N». 10956
Maandag 11 November.
A°. 1895
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer toestaat uit DRIE
Bladen.
Leiden, 9 November.
F'e-ailleton.
Jonkvrouw en Minstreel.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. 1.10.
Franco per post 1.40.
Afzonderlijke Nommers 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN
Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer f 0.17 Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Eerste Blad.
Offioiëele Eennisgerlnsen.
BnrgemfleRfcoi' en Wethouders van LissS maken
helend dat zij. die verlangen ala vrijwilliger bij de
militio te worden toegelaten, zich hiertoe ter gemeente
secretarie kunnen aanmelden vóór of op don laateten
dezor maand; voorts dat zij. die zich hebben aan-e-
meld, op Zaterdag, den SOsten November a. a., dea
middags te 12 uren, ter gemeente-secretarie kunnen
bekomen het door den Burgemeester af te geven
getuigschrift, model No. 2. en eindelijk, dat ter
gemeento-aecretarie nadere inlichtingen kunnen worden
verkregen.
By koninklijk besluit is het eereteeken
tot belooning voor eervollen langdurigen wer-
keljjken dienst by do schutterden toegekend
aan den heer F. H. A. Driessen, kapitein
by de dd. schuttery te Leiden.
Het concert, waarop tevens „de Schip
breuk", waarvan wy roods vroeger mededeeling
deden, zal worden uitgevoerd, is thans bepaald
op Dinsdag 26 November.
De plaatsbespreking kan geschieden by den
heer Joh. J. Eggers op nader to bepalen dag.
Door het provinciaal kerkbestuur van
Gelderland is tot de evangeliebediening in de
Ned.-IIerv. Kerk toegelaten de heer T.
Lekkerkerker, candidaat aan de universiteit
te Leiden.
Tot commissarissen van de studenten-
roeivereeniging „Njord" zyn gekozen de heeren
A. v. d. Sande Bakhuyzen en W. Middelberg.
Van het herhalingsonderwys, dat te
Zoeterwoude zoowel op de openbare lagere
school in de Heerenstraat als op het dorp
wordt aangeboden, wordt geen gebruik ge
maakt.
Aan K. Hulsbos aldaar is eene aanstelling
van onbezoldigd ryksveldwachter uitgereikt.
Men schryft ons uit Koudekerk: Eene
zeer interessante lezing wacht den Nutsleden
van ons departement en verderen belangstel
lenden a. 8. Woensdag, den 13den dezer.
Dien avond zal voor hen optreden de heer
P. E. Huet, van Goes, met eene voordracht
over: „Zoeloeland en de Zoeloes", door wapens,
photograpbieën, enz. aansehouweiyk voorge
steld. Na de pauze eene novelle: „In de Karoo"
en tot slot „Onmisbaar".
Voor de akte lager onderwas is te
's-Gravenhage toegelaten mej. A. J. De Meyier,
van Zoeterwoude.
De heer M. Amoreus, van Schiedam, is
benoemd tot onderwijzer met hoofdakte aan
eene Christelijke school te Alfen aan den Ryn.
Parochiekerk v. d. H. H. Apost. Petrus
en Paulus te Aarlanderveen. 4 pCts. Leening.
Uitgeloot Serie B. Nos. 233, 234, 235, 236
237. Betaalbaar ten kantore der heeren H. J.
Van Ogtrop Zoon, te Amsterdam.
Op de voordracht voor onderwijzer te
Egmond aan Zee komt voor de heer J. Van
Rugge, van Boskoop.
Dr. F. J. Los, predikant te Bruchem,
komt voor op het zestal voor predikant by
de Ned.-Herv. gem. te Delft en ook op dat
voor St.-Michielsgestel.
Door het prov. kerkbestuur van Zuid-
Holland zyn tot de evangeliebediening in de
Ned.-Herv. Kerk toegelaten de heeren J. J.
Van der Grient, G. J. B. Stork en J. H.
Eykman A.Jz.
Van de 39 lotelingen der gemeente Oegst-
geest hebben 8 recht op vrystelling door
broederdienst en 5 als zijnde eenige wettige
zoon. Zes hebben lichaamsgebreken opgegeven.
De Provinciale Vereeniging van Ambte
naren ter Gemeente-secretarie in Zuid-Holland
zal den 24sten dezer maand weder eene alge-
meene vergadering houden in „Zomerzorg".
Uit het dezer dagen verschenen bulletin
van den Nederlandschen Bond van Gemeente
ambtenaren, opgericht 8 October 1893, ge
vestigd te Utrecht, biykt dat genoemde Bond
telt 149 gewone en 7 buitengewone leden,
en een donateur in 1894.
Tot den Bond zyn toegetreden de afdeelingen
uit de provinciën Friesland met 58, Overysel
met 24, Gelderland met 22, Utrecht met 18,
Zuid-Holland met 26 en N. Brabant met 95
leden.
Het hoofdbestuur bestaat uit de heeren J.
Van der Laan, secretaris van Weststellingworf,
voorzitter; S. Wyberga, secretaris van Stad-
Delden, vice-voorzitter; J. P. C. Ten Geusen-
dam, adjunct-commies ter gemeente secretarie
te Utrecht, 1ste secretaris; W. J. Lampe,
gemeente-ontvanger van Apeldoorn, 2de secre
taris, en Th. Pels, secretaris van 's-Hertogen-
bosch, penningmeester.
Aan den Bond is ook verbonden een fonds
tot geldelijke uitkeering by overlyden.
De minister van waterstaat, handel en
nyverheid heeft goedgevonden:
lo. te bepalen, dat het goedkeuringsmerk,
gedurende het jaar 1896 te bezigen, zal zyn:
by den yk en den beryk van maten en ge
wichten, de letter g in den gewonen schrijf
vorm;
by den yk en den heryk van gasmeters, de
Koninklijke kroon;
2o. ter algemeene kennis te brengen, dat
het merk van het ykkantoor, waar de eerste
stempeling heeft plaats gehad, volgens de
ministeriëele beschikkingen van 25 Januari
1873, No. 174, en 22 November 1878, No. 47,
afdeeling Handel en Ny verheid (1ste onderaf-
deeling) voor elk der nagenoemde ykkantoren
bestaat uit het cyfer, achter den naam van
elk kantoor uitgedrukt:
's Hertogenbosch 1, Breda 2, Arnhem 3,
Nijmegen 4, 's-Gravenhage 5, Rotterdam 6,
Leiden 7, Dordrecht 8, Amsterdam 9, Alkmaar
10, Middelburg 12, Utrecht 14, Leeuwarden
15, Zwollo 16, Groningen 17, Assen 18, Maas
tricht 19.
Naar het „Haagsche Dagbl." verneemt,
zal binnenkort by de Tweede Kamer worden
ingediend een wetsontwerp, houdende afzon
derlyko begrooting van ontvangsten en uit
gaven voor de administratie van de kleeding
en uitrusting van het leger.
By dat ontwerp zal tevens worden geregeld
het toezicht van de Algemeene Rekenkamer
op de aanschaffing en op het beheer van de
kleeding en uitrusting by het leger.
De Nederlandsch9 Protectionistische Land-
bouwvereeniging, gevestigd te Utrecht, heeft
opnieuw een adres aan de Tweede Kamer
gericht, ten verzoeke „dat de Kamer ten
spoedigs'e een invoerrecht bepale op granen
en de opbrengst doe strekken tot vermindering
van den belastingdruk, ten behoeve van Ryk
en Gemeenten geheven, om zoodoende alle
takken van bedryf, die met den toestand van
landbouw en veeteelt in 't nauwste verband
staan, op te beuren en weer tot bloei te
brengen".
By het uiteengaan van de Eerste Kamer
zyn nog aanhangig gebleven hot voorstel
Hartogh nopens de burgeriyke rechtsvorde
ring; de invoering der faillissementwet; de
reorganisatie van de land- en tuinbouwschool
en de Indische begrooting voor 1896.
Het tijdstip van terugkomst dtr Kamer is
vermoedelijk 27 November of 4 December.
Ten einde het vervoer van bestelgoederen
ter gelegenheid van het a. s. St. Nicolaasfeest
te bespoedigen, is o. a. door den Staatsspoor
weg besloten op de eerste dagen van Dec.
voor de voornaamste routen in eenige treinen
extra bestelgoelerenwagens te doen loopen
en tuRschon belangryke hoofdstations wagens
uitsluitend te beladen met goederen voor de
eindbestemming of omgeving, zonder daarin
onderweg bij te laden of daaruit te lossen.
De minister van marine heeft den
luitenant ter zee der 1ste klasse A. Seret en
den officier van gezondheid der 2de klasse
G. A. J. Van der Sande, uit Oost Indiö in
Nederland teruggekeerd, op non-activiteit ge
steld.
Wy ontvingen een verslag, door den
hoogleeraar J. J. P. Valeton Jr. uitgebracht
over het doorgangshuis te Hoonderloo, ge
legen op ongeveer 10 minuten buiten de kom
van het kleine dorp Hoenderloo. Het is
bestemd om verwaarloosde jongens op te
nemen en na korter of langer tyd als nuttige
leden aan de maatschappij terug te geven. Het
is een flink steenen gebouw van drie verdiepin
gen. Oorspronkelijk, in 1849, ingericht voor
12 jongens, is het herhaaldelijk verbouwd en
uitgebreid, en heeft th ns ruimte om 70 jon
gens behoorlijk te herbergen. Behalve twee
groote eet-, tevens conversatiezalen, en twee
ruime, goed geventileerde slaapkamers, bevat
het do noodige keukens, kelder, badplaats,
wascbinricbting, provisiekamer, terwijl de 3de
verdieping voor berging van goed en als droog
zolder gebruikt wordt. Bovendien woont er de
directeur met zyn talryk gezin, en het voor
huishouding of toezicht benoodigde personeel.
Er mee verbonden is een klein boerenbedrijf,
tervvyl sinds Januari 1894 een afzonderlijk
gebouwtje voor drukkerij ingericht is. Eindelijk
staat op enkele minuten van het hoofdgebouw
de nieuw gebouwde woning van den chef-
drukker. Tot het hui3 behouren vyf bunders
heidegrond, die er rondom gelegen en op een
klein gedeelte na in cultuur gebracht zyn.
Alles maakt een eenvoudigen, maar prettigen
indruk. Het is er ruim en Arischeen gezonde,
versterkende lucht komt u overal tegen. Dat
de badplaats dringend uitbreiding noodig heeft,
dat er een gymnastieklokaal moet worden
gebouwd, en dat ook in andere opzichten nog
veel meer verbeteringen zyn aan te brengen,
is waar. Het oog van het bestuur is op al
deze punten gevestigd. Voor de drie eerst-
genoemden zyn de plannen reeds onder be
werking.
Do schrijver hoopt dat zyn verslag aan
het verkrygen der noodige fondsen bevorder-
ïyk zal zyn en dat is wel waarschijnlijk, want
de heer Valeton vertelt van liet Doorgangshuis
veel goeds.
De staat der geldmiddelen is echter nooit
schitterend geweest en is dit ook nog niet.
Het kostgeld voor iederen jongen was van den
aanvang op 2 in de week gesteld. Telkens
werd de hoop geuit, dat men door grooter
toevloed van contributies en giften irf staat
gesteld zal worden, die te verlagen In die hoop
is men echter voortdurend teleurgesteld. Zelfs
heeft het bestuur by de laatste reorganisatie
ten vorigen jare moeten besluiten het tot
140 'sjaars te verhoogen.
Het getal der in het huis opgenomen jon
gens is 58; zij hebben den leeftijd van 8
tot 18 jaren. Buiten het huis gephatst, maar
nog onder toezicht staande, zyn er 18. Zy zijn
gevestigd te Utrecht, Zutfen, Beekbergen,
Velp, Bennokom, Doetinchem, Lunteren,
Varseveld, Zetten, Tonden (Voorst), Ellecom
en Aalten.
Na eenige mededelingen over de ondervon
den teleurstellingen en over de verkregen
goedo uitkomstc-n besluit de schr. zyn arbeid
met de opwekking: Werk met ons medeIndien
gy in de gelegenheid zijt, ga Hoenderloo eens
zien en maak eens kennis met onzen directeur,
den heer E. Ten K te Wz., en zyn werk. Maar
ook al* gy dat niet kunt, steun ons dan toch
naar uw vermogen, en moge ook door hetgeen
gij er aan doen wilt, nog menige jongen, van
wien anders niets terecht gekomen ware,
behouden worden voor deze wereld en de
toekomende 1"
De rekening tor 31 Dec. 1894 sluit in ont
vangst en uitgaven met een saldo van 30.72s,
op ƒ14,212.67, de begrooting over 1895 be
draagt in ontvangsten 11,674, uitgaven
15,775, nadeelig saldo ƒ4,101.
Den 7öen Dec. zal van Rotterdam per
„Oengaran" naar Oost Indie worden overge
bracht een afdeeling aanvullingstroepen ter
sterkte van 30 korporaals en manschappen,
benevens 2 onderofficieren. Het bevel over
dat transport zal worden opgedragen aan den
met verlof hier te lande aanwezigen ritmeester
der cavalerie van het Indische leger H. W.
A. Van Jeveron, terwijl tot medegeleider is
aangewezen de voor dat leger bestemde 2de
luit. der inf. T. D. Struick.
De te Groningen tot arts bevorderde
cand.-arts W. J. Van der Scheer is bestemd
voor o.'ficier van gezondheid 2de kl. by het
O.-I. leger.
Van de gisteren opgekomen jongelingen
tot dienstneming bij het instructie-bataljon te
Kampen zyn er 12 aangenomengeneeskundig
afgekeurd werden er 9.
De burgemeester van Aalten, jhr. Baud,
heeft tegen 1 December, wyi Ly zie i cLers
gaat vestigen, ontslag gevraagd.
De gemeenteraad van Veendam beeft,
behoudens hoogere goedkeuring, besloten, de
Kamer van Koophandel en Fabrieken aldaar
op te heffen.
Men seint aan „Het Nieuws" uit Batavia:
„Voor de sociëteit te Medan (Deli) is de
heer Kat door een amokmaker gedood".
Het blad voegt er by: „De heer E. Kat,
uit Amsterdam, was verbonden aan de hoofd
administratie van de Deli-Maatschappij to
Medan. Hy was een nog jonge man, die een
schoone toekomst voor zich had, en eerst kort
geleden gehuwd."
In 't begin van het volgende jaar zal
het een kwart-eeuw geleden zyn, dat mr. C.
Fock benoemd werd tot Commissaris des
Konings in Zuid-Holland.
By koninklijk besluit zyn benoemd: F.
L. Tillieu tot burgemeester van Hooge en
Lage Mierde, P. J. De Kort tot id. van Eersel,
en dr H U Schleurholts tot id. van Bedum.
Pensioen verleend aanM. W. A. Slinger,
wed A. H. L. Bernards, commies-ontvanger
2dn categorie van 's Rijks belastingen, 335
A M. Eskens, wed. H. Lous, commies Isto
klasse by 's Ryks belastingen, ƒ416; W.
Venneman, wed. H. Rademaker, assistent aan
het postkantoor to Leeuwarden, ƒ275; M. J.
H. De Kruyff, wed. J. Van de Waereld,
ontvanger der directe belastingen, enz., 600;
H. C. H. Moorrees, wee). J. P. M. Reyors,
leeraar aan du Ryks hoogere burgerschool to
Middelburg, f 450; M. Poll, wed. P. Valter,
directeur van het postkantoor te Leeuwarden,
/600, W. Bilderbeek, wed. L. P. Kesting,
commies Iste klasse by 's Ryks belastingen,
ƒ186, G. H. Westerink, eerder wed. K. A.
Souwer, thans wed. D. Gerritsen, brievenbe
steller, f 67do kinderen van wijlen L. J.
A. H. Du Moulin, verificateur 1ste categorie
by 's Ryks belastingen, 207met intrekking
van het aan hunne moeder verhoogd wedu-
wenpensioen van 496; de kinderen van
wylen den iriuvu.,gtiafaei J. F. Van der
Meydon 94met intrekking van het aan
hunne moeder toegekend verhoogd weduwen-
pensioen van ƒ150; A. C. Van eer Hammen,
wed. C. Möbring, boekhouder 1ste categorie
by 's Ryks belastingen, 675; U. Chr. W.
Cau, wed. jhr. mr. W. H. Db Savornin Lobman,
kantonrechter, /"1080 'sjaars.
De tweede luitenant op non-activiteit E. J.
I,. J. Jans, van het wapen uer infanterie,
krachtens art. 42 2c oor wet van 28
Augustus 1851, op pensioen gcstelj en het
bedrag van het ptnsioen bepaald op 809
'sjaars.
De kapittin G. H. Aalders, van het 1ste
reg. inf., op zyno aanvrage, krachtens art.
42 1 b der wet van 28 Augustus 1851, en
de kapitein G. J. Van Deinse, van het 4de
reg. inf., krachtens art. 42 2c dier wet, op
pensioen gesteld en het bedrag van het
pensioen bepaald: voor den kapitein Aalders
op ƒ1610 en voor den kapitein Van Deinse op
1560 'sjaars; en den kapitein Van Deinse,
gerekend van den dag, waarop zyn pensioen
ingaat, de rang verleend van majoor.
2)
Bovendien wa3 zijne taveerne geene zoo
genaamde dobbelschool, welke in dien t\jd
by menigte waren te vinden, neen, de
roeping van meester Maarten was, naar hij
meermalen verzekerde, den verdwaalden rei
ziger terecht te heipen, den wandelaar of
den jachtliefhebber eene heerlijke verfrissching
aan te bieden en den bezoeker zóó op zijn
gemak te zetten, alsof deze zich in zijne
eigen woning bevond.
Met eenige menschenkennia kon men het
den goeden Maarten be8t aanzien, dat hy
iemand was van een best karakter. Hy was
stevig gebouwd en daarby vry corpulent. Zyn
neus ging byna schuil tusschen de volle
wangen, die over de hagelwitte das hingen;
om zyn mond was, we zouden byna zeggen,
de eeuwige lach van tevredenheid te zien en
zyno muts scheen immer achteloos op 't hoofd
te zyn geworpen, om dien toevalligen stand
den geheelen dag te bewaren, althans, als
vaa 's mans oordeel en inzicht in moeilyke
zaken niet te veel werd gevergd. Want in
zyne verlegenheid dwong hy dan die muts
met de vlakke linkerhand al schuifelende de
meest mogelyke posities op het hoofd in te
nemen.
Meester Maarten was gulhartig, gastvry
zelfs in hooge mate. Hy zag er geenszins
tegen op den bezoeker nu en dan uitzyne
eigen beurs te onthalen, - a'.tyd, als 't gesprek
naar zyu zin was, hoewel eenige nieuws
gierigheid aan die royaliteit gewooniyk den
doorslag gaf. Want by al het goede, dat
den man kenmerkte, had hy één groot ge
brek, nameiyk niet alleen zich te mengen
in eens anders zaken, maar zich daarin zelfs
te verdiepen. Hy voor zich noemde dat be
langstelling, deelneming. En al had het daar
van niet altijd den schyn, toch toonde Maarten
vaak, dat het lot van zyn evenmensch hem
niet geheel en al onverschillig was. Enfin,
ieder heeft zyne gebreken en dat zal by oen
waard uit de 14de eeuw ook wel het geval
geweest zyn!
XXL
Ansfridus, de Minstreel.
't Was op een vry kouden, guren nsjaars-
avond, dat de deur der „Sint-Hubertus" werd
geopend en een jongmensch binnentrad van
oven twintig jaar, schoon van lichaamsbouw,
edel van voorkomen, innemend van manieren
en op vry bijzondere wyze gekleed.
Toen hy zyn breeden mantel had afge
worpen en op geheimzinnige wyze een vrfl
groot driehoekig pak op een der tafeltjes had
gelegd, vertoonde zich aan de verbaasde
oogen van Maarten iemand, die een donker
groen fluweelen kleed droeg, waaraan zich
van achteren eene tamelyk groote kap be
vond, die laag afhing.
Met toenemende belangstelling vestigde
Maarten zyne oogen op de fraaie mute, met
eene witte pluim versierd, op het kostbaar
opperkleed, op den zwaren gouden ketting
aan den hals en de hooge kaplaarzen, die
tot over de knieën reikten.
Do jonkman nam een stoei, zette zich, na
een hoffelykon avondgroet, doodkalm by
den vuurhaard neer, Bloeg de armen over
elkander en aanschouwde, achterover op zyn
zetel leunende, peinzend het spelen der
vlammetjes.
Al zyne bewogingen werden door meester
Maarten met een valkenblik bespied, doch
niets verdachts bespeurende, ging hy lang
zaam op den vreemdeling af, boog, zoover
zpne corpulentie dit veroorloofde, onderdanig
en vroeg hem op goedhartige wyze:
Kan ik u van dienst zgn?
De jongeling keek op en zag met zyn
schoon, donker oog den waard aan. Hy streek
den fraaien knevel met welbehagen hoen en
weer en antwoordde vTiendelyk:
Geef my een kan bier, meester! Zet u
dan by my neer; 't is wel wat laat en ik
ben ook wel iets vermoeid, maar vóór ik my
ter ruste ga begeven, moet ik u wat vragen.
Do praatzieke waard liet zich - dit geen
tweemaal zeggen. Hy zette fluks eene kan
bier voor den onbekende neer en den roemer
vullende, reikte hy dezen den reiziger over
en heette hom welkom onder het gastvry
dak der „Sint-Hubertus." Maarten rakelde het
vuur wat op en toen een versch houtblok
leven en gloed door het vertrek begon ta
verspreiden, nam de waard naast den vreem
deling plaats en informeerde volgens zyne
onhebbelyke gewoonte terstond; wie hy was,
hoe hy heette, van waar hy kwam en waar
mede hy zieh bezighield.
Er speelde een glimlach om 'sjongelings
mond, toen hy don dikken herbergier al de
vragen achtereenvolgens hoorde doen, on een
hartelyke schaterlach klonk door het vertrek,
toen de waard, bemerkende dat hy te ver
was gegaan, vergeving vroeg voor zyne al
te groote onbescheidenheid.
Wel, myn vriend 1 antwoordde de jonk
man, ik neem niets kwalyk't spyt me maar,
dat ik al die vragen met voldoende kan be
antwoorden. Ge hebt toch zeker wel eens ge
hoord van een sprooksproker, een troubadour,
een zanger of een minstreel, nietwaar?
Welnu, zoo iemand ben ik en op het drie
hoekig pak wyzende ge kunt dan wel
vermoeden, wat in dat pak is verborgen, 'tls
een harp, waarmee ik myn romancen, myn
balladen of vertellingen begeleid. Waar ik
ben geboren? Helaas! dat weet ik niet, ik
heb ook myn ouders nooit gekend, ik heet
Ansfridus en noem gy my ook alzooik kom
uit Dordrecht en heb de reis over Rotterdam,
Moerkapel en Waddingsveen tot hier afgelegd.
Waar ik heenga, weet ik eigeniyk ook niet
Hy legde zyne hand vertrouweiyk op den
schouder van Maarten.
Zullen hier eerstdaags geen feestelyk-
heden plaats hebben? Zal er niet een huwelyk
gesloten worden tusschen de dochter van
ridder Van Hegeldaele met den ridder Van
de Swanonborghe?
Meester Maarten knikte toestemmend.
En morgenavond heeft een plechtige
samenkomst plaats op het „Slot" by Der Goude,
nietwaar? Ik hoor, dat de bloem der ridder
schap, de keur der jonkvrouwen ddar zal
byeenkomen. Ligt dat „Slo ver van nier?
Een goed half uur looperis, edel
Kom, kom, geen gekhem, myn vriend I
Ik ben niet van adel, ik ben geen ridder, ik
draag geen schild en woon nog veel minder
op een kasteel. Noem my vry Ansfridus 1 Mag
ik u vragen, of go eenigszina op dat „Slot'
bekend zyt?
Die vraag kittelde den hoogmoed van den
waard en de muts een min ef meer luchtigen
stand op het hoofd gevende, zei by:
Bekend? Wel stellig! Dat zou ik denken.
Myn vrouw gaat er elke week heen, om wat
te verkoopen, ziet ge. Een grootsch kasteel,
prachtig gebouwd, vier groote torens, ryke
inkomsten, welzeker, zou ik het „Slot" niet
kennen? Alle schepen moeten een hoog
tolgeld
Genoeg, genoeg, meesterzei Ansfridus,
die zeer goed bemerkte, dat 'smans weten
schap aangaande dat kasteel niet vorder
ging dan wat elk reiziger met een paar goede
oogen en een paar goede ooron ook te weten
zou komen. „Genoeg, meester 1 ik wil gaarne
gelooven, dat het een fraai kasteel is, dat
het er van buiten zoowel als van binnen
prachtig uitziet; ik wil aannemen, dat het
tolgeld de ontevredenheid van velon zal op
wekken, maarzyt gy ook min of meer
bekend met de bewoners van het „Slot," neen,
laat ik myn vraag anders inkleeden, weet ge
ook, of zich thans, let wel, thans op het „Slot"
een jonkvrouw bevindt, die juist vandaag een
week geleden hier is moeten passeeren en een
nicht is van uwen Ambachtsheer, van Ridder
Van Naaldwyk? (Wordt vervolgd.)