N°. 10982 Woensdag 11 December. A0.1895 feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 10 December. Feuilleton. TE NSEUWSCSEmC. LEIDSCH PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. 1.10. Franco per posta 1*40. Afzonderlyke Nommersi 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 J. Grootero letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend Ollioiëele Kenuisgevingeu. Burgemeester en Wethouders van Leiden, Gezien de adressen van J. M. SLEWE en de firma TIELEMAN DROS, houdende verzoek om ver gunning, respectievelijk tot oprrchtiDg van eene 8 1 a c h t e r ij en r o o k e r jj in het perceel Eoer- havestraat No. 1 en tot plaatsing van eeu riou-reu etoomkotel in het perceel Hooigracht Noa. 91/93 Gelet op de artt. 6 en 7 der wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad No. 95); Geven bjj deze kennis aan het publiek dat ge noemde verzoeken met de bglagen op de Secretarie dezer gemeente ter visie gelegd zijnalsmedo dat op Maandag 23 Deo. a. s., 's voormiddags te elf uren. op het Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen die verzoeken in te brengen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS. Burgemeester. 9 Dec. 1895. E. KIST, Secretaris. Vergadering van den Gemeenteraad van Leiden, op Dond rdag 12 Dec., des namiddags te twee uren. Punten ter bohandeling: 1®. Vooretel omtrent do benoeming van eene Raads commissie in zake eene onbewoonbaarverklaring van perceelen in de 8chagenpoort. (294) 2°. B ioeming van de loden der bovengenoemde Commissie. (294) 3°. Idem van twee Bestuurders van de Stedelijke Werkinrichting uit do leden van den Gomoenteraad (O. C. Juta en P. Zilloeen). 4°. Idem van vier leden der Plaatselijke School commissie. (305) 6°. Idem van een derden onderwijzer aun de Jongens school 2de klasse. (284) 6°. Idem als voren. (296) 7°. Voorstel van den heer Pera om het voorstel tot hot doen instellen van een onderzoek in zake do *vfcDtueele Oyr-chting van eo abattoir voor- loopi niet in behandelmg te nemeo, waaromtrent in de vergadering van 21 November jl. do stemmen hebben goc-taakt. (2^9) 8°. Verzoek van de Drie-October-Vereeniging om verhoogiüg van hot liasr toegezegd f-ubaidie. (285) 9°. Suppletoir© staat van begreoting, dienst 1894 van het college Vreuwen Kraammocdere. (28G) 10°. Rekening over 1894 van het college Vrouwen Kra>mmoeders. (290) 11°. Verzoek van het Bestuur van den Bakkersgezellen- bond „Verbetering zjj ons streven" omtrent Zoodagsrust. (287) 12°. Idem v.-in A. J. Van dor GoesVan Loghom, om vrijstelling van schoolgeld voor de Kweek school voor Onderwijzers. (288) 13°. Idem als voreu van W. C. Manrleveld. (289) 14°. Idem van do Loideohe Katoonmaatechappg om trent hot leggen van eene olectriache verbin ding. (291) 15°. Staat van af- en oversohryving en suppletoire staat van bogrooting, dienst 1895. (292 en 297) 16°. Verzoek van Mej. A. E. M. Bonjenaar, om eervol ontslag als tweede onderwijzeres in do handwerken aan de school 8do klswo No. 1. (293) 17°. Idem van R. Burg—Scott, om vrijstelling vau de betaling van schoolgeld Hoo^ero Bur0erecbool voor Jongens. (295) 18°. Vooratol tot afschrijving van plaatselijke directe belasting. (298) 19°. Voorstel omtrent de intrekking van do Algemeeno Voorwaarden van aanbesteding. (301) 20°. Voorstel omtrent de begrooting van de Schuttery voor 1896. (302) 21°. Verzoek van de Kon. Nedorlandoohe Grofsmederij omvrent verbreeding en verlaging van de brug over de Binnenvest gracht, enz. (303) 22°. Verzoek van A. Verboog, te Leiderdorp, om oen brug to leggen over do sloot langs den Haarlt-mmertrekweg. (304) 23°. Bczwaarsohrifton tegen bot Kohior der Plaatselyko Direote Belasting, dienst 1895, derde en la&tsto gedeolte. (800) Evenals het vorige jaar heeft het bestuur der Vereeniging „Kennis is Macht" eenige sprekers uitgenoodigd, die in den loop van dezen winter voor leden en donateurs zullen optreden. Bljjkens de in dit blad voorkomende advertentie zal de eerste lezing gehouden worden op Maandag 16 dezer door den heer W. G. VaD Noubuys, een der meest bekende letterkundigen van den nieuweren tyd. Velen zullen zeker gaarne met hem als spreker willen kennismaken. De namen der ver schillende sprekers waarborgen „voor elk wat wils" en wy durven verwachten, dat zeer velen nog van de gelegenheid zullen gebruik maken, om, door toe te treden als lid of donateur der Vereeniging, eene goede zaak te steunen en zich eenige aangename avonden te verzekeren. Door de Gymnastiek- en Schermvereeni ging Sparta" alhier zal binnenkort een onder ling concours uitgeschreven worden op degen en sabel, tot welk doel vier medailles zullen worden beschikbaar gesteld. De officieren van gez. der 2de kl. dr. C. W. Boers, D. J. E. Mac Leod en J. Van der Meulen, allen thans gedetacheerd by den cursus aan het militair hospitaal te Utrecht, worden den 2den Januari a. s. overgeplaatst en respectievelijk ingedeeld by het 5de r*g. inf. te Amersfoort, bij het 4de reg. inf. te Leiden en by het 7 do reg. inf. te Naarden. De Fransche mail, met berichten uit Batavia tot 15 November, wordt morgen alhier verwacht. Het hoofdbestuur der Nederlandsche My. tot bevordering der Geneeskunst maakt in het Tijdschrift voor Geneesk. bekend, dat op de vraag betreffende de vacantie cursussen door nagenoeg alle hoogleeraren, doctoren en pri vaat-docenten in de practische geneoskundige vakken is geantwoord. Onvoorwaardelijk be reid om aan den uitgesproken wensch te vol doen, als zich belanghebbenden aanmelden, verklaarden zich de heeren prof. Doyer, prof. Rosenstein, dr. Nykamp, dr. Brondgeest, dr. Dentz, dr. v. d. Meulen, dr. Huysman, dr Kooy, dr. Ranneft, prof. Guye, dr. Van Rijn berk, dr. Mendes de Leon, dr. Van Deventer, dr. Tilanus, dr. Graanboom, dr. Burgtr, dr. Wertheim Salomonson en dr. Po.-thumus Meyes, terwijl de volgende heeren, hetzy onder zekere reserves zich bereid verklaard hebben, of tot nadere bespreking gaarne bereid zijn: prof. Mac Gillavry, prof. Siegenbeek van Heu- kelom, prof. Van Iterson, prof. Treub, prof. v. Eiselsberg, prof. Snellen, prof. Spronck, prof. Kocb, prof. Forster, prof. v. Haren Noman, prof. Kortewog, prof. v. d. Meij, prof. Pel, prof. Rotgans, prof. Stokvis, prof. Straub en dr. Saltet. De secretaris van het hoofdbestuur verklaart zich nu bereid, tot 1 Februari '96 de aanvra gen te ontvangen van hen, die aan de vacan- tie-cursus8en wenschen deel te nemen, met opgaaf der vakken. De heer B. Rootnat, tot voor drie maan den onderwijzer aan do openbare school te Valkenburg, bij Leiden, thans te Rotterdam, werd in den loop van Augustus 1895 toege laten voor de akte van hoofdonderwijzer en slaagde op 6 dezer voor de akte wiskunde 1. o. Naar men verneemt, is door den heer G- Wulfsen, te Haarlemmermeer, tegen 1 Januari a. s. eervol ontslag gevraagd als Rijksontvanger van Haarlemmermeer en Aalsmeer. De hetr D. Moorrees, cand. tot don H. D., te Aalst (Bommelerwaard), heeft voor het beroep als predikant naar' Kage bedankt. In do zitting der Tweede Kamer, gister- namiddag te kwart voor tweeën geopend, was aan de orde de algemeene beraadslaging over Hoofdstuk V (Binnenlandsche Zaken) der Staatsbegrooting voor 1896. De Voorzitter verzocht zich by de bespre king der quaesties van het onderwijs te be palen tot algemeene beschouwingen en détails te behandelen ly de desbetreffende artikelen. De heer Vermeulen is teruggekomen op zijn algemeene bedenking, dat 's ministers begroo ting strijdt met de taak van het geheele Kabinet en de uitgaven bevat van vèrreikende finantiëele gevolgen, vooral op onderwijsge bied. Hy ziet geen kans by amendement het karakt.r der begrooting te veranderen, daar dat een plan voor de toekomst inhoudt. De hoer Willingc verdedigde, tegenover 's ministers opvatting, de vrijheid voor ge meentebesturen tot regeling van den open baren verkoop en verspreiding van gedrukte stukken. De heer Kuyper achtte de grieven over 's ministers onderwijs voorstellen gegrond en meende dat de begrooting sporen droeg van heropening van den schoolstrijd door een Kamer, gekozen op de kiesrecht quaestie. Hy kwam op tegen de houding van de hooge autoriteiten tegenover het gemeentebestuur van Sliedrecht na de ontdekte onregelmatig heden en vroeg nadere inlichtingen over de weigering van de hulp van hooger hand en over het aan den vorigen burgemeester ver leend eervol ontslag. Do heer Lieflinck vroeg gelijkmatige toepas sing der Drank ut by het totkennen van ver gunningen boven het maximum. De heer De Saoornin Lokman heeft geen bijzondere bedenkingen tegen deze be^rooting, die niet veel verschilt met vorige, onder liberale kabinetten. Ook hij verdedigde het recht der gemeente besturen om by orde-maatregel het venten van dagbladen op straat te beperken en bestreed uitvoerig de geneeskundige nota ten voordeele der vaccinatie, tevens opkomende tegen den vaccine-dwang, die vervangen moest worden door een afzonderings-systeem. De minister van binnenlandsche zaken vond in de rede van den heer Vermeulen aanleiding om zyn standpunt ten aanzien van de kieswet eenigszins aan te duiden, en zei dat de Re geering in deze het oog gevestigd houdt op de Grondwet en op de in deze Kamer gevallen beslissing De minister ontkende voorts, dat zyne hou ding sinds het vorige jaar moer militant zou zyn gewor en. Gelyksoortige uitgaven als op deze begrooting werien ook ten vorigen jare ingediend. Van uitdaging kon hier geen sprake zyn. Wie hart heeft voor het onderwys, zil verplicht zyn om met voorstellen als deze by de Kamer te komen. Geen politieke omstan digheden mogen de Regeering belemmeren in haar plicht om voor het openbaar onderwys te zorgen. En de verbooging op dit hoofdstuk is toch waarlijk niet in staat om hot evenwicht op het Staats-budget te verbreken of to her stellen. De minister was zich niet bewust, de eischon van gepaste zuinigheid uit het oog te hebben verloren. En in geen enkel opzicht kon de minister toegeven is de politiek hier by deze begrooting gemengd. En het is volstrekt niet slechts voor het openbaar onder wys, dat do minister hier verschillende posten op de begrooting heeft gebracht. Ten aanzien van de kweekschool voor onderwijzeressen verwees de minister naar den aandrang, die in deze vooral van de Tweede Kamer is uitgedaan. De minister betoogde dit alleen om aan te toonen, dat deze begrooting niet is opgemaakt met een bepaald vooropgezet doel, doch slechts om uitvoering te geven aan de eischen der bestaande wet. Wat de quaestie der gemeentelyke veror deningen betreft, de letter der wet moet grondslag z(jn van elke interpretatie. Geen verdere beperking der drukpersvrybeid mag plaats hebben dan die in de wet zelve ge legen is. Wat de vaccine betreft, over de materie van dat onderwerp wilde de minister zich niet in debat begeven. Hy wilde er alleen dit van zeggen, dat hy in deze op geen vry stand punt staat by bet bestaan van wetteiyke bepalingen. Den heer Kuyper antwoordde de minister, dat het allerminst zyne bedooling was de praerogatieven der Kroon te willen vermin deren. Wat de Sliedrechtsche zaak betreft, zei de minister, dat men zich er eene verkeerde voorstelling van maakt. Volgens de beslis sing van het Hof is van geen doleuse intentie gebleken. Wat art. 26b der Drankwet aangaat, is er geen reden om bestaande vergunningen na 1901 niet van kracht te beschouwen. Twyfel daaromtrent is uitgesloten. Voor eene wyzi- ging ter tegemoetkoming in 't bezwaar van den heer Lieftinck gevoelt hy meer. De heeren WillingcKuyper en Lokman repliceerden. De heer Vecgens constateerde dat door het antwoord van den minister omtrent art. 26b der Drankwet de onzekerheid blyft bestaan, die sh-chts door het eindigeD van het ministe rieel leven van dezen minister kan eindigen. De minister repliceerde. De algemeene beraadslaging werd gesloten en het verder debat is verdaagd tot heden. Op de begrooting voor Binnenlandsche Zaken zyn drie amendementen voorgedragen, en wel Een door den heer Schaepraan om het subsidie van f 5000 voor de Kweekschool voor Bewaarschoolhouderessen te Leiden te doen vervallen. Een door de heeren Ferf, Beelaerts van Blokland, Haffmans, De Kanter en Lely om f 10,000 uit te trekken onder het hoofd sub sidiön en andere uitgaven ter bevordering van de voefokkery. Een door do heeren Bool, C. Van Bylandt, Beelaerts van Blokland, Travaglino enDrucker, orn den bouw van lokalen voor 's Ryks Ethno graphisch Museum by 's Ryks Universiteit te Leiden voor memorie uit te trekken. Van „De Aarde en haar Volken" ont vingen wy heden de eerste aflevering van den nieuwen jaargang. Meer dan dertig jaren heeft dit weekblad van den heer H. D. Tjeenk Willink, te Haar lem, een plaatsje ingenomen op de huistafel en 't is goed gezien van den uitgever eens iats nieuws te geven. Dat heeft hy gedaan door den nieuwen jaargang te verryken met een byblad, dat zonder prysverhooging de lezers op de hoogte houdt van 't meer actueele nieuws op 't ge- biod van de „Aarde en haar Volken". „Op den Uitkyk" heet dit wekelyksch byblad, dat, zooals het woord vooraf aangeeft, „nauw aansluitend aan de actualiteit, u nu hier, dan gin Ier zal doen vertoeven, overal u heen voerend, waar de gebeurtenissen van den dag uwe aandacht verdienen. „Wy zullen voor u op den uitkyk staan naar wat er, 't zy verre 't zy naby, belang rijks is waar te nemen of schoons is te ge nieten; geen triomf onzer kennis op de vele nog onbekende terreinen der aarde, of wy zullen er melding van maken, geen vreedzame verovering, of zoo zy van eenigo beteekenis is, willen wy er u op w}1zen, en waar politiek of veroveringszucht den oorlog doet ontbran den, willen wy trachten door woord en beeld het terrein van den stryd u te schetsen en de soms weinig bekende volken en streken u nader te brengen. „Portretten hopen wy nu en dan te geven van de mannen en vrouwen, dia als bescha vingspioniers naar den vreemde zyn getogeD, en van de wetenschappelijke reizigers, waarop onze eigen tyd zich mag verheffen. „Mogelyk, dat wy gelegenheid vinden hun, die zelf de reisschoenen wenschen aan te trekken, bruikbare wenken of aanwyzingen te geven, hunne opmerkzaamheid in te roepen voor het een of ander minder bekend hoekje van onze schoone aarde, waar de toeristen- stroom tot nog toe voorbyvloeide, terwyl we hopen telkens met een enkel woord mei ing te maken van de door de reisagenten onzer dagen ontworpen reisplannen." De nieuwe jaargang van „De Aarde en haar Volken" vangt aan met een beschrijving van „onze koninklijke paleizen" door J. Margadant. De photographieön, waarnaar de platen voor die schets zyn vervaardigd, werden, met ver gunning van H. M. de Koningin Regentes, opgenomen door de firma Vinkenbos Sc Dewald, te 's-Gravonhage. In de derde vergadering van 31 inge zetenen van Haarlem in zake de door Ged. Staten ontworpen gronsregeling raet Heem stede, is gisteren het voorstel van Ged. Staten weder behandeld. Eene motie van de hooren A. Bertling c. 8. werd met 19 tegen 10 stemmen aangenomen, waarbij het voorstel van Ged. Staten niet aannemeiyk werd geacht. Een voorstel van mr. W. Jager Gerlings tot veel uitgebreider grensregeling zal aan Ged. Staten worden bekend gemaakt. De gewone audiënties van de ministers van financiën en van oorlog op 12 dezer en de audiëntie van den minister van marine op 13 dezer zullen niet worden gehouden. 10) Hy sloeg geen acht op mymisschien dacht hy dat ik een van de dokters was; maar hy vloog terstond naar zyne zuster toe, die by zyne binnenkomst opstond en in zyne armen snelde. Zy uitte alleen zyn naam: „Frank!" „Myn lieveling myn lieveling!" riep hy uit. „Wat wat is er gebeurd?" Toon was de kracht van het arme meisje eindelijk gebroken. Zy barstte los en hevig! Gil op gil ontvlood aan hare lippen; kreunen en snikken wisselden af met angstige kreten. Haar geheele lichaam schokte, terwyl zy de armen wild om zich heen sloeg, aan haar en kleeren rukte en met de voeten tegen den grond stampte. De appels van hare schoone gryze oogen schenen te verdwynen, baar gelaat werd nu vuurrood dan doodsbleek, maar met veel heviger veranderingen dan ik in haar gewonen toestand had opgemerkt. Natuuriyk bleef ik slechts weinige oogen- blikken, nadat deze aanval was begonneD, in de kamer, daar er hulp genoeg by de hand was. De chirurgyn en twee of drie andere dokters waren er, om opwekkende middelen toe te passen, en in een oogenblik waren de bekwaamste verpleegsters van het gesticht ter plaatse. Droevig ging ik de trap af, maar wachtte in de gang op nader bericht omtrent haar toe stand. De dubbele deuren van de kamer «an den chirurgijn verdoofden het geluid van hare vreeselijke kreten, maar zy klonken my nog lang daarna in de ooren en deden my smar telijk aan. Nadat ik eenigen tyd in de gang had gestaan, kwam de chirurgyn naar beneden en natuuriyk vroeg ik terstond naar de ge zondheid van Miss Rayner. „Zy is beter veel beter," antwoordde de dokter. „Z(j is inderdaad hersteld voorloopig. Maar zy is zeer zwak en hare vrienden zul len goed voor haar moeten zorgen." „Is zy dan ongesteld?" „Ik vrees byna te moeten zeggen: ja. Zy lydt in ergo mate aan zenuwoverprikkeling." V. De schrijfproef. Toen ik op weg was naar myne kamers, werden myne gedachten door twee onder- werpon vooral in beslag genomen. In de eerste plaats: in welken nieuwen vorm van ontwik keling of van beperking zou myne nieuwe Gave zich openbaren? Ten tweede: zou ik ooit de familie weerzien, door middel waar van ik in staat gesteld was myne macht te beproeven? Hadden de Rayners gediend om het doel te helpen bereiken, waarvoor ik met hen in aanraking moest komen,of zou myne kennismaking met hen vernieuwd worden? Zeide ik de Rayners, dan was het alleen om het feit te verhelen, dat ik Miss Rayner bedoelde, dat lieve, zachte, gevoelige jongo meisje, wier karakter en houding zulk een sterk gevoel van belaDgstelling by my hadden opgewekt. Ik beschouwde haar op dat oogen blik als niets meer dan eene merkwaardige zielkundige studie, daar zy, wat de gesteld heid naar lichaam en geest betreft, byzonder- beden vertoonde, als ik nooit te voren by een ander menschelyk wezen had opgemerkt. Veel, wat zich by onze korte kennismaking had vooFgedaan, wees op iets geheimzinnigs, dat ik beken het ik verlangde te door gronden. Wat beteekenden die vreemde, droevige zuchten, die zoo dikwyis over hare lippen kwamen? Waarom deed zy en herriep toen plotseling het verzoek, dat ik moest voegen by het telegram aan haar broeder, de waarschuwing aan niemand van het ongeluk melding te maken? Daarbij kwam nog de zonderlinge invloed, dien ik over haar kon uitoefenen, zelfs in haar hevigste droef heid, door een toon van gezag aan te nemen, en de vreemde ongevoeligheid, die zy scheen te toonen, toen wy naar het hospitaal reden oene ongevoeligheid, die plaats maakte voor zulk eene hevige aandoening by de komst van haar broeder. Ik had reden om sterk te vermoeden dat er iets achter schoolgeheimen in haar leven, die ik nog niet had ontdekt, en die ik zeer benieuwd was na te sporen. Zou ik haar ooit weerzien? Het was maar eene gedachte, die by my opkwam, geen uitgedrukte vraag, en dus kreeg ik geen antwoord. Dit verheugde my, want ik begon reeds te vreezen, dat ik, in een onbewaakt oogenblik, in verzoeking zou gebracht worden eene vraag te doeü, waarop het antwoord pynlyk tegen myne wenschen zou kunnen indruiscben. Veronderstel dat het antwoord op die vraag was„Neen. De Rayners en al wat hen betreft zyn uit uw levenskring ver dwenen. Uwe ontmoeting met hen is louter eene toevallige omstandigheid geweest; gy zult niets meer van hen te weten komon." Ik kon my die mogelykheid niet zonder spyt, zelfs met iets meer dan spyt, voorstellen, en durfde my niet in zulk een vooruitzicht verdiepen. Ik wilde liever de waarschynlykheid tot grondslag nemen en op eene natuuriyke wyze de toekomst in deze zaak overdenken. Wat gaf my aanspraak om myne kennismaking met Mr. Rayner en zyne familie te her nieuwen en voort te zetten? Ik was voor hen een onbekende. Wel had ik myn naam aan Miss Rayner vermeld, maar zy was dien nu waarscbyniyk vergeten. De dienst, dien ik hun bewezen had, was niets meer dan eene daad van gewone beleefdheid en mensch- lievendheid, die rykoiyk vergolden werd door een enkel woord van dank. Zy konden my niet eens die erkentenis betoonenen was ik gerechtigd hen op te zoeken en my aan het vermoeden bloot te stellen, dat ik bunne dankbaarheid zocht? Men moge denken, dat ik overdreven, misschien valscbe kieschheld toonde door zulk een gevoel; maar ik beb reeds bekend dat ik z*9r gevoelig van aard was, en er was niets, waarvan ik met grooter afschuw terugschrikte dan voor indringend te worden gehouden. „Neen," dacht ik na: „het was beter alle gedachten aan do Rayners uit myn geest te verlanneD. Mocht ik hen nimmer mee? ont moeten, dan moet het maar zoo zijn; indien er anders besloten was, dan zou hut. lot beslissen." Bovendien, ik had andere dingen om over te denken. Deze wonderbare Gave, van welker bezit ik my nu zoo geheel zeker.gevoelde, zou ik haar niet practisch kunnen aanwen den? Zou ik er geen goed gebruik van kunnen maken om myn levenslot te ver beteren? Het was terwyl ik nadacht over myn armoedigen toestand, myne ellendige vooruitzichten, dat de gedachte het eerst by my opkwam om den donkeren sluier dei- toekomst op te lichten. Die sluier was eindelyk ten deele opgelicht; kon ik daarachter niet iets ontdekken, dat my persooniyk tot voor deel was? Het was duideiyk, dat ik de Gave niet kon gebruiken ten behoeve van anderen zou ik haar niot kunnen aanwenden voor myzelven? Het was laat in den namiddag, toen ik myne kamers bereikte. Ik trad myne zit kamer binnen, en na my van hoed en jas ontdaan te hebben, ging ik in myn ouden leuningstoel by het vuur zitten denken. Wat zou ik doen? In welke richting de Gave trachten toe te passen, zoodat ik er voordeel van kon trekken? Het ware nutteloos, al de vele denkbeelden op te noemeD, die by my oprezen, toen ik dus eenig plan zat te be denken. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1