N°. 11009 Woensdag 15 Januari. A°. 1896 Courant wordt dagelijksmet uitzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 14 Januari. W ©ULïXle'fcoin.. TE NSEUWSGEERiG. PRIJS DEZER COURAUT: Voor Leiden per 3 maanden Franco per post ..—s. Afzonderlijke Nommers r ï.io. 1.40. l» 0.05. PRIJS DER ADVERTETsTTIEN" Van 1 6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor liet incasseeron buiten de stad wordt f 0.05 berekend. By gelegenheid van den Koppermaan dag vierde de Leidsche typographische v»r- eeniging „Lourens Jansz. Coster" gisteravond in den foyer der Stadszaal haar 42ste jaarfeest. De opkomst dor leden met hunne vrouwen en meisjes was zeer groot. De Vereeniging mocht ook de eer genieten den beschermheer, mr. F. Was, burgemeester, het eerste gedeelte van den avond in haar midden te zien, even als den heer A. L. De Sturler, wethouder van fabricage, en andere donateurs, waarvoor de president der Vereeniging, de heer W. H. Kloos, zijne erkentelijkheid betuigde, toen by allen hartelijk welkom heette en, gedachtig aan het woord dat da boog niet altijd kan gespannen zijn, eenige bijzonder genoeglijke uren toewonschte. Na hem kwam het woord aan den secreta ris, den heer H. J. Van Staden, tot het uit brengen van het jaarverslag. Daaruit bleek het volgende: Tolde de Vereeniging in den aanvang van het vorige jaar 132 leden, thans is dit aantal gestegen tot 140, waarvan 103 in de eerste en 37 in de tweede klasse, benevens 7 eere leden, onder wie 3 damestwee leden be dankten voor hun lidmaatschap. Het aantal donateurs bedraagt 68, aan wier hoofd staat de edelachtbare heer mr. F. Was, als be schermheer. Voor zoover bekend is, heeft de Vereeniging in dit afgeloopen jaar wederom een tweetal jubilarissen onder hare leden geteld, nl. F. Stouten en W. J. Marssteller; beiden her dachten zy het feit, dat z\J respectievelijk 2 Mei en 23 December als boekdrukker ei boekbinder by den heer A. W. Sythoff vóór 25 jaren in dienst traden. In het bestuur kwam dit jaar als 't ware geen verandering. Da voorzitter, W. H. Kloos, werd in de Februari-vergadering met over groots meerderheid van stemmen herkozen, terwyi de plaats van den aftredendon com missaris, die niet herkiesbaar was, werd in genomen door het lid J. Rietbeek. Ook de comraieeie, belast met het nazien der rekening en verantwoording, bleef dit jaar in functie. De vergaderingen hadden zooveel mogeiyk op den bepaalden tyd plaats; onkele moesten, wegens huisoiyke omstandigheden van den voorzitter, door den lsten secretaris worden gapresiéeerd. Op het aantal circulaires en airessen, die by het bestuur waren iugekomrn, heeft de Vereeniging slechts aan óén hare adhaesie geschonken, nl. die, wat betreft de „Verzeke ring van den onden dag van den werkman". In de Augustus-vergadering werd het lid van verdienste, de heer G. Boekwyt, die de stad metterwoon heeft verlaten, èn om zyn veeljarig lidmaatschap èn om zijne aan de Vereer.iging bewezen diensten, benoemd tot eerelid der Vereeniging. In dezelfde vergadering werd ook besloten tot vernieuwing van het vaandel, dat, wegens zyn hoogen ouderdom, dringende herstelling moest ondergaan. Aan den Vaandeloptocht, uitgeschreven door de „3 October-Vereeniging", nam de Ver eeniging deel. Had men jaren achtereen in het verslag het verlies van één of meer harer leden te betreuren, dit boekjaar echter was de Ver eeniging gelukkiger; geen harer leden is haar door don dood ontvallen. Een gevolg daarvan is, dat de toestand der „Uitkeeringskas by Overlyden" alleszins gunstiger i3 geworden, en mocht zich meer jaren hetzelfde voordoen, alsdan zou men op eene verhoogde uitkeering aan de weduwe van een overleden lid de aandacht vestigen. Ook de Reservekas, welke gevormd wordt door een hal ven cent contributie van ieder lid, en ten doel heeft om dien leden, die zonder eigen schuld werkeloos zijn, oene wekeiyksche uitkeering te doen (doch eerst in werking treedt wanneor haar kapitaal f 100 bedaagt), vordert hare wording goed; thans is zy onge veer f 60 sterkMogen bestuur en leden het voorrecht genieten haar kapitaal te zien ver- tiendubbelen, vooraleer uitkeering in dien zin te verstrekken. Werd er in het afgeloopen boekjaar een bedrag van f 488.60 aan ziekengeld uitbe taald, thans bedraagt dit f 663.90. Mag dit bedrag niet zeer gering zyn te noemen, toch heeft de Vereeniging, haar ledental in aan merking genomen, geen reden tot klagen wat haren ziektetoestand betreft, als men nagaat dat aan één lid in dit boekjaar 1895/96 aan ziekengeld is uitbetaald eene som van f 120.90. Mot biydschap mogen w\J er op wyzen dat de Veroeniging woderom aan al hare verplichtingen heeft kunnen voldoen. In het volbrengen van die taak, zoo ein digde de secretaris, hebt gy, Mijne Heeren, Patroons en Donateurs l ons dit jiar wederom met Uwen geldelyken steun ter zyde gestaan ontvangt daarvoor onzen harteiyken dank en staat mij toe dit verslag te besluiten met U de belangen der Vereeniging „Lourens Jansz. Coster" aan te bevelen, mot den wensch dit by een volgend jaarverslag weder te mogen doen l" Ter zyde van het teoneel prykte de geree fcaureerde en er nu weer heel goei uitziende banier, terwyl daarnaast ook hing de in oen zwarthouten ljjst vervatte lyst met de namen van de leden sedert de oprichting in 1854 af. Die lyst is een merkwaardig stuk en een proeve van p.akkunat, want nadat de lyst toen ze word aangeboden, was gedrukt, werden de verdere namen er heel netjes bygeplakt, waarin het bestuur al zeor voel ervaring schynt verkregen te hebben. Toch bidt de lyst, welke thans byna vol is, o. i. om een andere en daarom hopen wy dat by een volgend feest door de een of andere goedgunstige be schikking de Vereeniging in het bezit van een andere zy. Wat het eigenlijke feest betreft, het concert en variété-gezelschap onder directie van den heer Michel A. Boekbinder, van Rotterdam, zorgde er uitnemend voor dat het een „feest" was Het programma, dat een aantal nummers bevatte en nog gedurende de uitvoering aan merkelijk werd uitgebreid, werd flink afge werkt. De uitvoerders kweten zich zonder onderscheid voortreffelijk van hunne taak en vonden belooning voor hun werk in de uit bundige toojuichingen der vergadering. Alge meen was dan ook de wenscb, dat het niet de laatste maal moge geweost zyn het gezel schap van den heer Boekbinder te zien optreden. Nu hadden ook alle leden der Vereeniging er wat aanthans behoefden niet eenigen van hen „er zich voor te spannen" om den avond voor anderen genoegiyk te maken. Dat mag dan ook wel eenst Zoo gingen de avond en een deel van den nacht, onder muziek, zang en dans, zeer ge noegiyk en daarby hoogst ordelyk om en werd ook dit jaar weer oen waardig Kopper- feest gevierd. In den loop van den avond was in alle stilte voor een lid, dat door langdurige zi«kte in achteruitgang was geraakt, bijeengebracht eeno som van /r10.721/„ waarvoor door den president aan do vergadering werd dank gezegd. - By den aanvang van den nieuwen jaar gang vestigen wy gaarne nogmaals de aan dacht op de drie tydschriften voor kinderen, die by de heeren Schillemans Van Bfelkum te Zutfen het licht zien: „Voor 't Jonge Volkje", „De Kinderwereld" en „Voor de Kinderkamer". Hoe de man het doet, moge velen een raadsel zyn, maar het blykt, dat de heer P. Louwerse er werkelijk in slaagt in die drie tydschriften aan de lezers van de verschillende leeftyden, waarvoor zy bestemd zyn, juist datgene te geven, waaraan zy be hoefte hebben of waarin zy smaak vinden. Het verwondert ons dan ook niet, dat de uitgevers in hun prospectus van „Da Kin derwereld" schryven: „Dankbaar voor de wel willende ontvangst, ten deel gevallen aan de verschenen jaargangen, kunnen wy nu den derden jaargang van „De Kin lorwereld" aan kondigen en daarby de verzekering geven, dat wy op den ingeslagen weg zullen door gaan." Zeer zeker zullen deze regelen ook wel op de twee andere genoemde tydschriften toe passeiyk zyn. Den inteekenaren op „Voor't Jonge Volkje" wordt door de uitgevers tevens aangobodon do geschiedenis van „Willem Teil", eveneens op zeer bevattelijke wyze geschreven door P. Louwerse. Ta 's-Gr&venhage is overleden de heer M. M. Eussoll, majoor-kwartiermeester, in het afgeloopen jaar gepunsionneerd met rang van luitenaDt-kolonel. Het grootste gedeelte van zyn diensttyd by de administratie van het leger heeft de overledene doorgebraoht by het regiment grenadiers en jagers en als een bewys van waardeering zyner diensten kan ongetwijfeld gelden dat hy by zyne bevorde ring van kapitein tot majoor kwartiermeester in den hoofdofficiersrang by het regiment grenadiers en jagers geplaatst bleef. Zoowel door hen, met wie hy in zyn dienstvak samenwerkte, als door de officieren der overige corpsen werd luitenant-kolonel Eyssell zeer geacht. Prinses Elisabeth van Waldeck-Pyrmont schynt, zegt g© schr. der Haagsche kroniek in de „N. Gr. Ct.", met muziek en dans te dwepen; ook in paardrijden heeft zy schik, en byna eiken dag oefent zy zich met onze jonge Koningin in 't springen over hurdles in de koninV.lyke manége. Koningin Wilholmina rydt tegenwoordig ook alleen per rijtuig uit, maar bestygt toch schier eiken dag haar Norma, een aardig paardje, waarvan zy ni-t mindor houdt dan van haar vier Shetlandsche poneys, die geruimen tyd vacantie hebben gehad. Om een bewys te geven hoeveel onze jonge Koningin van haar paardjes houdt, zy vermeld dat zy verleden Zondag een vol uur in de kou in den stal vertoefde, om Norma's beeltenis te maken. Zy maakt in teekenen en muriek, naar ik hoor, zeer goede vorde ringen. De vorigs week heeft z(J, gelyk men weet, een nieuw voorwerp gekregen om zich in haar speeluren bezig te houdenhet weef getouw, haar vanwege de weefschool te Enschedoe aangebeden. Of de Koningin er ooit groote handigheid op krygon zal is de vraag, maar zy kan er toch, na de ontvangen i -lich tingen, op werken en hsefc 't pl >n opgevat om er een stel tafelgoed op te weven voor hare moeJer. De Eerste Kamer is gisteravond te half- negen byeengekomen tot hervatting harer werkzaamheden. On ierscheidone leden hadden bericht dat zy verhinderd waren dez9 vergadering en ook die van volger.de dagen by te wonen, o. a. de heeren Fransen van de Putte, Vlielander Hein, Vening Meinesz on Geertsema, wegens ongestel Jbeid. Nadat medeieeling was gedaan van een aantal ingekomen missives, werd de vergade ring verdaagd tot Donderdag a. s. to 11 uren. Opnieuw is vanwege H. M. de Koningin door H. M. de Koi.ingin-Weduwe ee:. gift van f 2000 geschonken aan het Syno ale fonds voor noo.lydende kerken en personen, en een van f 750 aan dat ter voorziening in geeste lijk© behoeften. Aan don gemeenteraad te Nijmegen is mededeeliog gedaan van een besluit van Gedeputeerde Staten van Gelderland betrek kciyk hot Raadsbesluit., waarby hun college w«rd aitgonoodigd, de jaarwedde van den gemeenteontvanger van f 1800 te brengen op f 2300, en tevens te verhoogen de jaar wedde van den secretaris. Gedeputeerden geven daarby te kennen dat zy bezwaar moeten maken die verhoogingen vast te stellen, op grond dat zy vermeenen, dat niet alleen de secretaris en de ontvanger, m»ar ook de burgemeester en de wethouders aanspraak op verhooging der jaarwedden heb ben, en dat zy alleen d&n bereid zyn hunne modewerking in deze te verleenen, wanneer de jaarwedden der genoemde ambtenaren worden voorgedragen als by hun besluit van 10 Juli 1894 ten opzichte van de gemeente Nijmegen is bepaald, nl. voor den burgemeester op f 3500, ieder der wethouders op f 900, den secretaris op f 2800 en den ontvanger op ƒ2100, zullende Gedeputeerden echter bereid zyn, dtze laatste in dat geval op 2300 vast te stellen. Op voorstel vao den he=r Thyssen werd besloten, het besluit van Gedeputeerde Staten voor de raadsleden ter visie te legg- n By het hoofdbestuur van de Vereeniging van don H. Vincentius Paulo in Nederland bestaat het plan een R. K. Idiotengesticht op te richten, en wel als jubilee-gave by haar vijftigjarig bestaan. In een schrijven, door het bestuur verspreid, zyn deze plannen nader uiteengezet. Deze circulaire is door de geesteiyken in het aartsbisdom Utrecht in alle kerken van den kansel voorgelezen op verzoek van den aartsbisschop, die in een naschrift eene warme aanbeveling geeft voor de zaak, door het hoofdbestuur op touw gezet. Ook in het bisdom Haarlem is deze circulaire in alle kerken voorgelezen. De voorgenomen verbouwing van het spoorwegstation te Haarlem komt, wanneer hot „H. D." goed is ingelicht, op het vol gende neer: De wachtkamer tweede klasse zal worden getrokken by die der eerste klasse; de tegen woordige wachtkamer derde klasse wordt ingericht voor idem tweede klasse en op de ruimte, gelegen tusschen de restauratie en het bureau van den onderchef, zal een nieuwe wachtkamer derde klasse worden gebouwd. Het station Bolwerk wordt gesloopt. Aangekocht wordt of is het huis op don Zylweg, thans bewoond door den heer J. W. R. Arnold, en de wachters woning, die daar staat, wordt eenige meters achteruit gezet. Dit ia nooaig met het oog daarop, dat van even voorby het station af tot aan den Zyl weg, twee nieuwe lynen zullen worden gelegd, ten dienste van het rangeeren. Hierdoor vervalt het rangeeren langs de overwegen by Jans- en Kruisweg en zullor de hekken voortaan alleen gesloten worder voor de komende en gaande personentreinen. Een belangrijke verbetering derhalve, doch geenszins een afdoende. Het groote kwaad, dat den overwegen aan kleeft, nameiyk dat z(J de gemeente tnyden in twee gedeelten, die geen onbelemmerde communicatie met elkaar hebben, wordt er niet mee opgeheven. De goedkeuring van de Regeering is voor daze plannen Doodig en het „H. D." hoopt dat alsnog een middel moge worden gevonden om de overwegen geheel on al te kunnon opheffen. Komt de gedeolteiyke verbetering, die het Holl. Spoor zich nu voorstelt aan to brengen, tot stand, daD is uit den aard van de zaak vooreerst aan algeheelo opheffing van de overwogen niet te der.ken. By koninkiyk besluit is verleend aan den heer H. C. Beigsma, eervol ontslagen consul generaal voor de Zuid-Afrikaanscho Repu> lick te Pretoria, een pensioen van f 584 'sjaars. B noemd tot lid van het collego van regenten over de gevangenissen te Alkmaar, mr. M. E. J. J. Van Lidth de Jeude, griffier by het kam ongerecht aldaar. 60) H() was zijne moeilijkheden te boven ge komen, dank zj) deels den voorepoed in zijne zaken, deils ook de vriendelijke hulp van ren goedhartigen commissionriair, terwijl 'k zrl undeiyk er toe gebracht had eenige hulp van mij aan to nemen. „Ik heb u de laatste dagen gemist," zeide Wan wngnt„maar ik veronderstel, dat gy het or ens van genomen hebt, nu het u zoo voorspxdig gaat. Maar leg het niet te druk an, vaarde vriend 1 Vergeef mij; doch ik moet u ronduit zeggen, dat gy er slecht uitzie'. GD ztjt de gevolgen van die koorts nog ni t te boven gekomen, en ik zou u sterk a nr den, weer naar Brighton te gaan. Gij deed niet verstandig zoo epoedig naar LonUm terui koeren. Gij hadt mij even goed kvn en telegrapheeren als bij mij aan te ko oen, o'sc oon ik u natuurlijk liever spreek." Ik dankte hem voor zijne vriendelijke woorden, vroeg naar de gezondheid van mevrouw en de kinderen, en begon toen met to spreken over aandeel -n, effecten, koersen, enz. Hy deed my verschillende voor stellen omtrent speculation, maar ik ver klaarde geheel naar zyn raad te willen han delen. Behoef ik te zeggen, dat ik op dat O genblik niet het hart had myne macht toe te passen op een van die vuile transacties om ts koopen an te verkoopen od rijze* Zoodoende kwam ik als vanzelf tot het punt, dat het doel van myn bezoek was. „Wel," zeide de makelaar, „er is juist wat goeds ter markt gekomen, waarin ik u sterk zou aanraden iets te doen. Ik bedoel de Old Salvadors." Myn hart bonsde by dat woord. „Die fondsen zyn gestegen als een vuurpyl, wonderbaarlyk. Het zyn aandeelen in eene myn in Zuid-Amerika, die velo jaren geleden geopend, maar weldra, daar men haar impro ductief achtte, weer gesloten werd. Het zyn aandoelen van honderd pond, die waardeloos waren; de nominale prys was éón pond. Kort geleden nu kwam er bericht, dat wat, vreemd genoeg, was verborgen gehouden de myn heropend was en ruim opleverde. Dit is workeiyk geen beursspel, maar bona fide. De bewyzen van den rykdom der myn zyn onbetwistbaar, en de aandeelen zyn nu op 58'/,, met alle vooruitzicht om eerlang nag noeg pari te komen. Wat zegt gy?Wilt gj er iets in doen? Het is het sekuurste, dat gy kunt nemen." Ze nemen 1 Neen, al zouden ze ongehoorde schatte'! opleveren. Ik znde, dat ik tjreoonlyke rodenen had, waarmede ik hem siet behoefde lastig te vallen, om niet in leze soort van fondeen to handelen. Maar zou hy er my iets meer van kunnen zeggen? Werd er in verhandeld? „Genoeg; door myne bemiddeling kwamen er een duizendtal ter markt. Ik verkocht ze voor den komenden afrekeningsdag en ik moet zeggen ik ben er wel wat trotsch op, daar ik alles kwytraakte zonder de markt te bederven. Het spyt me, dat gy me ze niet voor u wilt laten koopen. Maar ik weet, dat ge over oen paar dagen wel van plan zult veranderen." „Gy verkocht zei Voor wien?" „O, voor vrienden van u Lumley en Raynerl" Het was waar. Nooit in myn leven was het my moeilyker govallen my te beheer- schen. Ik sprak niet en de makelaar ging voort, my by elk woord een steek in het hart gevende. „De scrip was „aan toonder." Gy weet wat dat beteekent. Het ging dus zoo gemak- keiyk van hand tot hand als banknoten. Rayner bracht het my zelf. Wat een aardige kerel is datl Geen man van zaken, vreesik, maar zeer aangenaam als kameraad. Het is heelemaal een prettig gezin. De oude beer is werkeiyk een goede man iammer, dat hem dat ongeval overkwam; maar hy komt weer in orde, hoor ik. Wat de zuster betreft Het was niet te dulden. Ik viel hem in de rede - hy wiet welke werking zyne wreede woorden hadden 1 Ik brandde van angstig verlangen om meer te hooren. „Bracht Frank - Rayner," vroeg ik, „zelf u de scrip?" „Ja," antwoordde Wainwright luchtig. „Gewoonlyk doet by zulke dingen niet. Ik denk dat zyn compagnon het te druk had. Wat is die Lumley yverig in zaken, maar, onder ons gebleven, ik mag hem niet gaarne een beetje sluw, vind ik. Ik zou veel liever met dien vroolyken Frank te doen hebben." „Dus bracht Rayner u de scrip? Zeide hy, hoe hy er aan kwam?" „Hy kocht het op de gebruikelyke wyze, on 't was een koopje. Hy heeft er my alles van verteld, want hy is zeer openhartig ja, praat wel eens te veel. Die aandeelen, schynt het, behoorden aan Dudley Binks. Gy kent hem ook, nietwaar? Eon slaperige lummel 1 Ik herinner my hem maar al te wel, van zekeren noodlottigen dag; althans ik geloofde toen, dat die dag noodlottig was te New market, een plaats, die ik oprecht boop nimmer meer te zullen aanschouwen. Ja, hy zeido, dat de aandeelen aan Dudley Binks benoorden; maar deze was hard om geld verlegen, en Lumley en Rayner schot/n hem er een duizend pond op voor als onderpand; maar hy kwam nog meer in schuld, en zy haalden hem over, ik veronderstel weer voor eene belooning, er heelemaal afstand van te doen. „Wie heeft u dit gezegd?" „Wel, Frank Rayner natuurlyk. Ik heb zyn compagnon in deze zaak niet gesproken." Kon dit waar zjjn? Er viel niet aan te twyfelen, dat Wainwright het geloofde; maar geloofde Frank dat hy de waarheid sprak? Was het de waarheid? Op dit oogenblik trad een klerk de kamer binnen. Hy zeide: „Er is een heer, die naar u vraagt, myn heer. Hy zegt dat hy u terstond over parti culiere en dringende zaken moet spreken." „Wie is het?" vroeg de makelaar. „Mr. Dudley Binks!" Dudlev Binks 1 Ik viel btjDa on den grond „Wat eene zonderlinge toevalligheid," zeide Wainwrivht, „Dudley Binks, juist toen we van hem spraken. Spreek je van den Enfin, nu vrees ik, dat ik u moet wegzenden. Zeg aan Mr. Binks," zeide Wainwright tot den klerk, „dat ik hom met genoegen ter stond ontvangen zal." Toeu, zich tot my wendende, voegde hy er by„Misschien kunt gy een bezoek afliggen in de buurt. Zoo ja, keer dan daarna terug, en als gy geen anuere arspraak hebt, kunnen wy naar Alma Villa opwandelen, en zien wat myne vrouw heeft te Hy kon den volzin niet eindigen, noch kon ik van hem afscheid nemen, want op dit oogenblik kwam Dudley Binks do kam r binnen met een haastigen stap. Zyn gelaat was rood van toorn en by smeet zyn hoed op de tafel neer. „Mr. Wainwright," riep hy uit, niet op my lettende, „ik wil myne aandeelen, n yn scrip hebben 1 Ik ben bestolen, bedrogen geworden. Zy zyn myn eigendom en ik wil ze hebben." In andere omstandigheden zou natuuriytr. de gewoue beleefdheid my genoopt hebben de kamer te verlaten. Maar Ik stond ais' vastgenageld. „M(jn Hemel, waarde Mr. Binks," riep Wainwright in de uiterste verbazing, „wat bedoelt gy?" „Ik meen wat ik zegl Ik ben bestolen. Ik gaf die aandeelen by Lumley en Rayner in bewaring als onderpand voor eeno leening, met de afspraak, dat ze niet op de markt zouden komen. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 1