N\ iüyö4 ~VVoeiitBdaj£ O j. vt uiber. A0.1895 (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (gon- en feestdagen, uitgegeven Leiden, 19 November. Feuilleton. Een Tnrksclie geschiedenis. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post v i 1.40. Afzonderlijke Hummers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1 6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17 J. Grootero lettors naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad wordt f 0.05 berekend. OiHoiëole Keuuis^evinffon. Vergadering van den Gemeenteraad ran Leiden, op Dond rciag 21 Nov., des namiddaas te twee uren. Punten ter bo li an deling: 1°. Voorstel tot hot benoemen van eene Raads commissie van drio leden in zake eene onbe- ■woonbaarverklaring van percoeleii in de Slagerspoort en in de Daniülspoort. (279) 2'. Benoeming van de leden der bovengenoemde Commissie. (279) 8'. Voorstel omtrent de verwarming eu ventilatie in de Raadszaal. (259) 4°. Idem tot afbraak van liet Commissanshuisje aan het Utrechtsclie Veer. (26ü) 5°. Verzoek van H. P. Tb. Van Wensen, om vrijstelling van schoolgeld. Gymnasium. (201) 6°. Idem van W. J. Tilanus, om terugbetaling van schoolgeld, lager onderwijs. l2ü2) 7°. Voorstel tot hol verleenen van eene toelage uit de gemeentekas aan den eervol ontslagen brugwachter J. Kienjet. (204) 8°. Vorzoek van N. Vallentgoed Jr., om vrij stelling van de betaling van schoolgeld, Kweekschool voor Onderwijzers. (265) 9°. Idem van J. P. Bouma, om ontslag als derdo onderwijzer aan de Jongensschool 2de klasse. (266) 10°. Voorstel omtrent de inrichting van lokalen in het Invalidenhuis voor den Militieraad. (267) 11°. Idem tot hot indienen van een adres aan den Minister van Binnenlandsche Zaken om- troDt de Bank-van-Leening. (268j 12°. Idem omtrent het doen instellen van een onderzoek in zake de eventucele oprichting van een abattoir. (269) 13°. Verzoek van de Afdeeling „Vooruit" van den Algemeenen Nederlandschtn Tinimer- liedenbond, in zake de oprichting van het Krankzinnigengesticht. (270) 14°. Voorstel omtrent herstelling van de schoeiing achter de Infanteiiekazerne aan het Galgo- water en de afbraak van het daar gelegen schuitenhuis. (271) 15°. Suppletoiro staat van begrooling, dienst 1895, van liet H. G.- of Arme Wees- en Kinder huis. (272} 16°. BegruotiDg dienst 1896, van het Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen-en Vrouwen huis (273) 17°. Voorstel omtrent het verleenen van geheele of gedeeltelijke vrijstelling van do betaling vau schoolgeld voor de Kweekschool voor onderwijzers. (274) 18°. Verzoek van D. Braaksma, om vrijstelling van schoolgeld, Hoogero Burgerschool voor Jongens. (275) 19°. Idem van J. M. Platteel, echtgenoote van F. O. De Vries, omtrent doorhaling van hypothecair-verband op terreinen in do Waard onder Leiderdorp. (278) 20°. Bezwaarschriften tegen het Kohier der Plaatse lijke Directe Belasting, dienst 1895. Tweede gedeelte. (277) Onze stadgenoot de heer J. Büttikofer, conservator aan 'sRyks Museum van Natuur lijke Historie en bekend zoowel door z(jne zoölogische onderzoekingen als door zjjne ontdekkingsreizen in Afrika en Borneo, is door den Senaat der universiteit te Bern tot oero- dbctor doctor philosophiae honoris causa) benoemd. Bedankt is voor het beroep naar de Ned.-Herv. gem. te Maassluis door ds. 0. B. Oorthuis, te Katwjjk aan Zee. De eerste zitting van den Militieraad voor de lotelingen in de gemeenten Zegwaard en Zoetermeer zal gehouden worden to 's-Gra- venhago, Wagenstraat No.- 119, op Maandag den 16den December a. s., des voormiddags te tien uren. Op de voordracht voor hoofd der school in wijk II te Aalsmeer staan de beeren: A. J. Hofman, te Vianen; A. Prakken, te Uskwerd, en "W. Peekema, te Nieuwer-Amstel. By koninklijk besluit zyn ten aanzien van de positie der militaire geëmployeerden by de militaire verplegingsinrichtingen nader regelen gesteld. De militaire verplegingsinrichtingen, daar onder niet begrepen centrale magazynen van militaire kleeding en uitrusting, worden, naar gelang van den omvang der daaruit te doene verstrakkingen, verdeeld in: een centraal magazijn van levensmiddelen; militaire maga zynen van levensmiddelen van de 1ste en de 2de-klasse; magazynen van kleeding, maga zijnen van nachtleger, militaire bakkerijen en militaire slachteryen van de 1ste, 2de en 3de klasse. Het centraal-raagazljn van levensmiddelen zal gevestigd zyn te Amsterdam. De militaire bakkeryen der 1ste klasse zullen gevestigd zyn te Amsterdam, 's Gra- venhage, Breda en Utrecht. Tot de kleeding- en nachtlegermagazynon der 1ste klasse zullen behoorendie te Am sterdam, 's Gravenhage, Breda, Utrecht, Amersfoort, Arnhem, Bergen op-Zoom, 's-Her- togenbosch en Leiden. De minister van oorlog bepaalt verder, waar militaire bakkerijen der 2de en der 3do klasse, nachtleger- en kleedingmagazynen der 2de en 3de klasse, alsook militaire magazynen van levensmiddelen der 1ste en der 2de klasse en militaire slachteryen der 1ste, 2de en der 3 ie klasse zullen gevestigd zyn. Aan het hoofd van iedere verplegingsinrich- ting staat een administrateur. Do administra teurs van het centraal-magazyn van levens middelen en van de militaire bakkeryen te Amsterdam en te 's-Gravenhage worden in het beheer daarover ieder bygostaan door eon opzichter. Het beheer over het centraal-magazyn van levensmiddelen wordt gevoerd door een ge- pensionneerden officier, dat over eene militaire bakkery van de 1ste klasse en dat over een kleeding- en nachtlegermagazijn van de 1ste klasse door een officier, een gepensionneerden officier of een onderofficier. De militaire magazynen van levensmiddelen, de militaire slachteryen, de militaire bakkeryen van de 2de en 3de klasse, alsook de kleeding en de nachtlegermagazynen der 2de en der 3de klasse, worden elk beheerd door een onderofficier. Het toezicht op het beheer over de mili taire verplegingsinrichtingen wordt onder de bevelen van den hoofdintendant gevoerd. Da traktementen, toelagen en verdere ver goedingen, te genieten door de administra teurs en het verdere personeel by de mili taire verplegingsinrichtingen, worden, voor zoover het de officieren in werkelijken dienst betreft, door den minister van oorlog bepaald, met dien verstande, dat het traktement of de toelage van e9n administrateur niet meer zal bedragen dan f 10C0 'sjaars, wanneer by gepensionneerd officier, en van ƒ800 's jaars, wanneer hy onderofficier is. Dj hoofdcommissaris van politie te 's Gravenhage, de heer Van Schermbeek, is voor eenige dagen naar Parys, waar hy by deze gelegenheid tevens een bezoek zal bren gen aan de daar r.estaande inrichting tot bot opmaken van anthropometriscbe sign ale ment 8- kaarten, volgens het stelsel-„Bertillon." Zooals men weet, wenscht de minister van justitie genoemd stelsel ook hier te lande ingevoerd te zien. Met ingang van 1°. Januari 1896 zyn be noemd tot leden in de commissie, belast met de directie der Weduwen- eD Weezenkas voor de officieren van de landmacht: H. W. Alma ko'onel, -omman lar.t van het 3de regiment vesting artillerie; 0. F. Pa-st, gepensioneerd luitenant kolonel d -r infanterie, met den rang van kolonel, en B. K. Van Tuinen, kapile'n adjudant van het 7cJe regiment infanterie. Nieuwe algemeene voorwaarden voor de levering van granen ten behoeve van de militaire bakkeryen zyn vastgesteld door den minister van oorlog. Zondag was het 50 jaren geleden, dat het ruiterstandbeeld van Prins Willen I, te 's-Gravenhage, door wylen Koning Wil lem II werd onthuld. Als een bewys, dat het dien dag allerongunstigst weder was, kan dienen, dat het bataljon der grenadiers, dat destijds te Delft garnizoen hield en aan de plechtigheid had deelgenomen, by terugkomst dermate door weer en wind was toegetakeld, dat het, met uitzondering van hoog noodige diensten, een geheele maand werd vrygesteld van oefeningen, om wapenen en kleeaing in orde te brengen, terwijl officieren en minderen aan hunne uniformen zeer veel schade hadden geleden. Het stationsgebouw der Staatsspoor wegen te Woerden zal een belangryke restau ratie ondergaan. In verband hiermede wordt het hulpstationsgehouw te Bodegrave afge broken on naar Woerlen overgebracht, om aldaar tydelyk tegen het hoofdgebouw aan to worden opgeslagen en te worden ingericht als wachtkamers 1ste en 2de klasse. Door ds. Van Dyk, directeur der Vor- eeniging tot opleiding van jongeliDgen tot predikant, te Doetincbem, i3 door middel van de heeren Scherrewitz en Schaaper, te Am sterdam, van iemand, die onbekend wenscht te blyven, f 1000 ontvangen. De AlgGmeene Haagsche Polikliniek be noemde in hare gisteren gehouden vergade ring tot secretaris, in plaats van dr. F. Van Leyden, die bedankt had, dr. D. Snoeck Höukemans. De ministers van justitie en van koloniën begaven zich gisteren naar hot Loo ter audiëntie by H. M. do Koningin Regentes. Da heer Gréa, secretaris by het Fransche gezantschap te 's Gravenhage, is na een lang durige afwezigheid op zyn post teruggekeerd. Het departement van koloniën zal elec- tri8ch verlicht worden. Do Centrale Commissie voor de Statistiek heeft besloten een onderzoek ia te stellen naar de geschiedenis en de werkzaamheid der vak verenigingen van werklieden hier te lande en zy heeft aan alle vereemgingen van dien aard, waarvan haar het bestaan bekend was, een circulaire met lyst van vraagpunten toe gezonden. Mochten er vakverenigingen zyn, die deze stukken niet hebben ontvangen en geneigu zyn aan de Centrale Commissie voornoemd inlich tingen te geven, zoo zal aan deze gaarne als nog een exemplaar worden toegezonden, waar toe zy zich kunnen adresseoren by onpehan keerden brief aan de Centrale Commissie vojr de Statistiek, Binnenhof, te 's-Gravenhage. Voorzitter dezer commissie is de heer W. A. Vun Verschuer, secretaris de heer C. A. Yerryn Stuart. (S/s. Cl). Da vureeriging van Nederl. Patroons „Boaz" heeft aan den minister van wat r staat, enz. eon adres ingediend, waarin wordt te kennen egeven, dat in hare bestuurs- en ledenvergadering de navolgende punten ern stige bespr-kingon hebben uitgelokt, in het belang der Noderlandsche nyverheid; 1. de bepaling, in de algemeene voorwaar den voor aar-bestedingen van Rykswerken, waarin van den aannemer twee borgen wor den geëischt, die zich verbinden tot voltooiing van het werk, wanneer de aannemer in ge breke mocht blyven; 2. het gebruik otn do uitvoering van Ryks- werken bi) internationale mededinging toe to wyzen aan den minsten inscbryver, zonder eenige nadere bepaling, waardoor Noderland sche werken dikwijls in handen komen van buitenlcindscho inschrijvers, ook by een slechts gering pry* verschil. Adressanto voegt daaraan toe, dat door de sub 1 vermelde bepaling aan het Ryk wel voldoende waarborg wordt verleend, doch dat door deze wyze van borgstelling aan finantiéel onbekwamo aannemers gelegenheid is geopend medo te dingen naar werken, die hunne finantiöele krachten verre te boven gaan en waarby niet zelden om byredenen voor een onmogeiyk cijfer wordt ingeschre ven en het werk hun gegund, wanneer de zich stellende borgen geschikt worden be vonden. Het gevolg is dikwyis, dat op allerlei kunst matige wyzen on onder bezwarende voorwaar den, het voor de uitvoering aanvankelyk be- noodigde kapitaal moet worden verkregen en dit slechts gefourneerd wordt zoolang de te cedeeren termynen ruim surplus inhouden. Blykt echter na eenigen tyd, dat het werk een nadeelig saldo zal opleveren, dan trekken de geldschieters zich terug en dikwijls volgt dan de in staat van faillissementsteliing van den aannemer. De borgen worden alsdan opgeroepen tot voltooiing van het werk en dezen kunnen met de dan steeds in ruime mate aanwezige ma terialen, zonder het minste bezwaar, het werk voortzetton en ten einde brengen, ja, dikwyis nog met een ruim winstcyfer afsluiten. De schade, die door het faillissement ont staat, komt dan voor rekening der onderaan nemers en leveranciers, kleine industriëelon dus, wier stryd om het bestaan, in dezen tyd, toch reeds zoo bang en rooeilyk ie, terwyi op zulk eene wyze voltooide werken, by de beste surveillance, toch niet dien waarborg van deugdelykheid kunnen hebben, die gelegen is in de soliditeit eener firma, welke by de uitvoering ook haar eigen naam te eeren heeft. Dj adressante vervolgt alsdan, in indirecte rede: dat, naar hare bescheiden meening, zoo belangryke bezwaren zouden kunnen worden weggenomen, wanneer ia de algemn ne voorwaarden de eisch tot persoonlyke borg stelling werd uitgebreid en ook zakelyk werd vastgesteld door de bepaling, dat, behalve den bestaanden „persoonlyken", daarenboven, als torgtocht, door den aannemer, een som gestort moet wprden, gelykstaar.de met, byv. zooals dit in België en Frankryk geschiedt, J/10 gedeelte der aanneemsom, welk bedrag alleen mag dienen tot meerdtre zekerheid voor de nakoming der verplichtingen, tegenover onder aannemers en loveranciers van het betreffende werk, en niet zal worden teruggegeven dan 3 maanden na de uitbetaling van den tormyn, voor 1ste oplevering bepaald; dat naar aanleiding van het sub II vermelde, juist de solide aannemers, wier inschrijvingen rekening houden met de behoeften hunner werklieden, die ook aan hunne onder-aan nemers een behoorlyk bestaan wenschen te ver schaffen en wier solvabiliteit op zichzelf reeds een waarborg aanbiedt voor de deugdelykheid van het af te leveren werk, ontmoedigd worden, wanneer zy somtyds, om een gering prys- verschil, de werken aan buitenlandsche mede dingers toegewezen zien; dat naar hare overtuiging, door het opnemen tiibr twee bepalingen, de Regeering een ver hoogden waarborg zou hebben voor de deug delijkheid der uitvoering van rykswerken en krachtig zoude medewerken tot don bloei van verschillende vakken in Nederland, waardoor de ny verheid de vruchten van den arbeid zou oogsten ter bsstryoing der in de laatste jaren in ons vaderland regelmatig wederkeerende werkeloosheid, die steeds dreigender afmetin gen begint aan te nemen. Om de aangevoerde redenen verzoekt het bestuur om de bovenstaande bepalingen in de algemeene voorwaarden voor aanbesteding van rykswerken te willen doen opnemen. De grensregelingscommissie te Heemstede heeft Zaterdag haar eerste vergadering ge houden, waarby alle leden tegenwoordig waren. Op voorstel van den burgomeescer werd be sloten tot het benoemen van eene commissie, die een ontwerp rapport zou opmaken, en van een secretaris. Tot leden dier commissie werden door de vergadering benoemd de heeren J. D. Oudewater, rar. "\V. H. Smit en jbr. mr. B. C. Van Merlen, welke laatste tevens tot secretaris werd verkozen. Besloten werd de vergaderingen niet in het openbaar te houden. By bosprekiDg der annexatie door Haarlem bleek, dat alle leden daartegen groote be zwaren hadden. Het Java-comitó voor de zending zal dit jaar 40 jaren hebben bestaan. In de jaarverga dering, die op 21 dezer te Amsterdam zal ge- houden worden, zal dit feit worden herdacht. De heor H. H. Barger, predikant by de Her vormde gemeonto to Bloemendaal, zal by die gelegenheid een referaat houden over „De invloed van de vrouw in de gemeente op den zendiogsarbeid". Ter benoeming van een leeraar in de wiskunde en cosmographie aan bet gymna- HU zat op zUn donkeren hengst en ook •ZUn gevolg verscheen op donkere paarden. Eensklaps was het Münireb, alsof een ver blindende zonnestraal door donkere wolken tot haar doordrong, zU zag een melkwitten hengat van het edelste ras, met fijnen kop, groote, moedige oogen en wUd opengespalkte, onrustige, rose neusgaten. Do in zilveren plooitjes glanzende fiere hals verhief zich trotsch boven den met goud en edelgesteenten versierden teugel. Münireh meende nooit iets schooners te hebben gezien dan dit paard; maar toen zU daarop den ruiter zag, ging haar een pjjnlUke rilling door de leden. Dat was dus de voor haar uitverkoren bruidegom een jongeling, schoon van aangezicht en lichaam. ZUn donkere oogen zweefden ver spiedend over de vensters, als wilden zU de nauwe tralies doordringen. Münireh, ofschoon zU wist dat zU van de straat af onzichtbaar was, deed een schrede achterwaarts. Toen zU het venster weer naderde, waren het witte paard en zUn schoone ruiter verdwenen. ZU ging daarop nadenkend naar een ander, van het geruisch der straat verwijderd vertrek, waarin zU verscheidene uren vertoefde, zonder zich door spel of gezang der slavinnen te laten verstrooien. EindelUk verscheen de sul tan. Münireh wachtte de vraag niet af, die hem waarschUnlük op de lippen zweefde, maar, zoodra hU haar begroette en plaats genomen had, zeide z|j „Essad-bey bereed vandaag het schoonste paard, dat ik ooit gezien heb. Het is mU zeer bevallen." De sultan antwoordde met een aanvechting van ongeduld: ,Het paard is schoon. Maar daarop komt hot niet aan. Wat heb je mU van zUn ruiter Essad te zeggen?" ,Hü is mU evoneens bevallen." .Dat verheugt mU," zeide de sultan. „Zoo zal dus mijn wensch, hem met jou te doen trouwen, in vervulling gaan." ,Jaals bU even wUs en betrouwbaar als schoon is." „Hoe wil je dat te weten komen, eer je met hem gesproken hebt?" ,Ik zal niet met hem spreken, ik verlang hem niet eens een tweedo maal te zien, voordat ik een beslissing neem. Beveel hem slechts, vader, zich morgenavond, twee uur na zonsondergang, bU mUn hofmaarschalk aan te melden." Op de vragen van den sultan, wat dan met Essad geschieden zou, antwoordde Mü nireh ontwUkend. „Er zal niets gebeuren, wat uw dochter onwaardig is," zeide zU ten slotte. „Stel vertrouwen in mU, vader. Weldra zal u alles vernemen, en ik weet vooruit, dat u mU deswege niet zal berispen." De sultan gaf ook ditmaal aan zUn lieve ling toe en deed nog denzeifden avond aan Essad-bey het geheime bevel toekomen, zich den volgenden dag, twee uur na zonsonder gang, bU Mahmoed-pacha, denhofmaarschalk van prinses Münireh, aan te melden; zoodra bu haar konak weer verlaten had, moest hu zich, zonder oponthoud en zonder met iemand te spreken, naar het keizerlUk paleis begeven, waar hem verdere bevelen zouden worden gegeven. Tevens beval de sultan, dat de ingang van den konak van priDses Münireb van twee uren 's avonds totdat Eased den konak weer verlaten had, op niet in 't oog springende wUze bewaakt zou worden. Essad zou dan heimelijk bespied worden. Indien bU zich regelrecht naar het keizerlUk paleis begaf, zouden geon verdere berichten aan gaande hem verwacht wordenin het andere geval evenwel zouden zyn bewegingen door den dienstdoenden eersten kamerheer nauw keurig gerapporteerd worden. Op het vastgestelde uur verlangde Essad toegang tot den konak van prinses Münireb, en zoodra hem die verleend was, beval liU den portier, hem bU den hofmaarschalk te brengendeze echter kwam Essad reeds tegemoet, begroette hem hoffelUk, zonder daarbU evenwel een woord te spreken, en geleidde hem door verscheidene lange gangen, die spaarzaam verlicht waren, naar een anti chambre, van waar een breede marmeren trap naar de bovenverdieping voerde. Daar wachtten Essad-bey vier gesluierde slavinnen, die hem op de gebruikelUke wUze behulpzaam waren hu het opgaan der korte trap, door beur banden stuttend onder zUn armen en op zUn rug te leggen. Op die wUze schoven zU hem als 't ware in een helder verlicht, klein vertrok, waar zU hem korten tUd alleen lieten. Toen zU terngkwamen, beduidden zU hem door stomme teekens, op een divan plaats te nemen en zetten hem een avond maal voor, waarbU het Essad opviel, dat hot zeer eenvoudig, maar in kostbare gouden schotels opgedragen was. Het bestond uit een watermeloen, een gekookt hoen en een stuk brood. Op het bord, dat voor Essad geplaatst was, lag een lang, epits mes met kunstig bewerkt gouden heft. Toen de slavinnen weer gegaan waren, begon Essad het hem voorgezette maal te verorberen. HU vond het goed toebereid en het smaakte hom uitstekend. Maar nog voordat bU er over nadenken kon, wat daarna wel gebeuren zou, kwamen de slavinnen weer binnen en lieten hem op dezelfde zorgvuldige wUze, waarop zU hem ontvangen hadden, weer uit, de marmeren trap af, door de anti chambre en de halfdonkere gangen tot aan den ingang van den konak, die stilletjes en snel voor hem geopend en zoodra hU door de handen der Blavinnen zacht geschoven, op de straat gekomen was, achter hem ge sloten werd. Essad bleef eenige minuten ver ward Btaan; daarop begaf bU zich, overeen komstig het bevel van den sultan, haastig naar bet keizerlUk paleis. Daar werd bU, zonder dat bet hem een woord behoefde te kosten, door een kamerheer, die hem gewacht had, bU den sultan gebracht. Deze hoorde het verslag van den zoo kort afgewezen minnaar aan zonder eenige deelneming te laten blUken, en ontsloeg hem met het bevel, over het gebeurde van den avond het diepste stilzwUeen te bewareD. „Je zoudt verloren zUn, als je sprak," zeide bU. In zUn hart zocht nu de sultan naar een verklaring der eigenaardige behandeling, die Mümreii Essad had doen geworden, maar bU kon er geon vinden en verbeidde met eenig ongeduld bet uur, waarop hu zUn dochter placht te bezoeken. Müniroh, schoon en opgeruimd, een heer- lUke aanblik voor het oog van don lief hebbenden vader, kwam den sultan tegemoet en nadat zU hom eerbiedig en toeder tevens begroet had, zaide zU„Essad is zeer schoon maar zoo dwaas bU bevalt mU in 't gohoel niet." DaarbU lachte zU en dat klonk als een zilveren schel. De sultan was boos, doch het was hem onmogelUk, op het HeflUke, lachende meisje langen tijd verstoord te zUn. Een vriendelUke glimlach verhelderde weldra ook zUn gestrenge trekken. Nu wiet Münireh, dat zU niets van hem te duchten had, en onbeschroomd ant woordde zU op zUn vraag, wat zU met Essad aangevangen had, dat hU het examen naar zUn wUshoid, waaraan zU hem onderworpen had, zoo slecht mogelUk afgelegd had. Meer kon de sultan niet van haar te weten komen. „Ik heb niots kwaads gedaan," zeide zy, „en ik zal niets verkeerds doen. Laat mU mUn onschuldig geheim nog eenigen tUd behouden, als u mU gelukkig wil maken. Ik smeek u er om." De sultan drong niet verder aan. HU zag in wat gebeurd was een kinderlik spel zUner dochter en wilde haar het geno?gen daarvan niet vergallen. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1