hem de eerste pr()zen ten deel. Van eenvoudig
bloemistknecht by de firma Krelage had de
overledene zich door vlyt en energie zjjn
tegenwoordige plaats in de maatschappij weten
t* veroveren.
V
Naar het „H. Dagblad"' vèrnééKit, Zal
in het begin dor volgende -week de commis
sie van rapporteurs uit de Tweede Kamer
over het kiesrechtontwerp bijeenkomen tot
vaststelling van het voorloopig verslag der
Kamer, zoodat do verschijning er van binnen
kort kan worden te gemoet gezien.
De burgomeester der gemeente Kothei en
Spaland, jhr. F. G. A. Gevers Deynoot, heeft
als zoodanig ontslag aangevraagd.
Het pensioen- en ondersteuningsfonds
voor chr. onderwijzers en onderwijzeressen
in Nederland, in Augustus van dit jaar te
Utrecht opgericht, wordt met ingenomenheid
begroet. Reeds lieten 61 ledon zich inschrijven,
welk getal na kennisneming van statuten en
reglement nog aanmerkelijk zal stijgen, naar
men verwacht. (U. D.)
Het „Utr. Dbl." schrijft het volgende:
Nauwelijks was te Utrecht het nieuwe
universiteitsgebouw in gebruik genomen of
prof. dr. R. Fruin, uit Leiden, tood der
juridische faculteit eene versiering harer
kamer aan als bewijs van genegenheid jegens
do faculteit, waarvan ZEd.'s broeder, de in
1884 overleden hoogleeraar mr. J. A. Fruin,
een sieraad was geweest en welke in 1886
hem zei ven aan den senaat der universiteit
had voorgedragen om mot het doctoraat
honoris causa in de rechtswetenschap te
worden begiftigd.
Ingevolge dit minzaam aanbod werd aan
den heer Evoraars te Utrecht opgedragen,
onder toezicht van den bekenden architect
Houtzagers, eene schoorsteenbetimmering te
vervaarüigon, welke met den in oud-Holland-
scben stijl uitgevoerden schoorsteenmantel der
faculteitskamer overeenkwam.
Tevens word het plan opgevat, het gehoel
te sieren met een marmeren borstbeeld van
Nederlands beroemdsten klassieken rechtsge
leerde Hugo De Groot.
"Wij vernomen, dat thans alles is voltooid.
Dezer dagen is het beeld, een geschenk van
de professoren Pols en d'Aulnis deBourouill,
geplaatst. Het is eene navolging van het in
het Trippenhuis te Amsterdam zich bevindende
werk des beeldhouwers Gabriel uit den aan
vang van deze eeuw. Da beeldhouwer A.
Aerts te Brussel heeft, ook gebruik makende
van eene photographie van Do Groots por
tret van Van Mierevelt, op voortreffelijke wjjzo
aan de hem verstrekte opdracht uitvoering
gegeven.
Het is een eigenaardig toeval, dat, terwijl
thans het borstbeeld van De Groot met het
geschenk van den Leidschen oud-hoogleoraar
een fraai geheel vormt, deze uitnemende his
toriekenner de dezer dagen door prof. mr. S.
J. Fockema Andre® bezorgde nieuwe uitgave
van De Groots „Ioleiding tot de Hollandscho
rechtsgeleerdheid" verrijkt heeft met een keu
rig voorbericht, bevattende do geschiedenis
van dit werk gedurende het leven des auteurs.
Als schrijver van do prijsverhandeling
over de werkzame bestanddeelen van Ranun
culus acris L. en Ranunculus sceleratus L.,
ingezonden onder de kenspreuk: „Mihi res,
non me rebus subjungere conor", waaraan
door de algemeene vergadering van het
„Provinciaal Utrechtsch Genootschap van
Kunsten en Wetonscbappen" een loffelijk ge
tuigschrift is toegekend, heeft zich bekend
gemaakt de heer K. Gorter, student in de phar
macie en assistent aan het pharmaceutisch
laboratorium te Groningen.
Dc Baaken-van-Lcenlng.
Naar aanleiding van het in het Verslag
der Bank van-Leening alhier over 1894 voor
komende aangaande do wenscholykheid, dat
wettelijke regeling tot stand komo in zako
de particuliere banken-van-leening of de
zoogenaamde huizon van koop mot rocht van
wederinkoop, werd in do Raadszitting met
gesloten deuren van 1 October jl. besloten
Commissarissen der Bank-van-Leening uit
te noodigcn een concept-adres aan de Rogecring
op te maken en aan den Gemeenteraad in
te dienen.
Tor voldoening aan deze uitnoodiging heb
ben Commissarissen onderstaand concept
ingezonden, met den inhoud waarvan B. en
Ws. zich geheel kunnen vereenigen, zoodat
zy den Gemeenteraad in ovorweging geven
tot de vaststelling daarvan over te gaan. Aan
de loden van de boido Kamers der Staten-
Generaal zal alsdan een afdruk worden toe
gezonden.
Verder wordt door Commissarissen voor
gesteld aan de Raden der gemeenten, waar
gemeentelijke Banken-van Leening bestaan,
in overwoging te geven dat sy met den Raad
der gemeente Leiden tot het doel samen
werken en alzoo aan de Regeering doen
blijken van hunno aöhaesie aan de strekking
van het adres.
Ook met dit denkbeeld van Commissarissen
kunnen B. en Ws. zich veroenigen, zoodat
zy in overweging geven, dienovereenkomstig
to besluiten.
Het bovenbedoelde adres is van den vol
genden inhoud:
„Aan den Minister van Binnenl. Zaken.
De Gemeenteraad van Leiden neemt de
vryheid zich tot Uwe Excellentie te wenden,
met het verzoek, te willen bevorderen, dat
eene wettelyke regeling tot stand kome op
de banken van leening en gelijksoortige
onder anderen naam optredende instellingen.
Sedert jaren is van vele zijdon op zoodanige
regeling aangedrongen on meermalen zyn
zelfs ontworpen by de wetgevende macht
aanhangig geweest; eenige uitkomst is
daardoor echter tot dusver niet verkregen.
Nadat de strafbepaling van art. 411 code
pénal is vervallen, heeft de leemte in de
wetgeving zich nog meer doen gevoelen. Wy
acht^\ het onnoodig d«nr aanhalingen te
bewijzen, dat de deskundigen hèu
eens zyn over de noodzakelijkheid van
tusschenkomst des Wetgevers. Wij meenen
te kunnen volstaan met eene verwijzing naar
de hoogst belangryke opstellen van prof. Buys
over „Het crediet der armen" (Sociaal Week
blad 1888 No. 8 en 9) en met eene herinne
ring aan het eindverslag der commissie, inge
steld by Koninkiyk Besluit van 29 September
1892 bl. 17.
De reden waarom onze Raad zich genoopt
acht zich tot do Regeoring te wenden, is de
volgende:
Het houden van eene Bank van Leening of
van een huis van verkoop met recht van
wederinkoop een bedryf, dat tot vele mis
bruiken aanleiding kan geven en in vele ge
vallen werkeiyk ook geeft is thans uit
een strafrechteiyk oogpunt geheel vry.
Het govolg is, dat hot doel, waarmede de
gemoentelyke Banken van Leening zün ge
sticht en worden ouderhouöen, voor een groot
deel wordt verydeld. Do ervaring leert, dat
al zijn de voorwaarden der beleening by de ge
moentelyke instelling in het algemeen voor
het publiek minder bezwarend dan by de par
ticuliere inrichtingen, toch door zeer velen aan
de laatste de voorkeur wordt gegeven, om
dat zy, aan geene enkele bepaling gebonden
en aan geene contröle hoegenaamd onderwor
pen, in menig opzicht faciliteiten kunnen aan
bieden, die eene instelling der overheid niet
kan toestaan. Duideiyk is dit aangetoond o. a.
in de bovenaangehaalde opstellen van Prof.
Buys, die zyne overtuiging grondde op eene
langdurige ondervinding als commissaris der
Leidsche Stedelyke Bank van Leening.
Herhaaldeiyk is in deze gemeente, geiyk
ook elders, de vraag ter sprake gekomen, of
het niet beter ware, de gemeentelijke instelling
op te heffen, nu toch het beoogde doel slechts
zeer ten deele wordt bereikt, voornameiyk
ten gevolge van den tegenwoordigen toestand
der wetgeving. Het denkbeeld van zoodanige
opheffing is hier ter stede tot heden nog
altyd ter zyde gesteld.
Men wees er op, dat, naar het oordeel van
personen, by uitnemendheid bekend met de
toestanden en behoeften der minvermogenden,
opheffing der Gemeentelijke Banken van
Leening zeer ten nadeele zou strekken van
die volksklassen.
Toen in het vorig jaar commissarissen onzer
Stedelyke Bank een aantal stadgenooten, aan
wier meening in dezen waarde mag worden
gehecht, opzetteiyk hieromtrent raadpleegden,
verkregen zy byna uitsluitend adviezen in
denzolfdtn geest. Zoo bosloot men, vooralsnog
de instelling te laten bestaan, ondanks de
moeite, zorg en vorantwoordtlykheid, aan het
beheer daarvan verbonden, ondanks de gelde-
ïyke opofferingen, die ze van de gemeente in
de laatste jaren begint to vergen.
Doch waar do gemoento zich, ter wille
van een volksbelang deze verplichting getroost,
daar meent de Raad van den Rykswetgover
to mogen vragen, dat hy zyne medewerking
verleen©, om do werkzaamheid dor gemeente
zoovoel mogolyk vrucht te doen dragen.
Het is op deze gronden, dat de Gemeente
raad zich tot Uwo Excellentie wendt met het
verzoek, in den aanvang dezes omschreven.
IBnndcl en fccliecpvaart in hel V. H.
Aan de Kamers van Koophandel on Fabrie
ken te Amsterdam, Rotterdam, 's-Gravenhage,
Dordrecht, Delft, Schiedam, Leidon, Middel
burg, Vlissingen, Zaandam, IL.rlingon en
Groningen, en aan de Twentscho Vereeniging
ter bevordering van nyverheid en handel, is
door den minister van w., h. en n. een exemplaar
toegozonden van do „Accounts rolatingto trade
and navigation of tbo United Kingdom", nopens
de maand October jl. (Sts.-Ct.)
INGEZONDEN.
Dc Kookcursus In Leiden.
Door den aard van myn werkring meer
dan anderen belangstellende in de voeding van
het volk, heb ik den kookcursus, die hier ge
geven wordt, eenige malen bezocht.
In de Klimmende Leeuwsteeg aan de Haar
lemmerstraat is een allereenvoudigst lokaal
tot het geven van onaerwys in koken inge
richt. Eiken avond wordt daar aan leerlingen
van de „inrichting voor fabrieksmeisjes" van
achten tot halftien les gegeven in het berei
den niet alleen, maar ook in 't doelmatig uit
kiezen en samenvoegen van spyzen.
Ruim dertig meisjes, in drie groepen ver
deeld, nemen ex aan deel. De bestanddeelen
van een ondersteld middagmaal worden op
het bord geschreven in hoeveelheden, vol
doende gerekend voor een man of twee kin
deren. De kosten er van schommelen tusschen
acht en twaalf centen, zoodat deze in over
eenstemming zyn mot de inkomsten der
meeste werkmansgezinnen.
Do voedzaamheid der gekozen spyzen zoo
wel als het nut harer samenvoeging wordt
besproken en toegelicht, terwyl ook de waarde
der 8makeiykheid niet wordt vergeten. De
meisjes zeiven maken het gereed onder toe
zicht en. op voorbeeld der onderwyzeres en
wanneer het eten klaar is, nemen zy het
mede naar huis om zichzelf en de huisgenoo-
ten van de smakelykheid en degelykheid te
overtuigen.
"Wanneer men de verwondering en soms
den tegenzin waarneemt, waarmede sommige
ongewono, maar zeer mtioneele en aangename
combinatiën worden ontvangen en met een
„erg gek" worden bestempeld, begrypt men
dadelyk hoe vaak uit oude sleur en vastge-
worteld vooroordeel tegen een goede keuze
van voedsel wordt gezondigd en hoe noodig
het is haar een doelmatig kiezen der spyzen
Behalve dat de onderwijzeres in de vfy?
oogenblikken menigen nuttigen wenk geeft
omtrent de waarde van 't voedsel, ais bron
van gezondheid en levenslust, leeren de meis
jes door de aandacht, die ze aan 't kiezen en
bereiden van 't eten geven moeten, het nut
daarvan op practiscbe wyze begrypen en wordt
haar belangstelling in de voeding geprikkeld
door de overtuiging, dat ook met beperkte
inkomsten menig lekker middagmaal klaar
gemaakt kan worden. En waarlyk, het is wel
noodig haar eon beetje meer waarde aan de
voeding to leeren hechten I
Door de geringe ontvangsten tot eenvoudige
en beperkte keuze godwongen, is alle belang
stelling voor het kiezen en klaarmaken der
spyzen verloren gegaan en wordt oude ge
woonte 6laafs gevolgd, terwyl op geen ge
deelte van 't inkomen, ter wille van andere
uitgavon, lichtvaardiger beknibbeld wordt, dan
op dat, voor het eten bestemd.
Het nut van een kookschool voor het volk
is dan ook boven allen twyfel.
Er dient daaiom hulde gebracht te worden
aan het bestuur der inrichting voor fabrieks
meisjes, dat dezen cursus met behulp der
Maatschappy tot Nut van 't Algemeen tot
stand heeft weten te brengen. Ik hoop dan
ook van harte, dat genoemde inrichting haro
inkomsten ten dienste van den kookcursus
zoodanig zal zien stygen, dat deze niet zóó
zeer ingekrompen moet worden als de tegen
woordige omstandigheden nog gebieden.
Integondeel moge dezo cursus de eerste stap
zyn om te komen tot de oprichting van eon
volkskooksc/ioof, want als voor een krachtig
volk goede belooning van goeden arbeid noo
dig is, evenzeer noociig jis het, dat het zyn
inkomen doelmatig wete uit te geven ten
dienste van lichaam en geest.
D. Stigter.
(l) Allo inlichtingen wordon volgaaruo gogeven doo~
mej. E. Maaa, Hooigracht 70.
Gemengd Nieuws.
Mej. M. Engelmann, directrice
der Hoogere Burgerschool voor Meisjes alhier,
deelt in het „N. v. d. D." mede, dat zy uit
verschillende plaatsen van ons land brieven
ontving, om te informeeren, of liotgeen door
een inzender, die zich een ooggetuige noemt,
omtrent de bejegening der H. B.-School leer-
lingen door studenten is medegedeeld, ook
overdreven is, of het werkeiyk waar is, dat
de leerlingen mishandeld zyn, zooals in dat
stuk wordt gezegd.
Ook te Leiden, eldus schryft zij, heeft men,
zooals my gebleken is, zich door de uitdruk
king „mishandeling" eene verkoerde voorstel
ling van het gebeurde gemaakt, en in ver
band met de „opgeheven stokken", waarvar.
ook wordt gesproken, meenden eenigen zelfs,
dat er „met stokken op de leerlingen losge
slagen" is.
Daarom voelt zy zich gedrongen te verkla
ren, mede uit naam van alle leeraressen, die
by het gebeurde tegenwoordig waren, dat zy
geen andere mishandtling hebben gezien, en
ook door de leerlingen van geen andere heb
ben gehoord, dan dat men de leerlingen ver
volgd en eenigen van haar, ondanks haar ver
zet, gezoend heeft.
Zy neemt deze gelegenheid te baar, om
tevens to protesteeren tegen de uitdrukking
van X. in het „N. v. d. D." van 12 No 'einber:
„De directrice vindt het geval ook zoo c-rg
niet." Die uitdrukking is eene onwaarheid;
ik was, zegt mej. Eugolmann, over het ge
beurde ten hoogste geërgerd en verontwaar
digd, en ben dat nog. Had X. echter gezegd
„De directrice vindt do zaak zoo erg niet als
die in het ingezonden stuk van het „Nieuws
van den Dag" wordt voorgesteld," dan zou
by myne mooning hebben teruggegeven;
want dat stuk is, volgens myn inzien, te
sterk gekleurd on moest wefdoor overdreven
en vage uitdrukkingen tot verkeerde opvat
tingen aanleiding geven. In dien geest htb
ik my uitgelaten, heb er echter bygevoegd,
dat ik in het minst niet het gebeurde wilde
vergoelyken, doch alleen opkomen tegen over-
dry ving. Ook zonder overdry ving zyn do feiten
in myn oog hoogst ergerlyk en door r.itts
te verontschuldigen; de schuldigen hebben dat
zelf erkend, en den volgenden dag heeft een
van hen uit naam van allen excuses aan
geboden.
By de vele onware verhalen over het voor
gevallene, die der directrice ter ooro zyn ge
komen, verwondert het haar niet, dat men
aan X. ook hare woorden verkeord of slechts
ton halve heeft overgebracht.
"Wegens handelingen tegen een
jonge dame des avonds in het Lange Voorhout
te '8 Gravenhage, zyn de korporaal by het 3de
regiment huzaren J. en de huzaar W. door den
krygsraad te 's-Gravenhage, op klacht van be
doelde jonge dame, veroordeeld, de 1ste tot zes
weken en de 2de tot drie weken gevange
nisstraf.
Eenige perceelen vischwater
van den drooggemaakten Veender- en Lyker-
Polder werden voor dit seizoen te Ryp-
wetering publiek verpacht voor f 34.
In de Alexanderkazorne te 's-Gra
venhage zyn gisteren de korporaals geconfron
teerd met de politie agenten, die in den nacht
van Zondag op Maandag tegenwoordig waren
by de vechtpartij van militairen tegen de
politie,
Dit onderzoek leidde tot herkenning door
do agenten van den korporaal, die 't eerst
tegen de politie zyn sabel trok en zoodoende
aanleiding was van de vechtparty.
Omstreeks vier uren gisterna-
middag werd de brandweer te Amsterdam
gealarmeerd voor een flinken uitslaanden brand
ikgfluvrergg^cht 14.1. Yan Haarlem
merplein en Prinsengracht waren
spuiten aanwezig, doch ofschoon de vlammen
uit alle ramen van het huis naar buiten
speelden, achtte men het niet noodig deze
in werking te stellen. Een drietal Vechtkra-
nen bewezen weder uitstekende diensten.
Onder leiding van den commandant der brand
weer, den hoer Meier, was in óén klein half
uur het gevaar geheel bezworen, doch men
kon niet beletten dat het huis zoo good als
geheel uitbrandde.
De brand ^ontstond in den kruidenierswin
kel beneden. Do bewoner, de commissionnair
Stolk, was bezig met het koken van aard
appelen, terwyl zyn vrouw op de kinderen
paste, die op het bovenhuis waren, dat by
de woning behoorde.
Met een pan heeft de heer Stolk tegen het
petroleumtocstel gestooten, waardoor dit om
viel. De vlammen verspreidden zich spoedig
door het gchc6le vertrek en naar den winkel,
terwyl aan blusschen niet te donken viel.
Met zand poogde de verschrikte bewoner
nog de vlammen te dooven, doch dit gelukto
niet.
Toen de brandweer aankwam, had het vuur
reeds het geheele huis aangetast. In den
winkel stond een petroleumketel, die gelukkig
slechts voor een klein gedeelte gevuld wras,
zoodat men door water er in te spuiten het
gevaar voor ontploffing voorkomen kon. Op
de tweede verdieping, waar het gezin Belders
woonde, brandde evenals beneden alles uit,
terwyl op do derde verdieping groote schade
werd aangericht. Het gerucht verspreidde zicb,
dat een vrouw op de bovenverdieping ziek
lag. De brandweermannen verschaften zich
door het dak toegang, doch vonden niets.
Het bleek later, dat in liet huis naast het
brandende perceel een zieke was.
Uit de omliggende straten, de "Willemstraat
en andere volkryko buurten in den omtrek,
waren tal van nieuwsgierigen toegestroomd
om den brand te zien. De brug over de Brou
wersgracht vóór de Willemstraat stond vol
menschen. Echter was reeds ruim kwart over
vieren het geheele geval afgeloopen, zoodat de
kykers niet lang zich konden vergasten.
In het benedenhuis waren do meubelen
voor f 1500 en was de opstand voor f 1000
verzekerd.
Voor het gerechtshof te A m-
sterdam heeft terechtgestaan J. R. Ruyneman,
die den lOden October door de rechtbank
werd veroordeeld tot 2 maanden hechtenis
wegens mishandeling van zyn vroegeron pa
troon, den heer C. HagemaD, lid der firma
Hageman Co., sigaren fabrikanten te Am
sterdam en wegens bedreiging van een der
reizigers dier firma, den heer C. A. Serry.
je advocaat generaal requireerde thans voor
dezelfde feiten 4 maanden gevangenisstraf;
hetv O. M. der rechtbank had 6 maanden ge
vorderd. Slechts één getuige werd by de be
handeling dezer zaak in hooger beroep ge
hoord.
„Door minnenijd gedreven, gaf
eeno aan den Steiger, te Rotterdam, wonende
vrouw aan twee harer kinderen last do ruiten
in te gooien by eeno weduwe op deRechter-
Rottekade, by wi9 de man, die met haar in
betrekking stond, zich ophield. Aan dozen
last gaven de kinderen Donderdag avond ge
volg; er bleef aan de woning der weduwe
byna geen ruit heel," zegt de „N. R. Ct."
Naar aanleiding van deinden
laatsten tyd veelvuldig voorkomende branden
onder Bergschenhoek en Bleiswyk, worden
pogingen in het werk gesteld om eene premie
van 500 te kunnen uilloven voor het aan-
wyzen van de(n) stichter(s). De gemeenten
Bleiswyk, Berkel, Bergschenhoek en Hillegers-
berg zonden daartoe ieder f 50 als bydrage,
en de drie betrokken brand-assurantiemaat-
schappyen ieder 100.
Te Heerenveen herdenkt de
wed. J. A. Nauta heden den dag, waarop zy
vóór 50 jaren by de familie Van Heioma in
dienst trad.
P. G., d e achttien jarige knecht
van den melkboer A. d. K., te Stryen, wilde
een toonenbreker van den wagen nemen en
kon het werktuig niet in bedwang houden.
Hy viel achterover en kreeg de zwaro machine
tegen het voorhoofd, zoodat dit openspalkte.
Byna onmiddellyk was hy een lyk.
Een zanggezelschap te Nieuwe-
burg (Fr.) hield een feestavond. Het slot van
het feest was eene algemeene vechtpaity
onder de leden Het ging er zoo erg toe, dat
de marechaussee geen kans zag de vechtenden
met de sabel te scheiden en genoodzaakt was
met de revolver te dreigen. Met flesschen,
stoelen en banken sloeg men als razenden
op elkander in.
Te Tubbergen is de boerderij
van Joh. Klein Robbenhaar met den geheelen
inboedel en al het gewas een prooi der
vlammen geworden. Zes stuks der levende
have kwamen mede om. Alles was verzekerd.
Aan de kooklessen, gegeven door
mej. Hora Adema in het vereenigingsgebouw
der heeren Gebr. Stork Cote Hengeloo,
nemen twee en dertig leerlingen, onder wie
18 fabrieksmeisjes, deel. Niettegenstaande dezen
een drukken werkdag achter den rug hobben,
wanneer zy 's avonds Om 7 uren op de les
komen, werken zy met opgewektheid, koken
ed en eten met smaak het zelfbereide maal.
Daarna volgt dan nog het keurig in orde
brengen van de keuken.
Mej. Adema geeft ook een cursus aan doch*
ters van beambten en aan jonge dames.
Gisterochtend is te Zutfen
eene vrouw, die door haren man niet meer
in de echtelyke woning werd toegelaten,
omdat zy hem eenigen tyd geleden kwaad-
in_ co binnengracht, gelegen
langs den Martinetsing^y-©^^^
zy door ancieie vrouwen werd opgehaald.
Het 2ya -jarig dochtertje van
den molenaar J. Bos, op „Ten Katen", te
Dedemsvaart, werd gisteravond, wyl het zich
te dicht by don molen begaf, door een der
wieken zoodanig getroffen, dat hot een eind
weggeslingerd werd en dood bleef.
Te Maastricht zal nu toch w e r-»'
kelyk een wapenfabriek gevestigd worden en
wel in Jde Brusselsche straat. De firma, waar
onder de directie zal plaats hebbeD, is,Pascal-
frères.
De Chrysanthemu m-S o c i e t y te
Londen viert het volgend jaar haar vyftigjarig
bestaan met het houdon van een reusachtige
Chrysanthemum-Show, de lievelingsbloem der
Engelschen. In deze maand worden daar
te lande verre over de 100 tentoonstellingen
van die plant gehouden.
Te Odessa is een buskruitmagazyn
in de lucht gevlogen, waarbij vyf menschen
godood en verscheidene huizen vernield zyn.
In Genève liep eenjongmensch
een meisje van 17 jaren na met een pistool
tot op de eerste verdieping barer woning,
waar hij haar doodschoot. Toen schoot hy
zichzelf levensgevaarlyk in het voorhoofd. Het
meisje had korten tyi geleden een huwelyks-
aanzoek van hem afgeslagen.
BUITENLAND.
Zwitserland.
Het kanton Zürich heeft by referendum met
84,000 tegen 21,000 stemmen een wetsont
werp op den verkoop van brood aangenomen.
Hierby worden het ambtelijk onderzoek van
het brood en de bestraffing wegens te gering
gewicht opgeheven, doch bepaald, dat de
bakker verplicht is den kooper het brood voor
to wegen.
De gezondheidscommissie had zich tegen
het ontwerp verklaard in do overweging, dat
de stukken, die ter aanvulling van het ont
brekende gewicht moesten dienen, dikwyia
niet rein zouden zyn, omdat ze niet aan alle
zyden omgeven zyn van een korst.
Ooütearii k-IIou «r.-Monarchlo»
De vraag van den heer Von Friebeis ofhy
zyn herkiezing tot burgemeester van "Weenen
aannam, beantwoordde dr. Lueger als volgt:
„Men heeft herhaaldelyk getracht het aan
nemen myner herkiezing voor te stellen als
een verzet tegen den wil des keizers, als een
gebrek aan eerbied, den keizer verschuldigd.
Dan moet ook de oppositie tegen de door
den keizer benoemde ministers als zoodanig
beschouwd worden. Het niet-bekrachtigen
van myn verkiezing was een daad van de
regoering, welke niet wil, dat ik burgemeester
zal zyn. De burgemeester van "Weenen moet
een trouw dienaar zyn van den keizer en van
het volk en de billyke wenschen van het
volk tegenover iedereen verdedigen. Dit is
slechts mogelyk, als de regeering ziet, dat zy
te doen heeft met een man, die niet voor een
weinig wenkbrauwfronsen terugdeinst. Zal ik
nu buigen voor de machtspreuken van de
regeering of den wil van het volk gehoor
zamen? Ik bezit eenigo eigenschappen, welke
men in Oostenryk niet gaarne ziet, daaronder
die, dat ik my door eigen kracht heb omhoog
gewerkt, dat ik een goed Oostenryker ben van
onafhankelyken zin, een dienaar van God en
niet van het gouden kalf. In de oogen van het
volk zyn dit geen gebreken. De invloed, aan
welken de niet-bekrachtiging van myn be
noeming te wyten is, moet het voor elk Weener
en Oostenryker duidelyk maken, dat het hier
niet meer te doen is om den persoon, doch om
de vryheid en de eer van Weenen, evenals
om die van het arme, verdrukte Oostenryksche
vaderland. Dit wyst op den plicht om met
onbezweken moed en ongebroken kracht in den
stryd te volharden. Wie wil, dat het volk hem
niet verlate, moet zelf dat volk trouw blyven.
Ik zou geen Duitscher zyn, wanneer ik myn
trouw brak. Ik verklaar dat ik myn herkiezing
aanneem."
De ontbonden gemeenteraad ging toder de
grootste opgewondenheid uiteen.
Het verhoor der beklaagden in het pro
ces wegens het verbranden der Hongaarsche
vlag te Agram is geëindigd. Merkwaardig
was daarby de houding der studenten, die liet
beneden zich achten verzachtende omstandig
heden by te brengen voor hun daad en bewe
ren uit volle overtuiging te hebben gehandeld.
Het heeft zeer de aandacht getrokken, dat de
beklaagden eenstemmig verklaren, dat de
rector der school, de onder-voorzitter van den
Landdag Sperec tot hen heeft gezegd: „Voor
myn part ranselt ge den minister presidem
Banffy af, als de keizer er maar niet by is.'
De rector zal over deze uitdrukking worden
gehoord.
China.
De gouverneur, de provinciale rechter en
een aantal hooge mandarynen in Kirin, de
middelste provincie van Mantsjoerye, zyn ge
degradeerd en veroordeeld tot verschillende
straffen, voor het meerendeel bestaande in
handenarbeid aan de postwegen gedurende
den winter. Zy hadden geld ten eigen bate
aangewend, dat hun was toevertrouwd om
den hongersnood in die provincie te lenigen