N°. 10348
"^rs»aj<lao- X November.
A0. 1895
r l.io.
(§sze €ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven
Leiden, 31 October.
J^ouLïXXe-toiQ..
Het gevolg eener luchtreis.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden.
Franco per post
Afzonderlijke Nommers
1.40.
0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.171. Grootera
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseoren bulten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Het moet_ alleraangenaamst z\jn voor een
oestuur, wanneer hot eene vergadering uit-
I schrijft en de opkomst zóó ziet als gisteravond
het geval was bo het eerste bijeenkomen der
jaarlljksche Volksbijeenkomsten. De groote
zaal der Stadszaal en hot balkon waren om
zoo te zeggen eivol 1
Honderden personen heeft de Commissie
bovendien nog moeten teleurstellen, wien z(j,
wegens plaatsgebrek, niet van kaarten kon
voorzien. Wel een bewijs, dat deze byeen
komsten, verre van te zijn uitgestorven of
lydende te zyn aan tering, zich nog aldóór in
een frisch leven mogen verheugen.
De heer G. Japikse, voorzitter der Commissie
voor de Volksbijeenkomsten, opende met een
woord van welkom deze samenkomst. Hy
wees er o. m. op dat hy hot vorig jaar, by gele
genheid van het veertigjarig bestaan der
Volksbyeenkomsten, breedvoerig heeft uitoen-
gezet het doel en de strekking er van; ook
bracht spreker zyn dank aan het gemeente
bestuur en aan den commandant der Schutterij.
Verder wees de heer Japikse op de hulpvaar-
digheid van verschillende personen en inrich
tingen, die het bestuur ondervond. Ook deelde
1 hy mede dat het geheele programma voor dit
seizoen reeds was opgemaakt.
Sprekor zou verder het geduld van zyne
vele toehoorders maar niet lang op de proef
stellen en daarom dadeiyk het woord geven
aan muziek en zang.
Nauwelijks waren deze laatste woorden dan
ook over sprekers lippen, of de schutterij*
kapel deed het „Wilhelmus", in de oude toon
zetting, hooren, hetgeen door allen staande
werd aangehoord.
Het programma (ieder bezoeker, dia vroeg-
tydig present was, ontving gratis zoo'n pro
gramma) was zóó samengesteld, dat muziek
en zang elkander afwisselden op aangename
wyze.
In do regeling dor zangstukjes werd even
wel eene kleine wyziging gebracht: een paar
stukjes, die nè de pauze zouden gezongen
worden, werden vóór de pauze uitgevoerd,
en die van vóór de pauze er na.
Voor doze gelegenheid hadden vier dames
voor den zang hare welwillende medewerking
verleend.
Breedvoerig zullen we niet uitweiden over
den te hooren gebrachten zang en muziek,
maar er ons toe bepalen te zoggen dat de
orkestdirecteur, de heer Joh. C. Geyp, voor
een degelijk programma gezorgd had, dat
zyn staf veer een goede uitvoering zorgde,
en dat do zang zóó in den geest viel, dat er
zelfs gebisseerd werd.
Als slot van den avond deed de muziek
het „Wion Neerlandsch Bloed" hooren, dat
evenals het eerste nommer staande werd
aangehoord.
Het was dus voor de bezoekers weer een
heerlyke avond, een goed begin, dat nog
veel belooft voor h.et geheel, dat aan tot
veel dankbaarheid zal kunnen stemmen.
Voor het examen in de vrije- en orde-
oefeningen der gymnastiek zyn te Dordrecht
geslaagd de dames M. M. J. Fphraïm, te
Leiden, en J. D. C. Adama, te Zoeterwoude.
De heer A. Van Wyk, cand. alhiör, heeft
voor de toezegging van beroep als hulp
prediker by do Ned.-Herv. gemeente te
Bladel bedankt.
Gedurende de 1ste helft der maand Oct.
zyn aan het postkantoor alhier bezorgd de
volgende brieven, welke, door onbekendheid der
geadresseerden, niet.besteld konden worden:
Blommendaal, AlfenK. Blik, A. F. Keyzer,
Amsterdam; Wed. Middelhuizen, Delft; J. H.
Van Wyk, Leiden; J. Buning, Rietbergen;
J. A. v. d. Wal Perné, v. d. Broek, H. v. d.
Heide, Rotterdam; A. De Vries, Usquert; J.
G. G. Volmer, Valkenburg; C. Leliveld, niet
vermeld.
Briefkaarten: J. H. Griese, Amsterdam;
D. Carre 's Gravenhage; Dr. C. I. Vinke-
stc-yn, Schiedam; Wed. Jansen, niet vermeld.
Brieven, besteld geweest naar het buiten
land: Dr. G. Gilson, Leuven; F. J. Stieler,
Tegal.
De Fransche mail wordt hedenavond
alhier verwacht.
Het vermoedelijk subsidie, dit jaar te
verwachten voor eenige christelijke scholeD,
bedraagt te Aarlanderveen (hoofd de heer
Houtman), 126 kinderen, 500, als vorig jaar;
Alkemade (G. J. B. Bontje), 103 k., 700, als
vorig jaar; Alfen aan den Ryn (J. Postmaen
A. A. J. Van Egmond), 144 en 244 k.,
900 en 1300, vorig jaar nihil en 1500;
Bodegravo (J. Van Andel), 194 k., 700 als
vorig jaar; Boskoop (D. Veerman), 220 k,
ƒ1000, vorig jaar 800; Hazerswoude (Jansen
van Ryssen), 138 k., 700, vorig jaar
ƒ683.33; Rijndijk (H. A. P. Meyer), 132 k.,
700, als vorig jaar; Katwijk aan don Ryn
(H. Weiland), 123 k., 700, vorig jaar 500;
Katwyk aan Zee (G. v. d. Waa), 375 k.,
1800, vorig jaar 1458.335; Lange Ruige-
weide (Ch. Kraay), 74 k., ƒ400, vorig jaar
362.50; Leiden (J. B. Meynen), 148 b.,
1200, als vorig jaar, (Schaap), 206 k., 1000,
vorig jaar ƒ900, (F. Uittenbroek), 191 k.,
1100, als vorig jaar, (A. J. Do Lange),
612 k., 3200, vorig jaar 3183.32; Leider
dorp (L. W. Van Gi6sson en J. De Bruyn),
151 en 207 k., 700, als vorig jaar, en
1000, vorig jaar ƒ916.665; Oudshoorn (D.
Van Duin), 144 k., 700, als vorig jaar;
Rynsburg (W. v. d. Weg en J. G. Vreeswyk),
106 en 165 k., 800 en 700, als vorig
jaar; Sassonheim (J. W. Engelkes), 94 k.,
500, vorig jaar 400; Voorburg (Th. A. v. d.
Wart), 94 k., 700, vorig jaar 683.33Voor
schoten (C. P. Aartse), 83 k., 550, als vorig
jaar; Waarder (J. Snoek en E. Van Loo), 141
en 39 k., ƒ500 en 250, vorig jaar ƒ500
en 150; Woubrugge (H. De Boer), 93 k.,
ƒ500, als vorig jaar; Zegwaard (J. J. Ket),
144 k., ƒ700, vorig jaar ƒ666.665; Zeven
hoven (M. v. d. Berg), 54 k., 250, als vorig
jaar; Zwammerdam (S. Hempenius), 125 k.,
500, als vorig jaar.
De hoer G. H., te Vaanholt, commies by
's Rijks belastingen, sedert 1 Mei 1892 ge-
stationneerd te Roelof-Arendsveen, is tegen
1 November a. s. overgeplaatst naar Arnhem.
Te Woubrugge zyn gisteren de drie aftre
dende stemgerechtigde lidmaten als gemach
tigden voor het kiescollege der Ned.-Her
vormde gemeente, de heeren Wr. Boot, J. H.
Bergman en Mn. Overvlièt, met nagenoeg
algemeene stemmen herkozen.
Tot deskundigen voor het vervaardigen
van de eerste wetenschappelijke balans van
het Rykspensioenfonds voor Weduwen en
Weezen van burgeriyke ambtenaren zyn door
commissarissen van het fonds on door den
Hoogen Raad onderscheidenlijk benoemd de
heeren dr. P. Van Geer, hoogleeraar aan de
universiteit te Leiden; dr. A. J. Van Pesch,
hoogleeraar aan de gemeente-universiteit te
Amsterdam, en A. E. Rahusen, oud-hoog
leeraar aan de Polytechnische School.
By beschikking van den minister van
binnenlandsche zaken van 30 dezer, is be
paald dat de commissie tot het examineeren
van hen, die eeno akte van bekwaamheid
wenschen te verkrygen tot het geven van
middelbaar onderwys in de Nederlandsche
taal- en letterkunde, geschiedenis, aardryks-
kunde, staathuishoudkunde en statistiek,
staatsinrichting en schoonschryven, voor het
jaar 1895 zitting zal houden te 's-Graven-
hage; en zyn benoemd: tot lid en voorzitter
dier commissie dr. W. B. J. Van Eyk, in
specteur van het middelbaar onderwys te
's-Gravenhage; tot leden: dr. J. To Winkel,
dr. C. M. Kan en mr. P. W. A. Cort van der
Linden, hoogleeraren aan de Gemeentelyke
Universiteit te Amsterdam; dr. G. Kalff,
leeraar aan het gymnasium te Amsterdam;
dr. P. L. Muller, hoogleeraar aan de Ryks-
universiteit te Leiden; dr. F. L. J. Kr&mer
en mr. J. De Louter, hoogleeraren aan de
Rijks universiteit te Utrecht; dr. H. Blink,
directeur der hoogere burgerschool te Nieuwer-
Amstel.
Nadat Dinsdag avond in de Waalsche
Kerk in Den Haag eene godsdienstoefening
was gehouden ter gelegenheid van de samen
komst der „Conférence Evangólique Wallonne",
waarbij ds. Jean Mounier, uit Parijs, voorging,
hield deze vereeniging gisteren in de zaal
„Diligentia" haar tweede bijeenkomst.
Het voorzitterschap werd aanvaard door
C. J. E. graaf Van Bylandt, lid van de
Tweede Kamer.
Mr. W. C. Quarles van Ufford bracht een
rapport uit omtrent de geschiedenis en het
werk der christelyke jongelingsvereenigingen,
voor welke by meer belangstelling inriep, daar
zy bestemd zyn de gelederen van het leger
der geloovigen to versterken. Spreker behan
delde voornamelyk dergelijke unies in Amerika,
Dujtschland en hic-r te lande en schetste haar
ontstaan en ontwikkeling.
Omtrent dit rapport, dat, volgens besluit
der vergadering, in druk zal verschynen, werd
van gedachten gewisseld, waarbij ds. Mounier,
uit Parys, herinnerde aan het ontstaan, een
15-tal jaren geleden, in Amerika van christe
lyke studentenvereenigingen, die daar zeer
bloeien en zich gaandeweg ook in andere
hoofdsteden van Europa ontwikkelden, o. a.
in de studentenwyk te Parys, alwaar enkele
Hollandsche jongelieden, die in de Fransche
hoofdstad studeeren, zich by die Unie hadden
aangesloten.
Spr. concludeerde dat ook in HolUnd, met
zijn universiteitsleden, de oprichting van
dergelyke studenten-unies moest bevorderd
worden.
De inleider herinnerde dat te Utrecht een
bescheiden afdeeling van de Amerikaansche
„Student volunteer missionnery Union" be
stond.
Ds. Lacheret, uit Delft, bracht hierna rapport
uit over de evangelisatie van Hollandsche
zeelieden en Vlaamsche werklieden te Duin
kerken, van welke werkzaamheden, vooral
wat de Vlaamsche werklieden betreft, goede
resultaten waren te vermelden, dank zy der
heilzame werkzaamheid van ds. Cbrispeels,
die juist binnenkort vervangen wordt door
een ander evangelist.
Tot lid van het comité in de plaats van
ds. Nardi werd benoemd de heer Van der
Mey, Waalsch predikant te Zwolle.
De minister van oorlog heeft de militaire
leden van de militieraden en hunne plaats
vervangers benoemd, o. a. te 's-Gravenhage:
lid majoor Francke, plaatsv. majoor Buys.
Rotterdam: lid luit.-kol. De Wys, plaatsv.
kapt. Van 't Lindenhout.Leidenlid majoor
Calkoen, plaatsv. majoor Koolemans Beynen.
Dordrecht: lid majoor Naeff, plaatsv. kapt.
baron Van Wassenaer van St.-Pancras.
De Haagsche correspondent der „Zut-
fensche Courant", die in dat blad de behan
deling van het wetsontwerp op het personeel
bespreekt, geeft, naar aanleiding van het
verleden Vrydag door den heer Borgesius
in de Tweede Kamer gesprokene, als zyne
meening te kennen, dat er slechts één weg
openstaat om eenigen waarborg te verkrygen,
dat door de invoering van het personeel in
vele gemeenten de financiën niet nog meer
in de war geraken, nl. in de wet te bepalen,
dat het personeel niet in werking treedt,
voordat de door den minister toegezegde hulp,
aan de gemeenten te verleenen, beklonken is.
Naar de „Zw. Ct." verneemt, heeft de heer
A. J. Biydenstein ontslag genomen als lid
van do Eerste Kamer.
Van 1868 tot 1878 had de heer Blijden-
stein zitting in de Staten van Overysel voor
het hoofdkiesdistrict Enscbedee. In laatstge
noemd jaar werd hy in plaats van mr. G.
Dumbar tot lid der Eerste Kamer gekozen.
Sedert had hy onafgebróken in dat college
zitting.
Hr. Ms. instructieschip „Nautilus," onder
kevel van den kapitein-luitonaDt ter zee L.
A. H. Lamie, is in den voormiddag van 30
Oct. te Santa Cruz de Teneriffe aangekomen.
Aan boord van dien bodem was alles wel.
De minister van marine heeft den off.
van adm. 1ste kl. W. G. L. Brunings, dienende
aan boord van Hr. Ms. pantserschip „Guinea",
met 16 Nov. a. 8. op non-activiteit gesteld
en vervangen door den off. van adm. 1ste kl.
W. Baert8.
By koninkiyk besluit is ni9t ingang van
1 November a. s. aan L. G. A. d'Hangest
taron d'Yvoy van Mydrecht, op zyn verzoek,
eervol ontslag verleend als burgemeester
van Ruurloo.
Aan den eervol ontslagen machinist b(
's Ryks werf te Amsterdam H. Schut, een
pensioen verleend van 440's jaars, ingegaan
1 October 1895.
De vergunning, verleend aan den officier
van adm. 2de kl. J. "W. F. In de Betou, tot
het waarnemen van eene betrekking buiten
het zeewezen, voor den tyd van een jaar,
onder stilstand van non-activiteits-traktement
en zonder opklimming in de rangiyst, op
zyn verzoek, met ingang van 3 Nov. a. s.,
ingetrokken.
Pensioen verleend aanA. Yan Goor, ƒ457
E. Schot, 293; Th. Bender, ƒ282; L. G. J.
Barendtszen, ƒ120; G. H. Harmos, 1262;
J. W. Klappert, 1502; C. G. Rood, ƒ534
's jaars.
Gremeng^d. Nieuws.
Dinsdagavond circa negen uren
is uit het water aan de Koninginnegracht
te 's-Gravenhage opgehaald het lijk van een
onbekend man, gekleed in blauw duffelsche
overjas, zwarte colbert, bruine sokken, blauwe
das, gryze broek, witte tricot onderbroek,
overhemd, witten tricot borstrok en een wit
overhemd.
Hy is naar schatting oud 25 jaar, lang,
donker van haar en oogen, met gave tanden,
spitse kin, ovaal aangezicht en aankomend
donker kneveltje. Hy is flink gebouwd.
De commissaris van politic der centrale
afd°eling (Bureau Alexandersploin) vraagt
inlichtingen omtrent dezen persoon.
Het biykt thans dat de toeëige-
ning van gebruikte postzegels aan het ministe
rie van koloniën dezer dagen ontdekt, ook
vroeger is geschied. Toen kort geleden namely k
in verband mot de uitbreiding vanhetDepar
tement, een der zolders verbouwd en daarto
moest ontruimd worden, kwamen tal van
pakken postwissels voor den dag. Deze wissels,
te zaraen ongeveer 6000 a 8000, misten post
zegels. En toch lagen zo behooriyk in pakken
gebonden weggesloten.
Vroeger schynt er aan die postwisselzegels
uit de koloniën niet zooveel waarde te zyn
gehecht als tegenwoordig hot geval is, zoodat
er zonder boos opzet schijnen gebruikt voor
verzamelingen.
Het politie-onderzoek duurt voort.
Naar men verneemt, zyn in zake
de in hot Haagsche Bosch gepleegde ernstige
mishandeling door de politie gehoord eenge
vrouwen, die des avonds in het Haagsche
Bosch rondzwerven, en een min, nut whn
de mishandelde uit Wassenaar, alvorens huis
waarts te keeren, in een bierhuis te 's-Gra
venhage e6n woordenwisseling had.
Het onderzoek in die richting moet echter
niet het minste resultaat hebben opgeleverd.
Het zesjarig zoontje van den
kruideniersbediende G. Meyer, te Oude-Wete-
ring, hetwelk voor ongeveer vyf weken het
ongeluk had het linkersleutolbeen te breken,
waarvan het nog de gevolgen ondervindt, viel
gisteravond onder het spelen met de kin op
een dorpel, waardoor zyne tanden diep in de
tong boorden, die daardoor ernstig bezeerd
werd.
4)
Op deze geringe hoogte reeds waanden z(J
zich verlost van alle aardsche ellende, ge
voelden zy zich als vrjje, ontketende geesten,
of als menschen van schooner, verhevener
aoort
De aardoppervlakte lag in het zilverwitte
maanlicht onder hen uitgespreid als een ont
zaglijke landkaart, met dien verstande, dat
op deze kaart alles klour en beweging had.
Als zjj over een stad vlogen, steeg het alarm
van het menschelyke leven tot hen op, en
als zy over een vlakte zweefden, glansden
en glinsterden de rivieren in den maneschyn,
ruischten de wouden en teekenden zich door
een meer donkere kleur van welden en
akkers af. Dikwyis was het, alsof men met
de vleugels de toppen der hoornen aan
raakte, en dan steeg de ooievaar ho.iger, het
beeld werd kleiner, maar toch niet onduideiyk,
slechts nu en dan op zeer laag gelegen
plaatsen weefden dampen en nevelsluiers
zich tot eene dichte deken samen, wat dan
een prachtig gezicht als van een wit-schui-
mende zee opleverde.
Zoo vloog Gottlieb eenigen tijd in gelukkige
bewondering voort. Eensklaps giDg er een bel
en de machine bygde en trilde als van groote
inspanning.
„De Alpen 1" weerklonk oen luide stem.
Geiyktydig steeg de groote ooievaar merk
baar en zeer snel naar bovon. Het werd ge
voelig koud en er stak een yzige wind op,
die elke minuut sterker word. Zy vlogen juist
over het Bodenmeer, dat in den maneschyn
als een reusachtig, gloeiend oog onder hen
lag, toon de wind in storm overging, en de
machino steunde en kraakte, alsof zy barsten
moest. Een angstverwekkend wankelen der
vleugels was van invloed op de zekerheid
der richting, en weldra moest de groote
ooievaar den langen, spitsen snavel direct
in den wind steken en tegen hem optornen,
omdat het mechaniek op deze wyze de woede
der elementen het best kon trotseeren. Deze
stryd van het menscheiyk vernuft tegen
het ruw geweld der elementen was een
buitengewoon prachtig schouwspel. Nu eens
sulsden de vleugels door de lucht of sloegen
met vreeseiyk geweld neer, zoodat den
passagiers hooren en zien vergingen, dan
weerlegden zy zich bliksemsnel vast tegen het
lichaam, dat met razende snelheid vcorwaarts
vloog. Dit wiegen en buigen in den storm,
dit worstelen en vroolyk voorwaarts schieten
was een triumf der uitvinding, di9 hier eerst
hare gansche beteekenis, hare ganscbe heer
lyke zekerheid en kracht openbaarde.
Men was nu vyf- a zesduizend meter hoog.
De koude was groot en by oen blik in de
nu zwartachtige, hier en daar met dichte,
op- en neergaande wolken bedekte diepte
rezen den passagiers de haren te berge. Van
de kleine, prachtige bergmeren was niet veel
meer te zien. Zy maakten den indruk van
kleine nevelvlekken. De dalen geleken reus
achtige, raadselachtig donkere rimpels, terwyi
de reuzen der bergketens met hun door
eeuwige sneeuw en ys bedekte toppen in
ongenaakbare majesteit en verheven rust
boven dat al troonden, ten spot der stormen,
die brullend om hen woedden.
„Help, help!" riep de brievenbesteller, die
tot nu toe zoo bedaard was geweest. „Ik wil
er uitl Ik wil er uit I"
De storm verslond de woorden. Steeds
wilder, kreunender werkte de machine, steeds
hoogor steeg men, steeds verder van elke
meDschelyke hulp bevonden zich de koene
luchtschippers, steeds verlatener, eenzamer,
steeds meer prye gegeven aan den woedenden
etryd der elementen, boven zich het eeuwige
firmament van den hemel, waaraan millioenen
starren flonkerden, precies alsof zy or nog geen
twee duim dichter by gekomen waren.
Na ongeveer een uur daalde de groote
ooievaar weer; de koude en de storm namen
af. Steeds vriendelyker en aangenamer werd
de lucht en hoe dichter men by do aarde
kwam, des te vroolyker werden de passagiers.
Opnieuw weerklonk de schel der machine
en de stem van den gids kondigde aan
„Italië 1"
Gottlieb kreeg als 't ware een electrischen
schok. Reeds de naam was voor hem een
tooverwoord, dat hem een paradys beloofde.
De lucht scheen hem zoeler en welriekender
toe, de sterren flonkerden met een gouden
glans, de maan was als 't ware frisch ge
poetst. Zij waren nu zóó dicht by den aard
bodem, dat hy niet alleen steden en dorpen
nauwkeurig onderscheiden kon, maar ook do
pynboomen met hun breede kruinen, de don-
kore cypfessen, ja zelfs den zoeten geur der
oranje- en jasmynbloesoms rook. Als middei-
oeuwsche burchten lagen de grys verweerde
stadjes op stille, echynbaar ontoegankelyke
vestingen, oud en kleurloos als de steen,
waarop zy gebouwd waren. Ed toen verscheen
een eindelooze, in het maanlicht glanzende
en eeuwig beweeglyke vloed, zoo ver het oog
reikte, bedekt mot zilverkleurige maanroflsxen
de zeel En midden daarin, ver, zeer ver
van den oever verwyderd, slechts door eene
lange, smalle strook met het land verbonden,
een groote etad. Gottlieb kneep zich in de
beenen, om te weten of hy waakte of droomde.
Een stad midden in de zee. Was dat geen
toovery? Was dat geen gezichtsbedrog? Zy
kwamen nu snol dichterby en zweefden lang
zaam over do wonderbare stad. Ook in do
straten blonk water, en in plaats van in ry-
tuigen, voeren de menschen in lange, spook-
achtig-zwarte vaartuigen. En do gebouwen,
die uit den waterspiegel oprezen, waren zoo
zonderling in ouderwetsche bouwatylen uit
gevoerd, voor een deel met goudkleurige
mozaïeken versierd, met zuilen en zuiltjes,
met Moorsche vensterbogen of met galeryen
rondom het huisl En die heerlijke kerk, die
daar op het plein lag, en het massieve paleis
daarnaast, en de toren met het scheeve dak
Waar had Gottlieb dat alles reeds gezien?
Ah, juist! Het was geen droom, hy waakte:
hy was in Venetië.
Verder! Bologna met de beide scheeve
torens, Florence, Pisa, weer met oen scheeven
toren, Rome, liet oude prentenboek der wereld
geschiedenis, met zyn ruïnes, de forums, de
waterleidingen, die myien ver het land door
kruisen, het kolo866um; dan verlaten, ver-
vallon overbiyfselen van vroegere steden
altyd verder. Eensklaps werd het ondraaglyk
heet in de lucht, en daarby kreeg Gottlieb
een akoligen, vuilen zwavelreuk in den neus
Wat was dat? Hy zag onder zich, zyn Ijiii
viel juist in een geweldige schoorsteenvor-
mige holte, die wel meer dan duizend metor
diep was, en in dezen afgryselyken muil
borrelden, dampten en werkten de gloed, do
slykachtige vuurmassa's van hst binnenste der
aarde. De Vesuvius! Onwillekeurig hield
Gottlieb zich vaster aan zyn korf. Als hy
daarin viel om 'e Homels wil, wat z j
zyn vrouw dan zeggen? Alleen de gedachte
daaraan was reeds verschrikkelyk.
Voorby voorbyI
Weer zweefden zy boven de zee, het eindo
looze water, alleen links van hen bleven in
de bleeke morgenschemering de grillig ver
takte rotsholten van Calabrië zichtbaar. Opeens
werd het in 't oosten steeds lichter en lichter,
tot het eindelyk scheen, alsof het gansche
oosten dor wereld in brand stond. De zon
ging op van deze hoogte een schouwspel,
waartegen het uitzicht van den Rigi kinder
spel was.
„Goeden morgen, Gottlieb", hoorde hy
eensklaps boven zich zoggen. „Uitgeslapen?
Hèl Hoe gaat het?"
Het was Michael, die zich in zyn korf
opgericht had en, over den rug van den
grooten ooievaar leunende, tot hem sprak.
(Slot volgt.)