schikte woningen. Daartoa moet de rente worden aangewend om aan mannen of we duwen, hoofden van gezinnen, die by de eerste toekenning minstens twee kinderen te hunnen laste hebben, om het halfjaar uit te reiken eene som van 50, als tegemoetkoming in den huurprijs van door hen bewoonde gezonde, naar de eischen des tyds ingerichte arbeiders woningen. Het bestuur der stichting is opgedragen aan zeven regenten, die moeten zijn achtenswaar dige mannelijke ingezetenen van Utrecht en lidmaten der Ned. Herv. Kerk. Eén van hen zal alty 1 zijn de burgemeester van Utrecht, en bij verhindering van dezen een der wet houders. Als regenten heeft de stichter aan gewezen de heeren mr. G. H. Van Bolhuis en Jan Kol, die met den burgemeester, den heer B. Reiger, die opdracht hebben aanvaard en de vier overige regenten zullen benoemen. Te Moordrecht is in den ouderdom van 86 jaar overleden de heer mr. C. Van Vollen hoven, oud lid der Ged. Staten van Z.-H., oud-strijder van 1830. Do gewone audiëntie van den minister van oorlog zal op Donderdag 30 Januari a. s. niet plaats hebben. Het stoomschip „Spaarnaam" arriveerde 26 Jan. van Rotterdam te Nieuw-York; de „Veendam" vertrok 25 Jan. van Nieuw-York naar Rottordam; de "Werkendam" vertrok 25 Jan. van Nieuw-York naar Amsterdam; de ^Prins Willem I" arriveerde na een zeer vlugge reis van 15 dagen 24 Jan. van Am sterdam te Paramaribo;de „Prins Willem III" vertrok 28 Jan. van Paramaribo naar Amster dam de Cyclops", van Amsterdam naar Java, vertrok 26 Jan. van Liverpool. Bij koninklijk besluit is benoemd A. Pit, met ingang van 1 Maart a. s., tot onder directeur van het Nedorlandsch Museum, met gelijktijdige toekenning van eervol ontslag als adjunct-commies bij het departement van binnenlandsche zaken. Benoemd: E. J. M. J. Maeljer tot burge meester van Moergèstel, en J. Koomen Hzn. tot burgemeester van Winkel. Aan den bij koninklijk besluit van 12 Jan. 1891 bij hernieuwing tijdelijk gepens. eersten lult, der infanterie F. T. Potter, opnieuw een tijdelijk pensioen ten bedrage van f 450 'sjaars voor den tijd van vijf jaren toegelegd, gerekend wordende aanvang te hebben ge nomen met den dag, volgende op dien, waarop het vroeger aan hem verleond tijdelijk pen sioen heeft opgehouden. Altijd de "Vrouw! „Cherchez la femme 1" Altijd de vrouw I Waar is die vrouw? Welke vrouw? Och, de vrouw, die Raoul Briore belet om eene zekere Blanche te huwen. Dat is jaren geleden vast gesteld, Raoul heeft het beloofd en nu het er op aan komt, weigert hij toch. Natuurlijk is een elders geplaatste genegenhoid de oorzaak van die tegenstribbeling en om dat struikelblok uit den weg te ruimen, moet er naar het voorwerp dier passie gezocht worden; Cherchez la femme! Chauvelin (Yan Zuylen), een rijk geworden industrieel, neef van Raoul, is onder de lectuur van een roman van Boisgoboy plotseling tot de etroelende bewustheid gekomen, dat hij criminalist ishij bezit den phrenologischen knobbel. Dank zij zijn knobbel, spant hy zich or voor om dat zaakje even te klaren, terwijl do oom en tante van Blanche, Jacques Rozerol (Faassen) en zijn zustor Virginie (Mevr. Burlage) van hun kant hetzelfde willen ontdekken. Nu beginnen do kolossale vergissingen, verwarringen, vorwikkelingen. In werkelijkheid heeft Raoul (Turtaud) een intrige met Susanne (Alida Klein), de vrouw van den geknobbelden Chauvelin, doch dit is voor allen, behalve do betrokken personen, een diep geheim. Ondanks zijn knobbel merkt Chauvelin van deze verhouding niets, niemendal. Op drie verschillende manieren en langs drie verschillende sporen gaan nu de belang hebbenden aan het zoeken. Allereerst Chauvelin. In het schetsboek van Raoul vindt by een soort gedicht „Aan haar", dat hom den weg moet wyzeu. Hy plaatst eene annonce in de „Figaro", om de dame, aan wie dat versje door haar geliefde is geschonken, te verzoeken, tor wille van een belangrijke erfenis, zich bekend te maken. Nu heeft een jeugdig juridisch student, André Duclos (Van Eysden), neef van Rozerol, dat versje ook gelezen, het overgeschreven en gezonden aan Silvana, een dametje van de „Bouffe". Deze Silvana komt op de advertentie af, bekent van alios en laat zich door Chauvelin voor vyf duizend franken afkoop- n. In Chauvolins oogen is zy dus do bowuste en hy onderhoudt Raoul hierover ernstig, die er niets van begrijpt, maar ten slotte zich schikt en nu ook maar in het wilde afzweert en verzaakt. Hierdoor vermurwd staat Susanne Raoul een rendezvous too, on dit spoor wordt ontdekt door den handlanger, dien Rozerol heeft uitgezonden. Deze vertelt van eene byeenkomst achter den circus. Het gelaat der vrouw, of beter der dame van stand, is door een sluier onzichtbaar geweest, de koetsier en hot nummer van de fiacre zyn onbekend, maar hot toilet der dame is in alle kleuren en geuren waargenomen en genoteerd. Voor Rozerol is dus deze geheim zinnige vrouw de eenige, ware schuldigo. Doch ook zuster Virginie, eene bedaagde, weekhartige vrfister, heeft niet stil gezeten en komt zeer gewichtig mot een schuldige an, nl. Bertine, haar kamermeisje. Deze Sertine (Mevr. v. Kerckhoven), heeft voor iron Clément, tamboer by het 101ste „do ligne", haar portret laten maken en dat voor zien van het veelbelovende opschrift „Voor mijn schatteboutje, enz., euz." Dat portret wilde ze graag gekleurd hebben, „wat verf er op gesmeerd", en zy wendt zich dus met een desbetreffend verzoek tot Raoul. Deze stemt toe en uit dankbaarheid wil Bertine hem een kus geven. Juist op dat moment komt Virginie op, zy ziet en is overtuigd. Bertine en niemand anders is de gezochte. De drie zoekendtn vergeiyken nu de ver kregen uitkomsten en komen tot de verplet terende ontdekking, dat de onmensch Raoul liefst drie vrouwen t6geiykertyd met zyne genegenheid vereert. Twoo er van zyn bekend, nu moet de dame van de fiacre by den circus nog opgespoord worden. Daartoe zal Chauvelin den prefect van politie in den arm nemen; hy zal hem schryven. Rozerol moet daartoe ook de beschryving van het toilet voorlezen, als juist de eenige, ware schuldige, Susanne, binnenkomt en zich byna verraden en ontdekt ziet. Zy ontrukt Rozerol het papiertje, die nu plotseling de waarheid inziet en daar zóó door van streek geraakt, dat hy uit een modejournaal het eerste het beste kostuum dicteert. De knobbel is zeker defect, want Chauvelin bemerkt van alles, wat vlak voor zyne oogen plaats heeft, niets. Nu wil het toeval, dat eene vriendin van den huize, de jonge weduwe Mevr. Aumont (Mevr. Van Eysden), juist het bewuste toilet beeft laten maken, en in dat kleed gehuld do kamer binnentreedt op het oogenblik, dat de brief aan den prefect verzonden wordt. Grooto ontsteltenis 1 Zy is dus numero drie I Wie had dht kunnen denken? De verwarring stygt nu langzamerhand ten top. Chauvelin wil Raoul en Mevr. Aumont laten bekennen, wat ze, zoodra de weduwe de toedracht der zaak begrypt, dan ook maar doen; hy wil zo laten trouwen, doch d&t weigeren zy beslist. Het begint Susanne te schemereD, zy ziet zich van alle kanten ingesloten en besluit, nu er plotseling van alle zyden ook nog fiacrekoetsiers komen opduiken om voorge prate getuigenissen af te leggen, alles aan haren man te bekennen. Aardig weet Bertine zich te redden en althans hóór onschuld te verdedigen. Zy verklaart aan Rozerol dat het bewuste portret, gevonden in Raouls atelier, voor hèm, Rozerol, bestemd was. De goede ziel is diep getroffen door zooveel liefde, hy voelt zich zeer gestreeld by deze plotselinge verheffing tot „schatteboutje", doch moet daarvoor van Virginie de opmer king slikken, dat hy een „woesteling" is. Faassen een woesteling! Plotseling komt nu Chauvelin terug, stra lend van genoegen. Hy heeft do zekerheid verkregeD, dat zijn spoor het ware is geweest: Silvana en geene andere is de gezochte. Dat geloof is nu onwrikbaar, het vertrouwen in zyn knobbel is niet beschaamd, ook ditmaal heeft hy daardoor den goeden weg by intuïtie gevonden. Nog rest hem de schrif- teiyke bekentenis ztyner vrouw te lezen. Kos- teiyk is zyn ongeloof daaromtrent. Zy heeft, nu zy eene vriendin de schuldige waande, nl. Mevrouw Aumont, zich willen opofferen, maar dat is onnoodigo edelmoedigheid, hy' kent zyn vrouwtje beter en in het zalige bowustzyn van deze duistere zaak zeer handig tot klaarheid te hebben gebracht, blyft de geknobbelde onbekend met de waarheid. Raoul besluit in 's homels naam Blanche maar te huwen en het stuk eindigt met de bekentenis van Rozerol, dat hy den naam der gesluierde dame niet heeft willen en mogen noemen, omdat by dacht dat hetzyn zuster was. Tableau! Dit is, wat men menschelykerwys in een kort bestek, omtrent don meer dan inge- wikkelden inhoud van dit blijspel kan ver tellen; mocht het soms niet duideiyk genoeg zyn, zoo ligt de schuld daarvan niet uit sluitend by my. Het is natuurlijk geen stuk om ernstig to bespreken met een kort en bondig signalement kunnen wy volstaan. Zoo dan: Vinding en karakterteektning: Niet bepaald nieuw. (Do rol van Chauvelin byv. is een variant op een zeer bekend thema!) Behandeling en uitwerking: Handig en vlug, zooals wy dat van Hennequin gewoon zyn. Intrige: Vermakeiyk verward, om er duizelig van te worden. Gehalte der aardigheden: Meerendeels oud en zeer laag by den grond. Moraal: Bedenkelyk. Literaire waarde: Geene. Bijzondere kenteekenen: lo. Uitstekend ge schikt om te spelen en er het publiek kos- teiyk mee to vormaken. 2o. Van eene vol maakte dolzinnigheid zyn de bekentenis van Bertine aan Rozerol, en de woorden, waar mede laatstgenoemde het stuk besluit. Het spel was voortreffelyk. Allen, dames zoowol als heeren, droegen er het hunne toe by oen uiterst komisch ensemble te geven. Trouwens, niemand behoefde zich in te span nen om hier succes to behaleD, alle rollen waren gemakkelijk en dankbaar. Voor de Rotterdammers is zulk een stuk kinderwerk. Een aardig nastukje volgde, van het begin tot het einde klinkklare onzin, maar toch aardig. De titel „Blauw" is een wassen neus; het stukje bevat het tooneel van een schilder, die voor advocaat speelt, daarby een oom terugvindt, die geen oom is en later ook nog een vrouw krygt. De idéé is te mal om van te praten, maar in den dialoog komen inder daad aardige momenten voor. Onder de schimpscheuten op het beroep van advocaat treffen wy er enkele aan, die lang niet slecht zyn. Ware het stukje Diet zoo uitstekend vertolkt door Tartaud, Alida Klein en Van Kerckhoven, het zou wellicht wat te lang geweest zijn; nu evenwel deerde dat niet. Door het prettige, losse spel ging het vlug en levendig voor onze oogen voorby. Namens de Studenten-commissie werd in het hoofdstuk aan Mevr. Van Eysden eene prachtige corbeille aangeboden en in het nastukje aan Alida Klein een bouquet. De schouwburg was mooi vol en het was merkbaar dat het publiek zich verbazend amuseerde. Geen wonderI Stukken als deze mogen op den naam van „kunst" al geen aanspraak kunnen maken, in een tijd, waarin de kunst, zooals thans, somber en zwartgallig is, zyn zy voor allen, die ter ontspanning naar de comedie gaan, een ware weldaad. Ze zóó te zien spelen en er zóó om te kunnen lachen, zoo van harte, zoo volop, is een groot genoegen, waarvoor wy niet licht te dankbaar kunnen zyn. v. B. SUatsbegrootin» 1896. (Afd.-verslagen.) Binnenlandsche Zaken. Onderscheidene leden der Eerste Kamer verklaarden den Minister te willen steunen daar, waar hy doortastend te werk gaat tot verbéteriDg van hetgeen verbetering behoeft en tot uitvoering van hetgeen de recht vaardigheid eischt. Meu prees het in den Minister, dat hy de regeeringstaak niet met de behandeling van het kiesrecht in hoofdzaak afgedaan acht. Op spoedige indiening van een wettelyke tydregeling werd aangedrongen. Door verschoideno leden werd betreurd dat by werkstakingen werklieden, die den arbeid wenschen voort te zetten, ernstige belemme ringen ondervinden. Met ernst werd aangedrongen op ver- duideiyking van de overgangsbepalingen der drankwet. In één afdeeling opperde men bedenkingen tegen het by de schutteryen toegepaste strafstelsel. Door vele leden werd aangedrongen op invoering van algemeen Staatstoezicht op keuring van slachtvee. Ten aanzien van het hooger onderwys werd op zoodanige wyziging van het desbetreffende kon. besl. aangedrongen, dat de toegaüg van Zuid-Afrikanen tot onz9 universiteiten zoo min mogeiyk worde belemmerd. Door sommige leden werd met ingenomen heid kennis genomen van het voornemen des Ministers, om aan de gemeentelyke gymnasia te Amsterdam, Rotterdam en 's-Gravenhage subsidie te verleenen. Die leden, evenals anderen, waren van oordeel, dat tevens meer vryheid moet gelaten worden omtrent de heffing van minerval. "Wat het M. O. aangaat, verklaarde een aantal leden zich zeer inge nomen met de wintercursussen en winter- scholen. Met betrekking tot het L. O. werd het voorstel tot oprichting eener Rykskweek- school voor onderwijzeressen in vier afdee- lingen besproken. Sommigen achtten het oogenblik voor het doen dezer aanvrage minder gunstig gekozen, doch een grooter aantal dacht anders over deze zaak. In de beide afdeelingen waar hetsubsiaiëeren van de kweekschool voor bewaar schoolhoude- ressen te Leiden ter sprake kwam, waren de gevoelens daarover verdeeld. Bestreden werd het voorstel ook door leden, die zich met de oprichting eener rijkskweek school voor onder wy zeressen ingenomen hadden verklaard en wel op de gronden, ook elders tegen dezen post aangevoerd. Van de zyde der verdedigers van het voor stel (zy waren talryker dan de bestryders) werd onder anderen hierop gewezen, dat het begrip „bewaarschool" eigeniyk verouderd is en het streven meer en meer is om to verkrygen voorbereideDdo scholen of klassen, ten einde den grondslag te leggen voor een geregeld classicaal onderwys op de lagere school. Met betrekking tot de afdeeling Kunsten en Wetenschappen werd het door onder scheidene leden betreurd, dat de gevallen beslissing ten aanzien van het Ethnographiseh Museum negatief is, te moer, daar de tegen woordige toestand, volgens hunno meening, onhoudbaar is. Wat zal, ^erd van verscheidene zyden ge vraagd, de Regeering nu doen? Velen vertrouwden, dat zy zich niet zal laten ontmoedigen. Voorziening is dringend noodig. Eenige leden betoogden de wenschelykheid, dat het Museum te Leiden blyve. Tevons werd er in meer dan eene afdeeling op aangedrongen dat de Regeering de des betreffende voorstellen indiende by supple toire begrooting. Eenige leden eener afJeeling, daarlatende de waarde van dit Mussum, meenden, dat voor dit doel zoo aanzienlijke offers van de gemeenschap niet mogen worden gevraagd en juichten de gevallen beslissing zeer toe. Gemengd Nieuws. De Leidsche tabaksverwerkers- vereeniging „Hulp door Vriendschap" vierde gisteravond in het schouwburglokaal „Vondel hoven" haar 22sto jaarfeest. Het vaandel prykte te midden van een fraaie plantenver- siering naast hot tooneel. De opkomst der leden met hunne vrouwen, meisjes of andere familiebetrekkingen was groot, zoodat de ruime zaal flink bezet was. Nadat tot inleiding van het feesteiyk samenzyn eenige heeren musici een paar nommer8 hadden doen booren, betrad het bestuur het tooneel en by monde van den president, den heer J. J. Zandvliet, werd toen allen het welkom toegeroepen, alsmede den donateurs dank gezegd voor hun tegenwoor digheid en niet minder voor den door hen betoonden steun. Ofschoon de vereeniging, wat het aantal zi.ke leden betreft, het afgeloopen jaar, by andere jaren vergeleken, gelukkig was ge weest, pakten zich echter over haar andere donkere wolken samen, die al dreigender en dreigender werden, om eindelyk de vereeniging met een zwaren slag te treffen. Dat waren voor spr. moeilyke dagen, maar hy vond in zyne medebestuursleden een krachtigen steun en ook met behulp der laden zeiven hoopt men den slag (waardoor in een der kassen een niet onaanzieniyke bres ontstaan was) weer te boven te komen. Het aantal leden bedraagt thans 123. Dat de vereeniging ook by de oud-loden in aan gename herinnering is gebleven, bleek uit een uit Engelsch Indië ontvangen en door spr. voorgelezen brief, waarin aldaar gevestigde vroegere medeleden de beste gevoelens voor den bloei van „Hulp door Vriendschap" uitten en den feestgenooten op hun jaarfeest veel genoegen toewenschteD, welke mededeelingen met luide toejuichingen en fanfares werden beantwoord. Ook spr. voegde namens het bestuur zyn wenschen daaraan toe, waarna de secretaris, de heer J. Wolters, wat den toestand van gewone, weduwen- en ziekenkas betreft, het door den president gegeven vluchtig overzicht met tal van cyfers nader toelichtte, waaruit op overtuigende wy'ze de nuttige strekking en werking daarvan bleek. Vervolgens werd met het eigenlyke feest een aanvang gemaakt, en wel door de opvoering van „Arthur de Beaumont, de franctireur van Neufville", een drie-bedryvig tafereel uit den laatsten Fransch-Duitschen oorlog, drama door A. A. Van der Stempel Jr., en met daaraan door Johan toegevoegd naspel, gevolgd door eene schitterende, door bengaalsch vuur beschenen apotheose, welke een daverend applaus ten deel viel. Maar ook aan het spel in het stuk zelf werd veel belangstelling geschonken. De optredenden, leden der vereeniging zelve, met medewerking van een paar dames, die ook zeer goed voldeden, hadden dan ook veel werk van hunne kostumes en rollen gemaakt, zoodat het geheel naar aller tevredenheid van stapel liep en veel genoegen, waarvoor men immers gekomen was, verschafte. Dat was ook het geval met het nastukje: „Daar is Mynheer 1", dat telkens de geheele zaal deed schateren van het lachen. Afgewisseld door het zingen van feest liederen en gevolgd door een bal, dat echter wel wat erg laat begon, kenmerkte ook dit jaarfeest zich verder door een prettigen, kame- raadschappeiyken geest, welke de vreugde niet weinig verhoogde. De volgende gevallen van be smettelijke ziekten zyn in het dienstjaar 1895 ter gemeente-secretarie te Rijnsburg aange geven: 9 gevallen van mazelen, 15 van rood vonk, 1 geval van typhus en 1 van febris typhoidea. Van de 893 kinderen boven de 6 en onder de 12 jaren te Rynsburg maken er 42 geen gebruik van een der inrichtingen van onderwys. Wy namen uit het „H. D b 1.een verhaal over betreffende een nachtelyke aan randing te 's-Gravenhage. Thans behelst ge noemd blad de volgende aanvulling en ver betering van dat bericht: De heer K. werd niet aangegrepen door drie mannen, maar ontving plotseling van een hunner met een stok een slag op het hoofd. Hij keerde zich tegen dezen aanvaller en jjeg hem op de vlucht, hem de geheele Zorgvliet- straat achtervolgende, totdat do aanvaller in een der vele aldaar aanwezige hofjes ver dween. Toen werd de heer K. handgemeen met den tweeden, die op hem afkwam met een byl. Op dat oogenblik schoten echter twee politie agenten toe. De twee mannen lieten zich door de agenten gewillig naar het politie-buroel op het Alexandersplein overbrengen, de persoon met de byl tusschen de twee agenten in, de derde met een geweer twee passen daarachter. Van verzet van hun kant tegen die over brenging was geen sprake. De arrestatie dezer twee personen beeft derhalve geen inspan ning gekost. Hieruit blykt dat de heer K., een officier van gezondheid, zich volstrekt niet door de drie personen (17, 19 en 23 jaar oud) op de vlucht heeft laten slaan. Door een preventief optreden van de politie is belet dat Zondagavond by de voorstelling in het Casino te 's Graven- liage kinceren beneden den leeftyd van twaalf jaren aan kunstverrichtingen deelnamen. De rechtbank te Rotterdam ge lastte gisternamiddag de mvryheidstelling van Catbarina Wilhelmina Hoogsteden, zuster des vaders van den vermoorden knaap, welke zustor eenige weken in voorloopige hechtenis heeft doorgebracht in verband met de misdaad. In den namiddag van den 23sten December verleden jaar stond een juffrouw met haar kinderen in stomme tewonderiDg voor het zoogenaamde wassenbeeldenspel in de Vlamingstraat te 's Gravenhage en was zoo verrukt over hetgeen zy aanschouwde, dat zy niet bemerkte dat een brutaal en handig zakkenroller haar heur knip met geld ont rolde. De buit werd met een assistent ge deeld, by welke verdeeling de eene dief den anderen nog bedroog. Dit was één van de feiten, waarvoor een hotelknecht en een sjouwer zich gisteren voor de Haagsche rechtbank te verantwoorden hadden, maar het gevaarlyke tweetal had nog meer op zijn kerfstok. In den avond van denzelfden dag namelyk hadden zy ingebroken in een bewoond huis in do Yan-Speyk straat 166 aldaar, waar- schyniyk door de voordeur met een valscheli sleutel te openen, en een damesmantel uit de gang gestolen. De subst. off. mr. Pleyte achtte het hoog noodig dergelijke gevaarlyke sujetten voor een geruimen tyd op te bergen en vorderde voor den sjouwer 3 jaren en voor den loop knecht 1 jaar gevangenisstraf. De toegevoegde verdediger, mr. J. J. Van Riemsdijk, achtte niet bewezen de verzwarende omstandigheid, dat met een valschen sleutel was ingebroken, vond de gevorderde straf te hoog en drong aan op vermindering. Reeds herhaaldeiyk zegt 't „N. v. d. D." zyn letters en nummers genoemd, welke voorkwamen op bankbiljetten, door Krause verv..ar:igd. Tot dusver is echter nog niet de volledigo lyst er van bekend ge maakt, en daarom deed genoemd blad het. De „Haagsche Ct." voegt hierby, daar on mogelijk iedereen al die nummers eu letters onthouden kan, ongerekend de kans, dat er nog andere zyn, den raad: weigert eenvoudig alle bankbiljetten van ƒ100 aan to nemen. Nu de Ned. Bank, zegt zy, voor wie do schade betrekkelyk onbeduidend zou wezen, blykbaar volhardt in haar streven om de schade te laten diagen door het publiek, dat de valsche biljetten te goeder trouw voor echte in betaling nam, in plaats van de valsche papiertjes stillekens in te trekken nu blyft er voor het publiek, dat zich tegen die schade niet kan vry'waren, daar alleen deskundigen de valschheid kunnen ontdekken, slechts één middel van verweer over: de Bank met hare biljetten te laten zitten. En dat middel zal weldra afdoende werken. Want als de biljetten van 100 in grooten getale naar de Bank terugloopen, dan wordt haar rente-verlies spoedig veel grooter dan wanneer zy de valsche papiertjes tegen uit-, betaling van het nominale bedrag aannam. Uit Woerden schryft men om- trent een daar plaats gehad hebbenden vleesch- verkoop Er is de vorige week heelwat goedkooper en ook heelwat duur vleesch in onze ge meente gegeten. By de verkooping nl. op Maandag jl. van 63 stuks vee aan vierdedeelen (voeten) werden eerst voor een liefdadig doel niet minder dan 20 voeten gekocht, die uit gedeeld werden, terwyl later door een com binatie van ruim honderd slagers buiten de stad ruim 130 voeten onderling werden ge kocht, waaraan ruim 1000 werd verdiend. Des Woensdags met de 212 varkens, waarop vele stadgenooten zich hadden ge spitst, ging het velen minder naar den vleesche; eerst werden weer tot uitdeeling 26 stuks gekocht voor lagen prys, maar later ging alles zoo duur, dat meD, als men oen varken wilde koopen, g03dkooper bij een boer terecht kon komen. Tweedons scheen de regeling ook iets over te laten, daar, hoewel by elk nummer het gewicht by benadering was op gegeven, het by het afhalen bleek, dat som mige nummers verwisseld waren, zoodat velen in plaats van een varken van 50ï/2 kilo's er een kregen van ruim 15% kilo's, hetgeen dus een groote schadepost was. Dat de verkoop der varkens nogal vlot ging, is ten minste een benefiet voor het Ryk, dat op den verkoop der 63 stuks vee nogal wat toegelegd heeft. De geheele ont- eigenings en afmakings-geschiedenis zal trouwens heelwat kosten. De veehouder en varkensmester D. Op 't Laüd is er het beste aan toe, daar die zyn 63 stuks vee en 212 varkens voor een goeden prys van de hand heeft gezet, en dat alles omdat 2 of 3 stuks tongblaar hebben gehad. Op een der drukste verkeers punten te Rotterdam, op den hoek van de Weezenstraat en het Steiger, dreigt een hoek huis, waarvan het ondergedeelte weggebroken is, docli de bovenverdiepingen met stutbalken omhoog gehouden worden, omlaag te storten De politie heeft veiligheidsmaatregelen, in geval van instorten, getroffen. Falbs weervoorspellingen tot 31 Januari. De regen neemt weer ze' toe; het weer wordt zacht, zelfs betrekkelijk warm. In de laatste dagen van Januari of b jt begin van Februari zal men hier eD daar last hebben van hoog water. Te Wemeldinge is weer een gezin doodarm uit Argentinië teruggekeerd. Er zyn nog zeer velen in Zuid-Amerika, die verlan gend uitzien naar het oogenblik om naar bet vaderland terug te keeron. Te Lienden is zekere J. O. v. J. in het water geraakt en verdronken. De groote vraag is tegenwoordig: Wat zal men te Myilrecht zoggen wanneer man daar eens een spoor ziet? Waarom? De reden ligt opgesloten in het volgende briefje, i dat aan het eind van deze eeuw niet zonder karakteristieke waarde is en aan het „N. v. d. D." door een verlichten geest uit genoemd plaatsjo toegezonden werd: Mijn Heer de Redacteur vergun mijn een klein plaas ruimt in u veel g-Iees blad toa valg was ik 23 yanuarie 1896 te myderegt plotsïns was er een vreeslyk op loop van menschen wat was er te doen daar kwam de beurt schipper aan met stoom vermoogen dikwijls boorde ik zeggen og og hoe douwe zo dat tot voor uit dat is het eerste vaarttuig met stoom ver moog wat daar verscbynt wat zal c-r nu wel g zegt woorden als die lui te myderegt eens een spoor zi-?n. Aangaande den schouwburg brand in Jekaterino3law melden de Rus sische bladen nog de volgende by zonderheden: In den houten schouwburg had eenomiidag- voorstelliog togen verminderde entrée pryzen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 2