MENGELWERK. schaamteloosheid, laat ons in één woord zeg gen van de verwildering der straat jeugd, is in den laatsten tyd druk geklaagd. Gebaat heeft dit klagen nog Diet veel de toestanden zijn nog dezelfde, ja, misschien is de bewering niet te kras, dat zy met den dag erger worden. Dit verschijnsel valt waar te nemen in do hoofdstad, waar geen hok een maand lang ongeschonden blijft, maar in de hoofdstad niet alleen. Ook uit andere ge meenten rijzen klachten op. Alle bladen wijzen op het euvel. In allerlei vergaderingen wordt gezonnen op de bestrijding van het kwaad. Men vraagt zich af in hoeverre de bestaande verwildering door de onderwijzers, in hoeverre zij door de Overheid dient te worden gekeerd. Ons dunkt, dat beiden hier eene taak hebben. "Wat echter de onderwijzers betreft er wordt ook baldadigheid gepleegd door knapen, die ouder zijn dan twaalf jaren, en dezen zijn door de onderwijzers niet meer te bereiken. Is verbetering mogelijk, wij zullen haar vooral van de Overheid hebben te verwachten. Maar van wie een maatregel uitga geen straf helpt, indien zij niet voldoet aan twee voorwaarden. De eerste voorwaarde isconsequentie. Eene kleine straf, maar waarvan de overtre der zeker is, dat zij hom zal treffen, werkt meer uit dan eene groote, maar waarbij de kans bestaat, dat men haar ontloopt. Om do consequentie van de straffen, op straatschen derij gesteld, te bereiken, is een uitgebreid en scherp politie-toezicht noodig. En het uit breiden van het politio-corps ligt in de macht der gemeenteraden. Worden de toestanden nog eenigen tijd lang maar steeds slimmer, dan zal het bij de verkiezingen wel een leus worden: vóór of tegen uitbreidiog der politie. Want het geduld der kiezers is bijna ten einde. Een tweedo voorwaarde is: snelheid. Een straf, die eerst na weken pleegt te komeD, werkt minder op de verbeelding. Hoe inniger straf en overtreding aan elkander zijn ge koppeld, ook wat den tijd betreft, zoo beter. Snel toegediende straf maakt ook op anderen in dit geval de kornuiten der kwaaddoeners en om hen is het juist te doen den moesten indruk. Omtrent de uitbreiding van het politie-corps hebben wij, zegt Tiet Nieuwsnog eenig geduld te oefenen en voor het verkrijgen van „snel reebt" is deze week eene poging gedaan. Het Hoofdbestuur van den Volksbond heeft zich tot den Minister van Justitie gewend, hem verzoekende tot het bevorderen dier snelheid maatregelen te willen nemen. Mogo vooreerst dit oorbiodig vorzoek gehoor vinden I Moge verder ons geduldig wachten op vermeerde ring van politie-toezicht op niet al te groote proef worden gestold. Moge daarenboven ieder, die maar op eenigerlei wijze daartoe in staat is, strijd voeren tegen het bedoelde kwaad. Want inderdaad: de onboschaafdo Javaan is ;en edelman, vergelckon by den straatjongen onzor groote steden. In een der „Amsterdamsche Brieven" van het Uacigsche Dagblad staat het volgende te lezen over de ontaarding van de poppenkast: Ondanks al het geroep om hooge, echte kunst van de laatste jaren, scheen het, dat de aloude beroemde Jan Klaaszen zou gaan herleven. Men zag de oude poppenkasten weer op pleinen en straten en grachten staan spelen, en het publiek, dat de vertooning aanschouwde, was talryker en rustiger dan ooit te voren, als Jan zijn vrouw Katrijn niet alleen tot onderwerping wist te brengen, maar zelfs den duivel en Hein de dood, die komt om jou te halen overwon. Maar helaas! die bloeitijd is van korten duur geweest. Jan Klaaszen, die echte con servatieve Amsterdammer de geschied schrijver gaat or prat op, dat die beroemde Jan Klaaszen, al is het dan ook maar een „Fransepatter", van Amsterdamschen oor sprong is is ontaard en wekt in den laat sten tijd niet meer die belangstelling, waarin hij zich vroeger mocht verheugen. Hij heeft met zijn tijd moe willen gaan en waar een paardenspel tegenwoordig althans eenige leeuwen In de manógo brengt, meende Jan Klaaszen al niet minder te kunnen doen dan een paar hondjes ten tooneele te voeren. En zoo zitten daar die arme dieren en blaffen als zij geknepen worden of bijten in Jan Klaaszen8 nous of kermen van pijn, als zij bij ongeluk een voor Katrijn bestemden „mep" krijgen. De aardigheid raakt er af en tot eer van onze jongens mag wel gezegd worden, dat zij den onzichtbareu directeur lang geen vriendelijke woorden toeroepen, als hij zich wat dikwijls vergist tusschen Katrijn on een zijner hondjes. Ook wenden zij zich vaak met afkeer van het schouwspel af en gaan heen, maar ontkend mag Diet worden, dat die afkeer zich gewoonlijk eerst openbaart als „do man met h6t bakje" komt. H>e I^liotog-raaf. Uit 't Fransch van ALPHONSE DAUDET. Men had h6n do huur vooruit laten be talen, want hun geheele inboedel was gekomen op één handkar en dan wat een inboedel Niet oens voldoende om als waarborg te strekken voor don huisheer, als de huur achterstallig bleef. Zy behoefden anders wer kelijk niet voel te betalen voor oen vijfde verdieping in een nieuw huis op een dier half voleindigde buitenstraten, vol van huur- bordj98, puin en schuttingen en perceelen, die nog in wording waren. Er hoerschte dio bekende lucht van nieuwe huizen, pas geverfde deuren en nauwelijks drogo behangsels en het overvloedig licht, dat door de niet van gordijnen voorziene ramen viel, deed de kaalheid der drie ver trokken nog meer uitkomen. Het middolste met zijn groot boograam werd dadelijk bestemd voor atelier en inden grooten schoorsteen werd een kleine voorraad brandstoffen gereed gelegd, om bij do eerste nadering van vreemden onmiddellijk ontstoken te kunnen worden. Er hing werkelijk een schat van photogra- pbieen aan de wandende moeder en de drie kinderen in alle mogelijke poses, zittende, staande, te zamen en afzonderlijk. Verder eenige afbeeldingen van monumenten, land schappen, enz., doch alles verbleekt en uit gevreten door 't licht. Dit alles dateerde nog uit hunne dagen van rijkdom, den botrekkoiyken rijkdom van oen gezoten buigör, uit dien gelukkigen tijd toen hij slechts photographeerde voor tyd- passeering, voor vermaak. Maar er was een omkeer gekomen, eon tijd van bezuiniging, ja zolfs van armoede en gebrek, 't Was dus geen wonder dat by beproefde zijn vroeger amusement om te zot ten in oen broodwinning. Natuurlijk had bet toestel do eereplaats. De kioderen bewonderden het steeds met eenigen angst, het leek zoo koud on grimmig met dat blinkende koper on die heldere lens. Maar al dat fraai gepoiyst hout en metaal deed tevens de kaalheid en den ouderdom der meubelen te meer uitkomen, ja, 't was alsof 't met verwondering op de omgeving neerzag, hy steeds zoo mooi gebleven en de anderen altyd verminderende. En de artist zelf, ook hy maakte dien in druk van misplaatst te zyn, van niet thuis te behooren in die schamele omgeving. Hy maakt hot zich erg druk, do arme kerel, en let eens op, mot welk een ernstig gezicht hy do kinderen waarschuwt: „Pas op dat jullie niet in de donkore kamer komt." Hy verkeert in een lastig goval. Als de huur en verhuiskosten betaald zyn, blyft hem geen cent over.... en dan? Veronderstelt dat er geen voorbyganger wordt uitgelokt tot oon bezoek door de uitstalkast, die naast de voor deur hangt, hoe moet hy dan van avond de kinderen eten bezorgen? Maar komaan, 't is pas ochtend, 't hoofd omhoog. Wie weer, wat deze dag hem nog brengen zall Alles is immers klaar en mis- schfenallerlei luchtkasteolen van do buren, die ieder 12 portretten willen hebben en voor uit betalen, tooveren zich voor zyn geest. En zoo gaan uren van afwachting en span ning voorby't geheele gezin zit voor 't raam uit te kyken naar den stroom van voorby- ganger8, en van al diegenen is er geen enkele, die by de vitrine blyft stilstaan. Maar toch kyk, werkeiyk daacstaat een deftig heer stil en bekykt de in de uitstal kast opgehangen portretten met aandacht. Zou hy binnenkomen? De kinderen staan ge reed by de kachel om by het eerste geluid der schel het vuur te ontsteken. Een oogenblik van spanning daar vervolgt de nieuwsgierige flaneur weer kalm zyn weg, weinig doDkende met welk een diepe teleur stelling zyne schreden gevolgd worden. En het wordt steeds later, 't Ia minder helder en groote wolken dry ven door 't lucht ruim. Doch, op deze hoogte, men zou nog prachtige proeven kunnen maken; maar voor wion Niemand die eenigen lust betoont zich to laten pho'.ographeeion. Zoo gaat het den ganschen middag door. Elk oogenblik vreugde, gevolgd door teleur stelling, een stap op de trap, soms tot dicht by de deur, maar dan plotseling verdwijnende in een naburige kamer. Opeens werd er gescheld. Men had geen schreden gehoord en zenuwachtig vloog elk op, de kachel brandde in een oogenblik en vlug werden de kinderen uit 't ateliur ge drongen. Een paar sprongen brachten hem by de deur eniemand om naar den vorigen bewoner te vragen. Met wanhoop ziet men elkaar aan, de tranen staan den kinderen in de oogen, men had zoo gehoopt en nu „Maar 't i3 niet mogelyk!" roept de artist. „Men heeft bepaald 't uithangbord wegge nomen. Laat een van jullie eens gaan zien, kleintjes." In een oogenblik is het kind terug: alles hangt nog op zyn plaats, maar niemand ves tigt er de aandacht op enhet regent. Ja, werkeiyk, 't regent. Hoor, op de ruiten van 't atelier klinkt het eigenaardig, eentonig geluid der regendroppels en de straat is zwart van de parapluies. De kinderen huiveren, doch men heeft de kachelschuif dicht gedraaid, om het pas ontstoken vuur toch zoo lang moge lijk te doen rekken. Er heerscht algemeene - neerslachtigheid. De vader loopt met groote passen op en neer, de vuisten gebald, de tanden op elkaar geklemd om zyn tranen terug te houden. De moeder zit in de donkere kamer en laat haar droefheid den vryen loop. Plotseling schrikken zy op door de stem der kinderen: „Vadertje, daar is iemand beneden, by de étalage." In een oogwenk is hy aan 't raam. Ja, werkeiyk, een dame. Zy bekykt opmerkzaam de photographieen, aarzelt even en heft het hoofd omhoog. O, als al die oogen van boven op haar gevestigd, haar naar boven konden trekken, met hoeveel spoed zou zy de trap bestijgen! Nog steeds staat zy voor de deur. Zal zy doorloopen? Een oogenblik van vreeselyke spanning. Maar, zy schynt een besluit geno men te hebben, zy gaat binnen en men hoort haar voetstappen op de trap. Vlug het vuur aangeblazen, de kinderen in do andere kamer, nog een streek met zyn hand door 't haar, terwijl Mama zich gereed maakt om open to doen en haar verschoten rok in de goede plooi brengt. „Woont hier een photograaf?" „Jawel, mevrouw, kom bianon." Men maakt het zich druk en geoft haar een stoel. Het is een dame uit 't zuiden van Frank rijk, erg praatlustig, maar zeer beleefd en inschikkelyk. Terwyi de artist de plooien der japon en de linten van den hoed schikt, hoort men half gesmoorde uitbarstingen Van lachen der kinde ren, die elkaar verdring'eh voor do kier der deur. Zy zien hun vader 't hoofd onder don zwarten doek steken, waarby hy geiykt op een vyfpootig monster uit de voorwereld, dat m9t zyn eene grooto oog ieder betoovert. Eind9iyk is de zitting afgeloopen. De dame bestelt twaalf portretten en betaalt vooruit. Nauwelyks is zy vertrokken en de deur gesloten, of do vreugde ryst ten top. De kindeion, nu niet laüger opgesloten, dansen rond het toestel, torwyi de vader eenigszins opgewonden is door zyn eerste werk, niet meer ais amateur, maar nu als werkeiyk beroeps-pbotograaf. Het geluk, waarop zy den ganscben dag gewacht hebben, heeft hen gehoel bedwelmd. Wie heeft daar 't eerst van een dinertje ge sproken? Wel natuurlyk, en iets goeds ook, een klein feestje om de inwyding te vieren. Vandaag met regenachtig weer en dan den eerbten dag der installatie al een klant, dan zul en er morgen bepaald wol meer komen, en zoo droomt by op dio zoldorkamers een rooskleurigen toekomstdroom van langzamer hand toenemende welvaart. Daar komen de kinderen juichend binnen, met do boodschap dat het eten op tafel stond. Mama b?.d tevons een groot opschryfboek meegebracht om er de bestellingen in op te teekenen. Dadelyk, nog voor het diner begon, schreef by op do eerste bladzyde den naam der dame, den datum der bestelling en den dag van aflevering en toen het baek met een be- denkeiyk gezicht beschouwende, zeido hy: „Je hadt best een dikkere editie mee kunnen brengen: hier zyn maai- 48 bladzyden in." Weliswaar het dinertje met zyn omhaal van kaarsen en brandstof en halve flesch wyn heeft de geheele ontvangst verslonden; maar wat hindert dat? Morgen is er weel een nieuwo.dag en die brengt natuurlyk weer nieuwe klanten. 't Is prachtig weder don volgenden morgen, in 't atelier is alles reeds vroeg gereed, maar de klanten laten zich wachten, 's morgens niemand en 's middags ook niet. Men is een weinig terneergeslagen, maar nog niet ontmoedigd. Er is immers nog eten van den vorigen dag, en morgen zal het wel beter gaan. Maar den anderen dag gaat het niet beter, en twee, drie dagen verloopen. Dagen van twyfel, moedeloosheid, doodsangst. Stuk voor stuk verdwynt de geheele inboedel om brood te kunnen koopen. Morgen zal hem niets overblyven dan zyn apparaten te verkoopen en een plaats te zoeken als knecht cf loop jongen in een winkel. Mama is wanhopig, de kinderen zyn zoo ontmoedigd dat ze niet eens meer by 't raam komen om op straat te kyken. Maar eindelyk, een Zaterdag-morgen, op een t(jd dat niemand er aan dacht, werd er gescheld: geklos op de trap als van vele ♦aoten, niets minder dan een geheele brui loftsparty, die vyf verdiepingen hoog is ge klommen om zich te laten afbeelden. Bruid en bruidegom, bruidsjonkers en -meis jes, allen eenvoudige burgerlui, die voor 't eerst handschoenen aan hebben en dit glorieuze feit wilden doen vereeuwigen door onzen vriend. Dien dag kwam er f 36 in kas, den volgenden byna het dubbele. De stryd is gestreden, hy is bekend in de buurt. Het uithangbord boven de deur en de adreskaarten, die hy rondzendt, vermelden: „Herman Oompiab, Boulevard Empereur 108. Photograhpisch atelier. Specialiteit in familie groepen." En zoo spelen zich olken dag in Parys duizenden dergelijke drama's af, die helaas niet altyd zoo gelukkig eindigen als boven staande. Japon, mot votorband gegarnoord, alsmedo mot een colutuur on kraag van gobonduurd lodor. (Ovcrgonomon uit „Do Grauouse"). KOLONIËN. BATAVIA, 5-8 October. (Nederlandscho mail.) Wegens langdurig verblyf in doze gewes ten keerde via Singapore per Fransche mail naar Nederland terug de luitenant ter zee lste klasse A. Seret, laatstelyk commandant van Hr. Ms. „Fiores". Uit Lebak wordt aan het „Bat. Nieuws blad" geschreven: „Zooals verondersteld werd, is de oudste controleur lste kl. de heer Van Davelaar tot assistent-resiöent van dozo afdeeling benoemd. Da ambtsvoorganger de heer Bosch moest wegens gezondheidsredenen, lydende aan ma lariakoortsen, om overplaatsing verzoeken die hem werd verleend door zyne benoeming tot assistent-resident van Koboemen in Bagelan. Gedurende den korten tyd dat de he9r Bosch hier werkzaam is geweest, heoft hy getoond oen nauwgezet, ijverig ambtenaar te zyn, die niet weinig heeft bygedragen Lebak te zui veren van een diovenbenie, die zich onledig hield met karbouwen van de bevolking weg te rooven, waartoe zelfs eenige ontslagen en nog in functie zynde djaros behoorden. De „Loc." meent te weten dat het tweedo batjljon by terugkeer van Lombok zal logeeren in het kampement van het tweede recruten-bataljon te Magelang, terwyl het tweede recruten-bataljon zal verhuizen- naar Willem I en Salatiga, on wel drie com pagnieën naar Willem I en één compagnie naar Salatiga. De „Soer. CL" meldt thans dat kolonel Bouman in beterschap toeneemt en van een buitenlandsch verlof wegens ziekte geen sprake is. De hoofdonderwyzor S. Van Rynbach heeft eervol ontslag uit 's lands dienst ge vraagd. De kostbaarheden van den vorst van Lombok, door ons buitgemaakt, ter gezamen lijke waarde van f 850,000, gaan achtereen volgens naar Nederland, ten einde aldaar verkocht te worden. Met het stoomschip „Burgemeester Den Tex" gaat de eerste bezending, ter waarde van een ton, en zoo vervolgens, tot de gansche buit in Nederland is, al waai- de kostbaarbeden, waaronder arti kelen van groote waarde, wol grif koopers zullen vinden. Ongetwyfeld zullen ze in Neder land wel eerst voor het publiek worden ten toongesteld en het is jammer, dat men hier daartoe geen gelegenheid heeft opengesteld, want do schatten blyven uit het oogpunt, dat zy buit zyn gemaakt en van een vorst af kom stig, die fabelachtig ryk werd genoemd, eon kunstwaarde behouden, welke door tentoon stelling in haar waarde wordt verhoogd. (Bat. Hbld.) Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indië zijn de volgende beschikkingen genomen: Civiel Departement. Benoemd: Bij het Bosch- wezen op Java en Madoeia. Tot opziener '2de kl. G. W. Wiegers, thans tijdelijk die betrekking beklecdende, met bepaling dat hij geplaatst blijft onder de bevelen van den houtvester van het bosclidistrict Kedoe-Oost-BagelenDjokjakarta; tot tijdelijk opz. 2de kl. J. W. Willemsen, thans opz. 3de kl tot opz. 3de kl. V. E. Hoogbruijn, gewezen élêve-opz. by de Gouv. kina-onderneming in de resr Preangor-Kegentschappen, mot Lepalirg dat hij wordt gesteld onder do bevelen van den houtvester van het boschdistrict Soerabaia-Madoera Fa-:oeroean. Overgeplaatst: Yan het boschdistrict Somarnng Soerakarta naar het boschdistrict Bodie- negoro c. a. de benoemde tijdelijke opz. 2de k1. J. W. Willemsen; van het bosclidistrict Bodjo- negoro c. a. naar het boschdistrict Semarang- Soerakarta de tijdelijke opz. 3de kl. L. P. F. A. Lans Jr. Bepaald: Dat geplaatst blijft in het boscli district Bodjonegoro c. a. do benoemde opz. lste kl. P. C. Lans; in het boschdistrict Tegal-Cheribon de benoemde tijdelijke opz. lste ld. J. J. Geelhoed. Iu de residentie Lampongsche Districten. Overgeplaatst: Yan do afd. Sekampong naar de afd. Katimbang de wd. adspirant-contr. L. Dinger. Ontslagen: Wegens volbrachten dienst ijd eervol uit_ S lands dienst, de gewezen zoutver- kooppakhuismeester te Djerebeng (Soerabaia) F. W. Scliaegeneervol uit 'sJands dienst, de klerk op het ass.-residentiekantoor te Soemenap (Madoera) II. G. A. Martende gew. schrijver bij het vendukantoor te Malang (Pasoeroean) P. G. Abeij; met bepaling dat het ontslag van eerst genoemde wordt gerekend op 26 Juli te zijn in gegaan. Door den directeur van Justitie. Goedgekeurd: Dat door de rapat tepadja- komba (Sumatra's ■westkust) is ontslagen wegens vertrek, eervol, als buit. subst,-griffier buiten bezw. van den lande, J. L. Engel; is benoemd tot buit. snbst.-griffier buit. bezw. van den lando D. G. Stibbe. Bij het openb. lager onderw. voor Europeanen. Benoemd: Tot onderw. 3de kL J. W. C. Grootendorst, thans met de waarn. dier betr. belast. Belast: Met de waarn. der betr. van onderw. 3de kl. W. D. Niestadt, daartoe gesteld ter be schikking van den gouverneur-generaal. Overgeplaatst: Van do school te Ngan- djoek (Kediri) naar die te Pamekasan (Madoera), als lste onderw. do met de waarn. der betr. van onderw. 2de kl. belaste onderw. 3de kl. J. H. H. Yan Willigen. Geplaatst: Aan de school te Ngandjoek (Kediri), de met de waarn. der betr. van onderw. 3de kl. belaste onderw. ter beschikking W. D. Niestadt. Ocpartement van Oorlog. Geplaatst: Bij aan komst bij bot lste dopGt-bat. de lste lnit. der inf. van verlof uit Nederland terugverwacht J. W. A. M. Moquette. Verleend: Een maand verlof naar Malang, wegens ziekte, aan den off. van gez. 2de kl. te Soerabaia, L. C. A. Yan den Bergb. Overgeplaatst: Als adjudant bij bet 2de garn.-bat. van Atjeh en Onderb. (Lambaroe) de lste luit. adj. bi] liet 15de bat. inf. E. A. Yan" Kappen; naar de 6do comp. artillerie comp. van Atjeh en Onderb. te Kotta-Rndja de lste luit. 10de comp artillerie (3de veldbatterij) te Willem I, G. H. Vrijdag: als adjudant bij bet 15de bat. inf. de lste luit.-adj. bij het 2de garn.-bat. van Atjeh en Onderb. (Lambaroe) C. R. W. K. Yan Alderwerelt van Rosenburgh. O v o r g ep 1 a a ts t: Bij bet departemeut van oorlog Ilde Afd. de luit.-kol. bij hot Subsist.-kader te Batavia J. G. H. Yan der Dussen; bij bet 18de bat. de lste luit. bij het G. B. van Atjeh en Ondcrhoorigbeden geëvacueerd naar Batavia A C. L. Phaff; als adjudant bij bet l.b. 4de bat. de lste luit.-adj. bij bet 12do bat. J. J. O. Bloem; als adj. bij het 12de bat. de lste luit.-adj. bij het l h. 4de bat. jhv. Iv. L. A. P. Van der Maesen do Sombreff; bij het 10de bat. de lste luit. bij het G. B. van Atjeh en Onderhoorigbeden L. P. J. Van der Stok; naar Atjeh t.n.i. do kapt. bij do comp. kol, reserve, deel uitmakende van het 8sto bat. S. A. Drijber: naar Atjeh t.n.i. de lste luit. bij bet lste recruten-bat. L. W. J. K. Thomson; bij den gewestelijken en plaatseJijken geneesk. dienst der Wester-Afd. van Borneo te Benkajang do off. van gez. 2de 1:1. te Atjeh dr. S. Tilma; bij den gewestelijken en plaatselijken geneesk. dienst van Atjeh en Onderhoorigbeden de off. yan gez. 2de kl. te SemaruDg P. J. Binders en de off. van gez. '2de kl. te Benkajang A. J. A. Hoorweg; bij de 18de comp. art. te Batavia do lste luitenant dor lste comp. art. te Batavia L. A. F. Uoolboomals kwartïerm. van het garn te Amboina de lste luit.-kwartierm. bij do lste afd. van bet dep. van oorlog J. Van Pien- broek; bij de Vde afd. van het dep. van oorlog do 2de luit.-kwartierm. van bet subs.-kader te Pndang L. H. Spook; als kwartierm. van bet subs.-kader te l'adang de lste luit.-kwartierm. van hot garn. te Amboina W. F. L. Schneider; naar Atjeh ter besch. van den gewest, intendant to Padang de 2do luit.-kwartierm. toegevoegd aan den kwartierm. van bot subs -kader aldaar A. Terwiel. INGEZONDEN. Nog ecus: „Een Traag om recht.". „Tyd is geld" als wy ons niet baasten, komt het adres te laat, en onze Oud Strijders kryg6n nog geen pensioen. Daarom aan 't werk! Laat in elke stad van ons vaderland één man zich belasten met de zorg voor een adres van adhaesie aan H. M. de Koningin -Regentes, dat spoedig door hem on anderen geteekend en opgezonden wordt. Opdat die adressen eensluidend mogen zyn, stel ik voor, dat men er deze redactie aan geve: Aon Bare Majesteit de Koningin-Regentes der Nederlanden. Me vrou wl Begaan met den kommervollen toestand, waarin velen onzer Oud-Strijdersdrageis van 't Metalen Kruis en de Citadel-Medaille, mannen van tachtig jaren en daarboven, hunne laatste levensdagen slyteo mojten, meenende voorts dat bet op den weg der Regeering ligt, in dezen toestand verandering te brengen, wenden ondergeteekenden zich met den meesten eerbied tot Uwe Majesteit om hun volle sympathie te betuigen met het reeds bij Uwe Majesteit ingekomen adres, waarin de wenseh wordt uitgesproken, dat aan deze Oud-Stryders, voor zoover zy 't noodig hebben en verlangen, van Bykswege worde toegekend een pensioen. Tot het afdoen zy het ter elfder ure - van deze nationale eereschuld door de Regee ring, roepen ook wy Uwer Majesteits goed- willigen steun in. Met den meesten eerbied, van Uwe Majesteit de onderdanige Dienaren en trouwe Onderdanen (volgen de handteekeningen), Grosthuizen, F. W. Drijver. 28 Oct. 1895. F. T. M. Dc Wekker, sprekende over do b a 1 d a- digo schooljougd, herinnert er aan hoe vroeger de verhouding van do onderwyzers geheel anders was en „meester" vaak de raadsman was zyner oud-scholioren. Was do oudo meester hoofd der school, alleenhcorscher op zijn gobietl, nu weton zelfs de leerlingen dat hot hoofd dor school lovende en doode hoofden boven zich hoeft, dat de instructie, ci j dit gelast en dat vorbiedt, ook voor do hoofden geschreven is. Z(jn instructie, het leerplan, de tafel van werkzaamheden, vorbiedtn hem soms aan billybe verzoeken te voldoen, waardoor hot vertrouwen der ouders dikwerf werd gewonnen kon hy hot vroeger overleggen met zyn helpers, do onderwijzers zyn zyn modo ambtenaren, dio hun instructie volgen en daaraan gehoor zamen meer kan van hen niet gevergd worden. Alloen wordt de hulp van den onderwijzer somtyds ingeroepen als de ouders geen raad weten en dan zou mon liefst zien, dat do ondoiwyzer de functie van gevangenbewaarder cn zoo noodig van beul op zich nam. Weigert hy, dan is mon ontevreden, en geelt hy toe, dan is i>i9t zeidon de instructie uen beletsel, die het recht om to straffen, hoe noodig dit ook moge zyn, t eporkr. Daarby komt, dat de loiöing thuis dikwerf veel to wenscheri overlaat. Zou, vraagt het blad, de band tusschen huiag.zin en school niet nauwer toegehaald kunnen worden door de ouders in een nadere betrekking tot de school te brengen? Daartoe goefc het in overweging by 't begin van ieder kwartaal vergaderingen te houden van do onderwy'zers mot do ouders der leer lingen, onder voorzitterschap van een gedele geerde van het gemeentebestuur. De ouders zouden hun wenschon kunnen medodeelon, en de onderwyzors zouden zich daarnaar kunnen richten of wel de bezwaren in het licht stellen. Men zal spoedig Arbeidsraden k. y genwaarom zou men ook geono School- radon bobben? Men moet den Schoolraden vryheid govon de school in to richten, zooals het meest strookt met do locale belangen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 6