K°. 110C4- I^oudei-dag 9 Januari. A0. 189S (§eze {Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Leiden, 8 Januari. F1 euilleton. TE RJSEUWSC5ER8G. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. i f 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlyke Nommers 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17Grootero letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten do stad wordt f 0.05 berekend. OUieiöele llonnlsgevlngen. Burgemeester on Wethouders vaD Leiden. Hor/.ieu de openbare kennisg. ?iug omtrent do verplichting lot het doen van aang fm voor de N.itionalo Md.tie in de maand Januari 1896, voor hen, die op den laten Januari vau dit jaar hun 19do jaar ziju ingetreden, en alzoo do poxeoneu, geboren iu hbt jaar 1877, alsmede voor hen. die eerst nu het intreden van hun 19do jaar, doch vóór het volbrengen van hun 20ste, ingezetenen zijn geworden; Brengen ter algemec-no kennis: dat lot deze inschrijving Zitting wordt gehouden op h«t Raadhuis, van des voormiddags 10 tot des namiddags 3 uren, op Maaudag den 6den Januari, voor de bewoners van do wijkon I, II en III, op Dinsdag den 7den Januari, voor do bewoners van do wykeu IV on V, op Woensdag den 8sten Januari, voor de bowoners van wijk VI, op Dondetdag den 9den Januari, voor de bewoners van wrjk VII, op Vrijdag den lOdon Januari, voor de bewoners van de wijkon VIII on IX of de buitenwijk, en dat de geboorteakten, die de belanghebbenden bij do inschrijving, onder opgave der woonplaats Yan den ingeschrevene, behooren over te leggen, dagelijks, den Zondag uitgezonderd, zijn te ver;.rijgen ter Seoreiarie dezer gemeente (afdeeling Burgerlijke Stand), van des voormiddags 10 tot des namiddags 3 uren, wanneer tove.s voor beu, die hier niet zijn geboren, aanvrage tor verkrijging dier akten kan worden gedaan. Burgemoeeter eu Wethouders voornoemd, Leiden, F. WA8, Bnrgemeester. 2 Januari 1896. KIST, Secretarie. De gisternamiddag gehouden zitting van do Kamer van Koophandel en Fabrieken, voor gezeten door den heer P. C. L. DriesseD, werd bijgewoond door alle leden van dit college. Allereerst werd overgegaan tot installatie van het nieuwbenoemd lid, den heer C. Goekoop Azn., wiens geloofsbrieven na onderzoek waren in orde bevonden en tot wiens toelating werd besloten. De Voorzitter bracht vervolgons de ge bruikelijke nieuvrjiarswonschon uit voor de leden en hunne gezinnen, waarna bij monde van den vice voorzitter, den heer H. C. Juta, hem wederkeerige heilwenschen werden aangeboden. Bi) acclamatie worden herbenoemd tot voorzitter, onder voorzitter en secretaris van deze vergadering, opvolgend: de heeren P. C. L. Driessen, H. C. Juta en Mr. J. H. Goudsmit. Allereerst was nu aan de orde oene circu laire van de Oemein Nüteiger Vercin te Kleef, houdende verzoek aan de Kamer, bij de Regee ring aan te dringen, de telepboone-xploitatie van Staatswege te doen geschieden, en zulks op grond dat de regeering van het Duitsche itJk tot het in het leven roepen eener tele- phoon-verbinding met Nederland alleen dè,n wil samenwerken, indien de regeering van ons land geneigd wordt bevonden deze ver binding van Staatswege tot stand te brengen. Werd besloten aan bovenvermeld verzoek gevolg te geven en dit te ondersteunen, of schoon de Kamer als haar gevoelen uitsprak, dat in deze van tusschenkomst der Regeeririg niet veel werd verwacht, getuige hot feit, hoe vole bezwaren het kostte, zelfs maar eene intercommunale verbinding te Leiden tot stand te br ngen. Vervolgens kwamen ter tafel: circulaire van de Kamer te Gorredijk, houdende ver zoek, bil de Regeoring aan te dringen op aan- spraaklykbeid van don Staat voor abuizen, begaan door telegrafisten bij overseining van berichten. Besloten dit verzoek niet te ondersteunen, omdat men meende, dat het niet lag op den wig der Kamer in deze tusschenkomst te veileenen. Circulaire van de Kamer to 's Gravenhage, de wenscblijkheid uitsprekende van reor ganisatie der Kamers var; Koophandel in het algemeen, ook met het oog op de opheffing van het patentrecht, als een der factoren van de tegenwoordige samenstelling der hierbedoelde collogies. De hiertoe strekkende beschouwing ging vergezeld van verschillende vragen, in w lke richting reorganisatie van het kiesrecht voor Kamers wonschelijk moest worden geacht. Besloten word, in hoofdzaak zich te ver eenigen met het ter zake aan de Regoering gericht] adres, doch, alvorens een definitief oordeel uit te spreken, aan eene commissie op to dragen der Kamer te dienen van prae- advies. Tot leden dier commissie werden aan gewezen de heeren Juta en Verhey van Wyk, die eventueel met den Secretaris, den heer Mr. Goudsmit, tevens de Kamer ter algemeene bijeenkomst van afgevaardigden zullen verte genwoordigen. Aan de orde was nu het voorstel van B. en W., tot verhooging van marktgeld voor vee, op de veemarkt aangebracht. Door de Kamer waren in een uitgebreid schrijven ver schillende bedenkingen tegen dit voorstel in gebracht. Naar aanleiding daarvan hebben Burg. en Weths. een nieuw voorstel inge diend. Na uitvoerige en zeer geanimeerde beraad slagingen besloot de Kamer aan Burg. en Weths. te kennen te geven, dat zy met ge noegen kennis had genomen van bet voorstel ten opzichte der veemarkt en het haar aan genaam was, dat Burg. en Weths., zooverre althans mogelijk, op hare bedenkingen hadden acht geslagen. De minderheid evenwel van de Kamer meende als haar gevoelen te moeten te ken nen geven, dat, hoezeer de inrichting der vee markt wel eenigszins was verbeterd, die ver- botering toch niet van dien aard was dat daardoor een afdoend resultaat kon worden vorkregen of de deswege gemaakte kosten gerechtvaardigd konden worden geacht. Naar wy vernemen, zal de heer C. M. Pleyte, directeur van het „Ethnograpbisch Museum" van „Artis" te Amsterdam, met 1 Mei z\jn ontslag nemen om te Leiden als compagnon eenor uitgeversfirma aldaar op te treden. (Vad.) De Afd. Rynsburg e. O. van de Alge meene Yereeniging voor Bloembollencultuur hield den 6den Januari hare eerste vergade ring in het pas begonnen vereenigingsjaar. Yan de 49 leden waren er 41 opgekomen, die door den president met een hartelijk woord werden welkom geheeten; waarna de afgevaardigden ter Algemeene Vergadering een beknopt overzicht gaven van de bespre kingen aldaar. Als nieuwe leden werden aan genomen: C. v. Delft Jz., P. Brussó3 Gz. en D. Brussóe Cz. Aan de orde was nu rekening en verant woording van den penningmeester, die, tot groot genoegen van de vergadering, kon med. doelen dat de ontvangstea over 1895 bedroegen 170.87, de uitgaven f 111.10, zoodat de rekening met een batig salco van f 59.77 sloot. Het woord van lof, gesproken door den voorzitter, had de accurate penning meester dan ook wel verdiend. Vervolgens kwam het woord aan den secretaris, die, by zyn veelomvattenden werk kring, ook nog een verslag moet samenstellen van 't afgeloopen vereenigingsjaar. Hieruit bleek dat er 9 vergaderingen werden gehou den, die vry wel werden bezocht, dat het ledental van 39 tot 49 was geklomm.n, dat vanwege de afdeeling 3 veilingen werden ge houden van droge bloembollen, die uitstekend slaagden. De Vereeniging, zoo besloot de secretaris zyn verslag, is nog jong, maar toont toch al hare kracht naar buiten. Vooral spoorde hy daarom de leden aan, dit doel te helpen bevorderen en met het bestuur de oud-vaderlandscho spreuk in eere te houden: „Eendracht maakt macht". Nu kwam de hoofdschotel op tafel. Eene verloting met 49 pryzen, waaronder zeer fraaie, gaf de verklaring van de groote opkomst der leden. Allen gingen dan ook met een prys naar huis, want nieten waren er niet. De bevolking der gemeente Bodegrave bestond op 31 December 1894 uit 1873 ra. en 2029 vr., te zamen 3902 personen. In 1895 werden geboren 74 m. en 71 vr., te zamen 145 kinderen. Er vestigden zich 138 m. en 177 vr., te zamen 315 personen. Overleden zyn 52 m. en 48 vr., totaal 100 personen. Naar elders vertrokken 127 m. en 195 vr., totaal 322. De bevolking bedroeg dus op 31 Dec. 1895 1906 m. en 2034 vr., te zamen 3940 zielen. Levenloos werden aangegeven 7 kinderen. Er werden 40 huwelykon geslotön. Door Burgemeester en Wethouders van Haarlemmermeer zijn by Godeputeerde Staten van Noord-Holland bezwaren ingebracht tegen het besluit van den Gemeenteraad van Haar lem, tot wegruiming vau do brug over de Ringvaart by de Fuikvaart. H. M. de Koningin heeft gisteren het weefgetouw in ontvangst genomen, Haar door de Nederlandsche School van Nijverheid en Handel te Enschedee ten geschenke aange boden en sedert eenige dagen ten Paleize opgesteld. H. M. heeft dit zeer fraaie toestel in werking gezien en de heer Maassen, leeraar aan ge noemde school, gaf aan do Koningin uitleg van het toestel. H. M. de Koningin-Regentes heeft aan gekocht de schilderij, vervaardigd door J. M. Ten Kate Mzn. en voorstellende de uitreiking der onderscheidingen in de Maliebaan in Juli van het vorige jaar. Dit d0 3k was op hot jongsto gala bal ten Hove tentoongesteld en werd toon door velen bezichtigd. Omtrent de plaats gehad hebbende luis terrijke soiróe by den Britschen gezant te 's Gravenhage kan nog het volgende worden medegedeeld H. M. de Koningin-Regentes en hare jongste zuster Prinses van Waldeck-Pyrmont werden by aankomst in het gebouw der legatie door het geheele personeel van het gezantschap ontvangen. Het 12 jarig zoontje van den Engelschen gezant bood der Vorstin een bouquet van orchideeën aan. H. M. werd by Haar entrée in de balzaal begroet met het Wilhelmus, door het orkest gespeeld. Zy onderhield zich met schier alle gasten, wier aantal ruim 200 bedroeg en die zich in de verschillende zalen, welke in alle hoeken met palmen en planten prijkten, be wogen. De Rffahtes droeg een robe van_violet fluweel m^t witte kanten en verliet te half- twaalf het bal. De Prinses, die het bal opende met den heer Y. Rumbold, zoon van den gezant, is gebleven tot na den cotillon, welken zy danste met baron Snouckaert van Schauburg, Hr. Ms. kamerheer, en welk gedeelte van het bal ge leid werd door E. graaf Van Limburg Stirum. De bénoodigdheden, by dezen daus gebruikt, kwamen uit Parijs en de bloemen, daarby uitgereikt, uit Nizza. Van het Turksch gezantschap te's Gra venhage is de volgende mededeeling ontvangen „De Turksche Legatie is gemachtigd het bericht tegen te spreken, in verschillende bladen opgenomen, volgens hetwelk 900 Ar meniërs door de Koerden te Orfa zouden zijn vermoord. „Men heeft zich bepaald tot eene scher mutseling van weinig beteekenis, die te Biredjik heeft plaatsgehad tusschen Armeniërs en Muzelmannen; en, dank zjj do krachtige maatregelen onmiddellijk door de plaatselijke overheden genomen, werd de orde dadelyk hersteld. „Van weerszijden zyn gevallen vijf dooden en een vijftigtal gewonden. „Orde en rust blijven heerschen in het geheele keizerrijk." Hoewol het gouden jubileum van de Vereeniging van den H. Vincentius van Paulo zooals gemeld, eerst in Juli a. s. feestelijk zal worden herdacht, dagteekent de totstand koming van deze liefdadige instelling in Neder land, en wel het eerst te 's-Gravenhage, van 10 Februari 1846. Wij vernemen dat ter herinnering aan dien gedenkwaardigen dag de Apostolische Nuntius op 10 Februari de mis zal opdragen in de H. Jacobuskerk, aan de Parkstraat te 's-Gra venhage. Ter geruststelling van de vele familie betrekkingen harer ambtenaren en beambten in Zuid-Afrika kan de directie der Nederland sche Zuid-Afrikaansche Spoorwegmaatschappij mededeelen, dat. zij in den ochtend van 7 dezer een telegram uit Pretoria heeft ont vangen, aldaar afgezonden op 2 Januari en 52) Dat, zeide de reiziger, was genoeg. Hij zou niet verzuimen my te laten weten, wat de mededeeling aan den verraden Cubaan zou uitworkeu. Ik vroeg nog het adres van den man en zeide dat ik zeer gaarne hom, zoo noodig, met geld wilde steunen om hem te helpen zijne rechten te doen gelden. „Het is zeer vriendelyk van u," antwoordde hij; „Gomez is te vinden op No. 6, Carters Yard, Halton Garden." Ik schreef het adres in mijn zakboekje op. De reiziger ging nu naar de deur en ont sloot haar. Terwijl hij dit deed, kwam Horton binnen en zeide: „Kom, kom, doctor, gij moet werkelijk niet den geheelen avond van ons wegblijven; mijne vrienden roepen om u, en als gij hun niet wat waarzeggerij ten beste geeft, zullen zij het mjj nimmer vergeven." Dr. Eifel ging dus mee met mijn gastheer. Wat mij betreft, ik bleef alleen achter in de studeerkamer en dacht over hetgeen hij gezegd had. XTX. In de studeerkamer. Welke was de beteekenis en wat zouden waarschijnlijk de gevolgen zijn van de vreese- lyke ontdekking, die ik gedaan had? Eén ding was duidelijk, dacht ik, zonder eenigen schijü van twijfel. Do lage diefstal, dien Lumley aan Pedro Gomez gepleegd had, was de misdaad, waarvoor hij in de gevangenis zou komen. Hoe spoedig zijn inhechtenis neming, vonnis en veroordeeling zouden plaats hc-bben, kon ik niet zeggen en behoefde ik niet te vragen. Ik had hem afgejaagd zonder eenige hulp hoegenaamd van mijne wonderbare Gave. Het overige zou ik op zyn beloop laten. Boven dien, had ik niet het middel om de stappen der justitie te verhaasten? Waarschijnlijk, daar de misdaad in de Vereenigde Staten gepleegd was, zou het voor Gomez noodig zjjn een uitleveringsmandaat voor Lumleys aanhouding te verkrijgen. De Cubaan was arm, maar ik was nu rijk, en kon en zou hem de middelen verschaffen om den schurk zfine rechtmatige veroordooling te doen onder gaan. Het proces zou slechts een korten tyd vereischen, misschien enkele weken. Dan zou Craven Lumley van ons pad verwijderd wor den als een verpletterde slang, en elke belemmering tusschen my en het voorwerp van den vurigsten wensch van mijn hart zyn weggenomen. Hoe inmiddels te handelen tegenover Frank en zyne zuster? De eerste gedachte was, dat myn plicht zoowel als myn belang meebracht, hem terstond op de hoogte te stellen van de feiten, die te mijner kennis gekomen waren. Het gevolg daarvan zou natuurlijk zijn, dat er een einde kwam aan de compagnieschap en aan het engagement. Maar er waren andere overwegingen, waarmee ik rekening moest houden. In de eerste plaats, wat Dr. Eifel mij had gezegd, was mij in strikt vertrouwen medegedeeld, en ik had hem mijn woord gegeven het te eerbiedigen. Van dat woord zou ik wel is waar door hem ontslagen kun nen worden, indien ik mijne redenen aan voerde maar was het voorzichtig dit te doen Frank had nog vertrouwen in zijn compagDon, en indien h\j te weten kwam wat ik wist, zou hy dan Lumley niet kunnen waarschuwen voor het gevaar en hem in staat stellen er aan te ontsnappen? Bovendien, Lumley zou naar alle waarschijnlijkheid de beschuldiging ontkennon en verklaren, dat zij het gevolg was van eene samenspanning van mijn kant om hem by de Rayners te benadeelen. Hy zou niet lang in die houding kunnen vol harden, maar het zou hem ten minste tyd geven. Neen, dacht ik, het beste zou zyn voorloopig het geheim voor myzelven te houden. Terwyi ik met deze overwegingen bezig was, kwam Frank de kamer binnen. „Wel, Paul," zeide hy, „hoe is het? Zyt gy niet wèl? Ik vrees dat gy niet bestand zyt tegen de warmte en den rook in die kamer in uw zwakken toestand. Gy hebt gelyk bier wat te verademen." „Neen," antwoordde ik, „ik voel my heel wèl. Ik was een beetje verbysterd. Maar nu ben ik weer in orde. Laten wy ons by de anderen voegen I" Höt spreekt vanzelf, dat ik nog zeer geagiteerd was door myn gesprek met Dr. Eifel; maar myn geest was opgewekt door de hoop, die my bezielde. meldende, dat alle reden voor ongerustheid voor de veiligheid van hot personeel beeft opgehouden te bestaan. De gemeenteraad van Amersfoort be sloot gisteren tot den bouw eener tweede begraafplaats, welke zal worden aangelegd volgens het ontwerp van den hoer II. F. Hartogh Heys van Zouteveen, tuin architect aldaar. Na een zeer laDgdurigo discussie werd door den Raad besloten, in dit bestek geen bepa lingen omtrent minimum-loon en maximura- werktyd op te nemen. Tot wethouder der gemeente Finster- wolde is benoem i de heer J. F. Dallinga. Te Winkel is in den ouderdom van 80 jaar overleden de heer H. Rezelman, sedert 1884 burgemeester dier gemeente en lid van de Provinciale Staten van Noord Holland, voor het district Schagen. Te Delft is m den ouderdom van 38 jaar overleden de heer IJ. Van der Meulen, kapi tein der artillerie. Justus Van Maurik houdt thans lezingen in België. Byeengero pen door de heeren A. S. Van Reesema, P. R. Mees en H. J. Meeskamp van Emden, had gistermiddag te Rotterdam een bijeenkomst plaats van oud leden van het Transvaal-ambulance-comité van 1881. Uit de toelichting, door de drie heeren ge geven, bleek dat men bezorgd was over het geen in Transvaal alsnog zou kunnen plaats hebben. Als redenon voor die bezorgdheid noemde ra9n de verbolgenheid der Engelsche bladen, de veranderde omstandigheden ten opzichte van 1881, zooals o. a. het aan het bewind zyn van Salisbury, die, gelyk bekend is, Majuba nooit heeft kunnen vergeven, enz. Bovenal ligt hot geval er toe, dat president Kruger zal aandringen op de herzi ning der conventie van 1884, die voor tweeërlei uit legging vatbaar blyft, en daarin zal Engeland niet zoo gemakkeiyk toestemmen. Mooilyk- heden zyn dus te wachten en dan moet men hier gereed zyn om te toonen dat nog altyd de sympathieën hier voor Transvaal zyn en men zoo goed mogelijk wil trachten te helpen. Alle aanwezigen bleken het hierover eens. Alleen omtrent de détails was nogal wat verschil van gevoelen. Eet resultaat der be sprekingen evenwel was, dat de aanwezigen een Trans vaal-comité vormden en zich meer personen zullen zien te assumeeren. De werk zaamheden van dit comité zullen zich bepalen tot het werken door geschriften op het gezond verstand der Engelschen; het bewerken der publieke opinie in Nederland ten gunste van Transvaal; het zich in verbinding stellen met het Roode Kruis, om zoo noodig ook hulp te kunnen veileenen op het gebied der am bulance; het versterken der goede elementen in Transvaal door immigratie van krachtige stamverwanten. De koninklyke goedkeuriog is ver kregen om in de Bank-van Le ning te Deventer ook in 1896 en in 1897 te mogen voortgaan met de heffing van 10 percent rente voor de te beleenen panden. „Wy zullen nog niet naar binnen gaan," zeide Frank. „Ik ben biy u hier alleen te hebben. Herinnert gy u niet, oude jongen, dat, toen gy straks naar mij toe kwaamt, ik u zeide, dat ik u iets byzonders to zoggen had dat ik nieuws voor u had?" Ik had het inderdaad vergetoD, zóó opge wonden was ik; maar nu wekten Franks woorden natuuriyk myne nieuwsgierigheid op. Ik begreep terstond, dat dit nieuws Ethel betrof. Daarin werd ik niet bedrogen. „Wel," zeide Frank, „ik heb u iets te zeggen, dat u zekor veel genoegen zal doen, en ik moet bekennen, dat het ook my lang niet onverschillig is. Nadat Lumley u gister avond bezocht had ik weet dat hy het deed, maar niet wat daarby is voorgevallen kwam hy onmiddeliyk naar ons toe. Ey zeide m;1 geen woord over het onderwerp, maar had een afzonderiyk gesprek met Ethel. Nu verkeert zy juist weer in zoo'n vreemden toestand en dan ie het arme kind zeer veranderlijk: het eene oogonblik gedrukt en neerslachtig, dan weer plotseling levendig en eene buitengewone kalmte en zelfbeheer- sching toonende. Het is niet natuuriyk." Hoe nauwkeurig stemde wat hy zeide overeen met wat ik by haar waarnam bij ons eerste samonzyn! „Etbel en Lumley, ging Frank voort, „had den, zooals ik zeide, eon afzonderlek gesprek; maar van wat er tusschen hen plaats had, weet ik niets. Toen Lumley beneden kwam, zin speelde hy er niet op, en kort daarr. verliet hy ons. Toen ging ik Ethel opzoeken. Z v :sin een van hare vreemde toestanden, als i mand, die droomt, 6n ik kon geen woord uit haar krygen. Het is somtyds het beste haar in die omstandigheden met rust te laten. Indien men haar lastig valt, volgt er moer dan waarschynlyk een van die vreeselyke zenuw toevallen. Gy hebt er een voorbeeld van gezien den dag, toen gy haar meenaamt naar het hospitaal. Ik liet haar daarom dien avond met rust. Van morgen was het heel anders met haar. Zy kwam beneden zeer bleek en kalm en maakte als gewooniyk de toebereidselen voor hot ontbyt. Na een poosje zeide zy plotseling: „Frank, ik wilde u iets zeggen." „Wal dan, lieve?" vroeg ik. „Frank," zeide zy op een vreemden, kalmen toon, vast en beslist: „Frank, mijn besluit is genomen." „Waaromtrent, lieve?" vroeg ik. „Ik zal niet," zeide zy, „met Mr Lumley trouwen." Natuuriyk was ik uiterst verbaasd, zoozeer, dat ik niet wist, wat te zeggen. Maar zy gaf my geene gelegenheid daartoe, want zy ging voort: „Zeg hem dat" met een byzonderen nadruk op „hem." „Wien?" vroeg ik, „Lumley?" Want ik dacht dat zy myn compagnon bedoelde. „Neen," zeldo zy, op dezelfde kalme wyze: „Angus!" Angus? O, welk eene vreugde, welk eene verrukking gevoelde ik by het hooren van dat woord de eerste maal, zoo ver ik wist, dat zy myn voornaam geuit had! Wat be duidde dat? Wat anders kon het zyn dan een bewys van liefde, een onmiskenbaar teeken, dat myne vurige, hartstochteiyke genegenheid door haar, myn lieveling, beant woord werd? Wordt, vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 1