N°. 11003 Woensdag 8 Januari. A0. 1893 feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 7 Januari. W* on i 1 leton. TE M8EUWSCIERJG. PRIJS DEZER COURAMT: Voor Loiden per 3 maanden. f 1.10. Franco por post 1-40. Afzondorlyke Nommers i 0.05. PRUS DER ADVERTEHTTEN Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer f 0.17|. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Ofiiciëele Keuuisgeyinffeo. Vergadering van don Gemeenteraad van Leiden, ©p Donderdag 9 Jan., dea namiddaga to twee uren. Punten ter behandeling: 1°. Benoeming van een lid van do Commissie der Bewaataoholen. (3j6) 2®. Yeraoek van W. F. Van der Heijden, omtrent het doen rooien van een boom aan don Stations weg vóór perceel No. 7/9 (308) 3°. Vooratol omtrent h t verleenen van geheele of gedeeltelijke vrijstelling van de betaling van ecboolgeld voor leerlingen van do Kweekschool voor O jdorwijzera, wonende buiten de ge meente. (311) 4°. Verzoek van Z. Van der Meij, tor bekoming in cijcndom van een etnkje grond aan den Mare- eingel. (.312) 5°. Idem van O. Van HenebergeD, om terugbetaling van schoolgeld, lager onderwas. (313) 6°. Voordel omtrent den afstand in eigendom van Lithographache eteenen aan de Univereiteite- bibl otneek. (315) 7°. Idem tot wijziging van het Raadsbesluit van 21 April 1392 omtrent de verhuring van de tapgt- klopperij. (317) 8*. Idem omtrent do openbare aaubeateding van de leveriDg van het Veralag der Handelingen van den Gemeenteraad, enz. (314) 9°. Verzoek van W. J. D. Van Voorthuyeen, om terugbetaling van schoolgeld, lager onderwijs. (1) 10°. Voordel tot hot verkenen van eene toelage aan den eervol ontslagen agent van politie F. Frida ts. (321) 11°. Concept-Verordening hondende Reglement, op het beheer on heatuur van het Krankzinnige - gesticht. (2) 12°. Voorstel tot wijziging van het Reglement hou dende bcpaliogen omtrent het gebraik van gaa door particulieren (320) 13°. Vaststelling van het Tweede Suppletoir Kohier der Plaatselijke Directe Belastiog, dienst 1895 (3) 14°. Voorstel omtrent het doen Yan cemge ver- bouwiogen in bot voormalig Caecilia Gasthuis ton behoeve van de Leidache Maatschappij van Weldadigheid. (4) 15°. Idem omtrent aansluiting aan de Tel phoon van do woning van den Wethouder van Fabricage. (5) 16°. BegrootiBg dienat 1896 van bet H. G.- of Arme Wees- en Kinderhuis. (318) 17°. Voorstel tot het doen rooien van boomen. (6) Door Burgemeester on Wethouders van Zoetermeer en Zegwaard ia kennis gegeven, dat de loteliugeD, die venaugen bg de Zeemilitie te dienen, zich aaar- to vóór den lston Februari a. e. ter plaateeljjke Becrotarie bohooren aan te melden. Burgemeester en Wethouders der gemeente Zoe termeer] Gelet liebbendo op het bepaalde bg art. 18 der Wet van 4 December 1872 (Staatabl. No. 134) ter voorziening legen boBmottelïjke ziekten; Brengen ter algomecuo kennis dat op Woonsdagen 15 Jan., 15 April, 15 Juli en 14 Oct. 1896, telkens dca namiddaga van 12 tot 2 uren, ten huize van den heer A. Meerburg, arts aldaar, gelegenheid zal be staan tot kostelooze inenting en herinenticg. Naar aanleiding van een desbetreffend ver zoek van den heer W. J. D. Van Voorthuysen deelen B. en Ws. den gemeenteraad mede dat krachtens het Raadsbesluit op de heffing van schoolgeld op de openbare lagere scholen van 13 October 1887 voor elk ingetreden kwartaal het volle schoolgeld is verschuldigd, ook al heeft de leerling het onderwas over dien geheelen tyd niet genoten, torwgl by tusschentyds verlaten van de school geene teruggave wordt toegestaan. Echter kan de Gemeenteraad op gemotiveerd verzoekschrift aan de ouders of die hen vervangen, welke tussckentijds de stad metterwoon verlaten of zich in de gemeente vestigen, gedeeltelyke teruggave of kwytschelding verleonon. Wat nu het verzoek betreft van adressant, wiens dochter de Meisjesschool 1ste klasse wegens ziekte heeft verlaten, om terugbetaling van schoolgeld over het laatste kwartaal 1895, is B. en Ws. na onderzoek gebleken, dat de dochter van adressant reeds den 28sten September jl. de school niet meer kon be zoeken wegens ongesteldheid, doch dat adres sant eerst den 24sten October jl. aan het Hoofd der school heeft medegedeeld dat zgne dochter de school moest verlaten op raad van den geneesheer. Hoezeer nu van het vertrek vóór 1 October had moeten zyn kennis ge geven, meenen B. en Ws. dat er wel termen bestaan gunstig op het verzoek te beschikken, nu gedurende het geheele laatste kwartaal geen onderwys is genoten. Zy geven mitsdien in overweging aan adressant terugbetaling te verleenen van schoolgeld voor zgne dochter, vroeger leer linge van de Meisjesschool 1ste klasse, over het laatste kwartaal 1895. Den gemeenteraad bieden B. en Ws. ter vaststelling aan een ontwerp-Verordening, houdende Reglement op het beheer en bestuur van het Krankzinnigengesticht „Endegeest." Het ontwerp is opgemaakt in overleg met de Raadscommissie in zake het Krankzinnigen gesticht en de Commissie voor de Huishoude lyke Verordeningen. De verdere reglementen en instructiën zullen later worden ingediend. Het bevat o. a. de volgende artikelen: Art. 1. Het gesticht is bestemd voor do verpleging van ten hoogste 350 krankzinnigen van do 3de klasse en zal behooren te voldoen aan de voorwaarden, gesteld door do Provinciale Staten der provincie Zuid-Holland in hunne vergadering van 12 Juli 1895. Met inachtneming van dit besluit bepaalt de Gemeenteraad het bedrag der verplegings- kosten en de verder© voorwaarden tot op neming en verpleging. Art. 2. Het bestuur van het gesticht wordt opgedragen aan een Commissie van vyf leden, onder den naam van Commissie van het Krankzinnigengesticht „Endegeest." Het voorzitterschap dier Commissie wordt waargenomen door een lid van het College van Dagelyksch Bestuur, door dit College aan t;e wyzen. De vier overige leden worden door den Raad uit zyn midden benoemd uit een door Burg. en Wetbs., na raadpleging der Commissie, ingediende aanboveling van twee personen voor iedere vacature. Art. 3. De vier laatstgenoemde leden heb ben zitting gedurende vier jaar. Ieder jaar treedt ééa hunner volgens een by loting op te maken rooster af. Het aftredend lid is dadeiyk weder ver kiesbaar. Art. 4. De Commissie wordt bygestaan door een secretaris, door Burg. en Weths. uit de ambtenaren ter Secretarie aan te wyzen. Art. 5. Onder het Bestuur van de Com missie zullen werkzaam zyn: a. een Geneesheer Directeur. b. één of meer andere geneesheeren, tenzg de Raad, in het geval, bedoeld in art. 5 alinea 2 van het Kon. Besluit van 16 Sept. 1895, (Stsbl. No. 161) van oordeel mocht zyn, dat door den gsneesheer-directeur alleen voldoende in den geneeskundigen dienst kan worden voorzien. c. zoodanige verdere beambten en werk lieden, als by Huishoudeiyk Reglement nader zullen worden aangewezen. Art. 6. De Commissie kan, behoudens hare bevoegdheid zich zoo noodig van de hulp of voorlichting van andere deskundigen te be dienen, de dionsten van den gemeente-archi tect, wanneer zy die behoeft, inroepen. Art. 7. De Commissie is bovoegd ten allen tydo voorstellen, die zy in het belang van het gesticht acht, by den Raad in te dienen. Art. 8. De Geneesheer Directeur en de overige geneesheeren worden benoemd door den Raad uit een door B. en Ws., na raad pleging der Commissie, opgemaakte voordracht van twee personen. De overige beambten, alsmede de werk lieden, worden door de Commissie aangesteld, voor zoover die bevoegdheid by liet Huis- houdeiyk Reglement niet is toegekend aan den Directeur. De tot aanstelling bevoegd© macht is tevens bevoegd tot schorsing en ontslag, behoudens echter de bevoegdheid van de Commissie om in afwachting van hetgeen nader door den Raad mocht worden beslist, tot eene voorloopige schorsing van den 2den en verdere geneesheeren over te gaan. De Commissie is verplicht zulk een door haar uitgesproken voorloopige schorsing binnen 2 x 24 ureü ter kennis te brengen van den Raad. Art. 9. De jaarwedden van den Geneesheer- Directeur en de overige geneesheeren worden door den Raad op een daartoe door B. en Ws., na raadpleging der Commissie, te doen voor stel, vastgesteld. De bezol igingen der overige beambten en der werklieden worden "door de Commissie geregeld. Door de Commissie over den Arbeid der LvMsche M;atschappy van Weldadigh-id is verzocht eenige wyziging te brengen in de by haar in gebruik zynde localiteit in het voor malig Caecilia-Gasthuis. Zy wensclit nameiyk een lokaaltje af te breken en daarvoor in de plaats in gebruik t© nemen, om tot kantoor te worden ingericht, bet gedeelte van een ander lokaal. Na ingesteld onderzoek door do Commis sie van Fabricage is gebleken dat het thans in gebruik zynde kantoortje wegens de groote vochtigheid als nadeelig voor de gezondheid kan worden aar gemerkt. Voor afbraak be staat evenwei geen reden. Dit gebouwtje ver keert nog in voldoenden toestand en kan als bergplaats nog gebruikt worden. Overigens bestaat er geen bezwaar het gevraagde go- deelte van de andere localiteit, beboorende tot het Cholera-Hospitaal, te doen verbouwen en tot kantoor to doen inrichten. B. en Ws. geven den gemeenteraad mits dien in overweging het aangewezen gedeelte der localiteit tot wederopzeggens in gebruik te geven aan Bestuurders dor L'-idsche Maat- schappy van Weldadigheid, ten einde voor haro rekening tot kantoor to worden inge richt, overeonkomstig aanwyzing van den Ge meente Architect. By Raadsbesluit van 9 Juli 1874 werden tot wederopzeggens aan Bestuurders van ge noemde Maatschappy kosteloos in gebruik gegeven eenige lokalen van het Caecilia-Gast huis, door B. en Ws. in overleg met Bestuur ders aan te wyzen. B. en Ws. deelen den gemeenteraad mede dat het noodig wordt geacht dat de aanstaande woning van den wethouder van fabricage, tevens plaatsvervangend hoofd van de brandweor, van gemeentewege aan de telephoon wordt aangesloten. Zij geven mitsdien in overweging hen tot die aansluiting te machtigen, zullende alsdan later, zoo noodig, een voorstel worden inge diend tot verhooging van den betr kkelyken post der begrooting. Voor de handelsbedienden-vereeniging „Kennis is Macht" alhier zal, geiyk uit achterstaande advertentie llykt, a s. Vrydag avond weder eene lezing gehouden worden. Als secretaris der Vereeniging van den Ned. Export zal mr. P. Droogleever Fortuyn den Nedc-rlandschen uitvoerhandel besproken, een onderwerp, wel geschikt om de belangstelling van industriöelen en handelaars te wekken. Mejuffrouw A. C. Van Dnykeren, onder- wyzeres aan de openbare lagere school te Zyderveld, heeft voor de benoeming in gelyke betrekking te Benthuizen bedankt. Bedankt is voor hot beroep naar de Geref. Kerk te Nieuw-Venn -p (Haarlemmer meer) door den- heer J. Kok, te Ngmsgen. Sir Horace Rumbold, Engelands gezant by ons hof, gaf gisteravond in het gezant- schapsbotol te 's Gravenhage een soirée, welke vereerd werd met de tegenwoordigheid der Koningin Regentes eu Prinses Elisabeth van Waldeck Pyrmont. Da vorstelyke gasten verschenen te 10'/4 uur, nadat de meeste genoodigden uit hof-, regeerings diplomatieke en adeliyke kringen met hunne dames waren afgestapt. De gastheer ontving met zyn beide zjods de vorsteiyke bezoeksters, die beiden witte balrobes droegon, in de vestibule en geleidde Haar, gevolgd door het personeel der legatie en het gevolg der Regentes, naar de kwistig versierde salons. De soirée duurde tot laat in den nacht. De Regentes keerde vóór middernacht naar het pal-is terug. Het bestuur der vereeniging „Armen zorg," in Den Haag, heeft namens HH. MM. de Koninginnen een gift van f 300 ontvangen. Naar men uit 's-Gravenhage meldt, be staat het plan in den aanstaanden zomer het 50-jarig bestaan van de Vereeniging van den H. Vincentius a Paulo feesteiyk te herden- kon in tegenwoordigheid van do bisschoppen en de hooge geestolykheid. By die gelegenheid zal dr. Schaepman een feestrede houden en zal voor de honderden deelnemers aan de viering, die uit de residen tie en verschillonde andere plaatsen des lands verwacht worden, een groot feestmaal wor den aangericht. De by het Oost-Indische leger nieuwe- noemde offi. van gezondh. 2de klasse H. M. Neeb (arts) zal, na by het koloniaal werf depot beëedigd en in zyn Dieuwen rang in dienst gesteld te zyn, in het genot van onbepaald verlof worden gesteld in afwachting van nadere bestemming. Uit het verschenen jaarverslag van het Fonds tot verbetering der schraalste predi kants traktementen in de Ned.-Herv. Kerk blijkt dat de ontvangsten in 1894 hebben beiragen de som van f 16,067.25s, waaronder eene gift van den heer Lebret, groot ƒ1000. De uitgaven bedroegen f 15,660.595, waarvan f 4638 47 aan uitbetaalde toelagen. Er is al- zoo een batig slot van f 16,067.25s. Uit dit fonds wordt eene toelage gegeven aan die predikanten, wi-r traktement minder dan f 900 bedraagt. Die toelage bedraagt zulk een cyfer, dat er thans geen enkel predikant is, of hy geniet minstens f 900 traktement. Een achtenswaardige dame, mevrouw de weduwe G. W. Herklots Suermondt, is te Rotterdam overleden op hoogen ouderdom. Hare liefdadigheid was alom bekend; voor verschillende instellingen van philaothropi- schen aard was zy een hechte steun en eene yverige bestuurderes. Hare gastvryheid was in de geostelgke we eld alom bekend, zoodat haar woonhuis met recht betiteld werd met „De geesteiyke herberg." Den grooten Spur- gcon telde zy meermalen onder hare logeer gasten. Mot zekerheid wordt aan de „Tel." ge meld dat de burgemeester van Hilversum, de heer J. E. C. Schook, tegen Juli a. s. zyn ontslag als zoodanig zal vragen. Door het DagdJyksch Bestuur van het Nederlandsch Landbouwcomitó is een advies gezonden aan den minister van waterstaat, handel en nijverheid betreffende de runder- horzel, dat in het Landbouwweekblad is opgo- nomen. Daaru.t biykt dat de runierborzel in ons land vojrkomt, zg het ook niet zoo veel vuldig als byv. in Engeland; en dat zy schade veroorzaakt en de nadeélige invloed er van wordt ondervonden. Deze horzol is daarom zoo nadeelig, omdat zg ah made zich in de huid van het rund verbergt en tegen het voorjaar uit de onderhuid te voorschyn komt, waarJoor de lederhuid vol wormsteken wordt en 15 a 25 pet. in handelswaarde vermindert. In Engeland worden de maden by het ryp worden uit de huid geknepen en gedood, waardoor men het volgende jaar minder last van de dieren heeft. Een andere methoJe is, om ze te dooden in het vee zelf, door do aangetaste plaatsen te besmeren met wagen smeer of ranzige boter. Te Zwolle is met veel opgewektheid feest gevierd ter eere van dr. E. Mehler, die den lsten Jan. jl. gedurende 25 jaar als rector aan het gymnasium aldaar verbonden was. Dr. Mehler was vóór zyn benoeming te Zwolle in dezelfde betrekking werkzaam te Brielle, Hoorn on Sneek. Van hem kan, zegt de „Z. C.", worden getuigd dat hy tot een der beste leerlingen behoorde van Cobet. Na op zeer jeugdigen leeftyd te Bonn gepromo veerd te zyn, waar hg onder den grooten 49) Als dit zijne meening was over die ver dachte handelingen, zou hy er dan ook niet toe geleid kunnen worden, ze zelf te plegen of er ten minste aan deel te nemen? Voor hoe oprecht en dóór on dódr eerlyk ik hem ook hield, zou niet zijn geweten aan het wankelen kunnen gaan, zijn gevoel van eer langzamerhand afgestompt worden, door de compagnieschap en het voorbeeld van zulk een doortrapten schurk als zijn compagnon? En dat Craven Lumley een schurk was, daaraan bestond bij mij geen twijfel. Zijne verklaringen en snoeveryon ten huize der Rayners hadden mijne vermoedens opgewekt, zijne pas gedane uitlatingen tegen m(j ze bevestigd. En nu het tweede punt! Mijn schot op good geluk af toen ik beweerde iets van zijne geheime misdaden te weten trof blijkbaar het doel, en ik was er zeker van, dat hy eenmaal, en in oen of ander vér- afgelegen oord, eene misdaad had begaan geweldpleging of bedrog de miedaad, of één van de vele misdaden misschien, waar- voor het vreeselyk lot, dat ik wist dat hem boven het hoofd hiog, de vergelding zou zyn. Hierin lag een dubbel gevaar voor Frank. Ten eerste, dat hy tot eenige onwettige daad zou verleid worden door zulk een man, en ten tweede het gevaar voor hem en de zynen, dat zou ontstaan als Lumleya euveldaden aan het licht kwamen en gestraft werden, hetgeen ik wist, dat in het korte tydsverloop van een jaar zou plaats hebben, ja misschien ieder oogenblik te wachten was. Die ramp zou natuurlyk een groot schandaal veroorzaken, een ellendig einde maken aan de compagnie schap en misschien de geheele familie ten ondergang brengen. Behalve dit vreeselyk vooruitzicht, scheen de mogelykheid, dat Ethel in dien tyd de vrouw van een veroor deelden misdadiger zou kunnen zyn, het ergste in eene heele reeks van afscbuwelyk- heden. Kon er niets gedaan worden om die rampen af te wenden? Kon er niets gedaan worden om de gevangenneming van dien schurk te verhaasten en hom en zyn vernietigenden invloed uit onzen kring te verwyderen, voordat het te laat was? Kon ik maar iets te weten komen uit zyn verleden; iets, waardoor ik hem voor het gerecht kon brongen of daartoe medebelpen, voordat hy er in slaagde Frank te verderven en met Ethel te trouwen, dan zou het vraagstuk opgelost zyn. Maar myue macht om de toekomst te weten te komen had geene betrekking op het verledens. Ik verkeerde geheel in het duister en wist niet waarheen my om licht te wenden. Het was in dien gemoedstoestand, dat ik met zeer weinig belangstelling de twee of drie brieven begon te lezen, die my door m(1n klerk naar Brighton waren opgezonden en nu met de laatste post teruggekeerd. Zy waren van geen belang en ik smeet ze op zyde. De eene vooral scheen eene spot- terny in myn tegenwoordige stemming. Hy was van een vriend, Albert Horton; iemand, dia groote bekwaamheden bezat op bet ge- bied der wetenscbappelyke letterkunde, en een zeer vrooiyk en gezien kameraad, wiens woning de plaats van byeenkomst was van eene groote coterie van voorname en kundige lui. Deze brief van hem was, dat zag ik terstond, alleen eene uitnoodiging voor een van die aangename en interessante rook- avonden, en or.der andere omstandigheden zou ik verheugd zyn geweest haar aan te nemen. Maar ik waa in geen stemming voor gezellig genot, van welken aard ook. Ik wilde met rust gelaten worden om te denken eu plannen te makeD. Toen ik voor 't oogenblik ten einde was mot hulpmiddelen te bedenken om de vreese iyko moeilykhedeo, die my te wachten stonden, tegen te gaan, nam ik toevallig, zeer lustoloos, Hortons brief voor de tweede maal op, en zag, dat op de eenvoudige uit- noodiging, waarmee hy begon, iets anders volgde. Terwyi ik vorder las, word myne belangstelling gewekt, want de inhoud deed een nieuw donkbeeld by my opryzen. Horton begon met te vragen, hem genoegen te willen doen met myn gezelschap op den avond van den dag, volgende op dien, waarvan ik spreek. Toen vervolgde hy: „Ik weet, waarde Paul, dat gy moeilyk uit uw schelp te krygen zyt; maar ik heb werkeiyk byzondere redenen om te wenschen, dat gy onze kleine byeenkomst bywoont. Niet alleen zullen er verscheidene goede be kenden zyn, zooals Alfred CouleoD, de dichter, J. B. Franklin van de Kon. Academie, Frank Rayner, de altyd vroolyke, Coriklin van de Kon. Maatschappy, en vele anderen van dien stempel; maar ik bob my ook weten te ver zekeren van den beroemden reiziger, Dr. Eifel, die, zooals gy weet, juist van zyn laatsten tocht is teruggekeerd. Eifel is wer keiyk een zeer merkwaardig man. Er is misschien geen land, waar by geen verhlyf heeft gehouden of dat hy niet bezocht heeft; by schynt alles te weten en alle menschen te kennen, en zyne verhalen van avonturen in do verst verwyderde deelen der wereld zyn buitengewoon bolangryk. Maar dat is niet alles. Eifol heeft eene groote reputatie als beoefenaar van chiro mantie en men zogt dat zyne beoordeeling van het karakter uit de lynen der hand het merkwaardigste van dien aard is, terwyl hy door hetzelfde middel eomtyds de toekomst van een menschenleven met opmorkelyke juistheid voorspelt. Wat hy doet is werkeiyk van wetenschappeiyk belang, en, afgescheid>a daarvan, geeft het aanleiding tot niet weinig levendigheid en genot. Nu heb ik er, meen ik, genoeg van gezegd om u te „vangen." Kom dus ons den grooten Duitschen leeuw heipen ontvangen." In elke omstandigheid zou deze uitnoodi ging verleidelyk zyn geweest. Nu was zy eenvoudig onweerstaanbaar. Eenige weken geleden zou ik voornameiyk zyn aangetrokken door het vooruitzicht een soort van mede profeet te ontmoeten en my te vermaken door zyne voorspellingen op de proef te stellen. Daaraan dacht ik nu weinig. Wat my sterker aantrok, was de kans het was maar eene kans dat mogelyk deze veel bereisde man den persoon ontmoet had, wiens verleden ik zoo vurig verlangde na te sporen, of ten minste in etaat zou zyn my op weg te helpen om iets aangaande hem te weten te komen, dat my van nut kon zyn. Ik schreef dus terstond aan Horton en ba- loofde den volgenden avond de byeenkomst te komen bywonen, maar verzocht hem, ais eene byzondere gunst, my eene vroege ge legenheid te verschaffen voor een kort gesprek met den grooten reiziger, voordat zyne aan- dacht door do overigen van het gezolechap kon in beslag genomen worden. Ik beloofde te zullen gaan eD ik ging. Horton had eene BUite van elegante kamers, ofschoon geen van alle zeer groot, in oen fraai oud buis te Koneingtoo, en zyn bric-a- brac en werken van kunst waren beroomd. Ik kwam wat vroeg, maar toch was de receptiekamer reeds tamelyk gevuld on kwa men er telkens nieuwe bezoekers. Byna iodereeu rookte en er was een algemeen gegons van gesprekken, want de meesten der aanwezigen kenden elkander, en er heerschte altyd op Hortons byeenkometen die prettige beschaafde ongedwongen toon, die een van de aangenaamste elementen van het gezellig leven is. Hyzelf was een uit- stekend gastheer, bewonderenswaardig om zyn tact en gemoedelykbeid. „Ik ben biy, dat gy gekomen zyt, Paul," zeide hy, toen ik binnenkwam. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 1