N°. 10970 Woensdag 2^ November. A0.1895 r ï.io. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van §pn- en feestdagen, uitgegeven. Dit noinmer bestaat uit TWEE Bladen. Leiden, 26 November. Feu-illeton. Het oordeel ran Paris. LEIDSCH PRIJS DEZER COUR-ENT: Voor Leiden per 3 maanden. Franco per posti i i Afzonderlijke Nommers 1.40. 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIES Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 Grooter© letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Eerste Blad. Door het Rotterdamsch sub comité voor kiesrechtuitbreiding is albier een plaatselijk comité in het leven geroepen, waaraan voor- loopig door zeven vereenigingen wordt deel genomen. De Provinciale Vereeniging van Ambte naren ter Gemeente-Secretarie in Zuid Holland hield in „Zomerzorg", bjj Leiden, weder eene algemeene vergadering, onder voorzitterschap van den lieer Van Franck, te 's Gravenhage. Na het lezen der notulen werd door den voorzitter mededeeling gedaan van enkele ing*komen stukken van huishoudelijken aard. Op een verzoiK van het hoofdbestuur van den Nederlanuschen Bond van Gomeentfr- ambtanarnn tot het verspreiden van het bulle tin van dien Bond, werd besloten daaraan te voldoen. E' n voorstel van den heer Oudenaarde, te Lekk^rkerk, om de vergaderingen voortaan te houden in de maanden Januari, Mei en September, werd aangehouden tot een volgende vergadering. Daarna kwam aan de orde de verkiezing van twee bestuursleden ten gevolge van periodieke aftreding. De beioe aftredende leden, de heeren J. C. Zaneveld, te Lisse, en P. M. Van Nierop, te 's Gravenzande, werden herkozen en namen de benoeming aan. De heer Van Nierop bekwam daarop het woord, die in eene zeer uitvoerige inleiding het onderwerp „Drenkelingen" behandelde. De heer Zaneveld beantwoordde daarna de vraag: „Wat bepaalt het Burg. Wetb. ten aanzien van vondelingen?" Beide inleidingen werden met belangstelling aangehoord en de voorzitter bracht den heeren dank voor de door hen genomen moeite. Als plaat* voor de volgende vergadering werd aangewezen Gouda. Mejuffrouw fid. W. I. Kampman, benoemd tot onaerwyz res aan de openbare lagere school van B-nthuizen, heeft voor deze be noeming bedankt en de benoeming tot derge lijke betrekking te Ommeren aangenomen. Ds. I. D. I. Idenburg, predikant te Ter-Aa, heeft, voor het beroep naar de Her vormde gemeente te Ter-Aar bedankt. Door het bestuur der confessioneels vereeniging te Nieuwkoop is tot evangelist benoemd de heer J. Valk, evangelist te Hillegom. Hot aandeel, dat Haarlemmermeer voor de nationale militie lichting 1696 moet leveren, bedraagt 43 man van de 183 ingeschrevenen. In net lokaal van de erven Vesseur, te Oude Wwterng, is eene algemeene vergade ring gc.iiuuuen door de Jjsclub „Bevordering van Ijsvermaak z(j ons doel" aldaar. Niet minder dan 61 leden waren ter vergadering aanwezig. Na opening er van deelde de waar nemende voorzitter, de heer G. N. Lemmerzaal, een en ander mede, o. a. dat het ledental thans tot 97 is gestegen, om vervolgens het woord te geven aan den heer P. Zwaan, secretaris der vereeniging, die de notulen der laatste algemeene vergadering voorlas, welke met algemeene stemmen werden goedgekeurd. Daarna deed de penningmeester, de heer P. J. B. Cozijn, rekening en verantwoording, welke door een commissie van drie leden, door den voorzitter daartoe uit de aan wezigen aangewezen, werd nagezien, en op hun voorstel unaniem is vastgesteld aan inkomsten op f 269.70 en aan uitgaven op f 221.44, dus met een batig saldo van f 48.26. Staande de vergadering werd door een der leden het voorstel gedaan tot herziening van het reglement en tot uitbreiding van het aantal bestuursleden, om, na aanneming daar van, rechtspersoonlijkheid aan te vragen. Het concept-ieglement bevat 33 artikelen, waarin o. a. de bepaling voorkomt, dat de club wordt aangegaan voor den t(jd van 29 jaren. Dit voorstel werd aangenomen. Benoemd werden alsnu tot bestuursleden de heeren H. Van der Burg, P. De Jeu Cz., H. Jonk man, C. Jonkman, A. Rodenburg, F. Roden burg, P. Du Pau, P. Zwaan, H. Los, G. N. Lemmerzaal, J. Boogmans, J. Van Staveren, C. Zoet, P. J. B. Cozijn, L. De Prie en B. Van Wieringen. By monde van den voorzitter, den heer Lemmerzaal, werd den benoemden gevraagd, of zij deze benoeming aannemen, hetwelk door allen, met uitzondering van den heer P. Zwaan, bevestigend beantwoord werd (de heer C. Jonkman was afwezig). In de plaats van genoemden heer Zwaan werd alsnu ge kozen de heer C. Langhout, die de benoeming aannam. Door het vergevorderde uur is niet door het 16 tal bestuursleden kunnen worden bekend gemaakt wie waren aangewezen tot lsten en 2den voorzitter, laten en 2den secretaris en penningmeesterdaar dezen volgens het nieuwe goedgekeurde reglement uit hun midden door hunne vergadering benoemd worden. Allen betreuren het bedanken vau hunnen hverigen en accuraten secretaris, den heer P. Zwaan. Te 's-Gravenhage is in den ouderdom van 75 jaren overleden de oud kolonel van het wapen der genie van het Nederlandsch Indisch leger A. W. Egter van Wissekerke. In 1846 tot 2den luitenant benoemd by de genie en sappeurs, doorlkp de nu overledene vervolgen* de verechilUnde officiersrangen tot hy in 1870 benoemd werd tot kolonel Zeven jaren later verliet koionel Egter van "Wissekerke den militair-n oienet. Gedurende zyn langdungen diensttijd als officier in Nederlandsch Inaió was de ontsUpone vaak belast met spocialë diensten. Zoo was hy o. a. chef van den Staf by de expeditie naar Atjeh in 1873; in 1860 onderdirecteur der genie in do 3de militaire afdeeiing en in 1868 chef van het topogr.ipbisch bureau en der militaire verkenningen. Tyjens z(jn 2 jarig verlof naar Nederland werd de toenmalige majoor der genie werkzaam gesteld aan het Departement van Koloniën. De overleden oud-hoofaofficiar was, behalve met den Nederlandschen Leeuw, versierd met het ridderkruis 4de kl. der Militaire Willemsorde, welke onderscheiding hy ver wierf als luitenant by de 3de Balische expe ditie; en was voorts gerechtigd tot het dragen van de eeretoekenen voor belangrijke krijgsverrichtingen: Bali 48 49; Borneo 50 52; en Arjeh 73-74 en van de Atjeh-medaille. Woensdagochtend zal het lyk worden ver voerd naar Gotha, om aldaar de verbranding te ondergaan. Naar men verneemt, zal het fraaie schil dery van Aert De Gelder in het Koninklijk Kabinet Van Schilderyen te 's-Gravenhage, voorstellende Bathseba van Koning David op zyn sterfbed de kroon voor Salomo vragend, nog slechts enkele dagen daar te zien zyn. De eigenaar, de heer Arthur Kay, te Glasgow, die het stuk voor één jaar in bruikleen afstond, wenscht het thans, na afloop van dien termijn, terug te ontvangen. De heer J. A. Franken, wiens benoeming tot hoofdcommissaris to Amsterdam wy in ons vorig nommer mededeelden, werd te Delft geboren en is thans 35 jareu oud. Hy genoot zijne opleiding tot officier aan de Kon. Mil. Academie en werd in 1882 tot luitenant be noemd. Van zyn diensttijd bracht h(j 5 jaar in Indië door, waar hy zich in Atj^h onderscheidde. In 1890 werd de luitenant Franken weder by het regiment grenadiers ingedeeld; het volgend jaar trad hy op als luitenant-adjudant te Doesburg bij de infanterie. In Sept. 1893 werd hy gepensionneerd en genoot zjjn opleiding voor het politievak by den heer Voormolen, to Rotterdam. Sedert December des vorigen jaars was de hoer Franken commissaris van politie te Maastricht. Hei koninkiyk besluit zyner benoeming (van 23 Nov.) is opgenomen in de Staatscou rant van heden. Te Maastricht staat de heer Franken in h©of tanzien. By het jongste bezeek der Koninginnen gaf hy o. a. doorslaande blyken van zyn organiseerend talent. De kerk> raad te Arasterdam heeft in eene gisteravond gehouden vergadering tot predikant aldaar beroepen dr. H. M. Van Nes, uit Rotterdam, ter vervanging van ds. A. F. Adriani. Op de voordracht stonden dr. B. Van Meer en dr. J. De Lint van Wyngaardon, beiden uit Utrecht. Gisteravond is te Amsterdam de eerste afdeeling opgericht van den Nederlandschen Aannemersbond; 70 leden zyn reeds toege treden. Tot leden van het bestuur ziju De- noemd do heeren J. Koster, voorzitter, en Tb. Ligthert, P. Duinker, H. Hendriks en Barend Van Buuren. Een telegram uit Nieuw-York meldt het overlijden van den zeeschilder Maurits Fre- derik Hendrik De Haas, in den ouderdom van 63 jaar. De Haas was te Rotterdam geboren, stu deerde aldaar en te 's-Gravenhage, en ging in 1851 naar Londen. Uit dien tyd dateeren vele schilderyen van de Fransche kust en het Engelsche Kanaal. Twee jaar later vestigde hy zich te Nieuw-York, waar hy kort daarna lid werd van de National Academy. Hy be hoorde tot de eerste leden der American So ciety of Painters in Watercolors. Toen in Maart jl. de pastoor der R.-K. parochie te Hilversum, de welt er w heer H. Van de Wetering, benoemd werd tot Aarts bisschop van Utrecht, uitten de parochianen aldaar hunno toegenegenheid en liefde voor hun herder door ue aanbieding van een ge schenk, bestaande uit een bisschopsstaf van vergul l-zilver en een zilveren schenkkan met blad. Het spreekt vanzelf, dat deze kunst voorwerpen destyds slechts in teekening konden worden aangeboden. Thans zyn ze gereed en zullen aan mgr. Van de Wetering door eene commissie worden overhandig!. De heer J. H. Brom, te Utrecht, met de vervaardiging belast, heeft, ook weder door dit kunstwerk, het bewys geleverd een speciali teit te zyn voor korkeiyke goudsmeekunst. Het rechte gedeelte van den staf, ryk geci seleerd, draagt tusschen fijn damasceerwerk het opschrift: Henrico. Van. de. Wetering cvrioni. nostro. per. III. annos tantvm. qvo. die. pervigilio rnagnae. virginis. ab. angelo salvtatae. an. M.DCCC.XCV Pontificali. avctvs. est. honore. et onere. cvriales.-Hilversvmenses aevovimvs. De voluut of kromming eindigt in eene met bladeren gesierde console en draagt eene groep: Keizer Hendrik II, aan Adolhold, Bis schop van Utrecht, het graafschap Drente schenkonde, met alle jurisdictiën en gerech tigheden. Kunstkenners roemen deze groep zeer, zoowel om de teekening, als om de afwerking, tot in de kleinste bijzonderheden juist. Een rank, voortspruitende uit de voluut, draagt het wapen van het Bisdom en het persoonlijk wapen van den Aartsbisschop. De zilveren schenkkan en hot blad slu:ton ia fraaiheid volkomen aan by den sraf. In het raidden van het blad bevindt zich het wapen van Mgr. v. d. W., met de volgende inscriptie HenricoArchiepiscopo UltrajectensiHilversvmenses Curiales quondam eius an M.DCCC.XCV. Hieronder laten we de vertaling volgen van beide inscriptiën: a. Aan Henricus Van de Wetering, die slechts drie jaar onze pastoor was, en dia op Vigilie van Maria Boodschap 1895 met de oor on den last der bisschoppelijke waardigheid werd omkleed, hebben op dienzelfden dag wy, parochianen van Hilversum, dit geschenk toegewyd. b. Aan Henricus, Aartsbisschop van Utrecht, hebben zyne voormalige parochianen van Hilversum dit geschenk aangeboden in het jaar 1895. (U. D.) De herstelling van het kasteel „De Haar" geeft aanleiding tot het afbreken der wonin gen, welke de kom vormden der gemeente Haarzuylen. Aangezien byna alle woningen thans toebebooren aan baron E. Van Zuyl n van Nyevelt en ook weer op zyn groin n zullan worden herbouwd, zal de herbouw v n dit dorp geschieden in denzelfden geest, tie geleld heeft by de herstelling van het kasteel. Hel Rechthuis, tevens herberg, ontworpen door den architect Joseph Cuypers, de pacht hoeven, bruggen en arbeiderswoningen, onder leiding der architecten Jac. Van Straaten, te Utrecht, en Jac. Van Gils, te Rotterdam, zullen een oud-Nederlandsch karakter dragen, en op die wyze zal daar oon biyvend „Oud- Holland" in 't leven worden geroepen. De aardwerken van grachten en wallen werden in dit najaar reeds voltooid. Vóór 1 November 1896 moeten alle inwonersnaar hun nieuwe woningen verhuisd zyn. (Architectura.) „Sempervirens" oppert het plan in het volgende jaar eene nationale chrysanthemums tentoonstelling te houden. Zy hoopt dat daar toe het initiatief zal worden genomen door eene Tuinbouwvereeniging en meent, dat men nu reeds moet beginnen die tentoonstelling voor te bereiden. Naar het „Hbl." verneemt, is de hoofd ingenieur J. W. IJzermam, die den spoorweg van Palang naar de Ombilien-kolenvelde» heeft aangelegd, voornemens in de tweede helft van 1896 zyn ontslag uit den Indischen dienst te nemen en naar het moederland terug te keeren. In de Zaterdag gehouden vergadering van den Raad der gemeente Aalten nam de burgemeester, jhr. Baud, afscheid van de leden, wegens het hem op zyn verzoek verleende eervol ontslag tegen 1 December daarbij zyn dank betuigende voor den steun en het vertrouwen, hem geschonken, en mei de verklaring, dat zyn verbiyf te Aalten hem steeds in aangename herinnering zal blijven De wethouder Ten Dam dankte den voor zitter voor het velo goede, onder zyn bestuui in de gomeante tot stand g*bracht en be tuigde namens den Raad zyn leedwezen oven het door hem genomen ontslag. De Kamer van Koophandel en Fabrieket te Delft heeft zich tot den minister van finan ciön gewend met verzoek tot wijziging dei wet op het recht van zegel, in dien zin, dat quitantiën tot en met een bedrag van f 50 van het zegelrecht zullen worden vrygesteld De gemeenteraad van Groningen heeft besloten, rechtsvorderingen in te stellen tegen 25 landgebruikers te Pekela c. a., die in gebreke zyn geblaven een op hun aanvrage toegezegd consent tot inboeking te aanvaar den, en tegen 325 nalatige betalers van inlaat- gelden wegens in de stadsvenen gegraven turf. By koninkiyk besluit is benoemd tot officier van justitie by de arrondissements rechtbank te Alkmaar, mr, J. C. baron Baud, thans substituut officier van justitie by de arrondissements rechtbank te Amsterdam. Benoemd tot notaris binnen het arrondis sement Amsterdam, ter standplaats Amster dam, de heer J. A. Ritman J.Hz., candidaat notaris aldaar. 2) „Pardon, Excellentie," merkte Casanova op, „misschien zou Zyne Doorluchtigheid toch geneigd zijn, de schildert) te verkoopen, als de heer Van der WorlT een pry3 biedt, die de waarde der schilder)) verre overtreft. Zou het niet raadzaam zi]n, den keurvorst In kennis te etellen met het aanbod?" Marcolini schudde het hoofd. „Neen, myn- heer Von Casanova," antwoordde by, „ik acht dat geheel onnoodig en overbodig. Myn gebieder is aoo trotsch op de verzameling, dat onder geene omstandigheden geneigd zou wezen, ook tegen een hoogen prtja een parel van deze collectie af te staan. Nogmaale, manheer 1 het spt)t mt) zeer, u een weigerend antwoord te moeten geven, maar ik ben niet in staat, uw verzoek in te willigen. Tot weerziens, ridder, en vergeet niet, wat ik u over uw gedenkschriften gezegd heb." De beide heeren gingen heen de Hol lander met ingehouden ergerais. Bt) de deur keerde by zich nog eenmaal om. „Een laatste woord, Excellentie 1 Ik geef honderdduizend gulden - contant - in Neder- landsche staatspapieren Graaf Marcolini hief afwerend de hand op. ,Ook al boodt gy een millioen - ei komt niets vanl" Daarop belde hy. De kamer dienaar trad binnen. „De volgende audiënties," beval de'n nister. Do dikko Hollander schuld geweldig, toen hy met Casanova het paleis van Marcolini verliet. „Wat ligt mU er aan gelegen, of do schil- derg waarde heeft of niet 1" riep hy, terwgl hy met den ouden avonturier de straat opging. „Ik wil tegenover Huysum geiyk hebben; hy heeft zyn weddenschap verloren, als het „Oordeel van Paris" slechts een dag in myn galery hangt. Een verwenschto atyfkop, uw landgenoot precies zooals ik 1Kom, nu gaan wy eens naar do galcry om de schildery ten minste eene te zien en dan zullen wy in de „Poolsche Kroon" wat eten, want de maag rammelt my na de emoties van den voormiddag. Zy gingen over den Judenhof, waar dostyde de ingang der echilderyengalery zich bevond, gingen de zoogenaamde Engelsche trap op en vroegen een der bedienden naar do schil deryen van Van der Werff. De man, Matthias Schneider geheeten, geleidde de heeren naar de zaal, waar de drie Van der Werffs hingen, die tot de Dreedensche galery behoorden, waaronder ook het „Oordeel van Paris." De galery wae op dit oogenblik niet zeer druk bezocht; toch waren er ook in deVan- der-Werff zaal vyftien tot twintig personen, die ieder afzonderiyk of in groepen vereenigd de echilderyen bewonderden. Het „Oordeel van Paria," geheel in de gracieuze en delicate uitvoenng, welke Adriaan Van der Werff tot den meest gewilden salonschilder van zyn tyd stempelde, hing tusschen een portret studie van Seybold en de beroemde Magdalena van Correggio, die, behalve eec vrl', voudigo buitenste houten lust, nog door een binnenste zilveren lyet, met edelgesteenten bezet, ingesloten was. Op het oogonblik, waarop Casanova met den Nederlander door Schneider de zaal bin nengeleid werf, trad van den anderen kant de galerij-inspecteur Riedel binnen, die, on middellijk ziende dat do beide heeren vreem delingen van voorname afkomst waren, de echilderyen met oenige critieche opmerkingen begon te bespreken. Hy roemde eerat de hooge waarde van het portret van Seybold en op dezelfde wyze die van het „Oordeel van Paris," er by voegende, dat voor korten tyd een Rus zeventienduizend thaler voor deze schildery geboden had, maar dat Zyna Doorluchtigheid het niet had willen verkoopen. „Ik zou er direct viermaal zooveel voor geven," zside de Nederlander op zóó ernstigen toon, dat de inspecteur Riedel zich verbluft naar den spreker omkoorde. Nochtans meende hy waarschynlyk, dat de vreemdeling slechte schertsend gesproken had, want hy vervolgde zys critieche opmerkingen, prees de groote artistieks fijnheid van Correggio's Magdalena en zeide ten slotte ook over de zeer kost bare zilveren lyst eenige woorden. Hy sprak, met het oog op de beide vreem delingen, Fran8ch, werd evenwel plotseling door een eenvoudig burgeriyk gekleeden man met zwarten vollen baard, naar 't scheen een brave ambachtsman, in de rede gevallen, die hem in het Saksisch vroeg: „Zyn de diamanten echt of schynen zy het slechts?" „Neen, zy rijn echt, myn waarde," ant woordde de inspecteur lachend, nu echter in het Duitech. „Deze steen, byvoorbeeld" hy wees op een prachtigen briljant „deze eteon alleen is wel duizend dukaten of meer waard; de geheels schildery echter mot de lyst is mooilyk te schatten. In elk geval geloof ik niet, dat gy baar betalen kunt, bSBte man!" „Dat geloof ik ook niet, Wochatz," voegde meesmuilend de oppasser Schneider er half luid aan toe. Intusschen waren Casanova en Van der Werff achter den ezol van eon jongen schilder gaan staan, die het „Oordeel van Paria" kopieerde en zich om hot hem omringende en hem nu en dan over de Behouders kykende publiek in 't geheel niet bekom merde. Van der Werff scheen zich levendig voor de kopie te interesseeren; hy knikte meermalen zichtbaar bevredigd met het hoofd, legde daarop een hand op den rug van den schilder, zoodat deze ophouden moest, en zeide „Voortreffeiyk, zeer voortroffeiyk, myn waardel Ik zal uw schildery koopen. Wan neer ie zy gereed? Wat kost zy? Hoe heet gy en waar woont gy?" De ecbilder keek op het was een knappe blonde man van hoogstens vyf en twintig jaren en daar hy zag, dat de spreker een man van aanzien was, antwoordde hy, op staande, op hoffelykon toon„Myn naam is Leonbard Friese, mynheer, en myn woning hier dicht by, Sporeretraat 5, by den gaiery- oppasaor Schneider." „Goed", zeide de Nederlander, zyn aan- teekenboek voor den dag halend en eenig. aanteekeningen makend; „Ik zal van avono om zeven uren by u zyn".,.. Daaibp wondde hy zich weer tot den ridder. „Litei wy gaan, Casanova; ik heb een verschrik kelyken eetlust en het ontbyt in de „Ppol- sche Kroon" wacht ons al lang." II. Leonhard Friese was een begaafd schilder, maar de nood dwong hem tegen geringe betaling allerlei kleine bestellingen aan te nemen en by v. in de restaurants do plafonds to schilderen. Als hem eons de kopie eener be roemde schildery werd opgedragen, was hy gelukkig; over 't geheel echtor moest hij zich met moeite door bot loven slaao. Voor Leonhard Friese wae de etryd om het bestaan des te moeiiyker te verduren, wyi hy Anna, de dochter van den galory oppaaeer Schneider, beminde. Hy had van. Schneider een kamer gehuurd, en de moois Anna bestuurde zyn klein huishouden. Zy waa een braaf en lief meisje, eenvoudig cd klein burgeriyk opgegroeid, maar daar ook Leonhard uit een arme handwerkorsfamilit voortgesproten wae en van zyn toekomstige levensgezellin niets anders verlangde dan een warm gemoed en een practlschen zin, paBten de twee uitstekend by elkander. Vader Schneider zou voor zyn lief doch tertjo evenwel eon betera party hebben ge wenscht. {Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1