schikte woningen. Daartoa moet de rente
worden aangewend om aan mannen of we
duwen, hoofden van gezinnen, die by de eerste
toekenning minstens twee kinderen te hunnen
laste hebben, om het halfjaar uit te reiken
eene som van 50, als tegemoetkoming in
den huurprijs van door hen bewoonde gezonde,
naar de eischen des tyds ingerichte arbeiders
woningen.
Het bestuur der stichting is opgedragen aan
zeven regenten, die moeten zijn achtenswaar
dige mannelijke ingezetenen van Utrecht en
lidmaten der Ned. Herv. Kerk. Eén van hen
zal alty 1 zijn de burgemeester van Utrecht,
en bij verhindering van dezen een der wet
houders. Als regenten heeft de stichter aan
gewezen de heeren mr. G. H. Van Bolhuis
en Jan Kol, die met den burgemeester, den
heer B. Reiger, die opdracht hebben aanvaard
en de vier overige regenten zullen benoemen.
Te Moordrecht is in den ouderdom van
86 jaar overleden de heer mr. C. Van Vollen
hoven, oud lid der Ged. Staten van Z.-H.,
oud-strijder van 1830.
Do gewone audiëntie van den minister
van oorlog zal op Donderdag 30 Januari a. s.
niet plaats hebben.
Het stoomschip „Spaarnaam" arriveerde
26 Jan. van Rotterdam te Nieuw-York; de
„Veendam" vertrok 25 Jan. van Nieuw-York
naar Rottordam; de "Werkendam" vertrok
25 Jan. van Nieuw-York naar Amsterdam; de
^Prins Willem I" arriveerde na een zeer
vlugge reis van 15 dagen 24 Jan. van Am
sterdam te Paramaribo;de „Prins Willem III"
vertrok 28 Jan. van Paramaribo naar Amster
dam de Cyclops", van Amsterdam naar Java,
vertrok 26 Jan. van Liverpool.
Bij koninklijk besluit is benoemd A.
Pit, met ingang van 1 Maart a. s., tot onder
directeur van het Nedorlandsch Museum, met
gelijktijdige toekenning van eervol ontslag
als adjunct-commies bij het departement van
binnenlandsche zaken.
Benoemd: E. J. M. J. Maeljer tot burge
meester van Moergèstel, en J. Koomen Hzn.
tot burgemeester van Winkel.
Aan den bij koninklijk besluit van 12 Jan.
1891 bij hernieuwing tijdelijk gepens. eersten
lult, der infanterie F. T. Potter, opnieuw een
tijdelijk pensioen ten bedrage van f 450
'sjaars voor den tijd van vijf jaren toegelegd,
gerekend wordende aanvang te hebben ge
nomen met den dag, volgende op dien, waarop
het vroeger aan hem verleond tijdelijk pen
sioen heeft opgehouden.
Altijd de "Vrouw!
„Cherchez la femme 1" Altijd de vrouw I
Waar is die vrouw? Welke vrouw? Och, de
vrouw, die Raoul Briore belet om eene zekere
Blanche te huwen. Dat is jaren geleden vast
gesteld, Raoul heeft het beloofd en nu het
er op aan komt, weigert hij toch. Natuurlijk
is een elders geplaatste genegenhoid de
oorzaak van die tegenstribbeling en om dat
struikelblok uit den weg te ruimen, moet
er naar het voorwerp dier passie gezocht
worden; Cherchez la femme! Chauvelin (Yan
Zuylen), een rijk geworden industrieel, neef
van Raoul, is onder de lectuur van een
roman van Boisgoboy plotseling tot de
etroelende bewustheid gekomen, dat hij
criminalist ishij bezit den phrenologischen
knobbel. Dank zij zijn knobbel, spant hy zich
or voor om dat zaakje even te klaren, terwijl
do oom en tante van Blanche, Jacques
Rozerol (Faassen) en zijn zustor Virginie
(Mevr. Burlage) van hun kant hetzelfde
willen ontdekken. Nu beginnen do kolossale
vergissingen, verwarringen, vorwikkelingen.
In werkelijkheid heeft Raoul (Turtaud) een
intrige met Susanne (Alida Klein), de vrouw
van den geknobbelden Chauvelin, doch dit is
voor allen, behalve do betrokken personen, een
diep geheim. Ondanks zijn knobbel merkt
Chauvelin van deze verhouding niets,
niemendal.
Op drie verschillende manieren en langs
drie verschillende sporen gaan nu de belang
hebbenden aan het zoeken. Allereerst Chauvelin.
In het schetsboek van Raoul vindt by een
soort gedicht „Aan haar", dat hom den weg
moet wyzeu. Hy plaatst eene annonce in de
„Figaro", om de dame, aan wie dat versje
door haar geliefde is geschonken, te verzoeken,
tor wille van een belangrijke erfenis, zich
bekend te maken. Nu heeft een jeugdig
juridisch student, André Duclos (Van Eysden),
neef van Rozerol, dat versje ook gelezen, het
overgeschreven en gezonden aan Silvana, een
dametje van de „Bouffe". Deze Silvana komt
op de advertentie af, bekent van alios en
laat zich door Chauvelin voor vyf duizend
franken afkoop- n. In Chauvolins oogen is zy
dus do bowuste en hy onderhoudt Raoul
hierover ernstig, die er niets van begrijpt,
maar ten slotte zich schikt en nu ook maar
in het wilde afzweert en verzaakt. Hierdoor
vermurwd staat Susanne Raoul een rendezvous
too, on dit spoor wordt ontdekt door den
handlanger, dien Rozerol heeft uitgezonden.
Deze vertelt van eene byeenkomst achter den
circus. Het gelaat der vrouw, of beter der
dame van stand, is door een sluier onzichtbaar
geweest, de koetsier en hot nummer van de
fiacre zyn onbekend, maar hot toilet der dame
is in alle kleuren en geuren waargenomen
en genoteerd. Voor Rozerol is dus deze geheim
zinnige vrouw de eenige, ware schuldigo.
Doch ook zuster Virginie, eene bedaagde,
weekhartige vrfister, heeft niet stil gezeten
en komt zeer gewichtig mot een schuldige
an, nl. Bertine, haar kamermeisje. Deze
Sertine (Mevr. v. Kerckhoven), heeft voor
iron Clément, tamboer by het 101ste „do
ligne", haar portret laten maken en dat voor
zien van het veelbelovende opschrift „Voor
mijn schatteboutje, enz., euz." Dat portret wilde
ze graag gekleurd hebben, „wat verf er op
gesmeerd", en zy wendt zich dus met een
desbetreffend verzoek tot Raoul. Deze stemt
toe en uit dankbaarheid wil Bertine hem een
kus geven.
Juist op dat moment komt Virginie op, zy
ziet en is overtuigd. Bertine en niemand
anders is de gezochte.
De drie zoekendtn vergeiyken nu de ver
kregen uitkomsten en komen tot de verplet
terende ontdekking, dat de onmensch Raoul
liefst drie vrouwen t6geiykertyd met zyne
genegenheid vereert. Twoo er van zyn bekend,
nu moet de dame van de fiacre by den circus
nog opgespoord worden. Daartoe zal Chauvelin
den prefect van politie in den arm nemen;
hy zal hem schryven. Rozerol moet daartoe
ook de beschryving van het toilet voorlezen,
als juist de eenige, ware schuldige, Susanne,
binnenkomt en zich byna verraden en ontdekt
ziet. Zy ontrukt Rozerol het papiertje, die nu
plotseling de waarheid inziet en daar zóó
door van streek geraakt, dat hy uit een
modejournaal het eerste het beste kostuum
dicteert. De knobbel is zeker defect, want
Chauvelin bemerkt van alles, wat vlak voor
zyne oogen plaats heeft, niets.
Nu wil het toeval, dat eene vriendin van
den huize, de jonge weduwe Mevr. Aumont
(Mevr. Van Eysden), juist het bewuste toilet
beeft laten maken, en in dat kleed gehuld
do kamer binnentreedt op het oogenblik, dat
de brief aan den prefect verzonden wordt.
Grooto ontsteltenis 1 Zy is dus numero drie I
Wie had dht kunnen denken? De verwarring
stygt nu langzamerhand ten top. Chauvelin
wil Raoul en Mevr. Aumont laten bekennen,
wat ze, zoodra de weduwe de toedracht der
zaak begrypt, dan ook maar doen; hy wil
zo laten trouwen, doch d&t weigeren zy
beslist.
Het begint Susanne te schemereD, zy ziet
zich van alle kanten ingesloten en besluit,
nu er plotseling van alle zyden ook nog
fiacrekoetsiers komen opduiken om voorge
prate getuigenissen af te leggen, alles aan
haren man te bekennen. Aardig weet Bertine
zich te redden en althans hóór onschuld
te verdedigen. Zy verklaart aan Rozerol dat
het bewuste portret, gevonden in Raouls
atelier, voor hèm, Rozerol, bestemd was.
De goede ziel is diep getroffen door zooveel
liefde, hy voelt zich zeer gestreeld by deze
plotselinge verheffing tot „schatteboutje",
doch moet daarvoor van Virginie de opmer
king slikken, dat hy een „woesteling" is.
Faassen een woesteling!
Plotseling komt nu Chauvelin terug, stra
lend van genoegen. Hy heeft do zekerheid
verkregeD, dat zijn spoor het ware is geweest:
Silvana en geene andere is de gezochte. Dat
geloof is nu onwrikbaar, het vertrouwen in
zyn knobbel is niet beschaamd, ook ditmaal
heeft hy daardoor den goeden weg by
intuïtie gevonden. Nog rest hem de schrif-
teiyke bekentenis ztyner vrouw te lezen. Kos-
teiyk is zyn ongeloof daaromtrent. Zy heeft,
nu zy eene vriendin de schuldige waande, nl.
Mevrouw Aumont, zich willen opofferen, maar
dat is onnoodigo edelmoedigheid, hy' kent zyn
vrouwtje beter en in het zalige bowustzyn van
deze duistere zaak zeer handig tot klaarheid
te hebben gebracht, blyft de geknobbelde
onbekend met de waarheid.
Raoul besluit in 's homels naam Blanche
maar te huwen en het stuk eindigt met de
bekentenis van Rozerol, dat hy den naam der
gesluierde dame niet heeft willen en mogen
noemen, omdat by dacht dat hetzyn
zuster was. Tableau!
Dit is, wat men menschelykerwys in een
kort bestek, omtrent don meer dan inge-
wikkelden inhoud van dit blijspel kan ver
tellen; mocht het soms niet duideiyk genoeg
zyn, zoo ligt de schuld daarvan niet uit
sluitend by my. Het is natuurlijk geen stuk
om ernstig to bespreken met een kort en
bondig signalement kunnen wy volstaan. Zoo
dan: Vinding en karakterteektning: Niet
bepaald nieuw. (Do rol van Chauvelin byv.
is een variant op een zeer bekend thema!)
Behandeling en uitwerking: Handig en vlug,
zooals wy dat van Hennequin gewoon zyn.
Intrige: Vermakeiyk verward, om er duizelig
van te worden. Gehalte der aardigheden:
Meerendeels oud en zeer laag by den grond.
Moraal: Bedenkelyk. Literaire waarde: Geene.
Bijzondere kenteekenen: lo. Uitstekend ge
schikt om te spelen en er het publiek kos-
teiyk mee to vormaken. 2o. Van eene vol
maakte dolzinnigheid zyn de bekentenis van
Bertine aan Rozerol, en de woorden, waar
mede laatstgenoemde het stuk besluit.
Het spel was voortreffelyk. Allen, dames
zoowol als heeren, droegen er het hunne toe
by oen uiterst komisch ensemble te geven.
Trouwens, niemand behoefde zich in te span
nen om hier succes to behaleD, alle rollen
waren gemakkelijk en dankbaar. Voor de
Rotterdammers is zulk een stuk kinderwerk.
Een aardig nastukje volgde, van het begin
tot het einde klinkklare onzin, maar toch
aardig. De titel „Blauw" is een wassen neus;
het stukje bevat het tooneel van een schilder,
die voor advocaat speelt, daarby een oom
terugvindt, die geen oom is en later ook nog
een vrouw krygt. De idéé is te mal om van
te praten, maar in den dialoog komen inder
daad aardige momenten voor. Onder de
schimpscheuten op het beroep van advocaat
treffen wy er enkele aan, die lang niet slecht
zyn. Ware het stukje Diet zoo uitstekend
vertolkt door Tartaud, Alida Klein en Van
Kerckhoven, het zou wellicht wat te lang
geweest zijn; nu evenwel deerde dat niet.
Door het prettige, losse spel ging het vlug
en levendig voor onze oogen voorby.
Namens de Studenten-commissie werd in
het hoofdstuk aan Mevr. Van Eysden eene
prachtige corbeille aangeboden en in het
nastukje aan Alida Klein een bouquet.
De schouwburg was mooi vol en het was
merkbaar dat het publiek zich verbazend
amuseerde. Geen wonderI Stukken als deze
mogen op den naam van „kunst" al geen
aanspraak kunnen maken, in een tijd, waarin
de kunst, zooals thans, somber en zwartgallig
is, zyn zy voor allen, die ter ontspanning
naar de comedie gaan, een ware weldaad.
Ze zóó te zien spelen en er zóó om te kunnen
lachen, zoo van harte, zoo volop, is een groot
genoegen, waarvoor wy niet licht te dankbaar
kunnen zyn. v. B.
SUatsbegrootin» 1896. (Afd.-verslagen.)
Binnenlandsche Zaken.
Onderscheidene leden der Eerste Kamer
verklaarden den Minister te willen steunen
daar, waar hy doortastend te werk gaat tot
verbéteriDg van hetgeen verbetering behoeft
en tot uitvoering van hetgeen de recht
vaardigheid eischt.
Meu prees het in den Minister, dat hy de
regeeringstaak niet met de behandeling van
het kiesrecht in hoofdzaak afgedaan acht.
Op spoedige indiening van een wettelyke
tydregeling werd aangedrongen.
Door verschoideno leden werd betreurd dat
by werkstakingen werklieden, die den arbeid
wenschen voort te zetten, ernstige belemme
ringen ondervinden.
Met ernst werd aangedrongen op ver-
duideiyking van de overgangsbepalingen der
drankwet.
In één afdeeling opperde men bedenkingen
tegen het by de schutteryen toegepaste
strafstelsel.
Door vele leden werd aangedrongen op
invoering van algemeen Staatstoezicht op
keuring van slachtvee.
Ten aanzien van het hooger onderwys werd
op zoodanige wyziging van het desbetreffende
kon. besl. aangedrongen, dat de toegaüg van
Zuid-Afrikanen tot onz9 universiteiten zoo
min mogeiyk worde belemmerd.
Door sommige leden werd met ingenomen
heid kennis genomen van het voornemen des
Ministers, om aan de gemeentelyke gymnasia
te Amsterdam, Rotterdam en 's-Gravenhage
subsidie te verleenen. Die leden, evenals
anderen, waren van oordeel, dat tevens meer
vryheid moet gelaten worden omtrent de
heffing van minerval. "Wat het M. O. aangaat,
verklaarde een aantal leden zich zeer inge
nomen met de wintercursussen en winter-
scholen. Met betrekking tot het L. O. werd
het voorstel tot oprichting eener Rykskweek-
school voor onderwijzeressen in vier afdee-
lingen besproken. Sommigen achtten het
oogenblik voor het doen dezer aanvrage minder
gunstig gekozen, doch een grooter aantal
dacht anders over deze zaak.
In de beide afdeelingen waar hetsubsiaiëeren
van de kweekschool voor bewaar schoolhoude-
ressen te Leiden ter sprake kwam, waren de
gevoelens daarover verdeeld.
Bestreden werd het voorstel ook door leden,
die zich met de oprichting eener rijkskweek
school voor onder wy zeressen ingenomen hadden
verklaard en wel op de gronden, ook elders
tegen dezen post aangevoerd.
Van de zyde der verdedigers van het voor
stel (zy waren talryker dan de bestryders)
werd onder anderen hierop gewezen, dat het
begrip „bewaarschool" eigeniyk verouderd is en
het streven meer en meer is om to verkrygen
voorbereideDdo scholen of klassen, ten einde
den grondslag te leggen voor een geregeld
classicaal onderwys op de lagere school.
Met betrekking tot de afdeeling Kunsten
en Wetenschappen werd het door onder
scheidene leden betreurd, dat de gevallen
beslissing ten aanzien van het Ethnographiseh
Museum negatief is, te moer, daar de tegen
woordige toestand, volgens hunno meening,
onhoudbaar is.
Wat zal, ^erd van verscheidene zyden ge
vraagd, de Regeering nu doen?
Velen vertrouwden, dat zy zich niet zal
laten ontmoedigen. Voorziening is dringend
noodig.
Eenige leden betoogden de wenschelykheid,
dat het Museum te Leiden blyve.
Tevons werd er in meer dan eene afdeeling
op aangedrongen dat de Regeering de des
betreffende voorstellen indiende by supple
toire begrooting.
Eenige leden eener afJeeling, daarlatende
de waarde van dit Mussum, meenden, dat
voor dit doel zoo aanzienlijke offers van de
gemeenschap niet mogen worden gevraagd
en juichten de gevallen beslissing zeer toe.
Gemengd Nieuws.
De Leidsche tabaksverwerkers-
vereeniging „Hulp door Vriendschap" vierde
gisteravond in het schouwburglokaal „Vondel
hoven" haar 22sto jaarfeest. Het vaandel
prykte te midden van een fraaie plantenver-
siering naast hot tooneel.
De opkomst der leden met hunne vrouwen,
meisjes of andere familiebetrekkingen was
groot, zoodat de ruime zaal flink bezet was.
Nadat tot inleiding van het feesteiyk
samenzyn eenige heeren musici een paar
nommer8 hadden doen booren, betrad het
bestuur het tooneel en by monde van den
president, den heer J. J. Zandvliet, werd toen
allen het welkom toegeroepen, alsmede den
donateurs dank gezegd voor hun tegenwoor
digheid en niet minder voor den door hen
betoonden steun.
Ofschoon de vereeniging, wat het aantal
zi.ke leden betreft, het afgeloopen jaar, by
andere jaren vergeleken, gelukkig was ge
weest, pakten zich echter over haar andere
donkere wolken samen, die al dreigender en
dreigender werden, om eindelyk de vereeniging
met een zwaren slag te treffen.
Dat waren voor spr. moeilyke dagen, maar
hy vond in zyne medebestuursleden een
krachtigen steun en ook met behulp der
laden zeiven hoopt men den slag (waardoor
in een der kassen een niet onaanzieniyke
bres ontstaan was) weer te boven te komen.
Het aantal leden bedraagt thans 123. Dat
de vereeniging ook by de oud-loden in aan
gename herinnering is gebleven, bleek uit
een uit Engelsch Indië ontvangen en door
spr. voorgelezen brief, waarin aldaar gevestigde
vroegere medeleden de beste gevoelens voor
den bloei van „Hulp door Vriendschap" uitten
en den feestgenooten op hun jaarfeest veel
genoegen toewenschteD, welke mededeelingen
met luide toejuichingen en fanfares werden
beantwoord.
Ook spr. voegde namens het bestuur zyn
wenschen daaraan toe, waarna de secretaris,
de heer J. Wolters, wat den toestand van
gewone, weduwen- en ziekenkas betreft, het
door den president gegeven vluchtig overzicht
met tal van cyfers nader toelichtte, waaruit
op overtuigende wy'ze de nuttige strekking en
werking daarvan bleek.
Vervolgens werd met het eigenlyke feest
een aanvang gemaakt, en wel door de
opvoering van „Arthur de Beaumont, de
franctireur van Neufville", een drie-bedryvig
tafereel uit den laatsten Fransch-Duitschen
oorlog, drama door A. A. Van der Stempel Jr.,
en met daaraan door Johan toegevoegd naspel,
gevolgd door eene schitterende, door bengaalsch
vuur beschenen apotheose, welke een daverend
applaus ten deel viel.
Maar ook aan het spel in het stuk zelf
werd veel belangstelling geschonken. De
optredenden, leden der vereeniging zelve, met
medewerking van een paar dames, die ook
zeer goed voldeden, hadden dan ook veel
werk van hunne kostumes en rollen gemaakt,
zoodat het geheel naar aller tevredenheid van
stapel liep en veel genoegen, waarvoor men
immers gekomen was, verschafte.
Dat was ook het geval met het nastukje:
„Daar is Mynheer 1", dat telkens de geheele
zaal deed schateren van het lachen.
Afgewisseld door het zingen van feest
liederen en gevolgd door een bal, dat echter
wel wat erg laat begon, kenmerkte ook dit
jaarfeest zich verder door een prettigen, kame-
raadschappeiyken geest, welke de vreugde
niet weinig verhoogde.
De volgende gevallen van be
smettelijke ziekten zyn in het dienstjaar 1895
ter gemeente-secretarie te Rijnsburg aange
geven: 9 gevallen van mazelen, 15 van rood
vonk, 1 geval van typhus en 1 van febris
typhoidea.
Van de 893 kinderen boven de 6 en onder de
12 jaren te Rynsburg maken er 42 geen
gebruik van een der inrichtingen van onderwys.
Wy namen uit het „H. D b 1.een
verhaal over betreffende een nachtelyke aan
randing te 's-Gravenhage. Thans behelst ge
noemd blad de volgende aanvulling en ver
betering van dat bericht:
De heer K. werd niet aangegrepen door drie
mannen, maar ontving plotseling van een
hunner met een stok een slag op het hoofd.
Hij keerde zich tegen dezen aanvaller en jjeg
hem op de vlucht, hem de geheele Zorgvliet-
straat achtervolgende, totdat do aanvaller in
een der vele aldaar aanwezige hofjes ver
dween.
Toen werd de heer K. handgemeen met den
tweeden, die op hem afkwam met een byl. Op
dat oogenblik schoten echter twee politie
agenten toe. De twee mannen lieten zich door
de agenten gewillig naar het politie-buroel op
het Alexandersplein overbrengen, de persoon
met de byl tusschen de twee agenten in, de
derde met een geweer twee passen daarachter.
Van verzet van hun kant tegen die over
brenging was geen sprake. De arrestatie dezer
twee personen beeft derhalve geen inspan
ning gekost.
Hieruit blykt dat de heer K., een officier
van gezondheid, zich volstrekt niet door de
drie personen (17, 19 en 23 jaar oud) op de
vlucht heeft laten slaan.
Door een preventief optreden
van de politie is belet dat Zondagavond by
de voorstelling in het Casino te 's Graven-
liage kinceren beneden den leeftyd van twaalf
jaren aan kunstverrichtingen deelnamen.
De rechtbank te Rotterdam ge
lastte gisternamiddag de mvryheidstelling van
Catbarina Wilhelmina Hoogsteden, zuster des
vaders van den vermoorden knaap, welke
zustor eenige weken in voorloopige hechtenis
heeft doorgebracht in verband met de misdaad.
In den namiddag van den 23sten
December verleden jaar stond een juffrouw
met haar kinderen in stomme tewonderiDg
voor het zoogenaamde wassenbeeldenspel in
de Vlamingstraat te 's Gravenhage en was
zoo verrukt over hetgeen zy aanschouwde,
dat zy niet bemerkte dat een brutaal en handig
zakkenroller haar heur knip met geld ont
rolde. De buit werd met een assistent ge
deeld, by welke verdeeling de eene dief den
anderen nog bedroog.
Dit was één van de feiten, waarvoor een
hotelknecht en een sjouwer zich gisteren
voor de Haagsche rechtbank te verantwoorden
hadden, maar het gevaarlyke tweetal had
nog meer op zijn kerfstok.
In den avond van denzelfden dag namelyk
hadden zy ingebroken in een bewoond huis
in do Yan-Speyk straat 166 aldaar, waar-
schyniyk door de voordeur met een valscheli
sleutel te openen, en een damesmantel uit
de gang gestolen.
De subst. off. mr. Pleyte achtte het hoog
noodig dergelijke gevaarlyke sujetten voor
een geruimen tyd op te bergen en vorderde
voor den sjouwer 3 jaren en voor den loop
knecht 1 jaar gevangenisstraf.
De toegevoegde verdediger, mr. J. J. Van
Riemsdijk, achtte niet bewezen de verzwarende
omstandigheid, dat met een valschen sleutel
was ingebroken, vond de gevorderde straf te
hoog en drong aan op vermindering.
Reeds herhaaldeiyk zegt 't
„N. v. d. D." zyn letters en nummers
genoemd, welke voorkwamen op bankbiljetten,
door Krause verv..ar:igd. Tot dusver is echter
nog niet de volledigo lyst er van bekend ge
maakt, en daarom deed genoemd blad het.
De „Haagsche Ct." voegt hierby, daar on
mogelijk iedereen al die nummers eu letters
onthouden kan, ongerekend de kans, dat er
nog andere zyn, den raad: weigert eenvoudig
alle bankbiljetten van ƒ100 aan to nemen.
Nu de Ned. Bank, zegt zy, voor wie do
schade betrekkelyk onbeduidend zou wezen,
blykbaar volhardt in haar streven om de schade
te laten diagen door het publiek, dat de
valsche biljetten te goeder trouw voor echte
in betaling nam, in plaats van de valsche
papiertjes stillekens in te trekken nu blyft
er voor het publiek, dat zich tegen die schade
niet kan vry'waren, daar alleen deskundigen
de valschheid kunnen ontdekken, slechts één
middel van verweer over: de Bank met hare
biljetten te laten zitten.
En dat middel zal weldra afdoende werken.
Want als de biljetten van 100 in grooten
getale naar de Bank terugloopen, dan wordt
haar rente-verlies spoedig veel grooter dan
wanneer zy de valsche papiertjes tegen uit-,
betaling van het nominale bedrag aannam.
Uit Woerden schryft men om-
trent een daar plaats gehad hebbenden vleesch-
verkoop
Er is de vorige week heelwat goedkooper
en ook heelwat duur vleesch in onze ge
meente gegeten. By de verkooping nl. op
Maandag jl. van 63 stuks vee aan vierdedeelen
(voeten) werden eerst voor een liefdadig doel
niet minder dan 20 voeten gekocht, die uit
gedeeld werden, terwyl later door een com
binatie van ruim honderd slagers buiten de
stad ruim 130 voeten onderling werden ge
kocht, waaraan ruim 1000 werd verdiend.
Des Woensdags met de 212 varkens,
waarop vele stadgenooten zich hadden ge
spitst, ging het velen minder naar den vleesche;
eerst werden weer tot uitdeeling 26 stuks
gekocht voor lagen prys, maar later ging
alles zoo duur, dat meD, als men oen varken
wilde koopen, g03dkooper bij een boer terecht
kon komen. Tweedons scheen de regeling
ook iets over te laten, daar, hoewel by elk
nummer het gewicht by benadering was op
gegeven, het by het afhalen bleek, dat som
mige nummers verwisseld waren, zoodat velen
in plaats van een varken van 50ï/2 kilo's
er een kregen van ruim 15% kilo's, hetgeen
dus een groote schadepost was.
Dat de verkoop der varkens nogal vlot
ging, is ten minste een benefiet voor het
Ryk, dat op den verkoop der 63 stuks vee
nogal wat toegelegd heeft. De geheele ont-
eigenings en afmakings-geschiedenis zal
trouwens heelwat kosten. De veehouder en
varkensmester D. Op 't Laüd is er het beste
aan toe, daar die zyn 63 stuks vee en 212
varkens voor een goeden prys van de hand
heeft gezet, en dat alles omdat 2 of 3 stuks
tongblaar hebben gehad.
Op een der drukste verkeers
punten te Rotterdam, op den hoek van de
Weezenstraat en het Steiger, dreigt een hoek
huis, waarvan het ondergedeelte weggebroken
is, docli de bovenverdiepingen met stutbalken
omhoog gehouden worden, omlaag te storten
De politie heeft veiligheidsmaatregelen, in
geval van instorten, getroffen.
Falbs weervoorspellingen tot
31 Januari. De regen neemt weer ze' toe;
het weer wordt zacht, zelfs betrekkelijk warm.
In de laatste dagen van Januari of b jt begin
van Februari zal men hier eD daar last hebben
van hoog water.
Te Wemeldinge is weer een gezin
doodarm uit Argentinië teruggekeerd. Er zyn
nog zeer velen in Zuid-Amerika, die verlan
gend uitzien naar het oogenblik om naar bet
vaderland terug te keeron.
Te Lienden is zekere J. O. v. J.
in het water geraakt en verdronken.
De groote vraag is tegenwoordig:
Wat zal men te Myilrecht zoggen wanneer
man daar eens een spoor ziet? Waarom? De
reden ligt opgesloten in het volgende briefje, i
dat aan het eind van deze eeuw niet zonder
karakteristieke waarde is en aan het „N. v.
d. D." door een verlichten geest uit genoemd
plaatsjo toegezonden werd:
Mijn Heer de Redacteur
vergun mijn een klein plaas ruimt in u
veel g-Iees blad toa valg was ik 23 yanuarie
1896 te myderegt plotsïns was er een vreeslyk
op loop van menschen wat was er te doen
daar kwam de beurt schipper aan met stoom
vermoogen dikwijls boorde ik zeggen og og
hoe douwe zo dat tot voor uit dat is het
eerste vaarttuig met stoom ver moog wat
daar verscbynt wat zal c-r nu wel g zegt
woorden als die lui te myderegt eens een
spoor zi-?n.
Aangaande den schouwburg
brand in Jekaterino3law melden de Rus
sische bladen nog de volgende by zonderheden:
In den houten schouwburg had eenomiidag-
voorstelliog togen verminderde entrée pryzen