hem de eerste pr()zen ten deel. Van eenvoudig bloemistknecht by de firma Krelage had de overledene zich door vlyt en energie zjjn tegenwoordige plaats in de maatschappij weten t* veroveren. V Naar het „H. Dagblad"' vèrnééKit, Zal in het begin dor volgende -week de commis sie van rapporteurs uit de Tweede Kamer over het kiesrechtontwerp bijeenkomen tot vaststelling van het voorloopig verslag der Kamer, zoodat do verschijning er van binnen kort kan worden te gemoet gezien. De burgomeester der gemeente Kothei en Spaland, jhr. F. G. A. Gevers Deynoot, heeft als zoodanig ontslag aangevraagd. Het pensioen- en ondersteuningsfonds voor chr. onderwijzers en onderwijzeressen in Nederland, in Augustus van dit jaar te Utrecht opgericht, wordt met ingenomenheid begroet. Reeds lieten 61 ledon zich inschrijven, welk getal na kennisneming van statuten en reglement nog aanmerkelijk zal stijgen, naar men verwacht. (U. D.) Het „Utr. Dbl." schrijft het volgende: Nauwelijks was te Utrecht het nieuwe universiteitsgebouw in gebruik genomen of prof. dr. R. Fruin, uit Leiden, tood der juridische faculteit eene versiering harer kamer aan als bewijs van genegenheid jegens do faculteit, waarvan ZEd.'s broeder, de in 1884 overleden hoogleeraar mr. J. A. Fruin, een sieraad was geweest en welke in 1886 hem zei ven aan den senaat der universiteit had voorgedragen om mot het doctoraat honoris causa in de rechtswetenschap te worden begiftigd. Ingevolge dit minzaam aanbod werd aan den heer Evoraars te Utrecht opgedragen, onder toezicht van den bekenden architect Houtzagers, eene schoorsteenbetimmering te vervaarüigon, welke met den in oud-Holland- scben stijl uitgevoerden schoorsteenmantel der faculteitskamer overeenkwam. Tevens word het plan opgevat, het gehoel te sieren met een marmeren borstbeeld van Nederlands beroemdsten klassieken rechtsge leerde Hugo De Groot. "Wij vernomen, dat thans alles is voltooid. Dezer dagen is het beeld, een geschenk van de professoren Pols en d'Aulnis deBourouill, geplaatst. Het is eene navolging van het in het Trippenhuis te Amsterdam zich bevindende werk des beeldhouwers Gabriel uit den aan vang van deze eeuw. Da beeldhouwer A. Aerts te Brussel heeft, ook gebruik makende van eene photographie van Do Groots por tret van Van Mierevelt, op voortreffelijke wjjzo aan de hem verstrekte opdracht uitvoering gegeven. Het is een eigenaardig toeval, dat, terwijl thans het borstbeeld van De Groot met het geschenk van den Leidschen oud-hoogleoraar een fraai geheel vormt, deze uitnemende his toriekenner de dezer dagen door prof. mr. S. J. Fockema Andre® bezorgde nieuwe uitgave van De Groots „Ioleiding tot de Hollandscho rechtsgeleerdheid" verrijkt heeft met een keu rig voorbericht, bevattende do geschiedenis van dit werk gedurende het leven des auteurs. Als schrijver van do prijsverhandeling over de werkzame bestanddeelen van Ranun culus acris L. en Ranunculus sceleratus L., ingezonden onder de kenspreuk: „Mihi res, non me rebus subjungere conor", waaraan door de algemeene vergadering van het „Provinciaal Utrechtsch Genootschap van Kunsten en Wetonscbappen" een loffelijk ge tuigschrift is toegekend, heeft zich bekend gemaakt de heer K. Gorter, student in de phar macie en assistent aan het pharmaceutisch laboratorium te Groningen. Dc Baaken-van-Lcenlng. Naar aanleiding van het in het Verslag der Bank van-Leening alhier over 1894 voor komende aangaande do wenscholykheid, dat wettelijke regeling tot stand komo in zako de particuliere banken-van-leening of de zoogenaamde huizon van koop mot rocht van wederinkoop, werd in do Raadszitting met gesloten deuren van 1 October jl. besloten Commissarissen der Bank-van-Leening uit te noodigcn een concept-adres aan de Rogecring op te maken en aan den Gemeenteraad in te dienen. Tor voldoening aan deze uitnoodiging heb ben Commissarissen onderstaand concept ingezonden, met den inhoud waarvan B. en Ws. zich geheel kunnen vereenigen, zoodat zy den Gemeenteraad in ovorweging geven tot de vaststelling daarvan over te gaan. Aan de loden van de boido Kamers der Staten- Generaal zal alsdan een afdruk worden toe gezonden. Verder wordt door Commissarissen voor gesteld aan de Raden der gemeenten, waar gemeentelijke Banken-van Leening bestaan, in overwoging te geven dat sy met den Raad der gemeente Leiden tot het doel samen werken en alzoo aan de Regeering doen blijken van hunno aöhaesie aan de strekking van het adres. Ook met dit denkbeeld van Commissarissen kunnen B. en Ws. zich veroenigen, zoodat zy in overweging geven, dienovereenkomstig to besluiten. Het bovenbedoelde adres is van den vol genden inhoud: „Aan den Minister van Binnenl. Zaken. De Gemeenteraad van Leiden neemt de vryheid zich tot Uwe Excellentie te wenden, met het verzoek, te willen bevorderen, dat eene wettelyke regeling tot stand kome op de banken van leening en gelijksoortige onder anderen naam optredende instellingen. Sedert jaren is van vele zijdon op zoodanige regeling aangedrongen on meermalen zyn zelfs ontworpen by de wetgevende macht aanhangig geweest; eenige uitkomst is daardoor echter tot dusver niet verkregen. Nadat de strafbepaling van art. 411 code pénal is vervallen, heeft de leemte in de wetgeving zich nog meer doen gevoelen. Wy acht^\ het onnoodig d«nr aanhalingen te bewijzen, dat de deskundigen hèu eens zyn over de noodzakelijkheid van tusschenkomst des Wetgevers. Wij meenen te kunnen volstaan met eene verwijzing naar de hoogst belangryke opstellen van prof. Buys over „Het crediet der armen" (Sociaal Week blad 1888 No. 8 en 9) en met eene herinne ring aan het eindverslag der commissie, inge steld by Koninkiyk Besluit van 29 September 1892 bl. 17. De reden waarom onze Raad zich genoopt acht zich tot do Regeoring te wenden, is de volgende: Het houden van eene Bank van Leening of van een huis van verkoop met recht van wederinkoop een bedryf, dat tot vele mis bruiken aanleiding kan geven en in vele ge vallen werkeiyk ook geeft is thans uit een strafrechteiyk oogpunt geheel vry. Het govolg is, dat hot doel, waarmede de gemoentelyke Banken van Leening zün ge sticht en worden ouderhouöen, voor een groot deel wordt verydeld. Do ervaring leert, dat al zijn de voorwaarden der beleening by de ge moentelyke instelling in het algemeen voor het publiek minder bezwarend dan by de par ticuliere inrichtingen, toch door zeer velen aan de laatste de voorkeur wordt gegeven, om dat zy, aan geene enkele bepaling gebonden en aan geene contröle hoegenaamd onderwor pen, in menig opzicht faciliteiten kunnen aan bieden, die eene instelling der overheid niet kan toestaan. Duideiyk is dit aangetoond o. a. in de bovenaangehaalde opstellen van Prof. Buys, die zyne overtuiging grondde op eene langdurige ondervinding als commissaris der Leidsche Stedelyke Bank van Leening. Herhaaldeiyk is in deze gemeente, geiyk ook elders, de vraag ter sprake gekomen, of het niet beter ware, de gemeentelijke instelling op te heffen, nu toch het beoogde doel slechts zeer ten deele wordt bereikt, voornameiyk ten gevolge van den tegenwoordigen toestand der wetgeving. Het denkbeeld van zoodanige opheffing is hier ter stede tot heden nog altyd ter zyde gesteld. Men wees er op, dat, naar het oordeel van personen, by uitnemendheid bekend met de toestanden en behoeften der minvermogenden, opheffing der Gemeentelijke Banken van Leening zeer ten nadeele zou strekken van die volksklassen. Toen in het vorig jaar commissarissen onzer Stedelyke Bank een aantal stadgenooten, aan wier meening in dezen waarde mag worden gehecht, opzetteiyk hieromtrent raadpleegden, verkregen zy byna uitsluitend adviezen in denzolfdtn geest. Zoo bosloot men, vooralsnog de instelling te laten bestaan, ondanks de moeite, zorg en vorantwoordtlykheid, aan het beheer daarvan verbonden, ondanks de gelde- ïyke opofferingen, die ze van de gemeente in de laatste jaren begint to vergen. Doch waar do gemoento zich, ter wille van een volksbelang deze verplichting getroost, daar meent de Raad van den Rykswetgover to mogen vragen, dat hy zyne medewerking verleen©, om do werkzaamheid dor gemeente zoovoel mogolyk vrucht te doen dragen. Het is op deze gronden, dat de Gemeente raad zich tot Uwo Excellentie wendt met het verzoek, in den aanvang dezes omschreven. IBnndcl en fccliecpvaart in hel V. H. Aan de Kamers van Koophandel on Fabrie ken te Amsterdam, Rotterdam, 's-Gravenhage, Dordrecht, Delft, Schiedam, Leidon, Middel burg, Vlissingen, Zaandam, IL.rlingon en Groningen, en aan de Twentscho Vereeniging ter bevordering van nyverheid en handel, is door den minister van w., h. en n. een exemplaar toegozonden van do „Accounts rolatingto trade and navigation of tbo United Kingdom", nopens de maand October jl. (Sts.-Ct.) INGEZONDEN. Dc Kookcursus In Leiden. Door den aard van myn werkring meer dan anderen belangstellende in de voeding van het volk, heb ik den kookcursus, die hier ge geven wordt, eenige malen bezocht. In de Klimmende Leeuwsteeg aan de Haar lemmerstraat is een allereenvoudigst lokaal tot het geven van onaerwys in koken inge richt. Eiken avond wordt daar aan leerlingen van de „inrichting voor fabrieksmeisjes" van achten tot halftien les gegeven in het berei den niet alleen, maar ook in 't doelmatig uit kiezen en samenvoegen van spyzen. Ruim dertig meisjes, in drie groepen ver deeld, nemen ex aan deel. De bestanddeelen van een ondersteld middagmaal worden op het bord geschreven in hoeveelheden, vol doende gerekend voor een man of twee kin deren. De kosten er van schommelen tusschen acht en twaalf centen, zoodat deze in over eenstemming zyn mot de inkomsten der meeste werkmansgezinnen. Do voedzaamheid der gekozen spyzen zoo wel als het nut harer samenvoeging wordt besproken en toegelicht, terwyl ook de waarde der 8makeiykheid niet wordt vergeten. De meisjes zeiven maken het gereed onder toe zicht en. op voorbeeld der onderwyzeres en wanneer het eten klaar is, nemen zy het mede naar huis om zichzelf en de huisgenoo- ten van de smakelykheid en degelykheid te overtuigen. "Wanneer men de verwondering en soms den tegenzin waarneemt, waarmede sommige ongewono, maar zeer mtioneele en aangename combinatiën worden ontvangen en met een „erg gek" worden bestempeld, begrypt men dadelyk hoe vaak uit oude sleur en vastge- worteld vooroordeel tegen een goede keuze van voedsel wordt gezondigd en hoe noodig het is haar een doelmatig kiezen der spyzen Behalve dat de onderwijzeres in de vfy? oogenblikken menigen nuttigen wenk geeft omtrent de waarde van 't voedsel, ais bron van gezondheid en levenslust, leeren de meis jes door de aandacht, die ze aan 't kiezen en bereiden van 't eten geven moeten, het nut daarvan op practiscbe wyze begrypen en wordt haar belangstelling in de voeding geprikkeld door de overtuiging, dat ook met beperkte inkomsten menig lekker middagmaal klaar gemaakt kan worden. En waarlyk, het is wel noodig haar eon beetje meer waarde aan de voeding to leeren hechten I Door de geringe ontvangsten tot eenvoudige en beperkte keuze godwongen, is alle belang stelling voor het kiezen en klaarmaken der spyzen verloren gegaan en wordt oude ge woonte 6laafs gevolgd, terwyl op geen ge deelte van 't inkomen, ter wille van andere uitgavon, lichtvaardiger beknibbeld wordt, dan op dat, voor het eten bestemd. Het nut van een kookschool voor het volk is dan ook boven allen twyfel. Er dient daaiom hulde gebracht te worden aan het bestuur der inrichting voor fabrieks meisjes, dat dezen cursus met behulp der Maatschappy tot Nut van 't Algemeen tot stand heeft weten te brengen. Ik hoop dan ook van harte, dat genoemde inrichting haro inkomsten ten dienste van den kookcursus zoodanig zal zien stygen, dat deze niet zóó zeer ingekrompen moet worden als de tegen woordige omstandigheden nog gebieden. Integondeel moge dezo cursus de eerste stap zyn om te komen tot de oprichting van eon volkskooksc/ioof, want als voor een krachtig volk goede belooning van goeden arbeid noo dig is, evenzeer noociig jis het, dat het zyn inkomen doelmatig wete uit te geven ten dienste van lichaam en geest. D. Stigter. (l) Allo inlichtingen wordon volgaaruo gogeven doo~ mej. E. Maaa, Hooigracht 70. Gemengd Nieuws. Mej. M. Engelmann, directrice der Hoogere Burgerschool voor Meisjes alhier, deelt in het „N. v. d. D." mede, dat zy uit verschillende plaatsen van ons land brieven ontving, om te informeeren, of liotgeen door een inzender, die zich een ooggetuige noemt, omtrent de bejegening der H. B.-School leer- lingen door studenten is medegedeeld, ook overdreven is, of het werkeiyk waar is, dat de leerlingen mishandeld zyn, zooals in dat stuk wordt gezegd. Ook te Leiden, eldus schryft zij, heeft men, zooals my gebleken is, zich door de uitdruk king „mishandeling" eene verkoerde voorstel ling van het gebeurde gemaakt, en in ver band met de „opgeheven stokken", waarvar. ook wordt gesproken, meenden eenigen zelfs, dat er „met stokken op de leerlingen losge slagen" is. Daarom voelt zy zich gedrongen te verkla ren, mede uit naam van alle leeraressen, die by het gebeurde tegenwoordig waren, dat zy geen andere mishandtling hebben gezien, en ook door de leerlingen van geen andere heb ben gehoord, dan dat men de leerlingen ver volgd en eenigen van haar, ondanks haar ver zet, gezoend heeft. Zy neemt deze gelegenheid te baar, om tevens to protesteeren tegen de uitdrukking van X. in het „N. v. d. D." van 12 No 'einber: „De directrice vindt het geval ook zoo c-rg niet." Die uitdrukking is eene onwaarheid; ik was, zegt mej. Eugolmann, over het ge beurde ten hoogste geërgerd en verontwaar digd, en ben dat nog. Had X. echter gezegd „De directrice vindt do zaak zoo erg niet als die in het ingezonden stuk van het „Nieuws van den Dag" wordt voorgesteld," dan zou by myne mooning hebben teruggegeven; want dat stuk is, volgens myn inzien, te sterk gekleurd on moest wefdoor overdreven en vage uitdrukkingen tot verkeerde opvat tingen aanleiding geven. In dien geest htb ik my uitgelaten, heb er echter bygevoegd, dat ik in het minst niet het gebeurde wilde vergoelyken, doch alleen opkomen tegen over- dry ving. Ook zonder overdry ving zyn do feiten in myn oog hoogst ergerlyk en door r.itts te verontschuldigen; de schuldigen hebben dat zelf erkend, en den volgenden dag heeft een van hen uit naam van allen excuses aan geboden. By de vele onware verhalen over het voor gevallene, die der directrice ter ooro zyn ge komen, verwondert het haar niet, dat men aan X. ook hare woorden verkeord of slechts ton halve heeft overgebracht. "Wegens handelingen tegen een jonge dame des avonds in het Lange Voorhout te '8 Gravenhage, zyn de korporaal by het 3de regiment huzaren J. en de huzaar W. door den krygsraad te 's-Gravenhage, op klacht van be doelde jonge dame, veroordeeld, de 1ste tot zes weken en de 2de tot drie weken gevange nisstraf. Eenige perceelen vischwater van den drooggemaakten Veender- en Lyker- Polder werden voor dit seizoen te Ryp- wetering publiek verpacht voor f 34. In de Alexanderkazorne te 's-Gra venhage zyn gisteren de korporaals geconfron teerd met de politie agenten, die in den nacht van Zondag op Maandag tegenwoordig waren by de vechtpartij van militairen tegen de politie, Dit onderzoek leidde tot herkenning door do agenten van den korporaal, die 't eerst tegen de politie zyn sabel trok en zoodoende aanleiding was van de vechtparty. Omstreeks vier uren gisterna- middag werd de brandweer te Amsterdam gealarmeerd voor een flinken uitslaanden brand ikgfluvrergg^cht 14.1. Yan Haarlem merplein en Prinsengracht waren spuiten aanwezig, doch ofschoon de vlammen uit alle ramen van het huis naar buiten speelden, achtte men het niet noodig deze in werking te stellen. Een drietal Vechtkra- nen bewezen weder uitstekende diensten. Onder leiding van den commandant der brand weer, den hoer Meier, was in óén klein half uur het gevaar geheel bezworen, doch men kon niet beletten dat het huis zoo good als geheel uitbrandde. De brand ^ontstond in den kruidenierswin kel beneden. Do bewoner, de commissionnair Stolk, was bezig met het koken van aard appelen, terwyl zyn vrouw op de kinderen paste, die op het bovenhuis waren, dat by de woning behoorde. Met een pan heeft de heer Stolk tegen het petroleumtocstel gestooten, waardoor dit om viel. De vlammen verspreidden zich spoedig door het gchc6le vertrek en naar den winkel, terwyl aan blusschen niet te donken viel. Met zand poogde de verschrikte bewoner nog de vlammen te dooven, doch dit gelukto niet. Toen de brandweer aankwam, had het vuur reeds het geheele huis aangetast. In den winkel stond een petroleumketel, die gelukkig slechts voor een klein gedeelte gevuld wras, zoodat men door water er in te spuiten het gevaar voor ontploffing voorkomen kon. Op de tweede verdieping, waar het gezin Belders woonde, brandde evenals beneden alles uit, terwyl op do derde verdieping groote schade werd aangericht. Het gerucht verspreidde zicb, dat een vrouw op de bovenverdieping ziek lag. De brandweermannen verschaften zich door het dak toegang, doch vonden niets. Het bleek later, dat in liet huis naast het brandende perceel een zieke was. Uit de omliggende straten, de "Willemstraat en andere volkryko buurten in den omtrek, waren tal van nieuwsgierigen toegestroomd om den brand te zien. De brug over de Brou wersgracht vóór de Willemstraat stond vol menschen. Echter was reeds ruim kwart over vieren het geheele geval afgeloopen, zoodat de kykers niet lang zich konden vergasten. In het benedenhuis waren do meubelen voor f 1500 en was de opstand voor f 1000 verzekerd. Voor het gerechtshof te A m- sterdam heeft terechtgestaan J. R. Ruyneman, die den lOden October door de rechtbank werd veroordeeld tot 2 maanden hechtenis wegens mishandeling van zyn vroegeron pa troon, den heer C. HagemaD, lid der firma Hageman Co., sigaren fabrikanten te Am sterdam en wegens bedreiging van een der reizigers dier firma, den heer C. A. Serry. je advocaat generaal requireerde thans voor dezelfde feiten 4 maanden gevangenisstraf; hetv O. M. der rechtbank had 6 maanden ge vorderd. Slechts één getuige werd by de be handeling dezer zaak in hooger beroep ge hoord. „Door minnenijd gedreven, gaf eeno aan den Steiger, te Rotterdam, wonende vrouw aan twee harer kinderen last do ruiten in te gooien by eeno weduwe op deRechter- Rottekade, by wi9 de man, die met haar in betrekking stond, zich ophield. Aan dozen last gaven de kinderen Donderdag avond ge volg; er bleef aan de woning der weduwe byna geen ruit heel," zegt de „N. R. Ct." Naar aanleiding van deinden laatsten tyd veelvuldig voorkomende branden onder Bergschenhoek en Bleiswyk, worden pogingen in het werk gesteld om eene premie van 500 te kunnen uilloven voor het aan- wyzen van de(n) stichter(s). De gemeenten Bleiswyk, Berkel, Bergschenhoek en Hillegers- berg zonden daartoe ieder f 50 als bydrage, en de drie betrokken brand-assurantiemaat- schappyen ieder 100. Te Heerenveen herdenkt de wed. J. A. Nauta heden den dag, waarop zy vóór 50 jaren by de familie Van Heioma in dienst trad. P. G., d e achttien jarige knecht van den melkboer A. d. K., te Stryen, wilde een toonenbreker van den wagen nemen en kon het werktuig niet in bedwang houden. Hy viel achterover en kreeg de zwaro machine tegen het voorhoofd, zoodat dit openspalkte. Byna onmiddellyk was hy een lyk. Een zanggezelschap te Nieuwe- burg (Fr.) hield een feestavond. Het slot van het feest was eene algemeene vechtpaity onder de leden Het ging er zoo erg toe, dat de marechaussee geen kans zag de vechtenden met de sabel te scheiden en genoodzaakt was met de revolver te dreigen. Met flesschen, stoelen en banken sloeg men als razenden op elkander in. Te Tubbergen is de boerderij van Joh. Klein Robbenhaar met den geheelen inboedel en al het gewas een prooi der vlammen geworden. Zes stuks der levende have kwamen mede om. Alles was verzekerd. Aan de kooklessen, gegeven door mej. Hora Adema in het vereenigingsgebouw der heeren Gebr. Stork Cote Hengeloo, nemen twee en dertig leerlingen, onder wie 18 fabrieksmeisjes, deel. Niettegenstaande dezen een drukken werkdag achter den rug hobben, wanneer zy 's avonds Om 7 uren op de les komen, werken zy met opgewektheid, koken ed en eten met smaak het zelfbereide maal. Daarna volgt dan nog het keurig in orde brengen van de keuken. Mej. Adema geeft ook een cursus aan doch* ters van beambten en aan jonge dames. Gisterochtend is te Zutfen eene vrouw, die door haren man niet meer in de echtelyke woning werd toegelaten, omdat zy hem eenigen tyd geleden kwaad- in_ co binnengracht, gelegen langs den Martinetsing^y-©^^^ zy door ancieie vrouwen werd opgehaald. Het 2ya -jarig dochtertje van den molenaar J. Bos, op „Ten Katen", te Dedemsvaart, werd gisteravond, wyl het zich te dicht by don molen begaf, door een der wieken zoodanig getroffen, dat hot een eind weggeslingerd werd en dood bleef. Te Maastricht zal nu toch w e r-»' kelyk een wapenfabriek gevestigd worden en wel in Jde Brusselsche straat. De firma, waar onder de directie zal plaats hebbeD, is,Pascal- frères. De Chrysanthemu m-S o c i e t y te Londen viert het volgend jaar haar vyftigjarig bestaan met het houdon van een reusachtige Chrysanthemum-Show, de lievelingsbloem der Engelschen. In deze maand worden daar te lande verre over de 100 tentoonstellingen van die plant gehouden. Te Odessa is een buskruitmagazyn in de lucht gevlogen, waarbij vyf menschen godood en verscheidene huizen vernield zyn. In Genève liep eenjongmensch een meisje van 17 jaren na met een pistool tot op de eerste verdieping barer woning, waar hij haar doodschoot. Toen schoot hy zichzelf levensgevaarlyk in het voorhoofd. Het meisje had korten tyi geleden een huwelyks- aanzoek van hem afgeslagen. BUITENLAND. Zwitserland. Het kanton Zürich heeft by referendum met 84,000 tegen 21,000 stemmen een wetsont werp op den verkoop van brood aangenomen. Hierby worden het ambtelijk onderzoek van het brood en de bestraffing wegens te gering gewicht opgeheven, doch bepaald, dat de bakker verplicht is den kooper het brood voor to wegen. De gezondheidscommissie had zich tegen het ontwerp verklaard in do overweging, dat de stukken, die ter aanvulling van het ont brekende gewicht moesten dienen, dikwyia niet rein zouden zyn, omdat ze niet aan alle zyden omgeven zyn van een korst. Ooütearii k-IIou «r.-Monarchlo» De vraag van den heer Von Friebeis ofhy zyn herkiezing tot burgemeester van "Weenen aannam, beantwoordde dr. Lueger als volgt: „Men heeft herhaaldelyk getracht het aan nemen myner herkiezing voor te stellen als een verzet tegen den wil des keizers, als een gebrek aan eerbied, den keizer verschuldigd. Dan moet ook de oppositie tegen de door den keizer benoemde ministers als zoodanig beschouwd worden. Het niet-bekrachtigen van myn verkiezing was een daad van de regoering, welke niet wil, dat ik burgemeester zal zyn. De burgemeester van "Weenen moet een trouw dienaar zyn van den keizer en van het volk en de billyke wenschen van het volk tegenover iedereen verdedigen. Dit is slechts mogelyk, als de regeering ziet, dat zy te doen heeft met een man, die niet voor een weinig wenkbrauwfronsen terugdeinst. Zal ik nu buigen voor de machtspreuken van de regeering of den wil van het volk gehoor zamen? Ik bezit eenigo eigenschappen, welke men in Oostenryk niet gaarne ziet, daaronder die, dat ik my door eigen kracht heb omhoog gewerkt, dat ik een goed Oostenryker ben van onafhankelyken zin, een dienaar van God en niet van het gouden kalf. In de oogen van het volk zyn dit geen gebreken. De invloed, aan welken de niet-bekrachtiging van myn be noeming te wyten is, moet het voor elk Weener en Oostenryker duidelyk maken, dat het hier niet meer te doen is om den persoon, doch om de vryheid en de eer van Weenen, evenals om die van het arme, verdrukte Oostenryksche vaderland. Dit wyst op den plicht om met onbezweken moed en ongebroken kracht in den stryd te volharden. Wie wil, dat het volk hem niet verlate, moet zelf dat volk trouw blyven. Ik zou geen Duitscher zyn, wanneer ik myn trouw brak. Ik verklaar dat ik myn herkiezing aanneem." De ontbonden gemeenteraad ging toder de grootste opgewondenheid uiteen. Het verhoor der beklaagden in het pro ces wegens het verbranden der Hongaarsche vlag te Agram is geëindigd. Merkwaardig was daarby de houding der studenten, die liet beneden zich achten verzachtende omstandig heden by te brengen voor hun daad en bewe ren uit volle overtuiging te hebben gehandeld. Het heeft zeer de aandacht getrokken, dat de beklaagden eenstemmig verklaren, dat de rector der school, de onder-voorzitter van den Landdag Sperec tot hen heeft gezegd: „Voor myn part ranselt ge den minister presidem Banffy af, als de keizer er maar niet by is.' De rector zal over deze uitdrukking worden gehoord. China. De gouverneur, de provinciale rechter en een aantal hooge mandarynen in Kirin, de middelste provincie van Mantsjoerye, zyn ge degradeerd en veroordeeld tot verschillende straffen, voor het meerendeel bestaande in handenarbeid aan de postwegen gedurende den winter. Zy hadden geld ten eigen bate aangewend, dat hun was toevertrouwd om den hongersnood in die provincie te lenigen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 2