N°. 10982
Woensdag 11 December.
A0.1895
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 10 December.
Feuilleton.
TE NSEUWSCSEmC.
LEIDSCH
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. 1.10.
Franco per posta 1*40.
Afzonderlyke Nommersi 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 J. Grootero
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend
Ollioiëele Kenuisgevingeu.
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
Gezien de adressen van J. M. SLEWE en de firma
TIELEMAN DROS, houdende verzoek om ver
gunning, respectievelijk tot oprrchtiDg van eene
8 1 a c h t e r ij en r o o k e r jj in het perceel Eoer-
havestraat No. 1 en tot plaatsing van eeu riou-reu
etoomkotel in het perceel Hooigracht Noa. 91/93
Gelet op de artt. 6 en 7 der wet van 2 Juni 1875
(Staatsblad No. 95);
Geven bjj deze kennis aan het publiek dat ge
noemde verzoeken met de bglagen op de Secretarie
dezer gemeente ter visie gelegd zijnalsmedo dat op
Maandag 23 Deo. a. s., 's voormiddags te elf uren.
op het Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven
om bezwaren tegen die verzoeken in te brengen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS. Burgemeester.
9 Dec. 1895. E. KIST, Secretaris.
Vergadering van den Gemeenteraad van Leiden,
op Dond rdag 12 Dec., des namiddags te twee uren.
Punten ter bohandeling:
1®. Vooretel omtrent do benoeming van eene Raads
commissie in zake eene onbewoonbaarverklaring
van perceelen in de 8chagenpoort. (294)
2°. B ioeming van de loden der bovengenoemde
Commissie. (294)
3°. Idem van twee Bestuurders van de Stedelijke
Werkinrichting uit do leden van den Gomoenteraad
(O. C. Juta en P. Zilloeen).
4°. Idem van vier leden der Plaatselijke School
commissie. (305)
6°. Idem van een derden onderwijzer aun de Jongens
school 2de klasse. (284)
6°. Idem als voren. (296)
7°. Voorstel van den heer Pera om het voorstel tot
hot doen instellen van een onderzoek in zake
do *vfcDtueele Oyr-chting van eo abattoir voor-
loopi niet in behandelmg te nemeo, waaromtrent
in de vergadering van 21 November jl. do
stemmen hebben goc-taakt. (2^9)
8°. Verzoek van de Drie-October-Vereeniging om
verhoogiüg van hot liasr toegezegd f-ubaidie. (285)
9°. Suppletoir© staat van begreoting, dienst 1894
van het college Vreuwen Kraammocdere. (28G)
10°. Rekening over 1894 van het college Vrouwen
Kra>mmoeders. (290)
11°. Verzoek van het Bestuur van den Bakkersgezellen-
bond „Verbetering zjj ons streven" omtrent
Zoodagsrust. (287)
12°. Idem v.-in A. J. Van dor GoesVan Loghom,
om vrijstelling van schoolgeld voor de Kweek
school voor Onderwijzers. (288)
13°. Idem als voreu van W. C. Manrleveld. (289)
14°. Idem van do Loideohe Katoonmaatechappg om
trent hot leggen van eene olectriache verbin
ding. (291)
15°. Staat van af- en oversohryving en suppletoire
staat van bogrooting, dienst 1895. (292 en 297)
16°. Verzoek van Mej. A. E. M. Bonjenaar, om
eervol ontslag als tweede onderwijzeres in do
handwerken aan de school 8do klswo No. 1. (293)
17°. Idem van R. Burg—Scott, om vrijstelling vau
de betaling van schoolgeld Hoo^ero Bur0erecbool
voor Jongens. (295)
18°. Vooratol tot afschrijving van plaatselijke directe
belasting. (298)
19°. Voorstel omtrent de intrekking van do Algemeeno
Voorwaarden van aanbesteding. (301)
20°. Voorstel omtrent de begrooting van de Schuttery
voor 1896. (302)
21°. Verzoek van de Kon. Nedorlandoohe Grofsmederij
omvrent verbreeding en verlaging van de brug
over de Binnenvest gracht, enz. (303)
22°. Verzoek van A. Verboog, te Leiderdorp, om
oen brug to leggen over do sloot langs den
Haarlt-mmertrekweg. (304)
23°. Bczwaarsohrifton tegen bot Kohior der Plaatselyko
Direote Belasting, dienst 1895, derde en la&tsto
gedeolte. (800)
Evenals het vorige jaar heeft het bestuur
der Vereeniging „Kennis is Macht" eenige
sprekers uitgenoodigd, die in den loop van
dezen winter voor leden en donateurs zullen
optreden. Bljjkens de in dit blad voorkomende
advertentie zal de eerste lezing gehouden
worden op Maandag 16 dezer door den heer
W. G. VaD Noubuys, een der meest bekende
letterkundigen van den nieuweren tyd. Velen
zullen zeker gaarne met hem als spreker
willen kennismaken. De namen der ver
schillende sprekers waarborgen „voor elk wat
wils" en wy durven verwachten, dat zeer
velen nog van de gelegenheid zullen gebruik
maken, om, door toe te treden als lid of
donateur der Vereeniging, eene goede zaak
te steunen en zich eenige aangename avonden
te verzekeren.
Door de Gymnastiek- en Schermvereeni
ging Sparta" alhier zal binnenkort een onder
ling concours uitgeschreven worden op degen
en sabel, tot welk doel vier medailles zullen
worden beschikbaar gesteld.
De officieren van gez. der 2de kl. dr.
C. W. Boers, D. J. E. Mac Leod en J. Van
der Meulen, allen thans gedetacheerd by den
cursus aan het militair hospitaal te Utrecht,
worden den 2den Januari a. s. overgeplaatst
en respectievelijk ingedeeld by het 5de r*g.
inf. te Amersfoort, bij het 4de reg. inf. te
Leiden en by het 7 do reg. inf. te Naarden.
De Fransche mail, met berichten uit
Batavia tot 15 November, wordt morgen alhier
verwacht.
Het hoofdbestuur der Nederlandsche My.
tot bevordering der Geneeskunst maakt in het
Tijdschrift voor Geneesk. bekend, dat op de
vraag betreffende de vacantie cursussen door
nagenoeg alle hoogleeraren, doctoren en pri
vaat-docenten in de practische geneoskundige
vakken is geantwoord. Onvoorwaardelijk be
reid om aan den uitgesproken wensch te vol
doen, als zich belanghebbenden aanmelden,
verklaarden zich de heeren prof. Doyer, prof.
Rosenstein, dr. Nykamp, dr. Brondgeest, dr.
Dentz, dr. v. d. Meulen, dr. Huysman, dr
Kooy, dr. Ranneft, prof. Guye, dr. Van Rijn
berk, dr. Mendes de Leon, dr. Van Deventer,
dr. Tilanus, dr. Graanboom, dr. Burgtr, dr.
Wertheim Salomonson en dr. Po.-thumus
Meyes, terwijl de volgende heeren, hetzy onder
zekere reserves zich bereid verklaard hebben,
of tot nadere bespreking gaarne bereid zijn:
prof. Mac Gillavry, prof. Siegenbeek van Heu-
kelom, prof. Van Iterson, prof. Treub, prof.
v. Eiselsberg, prof. Snellen, prof. Spronck,
prof. Kocb, prof. Forster, prof. v. Haren
Noman, prof. Kortewog, prof. v. d. Meij, prof.
Pel, prof. Rotgans, prof. Stokvis, prof. Straub
en dr. Saltet.
De secretaris van het hoofdbestuur verklaart
zich nu bereid, tot 1 Februari '96 de aanvra
gen te ontvangen van hen, die aan de vacan-
tie-cursus8en wenschen deel te nemen, met
opgaaf der vakken.
De heer B. Rootnat, tot voor drie maan
den onderwijzer aan do openbare school te
Valkenburg, bij Leiden, thans te Rotterdam,
werd in den loop van Augustus 1895 toege
laten voor de akte van hoofdonderwijzer en
slaagde op 6 dezer voor de akte wiskunde 1. o.
Naar men verneemt, is door den heer
G- Wulfsen, te Haarlemmermeer, tegen 1
Januari a. s. eervol ontslag gevraagd als
Rijksontvanger van Haarlemmermeer en
Aalsmeer.
De hetr D. Moorrees, cand. tot don H.
D., te Aalst (Bommelerwaard), heeft voor het
beroep als predikant naar' Kage bedankt.
In do zitting der Tweede Kamer, gister-
namiddag te kwart voor tweeën geopend,
was aan de orde de algemeene beraadslaging
over Hoofdstuk V (Binnenlandsche Zaken) der
Staatsbegrooting voor 1896.
De Voorzitter verzocht zich by de bespre
king der quaesties van het onderwijs te be
palen tot algemeene beschouwingen en détails
te behandelen ly de desbetreffende artikelen.
De heer Vermeulen is teruggekomen op zijn
algemeene bedenking, dat 's ministers begroo
ting strijdt met de taak van het geheele
Kabinet en de uitgaven bevat van vèrreikende
finantiëele gevolgen, vooral op onderwijsge
bied. Hy ziet geen kans by amendement het
karakt.r der begrooting te veranderen, daar
dat een plan voor de toekomst inhoudt.
De hoer Willingc verdedigde, tegenover
's ministers opvatting, de vrijheid voor ge
meentebesturen tot regeling van den open
baren verkoop en verspreiding van gedrukte
stukken.
De heer Kuyper achtte de grieven over
's ministers onderwijs voorstellen gegrond en
meende dat de begrooting sporen droeg van
heropening van den schoolstrijd door een
Kamer, gekozen op de kiesrecht quaestie. Hy
kwam op tegen de houding van de hooge
autoriteiten tegenover het gemeentebestuur
van Sliedrecht na de ontdekte onregelmatig
heden en vroeg nadere inlichtingen over de
weigering van de hulp van hooger hand en
over het aan den vorigen burgemeester ver
leend eervol ontslag.
Do heer Lieflinck vroeg gelijkmatige toepas
sing der Drank ut by het totkennen van ver
gunningen boven het maximum.
De heer De Saoornin Lokman heeft geen
bijzondere bedenkingen tegen deze be^rooting,
die niet veel verschilt met vorige, onder liberale
kabinetten.
Ook hij verdedigde het recht der gemeente
besturen om by orde-maatregel het venten
van dagbladen op straat te beperken en bestreed
uitvoerig de geneeskundige nota ten voordeele
der vaccinatie, tevens opkomende tegen den
vaccine-dwang, die vervangen moest worden
door een afzonderings-systeem.
De minister van binnenlandsche zaken vond
in de rede van den heer Vermeulen aanleiding
om zyn standpunt ten aanzien van de kieswet
eenigszins aan te duiden, en zei dat de Re
geering in deze het oog gevestigd houdt op
de Grondwet en op de in deze Kamer gevallen
beslissing
De minister ontkende voorts, dat zyne hou
ding sinds het vorige jaar moer militant zou
zyn gewor en. Gelyksoortige uitgaven als op
deze begrooting werien ook ten vorigen jare
ingediend. Van uitdaging kon hier geen sprake
zyn. Wie hart heeft voor het onderwys, zil
verplicht zyn om met voorstellen als deze by
de Kamer te komen. Geen politieke omstan
digheden mogen de Regeering belemmeren in
haar plicht om voor het openbaar onderwys
te zorgen. En de verbooging op dit hoofdstuk
is toch waarlijk niet in staat om hot evenwicht
op het Staats-budget te verbreken of to her
stellen. De minister was zich niet bewust, de
eischon van gepaste zuinigheid uit het oog te
hebben verloren. En in geen enkel opzicht
kon de minister toegeven is de politiek
hier by deze begrooting gemengd. En het is
volstrekt niet slechts voor het openbaar onder
wys, dat do minister hier verschillende posten
op de begrooting heeft gebracht. Ten aanzien
van de kweekschool voor onderwijzeressen
verwees de minister naar den aandrang, die in
deze vooral van de Tweede Kamer is uitgedaan.
De minister betoogde dit alleen om aan te
toonen, dat deze begrooting niet is opgemaakt
met een bepaald vooropgezet doel, doch slechts
om uitvoering te geven aan de eischen der
bestaande wet.
Wat de quaestie der gemeentelyke veror
deningen betreft, de letter der wet moet
grondslag z(jn van elke interpretatie. Geen
verdere beperking der drukpersvrybeid mag
plaats hebben dan die in de wet zelve ge
legen is.
Wat de vaccine betreft, over de materie
van dat onderwerp wilde de minister zich niet
in debat begeven. Hy wilde er alleen dit van
zeggen, dat hy in deze op geen vry stand
punt staat by bet bestaan van wetteiyke
bepalingen.
Den heer Kuyper antwoordde de minister,
dat het allerminst zyne bedooling was de
praerogatieven der Kroon te willen vermin
deren.
Wat de Sliedrechtsche zaak betreft, zei de
minister, dat men zich er eene verkeerde
voorstelling van maakt. Volgens de beslis
sing van het Hof is van geen doleuse intentie
gebleken.
Wat art. 26b der Drankwet aangaat, is er
geen reden om bestaande vergunningen na
1901 niet van kracht te beschouwen. Twyfel
daaromtrent is uitgesloten. Voor eene wyzi-
ging ter tegemoetkoming in 't bezwaar van
den heer Lieftinck gevoelt hy meer.
De heeren WillingcKuyper en Lokman
repliceerden.
De heer Vecgens constateerde dat door het
antwoord van den minister omtrent art. 26b
der Drankwet de onzekerheid blyft bestaan,
die sh-chts door het eindigeD van het ministe
rieel leven van dezen minister kan eindigen.
De minister repliceerde. De algemeene
beraadslaging werd gesloten en het verder
debat is verdaagd tot heden.
Op de begrooting voor Binnenlandsche
Zaken zyn drie amendementen voorgedragen,
en wel
Een door den heer Schaepraan om het
subsidie van f 5000 voor de Kweekschool voor
Bewaarschoolhouderessen te Leiden te doen
vervallen.
Een door de heeren Ferf, Beelaerts van
Blokland, Haffmans, De Kanter en Lely om
f 10,000 uit te trekken onder het hoofd sub
sidiön en andere uitgaven ter bevordering van
de voefokkery.
Een door do heeren Bool, C. Van Bylandt,
Beelaerts van Blokland, Travaglino enDrucker,
orn den bouw van lokalen voor 's Ryks Ethno
graphisch Museum by 's Ryks Universiteit te
Leiden voor memorie uit te trekken.
Van „De Aarde en haar Volken" ont
vingen wy heden de eerste aflevering van den
nieuwen jaargang.
Meer dan dertig jaren heeft dit weekblad
van den heer H. D. Tjeenk Willink, te Haar
lem, een plaatsje ingenomen op de huistafel
en 't is goed gezien van den uitgever eens
iats nieuws te geven.
Dat heeft hy gedaan door den nieuwen
jaargang te verryken met een byblad, dat
zonder prysverhooging de lezers op de hoogte
houdt van 't meer actueele nieuws op 't ge-
biod van de „Aarde en haar Volken". „Op
den Uitkyk" heet dit wekelyksch byblad, dat,
zooals het woord vooraf aangeeft, „nauw
aansluitend aan de actualiteit, u nu hier, dan
gin Ier zal doen vertoeven, overal u heen
voerend, waar de gebeurtenissen van den dag
uwe aandacht verdienen.
„Wy zullen voor u op den uitkyk staan
naar wat er, 't zy verre 't zy naby, belang
rijks is waar te nemen of schoons is te ge
nieten; geen triomf onzer kennis op de vele
nog onbekende terreinen der aarde, of wy
zullen er melding van maken, geen vreedzame
verovering, of zoo zy van eenigo beteekenis
is, willen wy er u op w}1zen, en waar politiek
of veroveringszucht den oorlog doet ontbran
den, willen wy trachten door woord en beeld
het terrein van den stryd u te schetsen en
de soms weinig bekende volken en streken
u nader te brengen.
„Portretten hopen wy nu en dan te geven
van de mannen en vrouwen, dia als bescha
vingspioniers naar den vreemde zyn getogeD,
en van de wetenschappelijke reizigers, waarop
onze eigen tyd zich mag verheffen.
„Mogelyk, dat wy gelegenheid vinden hun,
die zelf de reisschoenen wenschen aan te
trekken, bruikbare wenken of aanwyzingen
te geven, hunne opmerkzaamheid in te roepen
voor het een of ander minder bekend hoekje
van onze schoone aarde, waar de toeristen-
stroom tot nog toe voorbyvloeide, terwyl we
hopen telkens met een enkel woord mei ing
te maken van de door de reisagenten onzer
dagen ontworpen reisplannen."
De nieuwe jaargang van „De Aarde en haar
Volken" vangt aan met een beschrijving van
„onze koninklijke paleizen" door J. Margadant.
De photographieön, waarnaar de platen voor
die schets zyn vervaardigd, werden, met ver
gunning van H. M. de Koningin Regentes,
opgenomen door de firma Vinkenbos Sc Dewald,
te 's-Gravonhage.
In de derde vergadering van 31 inge
zetenen van Haarlem in zake de door Ged.
Staten ontworpen gronsregeling raet Heem
stede, is gisteren het voorstel van Ged. Staten
weder behandeld. Eene motie van de hooren
A. Bertling c. 8. werd met 19 tegen 10
stemmen aangenomen, waarbij het voorstel
van Ged. Staten niet aannemeiyk werd geacht.
Een voorstel van mr. W. Jager Gerlings tot
veel uitgebreider grensregeling zal aan Ged.
Staten worden bekend gemaakt.
De gewone audiënties van de ministers
van financiën en van oorlog op 12 dezer en
de audiëntie van den minister van marine
op 13 dezer zullen niet worden gehouden.
10)
Hy sloeg geen acht op mymisschien
dacht hy dat ik een van de dokters was;
maar hy vloog terstond naar zyne zuster toe,
die by zyne binnenkomst opstond en in zyne
armen snelde.
Zy uitte alleen zyn naam: „Frank!"
„Myn lieveling myn lieveling!" riep hy
uit. „Wat wat is er gebeurd?"
Toon was de kracht van het arme meisje
eindelijk gebroken. Zy barstte los en hevig!
Gil op gil ontvlood aan hare lippen; kreunen
en snikken wisselden af met angstige kreten.
Haar geheele lichaam schokte, terwyl zy de
armen wild om zich heen sloeg, aan haar
en kleeren rukte en met de voeten tegen
den grond stampte. De appels van hare
schoone gryze oogen schenen te verdwynen,
baar gelaat werd nu vuurrood dan doodsbleek,
maar met veel heviger veranderingen dan ik
in haar gewonen toestand had opgemerkt.
Natuuriyk bleef ik slechts weinige oogen-
blikken, nadat deze aanval was begonneD,
in de kamer, daar er hulp genoeg by de
hand was. De chirurgyn en twee of drie
andere dokters waren er, om opwekkende
middelen toe te passen, en in een oogenblik
waren de bekwaamste verpleegsters van het
gesticht ter plaatse.
Droevig ging ik de trap af, maar wachtte
in de gang op nader bericht omtrent haar toe
stand. De dubbele deuren van de kamer «an
den chirurgijn verdoofden het geluid van hare
vreeselijke kreten, maar zy klonken my nog
lang daarna in de ooren en deden my smar
telijk aan.
Nadat ik eenigen tyd in de gang had
gestaan, kwam de chirurgyn naar beneden
en natuuriyk vroeg ik terstond naar de ge
zondheid van Miss Rayner.
„Zy is beter veel beter," antwoordde
de dokter.
„Z(j is inderdaad hersteld voorloopig.
Maar zy is zeer zwak en hare vrienden zul
len goed voor haar moeten zorgen."
„Is zy dan ongesteld?"
„Ik vrees byna te moeten zeggen: ja. Zy
lydt in ergo mate aan zenuwoverprikkeling."
V.
De schrijfproef.
Toen ik op weg was naar myne kamers,
werden myne gedachten door twee onder-
werpon vooral in beslag genomen. In de eerste
plaats: in welken nieuwen vorm van ontwik
keling of van beperking zou myne nieuwe
Gave zich openbaren? Ten tweede: zou ik
ooit de familie weerzien, door middel waar
van ik in staat gesteld was myne macht te
beproeven? Hadden de Rayners gediend om
het doel te helpen bereiken, waarvoor ik met
hen in aanraking moest komen,of zou myne
kennismaking met hen vernieuwd worden?
Zeide ik de Rayners, dan was het alleen
om het feit te verhelen, dat ik Miss Rayner
bedoelde, dat lieve, zachte, gevoelige jongo
meisje, wier karakter en houding zulk een
sterk gevoel van belaDgstelling by my hadden
opgewekt. Ik beschouwde haar op dat oogen
blik als niets meer dan eene merkwaardige
zielkundige studie, daar zy, wat de gesteld
heid naar lichaam en geest betreft, byzonder-
beden vertoonde, als ik nooit te voren by een
ander menschelyk wezen had opgemerkt.
Veel, wat zich by onze korte kennismaking
had vooFgedaan, wees op iets geheimzinnigs,
dat ik beken het ik verlangde te door
gronden. Wat beteekenden die vreemde,
droevige zuchten, die zoo dikwyis over hare
lippen kwamen? Waarom deed zy en herriep
toen plotseling het verzoek, dat ik moest
voegen by het telegram aan haar broeder,
de waarschuwing aan niemand van het
ongeluk melding te maken? Daarbij kwam
nog de zonderlinge invloed, dien ik over haar
kon uitoefenen, zelfs in haar hevigste droef
heid, door een toon van gezag aan te nemen,
en de vreemde ongevoeligheid, die zy scheen
te toonen, toen wy naar het hospitaal reden
oene ongevoeligheid, die plaats maakte voor
zulk eene hevige aandoening by de komst
van haar broeder. Ik had reden om sterk te
vermoeden dat er iets achter schoolgeheimen
in haar leven, die ik nog niet had ontdekt, en
die ik zeer benieuwd was na te sporen.
Zou ik haar ooit weerzien? Het was maar
eene gedachte, die by my opkwam, geen
uitgedrukte vraag, en dus kreeg ik geen
antwoord. Dit verheugde my, want ik begon
reeds te vreezen, dat ik, in een onbewaakt
oogenblik, in verzoeking zou gebracht worden
eene vraag te doeü, waarop het antwoord
pynlyk tegen myne wenschen zou kunnen
indruiscben. Veronderstel dat het antwoord
op die vraag was„Neen. De Rayners en al
wat hen betreft zyn uit uw levenskring ver
dwenen. Uwe ontmoeting met hen is louter
eene toevallige omstandigheid geweest; gy
zult niets meer van hen te weten komon."
Ik kon my die mogelykheid niet zonder spyt,
zelfs met iets meer dan spyt, voorstellen,
en durfde my niet in zulk een vooruitzicht
verdiepen.
Ik wilde liever de waarschynlykheid tot
grondslag nemen en op eene natuuriyke wyze
de toekomst in deze zaak overdenken. Wat
gaf my aanspraak om myne kennismaking
met Mr. Rayner en zyne familie te her
nieuwen en voort te zetten? Ik was voor hen
een onbekende. Wel had ik myn naam aan
Miss Rayner vermeld, maar zy was dien nu
waarscbyniyk vergeten. De dienst, dien ik
hun bewezen had, was niets meer dan eene
daad van gewone beleefdheid en mensch-
lievendheid, die rykoiyk vergolden werd door
een enkel woord van dank. Zy konden my
niet eens die erkentenis betoonenen was ik
gerechtigd hen op te zoeken en my aan het
vermoeden bloot te stellen, dat ik bunne
dankbaarheid zocht? Men moge denken, dat
ik overdreven, misschien valscbe kieschheld
toonde door zulk een gevoel; maar ik beb
reeds bekend dat ik z*9r gevoelig van aard
was, en er was niets, waarvan ik met grooter
afschuw terugschrikte dan voor indringend
te worden gehouden.
„Neen," dacht ik na: „het was beter alle
gedachten aan do Rayners uit myn geest te
verlanneD. Mocht ik hen nimmer mee? ont
moeten, dan moet het maar zoo zijn; indien
er anders besloten was, dan zou hut. lot
beslissen."
Bovendien, ik had andere dingen om over
te denken. Deze wonderbare Gave, van welker
bezit ik my nu zoo geheel zeker.gevoelde,
zou ik haar niet practisch kunnen aanwen
den? Zou ik er geen goed gebruik van
kunnen maken om myn levenslot te ver
beteren? Het was terwyl ik nadacht over
myn armoedigen toestand, myne ellendige
vooruitzichten, dat de gedachte het eerst by
my opkwam om den donkeren sluier dei-
toekomst op te lichten. Die sluier was eindelyk
ten deele opgelicht; kon ik daarachter niet
iets ontdekken, dat my persooniyk tot voor
deel was? Het was duideiyk, dat ik de Gave
niet kon gebruiken ten behoeve van anderen
zou ik haar niot kunnen aanwenden voor
myzelven?
Het was laat in den namiddag, toen ik
myne kamers bereikte. Ik trad myne zit
kamer binnen, en na my van hoed en jas
ontdaan te hebben, ging ik in myn ouden
leuningstoel by het vuur zitten denken.
Wat zou ik doen? In welke richting de Gave
trachten toe te passen, zoodat ik er voordeel
van kon trekken? Het ware nutteloos, al de
vele denkbeelden op te noemeD, die by my
oprezen, toen ik dus eenig plan zat te be
denken.
Wordt vervolgd.)