N°. 11024
Zaterdag 1 Februari.
A0 1896.
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven
i
Leiden, 31 Januari.
Feuilleton.
In de yal geloopen.
xrv.
LEIDSCH
BAdBLAD.
PRIJS DEZER COURAJNT:
Voor Leiden per 3 maanden. 1.10.
Franco per postr i 1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENT3ËN:
Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Yoor het incasseeren bulten de stad
wordt f 0.05 berekend
Ofllciëele Kennisgevingeii.
De Burgemeester van Leideo;
Gelei op <le door de Minster» t«d Fineeciën en
T»n Bmnvnl&ndeuhe Zeken genomen gemeoueclieppe-
lijko beachikking;
Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat af
wijking van de verbodsbepalingen, vervat in het
Koninklijk besluit van 8 December 1870 (Staatsblad
No. 194), wordt toegestaan ten aanzien van den
invoer uit Frankrijk van rundvee en sobapen. bestemd
voor de slachtbank, daaronder begt-pen de eiport-
slachterijeu, op de volgonde voorwaarden:
1°. dat aan het rente tation worne overgelegd
eeno ambtelijke verklaring van de overheid van do
plaats van herkomst, binnen de laatste 8 dagen
afgegeven, ten bewijze:
a. dat het vee, waarvan de leeftijd en het signalement
te vermcldon zjjo, gedurende de laatste 20 dagen
aldaar verblijf heeft gehouden, en
b. dat aldaar, benovens binnen een afstand van
10 Km., in de laatste 120 dagon geen besmettelijke
longziekte en in de laatste 20 dagen geene veepest,
geen mond- on klauwzeer en geone aohaapspokken
zijn voorgekomen;
2°. dat het vee, bij aankomst aan het grensstation,
door den districtsveoarts of een zijner plaatsvervangers
zij gekeurd eu gezond bevonden, ten bewijze waarvan
door hem, die het onderzoek heoft verricht, eene
nanteekoning op de bovenbedoelde verklaring ie te
•tellen;
8°. dat het vervoor van het vee van het grens
station naar de plaata van beetemmiog geschiede
por spoor zonder overladiDg, in afzonderlijke, ge
sloten en verzegelde wagens;
4°. dat het veo op <'e plaats van bestemming
onder politietoezicht zoowol ontladen ala vervoerd
worde naar de elaohtplaats, alwaar het van ander
wee afgezonderd ia te honden en binnen 24 uren.
mede onder politietoezicht, moet worden geslacht,
alles onverminderd zoodanige voorzorgen vau bij-
zondcron aard, als tor wering van besmetting wegens
plaatselijke omstandigheden door Harer Majesteits
Oommiisariesen in de onderscheideno provinciën
bovendien mochten wordou voor-esrhroveo.
Leiden, Do Burgemeester vau Leiden,
80 Jan. 1898. F. WAS.
De voorzitter van den Raad der gemoente Voor
schoten Doodigt de mannelijke inwoners dior gemeente
uit, om, zoo zjj in eeue andere gemoente in de por-
soneele belasting dienstjaar 18ü4/'95 of iu de Grond
belasting dienstjaar 1*95 tot het ia do Kioswot
geuoemd bedrag zijn aangeslagen, zoo zij zijn mede
eigenaren in onverdeelde onroerende goederen of op
groud van art. 1 litt. c der Kieswet (lodgers) op
kicereoht aanspraak meoncn te kunnen m&kou, daarvan
▼óór 15 Fobrnari a. e. aangifte to doen ter secretarie
dier gemoc-nto. De modelion, volgene welke de boven
bedoelde aangiften mooton geschieden, zijn kosteloos
aldaar verkrijgbaar.
In een gisteravond gehouden vergadering
Is besloten de voormalige afdeeling Leiden en
Omstreken van do Maatschappij tot bevor
dering der Bouwkunst voort te zetten onder
deu naam van „Vereeniging tot bevordering
d'i Bouwkunst".
Het voorstel der commissie tot het ont
werpen van een reglement, om aan het lid
maatschap het ontvangen van het bouwkundig
weekblad „De Opmerker" te verbinden en
daartoe de contributie op 6.50 te stelbn,
werd verworpen, de contributie voor leden
op 4 vastgesteld en daarna het voorgestelde
reglement met eenige kleine wijzigingen goed
gekeurd.
Nadat het bestuur der voormalige afdeeling
te kennen had gegeven zich niet meer daar
voor beschikbaar te stellen, werden tot be
stuursleden gekozen de heeren: C. R. Van
Ruyven, P. G. Lancel, F. Wempe, D. Veil-
brief en P. De Wilde Pz. en van hen tot
voorzitter de heer C. R. Van Ruyven met
algomeene stemmen.
Na eenige woorden van dank aan het afge
treden bestuur en eene opwekking tot de
werkzaamheden der nieuwe vereeDiging, werd
de vergadering geslote^?
Hedenmorgen werd op de begraafplaats
aan de voorm. Marepoort ter aarde besteld
het stoffelijk overschot van wijlen den heer
J. Vogelezang. By de familie sloot zich aan
het bestuur van de vereeniging „Uit Liefde,"
waarvan de overledene een der oprichters was
en sedert bflna al die jaren deel uitmaakte
van het bestuur. De vereeniging werd in het
begin van het jaar 1847 opgericht en is dus
btfna een halve eeuw oud.
Twee kransen, waarvan één van genoemde
vereeniging, dekten de kist.
De schoonzoon uit Utrecht bedankte de
aanwezigen en het bestuur voor de betoonde
wyze van deelneming.
Men schryft ons uit Noordwykerhout:
De huishoudelijke vergadering der R. Kath.
Kiesvereeniging „Recht en Orde", te Noord-
wijkerhout, gisteravond in het café „Het
Wapen van Noordwykerhout" gehouden, was
benijdenswaardig goed bezocht. Na lezing der
notuleD, die onveranderd werden goedgokeurd,
had verkiezing plaats van twee bestuursleden.
De aftredende de heeren S. Verdegaal, voor
zitter der Vereeniging, en P. Warmerdam Gz.,
verzochten niet meer in aanmerking te komen
en in hunne plaats werden gekozen de heeren
P. Warmerdam Pz. en J. v. d. Berg, die de
benoeming staande de vergadering aannamen.
B\j de verkiezing van een voorzitter werd
het bestuurslid de heer B. C. Vos, die do
vergadering by afwezigheid van den voorzitter
leidde, met bijna algemeene stemmen ver
kozen, welk bewijs van vertrouwen hem deed
besluiten zich de benoeming te laten welge
vallen. Als penningmeester werd verkozen
de heer P Warmerdam Pz., zoodat het be
stuur nu bestaat uit de heerenB. C. Vos,
voorzitter; Th. GoemaDS, secretaris; P. War
merdam, penningmeester; A. N. Vermin, L.
Brama en J. v. d. Berg. Blijkens verslag van
den penningmeester telde de Vereeniging 61
leden en was haar financiëele toestand gunstig.
De gelukkige winners by de verloting van
vier doelmatige prijzen waren F. Kniest, K.
v. Schooten, D. Merland en S. v. Hensbergen.
De gemeenteraad van Katwijk heeft aan
het Dagelijksch Bestuur opgedragen, in overleg
te treden met de commissie van fabricage,
ten einde een onderzoek in te stellen omtrent
de oprichting eener gemeentelijke gasfabriek
in de gemeente.
In de gemeente Benthuizen hebben zich
acht jongelingen ter inschrijving voor Ge
nationale militie der lichting van 1897 aan
gegeven.
Aan het hoofd van de werkzaamheden
van de Eerste Kamer in hare bijeenkomst
op aanstaanden Maandag staat de begiooting
voor het burgerlijk pensioenfonds en van het
domeinfonds voor 1896. Daarna volgen de
alg iueene beschouwingen over de Staats
begroot ing.
Te Utrecht is in den ouderdom van 84
jaren overleden de oud-hoogle&raar dr. W.
G. Brill.
Tot directeur der gemeentelijke tele-
phoon-inrichting te Rotterdam benoemde de
gemeenteraad aldaar gistermiddag den heer
F. W. Hudig, thans administrateur der Ned.
Bell-Telephoon-maatschappij, met 26 stemmen
tegen 7, uitgebracht op den heer C. Vre;de.
Een adres van den heer C. Sythoff in zake
toezicht op den vleeschhandel werd gesteld
in" handen der commissie voor de strafver
ordeningen.
De buitengewone zitting van den Raad
der gemeente Schiedam, Donderdag gehouden,
leidde alleen tot het besluit, dat de gemeente
voorloopig geene afgevaardigden meer zal
zenden naar Ged. Staten van Zuid-Holland
in zake beroepen tegen aanslagen in de in
komstenbelasting.
Aan de weesinrichting te Neerbosch is
door mevr. de wed. Herklotz Suermondt,
overleden te Rotterdam, ƒ1000, vry van
rechten, vermaakt.
De heer J. G. De Groot deelt aan de „Tel."
mede, dat hy voornemens is het volgende
seizoen de Nederlandsche opera zyn stich
ting opnieuw te exploiteeron.
Wat betreft de verspreide geruchten omtrent
zyne plannen in Den Haag deze wenscht hy
eerst later toe te lichten, daar de exploitatie
toch in geen geval vóór 1897 zal kunnen aan
vangen.
In eene brochure van 16 pagina's be
toogt de heer H. J. Franck, lid 1ste klas van
het Nederlandsch Instituut van Accountants,
de wenscheiykheid der oprichting eener
Volksbank, die, zegt hy, in de eerste plaats
de taak zal hebben te vervullen, om in
hoofdzaak te voorzien in de behoefte aan
papieren geld, wat, by de gestadige uitbreiding
van zaken, een noodzakeiyke plaatsvervanger
is voor het gemunte geld. De Nederlandsche
Bank voorziet in die behoefte alleen voor
hem, die met geld in de hand komt of
goederen in onderpand heeft te geveD, maar
zy voegt aen niet-bezitter toe: ga deze
deur voorby. Toch dient haar stelsel ook
toegepast te worden t .n behoeve van den
minderen man. Dit zou de schr. willeu doen
door het oprichten van eene instelling, aan wie
van Rijkswege vergunning werd verleend tot
de uitgifte van biljetten aan toonder in
kleine bedragen van 1, 3, 5, enz., waardoor
de omloop van gangbaar betaalmiddel aan-
merkeiyk zou zyn versterkt en toch nog altyd
binnen de grenzen der gematigdheid blyven,
die onzs wetgevers by het verleenen van
octrooi aan de Nederlandsche Bank hebben
gesteld. De Volksbank zou, met de noodige
omzichtigheid, kleine voorschotten tegen andere
dekking dan contant geld moeten verleenen,
geiyk de Nederlundsche Bank dat in het groot
doet, waardoor van een groot deel van ons
volk, dat nu van dit voorreoht verstoken is,
de welvaart zou worden verhoogd.
Door tusschenkomst van de Duitscbe
postadministratie kunnen gewone pakketten,
het gewicht van 3 kilogrammen niet te boven
gaande, worden verzonden naar de Zuid Afri-
kaansche Republiek (Transvaal). Het in Neder
land te heffen port bedraagt ƒ2.95 voor elk
pakket. Het by elk pakket te voegen aantal
douaneverklariDgen bedraagt twee. Door de
Zuid Afrikaansche Republiek wordt geen scha
deloosstelling verleend, ingeval van bescha
diging of verlies van een pakket. De ver
zending zal geschieden met de Duitsche
paketbooten, welke om de 4 weken (26 Febr.,
25 Maart, enz.) van Hamburg naar de Delagoa-
Baai vertrekken.
In verband met eene wgziging in de
vaart van de Duitsche paketbooten van Bremen
naar Nieuw-York, zal de verzending van
brieven en andere stukken naar Noord-Amerika
en naar Curasao, tot nader order, plaats heb
ben als volgt:
naar Noord-Amerika: des Dinsdags en
bovendien den 14den Maart a. s., langs den
weg van Southampton, per Duitsche paket-
boot; des Vrydags, *angs den weg van Queens-
town, per Britsrtis paketboot;
naar Curasao: des Dinsdags en bovendien
den 14den Maart a. e., langs den weg van
Southampton, per Duitsche paketboot; des
Vrydags, met uitzondering van Vrydag den
13den Maart a. s., langs den weg van Queen
stown per Britsche paketboot.
Van de instructie-compagnie te Schoon
hoven vertrokken Woensdag 29 Januari 12
korporaals-titulair in den effectieven graad van
korporaal en 7 volontairs als kanonnier naar
verschillende regimenten vesting-artillerie.
De Raad der gemeente Alkmaar besloot
de jaarwedde van den nieuw te benoemen
gemeente-ontvanger te bepalen op 1800,
behoudens vaststelling door Gedeputeerde
Staten onder koninklijke goedkeuring, en het
bedrag zyner bureaukosten vast te stellen op
ƒ650. Verder werd aangenomen het bedrag
van den door dezen te stellen borgtocht te
bepalen op ƒ30,000 reëel.
De minister van oorlog brengt ter kennis
van belanghebbenden, dat in het jaar 1896
geen studenten in de geneeskunde aan de
universiteiten hier te lande, op den voet der
bepalingen van het reglement, vastgesteld by
koninklijk besluit van 30 Oct. 1880 en ge-
wyzigd by dat van Sept. 1883, zullen worden
toegelaten tot de verbintenis, bedoeld by art.
18 der wet van 2 Aug. 1880, om, na het
verkrygen van den titel van arts, eene be-
benoeming tot officier van gezondheid by het
personeel van den geneeskundigen dienst der
landmacht aan te nemen. Sts.-Ct
Het stoomschip „Mercurius" vertrok
29 Jan. van Neufabrwasser naar Amsterdam
de „Prins Willem II" vertrok 30 Jan. van
Amsterdam naar West-Indiëde „Bundesrath",
van Oost-Afrika naar Rotterdam en Hamburg,
arriveerde 30 Jan. te Suez; de „Conrad", van
Batavia naar Amsterdam, passeerde 30 Jan.
Dungeness; de „Maasdam", van Rotterdam
naar Nieuw-York, passeerde 30 Jan. Lizard;
de „Soembing", van Rotterdam naar Batavia,
vertrok 29 Jan. van Marseille.
By koninkiyk besluit van 30 dezer zyn
benoemd:
tot ridder in de orde van den Nederlandschen
Leeuw de heer W. A. Schneider, kolonel
der infanterie by het leger in Ned.-Indië, en
tot ridder in de orde van Oranje-Nassau de
heer H. W. Veenhuyzen, secretaris der
residentie Bali en Lombok.
Met ingang van 1 Fe'or. a. a. opnieuw be
noemd tot schoolopziener in het arr. Weert,
F. J. P. M. Coenen, te Weert.
Benoemd: jhr. mr. T. A. M. A. Humalda
van -Eysinga, advocaat en procureur te
's-Gravenhage, met ingang van 1 Maart a. s.,
tot adjunct-commies by het departement van
binnenl. zaken.
De benoemde hoofdingenieur der marine
J. F. Van Beek, met ingang van 1 Mei a. s.,
toegevoegd aan den chef der afdeeling Materiöel
by het departement van marine.
Benoemd tot rechter in de arr.-rechtbank
te Alkmaar, mr. S. Gratama Wz., thans
rechter-plaatsvervanger in de arr. rechtbank,
advocaat en procureur te Arnhem.
eerste: kamer.
Staatsbegrooting 1S96.
In zyn antwoord op het Voorloopig Verslag
omtrent het Hoofdstuk Binnenlandsche Zaken,
verklaart de minister zich niet bewust te zy i
door zyne voorstellen op het gebied van het
lager onderwys de pacificatie van 1889, waarby
hy overigens geen party is geweest, te hebben
geschonden.
Het subsidie voor de Leidsche Kweekschool
voor Bewaarschoolhouderessen beweegt zich
niet op hot gebied van het lager onderwys.
Op het oogenblik kan de minister nog goen
tydstip van indiening van een voorstel tot
wetttlyke regeling der tydsbepaling toezeggen.
By de \oorboreiding eener herziening van
de geneeskundige wetten zal acht worden
geslagen op hetgeen door de vereeniging van
Paediatrie is aangevoerd, o. a. betrekkelpk
den invloed der woningen op het ontstaan
van besmett9iyko ziekten.
Waar de minister betreurt dat belommering
der arbeidsvryheid niet altyd kan worden voor
komen, -is echter niet gebleken, dat het in
eenig geval te wyten is aan plichtsverzuim
door het publiek gezag.
De miüister wenscht niet door vvyziging
van art. 26 der drankwet aan dat artikel eene
strekking te geven, die in de bewoordingen
der thans geldende wetsbepaling niet ligt en
welke wyziging aan vele belangen aflreuk
zou doen.
De vraag, of wetteiyke voorschriften nopens
keuring van slachtvee en vleesch noodig zyn,
zal door den minister opzetteiyk overwogen
worden.
Omtrent verschillende punten, o. a. de toe
passing van de schutterywet en krankzin
nigenwezen, verwyst de minister naar zgne
by de begrooting8behandeling in de Tweede
Kamer gebleken zienswyze.
Stappen zyn reels ge laan ter voorbereiding
van een plan omtrent de wyze van besteding
van het door de Tweede Kamer voor memorie
uitgetrokken subsidie ter bevordering der vee-
fokkery.
Een voordracht tot gunstige beschikking
op het verzoek om jongelieden, die aan het
Staat8gymnasium te Pretoria eindexamen
hebben afgelegd, bevoegdheid te geven aan
onze universiteiten examen af te leggen, wacht
12)
„Wie, duivel, zjjt gij dan?" riep de man,
nu nog meer verschrikt
„Harry Park."
„De detective!"
„Dezelfde."
„Bij mijn ziel, Harry, ge zijt de knapste
detective ter wereld! En nu wilt ge zeker
op klaarlichten dag voor den geest van den
vermomde worden aangezien?"
„Juist."
„En weet ge dan, wie de doode is?"
„Neen, maar ik heb wel een verdenking."
„Is u de reden van den moord bekend
„Ik heb slechts een verdenking."
„Gij zijt een verwonderlijk knap man."
„Ik moet u ernstig verzoeken, met geen
enkel woord over dit bezoek te reppen."
„Ik beloof het u."
„Ik hen op weg, een misdaad aan het licht
te brengen."
„Een moord?"
„Dat kan ik nog niet zeggen."
„Nu, Harry Park, zoolang de stad mjj
hier aangesteld houdt, zal ik mij over niets
meer verwonderen; als gij geen tweeling
broeder van dien armen drommel ginds zijl,
houd ik u toch voor een halfbroer van den
duivel."
I rry Park had eerst de comedie afge
speeld; het treurspel zou nog volgen.
Hij wist nu, dat zijn vermomming vol
komen was en dien avond wilde hij nog
twee visites maken.
Hij keerde dus naar Nieuw-York terug
en besteeg de 6toep van een eenvoudig huis,
iu een fatsoenlijke buurt.
Een joDgen deed de deur open, op zjjn
schellen.
„Is de heer Robert Mulvey thuis?"
vroeg de bezoeker.
„Ik weet het niet," antwoordde de slimme
knaap; „kunt ge mij de boodschap niet
zeggen?"
„Ik moet den heer Mulvey noodzakelijk
sprekon."
„Is het bepaald belangrijk, wat gjj te
zeggen hebt?"
„Ja."
„Kom dan binnen, de heer Mulvey is thuis."
„Een handige jongen," merkte de detective
op, terwijl hij hem naar binnen volgde.
Hij werd in een eenvoudig gemeubileerde
kamer gelaten, waar slechte weinig licht
brandde.
De gedaante van een man vertoonde zich
even later in de geopende deur en de detec
tive had juist den tijd op te merken, dat
het een zeer gunstig gelaat was. Hij had
genoeg gelaatkennis opgedaan gedurende
zijn loopbaan als detective, om te kunnen
zien, dat deze trekken een laag, gewetenloos
karakter en een schrander brein verrieden.
„Wenschtet ge mij te spreken?" vroeg
de rechtsgeleerde, binnentredend.
„Ja.
„Waarover komt gij?" vroeg hij en
tegelijkertijd reikte hij met de hand naar
de kroon, om het gaslicht op te draaien. Hij
stond met den rug tegen het licht, zoodat
Harry's gelaat geheel in duisternis was ge
huld, doch toen deze zich omkeerde, uitte
de heer Mulvey een kreet van ontzetting
en vertrok zijn gelaat zich als in hevige
ontroering.
De detective staarde den man aan met
strengen blik.
George Austin 1" bracht Mulvey fluis
terend uit.
„Verbaast het u, mij te zien?"
„Ik dacht, dat gij dood waart," antwoordde
de rechtsgeleerde onwillekeurig.
„Dood!" herhaalde Harry.
„De man deed moeite om te spreken,
doch, als verbaasd van schrik, kon hij geen
woord uitbrengen.
„Dus waandet gjj mg dood?" vroeg Harry
„veel rouw hebt ge zeker niet over mij
gedragen."
„En al waart gjj dood, waarom zou ik
dan nog treuren?"
„Zou het dan zoo onmogelijk zijn, dat
gij in herinnering aan al mijn tronwe dienst
jaren een traan storttet?"
„Voor uw diensten zijt gij betaald ge
worden."
„Hoe kondet ge meenen, dat ik dood was;
niemand had n toch van mijn overlijden
kennis gegeven?"
„Men vertelde het mij en sinds eenige
dagen zijt ge nu reeds niet nti mijn kantoor
verschenen. En als tegen zichzelf sprekend,
voegde hij er bij„lk begrijp er niets van."
„Waaraan hoordet gjj, dat ik gestorven
was?" vroeg Park.
„Dat is mij niet medegedeeld geworden."
„Als het bericht van mjjn dood u geen
smart veroorzaakte, heeft het u zeker
vreugde berokkend?"
„Waarom zou het mjj vreugde geven?"
„Omdat ik nogal eenige van uw ge
heimen ken."
„Gjj hebt mjj vroeger reeds eenmaal ge
dreigd, doe het niet voor den tweeden keer,
of gjj zjjt een kind des doods!"
„Denk niet, dat ik n meer vrees en laat
mij u zeggen, dat gjj liegt, wanneer gjj durft
volhouden, dat de oorzaak van mjjn dood
u onbekend is."
„Neem u in acht, George Austin 1 Ge kent
mjj, waag het niet met bedreigingen aan
te komen."
„Ik meen reeds gezegd te hebben, dat
ik u niet vrees; vroeger ben ik uw slaaf
geweest, nu heb ik u in mjjn macht."
„Ellendige hond, hoe durft ge op die
wijze tot mjj spreken!" Hjj maakte een
beweging alsof hij hem wilde doodsteken
met een wapen, dat hjj haastig uit zyn
zak trok.
„Mjj kunt ge niet bang maken, mijnheer
Mulvey," zeide Harry en richtte tegelijkertijd
kalm zjjn revolver op het hart van den
rechtsgeleerde.
„Aardworm, hoe durft ge mjj aldus be
jegenen rien d»ze vol n-eveinsde ver
bazing.
„Uw handlangers hebben tevergeefs ge
zocht mjj te dooden."
„Wie is dan de man, die in de Morgue
te Brookljjn ligt?"
„Vra g dat aan Alfred Granger."
„Kom, Austin," zeide Mulvey, plotseling
van toon veranderend, „de comedio heeft nu
lang genoeg geduurd, lk begrjjp heel goed
waar 't u om te doen is; kom morgen terug,
dan zullen we samen uitmaken, wat uw
stilzwjjgen waard is."
„Waar kan ik u morgen vinden?"
„Up mjjn kantoor, des morgens om negen
uren."
„Ik zal er zjjn."
„Achteruitloopond beroikte da de e tive
de deur; geen oogenblik had hjj den ver
raderlijken moordenaar zjjn rug durven
toekeeren; daarvoor was hjj te goed door
Martha omtrent hem en zjjn klerk ingelicht
geworden.
„Hjj denkt natuurljjk, dat er iets geheim
zinnigs verbonden is aan mjjn dood, en
daarvan zal hij zich nu morgen willen
overtuigen," dacht Harry.
Hjj had nu de proef op de som: zelfs
de man, die Austin twaalf jaar lang iederen
dag had gezien en die dus iederen trek
van zjjn gelaat moest kennen, was de dupe
geworden van de vermomming!
Alfred Granger en Garmo, de Italiaan,
zaten in de bibliotheek van het prachtige
gebouw, dat eerstgenoemde zjjn eigendom
heette.
(Wordt vervolgd.)