N®. 10952
Woensdag O November.
A°. 1895
(£>eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven
Leiden, 5 November.
Feuilleton.
EEN NOODLIED.
PEIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden
Franco per post
Afzonderlijke Nommers
f 1.10.
1.40.
0.05.
PEIJS DER ADVERTENTEËN"
Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17{. Grootera
letters naar plaatsruimte. Yoor het incasseeren bulten de stad
wordt 0.05 berekend.
Officieel© Kennisgevingen»
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden breDgen
bij deze ter algeineeoe kennis, dat door H. Th. G.
OOSTER een verzoekschrift is ingediend om ver
gunning voor den kleinhandel in sterken drank op
de tot vergaderlokaal in te richten bovenwoning van
het perceel Breestraat No. 175.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
i Nov. 1895. E. KIST, Scoretaris.
Te Dordrecht zijn geslaagd voor het
examen in de vrije- en orde-oefeningen der
gymnastiek de heeren A. Horrée en A. Cattel
en de dames J. C. M. Dijkman en J. M. Yan
der Harst, van Leiden.
De Nederlandsche mail, met berichten
uit Batavia tot 8 Oct., kan hedenavond hier
verwacht worden.
Naar wij vernemen, hebben commissa
rissen der Muziekschool van de Maatschappij
voor Toonkunst alhier een vleugel uit de
fabriek van PJeijel gekocht, om te dienen by
het zangonderwijs van genoemde instelling.
In de Zondag te Utrecht gehouden
buitengewone algemeene vergadering van den
„Nederl. Kegelbond" werd een voorstel tot
reglementsherziening met algemeene stem
men goedgekeurd. Het gevolg er van was de
vermeerdering van het bestuur, dat nu beslaat
uit de heeren L Bosch te 's Gravenhage, voor
zitter; H. v. d. Berg te Alkmaar, viee-voor-
zitter; C. J. Bakker te 's-Gravenhage, secre
tarisH. C. Boerboom te Leerdam, penning
meester, en verder uit de heeren W. Mertens
te Rotterdam, A. W. Scbols te Amsterdam,
F. A. J. Forberger te Gorkum en H. D. J.
B. Schrijver te Utrecht.
Do afdeeling Leiden had de wenschelijkheid
uitgesproken, dat er een bondsinsigne zou wor
den vastgesteld. De afgevaardigden deelden die
meening en lieten aan het bestuur over in
deze te handelen.
De in het koffiehuis „De Nederlanden"
te Hoofddorp (Haarlemmermeer) gehouden
huishoudelijke vergadering van de vereeniging
„Concordia" werd bezocht door 5 bestuurs-
en 5 gewone leden.
De rekening over 1894/95 sloot met een
nadeelig saldo van f 35.
Als plaats der vergadering in 1895/96 werd
bepaald voormeld koffiehuis.
Hot verslag dor boekerij werd medegodeeld.
De rekening sloot met een voordeelig saldo
van 28 cents.
Daar alle leden van 't bestuur wenschen
te bedanken en dien avond geen nieuw be
stuur is verkregen kunnen worden, werd
eene buitengewone vergadering uitgeschreven
tegen Dinsdag 12 Nov. a. s., te zeven uren,
in genoemd koffiehuis. Zoo dan weder geen
resultaat verkregen wordt, zal tot ontbinding
worden overgegaan. De vereeniging heeft 33
jaren bestaan en telt nog 48 leden.
Op de 18de lijst van de zeventiende
jaarcollecte voor de Scholen met den Bybol
in de „Standaard" komt o. m. voor: Heemstede
met Glip, met 263.65, waaronder begrepen
25 van de Christelijke zangvereeniging
„Exanimo" en 7.50 van de Chr. Jongelings-
vereeniging.
In de laatst gehouden vergadering van
don Raad der gemeente Sassenheim werd de
begrooting van het dienstjaar 1896 vastge-
SM.)
„In tijd van nood kent men geen gebod!"
sprak de reiziger in wijnen. „Waarde heer,
houd uw ooren dicht, opdat uw geweten
rein blijve. En nu, vooruit, mijnheer Bendler!"
De muzikant zette zijn piston aan den
mond en blies met veel talent de wijze van
het Slee8wijk-Holstein-lied. Luid zong de
Lübecker daarbij:
„Schleswig-Holstein meerumschlungen,
Deutscher Sitte hohe Wacht,
Wahre treu, was schwer errungen,
Bis ein schön'rer Morgen tagt.
Schleswig-Holstein, stammverwandt,
Wanke nicht, mein Yaterlandl"
Den kleermaker ontging geen noot van den
hoorn, ofschoon hy de ooren dicht hield er
zonderlinge grimassen maakte. Met ontzet
ting staarde de jonge Hannes den vermetelen
Duitscher aan. Olufs echter bromde: „Ik ben
werkelijk nieuwsgierig, hoe dat afloopen zal 1
„Prachtig geblazen!' riep de reiziger
wynen. „Daar beweegt zich een licht
den oever! Het middel werkt."
in
aan
steld in ontvang en in uitgaaf op 9887.23®.
De jachtopziener, tevens onbezoldigd rijks
veldwachter, A. Witteman, te Sassenheim, is
benoemd tot agent van politie te Ylaardingen.
Da heer M. Van der Zee, onderwijzer
aan de Christelijke school te Aalsmeer, is
benoemd tot onderwijzer aan de openbare
school te Muiden.
By de Ned.-Herv. gem. te Gouda en te
Maassluis is beroepen ds. C. B. Oorthuys, te
Katwyk aan Zee.
Yoor de levering van 45,000 K.G. harde
en 15,000 K.G. zachte tarwe ten behoeve der
militaire bakkery te Utrecht is het laagst
ingeschreven door den heer H. H. Van Wave-
ren, te Hillegom, voor harde ƒ6.73 en voor
zachte 6.74, per 100 KG. De toewyzing
wordt later bekend gemaakt.
Kerkvoogden en notabelen der Ned.-
Herv. gem. te Noordwyk hebben besloten, de
voornaamste grafsteenen, in de Hervormde
kerk aanwezig, voor verder afsiyten te be
hoeden. Onder-meer behooren daaronder, ge
lijk men weet, de grafsteenen van Jan van
den Boeckhorst, Floris Arnout van den Bouk-
horst en Bartliolomeus van Egmond.
De te Zoetermeer gehouden collecte ten
voordeele van de vereeniging „Trouw aan
Koning en Vaderland", tot ondersteuning van
behoeftigen, gerechtigd tot het dragen van
het Metalen Kruis of de Citadel-medaille, heeft
10.75 opgebracht.
Gisteren is aan den minister van kolo
niën een verzoekschrift ingezonden, inhou
dende verzoek, op Nederlandsch Nieuw Guinea
de paradysvogels te beschermen, welke, zoo
als in het adres wordt gezegd, aldaar op bar-
baarsche wijze door Europeesche en Ameri-
kaansche jagers worden uitgeroeid om de
vogelhuiden ter markt te kunnen brengen,
met het gevolg dat de allerschoonste, de
„koning van alle gevogelte" weldra geheel
verdwenen zal zyn, van de aarde uitgemoord.
Voor de inboorlingen van Nieuw Guinea is
de schade groot, zij ondervinden nu reeds de
nadeelen van het zeldzaam worden der even
nuttige als fraaie vogels. Daar Nederland zich
ten taak stelt om onder de volken van den
Indischen Archipel zooveel mogeiyk bescha
ving te brengen, gaat het niet aan toe te
staan dat onze eigen landgenooten op onver-
antwoordeiyke wyze een uitgestrekt gebied
blootstellen aan het gevaar, dat gebrek aan
vogels overal en altyd medebrengt.
Om deze en andere redenen bopen reques-
tranten dat de Minister in overeenstemming
met den Gouverneur-Generaal zoodanige voor
schriften zal willen geven als noodig worden
geoordeeld, om het uitmoorden der paradys
vogels tegen te gaan, hetgeen des te gemak-
kelyker zal wezen, omdat de geregelde drie-
maandeiyksche Koninklijke Paketvaart con
trole kan oefenen op den invoer van wapens
en den uitvoer der producten.
Het verzoekschrift is onderteekend namens
het bestuur van den Vogelenbond door de
presidente mevrouw Goekoop geb. De Jong
van Beek en Donk en de secretaresse mevr.
Diepenbrock geb. De Jong van Beek en Donk;
voorts namens de redactie van „Androcles"
door mevrouw Van der Hucht geb. Kerkho
ven, en namens het bestuur der vereeniging
„Ornis" door den president den heer J. H.
Beekman.
Door den kerkeraad der Gereformeerde
„Wy worden allen opgesloten, dat is zeker,"
bromde Olufs.
Het licht het moest een lantaarn zyn
flikkerde aan den oever heen en weer en
kwam al nader. Na eenige oogenblikken
vernam men ook de slagen van roeiriemen.
„Daar komt de boot!" zeide Bendler.
„Het schynt my toe, dat het licht in
zuidelyke richting voortschommelt," voegde
de reiziger er by.
„Waar8chynlyk wordt vermoed, dat de
hoornblazer zich daar op een vaartuig be
vinden moet."
„Blaas nog eens, mynheer Bendler."
De muzikant blies het verboden lied opnieuw,
en de Lübecker verzuimde niet, de woorden
van het tweede lied te zingen:
„Ob auch wild die Brandung tose,
Fluth auf Fluth von Bai zu Bai,
O, lass ruh'n in Deinem Schosse
Deutsche Sitte, deutsche Treu.
Schleswig-Holstein, stammverwandt,
"Wanke nicht, mein Vaterlandl"
Nu wendde de boot zich naar het eiland.
Na een minuut zag men tameiyk duideiyk
een man in uniform, die met een lantaarn
in de hand in de boot zich oprichtte, terwyi
hy in het Deensch uitriep: „Ha, ha, zyt gy
d&ar! Nu, wy zullen je wel krygenl"
Kerk A, te 's Gravenhage. werd gisteren in
het kerkgebouw aan de Nob^lstraat aldaar
aanbesteed het maken van een kerkgebouw
met toren, consistorie, kosterswoning en
pastorie, op een terrein aan den Z.-O. Buiten
singel. Minste inschryver was M. De Lang^,
te Harderwyk, voer 48,490. De gunning zal
over acht dagen plaats hebben.
Te 's-Gravenhage is overleden de heer
P. J. Amiot, oud-kolonel-commandant van het
6de reg. infanterie. De overledene was ridder
in de Orde van den Nederlandschen Leeuw
en gerechtigd tot het dragen van het Meta
len Kruis.
Aan enkele bladen werd gisteren uit
Batavia geseind, dat generaal Vetter en de
majoor van den generalen staf Breyer de
opdracht ontvingen; om met generaal Deyker-
hoff over den toestand io Atjeh te confe-
reeren.
De heer B. Heymans, ondërwyzer te
Utrecht, heeft eene oproeping gericht tot de
onderwyzers in Nederland, ten einde door
gezamenlyke bydragen te komen tot stichtirg
van een fonds, ter ondersteuning van onder-
wyzers-weduwen en -weezen.
De voorwerpen, die in strafzaken als
stukken van overtuiging hebben gediend en
waarvan de teruggave krachtens art. 219
Wetboek van Strafvordering door den rechter
is bevolen, worden tot nu toe in den regel
ter griffie bewaard totdat zy door den in het
vonnis vermelden persoon worden afgehaald.
Kenneiyk is het volgens den minister van
justitie de bedoeling van genoemd artikel, de
voorwerpen te doen terugzenden en niet af
te wachten, dat zy door de belanghebbenden,
die trouwens meestal met 's rechters uitspraak
niet bekend zyn, worden opgevorderd.
De minister heeft derhalve den ambtenaren
van 't Openbaar Ministerie by do Hoven, Recht
banken en Kantongerechten yerzocht of doen
verzoeken bedoelde voorwerpen, tenzy daarop
door den eigenaar of rechthebbende onder den
griffier beslag zy gelegd, onmiddellyk na afloop
van den in art. 219 bepaalden termyn aan
den in het vonnis vermelden persoon toe te
zenden en hem van de verzending schrifteiyk
kennis te geven.
Bij verzending van gelden en geldswaarden
moeten maatregelen worden genomen tegen
schade door vermissing, zoo van de post
wordt gebruik gemaakt door aanteekening, en
anders, zoo noodig, door verzekering.
Eenigen tyd geleden vond men gelegen
heid op het Museum voor Kunstnyverheid te
Haarlem de ontwerpen en teekeningen voor
tapyten van dén heer F. Colenbrander te
bewonderen; thans kan men aldaar eenige
uitgevoerde werken naar teekeningen van
dezen kunstenaar, die op de Amersfoorcsche
tapytfabriek werden vervaardigd, in oogen-
schouw nemen.
In verband met de herhaaldelyk reeds
geloopen hebbende geruchten kan de „N. R. C."
mededeelen, dat aan den hoofdcommissaris van
politie te Rotterdam, den heer Voormolen, op
de meest eervolle wyze de betrekking van
hoofdcommissaris van politie te Amsterdam
is aangeboden. Het blad spreekt de hoop
uit, dat de heer V., hoe eervol het aanbod
ook voor hem is, bij de door hem te nemen
beslissing niet uit het oog zal verliezen de
sympathie, die hem in de Maasstad zoo ruim
schoots gebleken is.
MM
„Dat schynt geen gemakkelijke gendarm te
zyn," prevelde de muzikant. „Het is mis
schien wel het beste, dat ik ophoud met
blazen."
Nu naderde de boot tot op korten afstand.
De roeier een eerzame strandbewoner
bleef er in. De gendarm sprong op bet
eiland, terwyi hy zyn lantaarn in de hoogte
hield.
„Hier is het verboden lied geblazen! Ik
arresteer dus het geheele gezelschapriep hy.
„Wy zyn schipbreukelingen en hadden hulp
noodig," zeide de reiziger in wynen in het
Deensch. „Gendarm, ik zal u het geval ver
tellen
Deze had echter geen verklaring noodig.
Want nu gebeurde eensklaps iets heel onver
wachts. De kleermaker was plotseling zeer
opgewonden geworden.
„Lars Mikkelsenl" riep hy met diep ont
roerde stem. „Oude vriend, herken je my
niet?"
„Wat, zie ik goed?" antwoordde de gen
darm. „Jy Niels Skau!"
„Ja, ik ben het, je trouwe wapenbroeder
uit den oorlog."
„Jal Wy waren by het vyfde regiment
fuseUers in dezelfde compagnie. Ik ben biy,
dat ik je een3 weerzie!"
„En ik niet minder! Dus jy bent gendarm
in Hoibro?"
De Commissie, belast met het afnemen
der diplomatieke examens, heeft, onder voor
zitterschap van baron Gericke van H< rwynen,
minister van Staat, zitting genomen in het
gebouw van do Eerste Kamer der Staten-
Generaal tot het houden van het onderzoek
voor de toelating van gezantschaps-attachés.
Een candidaat is tot het afleggen van
examen opgekomen.
Behalve uit baron Gericke, bestaat de
examen-commissie uit mr. Asser, onder
voorzitter; dr. Fruin, mr. W. H. De Beaufort,
D. Cordes en mr. D. baron Van Hogendorp, sec.
Het stoomschip' „Maasdam", van Nieuw-
York naar Rotterdam, passeerde 4 Nov.
Prawlepoint; de „Oengaran," van Batavia
naar Rotterdam, arriveerde 4 Nov. te Marseille;
de „Telemachus" is 1 Nov. van Amsterdam
en Liverpool te Batavia aangekomen; de
„Spaarndam" arriveerde 3 Nov. van Rotter
dam te Nieuw York; de „Prins Maurits" ver
trok 3 Nov. van Paramaribo naar Amsterdam;
de „Prins Willem IV" arriveerde 2 Nov. van
Amsterdam te Paramaribo; de „Zaandam,"
van Nieuw York naar Amsterdam, passeerde
3 Nov. Dover.
By koninkiyk besluit zyn benoemd tot
ontv. der dir. bel. en acc. te Sneek c. a.,
P. De Bruyn, ontv. der dir. bel. en acc. te
Beverwyk c. a.tot ontv. der dir. bel. en
acc. te Kuilenburg c. a., W. C. Kuyk, ontv.
derzelfde middelen te Ede c. a.tot ontv.
der dir. bel., invoerr. en acc. te Lochem c. a.,
W. J. Schaafsma, ontv. der dir. bel. en acc.
te Meppel (buitengemeenten); tot ontv. der
dir. bel. en acc. te Leerdam c. a., jbr. J. W. E.
Von Schmidt auf Altenstadt, ontv. derzelfde
middelen te Eindhoven (buitengemeenten).
Benoemd tot notaris binnen het arr.
Rotterdam, ter standplaats Kapelle aan den
Use], H. M. De Vos, candidaat-notaris te
Rotterdam.
Aan den eervol ontslagen meesterknecht
by 's Ryks werf te Willemsoord, E. Faber,
met ingang van 1 October 1895, een pensioen
toegekend van ƒ1100 'sjaars.
Met ingang van 1 Oct., aan den, met
ingang van gemelden datum, op zyn ver
zoek, eervol uit zyne betrekking ontslagen
commies by de topographische inrichting D.
Heyse, een pensioen verleend van 1445
'8 jaars.
Benoemd by het wapen der inf., by het
2de reg., tot luit. kol., de majoor C. P. J. Van
Vlierden, van het corps, en tot majoor, de
kapt. jbr. C. K. Van der Wyck, van het
reg. grenadiers en jagers.
De kapitein J. Van Heulen, van het 2de
reg. vesting-art., op zyn aanvrage, op pensioen
gesteld, het bedrag van het pensioen bepaald
op 1560 'sjaars; en hem, gerekend van den
dag, waarop zyn pensioen ingaat, de rang
verleend van majoor.
Benoemdby het wapen der art. tot eersten
luit. de tweede luit. J. C. Van Leeuwen, van
het wapen, gedetacheerd by het wapen in
Ned.-Indië; by den staf van het wapen, tot
eersten luit.-magazynmeester do tweede luit.-
magazynmeester J. Van Baarsel, werkzaam
by de stapelmagazynenby het 2de rag.
vesting-art., tot eersten luit. de tweede luit.
E. F. Insinger, van het corps; by het 3de
reg. vesting-art., tot kapitein de eerste luit.
IJ. Van der Meulen, van den staf van het
wapen, werkzaam by de constr. werkplaatsen.
„Ja, gendarm en strandopzichter. Kom aan
myn hart, wapenbroeder I"
De kleermaker en de gendarm omarmden
elkander als broeders.
„Dat treft boven verwachting goed," pre
velde de Lübecker. Het geval loopt stellig
goed af."
Dat geschiedde dan ook werkelyk.
De gendarm liet zich door zyn vriend Niels
Skau de toedracht uitvoerig vertellen en werd
daardoor zeer toegeeflijk gestemd.
„Onder zulke omstandigheden zie ik van
een vervolging af," zeide hy. „Ook wil ik
geen aangifte van hot gebeurde doen. Maar
één voldoening moet gy my toch gunnen.
Mynheer, kunt gy ook het beroemde Deensche
lied van den „dapperen landsoldaat" blazen?"
„Jawel, gendarm," antwoordde depistonist
in zyn eenig8zin8 gebrekkig Deensch. „Ik
heb het wel is waar nooit geprobeerd, maar
ik ken de populaire melodie wel en kryg
haar er dus wel uit."
„Vooruit dan maar!"
Bendler blies daarop de aardige melodie
van den „Tapferen d&nischen Landsoldaten,"
die zyn liefje verlaten moest, om tegen de
Duitschers ten stryde te trekken.
Door zyn kunst veroverde hy het hart van
den gendarm en van den eerzamen kleer
maker, die beiden ferm applaudisseerden.
„Leve de Deensche gezelligheid 1" riep daarop
lindei's*.
De verrassingen zyn de wereld nog niet
uit! Als Suderinann gisteravond zyn „Schmet-
terlingsschlacht" eens had zien spolen, do
man zou van verbazing zyne banden in elkaar
geslagen hebben; en geen wonder: een d^el,
bijna een overwegend deel van het Leidscho
publiek heeft goed gevonden de eerste drie
bedryven van „Vlinders" to promoveeren tot
klucht! Niets meer, niets minder!. Telkens
een uitbundig gelach, een hel losbarstendo
vroolykheid, „als het zoo 'reis niets te pas
kwam!" Hoe dat mogelyk was? Ik kan bot
niet verklaren. In myn eenvoud had ik altyd
gedacht Sudermann's werk goed te begrypan,
toen ik er allesbehalve een klucht in zag,
toen ik meende dat zyn bittere ernst, zyn
gevoelde humor hoogstens een glimlach, een
meewarigen, konden en mochten uitlokken;
doch nu moet ik gewaar worden dat velen
het een hoogst grappig product scbynen te
vindon. Is ons publiek dan werkelyk nog
niet ryp voor een degelyk kunstwerk? Is
het dan zóó moeilijk ernst van luim te onder
scheiden, zyn de Vlinders werkelyk zóó lastig
te begrijpen? Laat ons eens nagaan:
Mevrouw Hergentheim moet, als weduwe
van een hoofdambtenaar, met drie dochters,
van een zeer karig pensioentje leven. Onder
voortdurende zorgen, angsten, kwellingen, zoo
geestelyke als lichamelijke, brengt zy hare
kinderen groot en „de Hemel heeft hare go-
beden verboord," zy zyn alle drie mooi go-
worden, schoonheden zelfs. De karakters
hebben zich gevormd zoo goed en zoo kwaad
als het ging en loopen, in tegenstelling met
de uiterlijke overeenkomst, zeer uiteen. De
oudste, Elza, bezit, zooals de moeder bet
-uitdrukt, „ein heiteres Naturell", doch is in
werkelykheid een hoogst ondegelijk, coquet
persoon. Zy is gehuwd geweest, kort en
ongelukkig; haar man heeft zich, na zijn
fioantiëelen ondergang, van bet leven beroofd.
Als weduwe Schmidt is Elzi tot haar moeder
teruggekeerd en helpt de dagolyksche lasten
verzwaren.
De tweede dochter, Laura, is een stillo,
berekenende natuur; zy wil en zal door haar
schoonheid een graaf huwen, die dan verder
de familie voor gebrek behoeden moet. In-
tusschen werkt zij thuis en copiöert dessins
voor waaiers, door de jongste zuster, Rosa,
ontworpen. Deze laatste onderhoudt eigenlijk
het gansche gezin. Met eone byzondero gave
weet zy vlinders te teekenen, vlinders in
stryd, en deze „Schmetterllngsschlachten"
worden op waaiers overgebracht cn door het
huis Winkelmann gekocht, dat biermede over
geheel Europa groote zaken doet.
De reiziger voor de zaak van Winkelmann,
Kessler, heeft, op kamers wonende by Mevr.
Hergentheim, Roosjes talent voor zyn chef
weten te verwerven en haar geheel aan de
zaak verbonden. Terzelfder tyd echter heeft
hy oen liefdesgeschiedenis aangeknoopt met
Elza, zonder een enkele ernstige bedoeling
van een van beide kanten. Zooara demoeder
dit merkt, wordt aan Kessler de huur op
gezegd, die zich dat getroost laat welge
vallen. In het geldelyk verlies, hierdoor
ontstaan, moet nu ook Roosjes arbeid voorzien,
en zwaar zyn de omstandigheden, waarondir
de familie moet leven.
Hierin schynt verandering te zullen komen
wanneer de oude Winkelmann, een norsche,
de reiziger in wynen. „Edele gendarm, is er
in de dorpskroeg wat te krygen?"
„Zeer zeker."
„Welnu, ik inviteer het gezelschap op een
souper op myn kosten, om het weerzien der
twee trouwe Deensc'ne vrienden en onze
redding waardig te vieren!"
De boot bracht allen behouden naar de
kust van Fünen en daarop volgde in de dorps
herberg te Hoibro een vroolyk drinkgelag,
dat zoo lang duurde, tot in den vroegen
morgen de schipbreukelingen met een boeren
wagen naar Assens reden.
„Ziet gy," zeide de reiziger in wynen by
het afscheid, „nu zaten wy misschien nog
altyd klappertandend op de verwenschte
zandbank, Indien myn goede inval met het
verboden lied ons niet gered had!"
„En myn piston!" voegde do musicus er by.
Het vroeger verboden Schleswig-Holstein-
lied, waarmede in 1864 de Pruisische sol
daten tegen de Menen ten stryde trokken,
mag nu iedereen vry zingen in het land,
voor 't welk het gedicht en gecomponeerd
werd. En binnenkort zal men den auteurs
van dit beroemde lied, den dichter Chemnitz
en den componist Belman, in de stad Sleeswyk
een gemeenschappeiyk monument zetten, met
welks vervaardiging de beeldhouwer Peterich
te Beriyn nu bezig is.