N\ iüyö4
~VVoeiitBdaj£ O j. vt uiber.
A0.1895
(Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (gon- en feestdagen, uitgegeven
Leiden, 19 November.
Feuilleton.
Een Tnrksclie geschiedenis.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post v i 1.40.
Afzonderlijke Hummers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1 6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17 J. Grootero
lettors naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad
wordt f 0.05 berekend.
OiHoiëole Keuuis^evinffon.
Vergadering van den Gemeenteraad ran Leiden,
op Dond rciag 21 Nov., des namiddaas te twee uren.
Punten ter bo li an deling:
1°. Voorstel tot hot benoemen van eene Raads
commissie van drio leden in zake eene onbe-
■woonbaarverklaring van percoeleii in de
Slagerspoort en in de Daniülspoort. (279)
2'. Benoeming van de leden der bovengenoemde
Commissie. (279)
8'. Voorstel omtrent de verwarming eu ventilatie
in de Raadszaal. (259)
4°. Idem tot afbraak van liet Commissanshuisje
aan het Utrechtsclie Veer. (26ü)
5°. Verzoek van H. P. Tb. Van Wensen, om
vrijstelling van schoolgeld. Gymnasium. (201)
6°. Idem van W. J. Tilanus, om terugbetaling
van schoolgeld, lager onderwijs. l2ü2)
7°. Voorstel tot hol verleenen van eene toelage
uit de gemeentekas aan den eervol ontslagen
brugwachter J. Kienjet. (204)
8°. Vorzoek van N. Vallentgoed Jr., om vrij
stelling van de betaling van schoolgeld,
Kweekschool voor Onderwijzers. (265)
9°. Idem van J. P. Bouma, om ontslag als derdo
onderwijzer aan de Jongensschool 2de
klasse. (266)
10°. Voorstel omtrent de inrichting van lokalen in
het Invalidenhuis voor den Militieraad. (267)
11°. Idem tot hot indienen van een adres aan
den Minister van Binnenlandsche Zaken om-
troDt de Bank-van-Leening. (268j
12°. Idem omtrent het doen instellen van een
onderzoek in zake de eventucele oprichting
van een abattoir. (269)
13°. Verzoek van de Afdeeling „Vooruit" van
den Algemeenen Nederlandschtn Tinimer-
liedenbond, in zake de oprichting van het
Krankzinnigengesticht. (270)
14°. Voorstel omtrent herstelling van de schoeiing
achter de Infanteiiekazerne aan het Galgo-
water en de afbraak van het daar gelegen
schuitenhuis. (271)
15°. Suppletoiro staat van begrooling, dienst 1895,
van liet H. G.- of Arme Wees- en Kinder
huis. (272}
16°. BegruotiDg dienst 1896, van het Gereformeerd
Minne- of Arme Oude Mannen-en Vrouwen
huis (273)
17°. Voorstel omtrent het verleenen van geheele
of gedeeltelijke vrijstelling van do betaling
vau schoolgeld voor de Kweekschool voor
onderwijzers. (274)
18°. Verzoek van D. Braaksma, om vrijstelling
van schoolgeld, Hoogero Burgerschool voor
Jongens. (275)
19°. Idem van J. M. Platteel, echtgenoote van
F. O. De Vries, omtrent doorhaling van
hypothecair-verband op terreinen in do
Waard onder Leiderdorp. (278)
20°. Bezwaarschriften tegen het Kohier der Plaatse
lijke Directe Belasting, dienst 1895. Tweede
gedeelte. (277)
Onze stadgenoot de heer J. Büttikofer,
conservator aan 'sRyks Museum van Natuur
lijke Historie en bekend zoowel door z(jne
zoölogische onderzoekingen als door zjjne
ontdekkingsreizen in Afrika en Borneo, is door
den Senaat der universiteit te Bern tot oero-
dbctor doctor philosophiae honoris causa)
benoemd.
Bedankt is voor het beroep naar de
Ned.-Herv. gem. te Maassluis door ds. 0. B.
Oorthuis, te Katwjjk aan Zee.
De eerste zitting van den Militieraad
voor de lotelingen in de gemeenten Zegwaard
en Zoetermeer zal gehouden worden to 's-Gra-
venhago, Wagenstraat No.- 119, op Maandag
den 16den December a. s., des voormiddags
te tien uren.
Op de voordracht voor hoofd der school
in wijk II te Aalsmeer staan de beeren:
A. J. Hofman, te Vianen; A. Prakken, te
Uskwerd, en "W. Peekema, te Nieuwer-Amstel.
By koninklijk besluit zyn ten aanzien
van de positie der militaire geëmployeerden
by de militaire verplegingsinrichtingen nader
regelen gesteld.
De militaire verplegingsinrichtingen, daar
onder niet begrepen centrale magazynen van
militaire kleeding en uitrusting, worden, naar
gelang van den omvang der daaruit te doene
verstrakkingen, verdeeld in: een centraal
magazijn van levensmiddelen; militaire maga
zynen van levensmiddelen van de 1ste en de
2de-klasse; magazynen van kleeding, maga
zijnen van nachtleger, militaire bakkerijen en
militaire slachteryen van de 1ste, 2de en
3de klasse.
Het centraal-raagazljn van levensmiddelen
zal gevestigd zyn te Amsterdam.
De militaire bakkeryen der 1ste klasse
zullen gevestigd zyn te Amsterdam, 's Gra-
venhage, Breda en Utrecht.
Tot de kleeding- en nachtlegermagazynon
der 1ste klasse zullen behoorendie te Am
sterdam, 's Gravenhage, Breda, Utrecht,
Amersfoort, Arnhem, Bergen op-Zoom, 's-Her-
togenbosch en Leiden.
De minister van oorlog bepaalt verder, waar
militaire bakkerijen der 2de en der 3do klasse,
nachtleger- en kleedingmagazynen der 2de en
3de klasse, alsook militaire magazynen van
levensmiddelen der 1ste en der 2de klasse en
militaire slachteryen der 1ste, 2de en der 3 ie
klasse zullen gevestigd zyn.
Aan het hoofd van iedere verplegingsinrich-
ting staat een administrateur. Do administra
teurs van het centraal-magazyn van levens
middelen en van de militaire bakkeryen te
Amsterdam en te 's-Gravenhage worden in
het beheer daarover ieder bygostaan door eon
opzichter.
Het beheer over het centraal-magazyn van
levensmiddelen wordt gevoerd door een ge-
pensionneerden officier, dat over eene militaire
bakkery van de 1ste klasse en dat over een
kleeding- en nachtlegermagazijn van de 1ste
klasse door een officier, een gepensionneerden
officier of een onderofficier.
De militaire magazynen van levensmiddelen,
de militaire slachteryen, de militaire bakkeryen
van de 2de en 3de klasse, alsook de kleeding
en de nachtlegermagazynen der 2de en der
3de klasse, worden elk beheerd door een
onderofficier.
Het toezicht op het beheer over de mili
taire verplegingsinrichtingen wordt onder de
bevelen van den hoofdintendant gevoerd.
Da traktementen, toelagen en verdere ver
goedingen, te genieten door de administra
teurs en het verdere personeel by de mili
taire verplegingsinrichtingen, worden, voor
zoover het de officieren in werkelijken dienst
betreft, door den minister van oorlog bepaald,
met dien verstande, dat het traktement of
de toelage van e9n administrateur niet meer
zal bedragen dan f 10C0 'sjaars, wanneer by
gepensionneerd officier, en van ƒ800 's jaars,
wanneer hy onderofficier is.
Dj hoofdcommissaris van politie te
's Gravenhage, de heer Van Schermbeek, is
voor eenige dagen naar Parys, waar hy by
deze gelegenheid tevens een bezoek zal bren
gen aan de daar r.estaande inrichting tot bot
opmaken van anthropometriscbe sign ale ment 8-
kaarten, volgens het stelsel-„Bertillon."
Zooals men weet, wenscht de minister van
justitie genoemd stelsel ook hier te lande
ingevoerd te zien.
Met ingang van 1°. Januari 1896 zyn be
noemd tot leden in de commissie, belast met
de directie der Weduwen- eD Weezenkas voor
de officieren van de landmacht: H. W. Alma
ko'onel, -omman lar.t van het 3de regiment
vesting artillerie; 0. F. Pa-st, gepensioneerd
luitenant kolonel d -r infanterie, met den rang
van kolonel, en B. K. Van Tuinen, kapile'n
adjudant van het 7cJe regiment infanterie.
Nieuwe algemeene voorwaarden voor de
levering van granen ten behoeve van de
militaire bakkeryen zyn vastgesteld door den
minister van oorlog.
Zondag was het 50 jaren geleden, dat
het ruiterstandbeeld van Prins Willen I,
te 's-Gravenhage, door wylen Koning Wil
lem II werd onthuld. Als een bewys, dat het
dien dag allerongunstigst weder was, kan
dienen, dat het bataljon der grenadiers, dat
destijds te Delft garnizoen hield en aan de
plechtigheid had deelgenomen, by terugkomst
dermate door weer en wind was toegetakeld,
dat het, met uitzondering van hoog noodige
diensten, een geheele maand werd vrygesteld
van oefeningen, om wapenen en kleeaing in
orde te brengen, terwijl officieren en minderen
aan hunne uniformen zeer veel schade hadden
geleden.
Het stationsgebouw der Staatsspoor
wegen te Woerden zal een belangryke restau
ratie ondergaan. In verband hiermede wordt
het hulpstationsgehouw te Bodegrave afge
broken on naar Woerlen overgebracht, om
aldaar tydelyk tegen het hoofdgebouw aan
to worden opgeslagen en te worden ingericht
als wachtkamers 1ste en 2de klasse.
Door ds. Van Dyk, directeur der Vor-
eeniging tot opleiding van jongeliDgen tot
predikant, te Doetincbem, i3 door middel van
de heeren Scherrewitz en Schaaper, te Am
sterdam, van iemand, die onbekend wenscht
te blyven, f 1000 ontvangen.
De AlgGmeene Haagsche Polikliniek be
noemde in hare gisteren gehouden vergade
ring tot secretaris, in plaats van dr. F. Van
Leyden, die bedankt had, dr. D. Snoeck
Höukemans.
De ministers van justitie en van koloniën
begaven zich gisteren naar hot Loo ter audiëntie
by H. M. do Koningin Regentes.
Da heer Gréa, secretaris by het Fransche
gezantschap te 's Gravenhage, is na een lang
durige afwezigheid op zyn post teruggekeerd.
Het departement van koloniën zal elec-
tri8ch verlicht worden.
Do Centrale Commissie voor de Statistiek
heeft besloten een onderzoek ia te stellen naar
de geschiedenis en de werkzaamheid der vak
verenigingen van werklieden hier te lande
en zy heeft aan alle vereemgingen van dien
aard, waarvan haar het bestaan bekend was,
een circulaire met lyst van vraagpunten toe
gezonden.
Mochten er vakverenigingen zyn, die deze
stukken niet hebben ontvangen en geneigu zyn
aan de Centrale Commissie voornoemd inlich
tingen te geven, zoo zal aan deze gaarne als
nog een exemplaar worden toegezonden, waar
toe zy zich kunnen adresseoren by onpehan
keerden brief aan de Centrale Commissie vojr
de Statistiek, Binnenhof, te 's-Gravenhage.
Voorzitter dezer commissie is de heer W.
A. Vun Verschuer, secretaris de heer C. A.
Yerryn Stuart. (S/s. Cl).
Da vureeriging van Nederl. Patroons
„Boaz" heeft aan den minister van wat r
staat, enz. eon adres ingediend, waarin wordt
te kennen egeven, dat in hare bestuurs- en
ledenvergadering de navolgende punten ern
stige bespr-kingon hebben uitgelokt, in het
belang der Noderlandsche nyverheid;
1. de bepaling, in de algemeene voorwaar
den voor aar-bestedingen van Rykswerken,
waarin van den aannemer twee borgen wor
den geëischt, die zich verbinden tot voltooiing
van het werk, wanneer de aannemer in ge
breke mocht blyven;
2. het gebruik otn do uitvoering van Ryks-
werken bi) internationale mededinging toe to
wyzen aan den minsten inscbryver, zonder
eenige nadere bepaling, waardoor Noderland
sche werken dikwijls in handen komen van
buitenlcindscho inschrijvers, ook by een slechts
gering pry* verschil.
Adressanto voegt daaraan toe, dat door de
sub 1 vermelde bepaling aan het Ryk wel
voldoende waarborg wordt verleend, doch
dat door deze wyze van borgstelling aan
finantiéel onbekwamo aannemers gelegenheid
is geopend medo te dingen naar werken, die
hunne finantiöele krachten verre te boven
gaan en waarby niet zelden om byredenen
voor een onmogeiyk cijfer wordt ingeschre
ven en het werk hun gegund, wanneer de
zich stellende borgen geschikt worden be
vonden.
Het gevolg is dikwyis, dat op allerlei kunst
matige wyzen on onder bezwarende voorwaar
den, het voor de uitvoering aanvankelyk be-
noodigde kapitaal moet worden verkregen en
dit slechts gefourneerd wordt zoolang de te
cedeeren termynen ruim surplus inhouden.
Blykt echter na eenigen tyd, dat het werk
een nadeelig saldo zal opleveren, dan trekken
de geldschieters zich terug en dikwijls volgt
dan de in staat van faillissementsteliing van
den aannemer.
De borgen worden alsdan opgeroepen tot
voltooiing van het werk en dezen kunnen met
de dan steeds in ruime mate aanwezige ma
terialen, zonder het minste bezwaar, het werk
voortzetton en ten einde brengen, ja, dikwyis
nog met een ruim winstcyfer afsluiten.
De schade, die door het faillissement ont
staat, komt dan voor rekening der onderaan
nemers en leveranciers, kleine industriëelon
dus, wier stryd om het bestaan, in dezen tyd,
toch reeds zoo bang en rooeilyk ie, terwyi
op zulk eene wyze voltooide werken, by de
beste surveillance, toch niet dien waarborg
van deugdelykheid kunnen hebben, die gelegen
is in de soliditeit eener firma, welke by de
uitvoering ook haar eigen naam te eeren heeft.
Dj adressante vervolgt alsdan, in indirecte
rede: dat, naar hare bescheiden meening,
zoo belangryke bezwaren zouden kunnen
worden weggenomen, wanneer ia de algemn ne
voorwaarden de eisch tot persoonlyke borg
stelling werd uitgebreid en ook zakelyk werd
vastgesteld door de bepaling, dat, behalve den
bestaanden „persoonlyken", daarenboven, als
torgtocht, door den aannemer, een som gestort
moet wprden, gelykstaar.de met, byv. zooals
dit in België en Frankryk geschiedt, J/10
gedeelte der aanneemsom, welk bedrag alleen
mag dienen tot meerdtre zekerheid voor de
nakoming der verplichtingen, tegenover onder
aannemers en loveranciers van het betreffende
werk, en niet zal worden teruggegeven dan 3
maanden na de uitbetaling van den tormyn,
voor 1ste oplevering bepaald;
dat naar aanleiding van het sub II vermelde,
juist de solide aannemers, wier inschrijvingen
rekening houden met de behoeften hunner
werklieden, die ook aan hunne onder-aan
nemers een behoorlyk bestaan wenschen te ver
schaffen en wier solvabiliteit op zichzelf reeds
een waarborg aanbiedt voor de deugdelykheid
van het af te leveren werk, ontmoedigd worden,
wanneer zy somtyds, om een gering prys-
verschil, de werken aan buitenlandsche mede
dingers toegewezen zien;
dat naar hare overtuiging, door het opnemen
tiibr twee bepalingen, de Regeering een ver
hoogden waarborg zou hebben voor de deug
delijkheid der uitvoering van rykswerken en
krachtig zoude medewerken tot don bloei van
verschillende vakken in Nederland, waardoor
de ny verheid de vruchten van den arbeid zou
oogsten ter bsstryoing der in de laatste jaren
in ons vaderland regelmatig wederkeerende
werkeloosheid, die steeds dreigender afmetin
gen begint aan te nemen.
Om de aangevoerde redenen verzoekt het
bestuur om de bovenstaande bepalingen in de
algemeene voorwaarden voor aanbesteding van
rykswerken te willen doen opnemen.
De grensregelingscommissie te Heemstede
heeft Zaterdag haar eerste vergadering ge
houden, waarby alle leden tegenwoordig waren.
Op voorstel van den burgomeescer werd be
sloten tot het benoemen van eene commissie,
die een ontwerp rapport zou opmaken, en van
een secretaris. Tot leden dier commissie
werden door de vergadering benoemd de
heeren J. D. Oudewater, rar. "\V. H. Smit en
jbr. mr. B. C. Van Merlen, welke laatste
tevens tot secretaris werd verkozen.
Besloten werd de vergaderingen niet in het
openbaar te houden.
By bosprekiDg der annexatie door Haarlem
bleek, dat alle leden daartegen groote be
zwaren hadden.
Het Java-comitó voor de zending zal dit
jaar 40 jaren hebben bestaan. In de jaarverga
dering, die op 21 dezer te Amsterdam zal ge-
houden worden, zal dit feit worden herdacht.
De heor H. H. Barger, predikant by de Her
vormde gemeonto to Bloemendaal, zal by die
gelegenheid een referaat houden over „De
invloed van de vrouw in de gemeente op den
zendiogsarbeid".
Ter benoeming van een leeraar in de
wiskunde en cosmographie aan bet gymna-
HU zat op zUn donkeren hengst en ook
•ZUn gevolg verscheen op donkere paarden.
Eensklaps was het Münireb, alsof een ver
blindende zonnestraal door donkere wolken
tot haar doordrong, zU zag een melkwitten
hengat van het edelste ras, met fijnen kop,
groote, moedige oogen en wUd opengespalkte,
onrustige, rose neusgaten. Do in zilveren
plooitjes glanzende fiere hals verhief zich
trotsch boven den met goud en edelgesteenten
versierden teugel. Münireh meende nooit iets
schooners te hebben gezien dan dit paard;
maar toen zU daarop den ruiter zag, ging
haar een pjjnlUke rilling door de leden. Dat
was dus de voor haar uitverkoren bruidegom
een jongeling, schoon van aangezicht en
lichaam. ZUn donkere oogen zweefden ver
spiedend over de vensters, als wilden zU de
nauwe tralies doordringen. Münireh, ofschoon
zU wist dat zU van de straat af onzichtbaar
was, deed een schrede achterwaarts. Toen
zU het venster weer naderde, waren het witte
paard en zUn schoone ruiter verdwenen. ZU
ging daarop nadenkend naar een ander, van
het geruisch der straat verwijderd vertrek,
waarin zU verscheidene uren vertoefde, zonder
zich door spel of gezang der slavinnen te
laten verstrooien. EindelUk verscheen de sul
tan. Münireh wachtte de vraag niet af, die
hem waarschUnlük op de lippen zweefde,
maar, zoodra hU haar begroette en plaats
genomen had, zeide z|j
„Essad-bey bereed vandaag het schoonste
paard, dat ik ooit gezien heb. Het is mU zeer
bevallen."
De sultan antwoordde met een aanvechting
van ongeduld: ,Het paard is schoon. Maar
daarop komt hot niet aan. Wat heb je mU
van zUn ruiter Essad te zeggen?"
,Hü is mU evoneens bevallen."
.Dat verheugt mU," zeide de sultan. „Zoo
zal dus mijn wensch, hem met jou te doen
trouwen, in vervulling gaan."
,Jaals bU even wUs en betrouwbaar
als schoon is."
„Hoe wil je dat te weten komen, eer je
met hem gesproken hebt?"
,Ik zal niet met hem spreken, ik verlang
hem niet eens een tweedo maal te zien,
voordat ik een beslissing neem. Beveel hem
slechts, vader, zich morgenavond, twee uur
na zonsondergang, bU mUn hofmaarschalk
aan te melden."
Op de vragen van den sultan, wat dan
met Essad geschieden zou, antwoordde Mü
nireh ontwUkend. „Er zal niets gebeuren,
wat uw dochter onwaardig is," zeide zU ten
slotte. „Stel vertrouwen in mU, vader. Weldra
zal u alles vernemen, en ik weet vooruit,
dat u mU deswege niet zal berispen."
De sultan gaf ook ditmaal aan zUn lieve
ling toe en deed nog denzeifden avond aan
Essad-bey het geheime bevel toekomen, zich
den volgenden dag, twee uur na zonsonder
gang, bU Mahmoed-pacha, denhofmaarschalk
van prinses Münireh, aan te melden; zoodra
bu haar konak weer verlaten had, moest hu
zich, zonder oponthoud en zonder met iemand
te spreken, naar het keizerlUk paleis begeven,
waar hem verdere bevelen zouden worden
gegeven. Tevens beval de sultan, dat de
ingang van den konak van priDses Münireb
van twee uren 's avonds totdat Eased den
konak weer verlaten had, op niet in 't oog
springende wUze bewaakt zou worden. Essad
zou dan heimelijk bespied worden. Indien bU
zich regelrecht naar het keizerlUk paleis
begaf, zouden geon verdere berichten aan
gaande hem verwacht wordenin het andere
geval evenwel zouden zyn bewegingen door
den dienstdoenden eersten kamerheer nauw
keurig gerapporteerd worden.
Op het vastgestelde uur verlangde Essad
toegang tot den konak van prinses Münireb,
en zoodra hem die verleend was, beval liU
den portier, hem bU den hofmaarschalk te
brengendeze echter kwam Essad reeds
tegemoet, begroette hem hoffelUk, zonder
daarbU evenwel een woord te spreken, en
geleidde hem door verscheidene lange gangen,
die spaarzaam verlicht waren, naar een anti
chambre, van waar een breede marmeren
trap naar de bovenverdieping voerde. Daar
wachtten Essad-bey vier gesluierde slavinnen,
die hem op de gebruikelUke wUze behulpzaam
waren hu het opgaan der korte trap, door
beur banden stuttend onder zUn armen en
op zUn rug te leggen. Op die wUze schoven
zU hem als 't ware in een helder verlicht,
klein vertrok, waar zU hem korten tUd alleen
lieten. Toen zU terngkwamen, beduidden zU
hem door stomme teekens, op een divan
plaats te nemen en zetten hem een avond
maal voor, waarbU het Essad opviel, dat hot
zeer eenvoudig, maar in kostbare gouden
schotels opgedragen was. Het bestond uit
een watermeloen, een gekookt hoen en een
stuk brood. Op het bord, dat voor Essad
geplaatst was, lag een lang, epits mes met
kunstig bewerkt gouden heft.
Toen de slavinnen weer gegaan waren,
begon Essad het hem voorgezette maal te
verorberen. HU vond het goed toebereid en het
smaakte hom uitstekend. Maar nog voordat
bU er over nadenken kon, wat daarna wel
gebeuren zou, kwamen de slavinnen weer
binnen en lieten hem op dezelfde zorgvuldige
wUze, waarop zU hem ontvangen hadden,
weer uit, de marmeren trap af, door de
anti chambre en de halfdonkere gangen tot
aan den ingang van den konak, die stilletjes
en snel voor hem geopend en zoodra hU
door de handen der Blavinnen zacht geschoven,
op de straat gekomen was, achter hem ge
sloten werd. Essad bleef eenige minuten ver
ward Btaan; daarop begaf bU zich, overeen
komstig het bevel van den sultan, haastig
naar bet keizerlUk paleis. Daar werd bU,
zonder dat bet hem een woord behoefde te
kosten, door een kamerheer, die hem gewacht
had, bU den sultan gebracht. Deze hoorde
het verslag van den zoo kort afgewezen
minnaar aan zonder eenige deelneming te
laten blUken, en ontsloeg hem met het bevel,
over het gebeurde van den avond het diepste
stilzwUeen te bewareD. „Je zoudt verloren
zUn, als je sprak," zeide bU.
In zUn hart zocht nu de sultan naar een
verklaring der eigenaardige behandeling, die
Mümreii Essad had doen geworden, maar bU
kon er geon vinden en verbeidde met eenig
ongeduld bet uur, waarop hu zUn dochter
placht te bezoeken.
Müniroh, schoon en opgeruimd, een heer-
lUke aanblik voor het oog van don lief
hebbenden vader, kwam den sultan tegemoet
en nadat zU hom eerbiedig en toeder tevens
begroet had, zaide zU„Essad is zeer schoon
maar zoo dwaas bU bevalt mU in 't gohoel
niet." DaarbU lachte zU en dat klonk als een
zilveren schel.
De sultan was boos, doch het was hem
onmogelUk, op het HeflUke, lachende meisje
langen tijd verstoord te zUn. Een vriendelUke
glimlach verhelderde weldra ook zUn gestrenge
trekken. Nu wiet Münireh, dat zU niets van
hem te duchten had, en onbeschroomd ant
woordde zU op zUn vraag, wat zU met Essad
aangevangen had, dat hU het examen naar
zUn wUshoid, waaraan zU hem onderworpen
had, zoo slecht mogelUk afgelegd had. Meer
kon de sultan niet van haar te weten komen.
„Ik heb niots kwaads gedaan," zeide zy, „en
ik zal niets verkeerds doen. Laat mU mUn
onschuldig geheim nog eenigen tUd behouden,
als u mU gelukkig wil maken. Ik smeek u
er om."
De sultan drong niet verder aan. HU zag
in wat gebeurd was een kinderlik spel zUner
dochter en wilde haar het geno?gen daarvan
niet vergallen.
(Wordt vervolgd.)