MENGELWERK.
J ocrisse.
Uit het Fransch van J. LA GRANGE.
I.
De spotvogels der compagnie hadden hem
dien bijnaam gegevenmisschien nog de
onschuldigste der plagerijen, die hem werden
aangedaan.
Een detachement soldaten uit Landais had
nom medegebracht, als oenig vertegenwoor
diger van zijn dorp.
Hij voelde zich geheel alleen in deze menigte,
zonder vrienden of kenri-:sen onder al die
jongelieden, tusscben welke hij al die lange
maanden moest doorbrengen.
En toch zag hij er niet kwaad uit, onze
Célestin Mauriac, en men behoefde hem slechts
aan te zien, met dat droevig uiterlijk en dien
zachten blik, om dadelyk een goed karakter
te vermoeden.
Reeds van af den eersten dag van aan
komst aan hot depot, waar de recruten
«fgeüxerceerd en daarna over de verschillende
egimenten verdeeld worden, h td hij zich den
ïaam verworven van een stille in den lande
,e zijn.
Langzamerhand was bij wel een beetje
los gekomen, maar bi) bleef toch steeds linkseh
jn teruggetrokken, ja zdfs schuw, dat dit
z\jn kameraden gewoonlijk oorzaak gaf hem
roor den gek te houden en bespottolijk te
maken.
Lezen en schrijven kon hij zeer goed en
als hij gewild had, zou hij zich makkelijk
▼oor korporaal hebben kunnen bekwamen,
maar het scheen alsof bij zijne kundigheden
expresselijk vtrborg, zoodat er zelfs nog
nooit sprake van was geweest, dat hy in
aanmerking kwam voor een hoogeren rang.
Geregeld elke maand, gewooniyk op den
zelfden datum, ontving by een brief, dien hy
by ontvangst da lel\jk in zyn zak stak en
nooit openmaakte als er iemand by was.
"Wanneer dan de dagtaak was afgeloopen
en hy permissie had 's avonds uit te gaan,
begaf by zich naar een afgelegen hoekje van
een naburig plantsoen, om daar zyn brief te
lezen en te herlezen.
Dikwyls waren zijne kameraden begonnen
mot gek heil te maken over de geregeld
wederkeerendo brieven, maar dan was hy,
anders zoo bedaard en goedaardig, zóó opge
vlogen en bad zich op zóó'n onverwachte
wyze gedragen, dat men het maar geraden
achtte hem over die zaak mot rust te laten.
Zoo had hy op zekeren dag den brief zelf
aangenomen toen een Paryzenaar, die hem
gewooniyk tot mikpunt zyner aardigheid
verkoos, een bewoging maakte, als wilde hy
hem den brief uit de hand rukken.
Jocrisse stak don brief in zyn zak, knoopte
zorgvuldig zyn jas dicht en gaf toen den
grinnikendon Paryzenaar eensklaps zoo'n
hevigon stoot tegen do borst, dat deze ver
schrikt achteruit tuimelde. De anderen, die
toch reeds togen hern ingenomen waren,
scholden hem voor een lafl'en valschaard om
iemand zoo onverwachts aan te vallen, ja
enkelen wilden hern zelfs to lyf, doch zyn
houding wa6 zóó kalm en tevens zóó drei
gend, dat men het maar beter vond hem
vooreerst met rust to laten.
Sinds dien iyd waagde het niemand meer
hem lastig te vallen op den dag, dat hy
zijn brief ontving, want men wist nu, dat
hy by die gelegenheid niet met zich liet gok-
scheren en niet van plan was de boleodigingen
af te wachton, dio hy anders schouderophalend
aanhoorde.
II.
Tien maanden waren op deze manier voorby-
gogaan, toon op zekeren dag de sergeant-
majoor een order van den kolonel bekend
maakte, waarby werd besloten dat een soldaat
van olko compagnie zich gereed moest houden
nog dienzelfden avond naar Toulon to ver
trokken, om zich acht en veertig uren later
in te schepon naar Tonkin.
Indien zich geen vrywilligers aanmeldden,
moest or te óón uur oen loting plaats hebben,
dio uit zou wyzen, wie vertrekken zoude.
Onmiddeliyk trad Célestin Mauriac uit het
golid, begaf zich naar den kapitein en meldde
zich met (linke stem aan om te vertrekken,
Dozo wenschto den (linken soldaat geluk
met zyn moedig besluit en beloofde voor by
wegging, hom nog eenmaal de hand te komen
drukken.
De gehoelo groep van hen, die naar Tonkin
zouden gaan, bestond uit 26 man, wien, op
hoog bevel, mot muziek uitgeleido moest ge
daan worden.
In oen kleine stad is eene dergelyke ge
beurtenis onmiddeliyk bekend, zoodat, toen
'a avonds de troep vertrok, er een groote
menigte op de been was.
Algemesn juichte men het kleine detache
ment toe. Wel zagen zy er niet opgewekt
uit, maar z(i hieldon zich kranig en marcheer
den met flinken pas en opgeheven hoofd,
zooals aan lieden betaamt, die de uniform van
hun vaderland mogen dragen en die hun
loven in do waagschaal gingen stellen om
het prestigo van hun geboortegrond hoog te
houden.
's Middags had er door do kazerne een
inteekoniyst gecirculeerd ten voordeele der
vertrekkenden, en ieder, van deu commandant
tot den minsten soldaat, had or zyn pon-
ningske toe bygebracht.
Toen men op het punt stond te vertrekken,
stelde men hot geld ter hand aan Jocrisse,
als oudste.
Twee groote tranen welden op in zyne oogen
in hoewol zyne lippen zich openden, was by
niet in staat een geluid voort te brengen.
Zyn hart was vol.
III.
„Halt!" Goddank, eindelyk zal men na
dien langen marsch van heden, toch even kun
nen rusten. Maar het is een rusten met het
geweer in de hand, gereed en verdacht op
alle mogelyk gevaar.
En dat gevaar is niet ver af. De Chineesche
troepen trachten onophoudelyk door schyn-
aanvallen en kleine gevechten, de brigade,
opgerukt tot ontzet van Domin, die in Tuyen-
Quan belegerd wordt, af te matten en te
verzwakken. Ieder tracht dus zooveel mogelyk
te bekomen van de uitputting van den marsch
en de onophoudelyke waakzaamheid.
Alleen, teruggetrokken in de schaduw van
een boom, opdat niemand hem storen zou,
zit onze vriend Mauriac, of liever Jocrisse,
want zyn by'naam heeft hem gevolgd tot
zelfs in China toe.
Iiy leest een brief, den laatsten dien hy uit
Frankryk ontving. Zyn oogen stonden vol
tranen en van tyd tot tyd bracht hij het
papier aan zyn lippen en kuste het harts-
tochtelyk.
Langen tyd zit hy daar, stil, onbeweeglyk,
verzonken in een droom, die hem geheel
gevoelloos schynt te maken.
riotseling klinkt een hoornsignaal: het
sein, dat de colonne zich weer in bewegiüg
gaat stellen.
Meteen staat Jocrisse overeind en brengt
nog eens den brief aan zijne lippen, om hem
vervolgens als een kostbaren schat weg te
bergen en zyn plaats in de gelederen weder
in te nemen.
IV.
De stryd is voorby.Doodsche stilte heeft
hot geknal der geweren opgevolgd. De vyand
is gevlucht, 't met gevallenen bezaaide slag
veld achter zich latende.
Weer is do weg vry en morgen zal men
dan eindelyk Tuyen-Quan zien.
Doch ook de Franschen hebben zware ver
liezen geleden, want het gevecht was heet
en de vyand dapper en grooter in aantal.
In haast en zoo goed als het gaan wou,
heeft men een ambulance opgeslagen. In een
hoek, omringd door verscheidene personen,
ligt Cólestin. Hy heeft een schot midden in
de borst on de cbirurgyn heeft tevergeefs
getracht den kogel te vorwyderen.
Hy was ten doode opgeschreven.
Men heeft den generaal gewaarschuwd en
deze is onmiddeliyk gekomen en buigt zich
over den gewonde.
In den stryd van heden heeft Jocrisse
naam gemaakt. Met voorbeoldelooze stout
moedigheid heeft hy gestreden, steeds de
anderen aanvurende en voorgaande, en die
kogelwond heeft hy ontvangen terwyi hy
toeschoot om zyn kolonel het leven te redden.
Er heerscht een algemeene stilte; reeds
is zyn gelaat met de doodskleur overtogen,
maar nog zyn de oogen wyd geopend en een
droevige glimlach speolt om zyn mond.
„Uit naam der Fransche Republiek en
krachtens de my verleende volmacht, bob ik
besloten Cólestin Mauriac te verheffen tot
ridder van het Legioen van Eer!" En zoo
sprekende, bevestigt de generaal het ridder
kruis op de borst van den stervende.
't Is of plotseling een electrische schok hem
doet trillen eensklaps en met een kracht,
die niemand hem toegedacht zou hebben,
richt hy zich op 011 brengt de handpalm aan
het voorhoofd, torwyl de trots en de fierheid
hom uit de oogen straalden.
Maar het is slechts een plotselinge op
flikkering en hy zinkt weder achterover. Een
tyd ligt h\j stil met gesloten oogen.
Doch hy komt weer by en richt een smee
kenden blik op den generaal, terwyi by op
den binnenzak van zyn kapotjas wyat. Als
deze er een brief uithaalt, verheldert de blik
van den ongelukkige, en zacht, doch duidelyk
hoorbaar, fluistert hy: „Genadel"
Een algemeene aandoeniog maakt zich
meester van de omstanders. Waarvoor vraagt
die arme kerel ora genade, waaraan kan hy
zich schuldig gemaakt hebbeD, die eenvoudige,
dappere soldaat, wiens moed men zoo schit
terend beloond hooft?
Maar zoodra de generaal den brief inziet,
wordt het hem duidelyk. 't Is een brief van
den vader van Célestin, _on bovenop staat
het stempel van de strafgevangenis te Mazas.
Dus daarom verborg hy die brieven zoo zorg
vuldig, opdat niemand toch zou bemerken,
dat zyn vader hem schreef uit de gevangenis.
Ja, 't is waar, zyn vader zat in hechtenis,
was een moordenaar.
Onverbeteriyk strooper als hy was, werd
hy- steeds in 't oog gehouden door kodde
beiers en gendarmen, doch alt yd had by hun
klauwen kunnen ontsnappen, tot hy op
zekeren dag op heotordaad betrapt werd.
Instinctmatig had hy hot geweer opge
heven on afgeschoten, met het ongolukkig
gevolg, dat het schot den boschwachter recht
door het hart ging.
Hy werd gevangengenomen en weggebracht,
zonder dat hy een enkele maal ook een poging
tot wederstand beproefde. Overstelpt door
wanhoop en schaamte, liet hy zich veroor-
deelon, zonder zelfs een woord te spreken.
De justitie is niet in al hare gestrengheid
opgetredenhy werd niet ter dood veroordeeld
en niet naar de galeien gezonden, maar ver
oordeeld tot tien jaren cellulaire gevangenis
straf, tien jaren van eenzame overpeinzing en
zelfverwyt.
Maar zyn zoon, die hem zoo liefhad, zou
die hem kunnen vergoten? Ook dit was een
vraag, die hem afmatte en pynigde. Maar
hierin werd hy gerustgesteld; de liefde van
zyn zoon was niet verminderd, neen veeleer
door 't opgewekt medelyden, tot een waren
hartstocht aangegroeid.
En dat hy weende wanneer hy een brief
ontving, dan was het niet van schaamte,
neen, uit medelyden met het ïyden van den
ongelukkigen vader.
En juist deze laatste brief was zoo treffend.
Nog steeds gekweld door het berouw over
de drift van een oogenblik, verhaalt de onge
lukkige nog eenmaal alle omstandigheden
der misdaad en smeekt nogmaals en nog
maals zyn zoon om vergeving voor de schande,
die hy over hem bracht.
Diep geroerd heeft de generaal den brief
gelezen en alles begrepen. Met trillende stem
zegt hy:
„In tegenwoordigheid van alle aanwezigen,
zweer ik alle moeite te zullen aanwenden,
om uw vader te bevryden en uit naam van
hem, Célestin, zegen ik u."
Had hy het verstaan? Ja, ziet, zyn gezicht
wordt verhelderd door een bovonnatuurlyken
glans en terwyi de eene hand rust op 't zoo
even ontvangen eerekruis, brengt hy met de
andere de hand van den generaal aan zyne
lippen
Finantiëele Kroniek.
Zoo heeft dan ook de Amsterdamsche Beurs
haar aandeel gekregen in het' leed, door de
onbegrypeiyk lichtzinnige speculatie-manie op
de buitenland8che Beurzen overal teweeg
gebracht. Goed beschouwd, was het eigeniyk
niet gemotiveerd, dat Amsterdam zich ook
door een paniek liet bevangen, want Amster
dam stond ditmaal geheel buiten den invloed
der speculatiebeweging, die te Parys, Londen,
Weenen en Beriyn zulk een buitengewonen
omvang had aangenomen. De verbintenissen
te Amsterdam waren van gewonen, veel te
gezonden aard, de positie der geldmarkt
is hier veel te krachtig gevostïgd, om zoo
plotseling tot een algeheelen ommekeer redenen
te hebben.
Begrypeiyk is het echter, dat, wanneer van
de voornaamste geldmarkten van Europa
niet dan van de grootste overspanning ge
tuigende berichton inkomen, dan ook hier
de angst levendig wordt en men zich ten
slotte geheel door vrees laat leiden, iets, dat
gewooniyk verkeerd uitkomt 1
Wanneer echter gevraagd wordt waarom
zoovele andere fondsen, behalve die, welke
thans tot het middelpunt der crisis behooren,
oveneens door de daling moesten worden ge
troffen, fondsen, die toch workelyk weinig met
de voorstelling op het Europeesch tooneel te
maken hebben, byv. de Amerikaansche spoor-
wegfondson en zoovele dor inheemscbe in
dustriële en beleggingswaarden, dan kan het
antwoord daarop niet anders luiden dan dat
men zich heeft laten medesleepen door hot
schrikbeeld eener ineengestorte speculatie, dat
zonder grondige noodzakelykheid ook bier een
zucht tot verkoopen werd opgewekt, die
slechts door een angstig schikken naar de
buitenlandsche markten kon worden verklaard.
Want groot was het aandeel zsker niet,
hotweik het Hollandsch ki.pita il in mynwaar-
den-speculatie had en ook in de laatste
maanden heeft ons publiek zich slechts schoor
voetend gewaagd op het gebied der goud-
mynen, waarvoor zulke verblindende (en
bedrieglijke) aanbiedingen werden gedaan. Er
behoefdG dan ook niet veel vrees te bestaan
voor mogelybe verwikkelingen in de finan-
tiëele wereld en evenmin gaf het be'ang,
hetwelk ons publiek by Turksche waarden
heeft, hiertoe eenige aanleiding. Daaraan i3
het dan ook toe te schryven. dat de crisis
van Zaterdag, behalve de uren op do Beurs
zelve, betrekkeiyk met zooveel onverschillig
heid is voorbygegaan.
Dat echter de markt na zulk een stoot-
weer langen tyd noodig heeft om weer in dan
ouden, knlmen toestand te geraken, is natuur-
ïyk, en zoolang zullen nog wel eens zenuw
achtige opflikkeringen gezien worden. Is de
Amsterdamsche Beurs voor gevoelige schok
ken gespaard gebleven, erger was de paniek
op andere Europeesche markten, voornamelyk
Parys en Weenen, om van de volslagen
hersenlooshoid tu Konstantinopel niet te ge
wagen. Parys heeft door de goheele catastrophe
onnoemelyk geleden en zóó groot was daar
de angst, dat de minister van financiën eerst
meende met geldelyj^en steun de markt ter
hulp te moeten komen. Voor een groot deel
gaf hiertoe een reeks van ongunstige politieke
berichten aanleiding, volgens welke de Turk
sche aangelegenheden aanleiding zouden kun
nen geven tot het verbroken van den Euro-
peeschen vrede.
Dat evenwel de eerste financiers derParysche
geldmarkt zoowel den politieken als den
finantiëelen toestand niet zoo donker inzagen,
kon biyken uit de resultaten, tot welke een
samenkomst van do voornaamste bankiers
met den minister van financiën heeft geleid.
Daar is meD tot de overtuiging gekomen, dat
de toestand der markt het niet noodzakeiyk
maakte, dat van regeeringswege maatregelen
worden genomen tot beteugeling der crisis.
Wel zal door Rothschild, in vereeniging met
de hoofden der voornaamste crediet-instellingen,
opgetreden worden om eene eventueele verdere
daling te verhinderen, doch niet om eene
ryzende beweging op de markt in het levon te
roepen. Deze zou, kunstmatig als zy zou moeten
zyn, slechts opnieuw aanleiding geven tot ver
nieuwde speculation en tot nog grooter over
lading der Fransche markt met een moeiiyk
te realiseeren waarde.
De meest gezonde hulp moet nu gevonden
worden in het tegenhouden der daling en
het mogelyk maken dat de November-liqui-
datie geheel en zonder al te groote schokken
zal kunnen geschieden. Daardoor zal de markt
in gezonder positie geraken, dan door eene
kunstmatige opdryving der koersen.
Dit zal echter slechts langzaam en op een
geheel gezuiverd terrein kunnen geschieden,
en hoewel nu een zeer ruime schoonmaak
heeft plaats gehad, zyn toch alle donkere
plekken nog niet verdwenen. Zoo koestert
men nog wantrouwen over het verder verloop
der liquidatie, want zoowel te Konstantinopel
als te Parys zyn nog bijzonder zware ver
schillen loopende, die vereffend moeten wor
den door zoo goed als onverkoopbare fondsen.
Het is echter te wenschen dat juist by der
gelyke moeiiyke posities, de grootste hulp
zal worden verleend.
Een gevolg intusschen van al de moeilyk-
hedon is, dat het beschikbaar kapitaal vooral
veel minder ruim genomen is en de meeste
buitenlandsche Banken haar disconto hebben
verhoogd. Ook to Amsterdam is de geldruimte
veel afgenomen en moest voor geld op pro
longatie aanmerkeiyk hooger koers worden
besteed dan in langen tyd het geval is ge
weest.
De geheelo Beurslyst gaf in de eerste dagen
der week min of meor belangryke verlaging
der noteeringen te aanschouwen, geen fonds
bleef daarvan verschoond, alle moesten lyden
onder één druk. De 2,/2 pcts.-N e d e r ].-
W.-S c h u 1 d liep zelfs tot 923/4 terug en de
3l/2-pcts. bleven slechts 5/i c boven pari. Gelyk
lot ondergingen de meeste staatsfondsen, geen
enkel uitgezonderd.
Italië moest belangryk veel van den vori-
gen koers prysgeven, natuurlijk in verband met
overwegingen, dat, nu Italië een gedeelte der
vloot naar de Turksche wateren beeft ge
zonden, men, zoo er werkelijk tot handelend
optreden moest worden overgegaan, in de
eerste plaats eene deelnemiDg door dit Ryk
aan de oorlogsbedryven zou moeten ver
wachten. Als een verzachtend bericht daar
tegen komt de openbaarmaking der Italiaansche
staatebegrooting voor 1895/96, waaruit zou
blijken dat de begrooting geheel in ovenwicht
zou sluiteD, waarby alle uitgaven, zoowel
gewone als buitengewone, door de staatsin
komsten zouden worden gedekt. Spanje
ondervond aanvankeiyk een vry krachtig
herstel in verband met de opflikkering der
Parysche Beurs, doch langzamerhand kwamen
berichten uit Cuba herinneren, dat de opstand,
in plaats van te verminderen, meer in uit
breiding van kracht schijnt te winnen.
Het koersverloop der Turken behoeft
zeker geen toelichting. Over de finantiéele
verhoudingen in dit laud zyn de gezichts
punten niet zoo gunstig. Wel biykt steeds
duidelyker dat de paniek, tegenover de Otto-
maansche Bank veroorzaakt, meer eene kunst
matig aangewakkerde is, en de Bank in
eene niettegenstaande hare omvangrijke
speculation in verschillende ondernemingen
zeer sterke finantiëele positie verkeert. Toch
is het een feit dat, de credietwaardigheid van
Turkye door deze catastrophe oen zeer ge-
voeligon knak heeft verkregen. Een crisis,
zooals het land nu heeft te doorstaan gehad,
werkt te ingrypend, doet haar invloed in zoo
sterke mate op alle bronnen van inkomsten
gevoelen, dat aan een onmerkbaar voorbygaan,
met betiekking tot de opbrengsten aan de
schatkist, niet behoeft gedacht te worden.
De Zuid-Amerikaansche markt bleef tameiyk
stil. Oogenschy'niyk hebben de stormen op
haar nog den minsten invloed uitgeoefend. Voor
Mexicaanse he waarden bestond ten slotte
weer goede vraag, in verband met de vaste
prijzen van het zilver en de vooruitzichten
eener gunstiger markt daarvan, door de be
hoeften voor China. Een ongunstig bericht
werd vernomen omtrent de Colorado
M i n n i n g Co., wier bezittingen krachtens
rechterlyk vonnis worden verkocht. Hoewel
ds Maatschappy gedurende 9 maanden het
recht heeft hare bezittingen voor den prijs
van ongeveer 125,000 dollars terug te koopen,
zal zy er vormoedeiyk niet in slagen dit be
drag te bekomen, tenzy de aandeelhouders
geneigd mochten bevonden worden tot eene
storting van 5 pet. op hun aandeelen.
Amerikaansche Spoorwegen
konden zich ook niet hoewel zy toch aller
minst met do troebelen in Turkye te maken
hebben aan een daling onttrekken. Vooral
Canadians waren belangryk lager. De
aanleiding daartoe ging uit van Beriyn,
alwaar voor deze waarden belangryke hausse-
speculatiën hepen. Van de groote en gefor
ceerde opruimingen op de Berlynsche Beurs,
werden ook groote posten aandeelen Canadian-
Pac. ter markt gebracht, welke alleen tegen
belangryk lager koersen konden geplaatst
worden. Londen, waar evenzoo zeer moeiiyke
oogenblikken werden doorleefd, oefende ook
al een zeer ongunstigen invloed op de Nieuw-
Yorksche Beurs, zoodat de terugslag daar
byna even hevig was als in Europa. Na de
crisis kocht Beriyn weer de grootë posten
aandeelen Canadian-Pac., tegen veel hooger
koersen dan waarvoor zy eerst van de hand
waren gedaan.
De ontvangst-cyfers der Chicago Bur
lington geven niet veel bemoedigends met
het oog op de volgende dividend-uitkeeringen.
De in den. loop van dit jaar betaalde divi
denden gaan belangryk boven het tot nu toe
verkregen surplus boven de vaste lasten.
Wanneer de netto-inkomsten niet spoedig en
aanzienlijk toenemen, zal een groot tekort
moeten worden verwacht. Het jaarverslag der
S a n-L ouis Caïro geeft het volgende
beeld omtrent de positie der Maatschappy.
Het beschikbaar saldo bedraagt ruim 5000
dollars, waarby nog behoort gevoegd het
aandeel, door de Mobile Ohio aan de Cairo
uit te keeren. Dit aannemende op 12500
dollars, zou het geheele voor dividend beschik
bare bedrag zyn 175Ó0 dollars, hetgeen eene
uitkeering van J/% percent zou toelaten. Aan
gezien evenwel nog belangryke kosten zyn
te voldoen van legalen aard, wil de directie
eerst die sommen uitbetaald zien, alvorens
eene beslissing ten opzichte der dividend-
uitkeering te nemen.
De houding der Amerikaansche Spoorweg-
markt was ten slotte weer iets flauwer, aan
gezien van Londen geen geanimeerde stem
ming uitging, en in Nieuw-York meer goud-
uitvoeren govreosd worden.
Rijnlandsehe Bank.
KOLONIËN.
BATAVIA, 11-18 October.
Door den gouverneur-generaal van Ned.-IndiÖ
zijn de volgende beschikkingen genomen:
Civiel Departement. Ontslagen: Eervol uit
's lands dienst de gewezen machinist 2de kl. bij
de exploitatie der Staatsspoorw. op Java J. W. J.
IJssel de Schepper.
Goedgekeurd: Dat de hoofdingenieur, chef
van den aanlog der Staatsspoorwegen Malang
Blitar, den tijd. adj.-ingenieur 1ste kl. bij den aanleg
van S.-S. op Java W. C. Lisnet in de uitoefening
van zijn bediening heeft geschorst.
Ontslagen: Uit zijn betrekking de geschorste
adjunct-ingenieur 1ste kl. W. C. Lisnet voornoemd.
Benoemd: Tot adspirant-houtvester bij liet
boschwozen op Java en Madoera K. Cli. Jaski, door
den minister van koloniën gesteld ter beschikking
van den gouv.-generaal. om te worden benoemd
tot technisch ambtenaar bij het boschwezen.
Bij het Binnenl. Bestuur op Java en Madoera,
In de residentie Rembang.
Belast: Tijdelijk met het bestuur over d«
contróle-afdeeling Rembang, met Lassem tot stand
plaats, de adspirant-controleur P. K. Khulman.
In do residentie Palembahg.
Overgeplaatst: Van do onderafdeeling
Ampat Lawang, afdeeling Tebing Tinggi, naar de
afdeeling Moesi Hir de controleur 2de kl. T. H,
Dunias; van de afdeeliDg Moesi Hir naar de
onderafdeeling Ampat Lawang de coutrolour 2de
kl. G. F. A. Busscker, thans met binnenlandscli
verlof.
Belast: Tijdelijk met het bestuur der onder
afdeeling Ampat Lawang de adspirant-controleur
B. De Lannoij.
Bij liet Binnenl. Bestuur op Java en Madoera.
Verplaatst: Van de residentie Pasoeroen
Daar de residentie Bezoeki, de adspirant-controleur
D. C. L. Wolterbeek Muller.
Bij deu post- cn telegraafdienst.
Overgeplaatst: Van Padang Sidempoean
naar Padang de commios 2de kl. P. W. Van Dron-
gclen; van Padang naar Padang Sidempoean
de commies 3do kl. J. H. P. Veekman.
Verleend: Een tweejarig verlof naar Europa
wegens ziekte, aau do liulpondei wijzeres bij het
openbaar lager onderwijs S. A. Muller
In de residentio Riouw.
Geplaatst: In do afdeeling Tandiong Pinang,
toegevoegd aan den controleur aldaar, de adspirant-
controleur H. F. Van Os.
Bij bet openbaar lager onderwijs voor Europeanen.
Ontslagen. Op verzoek, wegens ziekte,
eervol uit naar betrekking, de huipond. M. E.
Kuipers, onderwijzeres aan do 2de school te Goni-
bong (Bagelon).
Ontheven: Met ingang van 5 Nov. op ver
zoek eervol van haar tijd. wcrkzaamsrelling als
huipond. mevr. E. E. Kruisbrink, geb. Blokzeijl,
ondw. aan de gem -school te Pekalongan.
Benoomd: Tot hulponderwijzeres: mej. S. C.
Van Leersum, thans met de waaru. dier bet. be
last met ingang van 5 Nov. mej. L. Ueijnneman,
onderw. op non-act., laatst, die betr. bekleed heb
bende. met plaatsing te Pekalongan.
Belast: Met de waarn. der betrekking van
huipond. mej. C. L. Homburg, onderw. op non-
act laatst, huipond. met plaatsing te Gombong.
Bij den burgerlijken geneeskundigen dienst.
Belast: Met de waarn. van den civ. geneesk.
dienst en bet opzicht, over do vaccine in de res.
Krawaug, W. Smith.
Departement van Oorlog. Bevorderd: Bij het
wapen der inf. tot kapt. de lsto luit. J. H. A. P.
Overman, M. A. Van Heekeren, it. G. H. A. Vor-
sterman van Oyen, O. C. Le Grand, E. M. Ublen-
beck, W. U. Van Deventer, W. E. Kempees cn
G. Knoblock;
tot 1ste luit. de 2de luits. J. L. Doerrleben, J. J.
Burger en E. Van Zijdveld;
met bepaling dat de kapt. M. A. Va« Heekeren,
E. M. Uhlenbeck en W. E. Kempees ook in hun
nieuwen rang in hun tcgenw. betrekking resp.
van adjudant to .Magelung, a^j. van den comm.
der 1ste mil afd. op Java en adj. van den mil.
comm. to Soerabaia geplaatst en 4 la suite van
hun corps gevoerd blijven.
Verleend: Tweo maandon verlof naar Sin-
danglaja wegens ziekte, aan den 1ste luit. der inf.
geëv. van Atjeh naar Batavia, Ph. Von Mauntz.
Gesteld: Ter beschikking van den chef over
den geneesk. dienst te Batavia, de dirig, off. van
gez der 2de kl. te Batavia, L. E. P. Vincent.
Geplaatst: Bij aaukomst brj do gew. en pl.
geneesk. dienst in de 1ste mil. afd. op Java to
Batavia, de off. van gez. der 1ste kl., van verlof
uit Nederland terugverwacht, J. Kloincnbamman9.
Gestold. Ter beschikking van den chef der
lste afd. van liet dep van oorlog, de late luit. der
genie C. F. Tuckcrman.
Verleend: Ken tweejarig verlof naar Europa
wegens ziekte aan don lsten luit.-kwartierm. bij
de mil. administatie F. V. C.Eogelbert van Bever
voorde.
Ontheven: Eervol van de waarnoming der
betrekking van 3den commies, bij bet corps ambte
naren, ressorteerende onder bet departement van
oorlog, do adjudant-onderofficier-kwartiermeester
F. E. M. Veltuian.
Verleend Twee maanden verlof naar Soeka-
boemi en Sindanglaja wegens ziekte, de kapt. der
inf. te Meester-Cornelis J. Cb. Bandoin.
Geplaatst: Bij aankomst bij de 15de comp.
(ode comp. vesting-art.) te Willem J, de 2de luit.
der art. uit Nederland verwacht wordende als
bestemd voor den dienst h. 1.1. C. A. Ter Cock
bij do 7de comp. (lste comp. vesting-art) te
Semarang, de 2de luit der art. als boven M. J.
A. Van Gigcb; bij de 16de comp. (Ode comp. ves
ting-art.) te Soerabaia. do 2de luit. der art. als
boven H. M. E. Brodbaag; bij de lode comp.
(-1de comp. vesting-art.) te Batavia, de 2de luit.
der art. als boven G. L. J. Holle: bij de 9de
comp. (3de comp. vesting-art.) te Batavia, de 2de
luit. dor art. als boven C. J. Breton de Nijs.