adres der vereeniging „Nut en Genoe gen", waarin zij den Raad verzoekt haar te steunen om een wyziging in den treinenloop te verkrygen. De Raad machtigt den Voor zitter persooniyk met den Raad van Toezicht en do directie der Holl. IJzeren Spoorweg Maatschappy in onderhandeling te treden. Verder deelt de Voorzitter mede, dat op 20 Januari in kas was 2618.14; dat 'thuis, vroeger bewoond door Mej. Van Gent, ver huurd is aan den heer Van den Burg voor 78; dat G. Gardien vergunning gegeven ie tot het vergrooten van zyn schuur. Tot leden der schuttery commissie worden gekozen de heeren KolfF en Van der Kroft, tot plaatsvervangers de heeren Van Pallandt en Van Limburg Stirum. Tot leden van het stembureau worden ge- kozonvoor den gemeenteraad de heeren Broeksmit en Den Hollander, tot plaatsver vangers de heeren v. d. Kroft en Terhydon; voor do Provinciale Staten de heeron Van Limburg Stirum en Van Pallandt, plaatsver- vangors de heeren Van Brienen en Kolfl'; voor de Tweede Kamer de boeren Grevers en KolfF, plaatsvervangers de heoren v. d. Oudermeulen en Van Pallandt. Nog deelt de Voorzitter mede, dat langs don weg door 't „Lange duin" eon paarden- pad gelegd wordt. Twoe overwegingen hebben hem hiertoo doen besluiten. Ten eerste het belang van don weg. Deze toch had veel to ïydon van de cavalerie. Ten tweede de weinige kosten, aan 't leggen van genoemden weg verbonden. Do commissie voor werkverschaf fing meendo dat het op haar weg lag dat werk te doen uitvoeren. Do Voorzitter stelt voor het onderhoud van dien weg ten laste der gemeente te nemen. Daartoe wordt be sloten. Tot beambte voor de telephoon wordt be noemd de heer J. Kramer, op een jaarwedde van ƒ150; tot plaatsvervanger de hoer J. Eggink. Na de behandeling van een nieuw regle ment van orde, dat, na eenige discussie, met kleine wyziging wordt aangenomen, wordt overgegaan tot het kiezen van een plaatsver vangend secretaris. Uit een voordracht van twee heeren (de hoeren Eggink en Schlmmel- penninck) wordt gekozen de heer Eggink. Gemengd. IX i e u w s. Aan het telephoonnet alhier is aangesloten onder No. 164 de woning van den hoer C. "W. Zandvoort, vleeschbouwer, Hoogl. Korkgracht. Door de politie alhier is na o p- gemaakt proces-verbaal ter beschikking van den officier van justitie te 's-Gravenhage ge steld de slagersknecht P. De R., die, na reeds vroeger een vonnis voor verduistering te hebben ondergaan, zich nu woder gelden had toogeöigond, welke hem waren ter hand gesteld, om aan zyn patroon af te dragen voor geleverd vloesch. Hy heeft daartoe onder scheidene rekeningen valscheiyk gequiteerd. Het lyk van den by de instorting van den muur in de Van-Goens-straat te 's-Gravenhage omgekomen metselaar is ter schouwing naar het academisch ziekenhuis te Leiden overgebracht, een onderzoek, dat wyst op een gerechteiyke instructie in zake dit ongeluk. De invloed van het voortdurende zachte, ofschoon dan ook meerendeels verre van aangename weder, is goed te zien: aan bormen, naar bet zuiden gericht, krygt het gras reeds zyn voorjaarstint; het winterkoren is al frisch groen en zal weldra omhoog gaan. Komt er geen vorst meer, dan is de lente gauw aanstaande. De tuinarbeid neemt reeds een aanvang. De politie te Amersfoort is zoo gelukkig geweest de hand te leggen op de vermoedelyke inbrekers, die in den laatsten tyd die gemeente onveilig maakten. De correspondent van het „Hbl." schryft dienaangaande het volgende: In 't einde van November betrok zekere W. v. D., die zich met zijn vrouw hier vestigde, oen huisje by de infanteriekazerne, dicht in de buurt van zyn broeder C. v. D. In de stoomwevery der Gebr. Visser werd kort daarna het eerst ingebroken; daarop volgde de tapytwevery van den heer Gar- jeanne. Men ging daarby met de grootste brutaliteit te werk. Weldra werd de stad zelfs meer het terrein voor de operatiën der slimme dieven, maar toen by een uitdrager een wekkerklok werd gestolen en ze onvoor zichtig genoeg waren het voorwerp te koop aan te bieden, liepen ze in de val. Zaterdag-avond begaf de politie zich naar de woning van W. D. Nadat men op 't herhaald kloppen geen antwoord ontving, werd de deur doot^ een smid opengestoken en vond men, by zorgvuldige huiszoeking, don man onder 't bed. Geboeid werd hy naar het politie bureel vervoerd, waar uit zyn weldra afgelegde bekentenis bleek dat zyn beide brooders, C. v. D. alhier en H. J. v. D., aan den Zeeburgerdyk te Amsterdam, zyn medeplichtigen waren. Do laatste werd Zondag-middag te Amster dam gearresteerd en hierheen geleid; Zondag avond word de derde van het waardig drietal in hechtenis genomen; allen hebben volledig bekend, terwyi de in hun woning gevonden voorwerpen door do bestolenen als hun eigen dom werden horkend. Thans te Rotterdam, is weer een kind, oen knaapje van 2,/l jaar, in een kuip met heet water gevallen en aan de bekomen brandwonden overleden. De moeder had het kind alleen in do kamer gelaten. Door de politie te Rotterdam is aan do justitie overgeleverd een Duitscher, Ernest Hamann, die zich te Beriyn aan ver duistering heeft schuldig gemaakt van ruim 700 mark op een kantoor, alwaar hy werk zaam was. Hy zal naar zyn vaderland terug gebracht woruen. In het Ziekenhuis te Dordrecht is de revolverkogel, welke door Do Graaf in het voorhoofd van Elisabeth Van Gink werd geschoton, daaruit verwyderd. De kogel, in oorspronkelyken vorm byna 2 centimeter lang en 7 millimeter in middellyn, was in het harde voorhoofdsbeen samengeperst tot een koek van 15 millimeters middellyn en slechts enkele millimeters dikte. Aangaande de herhaalde bran den in dezelfde woning te Mierloo (N. Br.) wordt gemeld, dat de in hechtenis genomen vrouw J. en haar man weder op vrye voeten gesteld zyn. De heer J. J. Coster, to Utrecht, is in hot bezit van een zeldzaam horloge. Het zou nl. het eenig overgebleven exemplaar zyn van de horloges, met welker vervaardiging do stadhouder Willem V zich indertyd onledig hield. Gisternamiddag is in don Zuid- koek van het voormalige Charlois een schuur, gevuld met vlas, van de wed. Groenenboom, totaal afgebrand. In de myn „Lauw er weg", te Kolscheid by Kerkrade (Limburg), zyn twee mynwèrkers, die bezig waren met het los kappon van steenkolen, omgekomen door het plotseling instorten van de gang, waarin zy werkzaam waren, hetgeen hen van alle buitenlucht en hulp afsloot. Met veel inspanning en moeite werden hunne ïyken gevonden. Beiden waren gehuwd en stonden bekend als oppassende werklieden. Van de gelegenheid, door het gemeentebestuur van Den Bosch opengesteld tot inenting, wordt zeer druk gebruik ge maakt. Intusschen blykt dat het besluit van den Raad, om het carnaval niet te doen doorgaan, by do ingezetenen niet die waardeering vindt, welke het verdient. O. a. is in een ver gadering van „Casino" besloten het gewone bal masqué voor de leden te doen doorgaan. Do „Noordbrab." zegt dat besluit met leed wezen te vernemen. „Als de bestuurderen van „Casino" den volks geest kenden, zouden zy voorzeker anders gehandeld hebben, en zich meer bereid hebben getoond te handelen in den geest van onzen Raad, die een besluit nam, dat door alle in woners der stad, de aanzienlyksten het eerst, moest geëerbiedigd worden". Woensdag is ln de Beurs te Beriyn een bijeenkomst gohouden van ruim 2000 kooplieden, uit alle deelen van Duitsch- land. Het doel was op te komen tegen de aanvallen, welke in den Ryksdag by de be handeling der Beurswet tegen den beurshandel waren gericht, ook enkele bepalingen van dat ontwerp te bestryden, met name de aan stelling van een regeeringscommissaris by elke Beurs. Ten slotte werd de volgende motie aangenomen: „De Duitsche koopmansstand, welks vertrouwbaarheid zelfs in het buiten land nooit in opspraak is gekomen, acht zich tot zyn leedwezon genoopt, te protesteeren tegon de aanvallen, die op zyn eer by de eerste lezing der Beurswet in den Ryksdag gedaan zyn. Zy wyst met nadruk het opzet af om de kooplieden, die zich met beurszaken afgeven, te stellen tegenover andere handelaren. De Duitsche koopmansstand is eensgezind tegen over dergelyken toeleg, welke ten doel heeft zyn aanzien te verkleinen en zyn vryheid van beweging aan banden te leggen, zooals niet alleen in het ontwerp, maar in nog veel grootere mate by de behandeling in den Ryksdag en in de commissie van onderzoek beproefd is. De vergadering acht zich verplicht, tegen dat ontwerp nadrukkelijk op te komen, omdat daardoor de zwaarste moreele en stoffelyke nadoelen voor den geheelen handel vanDuitsch- land te vreezen zyn." Slechts één der aan wezigen stemde tegen. By gelegenheid van het keizer- feest der Duitsche kolonie te Weenen vertelde de gezant graaf Eulenberg het volgend voor val uit zyne Noorsche reis met keizer Wilhelm. „Op een groote rivier moest de stoomboot, waarop de keizer en ik ons bevonden, by stormachtig weder eene brug passeeren, dio in het midden 6lechts eene ruimte van eenige voeten had, om de masten door te laten. Het gelukte den stuurman niet, zyn koers zoo danig te nemen, dat het schip ongedeerd onder de brug doorvoer. De achterste mast sloeg aan splinters en een regen van balken en stukken bout viel op het dek neer. Do keizer stond aan den voet van dezen mast en, zich schyn- baar het gevaar niet bewust, trad hy, in een gesprek met een heer van het gevolg gewik keld, slechts een enkele schrede ter zyde, ter- wyi een balk krakend neerviel op de plaats, waar de keizer nog een oogenblik te voren had gestaan. „Uwe Majesteit heeft zeker het gevaar niet bemerkt, waarin wy ver keerden?" zeide ik tot den keizer, toen wy de brug gepasseerd waren. „Jawel, maar ik deed alsof ik niets bemerkte. Ik moest aan den armen stuurman denken, wien eau hard woord van myne zyde een nog erger lot zou bereid hebben dan hem toch reeds ge troffen heeft." „Zoo, zeide graaf Eulenberg, „dacht de keizer in een oogenblik van het grootste ge vaar aan den armen man, dien hy eigenlyk in het geheel niet kende. Vooral wy, Duitschers, eeren den dappere, cie tevens een warm hart heeft, en wanneer ik van mynen keizer spreek, dan staat my zyn beeld voor oogen zooals by daar op dat schip stond, te midden der splinterende balken, het hart vol g03d heid." In 1894 bedroeg de goud-op brengst over de gehenle wereld 450 millioen gulden. Die van 1895 wordt op 500 millioen geschat. In de laatste jaren is de goud opbrengst aanmerkeiyk toegenomen. Van 1872 tot 1888 bedroeg ze gemiddeld jaarlyks 159'/2 millioen, en in 1892 was zy vermeerderd tot 325 millioen. Het meeste goud wordt nu niet meer in de Vereenigde Staten van Noord-Amerika, maar in Australië en Zuid-Afrika gevonden. Proeven met het Franscho Middel- landsche Zeo-eskader hebben, volgens „La Petite République", bewezen dat de kustver dediging ontoereikend is tegenover het vuur der moderne oorlogsschepen. Een oorlogsschip en een kruiser moeten op 2500 M. eenige versterkte werken op een eiland in de Levant met granaten tot pulver hebben geschoten. Te Maulévrier, in het Fransche departement Maine-et-Loire, is het dak van een kerk iDgestort, tydens de mis. Er ontstond een paniek onder de kerkgangers, een man en drie vrouwen werden in het gedrang of door het neervallende puin gedood en vyf ernstig gekwetst. INGEZONDEN. Annexatieplan Leiden, Leiderdorp, Zoeterwoude en Oegstgeest. Over bovenstaand onderwerp is reeds voel geschreven en niet minder gesproken, en uit oen en ander blykt duideiyk, dat wat door sommigen als nuttig en noodzakelijk wordt geoordeeld, door anderen niet wordt verlangd, vooral niet, omdat men bang is, of wordt ge maakt, voor de dubbeltjes quaestie. En dat brengt menigeen op een onzuiver standpunt. Het geld toch regeert menigeen en tal van nuttige zaken zyn niet of zullen niet tot stand komen, omdat men de handen op de zakken wenscht te houden. 't „Geld" is dus een middel by uitnemendheid om voor bangmaker te dienen en komen ook hier politiek en godsdienst zich doen gelden, die woorden worden minder genoemd, maar 't „geld" in den vorm van een aanslag in de belasting is de „boeman" en alzoo het middel om tot het doel te geraken, nl.de annexatie tegen te werken. Het schynt daarom nuttig de belasting gevolgen eens na te gaan. Over de gemeente belasting behoeven we dan niet te spreken, daar deze elk jaar zich naar de behoeften regelt, maar wel over de rijksbelasting. "Wat beweert men „Worden de aünexatie-plannen tot wet ver heven, dan zal Leiden worden een gemeente van hoogere klasse en iedereen zal meer moeten betalen." Maar, Mynheer de Redacteur, niets is minder waar dan dat. Leiden heeft een kom met eene bevolking van 36,000 tot beneden 48,000 zielen. De kom is de samenhangende gebouwde agglo meratie van een gemeente, zonder daarby te voegen de bevolking der huizen, die in hare uitgestrektheid verspreid liggen, en U zult het wel met my eens zyn, dat door de hier bedoelde annexatie de kom van de gemeente niet verandert. En joist naar de kom van de gemeente regelt zich de personeel© belasting. Aan Haarlem hebben wy een Toorbeeld. Haarlem met 60,000 inwoners heeft eveneens een kom van 36,000 tot beneden 48,000 zielen en ofschoon Haarlem dus een grootere gomeento is, betalen de inwoners daar naar dezelfde grondslagen als de inwo ners hier. Wat voor verschil kan die klasse dan wel maken? Dat is vooral merkbaar by den 2den grond slag der personeele belasting, de deuren en vensters; een orawoner gaat door oen deur en kykt door een venster van 44 cent aan belasting, de inwoner doet hetzelfde door een dito dito, doch betaalt 72 cent daarvoor, maar gaat daarvoor toch niet méér betalen al krygt Leiden de omwonenden er by. Voor zooveel de huurwaarde 'in' verhand staat met de klasse indeeling eener gemeente, zal de annexatie den z g. kleinen man, die nu buiten woont, ten goedo komen. Immers, begint buiten de belastbaarheid met ƒ18 huurwaarde, in Leiden is dat eerst met 50 huurwaarde het geval. Wordt op het platteland remissie verleend voor perceelen met een huurwaarde van ƒ18 tot beneden ƒ24; in Leiden loopen deremis sies van 50 tot beneden 70 huurwaarde. Overigens betaalt men, waar men ook woont 5 pet. van de huurwaarde voor per soneel,© belasting en is er geen verschil tus schen om- en inwoners. En hoe lang zal het verschil nog bestaan voor dearen en vensters en belastbaarheid? Do nu aanhangige nieuwo wet op de per soneele belasting verleent geen plaats meer aan de deuren en vensters, en omwonenden van steden worden gelijk gestald met in- wonenden, zoodat ze alkn tot dezelfde klasse zullen gaan behooren. De vroegere Patentwet regelde de aan slagen naar de rangen van gemeenten; de daarvoor in de plaats getreden wet op de Bedryfsbelasting kent geen rangen en thans betalen om- en inwoners naar hetzelfde tarief. Nu rest ons nog als ryksbelasting „de grondbelasting," maar ook die heffing zal geen verschil brengen, daar de gemeenten Leiderdorp, Zoeterwoude en Oegstge st even veel opcenten heffen als de gemeente Lei Jen, zoodat cio inwoners, die onroerende goederen hebben, gelegen in het to knnexeoren gedeelte, na de annexatie daardoor niets méér te betalen zullen hebben. Mynheer de Redacteur, ik hoop die LeïJe- naren, die reeds bang waren gemaakt, weer te hebben gerustgesteld, en dan is het dod van dit schryven bereikt. Het vóór en togen de annexatie wensch ik niet te bespreken, overtuigd als ik ben dat onze "Volksvertegenwoordigers zich niet zullen laten leiden door politieke, godsdien stige of geldquaesties, maar wel door het „algemeen belang" en het „billijkheids- beginsel." Ik dank U beleefd voor de my afgestane plaatsruimte. Leiden, Uw. Dw. Dienaar, 5 Febr. 1896. W. Az. BUITENLAND. Duitsohland. By de voortzetting van het debat in den Ryksdag over het Burgeriyk Wetboek ver klaarde de hoer Hodenberg, mede uit naam van zyn vrienden, dat het ontwerp een uit stekend work^van Duitschen geest en Duitsche arbeidzaamheid is. Hy klaagde echter over het nadeel, dat liberale wetten en liberale rechters veroorzaken. Dit nadeel zou door de aanneming van het ontwerp nog grooter worden Spreker verklaarde zich voor het verzenden naar eene commissie. De geheimraad Sohin verklaarde dat hy zich verblyddo over de goedkeuring van het ontwerp door alle partyen met uitzondering van die van den heer Stadthagen (soc.-democr.) en bestreed daarop onder de byvalsbetuigin- gen van den Ryksdag 6n het rumoer der sociaal-democraten den heer Stadthagen en diens bewermg, dat de arbeiders in de com missie niet waren vertegenwoordigd. De heer Von Stumm, conservatief, ver klaarde dat hy het niet eens was met de positie der vrouw in het ontwerp en sprak ook tegen het erfrecht. Zyn partij zal echter, ondanks haar bezwaren, het ontwerp niet doen vallen. De voorzitter, de heer Von Buol Beren- berg, deelde mede dat was ingediend een voorstel van do afgevaardigden Schroder en Buehka, strekkende om het ontwerp te ver wyzen naar een commissie van 21 leden, met machtiging om enkele artikelen zonder beraad slaging aan te nemen krachtens een besluit der meerderheid. De heer Förster verklaarde zich eveneens voor de verzending naar eeD commissie van 21 leden. ItoUA Men is nog steeds in 't onzekere, welk besluit de Italiaansche regeeriDg nu verder omtrent Abessinië zal nemen. Men verhaalt dat de minister-president Crispi, toen hy om 3 uren 's morgens gewekt werd wegens het telegram, dat het bericht bracht, dat de colonne Galliano vryen aftocht bekomen had uit het fort Makallé, moet hebben gezegd: „Het is goed, maar 't is geeD overwinningDeze tusschen waken en slapen gesproken woorden kenschetsen met juistheid den toestand. Men begrypt de vreugde van het Italiaansche volk over de tyding, maar de politieke en militaire overheden kunnen, ofschoon zy ook tevreden mi i m z(jn over de eervollo capitulatie, in het feit, dat Makallé, evenals Amba Aladji, zich in handen van den vyand bevindt, geen voordeel zien. In staatkundig en militair opzicht heeft Italië geen stap vooruitgedaan; het heeft het doel, dat de regeermg en het parlement met de voor oorlogskosten toegestane 20 millioen op htt oog hadden, volstrekt niet bereikt. Dit doel is doo^ den minister president by de verdediging van het krediet aldus omschreven: „Men moet den vrede in de bezette provinciën dragen, de greDS van de kolonie bevestigen en het zoo ver brengen, dat de herhaling van een stryd als cie van 7 December (Amba- Alndji) onmogelijk gemaakt wordt." Deze woorden geven niet geringen steun aan de meening van hen, die aan berichten over vredesonderhandelingen alle geloofwaardigheid ontzeggen. Maar het doel, dat de minister-president aangaf, is zelfs door een goed geslaagden veld tocht in Erythrea niet te bereiken. Gesteld al, dat generaal Baratieri er in slaagde een ernstige nederlaag toe t.e brengen aan de Schoanen, dan zou daarmede nog weinig go- wonnen zijn. De toekomst der kolonie hangt geheel af van de maatregelen, die kunnen worden genomen om de veiligheid en de ont wikkeling der kolonie te verzekeren. De Ita liaansche regeering moet in staat zijn, de noodige voorzorgen te nemen om te verhin deren, dat de AbessiniëTs hunnen aanval herhalen. De groote moeilijkheid nu is, die voorzorgen met de finantiëele hulpbronnen van Italië in overeenstemming te brengen. Volgens het plan van den mïnist-r van oorlog zou men, om den Negus Menelik voor goed met machteloosheid te slaan, hem in hot hart moeten treffen, en dat doel kan niet worden bereikt, altyd volgens de te Rome bovendryvende inzichten, dan door oen exp3- citie, die, van Zellah uitgaande, Schoa zou binnendringen. Een dri tal weken geleden werd, volgens de „Indépendance", verzekerd, dat Engeland, na zich langen tyd doof te hebben gehouden, zich eindelijk in beginsel bereid had verklaard, hiertoe medewerking te verleenen. Maar sedtrt hebben de voorvallen, dio op de verhouding tusschen Duitschland en Engeland hebben ingewerkt, Engeland genoopt zijne beiofte in te trekken, en nu staat Italië m dit opzicht weder geïsoleerd. In de vergadering der Kamer van gisteren interpelleerde de heer Defnet (socialist) den mimsttr van binoenlandscho zaken, Sehollatrt, over de benoeming der burgemeesters. Deze afgevaardigde betoogde dat er meer dan 2000 burgemeesters benoemd zyn, waaronder zich geen enkele sociaal-democraat bevindt. Vandaar dat de heer Defnet tot den minister de vraag lichtte, of hy soms voornemens was het schervengeiecht op de Bocialisten toe te passen. De heer Sehollaert antwoordde dat hy, verantwoordelyk zynde voor de handhaving van de orde in het land, ook medewerker* moet hebben, die voldoende waarborgen geven dat zy de regeering daarby zullen steunen. Indien de gemeenteraden zoodanig zyn samengesteld, dat dezen dien waarborg niet gevon, dan dieut de burgemeester ge kozen te worden buicen den Raad. Voorloopig is de regeering niet voornemens, een sociaal democraat tot burgemeester te benoemen. Spanje. Maarschalk Martinez Campos is gisteren te Madrid aangekomen. De ministers en vele Kameraden waren aan het station, om hem te begroeten Op het stationsplein bevond zich een talrijke menigte, hoofdzakelyk be staande uit tegenstanders van de meerdere zelfstandigheid, welke Martinez Campos den Cubanen wil toestaan, die den maarschalk met getluit en teekenen van afkeuring ont vingen. Da bladen z;in algemeen zeer verontwaar digd en keuren het af, dat de politie geen afdoende maatregelen had genomen, om eene dergelijke vyandige betooging te verhinderen. Maarschalk Campos ontkent alle plannen, welke hem door journalisten worden toege dicht. Eenige Spaansche bladen deelden nameiyk mede, dat zy maarschalk Martinez Campos by zyne komst in Corunha hadden geïnter viewd. Volgens hun verslagen had de maarschalk verklaard dat de Spaansche regeering genoodzaakt is den vrede op Cuba te herstellen, zelfs indien het daarvoor noodig mocht zyD, den Cubanen autonomie toe te staan. Groot-BritanaiA John Morley, de oud-minister voor Ierland, aie thans aJs candidaat voor het Lagerhuis optreedt by eene aanvulliugsverkiezing te Montrose Burghs, is met nadruk opgekomen tegen de redo van lord Salisbury en de parallel, die daarin getrokken werd tusschen Ierland en Transvaal. .Ongelukkiger en be treurenswaardiger uitdrukking is zelden ge komen van de lippen van een man in een hooge en verantwoordelijke positie," zeide by. De rede van lord Salisbury was een vergoe lijking van den strooptocht in Transvaal, en dat, terwijl zijne regeering eene vervolging tegen Jameson heeft bevolen. Terwyl de minister van koloniën den inval veroordeelt, maakt de minister-president er een grap van en zegt. dal de strooptocht niet erger is daE een inval van Schotten in Ulster zou zyn, indien Ulster in moeilijkheden kwam onder een Eome-Rule-regeering. Terwyl de koningin aan den president van Transvaal een brief schryft, waarin zy de grootmoedigheid en wysheid van zyn beleid erkent, geeft de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 2