N°. 10993
Dinsdag 34 December.
A0.1895
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 23 December.
Feuilleton.
TE ftSIEUWSCIERIC.
LEIDSCH
BAG-BLAB.
PRIJS DEZER COURANTi
Voor Leiden per 3 maanden.
Franco per post
Afzonderlijke Nommers
1.10.
1.10.
0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17£. Grootero
letters naar plaatsruimte. Yoor het incasseeren buiten do stad
wordt f 0.05 berekend.
llltlioofde van het Kerstfeest zal deze
Conrac.it a. s. Woensdag en Donderdag
niet worden uitgegeven.
Wederom hadden wy heden een jubilaris
in ons midden: W. J. Marsteller, die thans
gedurende 25 jaren werkzaam is op de binderij
van de boekdrukkerij en uitgeverszaak van
den beer A. W. Sythoff alhier.
Deze dag bleef ook voor hem niet onop
gemerkt, want hy ontving van verschillende
zijden met de stoffelyke bljjken van belang
stelling tevens de hartelijkste gelukwenschen.
Namens zijn patroon werd hem voor zijn
betoonden trouw en ijver een gouden remontoir
horloge vereerd, door diens in de zaak werk-
zamen zoon en schoonzoon een notenhouten
speeltafeltje, door kantoorpersoneel, chefs en
redactie een staande étagère, door gezellen
van de bindery, waar zijne plaats door zyn
confraters versierd was, een fauteuil, door per
soneel van drukkery en zettery zes stoelen,
een inktkoker en een servies.
Voor al deze bewijzen van sympathie was
dc jubilaris zeer gevoelig, die er dan ook by
herhaling zyn hartelyken dank voor betuigde.
Het was een dag, die steeds by hem in de
aangenaamste herinnering zou blyven, terwyi
hy zich verder in aller welwillendheid en
kameraadschap bleef aanbevelen.
In het Nutsgebouw alhier had, onder
voorzitterschap van den heer Adr. J. Van
Achterberg, de vergadering plaats van archi
tecten, aannemers, patroons, enz. in zake het
oprichten eener vereeniging voor verzekering
tegen invaliditeit en ongelukken der werklieden.
In deze vergadering werden de statuten
der vereeniging vastgesteld en is besloten
daarop de koninkiyke goedkeuring aan te
vragen.
Al de aanwezigen traden als leden toe en
staande de vergadering werd alreeds voor
een aanzieniyk bedrag voor het waarborg
kapitaal geteekend.
In de volgenae maanden zullen de huis-,
houdolyke verordening en de voorwaarden en
tarieven in eene byeen te roepen vergadering
vastgesteld worden.
Het bestuur werd opnieuw herkozen en tot
nieuwo leden werden benoemd de hoeren H.
J. Jesse en C. J. Van der Drift.
"Wy maakten reeds melding van de
matinée voor kinderen van mejuffrouw Van
Hennes uit Utrtcht. Toch komen we er nog
even op terug en wel om aan de ouders te
laten lezen, wat het „Handelsblad" er indertyd
over schreef:
„Wilt ge zelf bewonderen dat talent om
met kinderen om te gaan, dan kunt ge het
zien werken met volle kracht in Odéon. Beter
nog, zend er alleen uw kinderen heen, opdat
de matinée (die zooveel mogelyk alleen voor
kinderen wordt gegeven) aan haar doel be
antwoorde.
„En laat dan na afloop uw kleinen met
babbelgrage mondjes u vertellen hoe heerlijk
't was hoe ze in 't liedje van 't meisje
en 't sysje keusch meenden te hooren de teere
geluiden van snoezig-donzige vogeltjes hoe
ze 't toch eigenlyk heel grappig vonden van
Jan, dien stouten bengel, om zyns vaders
wandelstok te nemen voor een hengel. En
als ge even later uw meisjes vindt spelen met
haar poppon, zullen ze misschien probeeren
na te neuriën het zoet wiegeliedeke, dat in
haar hartjes een teeder snaartja trillen deed.
Maar veel mooier en veel verrukkelijker nog
zullen ze hebben gevonden de vertelling van de
„muizenwereld", dat allerliefst verhaaltje, dat
tooveraroompje, dat als een fijnkleurige water
vlinder de onschuldige kinderfantasie op tril
lende gazenvleugoltjes meevoert naar een licht
wonderwereldje. Die luistert er met stille bly-
heid naar de zachtzilveren tonen van een
o, zoo teer klingelend Wilhelmus van Nas-
souweof met een wel wat meeiy-
dend, maar toch eigenlyk zich verkneuterend
glimlachje naar het grappig hinken van den
gevallen Willie. Met een beetje heusch ont
zag en ernstige oogen ziet ze den deftigen
muizenburgemeester klimmen op de tribune
en voelt misschien een heel klein steekje
van jaloezie in 't vriendelyk hartje by het
schitterend succes van Willie op het muizen-
feest. Met onbedwingbaren danslust trippelt
ze mee op de huppelende maat der muizen
polka en is even verrukt als de enthusiaste
muizen over het koog-trillend liedeke van
jonkvrouwe nachtegaal.
„Laat ze er dan heen gaan uw kinderen,
naar dat droomwerelaje, en als ze by u terug
komen zullen ze u voorzingen 't zacht: „Slaap
kindje slaap," waarby het muizenkind in
sluimerdeen u verhalen van het won-
derdroef luiden der doodsklok, heel zacht, als
komend van heel veren van de statige
muizwnbegrafenis en de sombere rede van den
burgemeester, die hulp vroeg aan de menschen-
kinderen tegen de wreedheden van poes. En
ze zullsn u bedelen om ook zoo'n klein hals
bandje met rinkelende belletjes, opdat hun
eigen fluweelig, lief poesje niet mee zai kun
nen doen aan moorden in de kleine muizn-
wereld. Maar 't aardigst zal hun nog ge
klonken hebben de pittige, opwekkende mui-
zenmarscb, en misschien zal u kleine Willie,
by gebrek aan bekkens, maar zoolang nemen
twee voorwerpen van kostbare en breekbare
materie, en uw klein Joziontje tromrommelen
met vuistjes of scherpe nageltjes op 't fijne
hout van uw sierlyk salontafeltje, en met
hoog geluid nabootsen de grappige stemmetjes
der damesmuizen, begeleid door Willie, die de
marschmolodie fluit, om u toch precies te laten
hooren hoe leuk en vreeselyk I aardig het
was.
De Leidsche gymnastiek- en scherm
vereeniging „Hercules" (opgericht 1 November
1884), onder de zinspreuk „Ontwikkeling door
Arbeid" en huldigende vooral het „Mens
sana in corpore sano", alsmede het „Vrank,
vry, vroom, vroed", gaf in de Stadszaal Zaterdag
avond hare zevende openbare uitvoering, op
geluisterd door flinke muziek.
De groote zaal geraakte langzamerhand
geheel gevuld met belangstellende dames en
heeren, waaronder gymnastiekleraars, hoofden
van scholen, onderwyzers," militaire autori
teiten, leden van zusterverenigingen, enz.,
waarvan velen daartoe ongetwyfeld genood
zaakt door alleszins wettige redenen ver
over den tyd van aanvang plaats kwanvn
nemen in de zaal, waarin by het toontel
boogopgaand groen was aangebracht.
't Was inderdaad te betreuren, dat velen
niet vroeger aanwezig waren, vooral met het
oog op het openingswoord van den voorzitter
der Vereeniging, den heer A. Dirks, dat zóó
flink en vloeiend werd gesproken, dat tal van
presidenten van verenigingen hier ter stede
er een voorbeeld aan konden nemen. Zooals
te begrypen is, wees de heer Dirks op het
groote nut der gymnastiek en tevens dadrop,
dat ze nog te weinig steun vindt, niet het
minst te LeideD, en hoopte hy dat deze uit
voering er toe mocht medewerken, dat veel
meer dan thans het geval is, in do toekomst
de aandacht aan de gymnastiek zal worden ge
schonken. Deed deze uitvoering vooral zien
w&t gymnastiek was, dan werd het doel, dat
er mee beoogd werd, bereikt. Het schermen
bleef daarom thans achterwege.
Over de uitvoering zelve kunnen we kort
zyn en wel hoofdzakelyk omdat ze zoo uit
stekend slaagde. Inderdaad, we hebben de
werkende leden en de adspiranten van „Her
cules" nog nooit onder leiding van hun direc
teur, den heer Ph. De Vries, zoo uitstekend
zien werken, en de woorden, die we iemand
in de pauze na de eerste afdeeling een lid
eener zustervereeniging hoorden toevoegen:
„Daar kun je een puntje aan zuigen", bleven
ook na de pauze geüeel van kracht.
Zoowel de vryo oeleningen, de stok- en
staafoefeningen (welke in den laatsten tyd
veel veranderingen ten goede hebben onder
gaan) als de voor het meuren :tel van het
publiek wellicht belangwekkender oefeningen of
bewyzen van oefening, kracut en uitmuntende
leiding, aan ringen, rek en brug verdienden
zeer zeker de veelvuldigo toejuichingen van
hen, die zo met aandacht volgden, en we
vroegen ons ernstig af hoe toch wel de beste
voorwerker der Vereeniging zou gewe/kt
hebben, ware hij hierin thans niet door
ziekte verhinderd, als de anderen reeds zulke
schitterende proeven aflegden.
De athletische standen (den adspiranten,
waarvan velen reeds heelwat voor de toekomst
beloven en die ook wat standen betreft goed
voor den dag kwamen) vormden een uitste
kend slot van het degelyke geheel, dat, behou
dens een niet horizontaal liggen van alle
staven als dit by de uitvallen wenscbelyk was;
een aanraking met de beenen van de barren
als dit niet plaats mocht hebben; een wan
kelen by de vrye oefeningen als het stevig
ruften op één voet vereischte was, en Dog
eenige kleinigheden van ondergeschikten aard,
alle reden tot tevredenheid gaf en, ook waar
de Voorzitter de leiding op zich nam, d« zaak
der gymnastiek werkelyk gediend moet hebben.
Het bal, onder leiding van den heer J. J.
Groenewoud, dat eerst vry laat een aanvang
nam, aangezien de voorstelling pas na midder
nacht eindigde, verliep zooals wenscheiyk was.
We wenschen „Hercules", op het oogenblik
vry krachtig, nog veel leden toe, alsmede
vruchtdragende openbare oefeningsavonden;
y? voor den clubtocht op schaatsen op een
Zondag in Januari of Februari; een aangename
soiróe musicale, dansante et déclamatoire op
23 Maart in den Foyer der Stadszaalprettige
clubtochten op Zondagen in de zomermaanden
verrukkelyk weer voor de Augustus soiróa in
„Zomerzorg"; en als het by een „Hercules"-
programma waarin, behalve o. a. „spreuken",
een gymnastenlied en een artikel van den
heer A. Dirks, al deze nummers voorko
men niet anders kan, weer aankondigin
gen van cacao, limonade, wyn, likeur, ry wielen,
hoeden en petten, photographie-benoodigd-
heden, drukwerk, heerenkleeding en gelegen
heid tot biljarten en vergaderen.
Naar wy vernemen, heeft prof. dr. J.
P. N. Land, sedert 10 September 1872 hoog
leeraar in de geschiedenis der wysbegeerte,
logica, metaphysica en zielkunde aan de uni
versiteit alhier, wegöns redenen van gezond
heid tegen 1 Januari 1896 eervol ontslag
gevraagd.
Het werk tot uitbreiding der fabriek
van verduurzaamde levensmiddelen der firma
Tiölemati en Dros, aan de Hooigracht hoek
Vleerensteeg, alhier, waarvan verleden week
de aanbesteding plaats had, is gegund aan
den heer W. Van der Drift, die op één na
de laagste inschrijver was.
De heer W. H(oeker), juwelier te Amster
dam, schryft, onder het opschrift: „Een Zegel-
ring", het volgende in het jongst verschenen
nummer van het weekblad „De Kroniek":
Do waarde der grondstof is wel een hoofd
oorzaak, ciat betrekkeiyk zoo weinig voorwer
pen, uit edele metalen vervaardigd, voor ons
bewaard zyn gebleven. De verleiding om de
rentelooze waarde om te zetten in tot munt
herschapen edel metaal, schynt onzen voor
vaderen dikwyis te sterk geweest te zyn.
Vooral in de eerste helft dezer eeuw werd
byna uitsluitend gelet op innerlyke waarde
en had men geen oog voor de kunstwaarde
van het werk onzer 16de- en 17de-eeuwsche
handwerksartiesten.
In 't byzondor is, van hetgeen in dien tyd
vervaardigd is in goud, het meest kostbare
metaal, helaas al te voel verdwenen. Het is
dan ook wel de moeite waard, het op te
merken, dat, wanneer een goudsmidsproduct
uit dien tyd te voorachyn komt, het, door
betere gezindheid van het tegenwoordig ge
slacht, al spoedig voor verdere gevaren veilig
gesteld wordt.
Leidens Gemeenteiyk Museum (de Lakenhal)
heeft het voorrecht, dank zy do vrygevigheid
van eenige belangstellende burgers, daartoe
opgewekt door 's Museums conservator, den
hoor Verster, in het bezit te zyn gekomen
van een kunststukje in goud van omstreeks
1600.
Wat wellicht een by-oorzaak was van deze
aanwinst voor het museum, is het feit, dat
dit voorwerp, een zegelring, afkomstig is uit
de familie van Leidens o verbekenden burge
meester Van der WerfF, van wiens roemryke
nagedachtenis een rechtgeaard Leidenaar nog
altyd maar niet slapen kan.
De ring, helaas beschadigd, is geheel ver
sierd met blauw, wit en zwart email en doet
denken aan den besten tyd der Renaissance.
Aan de bovenzijde is een glazen plaatje
ingevat, waarin zeer zorgvuldig gegraveerd
een ruit- (jonkvrouw». ïyk) schild, gedeeld, rechts
het wapen: Van der Werf; links het wapen
Assendelft. Zeer waarschynlyk is voor e-n
kleindochter van Van der Werft deze ring ge
maakt. De kleuren van dit wapen worden
aangeduid door onder het glas aangebrachte,
gekleurde foelie.
Waar zoo menig museum volgepropt wor t
met allerlei historische lorren en prullen, is
zulk een aankoop of geschenk een waardige
tegenhanger.
In het „Wkbl. v. Geneesk." schryft de
Leidsche hoogleeraar Treub over wylen den
Amsterdamschen hoogleeraar Van der Mey
o. a. het volgende
Op 30 jarigen leeftyd hoogleeraar in de
verloskunde en gynaecologie goworden, was
hy èn door zyn studie èn door zyn uitge
breide obstetrische praktyk voorbeschikt, om
de eerste obstetricus van Nederland te worden.
En dat is hy dan ook geworaen, niettegen
staande hy zoo jong, nog geen 45 jaren oud,
is heengegaan.
„Altyd was en bleef de verloskunde het
lievelingsgedeelte van zyn werk. Hoe hy dat
werk opvatte, zal kunnen biyken uit net
„Leerboek der Verloskunde", dat, in manuscript
grootendeels gereed, naar ik hoop welura
als monument to zfiner eere zal kunnen
verschynen.
De „Vereeniging tot bevordoring van
bloembollenteelt van Rynsburg en Omstreken"
hield eene vergadering, waarop onder de te
behandelen punten o. a. voorkwam het ver
kiezen van 3 bestuursleden. Gekozen werd
de heer A. v. d. Eykel Jz. in de plaats van
den heer M. v. d. Perk, die bedankt had,
terwyl de beide periodiek aftredende bestuurs
leden A. De Mooy Jr. en N. v. Egmond Dz.
werden herkozen. Verder werd nog besloten
rechtspersoonlykhoid voor de Vereeniging aan
te vragen.
Te Woubrugge zyn herkozen tot notabel
der Ned.-Herv. gemeente de heer W. Van der
Waa, tot kerkvoogd de heer H. Van der
Boon Joh.zn., tot ouderling de heer A. Visser
en tot diaken de heer W. Strook man. Do
benoeming van den heer Wm. Boot tot notabel
deelden wy reeds mede.
Tot onderwyzer aan de Christelyke
school te Muiden ls benoemd de heer P. Esveld,
te Aalsmeer, die deze benoeming heeft aan
genomen.
Op de 22ste lyst van de zeventiende jaar
collecte voor de Scholen met den Bybel in
de „Standaard" komt o. a. voor een uniegift
van G. Van Egmond, te Koudekerk, van f 3.
Door den kerkeraad van de Ned.-Herv.
gemeente te Benthuizen is gekozen tot ouder
ling de heer Pieter Van den Berg, en her
kozen tot diaken de heer Jacob Van Dorp.
Door den heer A. Elink Sterk, Ingenieur
van den Hdarlemmermeerpolder, is een adres
verzonden aan de Koningin, waarin wordt
aangedrongen op vernietiging van het besluit
van den gemeenteraad van Haarlem, waarby
werd bepaald dat met 1 Jan. a. s. de brug
28)
Juist. Er was iets vreemds met dat wed
den op Dreadnought, en ik kan er niet by,
dat zyn naam my ontsnapte. Als hetzelfde
eens gebeurde met Fairy, dacht ik. „Te drom
mel I" zeg ik, „ik zal slim zyn." Zoodra ik te
Newmarket was aangekomen, ging ik naar een
kennis van mij in den kriDg en vroeg hem, of
hy met my wedden wilde op ol ditmaal
kwam het er uit Fairy. „Goed," zeide by
en schreef my er voor op. Wat ik op Fairy
zette, komt er niet op aan. Het was
meer dan achttien pence, dat begrypt gy.
Niet genoeg om my te maken of te breken.
Maar we zyn er nog niet. Daar komt een
cliënt van my, een aangenaam jong heer, die
eene lieve, mooie vrouw en aardige kinderen
heeft. Wy, oude turfieten, mogen hem allen
gaarne en zyn altyd bereid hem iets goeds
aan de hand te doen, als wij kunnen. Nu,
mynheer, hy komt naar my toe en zegt:
„Hoe vaart gy, Bloom?" „Heel wel, dank u,"
zeg ik. „Welk paard zal den Cambridgeshire
winnen?" zegt hy. „Hemel, mynheer, „daar
is geen zeggen van," zeg ik; „dat weet gy
even goed als ik." „Kom, Bloom," zegt hy
weer, doe ons wat goeds aan de hand.
„Komaan, gy weet er meer van." Mr. Paul,
ik had het hart niet hem te weigeren. Ik
had die Fairy van u de duivel moge haar
halen 1 - in den zin, die my door het brein
spookte; en denkende hoe gelukkig gy met
Dreadnought waart, kon ik my niet weer
houden. Denk eens aan, dat Fairy het toe
vallig won en hy ontdekte dat ik op haar
gewed had, wat zou die persoon denken, als
ik haar hem niet aan de hand gedaan had?
Wel, hy zou Stephen Bloom niet een schaaps
kop genoemd hebbeo, maar een gemeenen
ouden bedrieger misschienik kom er dus
de Hemel vergeve het my! mee voor den
dag, en noem hem Fairy als degeeu, die het
waarschyDlyk wiDnon zal."
„Ik hoop," zeide ik, „dat hy er niet veel
by verloren heeft?"
„Veel verloren I" riep de commissionnair
uit; „veel verloren? Wel, hy is vry wel uit
gekleed geruïneerd I In plaats van my de
zaak over te laten, ging hy zelf aan de gang
en waagde eene groote som op Fairy. Hy
kwam onder de bookmakers, wedde hoog op
de merrie, totdat het nieuws zich verspreidde
en de iDzetten op haar vielen tot vyf tegen één.
Wat moest by toen anders doen dan zwaar
zetten tegen Phoenix, die eerste favoriet was
geworden? Kortom, ik geloof, dat hy byna
al wat hy bezat verloor; dat hy zyn mooi
huis zal moeten verlaten, dat vrouw en kin
deren op straat gezet worden. En dat alles,
doordien ik Fairy heb aangeraden I"
Hier zweeg de goede man, zeer verdrietig
kykende.
Ik was geërgerd, ontsteld over dit ver-
schrikkelyk nieuws. Ik had er geen schuld
aan, ten minste niet rechtstreeks, maar het
smartte my te denken, dat ik, door my met
weddenschappen in te laten, daartoe aan
leiding gegeven had. In hoeverre ik er ver-
antwoordeiyk voor was, zou niet gemakkeiyk
te zeggen zyn, maar ik had een gevoel van
spyt en afkeer.
Toen rees er eene gedachte by my op.
„Het doet my leed deze geschiedenis te ver
nemen, Mr. Bloom," zeide ik. „Het schynt
eenigszins myn schuld te zyn geweest."
„Hoegenaamd niet, mynheer," wierp de
commissionnair tegöD. „Het was evenmin uw
schuld als die van den man in de maan. Het
was alles de schuld van dien ellendigen ouden
schaapskop, uw onderdanigen dienaar. Was het
niet door die koppige bygeloovigheid van my
om in uw geluk te gelooven en gy z y t ge
lukkig ik zou nooit dien jongen man zulk
een slechten raad gegeven hebben. Maar er
is niets aan te doen en ik heb u alles opge
biecht."
„Maar, Mr. Bloom," zeide ik, „ik heb eene
groote som van u gewonnen, en ik heb die
niet noodig. Wilt ge my het genoegen doen
die aan te nemen en aan uw ongelukkigen
cliënt ter hand te stellen?"
„Neen, mynheer," antwoordde Mr. Bloom,
zich oprichtende. „Dat gaat nietl Het is zeer
vriendelyk van u, maar als er iets gedaan
moet worden, is er maar één, die het doen
mag, en dat zyt gy niet. Of iemand dien
jongen man uit de sloot zal helpen, doet er
niet toe; maar als het u eenige voldoening
kan geven ik zal het u ronduit zeggen
er zal voor hem gezorgd worden.
Ik begreep, dat het nutteloos zou zyn meer
te zeggen. Mr. Bloom stond dan ook op en
deed tot myne groote verlichting geen voor
stel om eene nieuwe weddenschap aan te
gaan. My de hand gevende, zeide hy-.
„Nu, vaarwel, Mr. Paul 1 Ik feliciteer u met
uw geluk. Gy verdient het, omdat gy flink
en een goed mensch zyt; en als ik u verder
van dienst kan zyn, gy hebt myn kaartje
en weet wa&r u te vervoegen. Inmiddels heb
ik nog een goeden raad voor u, waarvan gy
kunt gebruik maken als gy wiltlaat u nooit
in met een schaapskop.
Hierop wendde hy zich om, verliet myne
kamer, en ik zag hem niet weer.
Toen hy vertrokken was, dacht ik na over
de vreemde geschiedenis, die hy my verteld
had. Weinig had ik gedacht, dat myn wedden
tot zulke droevige gevolgen zou leiden. Zoo
als Mr. Bloom te recht zeide, was ik niet te
beschuldigen voor den ondergang van dien
ongelukkigen onbekende. Niet rechtstreeks
misschien, maar ten minste indirect; en ging
ik op dezelfde wyze voort met myne macht
ten eigen voordeele te gebruiken, hoevele
zulke rampen zouden er nog door myn toe
doen kunnen veroorzaakt worden I Dit maakte
my meer dan ooit afkeerig van de wed
rennen en het denkbeeld er mee in betrek
king te staan. Ik deed daarom de gelofte,
dat myn laatste transactie met Mr. Bloom
de laatste zou zyn, en dat ik nimmer meer
met zulk gevaariyk vuur zou spelen.
Maar als ik daarvan afzag, welke andere
middelen stonden my dan ten dienste om
myn wensch te bevredigen en in staat gesteld
te worden te trouwen en myne vrouw te
verschaffen al wat aan hare behoeften en
haren smaak voldeed. Het moge vreemd
schynen, dat ik zoo verlegen stond om dit
vraagstuk op te lossen met de macht,
die ik bezat; maar ik beken, dat ik weinig
ervaring had van het harde, practische, alle-
daagsche werken! En zelfs al had ik eenig
plan gereed gehad om myne belangen te be
vorderen, ik was zóó weinig bedreven in de
kunst om geld te maken, dat ik er niet toe
kon komen den noodzakelyken eersten stap,
in welke richting ook, te doen. Maar ik dacht,
dat de tyd, nadenken en de natuurlyko loop
der gebeurtenissen mij waarschynlyk vroeger
of later den weg zouden wyzen, dien ik had
in te slaan, en dat, als ik maar het geduld
had om te denken en te wachten, de ge
legenheid wel zou komen.
XI.
Een souper.
Gedurende twee of drie dagen zag noch
hoorde ik iets van Frank Rayner of zijne
familie, maar hoezeer ik ook verlangde Ethel
Rayner weer te zien en den gunstigen indruk
te versterken, dien ik geloofde op haar ge
maakt te hebben, was die tyd in zoo ver
nuttig, dat hy my gelegenheid gaf, myne
aandacht te wyden aan die practische vragen
naar wegen en middelen, waarvan ik zooeven
sprak. Ik had eene rekening geopend by eene
Bank in de buurt, daar het grootste gedeelte
van myne winst in bewaring gebracht, dat-
met eene matige som gelds, die ik reed
bezat, nagenoeg duizend pond bedroeg. Vooi
myn doen was ik ryk en ten minste voo
eenigen tyd onafhankelyk.
(Wordt vervolgd.)