N°. 10958 Woesisdag 13 IXoveiïiber. A°. 1895 geze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Epn- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 12 November. F euilieton. Jonkvrouw en Minstreel. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. f 1.10. Franco per post 1.40. Afzonderlijke Nommers 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: regels f 1.05. Iedere regel meer f 0,17 j. Grootere Van 1 letters naar plaatsruimte, wordt f 0.05 berekend. Voor het incasseeren buiten de stad Het drama „Les Jacobites", van Francois Coppée, dat a. s. Donderdag-avond door het gezelschap van den heer Schurmann in den Schouwburg alhier zal worden opgevoerd, dag- teekent van nu 10 jaar geleden. Het werd in Nov. 1885 voor 't eerst in „l'Odéon" gegeven en goed ontvangen. Evenals in Coppée's be roemd work „La Guerre de cent ans", dat hy met medewerking van d'Artois schreef, maar dat wegens zjjn omvang niet repertoire houdend is gebleken, tintelt in de verzen van „Les Jacobites" wat de Franscben zoo karak teristiek noemen le soufflepatriotique. In Marie, de dochter van Angus, heeft Coppée de Jeanne ó'Arc van Schotland willen teekenen, in den stokouden grijsaard, die haar vergezelt, de belichaming van de liefde voor het vaderland, voor vrijheid en onafhankelijkheid. De inhoud van dit sterk aan de romantiek en aan den invloed van Hugo herinnerende tooneelwerk is hier weinig bekend. Daarom een enkel woord daarover l Het stramien, waarop Coppée zijn drama borduurde, is de geschiedenis van den pretendent Prins Charles Edward, die met behulp der Schotten (1745/'46) den troon van Engeland trachtte te veroveren, aanvankelijk eenige overwinningen bevocht, maar weldra geslagen werd en uit het land moest vluchten. Naast de opofferende Schot ten, die door een prachtig élan tot een wan- hopigen strjjd worden aangevuurd, is de wel heldhaftige, maar tevens lichtzinnige figuur van den Prins geteekend, die in 't hacheljjkst oogenblik van den strijd gelegenheid vindt voor een amourette met de vrouw van een zijner bevelhebbers, het clan-hoofd lord Fingall. Als de brave Schotten dit bemerken, verbleekt de aureool, die zfi hun Koning om de slapen vlochten, en zelfs de bekentenis van Angus' kleindochter, die door haar geestdrift a la Jeanne d'Arc de gemoederen heeft ontvlamd, dat z\j de beminde van den Prins is, kan de goede zaak niet meer redden. Marie sterft in de armen van den Prins en wordt in de laat ste vlag der Stuarts begraven. In dit stuk vervult de voornaamste rol mevrouw Segond Weber, eene actrice, die reeds vroeger hier te lande vele lauweren inoogstte en ook dit weder op hare tegen woordige reis doet. Heeds in vele plaatsen werd zij met eerbe wijzen overladen en behaalde zij opnieuw roem. Den Leidenaars zal het aangenaam wezen dat zij onze gemeente niet voorbijgaat. Maar 'dan dienen zij ook door een zeer talrijke opkomst te toonen dat z|j dit bezoek op prijs stellen. Men schrijft uit Leiden aan het „Vad.": Gelijk bekend is, heeft de gezondheidstoestand van prof. Land hem genoopt een half jaar verlof te verzoeken, dat hem met behoud van traktement is verleend. Intusschen heeft de heer Land Leiden metterwoon verlaten en zich elders gevestigd, zoodat hijzelf niet aan de mogelijkheid van herstel schijnt te geloo- ven. Men wil dan ook weten dat de toestand des hoogleeraars bepaald verbiedt zijn werk zaamheden ooit te hervatten. Wordt dit alge meen betreurd, am den anderen kant wordt gevraagd, of het te verantwoorden is, dat de studeerende jongelingschap een halljaar lang van dit onderwijs zal verstoken zijn, terwijl uit de schatkist betaald wordt voor onderwijs, dat niet gegeven wordt. In de te Zwammerdam gehouden alge meens vergadering der Zwammerdameche IJs club werd de rekening over het clubjaar 1894/95 goedgekeurd aan ontvangsten f 534.75, aan uitgaven f 330.43, en alzoo met een batig saldo van f 204.32. Tot commissaris werd herkozen de heer C. W. Hoogendyk, te Zwammerdam, terwijl in de plaats van den heer G. Yan Dam, te Aar- landerveen, die niet meer in aanmerking wenschte te komen, werd gekozen de heer C. Yan Muiswinkel Hzn., te Aarlanderveen. Tot 2den voorzitter werd herkozen de heer J. Duink6r, te Zwammerdam. In de plaats van den heer K. J. E. Koning, te Zwammer dam, werd, wegens zijn aanstaand vertrek naar Alfen, tot secretaris-penningmeester be noemd de heer E. G. Drenth, te Zwammerdam. De door den Raad der gemeente Zwam merdam vastgestelde begrooting voor 1896 ba- draagt aan ontvangsten en uitgaven f 10,437.61. Onder de uitgaven komt weder voor eene som van f 5 wegens verle;nde bijdrage aan bestuurders der Kweekschool voor Bewaar- schoolhouderessen te Leiden. De kosten van onderwijs zijn in het geheel geraamd op ƒ4725, terwijl de hoofdelijke omslag gebracht is op het maximum, zijnde f 2045. Yoor kinderen uit Zwammerdam, die van het meer uitgebreid lager onderwijs te Bode- grave wenschen gebruik te maken, is het aan de gemeente Zwammerdam te betalen schoolgeld verhoogd en gebracht, in plaats van f 42, op f 50 per leerling en per jaar. Voorts zal van een tweeden leerling uit één gezin, die van gemeld onderwijs profiteert, aan schoolgeld worden geheven f 40 en van elk der volgende leerlingen uit één gezin f 26 per jaar. Mr. C. Fock, Commissaris der Koningin in de provincie Zuid-Holland, zal zfin ambt als zoodanig op 1 December 1896 vijf en twintig jaren hebben vervuld, en niet in het begin van het volgende jaar, zooals in verschillende bladen vermeld werd. Men verzoekt te melden dat het portret van „De oudste en de jongste Koningin van Europa", onlangs door een Haagsche boek handelaarsfirma in den handel gebracht, niet naar het leven is genomen, want dat zoo danige photograpbie nooit is gemaakt. De portretten dagteekenen ook niet van het laatste bezoek aan Engeland, aangezien dit van H. M. de Koningin der Nederlanden, op dit plaatje overgedrukt, reeds in het voorjaar van 1894 te 's-Gravenhage werd gemaakt en reeds meer dan een jaar in den handel verkrijgbaar was. Ter algemeene begraafplaats te 's-Graven hage werd gisteren het stoffelijk overschot van den oud tooneelspeler den heer H. G. Kiehl ter aarde besteld. Behalve een aan het sterfhuis toegezonden krans namens de Vereenigde Rotterdams^ 1 e Tooneelisten, word een krans *an eikeblaren op de kint nelergelegd door den acteur den heer Kreeft, in zjjne hoedanigheid van ver tegenwoordiger der Amsterdamsche Maat schappij „Apollo", welke Maatschappij tot ondersteuning ten behoeve van tooneelspelers de heer Kiehl gedurende 47 jaren in de residentie vertegenwoordigde. Mevrouw do wed. Rochussen Picéni, met Kiehl destijds een der steunpilaren van het Haagsche tooneelgezelschap, bewees haren kunsttydgenoot de laatste eer door aan zijne groeve tegenwoordig te zijn. De heer I. Sluiter, directeur van de Staatsspoorwegen in Ned.-Indiö, die eenige maanden van zijn 2-jarig verlof te 's-Graven- bage in het hotel „De Twee Steden" heeft doorgebracht, heeft gisteren de terugreis naar Indiö aangenomen. Men meldt uit Rotterdam, dato 11 Nov. Heden had de heer "W. Yoormolen, hoofd commissaris van politie alhier, een onderhoud met den minister van justitie te 's-Gravenhage. De heer Klaas Vos, te Amsterdam, is Zondag-avond in den ouderdom van 75 jaren overhden, hevig gekweld door asthma. De overledene was lange jaren verbonden aan het Amsterdamsch tooneel, bjj de Yereenigde Tooneelisten, Het Nederlandsch Tooneel en het gezelschap Van Ollefen, Moor en Yeltman. Door tooneelliefhebbers werd hem in de laatste jaren eenige steun verleend, zoodat hjj een rustigen ouden dag heeft gehad. Van de door den kapitein der genie W. Cool beschreven „Lombok expeditie", met illustration van luitenant-kolonel Hoojjer, zal in het voorjaar by de uitgevers Luzac en C0., te Londen, eene Engelsche vertaling het licht zien. De minister van binnenlandsche zaken brengt ter kennis van belanghebbenden, dat aan 's Rijks Veeartsenijschool te Utrecht de tydelfike betrekking van oeconoom met ingang van 1 Januari 1896 te vervullen is. Aan deze betrekking zijn verbonden eene jaarwedde van f 300 en genot van inwoning, voeding 6D verpleging. Zy, die daarvoor in aanmerking wenschen te komen, mits zij zyn ongehuwd of weduw naar zonder bi) hen inwonende kinderen en niet beneden den leeftijd van 30 jaren, moe ten zich in persoon aanmelden by den direc teur van gemelde 6chool aan het bureel dier inrichting, vóór 24 dezer, op werkdagen, tus- schen 10 uren des voormiddags en 1 uur des namiddags. Naar het „Hbl." met zekerheid verneemt, hebben de heeren Pauwels en Orelio tot dus ver nog geen contract gesloten met eenige buitenlandscho opera. Wol zyn hun vereerende voorstellen gedaan, doch vcorloopig bly ven zy voor de Nederlandsche Opera behouden. In het „Tydschrift voor Tuinbouw" (uitgever de heer J. B. Wolters, te Groningen) komt o. m. een artikel voor van den heer J. Groenewegen over „Een plan voor een tuin." Twee teekeningen geven daarby aan hoe men een bepaalden tuin niet, hoe men hora w e 1 moet aanloggen. De heer Plemper van Balen schreef er in een door fraaie afbeeldingen opgehelderd artikel over de Fuchsia'sterwyl de heer A. Fiete de lezers door plaat en schrift in kennis brengt met een reusachtige Gunnera, staande op „Welgelegen", van den heer Star Nauta, by Sappemeer. De November-uitkeering der Vereeniging van gepensionneerde onderofficieren en min deren van het Nederlandsche leger, ten doel hebbende onderstand te verleenen aan hulp behoevende militairen, gepensionneerd vóór de wet van 1877, en hunne weduwen, be draagt, dank zy der offervaardigheid van de Nederlandsche natie, f 9000, verdeeld over 248 leden en 159 weduwen, verspreid over ongeveer 100 gemeenten in ons land. Mot inbegrip van deze uitkeering is reeds door deze Vereeniging, sedert hare oprichting in 1879, bet aanzienlijk bedrag uitgekeerd van f 185,000. Naar de „N. R. C." verneemt, wordt in begin December weder oen nieuwe dienst geopend op Rotterdam. De „North American Transport Co.," gevestigd te Nieuw-York en Norfolk, heeft sedert een paar jaar nu en dan reeds eene boot gecharterd van Norfolk naar Rotterdam, doch is er in geslaagd een regeling te treffen, waardoor eene geregelde vaart ver zekerd wordt tusschen Norfolk en Newport News naar Rotterdam. De dienst zal begonnen worden met twee stoomschepen, de „Lambert's Point," behoorende aan de Norfolk North American Steamshipping Co. Ltd., en de „Durham City" van de Furness-Lyn. De „Lambert's Point" zal reeds begin December te Norfolk voor Rotterdam laden. De minister van marine heeft: lo. den luitenant ter zee 1ste kl. jhr. H. L Wichers, met 16 dezer gedetacheerd by de Nederlandsche Stoombootmaatschappij te Fijenoord, ten einde tegenwoordig te zyn by de verdere gereed- making van Hr. Ms. pantserschip „Piet Hein," in aanbouw aldaar; 2o. den officier van admi nistratie 2de kl. J. F. W. In de Betou met 16 dezer geplaatst in de rol van Hr. Ms. wachtschip te Willemsoord. De gewone audiëntie van dep minister van financien zal op Donderdag 14 dezer niet plaats hebben. Het stoomschip „Ajix" arriveerde 11 Nov. van Batavia te Amsterdam; de „Prins Hendrik" arriveerde 10 Nov. van Amsterdam te Batavia; de „Zaandam" vertrok 10 Nov. van IJmuiden naar Nieuw-York met 90 derde klasse-passagiersde „Oengaran", van Java naar Rotterdam, passeerde 11 Nov. Wight; de „Java", van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 11 Nov. te Gibraltar. By koninklijk besluit is benoemd tot griffier by het kantongerecht te Leeuwarden, mr. J. P. Hofstede, thans ambtenaar van het openbaar ministerie by de kantongerechten in het arrondissement Assen, ter standplaats Assen. Aan J. De Preter, geboren te Putte (België), vergunning verleend tot het geven van lager onderwys, mits hy overigens aan de daartoe by de wet gevorderde vereischten voldoet. De majoor J. W. Kaiser, van don staf der genie, met ingang van 1 Dec. a. s., krachtens punt 4o van art. 38 der wet van 28 Aug. 1851 (Staatsblad no. 128) op non-activiteit In-dienst-treding en vooruitzichten hij de Zeemacht. Aangezien by sommige personen de meening schynt te bestaan, dat door de opheffing van enkele qualiteiten van het personeel der hulp diensten by de Zeemacht, de vooruitzichten op bevordering voor jeugdige matrozen aan merkelijk zouden zyn beperkt, is het wensche- lyk omtrent een en ander eenige inlichtingen aan belanghebbenden te geven. Zooals bekend is, kunnen jongelingen van den leeftyd van 13'/j16 jaar, die lust en geschiktheid voor den zeedienst hebben, aan de Kweekschool voor Zeevaart te Leiden geplaatst worden. Geheel kosteloos ontvangen zy daar hunne eerste opleiding tot matrozen by 's Ryks zeemacht, en in die betrekking bestaat voor hen, die zich onderscheiden door goed gedrag, yver en geschiktheid voor hun vak, ruimschoots de gelegenheid om op te klimmen. Een oppassende jongen toch, die cp zyn 17de jaar de opleiding als licht-matroos ver laat, kan op den leeftyd van 22 jaar reeds Kwartiermeester (Korporaal) zyn. Yan zyno geschiktheid hangt het dan verder slechts af om in betrekkeiyk korten tyd op te klimmen tot de qualiteiten van BootsmansmaatBoots- man, Schipper en Opip er schipper. Eveneens hebben jeugdige schepelingen eene zeer goede toekomst, als zy zich toeleggen op het artillerievak, daar ook daarin vry spoedig de grsad van Korporaal-Konstabel kan bereikt worden, en vervolgens by gebitken geschiktheid die van Sergeant Konstabel Konstabel-Majoor en Opper-Konstabel (Adju dant-Onderofficier.) Eindeiyk nog kunnen oppassende matrozen, die minder lust en aanleg hebben voor boven genoemde betrekkingen, in de gelegenheid worden gesteld zich te bekwamen voor Tim- mermanBottelier, ZiekenverplegerSchrijver, Hofmeester of Koken ook in die qualiteiten opklimmen tot den graad van Sergeant Majoor, of, wat de twee laatsten betreft, tot dien van Sergeant. Het zoude te ver voeren om de redenen op te geven, die er toe hebben geleid de qua liteiten van Stuurman, SmidZeilmaker en Provoost op te heffen. Genoeg zy het te zeg gen, dat beperking van het groot aantal spe ciale dienstvakken by de marine zeer go- wensebt is ter verhooging der strydwaarde van het oorlogsschip, en daarom die qualitei ten zyn opgeheven, welke by de veranderde toestanden op de vloot niet meer strikt noo- dig waren, omdat hun dienst door de overige onderofficieren kan verricht worden. Het ge tal onderofficieren der bestaande qualiteiten zal daardoor echter vermeerderd moeten wor den en daarom is de gelegenheid om bevor dering te maken voor jeugdige schepelingen, ondanks de opheffing van bovengenoemde betrekkingen, zeer weinig verminderd en nog zeer goed. i) En do duim der rechterhand wees onheil- spellend over deD rechterschouder naar de geopende deur. Enfin, de zaak kwam spoedig in orde en Maarten hernam Ik deed die vraag niet zonder reden. Ge moet weten: er is op dit oogenblik een minstreel by mg, een zanger, weet ge, en 't lykt rui) een zeer bekwaam jongmensch toe. Juist hij vroeg zoo belangstellend naar de jonkvrouw Van Hoozenbeecko, juist hij informeerde zoo dringend, of ze zich op het „Slot" bevond, dat ik vrees Bruno begreep volkomen de vrees van Maarten en vond de conclusie geenszins ge waagd, om te vermoeden, dat hier eene liefdeshistorie in 't spel was. Hy vatte heel goed, dat de komst van den zanger in 't nauwste verband stond met de aanstaande feesten en dat het informeeren naar bedoelde jonkvrouw louter en alleen eene voorzorg was geweest, om bepaald zeker van zyne zaak te zyn, haar by deze gelegenheid te ont moeten. Bruno was een goedhartige vent. 'Waarom zou hy den zanger de adellyke jonkvrouw misgunnen? Waarom mocht ook diens pad niet langs rozen gaan? Toch - gemakkelijk zou 't niet gaan, vooral als die freule geparen teerd was aan dien deftigen, strengen Am bachtsheer. Tusschen het gild der edellieden en dat der minstreels bestond een ontzettend groote afstand. De laatsten mochten bemind, geacht, gerespecteerd worden, zooveel ze wilden, ze mochten de prachtigste geschen ken ontvangen, zelfs deelen in de gunst van monarchen, alles goed en wel, maar de oogen opheffen tot eeno odele jonkvrouw, ja, zich door een huweiyk met eene adellyke dame willen verbinden, daarvoor zou zelfs de kracht van een woudgod te kort schieten. Maarten was het geheel eens mot de denkbeelden, die zyn vriend op vertrouwe- iyke wyze ontwikkelde. Toen hy echter begon te vragen, hoe hy zich ten opzichte van den minstreel moest houden, tapte Bruno uit een ander vaatje. Hy ried Maarten aan tot voorzichtigheid, om vooral zyne hand niet te leenen aan de oogmerken van Ansfridus. Hy moest terdege oppassen, hy dat zich niet als werktuig zou doen gebruiken, want dan was het met den goeden naam der „Sint- Hubertus" glad uit. Reikte hy dien zanger de behulpzame hand, dan verbitterde hy daardoor moedwillig den adel, die de taveerne nog steeds goed gezind was. En al toonde Maarten niet door daden, dat hy don zanger zyn doel wilde doen bereiken, dan nog stak in 't geven van inlichtingen groot gevaar. - Van inlichtingen? Hoe bedoelt ge dat? vroeg Maarten, zich niet byzonder op zyn gemak gevoelende. Ja, van inlichtingenGeef hem een ont- wykend antwoord op zyn vragen; wat weet een kerel als gy van jonkvrouwen, van ridders, wat weet gy van het .Slot" en zyn bewoners af? Maarten werd verlegen en zag Bruno met een vreemden blik aan. Hy toch had Ans fridus wel degelyk verzekerd, dat hy goed op 't „Slot" bekend was, dat zyne vrouw er dikwyis heenging, ja, dat de hooge bewoners hem ook niet geheel vreemd waren. Bruno bemerkte spoedig, dat zyn vriend Maarten aan het snoeven was geweest. Hy wilde 't hom niet benauwder maken en daarom zei hy: Wat ge hem ook aangaande enkele zaken mocht verteld hebben, zal wel zooveel zyn, als iedereen en ook hy te weten kan komen. Laat hem als belangstellend persoon zelf inlichtingen gaan nemen; maak, dat ge hem wegtroont, byvoorbeeld daarginds naar dien heer Van Berckhove, die niet ver van het huis Ter Busschewoont. Laat hem daar zingen en vertellen] Maarten maakte daarop de niet geheel onge gronde opmerking, dat zich daar geene jonk vrouw Van Roozenbeecke bevond en het moeite zou kosten er eeD8 op die plaats te doen ver- 8chynen, die er even lief en schoon uitzag. Bruno begreep dit ook heel goed, maar had dat biykbaar gedaan, om van 't gesprek af te komen. Hy werd ongeduldig. Hy had ais vriend raad gegeven. Wist Maarten wat betere, dan moe3t hy zgn gang maar gaan. Trouwens, hy had maar vermoed, dat er eene liefdeshistorie in 't spel was; 't kon evengoed zyn, dat die zanger een verkleede spion was, iemand met minder goede bedoelingen; wellicht iemand, die x) Aan dat hnis ontleent Boskoop den naam, Maarten liet hem niet uitspreken. Neen, Bruno, neen 1 Ik heb in 't schoone oog van den minstreel gestaard en daarin oprechtheid gelezen; ik heb met hem ge sproken en verre van my, hem te verdenken, dat hy een verrader of spion kan zyn. Zyn geheele voorkomen, zyn manier van spreken, zyn wyze van handelen boezemen my het volste vertrouwen in en ik zou inderdaad wenschen, dat niet die onbeduidende, die ellendige ridder Van Hegeldaele, maar wel, dat hy de gemaal der jonkvrouw zou worden. De ridder doet het, zooals ge ook goed weet, alleen uit laag egoïsme, uit vuige winzucht, alleen met het doel, om zyn bezittingen te vergrooten de minstreel biedt een hart aan, edel alB goud, naar my toeschynt. Inlich tingen geven, - ge hebt geiyk, dat zal en mag ik niet doen, doch wenschen, dat die zanger een gelukkige toekomst te gemoet gaat; hopen, in myn hart hopen, dat hy zyn doel zal bereiken, daarin steekt toch geen kwaad, nietwaar? Hier is myn hand, beste Maarten I zei Bruno, hem de hand toestekende. Uw goede hart komt weer boven. Handel naar goed vinden, allee zal best schikken. Goede reis en kom weer eens spoedig by my praten. V. In de Burchtzaal op hel „Slot." De burchtzaal op het „Slot" ie feesteiyk ingericht. De bronzen kandelaren, hier en daar geplaatst, pryken met tal van waskaarsen, welker lichtstralen in de fraaie, met tegels voorziene wanden een wonderschoon effect maken. Langs ds kanten komt van onder het kostbaar tapyt bet kunstig mozaïekwerk van den vloer te voorschyn en in den grooton, open haard vlamt een gezellig, lekker vuur. Volgens do zsden van deze eeuw zyn alls tafels na den maaltyd weggeruimd, ook stoelen ziet men niet: 't gezelschap zit in groepjes by elkander te keuvelen op de ban ken, onder do hooge vensters en tegen do wanden geplaatst. Tor zyde van den vuur haard is eene verhevenheid voor de hooge gasten gemaakt en daartegenover eene soort van estrade, byna geheel in het sparrsgroen gedoken en waarboven de uitmuntend ge schilderde blazoenen van Hegeldaele en Swa- nenborgho in vry groote afmetingen pryken. Al het mogelijke is gedaan, om aan alles een zeer feesteiyk aanzien te geven. De schilden en kurassen, de lansen, de speren, de helmen, de wapenen, die aan de wanden hangen, schitteren en blinken en weerkaatsen duizendvoud het licht der kaarsen. Kwistig is overal groen aangebracht en de pittoreske kleedy der pages, die in do zaal heen en weer loopen, maakt het tooverachtig aanzien der zaal nog interessanter. En de feestgenooten? Zie, ginds pareert de welgedane figuur van den bruidegom, van den ridder Van de Swanenborgho, naa8t zyne inderdaad bevallige bruid Stephanie Van Hegeldaele. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1