N°. 10980
Maandag 9 December,
A0.1895
(Deze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven
Dit nommer bestaat uit DRIE
Bladen.
Leiden, 7 December.
Feuilleton.
TE NIEUWSGIERIG.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PEIJS DE2EB COUEANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per postj> 1-10.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PEIJS DEE ADVEETEETrEN:
Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meor f 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Eerste Blad.
Officieel© Kiennissrevinff©»*
Burgemeester en Wethoudera Tan Leiden brengen
naar aanleiding van art. 27 dor Verordening van
'den 8eten November 1694 op do keuring van veo
'en vleeacb binnen deze gemeouto ter algemeene konnie.
dat ABRAHAM IZAK VAN GELDEREN, wonende
iHaarlcxnmeratraat No. 213, op don -Iden September
1895 ie bekeurd, wegens bet ale elager voorbauden
bebbtn van vleesch, dat tot bederf wae overgegaan,
en dat hg deswege den 7deD October II. is veroor
deeld tot 5 boete of 3 dagen hechtenis;
dA JANNETJE KLOK, huis.rouw van G. A. M.
IAALBERSdEKG, wonende te Zoeterwoude, op den
12den Augustus is bekeurd, ten lute we,ens het
invoeren van vleesch tn Leiden, zonder voorzien to
ggn van een duidelijke schriftelijke aanwijzing van
don pereoon, door wier het is verzonden, en van
den persoon, voor wieD het btBtemd is, en ten 2do
wegens het ingevoerde vlotsch niet onmiddellijk
brengen naar hot keurlokaal langs ei.n dor voorge-
Bohreven wegen, en dat zg deswege den lldeu October
11. is v roordeold tol 2 boeten van ƒ3 of 2-maal 2
dagen heebt n s;
dat ABRAHAM. IZAK VAN GELDEREN, wonende
Haarlemmerstraat No. 213, op den 9den Augustas
1895 is bekeurd wegens het bg goedgekeurd vleeech,
afkomstig van aan tuberculose lijdendo dieren en
Voorzien van het stempel parelzulue, niet plaatöen
van een voor het publiek duidelijk kenbaar opschrift,
waarop vermtld: dit vleesch moot goed
gekookt worden, terwijl dit door den Iuspe tear
der Yeo- en VJeeachneuring weid noodig geacht, en
dat bg deswege dm 28sten Ootober 11. is veioor
deeld tot 3 bo.te of 2 dagen hechtenis;
dat JAN BRA >DSEN, wonende Michiolstraat No. 10
te Leiden, op don I7den Juni 1895 is bekeurd
wegens het invoc-rou van vleeBCh t Leiden, zonder
voorzton te zg^ Yan eone du.delgke schriftelijke
aauwgzing van don persoon, door wien het is ver
zonden, on van don persoon, voor wien het bestemd
is. en dat hg deswege den 28stm October II. is
veroordeeld tor ƒ15 boete of 6 dogen hechte is.
Burgemeester en Wothoudere voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
Dcc. 1895. E. KIST, Secretaris.
De Bur omeester der gemeente Leiden brengt tor
tennis van belangnebbcnden dat blijkens oen boriebt
van den Heoi Oommusaris der Koningin in de pro
vincie Zuid-Holland, met ingang va> 5 December
18y5 de invoer in Brlgië wordt toegestaan van
rundvee on scbape herkomstig uit Nederland en
btstemd voor de groote abattoirs.
Leidon, De Burgemeester voornoemd,
6 Deo. 1895. F. WA8.
Burgemeester en Wethoudera van Lisse brongon
voor de eerste maal tor openbaio keums, dat do
ma nohjKi mgi-zetoncn, goboroc. in het jaar 1877,
zich ter inschrijving voor de Nationale Mil.tie be-
hooren aan to melden ter Gtimo le-Secretar.o,
tustchou don lsten en den 31sien Januari 189", met
ovcrleggiu van oen kosteloos verkrijgbaar uittreksel
uit bun o goboorto-akto, indien zij cldora zgn
geboren.
Voor die inschrijving zal meer bepaald zitting
worden gehouden tor Gcmtenio-Sccretane op Woens
dag 15 Januari 189G, des voorm.ddacs te 11 uren.
Door het Lestuur van tlo Drie-October-
Voreeniging L p.. auies verzocht, met wijzi
ging van het Raajsoesluit van 20 December
1894, te bepalen dat aan de genoemde Ver-
eeniging een jaariykscb subsidio uit de ge
meentekas ten Ledrage, van f 1000 tot weder-
opzeggtns wordt toegezegd.
Het komt B. en Ws. voor dat door adres
sant duidelijk is uiteengezet dat het boven
aangehaald Raadsbesluit, waarbij tot weder-
opzeggens een jaariykscb subsidie uit de
gemeentekas is toegezegd van 800, onder
bepaling c at van dit bedrag zooveel zal wor
den uitgekeerd als na overlegging van de
rekening der afgeloopen feestviering zal blijken
benooai'gd te wezen, inderdaad bezwarend is
voor de Vereeniging.
Daardoor toch wordt het onmogelijk ge
maakt dat de rekening een batig saldo oplevert.
Hoezeer B. en Ws. het nu niet raadzaam
achten dat de Vereeniging successievelijk een
reservekapitaal gaat vormen van eenig aan
belang, zoo is het toch ontwijfelbaar in het
belang van een geregelden gang van zaken
dringend noodig dat de Vereeniging steeds
over oonige gelden kan beschikken voor het
do?n van buitengewono uitgaven en voor het
geval de finantièele resultaten van de feest
viering ongunstig zijn.
Het is dus in allo opzichten gewenscht dat
de rekeningen een zeker batig saldo opleveren,
hetgeen, zooals in het adres wordt aangetoond,
bij de bestaande regeling van het subsidie
niet wel doenlijk is, terwijl aan de andere
zijdo bij eeno gewijzigdo regeling van het
subsidie moet worden voorkomen dat de Ver
eeniging, ten gevolge van het subsidio, in staat
wordt gesteld een kapitaal te vormen van
meerderen omvang.
Hieraan zou kunnen worden te gemoet
gekomen door te bepalen dat wanneer liet
reservefonds meer dan bijv. ƒ1500 bedraagt,
het subsidie der gemeente niet geheel wordt
uitgekeerd, doch wordt verminderd met zoo
danig bedrag, als het reservefonds f 1500 te
boven gaat.
Wat verder het verzoek betreft om het
subsidie van 800 met f 200 te verhoogen
en mitsdien te brengen op f 1000, ook dit
verzoek achten B. en Ws. alleszins gerecht
vaardigd.
Sedert aan de Vereeniging voor hare feest
vieringen door de gemeente geen werkvolk
en materiaal meer worden verstrekt, heeft de
ondervinding aangetoond dat ten gevolge van
dat besluit de uitgaven der Vereeniging meer
worden verzwaard dan vroeger vermoed werd.
Wanneer men nu verder bedenkt dat de
Drie-October-Vereeniging op loffelijke wjjze
telken jare een waar Volksfeest organiseert,
ter herdenking van Leidens Ontzet, en dat,
wanneer de Vereeniging die taak niet op
zich nam, de gemeente met eene niet onbe
langrijke uitgave ter zake zoude worden
belast, vinden B. en Ws. volle vrijheid tot
inwilliging ook van dit verzoek te adviseeren.
Zy geven den gemeenteraad op grond van
een en ander in overweging, met wijziging
van het Raadsbesluit van 20 Decembor 1894,
te besluiten dat aan de Drie October Vereeni
ging tot woderopzeggens een jaarlijksch
subsidio uit de gemeentekas ten bedrage van
duizend gulden wordt toegezegd, onder be
paling dat jaarlijks de rekening der Vereeni
ging aan Burg. en Weths. wordt overgelegd
en dat, wanneer het batig saldo of wel de
reservekas meer bedraagt dan f 1500, alsdan
het uit te keeren subsidie worut vermmoerd
met zoodanig bedrag, als het batig saldo of
de reservekas de som van 1500 overschrijdt.
De Commissie van Financiën heeft
geene bedenkingen tegen den suppletoiren
staat der begrooting voor het jaar 1894,
door het College van Vrouwen Kraammoeders
ingoliend, en adviseert mitsdien dezen met
's Raads goedkeuring te bekrachtigen.
De Commissie deelt tevens mede dat ook
bet onderzoek der rekening van de inkomsten
en uitgaven van het Coll;go van Vrouwen
Kraammoeders over het dienstjaar 1894, by
haar tot geen bedenkingen aanleiding heeft
gegeven en geeft mitsdien in overweging die
goed te keuren: in ontvangst op f 2814.48,
in uitgaaf op f 2503.16s, en alzoo met een
batig saldo van 311.31K.
Ten aanzien van een verzoek van A. J.
Van der Goes Van Loghem, wonende onder
Zoeterwoude, deelon B. en Ws. mede, dat de
vader van de ten huize van adressante wo
nende pupil Louise Freudenberg, leerlinge
der Kweekschool voor Onderwyzers, een in
komen geniet van meer dan f 3000 's jaars.
Zy geven mitsdien in overweging afwyzend
op bet verzoek om vermindering van school
geld te beschikken.
Naar aanleiding van een verzoek van W.
C. Maarleveld, onderwyzer te Valkenburg,
deelen B. en Ws. mede dat blykens ingesteld
onderzoek de vader van den minderjarigen
adressant, wonende te Vlaardingen, geacht
moat worden een jaarlyksch inkomen to hebben
van f 900 a 1000, zoodat aan het verzoek
om vrystelliDg van schoolgeld voor de Kweek
school voor Onderwyzers niet kan worden
voldaan.
Zy geven mitsdien in overweging afwyzend
te beschikken op hot verzook om geheelo
vrystellmg van schoolgeld en het schoolgeld
van anressant als leerling der Kweekschool
voor Onderwyzers vast te stellen op vier gul
den per kwartaal.
Ten aanzien van het in handen van
B. en Ws. gesteld adres van het bestuur van
den Bakkersgezellenbond „Verbetering zy ors
streven", waarby wordt verzocht zoodanige
maatregelen in de Politie verordeningen op te
nomen dat ontduiking van de Zondagswet
niet mogelyk is, deelen B. en Ws., na overleg
met de Commissie voor Strafverordeningen,
mede dat, huns inziens, door den gemeenteraad
geene bepalingen, als door adressant verlangd,
mogen worden in het le/en geroepen, omdat
do gemeenteraad daardoor zou treden op oen
gebied, bereids door de Wet van 1 Maart 1815
(Staatsblad N°. 21), Zondagswet, geregeld en
alzoo in stryd zoude handelen met art. 150
der Gemeentewet.
B. en Ws. stellen daarom voor aan adres
sant te berichten dat er bezw iar bestaat om
aan zyn verzoek gevolg te geven.
Naar aanleiding van een verzoek van
mevr. R. Burg, geboren Scott, deelen B. en Ws.
mede dat de zoon van aoressante du Hoogere
Burgerschool voor Jongens mnt 1 December
jl. heeft verlaten, ten einde zich in den Hortus
voor te bereiden voor zyne aanstaande be
trekking in Ned.-Indië.
Zy geven alzoo in overweging aan adres
sante vrystelling of terugbetaling te verleenen
van schoolgeld voor haar zoon, vroeger leerling
der Hoogere Burgerschool voor Jongens, over
de laatste drie kwartalen van den cursus
1895/96.
Er bestaat geen bezwaar tegen de in
williging van het verzoek van mej. A. E. M.
Bongenaar, om eervol ontslag uit de betrekking
VoD tweede onderwyzeres in de vrouwelyke
handwerken aan de openbare school der 3de
klcisso No. 1, weshalve B. en Ws, den gemeente
raad in overweging geven haar dat ontslag
te verleenen, met ingang van 1 Februari
1896, wegens huwelyk.
Aan den gemeenteraad deelen B. en Ws.
mede dat op grond van art. 1 der Verorde
ning van 5 April 1894 (Gemeenteblad No. 2 van
dat jaar) betreffende bet bewonen van gebou
wen, welke, als schadelyk voor de openbare
gezondheid, voor bewoning ongeschikt zyn,
aan eene Commissie als daarby bedoeld is
opgedragen een onderzoek in te stellen aan
gaande de perceelen 1, 2 en 3, gelegen in de
Schagenpoort, waarvan de bewoning door B.
en Ws. v-nnoed werd nadeelig te zyn voor
do openbare gezondheid.
Het door die Commissie uitgebracht rap
port, blijkens hetwelk de bedoelde perceolen
onbewoonbaar worden geacht, is ter kennis
van den eigenaar gebracht, zynde door hem
geene schriftelijke bezwaren binnen den ge
stelden termyn ingediend.
B. en Ws. geven uit dien hoofde, onder
overlegging van de betrekkelyke stukken,
in overweging ingevolge art. 7 der aange
haalde Verordening eene Commissie van drie
Raadsleden te benoemen, mot uitnoodiging
de zaak te onderzo.-ken en omtrent hare be
vinding een met redenon omkleed verslag
aan den Raad in te dienen en hare conclu
sie in een concept-Raadsbesluit samen te
vatten.
Ter vervulling eener vacature aan de
Jongensschool 2de klasse is de volgende voor
dracht opgemaakt ter benoeming van een
oerden onderwyzer op een aanvankeiyk salaris
van f 600: lo. M. M. Kleerkoper, onder
wyzer te Amsterdam; 2o. S. Broekhuizen,
onderwyzer te Leiden, en 3o, L. J. Den Hartog,
onderwyzer te SlieJrecht.
Tevens is opgemaakt eeno voordracht ter
benoeming van een derden onderwyzer aan
de Jongensschool 2de klasse in de plaats van
de heer J. P. Bouma, aan wien met ingang
van 7 December eervol ontslag is verleend.
De voordracht luidt als volgt: lo. A. Tuk,
onderwyzer te Stryen; 2o. M. J. Van Driel,
onderwyzer te Watergraafsmeer, en 3o. H.
W. Schmelling, onderwyzer te Huizen.
Door de Leiische Katoeumaatschappy is
by adres vergunning verzocht om eene elee-
trische verbinding te leggen tusschen hare
drukkery aan de Heerengracht en hare wevery
aan den Vestwal tot voortbrenging van be
weegkracht en te dien einde voorloopig twee
kabels te mogen spannen boven den beganen
grond.
Uit een vroeger ontvangen schryvcn blykt
dat het voornemen bestaat aan de drukkery
eene nieuwe stoommachine op te richten en
deze sterker te nemen dan voor de machines,
die in de drukkery zyn, verlangd wordt, en
de kracht, die daardoor rest, te gebruiken
om eenige kleine stoommachinetjes, die nu
enorm veel stoom verslinden, door electrische
motors te vervangen, terwyi voorloopig
slechts een enkele motor aan de wevory zou
moeten worden geplaatst om te zien hoeveel
kracht die kleine stoommachinetjes vereischen,
en daarna, wanneer deze proef aan de ver
wachting voldoet, eene permanente installatie
zou worden gevestigd.
In beginsel bestaat er by het College van
B. en Ws. geen bezwaar om de vereischte
vergunning te verleenen, mits in de eerste
plaats de vergunning worde verleend onder
de uitdrukkelyke voorwaarde, dat de kj.bels
(draden) uitsluitend mogen dienen voor de
geleiding van electriciteit, bestemd tot voort
brenging van kracht, en de electriciteit niet
mag worden aangewend voor verlichting
doeleinden
Vervolgens zullen de noodigo bepaling, n
moeten worden ontworpen ter voorkoming
van gevaar, hetwelk die kabels zouden kunnen
opleveren.
Voor het ontwerpen van zoodanige bepa
lingen is echter noodig het advies van een
deskundige op electrotechnisch gebied, waaraan
eenige kosten zyn verbonden, welke, zooals
in het adres wordt medegedeeld, voor rekening
zullen komen van adressanto.
Alvorens evenwel dat speciaal deskundig
onderzoek wordt ingesteld, is het, naar hot
inzicht van B. en Ws., noodig dat vooraf door den
Raad eene beslissing worde genomen over de
vraag of tegen het verleenen van de ge
vraagdn vergunning al of niet in beginsel
bezwaar bestaat, ten einde te voorkomen dat
uitgaven worden gedaan voor het technisch
onderzoek, die later zouden blyken overbo.ig
te zyn geweest, wanneer principièulo be
zwaren by den Gemeenteraad mochten bestaan
tegen het spannen van kabels over de huizen
en de openbare straat.
B. en Ws. hebben op dien grond gemeend
vooralsnog geen technisch onderzoek te dezer
zake te doen instellen, maar, alvorens daartoe
over te gaan, eene beslissing van den Raad
uit te lokken.
Mocht in gunstigen zin door den Raad
worden beslist, dan zal onverwyld mot het
instellen van een deskundig onderzo k worden
aangevangen en de uitslag daarvan worden
medegedeeld, waarop de vergunning door den
Raad kan worden verleend onder de vastge
stelde voorwaarden en verJer onder de alsnog
te ontwerpen voorwaarden na ingesteld fles
kundig onderzoek.
Naar wy vernemen, zullen do heeren
Henri Völlmar, uit 's Gravenhage, en Chr.
Kriens, uit Haarlem, Zaterdag 14 December
in den Foyer van de Staaszaal alhier een
concert geven met medewerking van den heer
Henri Heuschling (bariton), uit Brussel, pro-
fesseur a la cour royale en Belgique Dit con
cert zal o. a. bevatten de twee nieuwe sonatt-s
van Brahms op. 120 voor clarinet en piano.
Voor beminnaars van kunst een avond om
te genieten l
De nieuwbenoemde majoor jhr W. A.
Gevers Deynoot, thans kapitein by het 2do
reg. veld artillerie te Leiden, komt te Helder
8)
Zy wankelde als op het punt van te vallen.
Ik strekte onwillekeurig mijne hand uit om
haar te steunen. Maar oogenblikkelyk deinsde
zy terug, alsof ik gedreigd had haar te slaan.
Toon nep zy uit:
„O, mynheer! waarom my dit niet eerder
gezegd? Laat mij gaan laat my naar myn
vader g«*a.i terstond! Ach, wat moet ik
b3ginnen? wat moet ik beginnen?
En zy liep door de kamer heen en weer,
als een gejaagd hert, dat zyn vervolgers
tracht te ontsnappen.
„Waarde Miss Rayner," zeide ik, „ofschoon
voor u oen onbekende, zou ik u gaarne in
eenig opzicht helpen. Doch houd u een weinig
kalm. Myn rytuig staat voor de deur en gij
kunt terstond naar uw vader gaan, als gy
het verlangt."
Nog scheen bet arme schepseltje geheel
van streek en liep maar heen en weer,
erbarmelyk de handen wringende. Een oogen-
blik vreesde ik byna, dat zy het verstand
zou verliezen. Toen rees er plotseliDg eene
gedachte, eene gelukkige gedachte, by my
op. Ia een oogenblik ging ik van den smee
kenden en overredenden toon over tot dien
van gezag en bevel.
„Miss Rayner," zeide ik eenigszins streng,
jgeef niet aan dezo zwakheid toe. Uw
t&der ig ziek, heeft misschien uwe hulp
fcoodig. Ga terstond naar uwe kamer en
maak u gereed om naar hem toe te gaan."
De uitwerking van deze woorden was
electrisch. Het jonge meisje wendde zich om
en keek my aan met hare schoone grijze
oogen, en toen haar blik den mynen ontmoette,
scheen zy terstond bedwongen en zichzelf
meester.
„Ja," zeide zy kalm, „ik zal gaan."
Zy liep nu met een vasten stap naar de
deur. Toen ik die voor haar wilde openen,
kwam eene andere gedachte by my op.
„Hebt gy ook mannoiyke bloedverwanten,"
vroeg ik, „aan wie ik 66ne boodschap zou
kunnen zendon?"
„Myn broeder," antwoordde zy, zeer kalm,
byna als iemand in hypnotischen toestand.
„Waar is hy?"
„Op zyn kantoor in de City."
„Zyn adres?"
„No. 85, Cornhill."
Ik was verrast over den invloed, dien myn
veranderde toon op haar uitoefende. Zy was,
naar allen scbyn, zoo kalm en bedaard als
iemand, die de grootst mogelyke zelfbeheer-
scbing bezit, maar zyn kan. Het was my een
raadsel, maar verheugde my. Toen zeide ik:
„Weet gy ook, of uw vader of broeder
telegram-formulieren heeft?"
„Ja," antwoordde zy; „in myns broeders
studeerkamer."
„Mag ik daar met u heengaan?"
„Als het u belieft."
Zy verliet de eetkamer en ik volgde haar
naar het eind van de gang, waar zy eene
deur opende. Wy traden binnen. Het waa eene
gewone studeerkamer en bibliotheek, en een
der meubelen was eene tafel, bedekt met
papier en andere schryfbehoeften, met de
uiterste netheid gerangschikt, alles blykbaar
op zyne plaats. Ik vond weldra een bundel
telegram-formulieren en zeide, nadat ik aan
den lessenaar had plaats genomen, terwyi
Miss Rayner kalm naast my stond:
„Nu zal ik, als gy het goedvindt, een
telegram schryven aan uw broeder, om hem
te vragen terstond naar het hospitaal te gaan."
„Maar mag ik ook niet gaan?"
Zy sprak klagend, smeekend, als een be
schroomd kind. Niettegenstaande hetgeen ik
vooraf gezegd had, bedacht ik dat, daar haar
vader werkeiyk niet in gevaar verkeerde, het
toch misschien beter was, haar te overtuigen
om voor het oogenblik thuis te biyven. Ik
antwoordde echter:
„Ja, ja gy zult gaan."
Alweer? Wat was toch die verschrikkeiyke
macht, die my dwong woorden te gebruiken,
die niet uit myzelven voortkwamen? De pen,
die ik opgenomen had, viel my byna uit de
hand. Maar ik herstelde my en begon een tele
gram aan den broeder in de City te schryven.
„Rayner, Bays water, aan Rayner, 85, Corn
hill. Vader een ongeluk overkomen. Ligt in
het University College Hospitaal. Ontmoet my
daar terstond."
Dit was niet precies wat ik zou hebben ge
schreven, indien ik niet onder die vreemde
betoovering was, en terwyi ik Miss Rayner
het bericht liet zien, keek ik naar haar op,
benieuwd om te weten welke uitwerking het
op haar zou hebben. Zy las het nauwkeurig,
zelfs bedachtzaam, maar bleef steeds volko
men kalm. Toen legde zy het langzaam op
de tafel neer.
„Ja," zeide zy, „zóó is het goed."
Ik was op het punt op te staan om
orders te geven voor de verzending van het
telegram, tegelykertyd verwachtende dat zy
de kamer zou verlaten. Maar zy stond nog
voor zich uit te staren, alsof zy droomde.
Toen zeide zy met eene vreemde, harde stem,
die geheel verschilde van haar gewonen zach-
ten toon:
„Wil er nog by voegen: Maak daarvan aan
niemand melding."
Ik was eenigszins verbaasd over dit ver
zoek, maar veronderstelde dat het eene be-
teekenis moest hebben, waarvan ik natuuriyk
met kon weten. Misschien was de bedoeling,
dat Miss Rayner haar broeder wilde waar
schuwen, eene andere zeer gevoelige dame
niet te doen schrikken. Het deed my echter
werkeiyk genoegen, dat zy hare tegenwoor
digheid van geest had teiuggekregen. Toch
scheen hare handel wy ze zeer vreemd.
Ik had de by voeging, die zy dicteerde, op
geschreven en was weer op het punt op
te staan, toen zy my tegenhield en zeide:
„Neon, zeg dat liever niet."
„Wat!" riep ik, nog meer verbaasd, uit,
„wilt gy dat ik deze woorden doorschrap?"
„Ja."
Het was vruchteloos naar hare bedoeling te
gissen. Ik deed wat zy verzocht, en toen zy
zag, dat ik de bygevoegde woorden had door
geschrapt, gaf zy een diepen zucht niet
een zucht van verlichting, maar een zooals
zy in de gang slaakte, nadat zy de doos met
juweelen had geopend een zucht van diepe
droefheid.
Zy begaf zich nu naar de deur. Ik volgde
haar en zeide:
„Ik zal, als gy het goedvindt, schellen om
dit telegram naar uw broeder te verzenden;
en als gy my, ofschoon een vreemde, wilt
toestaan u naar het hospitaal te vergezellen,
zal het my zeer aangenaam zijn."
„Dank u," antwoordde zy. „Gy zyt wol
vriendeiyk."
Zy sprak meer werktuiglijk dan met gevoel;
maar ik begreep, dat zy myn aanbod aannam,
en na de deur voor haar geopend ie hooben,
vergezelde ik haar naar de gang. Zy liep
voort zonder to spreken of my aan te zion,
ging terstond de trap op on ik verloor haar
uit het oog.
Toen trad ik de eetkamer weer binnen
en nadat ik gescheld had, kwam er ditmaal
eene andere, blykbaar verstandiger dienst
maagd.
„Wees zoo goed," zeide ik, „dit telegram
naar het postkantoor to brengen en terstond
te doen verzenden. Uw moester heeft een
ongeluk gekregen en ik ga uwe jonge mees
teres naar het hospitaal vergezellen, waar
hy ligt."
De meid scheen zeer bewogen, maar wist
zich te beheerschen.
„Heeft Mr. Rayner zich erg bezeerd, myn
heer?" vroeg zy.
„Ja," antwoordde ik, in weerwil van my
zelven, „zeer erg. De dokters vreezen, dat hy
niet herstellen zal.
(Wordt vervolgd.)