N°. 10986
Maandag; lO December.
A0.1895
<§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (gon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit DRIE
Bladen.
Leiden, 14 December.
3?* euilleton.
TE MEEUWSCIERBC.
LEIDSCH
DAG-BLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Yoor Leiden per 3 maanden. f 1.10.
i 1.40.
0.05.
Franco per post
Afzonderlijke Nommers
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Yan 1—6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17 J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt 0.05 berekend.
Eerste Blad.
Wy ontvingen het algemeen verslag
van het verhandelde op de algemeene ver
gadering van het hoofdbestuur c-n de afge
vaardigden der districts-commissiën van het
fond3 ter aanmoediging en ondersteuning van
den gewapenden dienst in de Nederlanden.
Ten aanzien van het Invalidenhuis te Leiden
wordt daarin medegedeeld dat het totaal be
drag der kosten van dat gesticht in 1894
beliep ƒ17,670.955 of ƒ686.55 meer dan in
het jaar te voren, toen het getal verpleegden
3 minder was.
In hot Invalidenhuis werden gedurende
1894 verpleegd1 verminkte uit de koloniën,
1 vorminkto uit den strijd tegen België, 46
infirmen, te zamen 48 man.
Uit de rekening van het Invalidenhuis
bleek dat by den Raad van Administratie van
dat gesticht is ontvangen het legaat van ƒ300,
door wijlen mejuffrouw A. M. Teerink aan
het Invalidenhuis besproken. De volgende
nadere mededeelingen omtrent het Invaliden
huis worden gedaan door de commissie, die
in dat jaar mot de inspectie van dat gesticht
is belast.
De boeken, registers en andere administra
tieve bescheiden worden zeer zorgvuldig en
net bijgehouden. Het saldo in kas bedroeg
2200 595. Uit de opgave van het aantal
onderofficieren, korporaals en manschappen
blfikt dat de sterkte op den 19den Juni 1894
bedroeg 43 man, bijgekomen 7, te zamen 50
man, waarvan zijn afgegaan door overladen
7, op verzoek ontslagen 2, te zamen 9, zoodat
op 28 Juni 1895 de sterkte bedroeg 41 man.
Yan de invaliden waren 5 in de ziekenzaal,
2 kwartierziek en 2 in dienst. De invaliden
zagen er over het algemeen welvarend uit en
waren in het bezit van de voorgeschreven
kleeding en uitrusting, die in zeer voldoende
staat werd bevonden. Uit het strafregister
bleek, dat van 19 Juni 1894 tot en met 27
Juni 1895, 8 personen waren gestraft, name
lijk 1 wegens brutaliteit tegen den sergeant-
majoor en dienstweigering en de overigen
wegens dronkenschap. By het bezoek van de
verschillende zalen en vertrekken bleek, dat
goede orde en zindelijkheid in het gebouw
bestaan. De bedden, waarop de equipement-
stukken der verpleegden waron uitgepakt,
bevonden zich in goeden staat, evenals de
voorraad, in het magazijn opgelegd. Yan de
bibliotheek, welke vrij goed voorzien is, wordt
veel gebruik gemaakt. De commissie van in
spectie heeft de overtuiging gekregen, dat het
Invalidenhuis uitstekend wordt beheerd en
dat daarvoor aan den raad van administratie
de moeste dank toekomt, terwijl commandant
en ondercommandant lof verdienen voor de
verdienstelijke wyze, waarop zij zich van
hunnen plicht kwijten.
B\j de door den heer D. Yeilbrief, archi
tect alhier, gehouden aanbesteding voor den
bouw van twee heerenhuizen aan den Morsch-
siDgel is, (in vakken afzonderlijk) hoofdaan
nemer geworden de heer H. Yerüaaff alhier,
voor de som van 9435.
Gedurende de 2de helft der maand Nov»
zijn aan het postkantoor alhier bezorgd de
volgende brieven, welke, door onbekendheid der
geadresseerden, niet besteld konden worden:
Wed. H. M Van Andel, Amersfoort; mevr.
De Wolff, D. J. Zwfistra, AmsterdamDr.
Visser-Verens, Arnhem; Freskes, Haarlem;
Ede Bork, niet vermeld. Briefkaarten: A.
Van Zfip, Amsterdam; M. J. Meerburg, Arn
hem; J. Holwerda, G. G. Van Krevelen,
Rotterdam.
Brief, verzonden geweest naar het buiten
land: H. Henzen, Rheine.
Verlenging van verlof is verleend wegens
ziekte aan den commies der posterijen J. S.
Parxer, te Leiden, tot 31 Januari 1896.
Ontslagen: de brievengaarder M. Verloop,
te Noordwyk aan Zee.
De off. van gez. 1ste kl. dr. T. J. H.
Snijders, van het reg. gren. en jagers, is
aangewezen om van af 10 Jan. aan de uni
versitt-it te Leiden een cursus in chirurgie te
volgen.
De Vrije Universiteit te Amsterdam heeft
van wijlen den heer G. Zirkzee, te Leiden,
een legaat van ƒ1000 ontvangen.
Voor bet akte-examen in de wiskunde
liger onderwijsj is geslaagd de heer J. Van
der Spek, uit Waddingsveen.
De vergadering van de ijs club „Voor
waarts", te Katwijk aan den Ryn, gisti-ravoud
in het logement „De Roskam" aldaar gehou
den, werd bijgewoond door 22 leden.
In zijn openingswoord herdacht de waar
nemende voorzitter den ernstig krenken prosi
dent der veremiging, den heer C. Zuydorduyn,
den wensch uitsprekende, dat hjj spoedig den
zfinen en der vereemging worde hergeven.
De notulen der vorige vergadering werden
gelezen en onveranderd goedgekeurd.
Uit het verslag van den penningmeester
blijkt, dat de uitgaven ruim ƒ216 bedragen
en het boekjaar kan worden afgesloten met
een batig saldo van 43 81. De 2de voorzitter
zeide secretaris en penningmeester dank voor
hunne werkzaamheden.
Aan de orde was de verkiezing van twee
bestuursleden en vier baan commissarissen.
De aftredende bestuurders, de heeren C. Zuy
derduyn en J. Remmelswaal, werden met
groote meerderheid herkozen, terwijl na stem
ming en herstemming zich tot commissaris
zagen benoemd do heeren J. v. d. Nouwelan
W. v. d. Valk, P. en W. Zuyderduyn. Allen
namen de benoeming aan.
Waar gebleken is dat do inhoud der 4 bus
sen, voor den werkman langs de banen ge
plaatst, in den afgeloopen winter nog geen
5 heeft bedragen, wordt besloten by wyze
van proef twee werklieden, voorzien van 'een
herkenningsteeken, met de bussen op het ijs
te 8tationneeren. Tevens werd in beginsel
besloten om dit seizoen, wanneer weder en
ijs dienende zijn, een ouderlingen wedstrijd te
organiseeren, echter buiten de kas der ver
eeniging.
Uit mededeelingen bleek dat één of meer
leden hebt en bedamt, daar de vereeniging
dezen winter de sneeuw niet had doen oprui
men voor de woningen dier leden. Hun heen
gaan werd met het oog op de redenen, die
zijn opgegeven, geenszins betreurd; de ver
eeniging toch is een tpsclub, verschaft aan
behoeftigen arbeid, maar in de eerste plaats
op het ijs. In buitengewone gevallen, wanneer
de kas zulks toelaat, zou alleen tot sneeuw
ruimen mogen worden overgegaan.
Niets meer aan de orde zijnde, werd de
vergadering door den tweeden voorzitter dank
zeggende gesloten.
Men schrijft ons nader uitRynzaterwoude
Deze week had hier de aangekondigde bijeen
komst van de Nieuwveensche onthouuers-
vereeniging plaats. In de daarvoor bestemde
zaal waren ruim 100 personen bijeen. Door
den heer Spelberg werd eene rede gehouden
over alcohol en de schadelyke werking daar
van, ook al wordt by in de geringste hoeveel
heid gebruikt. Om dit aan te toonen leverde
spreker eenige cijfers. Eigenaardig was het,
dat deze cijfers ontleend waren aan geschriften
uit Engeland en Frankrijk, doch uit Nederland
niets anders als de 80 millioen, die aan
drank wordt uitgegeven. Op verzoek van een
der hoorders werd dit nader verklaard, door
een berekening daarvan uit een brochure
voor te lez«n. Hierby was alles byeengeha.dd
wat met eenige mogelijkheid kon. Afge
trokken werd er ni ts, wat toch wel moest
om hen aan een bbstaan te helpen, die bfi ge
heel-ontbouding brooieloos zullen worden enz
In de pauze werden ontboudings-liederen
en boeken te koop aangeboden. Na de pauze
sprak de heer De Koe, en wel met verklaring
van eenige platen Engelsche platen nog
wel een soort, van aanschouwelijk onderwijs
dus op do lagere school, en daar het hier
voor volwassen personen wa9, maakte dit al
e- n zeer soberen indruk. Aan het eind van
iedere plaatverk'aring volgde weer iets over
het noodzakelyke van de bewuste geheel
onthouding, doch verreweg de meeste tijd
werd doorgebracht met het verklaren van do
teeker.ing, b. v. smederij, locomotief, glas
blazerij, korenveld.
Voor de lezing in de pauze en by het sluiten
van de bijeenkomst worden liederen gezongen
door de leden van genoemde vereeniging.
Of het doel van deze byeenkomst „pro
paganda maken" bereikt werd, weet ik niet.
My komt het voor, dat alles te theoretisch
was opgezet en met de praktyk geen rekeDing
werd gehou en. Onwillekeurig dacht ikdoor
zoo veel te wille», wordt de poe le zaak: „drank-
bestryding in Nederland," niet bevorderd.
Gelyk wy in ons vorig nommer reeds
meldden, is gisternamildag door de Tweede
Kamer reeds beslist over het voorstel tot ver
bouwing der grafelyke zalen op het Binnenhof
te 's Gravenhage.
De heer Mees zeide, dat het amendement der
commissie beoogt ae verbouwing over te geven
aan het ministerie van waterstaat, dat het
Bn.nenhüf restaureerde.
De Minister maakte daartegen bezwaar, daar
't hier geldt de restauratie van de monumen
tale loterijzaal, die een historische architectuur
heeft. De gelaaanvrage strekt slechts tot voor
bereiding van het advies aan de kroon om
trent het karakter der loterijzaal.
De heer Rutgers Van Rozencurg beweerde,
dat met den post beslist wordt over den styl
der grafelijke zalen, welker restauratie hy tot
geen prfis overgeeft aan het ministerie van
binnenlandsche zakeD, uit vrees voor bederf
van het gebouw. Spreker prees de verbouwing
van het Binnenhof door den minister van
waterstaat.
De beer Van Bvjlandt (Gouda) ondersteunde
den post, die werd bestreden door den heer
Veegens, op grond dat de Kamer party zou
kiezen in een conflict tusschen waterstaat en
binnenlandsche zaken over het beheer der
ridderzaal
De heer Vermeulen was voor de restauratie
door binnenlandsche zaken, hulde brengende
aan den heer De Stuers' liefde voor de histo
rische kunst.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
erkende niet den heer Rutgers van Rozen
burg, ontsiering van hot Binnenhof door de
fontein, tot verdwyning van welk ornament
is mede te werken ooor de goedkeuring van
den post, die strekt om te zorgen dat de
loterijzaal hersteld worde overeenkomstig de
eisehen der kunst.
Het amendement van de commissie werd
met 48 tegen 46 stemmen aangenomen
Nadat de elders in dit noinmer uitvoerig
vermelde beslissing omtrent het Ethnographisch
Museum (dat te Lei ien blijft) gevallen was,
werden de overige artikelen van het hoofdstuk
Binnenlandsche Zaken goedgekeurd.
Bij den considerans verklaarde de heer
Vermeulen dat hy afgezien heeft van zyn
voornemen om stemming te vragen over
het hoofdstuk, omdat onder de bestaande
omstandigheden met het oog op de aanstaande
behandeling der kieswet de stem van vele
leden vei keerd zou kunnen worden uitgelegd.
Hij bepaal, e zich aerhalve tot een protest en
herhaalde dat hy principiëele en finantiêole
bezwaren tegen deze begrooting heeft.
Hoofdstuk V werd daarop zonder hoofdelyke
stemming goedgekeurd.
Het debat over het hoofdstuk Marine is
daarop aangevangen.
De heer Guyot juichte 's Ministers voor
nemen tot verbetering van het materieel der
zeemacht toe, doch wenschte een vast plan,
waarby jaarlyks lVa millioen voor nieuwen
aanbouw zou moeten worden besteed. Indië
zou wat meer moeten bydragen. Een leening
voor dit doel, evenals voor de geweren is
vastgesteld, acht hy wenschelyk.
Verder behandelde de heer Guyot nog ver
schillende punten, o. a. de opleiding der adel
berstende mariniers, den dienst der officie
ren der marine reserve.
De heer Van Limburg Stirum drong aan
op betere bepalingen omtrent het passagieren
van het zeevolk en oordeelde een wyziging
der Militiewet niet noodig om het doei te
bereiken van inlfiving by de zeemilitie.
De voortzetting van het debat werd toen
bepaald op hedenmorgen te elf uren.
By HH MM. de Koninginnen aineerd6
gisteren Mevr. de baronesse Van Hardenbroe
grootmeesteressemevr. gravinne Dumonceaj
dame du palais; baron Van Hardenbroe
opperkamerheer; luit.-gener. graaf Dumoncez
chef van het Militaire Huis; jhr. Van Weea
buitengewoon gezant en gevolmachtigd mmisb
van H. M. te Madridmevrouw Van Weed
zyne echtgenoote en Jhr. Van P.ibst van Bi
gerden, kamerheer in buitengewonen dien
van H. M.
De heer J. M. Westerouen van Meeterer
by koninklyk besluit van 16 April 1895 b
noemd tot consul te Cabinda, voor d6
Onaf hankelyken Congostaat, de Portugeescb
bezittingen in Neder-Guinea, ten noorden va«
de Congorivier en de Fransche bezittingen i;
Neder Guinea aan de Setterivier, is in di.
hoedanigheid door het bestuur van den Onaf
hankelyken Congostaat en door de Portugeesch
en Fransche Regeeringen erkend en toegelaten.
De praeses van het klooster te Starre-
veld, gem. Lichtenvoorde, pater Gregorius
Janknecht, is door den Paus benoemd tot
Commissaris der Heilige Plaatsen in Palestina.
Dr G. Brom, te Utrecht, is door den
keizer van Oostenryk benoemd tot ridder van
de IJzeren-Kroonorde.
Zooals wellicht minder bekend is zegt
het „(J. D." maakt dr. Brom als secretaris
deel uit van de Pauseiyke Ablegatie, welke
in last heeft, de trevet van benoeming en de
kardinaals-baret, bestemd voor den Grieksch-
rutbeenscben metropoliet, Mgr. Sylveater Sem-
bratoricq, aan den keiz-«r te overhandigen.
Het „Hbl." verneemt dat prof. Van der
Mey, te Amsterdam, sedert eenige dagen
lydende is aan bloedvergiftiging. Eene operatie,
gistermorgen door prof. Korteweg verricht,
gaf nog niet het gewenschte resultaat en üe
toestand geeft reden tot ernstige bezorgdheid.
Hetzelfde blad vermeldt het overiyden van
mr. H. P. De Gavere, tot voor korten tyd
ontvanger van het buitengewoon zegel te
Amsterdam. Door ongesteldheid was mr. De
Gavere genoodzaakt zyn pensioen to nomen
en trachtte hy in milder klimaat genezing te
vinden. Te Nizza is hy 9 dezer overleden.
Door B. en Ws. van Amsterdam wordt
aan den Raad ter goedkeuring voorgedragen
een ontwerp-besluit tot verkoop aan den
Staat van een terrein by het Centraal
station, groot 1240 M2., voor 62,000 ten
eime daarop to stichten een pakketpostlokaal,
hetwelk door een 4 M. breede tunnel met
het station zal worden in verbinding gebracht.
M-m bericht uit Königsberg dat prof.
Von Eiselsberg, te Utrecht, in aanmorking
komt als opvolger van den hoogleeraar in
de chirurgie Braun, aldaar, die naar de univer
siteit te Góttingen overgaat.
Aan 's Ryks kleedermagazyn te Amster
dam werd aanbesteed de levering van diverse
goederen. Minste inschryvers waren voor 1000
kampementsdekens de heeren J. Zuurdeeg «Sc
Zn., te Leiden, niet ad 2.35, maar ad 3 35.
De bekende anarchistische ondtrwyzer
A. Dykstra, tydeiyk onderwyzer te Siegers-
woude, is aldaar na een kortstondige ziekte
overleden. Hy was slechts 22 jaar oud.
18)
Hoe meer ik hem zag, terwyi ik eiken
dag het hospitaal bezocht en by die gelegen
heid beele gesprekken met hem hield, hoe
mec-r ik hem mocht, totdat ik eindeiyk een
sterk gevoel van genegenheid en vriendschap
voor hem koesterde.
Het was evenzeer op wensch van zflne
zuster als uit eigen beweging, dat hy zoo
dikwyu naar het hospitaal ging. Haar zelf
scheen door haar dokter volstrekt verboden
te zijn haar vader te gaan bezoeken, zoowel
om zjnent als om harentwil. Hare gezond
heid, verklaarde Frank, was langen tyd zeer
zwak geweest, en de schok door het ongeval
had eene hoogst nadeelige werking op haar
gehad. Alleen rust en het vermyden van elke
gemoedsbeweging konden haar doen herstellen
en een bezoek aan het hospitaal en haar
vader te zien liggen in zyn half bewuste-
loozen toestand met zyn hoofd met windsels
omwikkeld en met aüdere pyniyke teekenen
van zijn jammeriyken toestand, zouden tot een
zenuwtoeval kunnen leiden, dat even nadeelig
voor haar zelf zou zyn als de aandoening, die
dit zou veroorzaken, voor den lyder. Zoo
onderwierp zy zich geduldig aan hare go-
dwongen uitsluiting van haars vaders ziek
bed, en was zy gerust te weten dat haar
broeder daar had post gevat.
Nu bevreemdde het my eenigszins, daar ik
uit de inlichting van Miss Rayner wist dat
Frank op een kantoor in de City werkzaam
was, dat hy zoo lang zyne bezigheden kun
laten varen. Ik besloot daarom, toen wy meer
vertrouwelyk met elkander waren geworden,
hem te vragen, of ik, die niets byzonders
te doen had, hem ook van dienst kon zyn
door hem nu en dan af te lossen in de op
passing van zyn vader. Zoo begon ik met
hem te kennen te geven, dat zyn voortdurend
verbiyf in het hospitaal hem nogal van zyn
werk moest afhouden.
„Och!" zeide Frank op den luchtigsten en
meest zorgloozen toon, „dat komt er niet op
aan."
Dit vond ik zonderling. Indien hy had
gezegd, dat de noodzakelykheid om zyn vader
te verplegen hem dwong zyn werk ter zyde
te stellen, maar dat hy zich verplicht achtte
de opoffering te doen tegen eiken prys, dan
zou ik niet verbaasd zyn geweest. Maar dat
de zaak van zoo weinig of in 't geheel geen
belang werd geacht, deed my vermoeden,
dat zyne betrekking in de City van een
byzonderen aard moest zyn. Langzamerhand
echter kwam ik na eenigen tyd eenigszins
op de hoogte van zyne levenswyze en van
de geschiedenis en den toestand van zyne
familie over het geheel.
Uit hetgeen ik by gedeelten in den loop
van onze vele gesprekken opviüg, verzamelde
ik de volgende feiten. Mr. Rayner Senior was
weduwnaar. Hy had zes kinderen gehad,
waarvan de meesten jong gestorven waren en
Frank en Ethel alleen overgebleven. Zy waren
de jongstgebo.enen, en hunne moeder, die
evenals hare dochter, altyd eenigszins zwak
van gezondheid was, hadden zy reeds in
hunne vroege jeugd verloren. De oude heer
was procureur geweest met eene goede prak
tijk en had zich eenige jaren geleden uit de
zaken teruggetrokken, na heelwat overgelegd
te hebben. Het was wel geen fortuin, maar
eene aanzienlyke som gelds, die hy voor-
naraelyk ten voordeele van zyn zoon en
dochter had vastgezet. Wat Frank betreft,
ik vernam uit zyn luchthartigen praat, altyd
naïef en openhartig, dat hy zooveel als een
„rollende steen" was geweest. Eerst by zyn
vader werkzaam, toonde hy geen lust in wet
geleerdheid; hy zag er van af en kreeg eene
plaats op een handelskantoor. Maar facturen
stonden hem al even weinig aan als akten,
en na een paar jaar werd hem beleefd te
kennen gegeven, dat hy zyn ontslag kon
nemen. Toen bleef hy eenigen tyd thuis
zonder iets byzondere uit te voeren, maar,
zooals hy zeide, zyn vader amusoerende en
zyne zuster plagende, en allerlei streken uit
halende, doch mets, dat met zyne eer of
rechtschapenheid streed. Blykbaar was hy
een vroolyke kwant, die meer van de pret
dan van geregeld werken hield en in eene
minder beschaafde omgeviDg misschien in
ernstige ongelegenheid had kannen geraken.
Voor een jonkman als hy zoo zwak van
karakter, zoo gemakkeiyk mee te sleepen en om
den tuin te leiden zouden slechten kameraden
zeer gevaarlyk zyn geweest. Gelukkig had hij
die niet, en zyne ergste moeilykbeden waren
het gevolg van zorgloosheid en buiten
sporigheid.
Na eenigen tyd kwam een vriend der
familie tusschenbeide en drong er by Mr.
Rayner sterk op aan, zyn zoon weer aan
het werk te zetten; en zelfs Frank, wien
het niet8-doen begon te vervelen en die zich
eenigszins schaamde over eene buitengewoon
jongensachtige dwaasheid, waaraan hy zich
had schuldig gemaakt, zag de noodzakelykheid
in van eene vaste bezigheid. Hy vond weer
een kantoor en eenigen tyd ging het vry
goed. Maar de oude gewoonten van luieren
en pretmaken kwamen weldra boven, en
weer, om zyn eigen woorden te bezigen,
kreeg hy den zak. Zoo ging het eenige jaren
voort; en Frank nam nu dit, dan dat by de
hand, nergens lang in betrekking biyvende,
totdat er een tyd kwam, dat hy weer thuis
bleef, waar by, om zyne eigene expressieve
taal te bezigen, zich zat te verkniezen.
Toen kwam er een nieuw persoon op het
tooneel, die eene merkwaardige verandering
in Franks levenswyze bracht. Dit was zekere
Craven Lumley, dien Mr. Rayner in zyne
jeugd gekend had en die eenige jaren naar
het buiteüland was gegaan, in byna alle
deelen van de wereld gereisd had, zich een
tydlang hier en daar gevestigd: in Canada,
de Vereenigde Staten, Zuid Amerika en
Australië, wien het, naar zyn zeggen, goed
ging, daar hy veel geld verdiende waar hy
kwam, ofschoon hy altyd verlangde terug te
keeren en weer in het vaderland te wonen.
Hy was nu voornemens in Londen zaken te
beginnen. Hy had eene aaDzienlyke som
gelds ter beschikking, maar zocht nog meer
kapitaal, om zekere plannen uit te voeren,
die hy in zicht had, waarom hy voorstelde
dat, indien Mr. Rayner het voor zyn zoon
en dochter vastgezette geld in zyne zaak
wilde steken, Frank zyn compagnon zou wor
den en hy, zooals hy zeide, „een man van
hem zou maken."
Het aanbod was te verleideiyk, om t(
weigeren. Bovendien schynt die Mr. Lumley
met zyne wonderbare verhalen vaü de vreemde
laoden, die hy had bezocht; de buitengewone
avonturen, die hy er had beleefd, en den ver
bazen den voorspoed, die hem ten deel viel, een
zeer gunstigen indruk op de familie Rayn-.i
gemaakt te hebben, terwyi Frank zelf, n?
tot vervelens toe zooveel lange jaren klork
en ondergeschikte te zyn geweest, bepaald
verrukt was over het donkbeeld, compagnon
60 patroon te worden.
„En," zeide Frank, want ik zal hem liever
het overige van de geschiedenis in zyn eigen
woorden laten vertellen, „de overeenkomst
heelt prachtig gewerkt. Weet g(j, Paul," giny
hy voort, want hy had reeds lang het
deftige „Mr.", waarmee hy my vroeger aan
sprak, laten varen, „onze zaak heeft twe
kanten het werk en het spel. Lumley doef
het werk, ik doe het spel. Dat is eene rnooi'
verdeeling van arbeid, nietwaar? En ik behoe.
u niet te zeggen, maat, dat dit net iets voor
my is. Misschien dien ik het wat te ver
klaren. Wy dryven een algemeenen of com
missie-handel, en hebben een aantal klanten
die wy moeten te vriend houden, waaroor
wy hun diners aanbieden en op allerlei wya
amuseeren.
(Wordt vervolgd,)