N°. 10958
Woesisdag 13 IXoveiïiber.
A°. 1895
geze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Epn- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 12 November.
F euilieton.
Jonkvrouw en Minstreel.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. f 1.10.
Franco per post 1.40.
Afzonderlijke Nommers 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
regels f 1.05. Iedere regel meer f 0,17 j. Grootere
Van 1
letters naar plaatsruimte,
wordt f 0.05 berekend.
Voor het incasseeren buiten de stad
Het drama „Les Jacobites", van Francois
Coppée, dat a. s. Donderdag-avond door het
gezelschap van den heer Schurmann in den
Schouwburg alhier zal worden opgevoerd, dag-
teekent van nu 10 jaar geleden. Het werd in
Nov. 1885 voor 't eerst in „l'Odéon" gegeven
en goed ontvangen. Evenals in Coppée's be
roemd work „La Guerre de cent ans", dat
hy met medewerking van d'Artois schreef,
maar dat wegens zjjn omvang niet repertoire
houdend is gebleken, tintelt in de verzen van
„Les Jacobites" wat de Franscben zoo karak
teristiek noemen le soufflepatriotique. In Marie,
de dochter van Angus, heeft Coppée de Jeanne
ó'Arc van Schotland willen teekenen, in den
stokouden grijsaard, die haar vergezelt, de
belichaming van de liefde voor het vaderland,
voor vrijheid en onafhankelijkheid.
De inhoud van dit sterk aan de romantiek
en aan den invloed van Hugo herinnerende
tooneelwerk is hier weinig bekend. Daarom
een enkel woord daarover l Het stramien,
waarop Coppée zijn drama borduurde, is de
geschiedenis van den pretendent Prins Charles
Edward, die met behulp der Schotten (1745/'46)
den troon van Engeland trachtte te veroveren,
aanvankelijk eenige overwinningen bevocht,
maar weldra geslagen werd en uit het land
moest vluchten. Naast de opofferende Schot
ten, die door een prachtig élan tot een wan-
hopigen strjjd worden aangevuurd, is de wel
heldhaftige, maar tevens lichtzinnige figuur
van den Prins geteekend, die in 't hacheljjkst
oogenblik van den strijd gelegenheid vindt voor
een amourette met de vrouw van een zijner
bevelhebbers, het clan-hoofd lord Fingall. Als
de brave Schotten dit bemerken, verbleekt de
aureool, die zfi hun Koning om de slapen
vlochten, en zelfs de bekentenis van Angus'
kleindochter, die door haar geestdrift a la
Jeanne d'Arc de gemoederen heeft ontvlamd,
dat z\j de beminde van den Prins is, kan de
goede zaak niet meer redden. Marie sterft in
de armen van den Prins en wordt in de laat
ste vlag der Stuarts begraven.
In dit stuk vervult de voornaamste rol
mevrouw Segond Weber, eene actrice, die
reeds vroeger hier te lande vele lauweren
inoogstte en ook dit weder op hare tegen
woordige reis doet.
Heeds in vele plaatsen werd zij met eerbe
wijzen overladen en behaalde zij opnieuw roem.
Den Leidenaars zal het aangenaam wezen
dat zij onze gemeente niet voorbijgaat. Maar
'dan dienen zij ook door een zeer talrijke
opkomst te toonen dat z|j dit bezoek op prijs
stellen.
Men schrijft uit Leiden aan het „Vad.":
Gelijk bekend is, heeft de gezondheidstoestand
van prof. Land hem genoopt een half jaar
verlof te verzoeken, dat hem met behoud van
traktement is verleend. Intusschen heeft de
heer Land Leiden metterwoon verlaten en
zich elders gevestigd, zoodat hijzelf niet aan
de mogelijkheid van herstel schijnt te geloo-
ven. Men wil dan ook weten dat de toestand
des hoogleeraars bepaald verbiedt zijn werk
zaamheden ooit te hervatten. Wordt dit alge
meen betreurd, am den anderen kant wordt
gevraagd, of het te verantwoorden is, dat de
studeerende jongelingschap een halljaar lang
van dit onderwijs zal verstoken zijn, terwijl
uit de schatkist betaald wordt voor onderwijs,
dat niet gegeven wordt.
In de te Zwammerdam gehouden alge
meens vergadering der Zwammerdameche IJs
club werd de rekening over het clubjaar 1894/95
goedgekeurd aan ontvangsten f 534.75, aan
uitgaven f 330.43, en alzoo met een batig
saldo van f 204.32.
Tot commissaris werd herkozen de heer C.
W. Hoogendyk, te Zwammerdam, terwijl in
de plaats van den heer G. Yan Dam, te Aar-
landerveen, die niet meer in aanmerking
wenschte te komen, werd gekozen de heer
C. Yan Muiswinkel Hzn., te Aarlanderveen.
Tot 2den voorzitter werd herkozen de heer
J. Duink6r, te Zwammerdam. In de plaats
van den heer K. J. E. Koning, te Zwammer
dam, werd, wegens zijn aanstaand vertrek
naar Alfen, tot secretaris-penningmeester be
noemd de heer E. G. Drenth, te Zwammerdam.
De door den Raad der gemeente Zwam
merdam vastgestelde begrooting voor 1896 ba-
draagt aan ontvangsten en uitgaven f 10,437.61.
Onder de uitgaven komt weder voor eene
som van f 5 wegens verle;nde bijdrage aan
bestuurders der Kweekschool voor Bewaar-
schoolhouderessen te Leiden.
De kosten van onderwijs zijn in het geheel
geraamd op ƒ4725, terwijl de hoofdelijke
omslag gebracht is op het maximum, zijnde
f 2045.
Yoor kinderen uit Zwammerdam, die van
het meer uitgebreid lager onderwijs te Bode-
grave wenschen gebruik te maken, is het
aan de gemeente Zwammerdam te betalen
schoolgeld verhoogd en gebracht, in plaats
van f 42, op f 50 per leerling en per jaar.
Voorts zal van een tweeden leerling uit één
gezin, die van gemeld onderwijs profiteert,
aan schoolgeld worden geheven f 40 en van
elk der volgende leerlingen uit één gezin
f 26 per jaar.
Mr. C. Fock, Commissaris der Koningin
in de provincie Zuid-Holland, zal zfin ambt
als zoodanig op 1 December 1896 vijf en twintig
jaren hebben vervuld, en niet in het begin
van het volgende jaar, zooals in verschillende
bladen vermeld werd.
Men verzoekt te melden dat het portret
van „De oudste en de jongste Koningin van
Europa", onlangs door een Haagsche boek
handelaarsfirma in den handel gebracht, niet
naar het leven is genomen, want dat zoo
danige photograpbie nooit is gemaakt. De
portretten dagteekenen ook niet van het
laatste bezoek aan Engeland, aangezien dit
van H. M. de Koningin der Nederlanden, op
dit plaatje overgedrukt, reeds in het voorjaar
van 1894 te 's-Gravenhage werd gemaakt
en reeds meer dan een jaar in den handel
verkrijgbaar was.
Ter algemeene begraafplaats te 's-Graven
hage werd gisteren het stoffelijk overschot
van den oud tooneelspeler den heer H. G.
Kiehl ter aarde besteld.
Behalve een aan het sterfhuis toegezonden
krans namens de Vereenigde Rotterdams^ 1 e
Tooneelisten, word een krans *an eikeblaren
op de kint nelergelegd door den acteur den
heer Kreeft, in zjjne hoedanigheid van ver
tegenwoordiger der Amsterdamsche Maat
schappij „Apollo", welke Maatschappij tot
ondersteuning ten behoeve van tooneelspelers
de heer Kiehl gedurende 47 jaren in de residentie
vertegenwoordigde.
Mevrouw do wed. Rochussen Picéni, met
Kiehl destijds een der steunpilaren van het
Haagsche tooneelgezelschap, bewees haren
kunsttydgenoot de laatste eer door aan zijne
groeve tegenwoordig te zijn.
De heer I. Sluiter, directeur van de
Staatsspoorwegen in Ned.-Indiö, die eenige
maanden van zijn 2-jarig verlof te 's-Graven-
bage in het hotel „De Twee Steden" heeft
doorgebracht, heeft gisteren de terugreis naar
Indiö aangenomen.
Men meldt uit Rotterdam, dato 11 Nov.
Heden had de heer "W. Yoormolen, hoofd
commissaris van politie alhier, een onderhoud
met den minister van justitie te 's-Gravenhage.
De heer Klaas Vos, te Amsterdam, is
Zondag-avond in den ouderdom van 75 jaren
overhden, hevig gekweld door asthma. De
overledene was lange jaren verbonden aan
het Amsterdamsch tooneel, bjj de Yereenigde
Tooneelisten, Het Nederlandsch Tooneel en
het gezelschap Van Ollefen, Moor en Yeltman.
Door tooneelliefhebbers werd hem in de
laatste jaren eenige steun verleend, zoodat hjj
een rustigen ouden dag heeft gehad.
Van de door den kapitein der genie
W. Cool beschreven „Lombok expeditie", met
illustration van luitenant-kolonel Hoojjer, zal
in het voorjaar by de uitgevers Luzac en C0.,
te Londen, eene Engelsche vertaling het
licht zien.
De minister van binnenlandsche zaken
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
aan 's Rijks Veeartsenijschool te Utrecht de
tydelfike betrekking van oeconoom met ingang
van 1 Januari 1896 te vervullen is. Aan deze
betrekking zijn verbonden eene jaarwedde
van f 300 en genot van inwoning, voeding
6D verpleging.
Zy, die daarvoor in aanmerking wenschen
te komen, mits zij zyn ongehuwd of weduw
naar zonder bi) hen inwonende kinderen en
niet beneden den leeftijd van 30 jaren, moe
ten zich in persoon aanmelden by den direc
teur van gemelde 6chool aan het bureel dier
inrichting, vóór 24 dezer, op werkdagen, tus-
schen 10 uren des voormiddags en 1 uur des
namiddags.
Naar het „Hbl." met zekerheid verneemt,
hebben de heeren Pauwels en Orelio tot dus
ver nog geen contract gesloten met eenige
buitenlandscho opera. Wol zyn hun vereerende
voorstellen gedaan, doch vcorloopig bly ven zy
voor de Nederlandsche Opera behouden.
In het „Tydschrift voor Tuinbouw"
(uitgever de heer J. B. Wolters, te Groningen)
komt o. m. een artikel voor van den heer
J. Groenewegen over „Een plan voor een
tuin." Twee teekeningen geven daarby aan
hoe men een bepaalden tuin niet, hoe men
hora w e 1 moet aanloggen. De heer Plemper
van Balen schreef er in een door fraaie
afbeeldingen opgehelderd artikel over de
Fuchsia'sterwyl de heer A. Fiete de lezers
door plaat en schrift in kennis brengt met een
reusachtige Gunnera, staande op „Welgelegen",
van den heer Star Nauta, by Sappemeer.
De November-uitkeering der Vereeniging
van gepensionneerde onderofficieren en min
deren van het Nederlandsche leger, ten doel
hebbende onderstand te verleenen aan hulp
behoevende militairen, gepensionneerd vóór
de wet van 1877, en hunne weduwen, be
draagt, dank zy der offervaardigheid van de
Nederlandsche natie, f 9000, verdeeld over
248 leden en 159 weduwen, verspreid over
ongeveer 100 gemeenten in ons land.
Mot inbegrip van deze uitkeering is reeds
door deze Vereeniging, sedert hare oprichting
in 1879, bet aanzienlijk bedrag uitgekeerd
van f 185,000.
Naar de „N. R. C." verneemt, wordt in
begin December weder oen nieuwe dienst
geopend op Rotterdam. De „North American
Transport Co.," gevestigd te Nieuw-York en
Norfolk, heeft sedert een paar jaar nu en dan
reeds eene boot gecharterd van Norfolk naar
Rotterdam, doch is er in geslaagd een regeling
te treffen, waardoor eene geregelde vaart ver
zekerd wordt tusschen Norfolk en Newport
News naar Rotterdam. De dienst zal begonnen
worden met twee stoomschepen, de „Lambert's
Point," behoorende aan de Norfolk North
American Steamshipping Co. Ltd., en de
„Durham City" van de Furness-Lyn. De
„Lambert's Point" zal reeds begin December
te Norfolk voor Rotterdam laden.
De minister van marine heeft: lo. den
luitenant ter zee 1ste kl. jhr. H. L Wichers,
met 16 dezer gedetacheerd by de Nederlandsche
Stoombootmaatschappij te Fijenoord, ten einde
tegenwoordig te zyn by de verdere gereed-
making van Hr. Ms. pantserschip „Piet Hein,"
in aanbouw aldaar; 2o. den officier van admi
nistratie 2de kl. J. F. W. In de Betou met
16 dezer geplaatst in de rol van Hr. Ms.
wachtschip te Willemsoord.
De gewone audiëntie van dep minister
van financien zal op Donderdag 14 dezer niet
plaats hebben.
Het stoomschip „Ajix" arriveerde 11
Nov. van Batavia te Amsterdam; de „Prins
Hendrik" arriveerde 10 Nov. van Amsterdam
te Batavia; de „Zaandam" vertrok 10 Nov.
van IJmuiden naar Nieuw-York met 90 derde
klasse-passagiersde „Oengaran", van Java
naar Rotterdam, passeerde 11 Nov. Wight;
de „Java", van Batavia naar Amsterdam,
arriveerde 11 Nov. te Gibraltar.
By koninklijk besluit is benoemd tot
griffier by het kantongerecht te Leeuwarden,
mr. J. P. Hofstede, thans ambtenaar van het
openbaar ministerie by de kantongerechten
in het arrondissement Assen, ter standplaats
Assen.
Aan J. De Preter, geboren te Putte (België),
vergunning verleend tot het geven van lager
onderwys, mits hy overigens aan de daartoe
by de wet gevorderde vereischten voldoet.
De majoor J. W. Kaiser, van don staf der
genie, met ingang van 1 Dec. a. s., krachtens
punt 4o van art. 38 der wet van 28 Aug.
1851 (Staatsblad no. 128) op non-activiteit
In-dienst-treding en vooruitzichten
hij de Zeemacht.
Aangezien by sommige personen de meening
schynt te bestaan, dat door de opheffing van
enkele qualiteiten van het personeel der hulp
diensten by de Zeemacht, de vooruitzichten
op bevordering voor jeugdige matrozen aan
merkelijk zouden zyn beperkt, is het wensche-
lyk omtrent een en ander eenige inlichtingen
aan belanghebbenden te geven.
Zooals bekend is, kunnen jongelingen van
den leeftyd van 13'/j16 jaar, die lust en
geschiktheid voor den zeedienst hebben, aan
de Kweekschool voor Zeevaart te Leiden
geplaatst worden. Geheel kosteloos ontvangen
zy daar hunne eerste opleiding tot matrozen
by 's Ryks zeemacht, en in die betrekking
bestaat voor hen, die zich onderscheiden door
goed gedrag, yver en geschiktheid voor hun
vak, ruimschoots de gelegenheid om op te
klimmen.
Een oppassende jongen toch, die cp zyn
17de jaar de opleiding als licht-matroos ver
laat, kan op den leeftyd van 22 jaar reeds
Kwartiermeester (Korporaal) zyn. Yan zyno
geschiktheid hangt het dan verder slechts af
om in betrekkeiyk korten tyd op te klimmen
tot de qualiteiten van BootsmansmaatBoots-
man, Schipper en Opip er schipper.
Eveneens hebben jeugdige schepelingen eene
zeer goede toekomst, als zy zich toeleggen
op het artillerievak, daar ook daarin vry
spoedig de grsad van Korporaal-Konstabel kan
bereikt worden, en vervolgens by gebitken
geschiktheid die van Sergeant Konstabel
Konstabel-Majoor en Opper-Konstabel (Adju
dant-Onderofficier.)
Eindeiyk nog kunnen oppassende matrozen,
die minder lust en aanleg hebben voor boven
genoemde betrekkingen, in de gelegenheid
worden gesteld zich te bekwamen voor Tim-
mermanBottelier, ZiekenverplegerSchrijver,
Hofmeester of Koken ook in die qualiteiten
opklimmen tot den graad van Sergeant Majoor,
of, wat de twee laatsten betreft, tot dien van
Sergeant.
Het zoude te ver voeren om de redenen
op te geven, die er toe hebben geleid de qua
liteiten van Stuurman, SmidZeilmaker en
Provoost op te heffen. Genoeg zy het te zeg
gen, dat beperking van het groot aantal spe
ciale dienstvakken by de marine zeer go-
wensebt is ter verhooging der strydwaarde
van het oorlogsschip, en daarom die qualitei
ten zyn opgeheven, welke by de veranderde
toestanden op de vloot niet meer strikt noo-
dig waren, omdat hun dienst door de overige
onderofficieren kan verricht worden. Het ge
tal onderofficieren der bestaande qualiteiten
zal daardoor echter vermeerderd moeten wor
den en daarom is de gelegenheid om bevor
dering te maken voor jeugdige schepelingen,
ondanks de opheffing van bovengenoemde
betrekkingen, zeer weinig verminderd en nog
zeer goed.
i)
En do duim der rechterhand wees onheil-
spellend over deD rechterschouder naar de
geopende deur. Enfin, de zaak kwam spoedig
in orde en Maarten hernam
Ik deed die vraag niet zonder reden. Ge
moet weten: er is op dit oogenblik een
minstreel by mg, een zanger, weet ge, en
't lykt rui) een zeer bekwaam jongmensch
toe. Juist hij vroeg zoo belangstellend naar
de jonkvrouw Van Hoozenbeecko, juist hij
informeerde zoo dringend, of ze zich op het
„Slot" bevond, dat ik vrees
Bruno begreep volkomen de vrees van
Maarten en vond de conclusie geenszins ge
waagd, om te vermoeden, dat hier eene
liefdeshistorie in 't spel was. Hy vatte heel
goed, dat de komst van den zanger in
't nauwste verband stond met de aanstaande
feesten en dat het informeeren naar bedoelde
jonkvrouw louter en alleen eene voorzorg was
geweest, om bepaald zeker van zyne zaak
te zyn, haar by deze gelegenheid te ont
moeten.
Bruno was een goedhartige vent. 'Waarom
zou hy den zanger de adellyke jonkvrouw
misgunnen? Waarom mocht ook diens pad
niet langs rozen gaan? Toch - gemakkelijk
zou 't niet gaan, vooral als die freule geparen
teerd was aan dien deftigen, strengen Am
bachtsheer. Tusschen het gild der edellieden
en dat der minstreels bestond een ontzettend
groote afstand. De laatsten mochten bemind,
geacht, gerespecteerd worden, zooveel ze
wilden, ze mochten de prachtigste geschen
ken ontvangen, zelfs deelen in de gunst van
monarchen, alles goed en wel, maar de oogen
opheffen tot eeno odele jonkvrouw, ja, zich
door een huweiyk met eene adellyke dame
willen verbinden, daarvoor zou zelfs de
kracht van een woudgod te kort schieten.
Maarten was het geheel eens mot de
denkbeelden, die zyn vriend op vertrouwe-
iyke wyze ontwikkelde. Toen hy echter
begon te vragen, hoe hy zich ten opzichte
van den minstreel moest houden, tapte Bruno
uit een ander vaatje. Hy ried Maarten aan
tot voorzichtigheid, om vooral zyne hand niet
te leenen aan de oogmerken van Ansfridus.
Hy moest terdege oppassen, hy dat zich niet
als werktuig zou doen gebruiken, want dan
was het met den goeden naam der „Sint-
Hubertus" glad uit. Reikte hy dien zanger
de behulpzame hand, dan verbitterde hy
daardoor moedwillig den adel, die de taveerne
nog steeds goed gezind was. En al toonde
Maarten niet door daden, dat hy don zanger
zyn doel wilde doen bereiken, dan nog stak
in 't geven van inlichtingen groot gevaar.
- Van inlichtingen? Hoe bedoelt ge dat?
vroeg Maarten, zich niet byzonder op zyn
gemak gevoelende.
Ja, van inlichtingenGeef hem een ont-
wykend antwoord op zyn vragen; wat weet
een kerel als gy van jonkvrouwen, van
ridders, wat weet gy van het .Slot" en zyn
bewoners af?
Maarten werd verlegen en zag Bruno met
een vreemden blik aan. Hy toch had Ans
fridus wel degelyk verzekerd, dat hy goed
op 't „Slot" bekend was, dat zyne vrouw er
dikwyis heenging, ja, dat de hooge bewoners
hem ook niet geheel vreemd waren.
Bruno bemerkte spoedig, dat zyn vriend
Maarten aan het snoeven was geweest. Hy
wilde 't hom niet benauwder maken en
daarom zei hy:
Wat ge hem ook aangaande enkele zaken
mocht verteld hebben, zal wel zooveel zyn,
als iedereen en ook hy te weten kan komen.
Laat hem als belangstellend persoon zelf
inlichtingen gaan nemen; maak, dat ge hem
wegtroont, byvoorbeeld daarginds naar dien
heer Van Berckhove, die niet ver van het
huis Ter Busschewoont. Laat hem daar
zingen en vertellen]
Maarten maakte daarop de niet geheel onge
gronde opmerking, dat zich daar geene jonk
vrouw Van Roozenbeecke bevond en het moeite
zou kosten er eeD8 op die plaats te doen ver-
8chynen, die er even lief en schoon uitzag.
Bruno begreep dit ook heel goed, maar had
dat biykbaar gedaan, om van 't gesprek af te
komen. Hy werd ongeduldig. Hy had ais vriend
raad gegeven. Wist Maarten wat betere, dan
moe3t hy zgn gang maar gaan. Trouwens, hy
had maar vermoed, dat er eene liefdeshistorie
in 't spel was; 't kon evengoed zyn, dat die
zanger een verkleede spion was, iemand
met minder goede bedoelingen; wellicht
iemand, die
x) Aan dat hnis ontleent Boskoop den naam,
Maarten liet hem niet uitspreken.
Neen, Bruno, neen 1 Ik heb in 't schoone
oog van den minstreel gestaard en daarin
oprechtheid gelezen; ik heb met hem ge
sproken en verre van my, hem te verdenken,
dat hy een verrader of spion kan zyn. Zyn
geheele voorkomen, zyn manier van spreken,
zyn wyze van handelen boezemen my het
volste vertrouwen in en ik zou inderdaad
wenschen, dat niet die onbeduidende, die
ellendige ridder Van Hegeldaele, maar wel,
dat hy de gemaal der jonkvrouw zou worden.
De ridder doet het, zooals ge ook goed weet,
alleen uit laag egoïsme, uit vuige winzucht,
alleen met het doel, om zyn bezittingen te
vergrooten de minstreel biedt een hart aan,
edel alB goud, naar my toeschynt. Inlich
tingen geven, - ge hebt geiyk, dat zal en
mag ik niet doen, doch wenschen, dat die
zanger een gelukkige toekomst te gemoet
gaat; hopen, in myn hart hopen, dat hy
zyn doel zal bereiken, daarin steekt toch
geen kwaad, nietwaar?
Hier is myn hand, beste Maarten I zei
Bruno, hem de hand toestekende. Uw goede
hart komt weer boven. Handel naar goed
vinden, allee zal best schikken. Goede reis en
kom weer eens spoedig by my praten.
V.
In de Burchtzaal op hel „Slot."
De burchtzaal op het „Slot" ie feesteiyk
ingericht. De bronzen kandelaren, hier en daar
geplaatst, pryken met tal van waskaarsen,
welker lichtstralen in de fraaie, met tegels
voorziene wanden een wonderschoon effect
maken. Langs ds kanten komt van onder
het kostbaar tapyt bet kunstig mozaïekwerk
van den vloer te voorschyn en in den grooton,
open haard vlamt een gezellig, lekker vuur.
Volgens do zsden van deze eeuw zyn alls
tafels na den maaltyd weggeruimd, ook
stoelen ziet men niet: 't gezelschap zit in
groepjes by elkander te keuvelen op de ban
ken, onder do hooge vensters en tegen do
wanden geplaatst. Tor zyde van den vuur
haard is eene verhevenheid voor de hooge
gasten gemaakt en daartegenover eene soort
van estrade, byna geheel in het sparrsgroen
gedoken en waarboven de uitmuntend ge
schilderde blazoenen van Hegeldaele en Swa-
nenborgho in vry groote afmetingen pryken.
Al het mogelijke is gedaan, om aan alles
een zeer feesteiyk aanzien te geven. De
schilden en kurassen, de lansen, de speren,
de helmen, de wapenen, die aan de wanden
hangen, schitteren en blinken en weerkaatsen
duizendvoud het licht der kaarsen. Kwistig
is overal groen aangebracht en de pittoreske
kleedy der pages, die in do zaal heen en weer
loopen, maakt het tooverachtig aanzien der
zaal nog interessanter.
En de feestgenooten? Zie, ginds pareert
de welgedane figuur van den bruidegom, van
den ridder Van de Swanenborgho, naa8t zyne
inderdaad bevallige bruid Stephanie Van
Hegeldaele.
(Wordt vervolgd.)