N°. 11015
Woensdag 33 Januari.
A0.1895
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Eon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
TE NIEUWSGIERIG.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. 1.10.
Pranco per post1.40.
Afzonderlyke Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTEËN
Yan 1—6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Leiden, 21 Januari.
By het in ons vorig nummer vermelde
en door den heer P. J. Van Hoeken by den
Raad ingediende voorstel om eenige wijzigin
gen te brengen in de heffing van de plaat
selijk9 belasting voor bet gebruik van open
bare gemeentewerken en bezittingen, omdat
hy van oordeel is, dat enkele onderdeelen
van het tarief, met name het innemen van
gemeentegrond en het hebben van een riool,
te hoog zyn vastgesteld, waaromtrent voor
alsnog door B. en Ws. echter afwijzend werd
geadviseerd, is door den heer Van Hoeken
ook het denkbeeld aangegeven om, wat het
gebruik van gemeentegrond betreft, by elke
aanvrage te beslissen welk recht zal worden
geheven in verband met de waarde, aan den
grond toe te kennen, welk denkbeeld volgens
B. en Ws. niet wel voor uitvoering vatbaar ia.
In eene belastingverordening toch gelijk
de onderwerpelijke behoort, zeggen zij, een
vast bedrag te worden vermeld, dat vor-
schuldigd is voor het gebruik van den open
baren gemeentegrond.
Van de vaststelling van een verschillend
bedrag in verband met de waarde, aan den
grond toe te kennen, kan alleen sprake wezen
by verkoop van grond of het geven in erf
pacht of gebruik, niet vallende in de termon
van de belastingvordering.
In dusdanige gevallen heeft dan ook de
Gemeenteraad meermalen een verschillend
bedrag vastgest ld in verhouding tot de plaats,
waar de gevraagde grond is geleden, hoezeer
in den regel by het geven in gebruik tot
wederopzoggens byv. van gedempte slooten
als anderszins het tarief, by de belasting-
verordening vastgesteld voor het innemen
van een gedeelte straat of openbaren ge
meentegrond, tot maatstaf werd genomen
voor de berekening van do voor den tot
wederopzeggcns in gebruik gegeven grond te
bepalen vermoeiing per centiare.
In het slot van zyn voorstel wordt er door
den heer Van Hoeken de aandacht op ge
vestigd, dat de verhoogde recognitie voor een
geheel jaar zou zyn toegepast, terwyi zy
slechts voor 3/4 verschuldigd is en or geen
opzegging aan is voorafgegaan.
Wat deze opmerking betreft, verwijzen
B. en Ws. naar art. 2 van het Raadsbesluit,
regelende de heffing dezer belasting. Daarby
ia bepaald dat de vergunningen, welke tot op
de invoering van de belasting zyn verleend,
onder de daaraan verbonoen voorwaarden
en met inachtneming van reeds vastgestelde
of nog vast te stellen verordeningen, tot
wederopzeggens toe worden gehandhaafd,
doch het bedrag der daarvoor verschul ngde
belasting voortaan naar dit tarief wordt ge
regeld.
Van eene opzegging der verleende vergun
ning, alvorens tot de heifing van bet gewy
zigd tarief over te gaan, behoefde alzoo
geen sprake te wezen. De vroeger verleende
vergunningen bleven doorloopen, terwyl na
de in-werking treding van het nieuwe tarief,
op 1 Mei jl.f dat tarief moest worden toe
gepast.
'In de Verordening op de invordering der
belasting is verder bepaald dat van de ver
gunning geen gebruik mag worden gemaakt
dan na de daarvoor gestelde belasting te
hebben betaald, en dat, wanneer de vergun-
n ng voor meer dan eon jaar verleend is, om
daarvan gebruik te kunnen blyven maken
de belasting voor het volgend jaar altyd vóór
het einde van het loopenda betaald moet zfin.
In overeenstemming met deze bepalingen
is by het verleenen van bedoelde vergun
ningen vóór 1 Mei van dit jaar, het vroeger
taiief toegepast, terwyl voor de vergunningen,
na 1 Mei jl. verleend, uit den aard der zaak
de heffing volgens het nieuwe tarief is ge
regeld.
Verder wordt jaarlyks in de tweede helft
van het dienstjaar eene lyst, het zoogenaamde
kohier, van de hier bedoelde doorloopende
vergunningen opgemaakt, met vermelding van
het verschuldigd bedrag.
Op het onlangs opgemaakt kohier moest
uit den aard der zaak hot bedrag, vastgesteld
by de nieuwe verordening, worden iDgevuld.
De vergunningen, verleend na de opmaking
van het kohier in het vorig jaar, doch vóór
1 Mei 1895, waarvoor alzoo nog het oude
tarief by het verleenen van de vergunning
was toegepast, kunnen eerst in dit jaar vol
gens het nieuwe tarief worden aangeslagen.
Het zal overigens, zeggen B. en Ws., wel
geen betoog behoeven dat eene gedeeltelyke
heffing volgens het oude en eene gedeeltelyke
heffing volgens het nieuwe tarief in even
reoigh9id mot het aantal maanden, dat ver
streken is vóór de inwerking treding van de
nieuwe verordening, niet uitvoerbaar zoude
wezen.
B. en Ws. meenen alzoo dat de gevolgde
wyze van uitvoering de meest regelmatige
moet worden geacht.
Naar wy vernemen, zal mr. H. L. Drucker
den 31sten dezer als spreker optreden voor
de handelsbedienden-vereeniging „Kennis is
Macht", met het onderwerp: „De wetsont
werpen betreffende het handelsregister en de
firma." Wy twyfelen niet, of velen zullen van
de gelegen hei l gebruik maken, iets naders
over dit voor iederen handelsman interessante
ontwerp van wet te gaan vernemen.
Het aantal militaire studenten, bestemd
om tot officier van gezondheid by het O. I.
leger te worden opgeleid, bedroeg op 1 Jan.
aan de Ryksuniversiteit te Leiden 1 en te
Utrecht 7 en aan de gemeentelyke universiteit
te Amsterdam 1, totaal 9. Het totaal op
1 Januari 1895 bearoeg 21.
Op de 23ste of laatste lyst van de
zeventiende jaarcollecte voor de Scholen met
den Bybel in „De Standaard" komt o. a. voor
Katwyk aan den Ryn (Geref. Kerk) met
f 12.80, en onder de nagiften: Waddingsveen
met f 5.
Van uit Benthuizen bericht men, dat
de beroeping van den heer K. A. De Groot
Azpredikant te Houten door byzondere
omstandigheden is vertraagd, doch eerstdaags
zal geschieden.
Gedurende het afgeloopen jaar is er in
de bevolking der gemeente B nthuizen, wat
het zielental b9treft, gtene verand ring ge
komen. Immers, zy vermaer erde door
vestiging met 41 en door geboorte met 29,
dat is met 70 personen.
Zy verminderde daarentegen door vertrek
met 53 en door overlyden mot 17, dat is met
70 personen.
Op 31 December 11. bestond die bevolking
uit 353 mannen en 327 vrouwen, samen
680 zielen.
By de in het jaar 1896 gehouden be-
schryving der paarden voor den kryesdienst
waren in de gemeente Zegwaard aanwezig
202 paarden van 6 jaar en daarboven, 20
vierjarige, 27 driejarige, 19 tweejarige en 32
e-mj g i of veulens, geboren in het jaar 1895,
totaal 300 paarden.
De minister van binnenlandsche zaken
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de
examens ter verkryging van akten van be
kwaamheid voor buis- en schoolonderwys in
de nuttige en in de fraaie hun 1 werken voor
meisjes, zullen aanvangen op 13 Fe >ruari a. s.
Zy, die zich aan het examen in één dezer
vakken of in beide wenschen te onderwerpen,
gelieven zich vóór 1 Febr. a. s. aan te melden
by den voorzitter der commissie of de voor
zitters der com missiën, voor welke zy wen
schen te verschijnen, met overlegging van:
a. geboorte akte; b. getuigschrift van zedeiyk
gedrag.
De voorzitters der commissiön zyn:
Voor de nuttige handwerken: te Breda,
jhr. mr J. B. A. J. M. Verheyen, inspecteur
van het lager onderwys in de eeiste inspectie,
te Loon op Zand; te 's-Gravenhage, J. C.
Fabius, id. tweern inspectie, te Delft; te
Utrecht, A. J. Nyiand, schoolopziener in het
district Utrecht, te Utrecht; to Zwolle, mr.
A. G. A. baron Sloet tot Olduuis, inspecteur
van het lager onaerwys in ae derde inspectie,
te Zwolle;
voor de fraaie handwerkente Breda, H.
Th. Van der Grinten, schoolopziener in het
district Breda, te Breia; te 's Gravenhage,
W. Van Marken, id. in het district 's-Graven
hage, te 's Gr tvenhagete Zwolle, mr. Th.
Ruys I.-Pzc., id. in het district Zwolle, te
Kampen.
Zy, die het examen in de beide vakken
wenschen af te leggen, gelieven van d t voor
nemen te doen blyken aan ieder der bei Je voor
zitter by wie zy zich aanmeld-n. StsCt.)
Door het bestuur der Chr. vereenlging
voor de verpleging van lyders aan vallende
ziekte te Haarlem is benoemd tot geneesheer
van do inrichtingen ier vereeniging, „Bethesda
Sarepta" te Haarlom en „Meer en Bosch"
ta Heemstede, in de plaats van wylen dr.
S. Posthuma, diens zoon dr. J. Posthuma,
die zich voor eenigen tyd naar het buitenland
begeeft tot het bezoeken van verschillende
inrichtingen van dien aard.
De benoeming van een rabbyn by de
Israël, gemeente te Rott-rdam, zooals bericht
werd, heeft, naar men nader m-l.it, met de
uitbreiding van het Israëlietisch zielental aldaar,
mets uitstaande. De te benoemen rabbijn zal
slechts hebben te fungeeren als predikant aan
het Beth-H-imidrasch, eene instelling waar
een ieder gelegenheid vindt zyn weetlust op
het gebied der Joodsche theologie te be
vredigen en die daar sinds onheugiyke tyden
is gevestigd.
In het Museum van Kunstnijverheid te
Haarlem is thans eene tentoonstelling van
decoratieve kunst en van teekeningen, voor
werpen en modellen van op de ambachts
nyverheid toegepaste kunst geopend.
De commissie van bovengenoemd museum
heeft zich beyverd een aantal werken byeen
te brengen, en werd daarin gesteund door de
heeren Mengelberg, F. Poel, Stoltefus on
J nssen, door wien in hoofdzaak de religieuze
kunst vertegenwoordigd werd, terwyl door de
hh. Berlage, Sommer, Sluyterman, Francode
Amicis, B sel en Lauweriks Wolf, Stuber en
vele anderen werken van de meest verschillende
strekking op het gebied der kunst ambachten
werden ingezonden. Het valt niet te ontken
nen, dat, o'schoon eene dergeiyke tontoon
stelling hier te lande voor het eerst gehouden
wordt, zy toch als geslaagd kan worden be
schouw j, en de commissie heeft het plan op
gevat, zoo mogeiyk in 't vervolg elk jaar eene
dergelijke tentoonstelling te organiseeren. Zy
hoopt daardoor het werk d-. r artisten, die zich
op dit gebied bowegen, naar waarde te doen
schatten, en tevens de warme belangstelling
van het publiek voor eene aftistioko richting
op te wekken, die ten onzent al te lang ver
waarloosd word.
De tentoonstelling zal tot 1 Maart geopend
blyvon.
Het reeds door ons vermelde bericht
aangaande den uitslag der conversie luidt
in de Staatscourant van 21 dezer als volgt
„De minister van financiën maakt bekend dat
gedurende den daarvoor by het koninklyk be
sluit van den 2den Januari 1896 (Staatsblad
N°. 1) bepaalden termyn de aflossing is ge
vraagd van een nominaal bedrag van
f 3 620,100, 3'/2 ten honderd rentegevende
Nation .le Schuld.
De heer D. J. Hekkert deelt in „Patri
monium" mede, dat zich te Rotterdam een
commissie heeft gevormd, die zich ten doel
stelt een volksbeweging op touw te zetten
tot wederinvoering van de doodstraf.
Tot chef van het technisch beheer te
Rotterdam der Maatschappy tot Exploitatie van
Staatsspoorwegen is benoemd de heer M.
Buyze, thans districts-inspecteur op de spoor
wegdiensten te Groningen.
Men meldt uit Rotterdam: Mr. J. A.
Vaillant, president by de arrondissements
rechtbank alhier, zal om gezondheidsredenen
zyn ontslag aanvragen. Z.E.A., die reeds 51
dienstjaren telt, begon zyn rechterlyke loop
baan te Maassluis, was daarna in functie te
Schiedam en bekleedt nu te Rotterdam reeds
tal van jaren de hoogste positie by de rechter
lyke macht.
Uit Scheveningen is aan den gemeente
raad van 's-Gravenhage verzonden een van
verschillende handteekeningen voorzien adres,
inhoudende het verzoek, de schelpenvisschtry
aan het strand to verbieden of by de Regee
ring op verbod daarvan aan te dringen,
hoofdzakelijk op grond, dat door die visschery
het strand sterk vermindert en de strand-
verbetering wordt tegengehouden.
-By het gomeentebe-tuur van Delft is dezer
dagen van Gedep. Staten van Zuid Holland
ingekomen het ontwerp, betreffende eene
sedert j iren hangende grensregeling dier ge
meente en de omliggende gemeenten Hof-
van-Delft en Vrijenban.
Het voorstel betreft de toevoeging by D-lft
van de bebouwde gedeelten van Hof-van-
Delft en van Vryenban, terwyl de landelyke
gedeelten van Vryenban by Pynakker en
van Hof van-Delft by Schipluiden zouden
worden gevoegd.
Indien deze nieuwe grenswyziging tot stand
komt, zullen dus de gemeenten Hof van Delft
en Vryenban geheel worden opgeheven.
Van den heer Bas Veth, te Dordrecht,
is ten geschenke ontvangen, met bestemming
voor Hr. Ms pantserschip „Piet Hein", de zil
veren penning, geslagen ter eere van den
admiraal Piet Hein na het veroveren der
Spaansche Zilvervloot (Van Loon II. 175. 1).
Voorzyde- buste van Piet Hein, omhangen
met de vierdubbele keten, hem door de
Staten vereerd.
Keerzyde: het aantasten en nemen der
Spaansche zilvervloot in de baai van Matanzas.
Aan den schenker is de dank der Regeering
betuigd. {Sis. Cl.)
- Door den minister van kolomen is de
heer J. Koomans gesteld ter beschikking van
den gouverneur generaal van Nederlandsch-
Indië, om te worden benoemd tot ingenieur
by het my'nwozen daar te lande.
- De „Arnh. Ct." oppert, afgescheiden van
het denkbeeld een taalfonds te stichten, de
vraag of er niet eens over gedacht dient te
worden ook een materiëelen band met de Zuid-
Afrikaansche Nederlanders te vormen
Engeland heeft al twee maatschappy en die
de gemeenschap onderhouden met de Delagoa-
baai; Duitschland heeft ook een stoombootlyn
Is zoo iets voor Nederland ook niet tot stand
"te brengen? De „Arnh. Ct." verlangt dit niet
als blyk van sympathie, enz., maar als eene
zaak van stoffelijk belang voor Transvaal
en vooral ook voor Nederland.
- By koninklyk besluit is de hoer A. Van
Meel, secretaris en ontvanger van de gemeente
Terheyden, benoemd tot lidder in de orde
van Oranje Nassau.
Het stoomschip „Maasdam", van
Nieuw-York naar Rotterdam, passeerde 20
Jan. Lizard; de „Soenda", van Amsterdam
naar Batavia, passeerde 20 Jan. Ouessant;
de „Stentor", van Batavia naar Amsterdam,
arriveerde 19 Jan. te Suez; de „Utrecht",
van Rotterdam naar Java, arriveerde 19 Jan.
te Perim; de „Lawoe", van Batavia naar
Rotterdam, passeerde 10 Jan. te Ouessant;
de „Prins Frederik Hendrik" vertrok 19 Jan.
van Nieuw-York naar West-Indië; de „Prinses
Amalia", van Amsterdam naar Batavia, arri
veerde 20 Jan. te Padang; de „Prinses Marie",
van Amsterdam naar Batavia, passeerde 19
Jan. Gibraltar
By koninklyk besluit zyn benoemd: tot
ontvanger der directe belast, en acc. te
St. Maartensdyk c. a., jhr. A. Van Raab van
70)
XX VL
Ethel.
Dus was de noodlottige profetie vervuld 1
Schande en zelfmoord! Ja, het was eindeiyk
gebeurd en de onzekerheid en de angst, die
my gedrukt haaden, waren nu weggenomen.
De angst, dien ik dagen achtereen had uit
gestaan in het vooruitzicht van wat er ge
schieden zou en dat ik Diet kon afwendeD,
was ten einde en had my niets anders achter
gelaten dan droefheid over het verledene.
Niets anders, zeide ik? Helaas, neenl Het
treurspel was nog niet afgeloopenalleen het
eerste tooneel van de verschnkkelyke ramp
was afgespeeld; en wat zou er volgen? Wat
zou de uitwerking zyn op zyn vader, zyne
zuster, als zy de vreeselyke tyding ver
namen? Ik huiverde als ik daaraan dacht,
vooral voor haar.
„Als ik voor de rechtbank kom en ver
oordeeld word, zal myo vaders hart breken
en Ethel het besterven." Zoo sprak Frank
in dien vreeselyken Dacht, toen hy toevlucht
en raad zocht onder myn dak. Was het
vooruitzicht nu beter? Zou het eene ver
zachtende omstandigheid, eenige troost voor
hen voor haar zyn, dat hy zich slechts
van de straf, die den misdadiger wachtte,
bevryd had door zyn leven te vernietigen?
Neen, het treurspel was nog niet geëindigd;
het was eerst begonnen.
Gaarne zou ik terstond naar de zoo zwaar
getroffenen zyn heengesneld, om hen zooveel
mogelyk te troosten, maar het kon nog niet.
Ik moest eenigen tyd te Liverpool blyven
om de laatste droevige diensten aan myn
dierbaren overleden vriend te bewyzen. Eerst
kwamen de treurige, akelige byzonderheden
van het onderzoek, dat natuurlijk terstond
gehouden moest worden, en ik moest zyn
stoffeiyk overschot de schande van een onteerd
graf besparen. Het onderzoek had plaats op
dan namiddag van den dag van zyn over
lyden, in de ellendige kl6ine herberg, waar
hy den geest gaf, in eene vuile gelagkamer,
waar het naar bier en tabak rook. Enkele
handelaars van de laagste klasse waren
haastig ontboden als gezworenen; maar de
lykschouwer was een heer en iemand, die
veel gevoel had, en het was gemakkeiyk te
zien, dat hy weldra den toestand begreep.
Gelukkig sprak de indruk, door den armen
Frank gemaakt op de personen, die hy in
de beide herbergen had aangesproken een
indruk, die misschien niet geheel ongegrond
was dat zyn verstand geleden had door zyn
vree8eiyk leed, ten gunste van het inzicht,
waartoe ik de jury wenschte te brengeD, dat
zyn geest verward was, toen hy zich het
leven benam. En zal het my Diet vergeven
worden, dat ik, om de nagedachtenis van myn
vriend het verwyt van opzetteiyken zelfmoord
te sparen, getuigde dat hy vermoedeiyk
krankzinng was; verklaarde dat het verdriet
over eene valsche beschuldiging zyn geest
gedrukt had en voor het oogtmblik zyn ver
stand gekreukt? Zelfs de detectives, die hun
plicht gedaan hadden, vielen den overledene
niet hard, en legden hun getuigenis af met
behoedzamo en welwillende bescheidenheid.
En zoo werd de treurige zaak ten einde
gebracht en de nagedachtenis van myn vriend
door de uitspraak van „tyaelyke krankzinnig
heid" voor eene laatste schande bewaard.
Toen moest ik schikkingen maken voor
eeDe behooriyke begrafenis en dit hield iny
een paar dagen bezig. Ik bezocht eon van
de begraafplaatsen en koos een net, afgezon
derd plekje onder een groepje boomc-n voor
zyne laatste rustplaats, en daar begroef ik
hem, als de eenige treurende by zyn graf
staande, maar met de droefheid van duizend
treurenden in het hart.
Inmiddels had ik, zoo spoedig mogelyk na
dat treurig tooneel in de herberg, het
vreeselyke Dieuws getelegrapheerd aan Dr.
Redmond, don verstandigen en vriendelyken
geneesheer van Ethel en haar vader, en die
my in myne ziekte had bezocht. Ik verzocht
hem de wreede tyding zoo voorzichtig
mogelyk mede te deelen, voordat zy haar
door anderen konden vernemen, en my ter
stond te willen meldeD, hoe de beroofde
vader en zuster de ramp droegen, die over
hen gekomen was. Zyn antwoord kwam
spoedig en vermeerderde myn droefheid
en angst.
„Ik kan u," schreef hy Id een brief, die
my den avond van dien noodlottigen dag
bereikte, „geen ander dan treurig nieuws
melden. Mr. Rayner is geheel terneergeslagen
door deze verschnkkelyke ramp, en ik durf
niet zeggen welke de gevolgen voor hem
zullen zyn in zyn toestand. Wat Miss
Rayner betreft, hoe minder ik van haar zeg,
hoe beter misschien. Gy kent haar gezond
heidstoestand; en dit verlies heeft hare
ongesteldheid zeer verergerd. Vraag my niet
naar byzonderheden. Ik kan u alleeD raden,
het beste te hopen, en te vertrouwen dat
de tyd en eene zorgvuldige behandeling haar
zullen herstellen."
Zoolang ik te Liverpool moest blyven,
kreeg ik dikwyls bericht van den vriendelyken
dokter, maar er kwam geene verbetering in
den toestand, al verklaarde by dat er geen
reden was om zich erger te verontrusten.
Het was duidelyk, dat zyn eigen ongerust
heid voor de patiënten, die hy als vrienden
waardeerde, zeer groot was.
Het was met bezorgdheid voor de levenden
en bitter verdriet over den beminden over
ledene, dat ik, na de laatste droevige diensten
te hebben bewezen aan hem, die was heen
gegaan, naar Londen terugreisde.
Eenige noodzakeiyke plichten had ik te
volbrengen voordat ik dat door leed getroffen
huis kon bezoeken, waar ik zooveel mogelyk
troost wilde aanbrengen. Maar vooral was het
dringend noodig, eenige financiëele schik
kingen te maken, opdat ik beter in staat
zou zyn de beroofden te helpen, die nu geheel
onvermogend waren. Hun aanspraak op myn
steun was duidelyk, want ik was nu de ver
loofde van haar, die ik liefhad al zou zy
misschien nimmer myne vrouw worden; en
voortaan moesten zy geheel afbankeiyk zyn
van myne hulp en op my kunnen rekenen
vooral wat geld kon verschaffen om hun de
gezondheid te hergeven.
Ik ging dus naar myn vriend, den makelaar
Wainwright, die, ik behoef het niet te zeggen,
my in de hartelykste woorden zijne deel
neming betuigde. Zyne goede en ervaren
vrouw was Ethel reeds gaan bezoeken en
had haar alle hulp verleend, die in haar
vermogen was. Deze vriendelyke menachen
waren geheel op de hoogte gebracht van
Franks vlucht en ik deelde natuuriyk Wain
wright mede, hoedanig myn overleden vriend
betrokken was in de transacties van zyn
schuldigen compagnon.
Lumley was nog Diet gevat, maar alle
pogingen werden in het werk gesteld om hem
op te sporen eu te arresteeren. Dat do schurk
eenmaal gevangengenomen en veroordeeld zou
wordon, wist ik natuuriyk wel; maar tegeD
Wainwright kon ik alleen de hoop uiten, dat
de justitie hem eindelyk wel vinden zou.
Toen ging ik naar Thyme Bank, in pyn-
ïyke vrees over hetgeen ik daar zou ver
nemen aangaande myne beminde en bedroefdo
Ethel.
Ik bevond dat er een ervaren verpleegster
was genomen, zuster Martha, by degene, die
reeds Mr. Rayner oppaste, om voor Ethel
te zorgenen door deze goede vrouw vernam
ik de byzonderheden over den toestand van
myne geliefde. Haar zenuwkwaal had, naar
het scheen, een nieuwen vorm aangenomen.
{Wordt vervolgd.)