in ■'■'.MMin--"f 11 i JiitiuiiiJiM
De gemeenteraad te Zutfen verwierp
gisteren met 9 tegen 5 stemmen het voorstel
van den heer Engolberts om de oprichting
eener Bank-van-Leening aldaar uit te stellen,
totdat door de ryksregeering in verband met
het verzoekschrift van den gemeenteraad van
Leiden nieuwe maatregelen zouden zyn ge
nomen.
In do vorige zitting staakten over dit voor
stel do stemmen.
Der Nederlandsche gistindustrie, voor wie
eertijds België als afnem.r van gist dreigde
verloren te gaan, hangt, naar de „Bakk. Ct."
'mededeelt, weer oen nieuw onheil boven het
hoofd. Uit Engeland bericht men dat een
4-tal gistfabrieken in aanbouw zyn, waarvan
1 te Londen en 1 to Glasgow.
Zooals men weet, is Engeland een der
grooUte afnemers der onvervalschte Neder
landsche gist, omdat aldaar tot nog toe geen
pond gist gcma kt werd. Als dus, zegt de
„Bakk. CL," de Nederlandsche bakkerij al die
gist nog verbruiken moet, zullen de prijzen
nog wel lager gaan.
In de „Haarl. Ct." wordt er de aan
dacht op gevestigd, dat men bjj hot over
maken van geld per postwissel naar Enge
land geen mededeelingen, voor den ontvan
ger bestemd, op de strook links moet schrij
ven, maar oie afzonderlijk per andere gele
genheid do n lo komen. De Engelsche post
bren5t nï. den U d!,:ndschen wissel niet zelf
over, maar zendt eigen betaalaanwijzing,en uit,
zooJat op de strook geschreven mededeelin-
gen den o. tvanger niet bereiken.
Bij koninklijk basiuit is pensioen ver
leend aanM. H. Smits, weduwe G. J. M.
baron Van Slingeiandt, commies 2de kl. bij
'8 Ryks belastingen, f 112; H. Brouwer,
weduwe T. Eiserman, commies lsto kl. bü
's Rijks bela.s(ir:gen, f 231; W. Brussaard,
weduwe A. Koks, postbode, f 220; J. Holstein,
soon uit bet huw-lijk van wijlen U. Holstein,
laatste! yk commies 2de kl. bij 's Rijks belas
tingen, la tst-'iyk c Dtgenoot van I. Van der
"Wall, met wyl.n J. Kok, f 56 'sjaars.
liet Lfünat van Professor D. Bierens
de Hainn aan de Bibliotheek der
Leidscbo Universiteit.
Het is bekend dat wijlen onze geachte
stadgenoot de hoogleeraar Bierens de Haan
een groot bonken vriend is geweest. Reeds
was ZHG zoo welwillend tegenover de Leid-
Bcbe bibliotheek, dat hij vóór jaren aan haar
afstond zijne uitgebreide verzameling geschrif-
ton over onderwijs in alle richtingen en in
alle landen. Deze Bibliotheca Paedagogica
afzonderlijk met waardig opschrift op de
Unlversituits-bibliotheek geplaatst in honder
den kwarto- en octavoportefeuilles, werd steeds
Hoor ZHG. aangevuld met boekjes, die op het
onderwijs betrekking hebben. Dit had ook
plaats met de later door den hoogleeraar
afgestane collectie biographieën.
Toen deze reeksen werden geschonken, be
paalde de boekenvriend, dat hij de levens
beschrijvingen van wis- en natuurkundigen
nog in zijno herbergzame boekenkasten hield,
om ze aan te vullen en steeds te kunnen
Yaadplegen.
"VVant de hoogleeraar in de wis- en natuur
kunde had natuurlijk groote voorliefde voor
zijne vakgenooten uit alle landengroote
werken en kleine geschriften of overdrukken
over cijfer- of meetkunde, over algebra of
werktuigkunde kocht hij aan op boekverkoo-
pingen of by boekhandelaars, voor eene klei
nigheid als zij door den handel versmaad
werden, voor groot bedrag, als de antiquaren
tegen de geleerden gingen opbieden. Aan
deze liefde voor zyn vak en al wat daarin
in druk is verschenen tot heden toe, mocht
de verzamelaar tal van jaren van zyn laDge
1-ven vol oen, en een ontzettende verzame
ling van groote on kleine geschriften is door
ZHG. nagelaten.
En die verzamelingen zyn door den boeken
vriend, die duizenden en duizenden daaraan
ten koste had gelegd, want vooral hier
werd het spreekwoord bewaarheid, dat vele
kleintjes één groote maken bestemd voor
do zalen van bet bo kenmagazyn, dat by in
do laatste jaren dagelyks placht te bezoeken,
de L iusche bibliotheek, waar de geleerde
wiskunstenaar zonuer oponthoud bozig was
aan het bewerken van de Correspondentie
van Cbristiaan Huygens, waarvan ZHG. zes
keurige kwartynen uitgaf, nog een zevende
bewerkte en de twee laatsten reeds gereed
had gemaakt.
Nu de groote boek verzamelaar daar niet
meer kan arbeiden en zyne collecties aan
die inrichting zyn aangeboden, is het niet
ongepast met eenigo c-yfers en weinig woorden
het belang van ait legaat aan te toonen.
Het bestaat vooreerst uit 370 lyvigo porte
feuilles in folio en quarto, gevuld met ge
schriften van buitenlandsche wis- en natuur
kundigen, systematisch ingedeeld; zeker zul
len vele dezer z ldzamo overdrukken of by-
dragen met vrucht geraadpleegd worden door
de beoefenaars van de vele vraagpunten uit de
rekenkundo met hare veelzydige toepassingen
op andore vakken. Het juist getal dezer
■tukken nu reeds op te geven, is onmogelyk,
maar zeker zijn daar meer dan 6000 in octavo
en meer dan 5000 in quarto vereenigd.
Een tweede reeks, met voorliefde afge
zonderd, bestaat uit 70 uitgaven in alle talen
van den grooten cyfermeester uit do oude
geschiedenis, Evclidesdie onafgebroken de
rekenmeester is geweest voor het verre na
geslacht.
Als derde verzameling waren vereenigd
door prof. Bierens de Haan de uitgaven van
logaiïtlmcnlafds en dergeiyken, ejMi m ue
wetenschap beroemde reeks van 224 van die
boeken met tabellen van cyfers, die door den
zeeman en den sterrekundige voor buüne
ingewikkelde berekeningen niet kunnen ge
mist worden. Hoogst zeldzame tafels zyn
daarby, die do verdienstelyke cyferaar met
opoffering van vele guldens aan zyn collectie
had toegevoegd.
Maar vooral de vierde verzameling is voor
ons, Nederlanders, van groot gewicht; deze
bestaat nameiyk uit ruim 3500 boeken in
folio en duodecimo, in kwarto en octavo door
Hollandsche wis- en natuurkundigen vervaar
digd en uitgegeven, sommige in vreemde
talon, andere in het Hollandsch overgezet.
Zonder te durven beweren dat alle school-
boekon van Bartjes af daarin zyn te vinden,
kan men toch zeggen, dat er nergens zulk
een volledige reeks van Nederlandsche reken
en cyferboeken van de lagere mathesis tot aan
de allerhoogste is byeen geweest; het is de
vrucht van een lang en werkzaam leven, en
een met liefde en beleid geopende beurs.
Wordt tot nu toe de bibliotheek der Russische
Sterrewacht op de Pulkowa genoemd als de
rykste in de vele beroemde werken van Neder
landsche wiskunstenaars en sterrekundigen,
voortaan zal men zich tot de Leidsche biblio
theek moeten wenden, als do mannen van
de geschiedenis der wiskunde en hare vele
toegepaste richtingen iets willen weten van
de cyfermeesters, uit het kleine, maar ener
gieke Nederland afkomstig, alsook als zy
wat zoeken omtrent de door vreemde mathe
matici geschrevene, maar in Holland uitge-
gevene of in de Hollandsche taal overgezette
wis- en natuurkundige werken.
Zyn leven lang, zou men kunnen zeggen,
heeft prof. Bierens de Haan met groote zelf
voldoening niet alleen in die richting ver
zameld, maar ook de titels van die werken
ter harte genomen. Zelfs heeft hy vóór lang
in het toenmalig orgaan van de geschiedenis
der mathesis, door Prins Buoncompagni te
Rome vele jaren lang uitgegeven, in het licht
gezonden de lyst der boeken, door onzecyferaars
geschreven en gedrukt. En al is ZHG. helaas
er niet in geslaagd de breede bibliographie
van onze mathematici te voltooien, uie door
het Frederik-Muller fonds zou worden uitge
geven, wy mogen ons verblyden, dat die
groote menigte van bouwstof daarvoor aan
de Leidsche boekery aangeboden, binnenko/t
daar een waardige plaats erlangt, en op be-
boorlyke wys beschreven en behandeld aan
alle vrienden van a -f- b tot vraagbaak zal
strekken. Het is een vorstelyk geschenk van
groote waarde zoowel voor de wetenschap als
voor hetgeen er aan ten koste is gelegd om
die verzameling tot zulk een grooten omvang
te brengen. Men mag zich verheugen, dat
deze reusachtige collectie niet ODüer den hamer
komt, maar als een blfyvend monument van
de voorliefde van prof. Bierons de Haan aan
de Leidsche bibliotheek is geschonken.
En dit is nog niet alles; byna zouden de
300 biograftes onzer wis- en natuurkundigen,
door den hoogleeraar steeds vermeerderd,
vergoten zyn; ook deze afdoelingis van groote
waarde en zal vele malen den nakomeling
van dienst zyn.
Was door hot legaat van dr. Neubronner
van der Tuuk voor Oosl.orsche handschri ten
en boeken, het jaar 1895 voor de Leidsche
bibliotheek zeer gelukkig, ook door het uit
gebreide legaat Bierens de Haan deed zy een
sehoone aanwinst.
Leiden, 8 Jan. 1896. Dr. W. N. Du Rieu.
Gr©mengd Nieuws.
Aan het fcelepboonnet alhier is
onder No 19 aangesloten do woning van den
heer E. Bulthuis, Breestraat 16, en onder
No. 270 dio van den controleur c>r Bank-van-
Loenlng, den heer D. Dj Bruin, In de
Nieuwsteeg.
Tot het doen heryken der ge
wone gewichten, benovens der maten en
strijkers, wordt door den yk«>r in het gebouw
aan do Lamraerenmarkt zitting gehouden
voor de bewoners der perceel- n Haarlemmer
straat No. 1 tot en met No 130 op 9 Januari
van 9 12 en van 1-4 uren, en op 14
Januari van 9 12 uren.
Hedenmorgen om tien uren voer
een schipper met zyn schuit door de Oude
Vest. By de Janvossensteegsbrug gekomen,
welke torn juist open was, gloed zyn knecht,
die hem behulpzaam was in het duwen, uit
en viel in hot water. Gelukkig haalde de
schipp r hom er gauw uit, zoodat do drenk- ling
met den schrik en oen nat pak vry kwam.
De firma O. H. Felix en Zoon,
te Leiden, kassiers en handelaren in effecten,
welktr chef de heer J. M. Felix zich dezer
dagen heeft verwyderd, zonder orde te stellen
op h-re zaken, werd door de arrondissements
rechtbank te "s-Gravenhago gisteren verklaard
in staat van faillissement, met benoeming
van den heer mr. J. H. Goudsmit als curator.
Te Aarlan derveen is een geval
van diphtheritis geconstateerd. De lyder
wordt met serum behandeld.
Aanstaanden Yrydag, des na
middag te halltwee, zal op het gemeente
huis te Warmond aan de ingezetenen ge
legenheid gegeven worden tot kostelooze
vaccinatie.
C. v. Z., dokknecht op een der
stoombooten van de directie „Carsjens", te
Oude-Wotering, overkwam 11. Maandag-avond
een ernstig ongeluk. Door duisternis misleid,
viel hy door het dekgat van hot laadruim
naar benoden en kwam met zyn onderlichaam
dermato op een hoekstuk terecht, dat hy sich
ernstig bezeerde. Geneeskundige hulp werd
ingeroepen en verLend door den heer Kimmel,
die eene ernstige inwendige beleediging con
stateerde.
In het afgeloopen jaar zyn op
de wekelyksche markt te Bodegrave aange
voerd: 6982 wagens Goudsche kaas met
347752 stuks, 512 wagens Derby kaas met
24594 stuks, 1230 wagen6 Edammer kaas
met 155192 stuks, 5 wagens Leidsche kaas
met 179 stuks, te zamen 8729 wagens,
aanbrengende 527,717 stuks, wegende
±2250191 K.G.
Verder werden aangevoerd 36 paarden, 3
veulens, 7 hitten, 1 stier, 12 koeien, 41
vaarzen, 17 schapen, 2253 lammeren, 26
varkens en 167 biggen.
Dezer dagen werd naar een nieuw
perceel aan de Weesperzyde te Amsterdam
een brandkast verroerd door acht mannen.
Dit was bemerkt door eenigo broeders van
het inbrekersgilde, die aanstonds besloten op
zekeren nacht, zoo mogelyk, een goeden slag
te slaan. Inderdaad schynen zy aan hun
voornemen gevolg te hebben gegeven, want
toen een der firmanten den volgenden dag eens
kwam kyken, vond by de brandkast g-.opend
en geheel ledig, wat hem trouwens niet
verwonderde, daarer nog geen cent in
gedeponeerd was geworden. Zoodat de dieven
leeiyk bot hadden gevangen.
Aldus meldt „De Tyd".
Hierop maken wy de volgende aanteekening:
Dergeiyko berichten van het openmaken
van brandkasten zyn in den laatsten tyd her-
haaldelyk vermeld, en dit geeft ons aanleiding
tot de overdenking, welke zonderlinge ideeën
wel omtrent de eischen eener brandkast
bestaan en welk waardeloos fabrikaat tegen
woordig het publiek in de handen wordt ge
stopt. Dit is ernstig genoeg, want slechts zeer
weinigen zyn in staat om te beoordeelen of
een brandkast werkelyk stevig genoeg is
geconstrueerd, om een zelfs eenvoudige
inbraak-beproeving te kunnen weerstaan.
Het publiek gaat natuurlyk geheel af op de
verzekering van den fabrikant, die, hoewel
natuurlyk te goeder trouw, misschien een
voorbeeld van cegelykheid ziet in een kast
van plaatyzer van enkele millimeters dik,
terwyi zulk een kast by de tegenwoordige
inbreekmethode niet den minsten waarborg
meer geeft.
Het bovenstaande bewyst zulks weer.
Te Amsterdam heeft zich aan
het politiebureau vervoegd een werkman, die
zich beklaagde dat hem ten laste werd gelegd
door de moeder van zyn ineisje, wonende
in de Slijkstraat, dat hy door het toedienen
van ingemaakte snyboonen, welke hy van
zyne woning had medegebracht, dat meisje
zou hebben vergiftigd.
Zy had nameiyk alleen Dinsdag j.l. van
bedoelde snyboonen gegeten en sedert dien
tyd was zy ernstig ziek; thans wordt zy in het
Binnengasthuis verpleegd. De ouders van het
meisje, mede aan het bureau verschenen, ver
klaarden dat hunne dochter zeer bedenkelyk
ziek ligt.
De hoofdinspecteur heeft zich naar het gast
huis begeven, doch kon in het belang van de
zieke het meisje niet spreken. Volgens ver
klaring van den directeur-geneeskundige zyn
geen sporen van vergiftiging aanwezig. Het
onderzortk wordt voortgezet.
Reeds goruimen tyd liet de hui-
seiyke vrede by de echtelieden S. in de Dor-
stigehartsteeg te Utrecht veel te wenschen
over, volgens de vrouw een gevolg hiervan,
dat manlief te veel misbruik van sterken
crank maakt en daardoor mets verdient, vol
gens den man, omdat zyne wederhelft een
„konkel" is, die zich met alles, behalve met
haar huishouding, bemoeit. Ook Zondag had
het er weder gespannen en wel omdat d§
vrouw zonder voorkennis van haar man een
snoepreisje naar Amsterdam had gemaakt,
doch tegen den middag werd de twist weder
bygelegd, zoodat de man, toen hy Maandag
morgen naar het ziekenhuis ging, waar hy
als loopend patiënt onder geneeskundige be
handeling is, niet heeft kunnen vermoeden,
welke booze plannen zyne vrouw koesterde.
Vreemd stond hy te kyken, toen hy, een
paar uren later thuiskomende, het kooitje
geheel ledig en de vogels gevlogen vond. De
vrouw had nameiyk van de afwezigheid van
haar man gebruik gemaakt om her weinige
huisraad, dat zy nog bezat, op een wagen te
laden en met haar drie kinderen elders een
toevlucht te zoeken.
Een schipper te Meppel had
zich in zyn vaartuig te slapen gelegd terwyl
de kachel brandde. Door den kolendamp is
by gestikt. Hy laat vrouw en kinderen na,
die zich to Hoogeveen bevinden.
Maandagmorgen ontstond brand
op het Breozand to Anna-Paulowra, ten huize
van G. Roervink. Buis en inboedel verbrand
den op een paar bedden na. Alles was ver
zekerd, maar niet hoog. Oorzaak onbekend.
Een betrekkeiyk grootsch plan
is te Slochteren eensklaps in duigen gevallen
de inpoldering van do daar gelegen hooi
landen, ter grootte van 6- a 700 H.A. Dit
plan, dat nog tot voor enkele dageu met
groote sympathie werd begroet en waarvan
zeer velen de verwezenlyking weldra te
gemoet zagen, is in den doofpot gestopt.
Te Siddeburen is de woning
van T. Huisman, winkelier, door brand ver
nield. Daar de brand in de schuur ontstond,
had men gelegenheid vele losse goederen uit
het voorgebouw in veiligheid te brengen.
De aanvaring van de „Salak."-
Omtrent de aanvaring van deze mailboot van
de „Rotterdamsche Lloyd," die, gelyk men
weet, te Lissabon is binnengeloopen, ontleent
de „N. Rott. Ct." aan een particulieren brief
het volgende:
Donderdag-avond ora acht uur had ik wacht
te kooi en oin twaalf uur zou ik de honde-
wacht hebben, Tot tien uur had ik aan myn
broer op Lombok zitten schryven, on tegen
halfolf ging ik ?i >ar kooi, viel spoedig in slaap,
droomde, toeva Jig zalig van vroegere tyden
en werd om halftwaalf wakker door een
geweldigen schok. Dadeiyk daarop klonk een
hartverscheurend gegil om hulp; het had veel
weg van beestengehuil en niets van men3che-
ïyke stemmen. Maar het waren dan ook de
vreeselykste kreten van in doodsgevaar ver
keerenden. Er uit te springen en door het
patryspoortje te kyken, was het werk van
een oogenblik. Vlak voor den boeg zag ik
een stoomboot, die wy haddon aangevaren
verder was alles dik van mist. In e9n minimum
van tyd was ik aangekleed, ik legde myn
zwemgordel klaar en vloog naar de brug.
Daar zag ik juist de andere boot vrijkomen
met een reusachtig gat van 16 voet in de
midscheeps, gaande tot den boom van het
achterluik. Aan dek was het een allerver-
schrikkelykste herrie, mannen in onderklee
deren, blootshoofds, liepen daar woest
schreeuwende rond. Gelukkig bleven enkelen
kalm. De kop van do „Salak" begon lang
zaam te zinken en na peiiing bleek er veel
water in de piek te zitten. De eerste machi
nist, een kraüige kerel, en de timmerman,
onderzochten inderhaast de schade; aan stuur
boord een scheur van 6 M. en een gat,
waar het water van buitenboord als een
waterval in liep. Een paard had er met ge
mak door gekund I Ik blies verzamelen on
riep zoo krachtig als ik kon: „Sloepen te
water I sloep stuurboord No. 3." En ik had
de eer, dat myne sloep het eerst buiten
boord was.
Van de andere boot, die onmiddellyk in
den mist was verdwenen, en die misschien
toch vlak by was, waren de kapitein en een
matroos overgesprongen. Het was de „Peace,"
met graan van Galatz naar Liverpool gaande.
Wat ons betreft, het bleek dat wy dry vende
bleven op het aanvaringsschot. Het gevaar
was laog niet geweken, vooral niet in dien
dikken mist, en by de vele schepen, die daar
waren, want het is in die wateren een drukke
vaart. Langzamerhand kwam er nochtans meer
orde. De slospen werden geheel uitgerust,
met versch drinkwater en scheepsbeschuit,
vloeistof kompassen, instrumenten en kaarten,
enz., enz.
Den geheelen nacht door bleven wy lang
zaam en steeds fluitende heen en weerstoomen,
in de hoop de schipbreukelingen op te nemen,
want de „Peace" moest zonder eenigen twyfel
zinken. Wat een allerellendigste nacbtl Ons
schip zwaar beschadigd, ongelukkig midden
in Gen mist, en dan het iaee, dat daar vlakby
die arme lui van de „Peace" misschien nog
worstelden met den dood. We konden niet
trachten te helpen. Want hadden we met een
sloep ons schip verlaten, we zouden het door
den mist niet teruggevonden hebben.
's Ochtends tegen een uur of zeven zagen
we plotseling twee sloepen komen. Goddank,
ze waren alle geredIk had die lui wel kunnen
omhelzen van blydschap, hoe smerig ze er
ook uitzagen. Een en ander hadden ze kunnen
redden, zooals den hond, een sextant en den
chronometer, enkele kleedingstukken, enz.
Maar de meesten bezaten niets dan wat ze
aan het lyf hadden, en dat was by velen niets
dan een onderbroek en flanellen hemd. Harteiyk
zyn ze aan boord van de „Salak" behandeld
en toeü za gisteren van het Zeemanshuis
vertrokken, was het: „Three cheers for our
friends on the Salak 1"
Vrydags en Zaterdags gingen we langzaam
door, altyd in zwaren mist; eindelyk's avonds
ten ankor, maar de officieren aan dek
bly ven. Zondagsochtends kregen wo den lools
te pakken, de mist was iets dunner, en zoo
stoomden we naar Lissabon door. Waarschyn-
ïyk gaan we weer naar Rotterdam om te
dokken, want hier is geen dok, het byiappen
duurt echter altyd lang genoeg.
De familie van den jeugdigen
heer Max Lebaudy, die, ondanks de reus
achtige st.offeiyke hulpmiddelen, letterlyk is
dood gejaagd, heeft thans, gelyk in eon par
ticuliere correspondentie uit Parys aan de
„Tol." wordt gemeld, papioren gevonden,
welko aantoonen in bandon van wat voor
gauwdieven en intriganten hy gevallen was.
Het gerecht is daarover ingelicht, en dien
tengevolge is een zekere Lionel graaf de
Cesti aangehouden en in Mazas gezet, die
als secretaris en quasi vertrouwd vriend zich
had vastgeklampt aan den jeugdigen mil-
lionnair, in waarheid om dezen ten gronde
te richten. Die Cesti is een avonturier, die
zich graaf noemt, maar het niet is, die iu
den tyd van het Boulangisme reeds een
twyfelacbtige rol gespeeld heeft en thans
den grooten heer uithing met een dure woning
en mooie equipages, dank zy al het geld,
clat hy aan zyn slachtoffer afzette.
Er wordt verteld, dat toen de militaire
geneesheeren zouden onderzoeken, of de heer
Lebaudy de tering had, Cesti hem wys
maakte, wat de lyder opgaf tersluiks te
hebben verwisseld tegen dat van een vrouw
in de laatste periode van longaandoening en
die vrouw thans op geheimzinnige wyze het
land moest worden uitgeholpen, waarvoor
vyf duizend franken noodig waren. En de
goede Lebaudy, in de hoop van vry te
komen van dienst, tastte in zyn zak en gaf
het geld.
Een ander maal, toen Lebaudy reeds te
Amélie-les Bains verpleegd werd, maakte
Cesti een plannetje, om met hem op een
dag heen en weder de Spaansche grenzen
over te gaan, ten einde een stierengevecht
by te wonen. De toeleg was, om hem
irm-nnrmnrrr-
i
's avonds ia Spanje te houden, en hem den
volgenden dag wys te maken, dat hy by
zijn terugkomst als deserteur in de gevangenis j
zoude worden gezet. Men zou hem dus in
Spanje hebben laten blyven, en Cesti hoopte
dan een procuratie van hem machtig te
worden, om in Frankryk zyn fortuin te
administreeren. Gelukkig wilde het toeval,
dat zy by vertrek aan het station Amélie-
les-Bains juist Mejuffrouw De Marsy ont
moetten, dio den lyder kwam bezoeken. De
goedhartige actrice, die den truc vermoedde,
wist den bedrieger te ontmaskeren en den
jeugdigen millionnair te vrijwaren voor deze
streek.
In diens laatste koortson schyr.t het
schrikbeeld van Cesti zyn yldroomen te
hebben vervuld Men zegt dat er nog andere
zulke klanten zyn, die leefden ten koste van
„Ie petit sucrier", en die ook by den rechter
zullen worden genoodigd, maar het is beter
om geen namen te noemen, voordat de bom
gebarsten is. i-
De „Uitlanders" in Transvaal.
De overwinning der Boerm. H
Sir Cecil Rhodes' aftreding als eerste minis
ter der Kaapkolonie wordt natuurlyk zoowel
te Berlyn als te Londen algemeen besproken.
Te Berlyn is men daarmede nog niet tevre
den, daar Sir Cecil Rhodes toch nog de leiding
der Chartered Company hoeft behouder). Te
Londen wil men nog niet gelooven, dat
minister Chamberlain derr Kaapschen Napoleon
tot aftreding heeft genoopt, maar ondanks al
deze beschouwingen, hebben de Transvriers
door zijne aftreding reeds veel gewonnen.
De nieuwe Kaapsche minister-president,
John Gordon Spiigg, nu minister van finan- 1
ciën in het kabinet-Rhodes, deod zich tot dusver
kennen als een practisch man van zaken, die
zich niet met politieke intriges inliet. Van
dezen minister-president hebben de Transvalers
althans meer te hepen dan van zijn voorgan
ger, den ergsteu vyand, dien de Hollanders
in Zuid-Afrika ooit hebben gokad.
De heer Sprigg is 66 jaren oud en was
reeds meermalen minister, voor de eerste
maal tydens het gouverneurschap van Sir
Bartle Frère. Van 1878 tot 1881 was hy
minister president, maar hy trad af, teen Sir
Bartle Frère, de gouverneur, die Transvaal
by Engeland inly fel e, werd teruggeroepen.
In 1884 trad hy weer op als minister van
financiën en in 1886 weer als minister pre
sident, welk ambt hy bekleedde tot 1390;
In 1893 werd hy minister van financiën iü
het kabinet Rhodes.
In elk geval is de hoer Sprigg een man
van ervaring, zoodat bij, gelyk te Kaapstad
algemeen wordt erkend, da aangewezen man
was, oin Sir Cecil Rhodes in de tegenwoor
dige moeilijke omstanaighoden op te volgen.
Den 15den Januarie zal te Kaapstad do
algemeene vergadering worden gehouden van
do aandeelhouders der „De Beers Company,"
waarvan de heer Rhodes voorzitter is. Dezo
byeenkomst zou worden gehouden op 28 Dec.
j.l., maar, wellicht met het oog op hetgoon
in Rhodesia in den maak was, werd ze tot
15 JaDuari uitgesteld. Do heer Rhodos placht
voorheen by deze vergadering een soort van
programrede te honden. Wellicht zal de afge-
tredon minister van deze gelegenheid gebruik
maken om te pogen, zyne onschuld aan Ja-
mesons inval te bewyaen. j
Toen het bericht van Jamesons nadering
kwam, reed de joDge Eloff president Krugers
kleiozoon, alleen uit, den vyanaeiyken troep
te gemoet. Hy ontmoette Jameson on zyn
strydmacht by Zwartlaagte en drong er bjj
Jameson op aan, dat hy zou terugkec-ren.
Jameson weigerde echter beleefd en stelde
Eloff in arrest tot den volgenden dag, toen
hy werd vrijgelaten; zyn paard werd hem
teruggegeven, maar z\ n wapenen niet. Jameson
was zoo zeker van hot slagen zyn er onder
neming, dat hy tot Krugers kleinzoon zeide:
„Gy kunt uw wapenen in hot gouvernements
gebouw te Pretoria terughalen".
Gaanieweg worden meer bijzonderheden
bekend over den slag by Krugersdorp, en
daaruit blykt dat de verliezen der Engelschen
veel grooter zyn geweest dan aanvankelyk
was gemeld. Men mo9t daarby in het oog
houden, dat er tot dusver alleen berichten
uit Engelsche bron zyn; blykbaar is het streven
geweest om het Engelsche publiek langzamer-;
hand op de verpletterende nederlaag voor te
bereiden, en om het smadelyke van de neder
laag zooveel mogelyk weg te nemen, wordt de
sterkte van Jamesons leger kleiner voorgesteld
dan zy werkelyk was, en de strydmacht der
Boeren grooter. Zoo mei >t een telegram uit
Kaapstad, dat de Boeren 2000 man telden
en de colonne van Jameson slechts 460; dit
is bepaald onjuist, want behalve de dooden
zjjn er ruim 500 Engelschen krygsgevangen
gemaakt. Aan dat telegram zyn nog de
volgende byzonderheden omtrent het gevecht
ontleend
„De Boeren hadden een sterke positie inge
nomen op een „kopje." Toen de colonne van
Jameson er niet in slaagde, do Boeren to
verslaan, trok zjj zuidwaarts in de richting
van Johannesburg, voortdurend hevig vech
tende. Den gehselen nacht hadden er scher
mutselingen plaats, en de colonne bereikte
Donderdag-morgen Vlakfontein, zes mylen van
Johannesburg.
„Tot 11 uren des voormiddig3 werd hard
nekkig gevochten, maar toen waren de mannen,
die al hun patronen verschoten en in 24 uren
niet gegeten hadden, verplicht zich over to
geven aan de Boeren, die toen zesmaal sterker
waren dan de colonne. De witte vlag werd
niet op bevel van dr. Jameson geheschen.^;