-7?sr"7i i ■.tirr.'fw.'.a .v r.-s -.'•..ir.-.'r-.
langzamerhand, ingevoerd worden, maar is,
met het oog op het tegenwoordig fokmateriaal,
niet direct door te drijven.
Een zeer verblijdend verschijnsel was de
groote vooruitgang, die mocht waargenomen
worden, zoowel in den toestand en het voor-
komon der aangeboden exemplaren, als in do
wijze, waarop zy voorgebracht werden.
De keuring bostaat nog te kort, om nu
reeds op feitelijke resultaten in de fokkerij
te kunnen wijzen, doch do commissie is met
de jury zoo mogelijk nog meer en vaster
van het groote nut der verplichte hengsten-
kcuring overtuigd.
Op voordracht dor commissie werd dit
jaar slechts aan de hengsten eene premie
ad 250 toegekend, waaronder twee in het
voorjaar uit hut buitenland ingevoerd.
Gemeenteraad van Leiden.
Vervolg der zitting van Maandag namiddag.
Voortzetting dor beraadslagingen over de
oniwerp-gemeentebegrooting voor 1S9G,
en wel wat betreft het amendement van den
heer Fockoma Andrem, om den post voor de
politie, tot hare uitbreiding ter verkrijging
van meer Zondagsrust voor hot personeel,
met ƒ6000 te vermeerderen.
Na hot gehoorde zeido do heer Zillesen dat
hij voor het voorstel van den heer Fockema
Andreae zou z(jn. Evenzoo do heer Van Kem
pen, die er tevens op woes dat de Voorzitter
wel niet gezegd heeft dat er weinig agenten
zijn, maar wel te weinig.
De heer Juta (wethouder van financiën)
herinnerde or aan dat het college van B. en
Ws. er op uit is om de financiën der gemeente
zoo zuinig mogelijk te beheeren, dat alle
gemeente-ambtenaren hunne positie verbeterd
willen zien en dat hem uit de gevoerde
discussion niet is gebleken dat uitbreiding van
politie-personeel noodig is, welks toestand,
door do aanstelling van 4 controleurs, verleden
jaar toch reeds is verbeterd.
Spr. blijft dus de oorspronkelijke meening
toegedaan, dat een verhooging van den post
met ƒ6000 nu niet gewenscht is.
De Voorzitter gaf toe dat B. en Ws. waren
overeengekomen de meerdere uitgaven zacht
jes aan te doen, doch wees or tevens op dat
het aantal ageDten hier werkelijk gering is
en dat er, door nauwkeurige verdeeling on
combinatie van poütie-posten, mede gedaan
wordt wat maar eenigszins mogelijk is, terwijl
bovendien niettemin het Leidsche politiecorps
goed staat aangeschreven.
De heer Drucker wees er op dat een agent
van politie wat de Zondagsrust betreft in
minder goede conditie verkeert dan andere
gomeento-amttenaron. Spr. vroeg of er nog
meer ambtenaren zijn, die wel wat meer
vr(je Zondagen mochten hebben.
De heer Fockema Andrero meende dat, al
schijnt de toestand goed, toch niet op den
tot nu govolgden weg mag worden voort
gegaan en dat het plicht is met eenige gelde
lijke opoffering daarin verbetering te brongen.
Verder herinnerde hij aan do werklieden der
gasfabriek, die ook op Zondag gedeeltelijk
moeten werken.
De heer Dekhuyzen trachtte te betoogen
dat do zaak nog niet genoeg is voorbereid,
om er zoo maar d&deiyk een besluit over te
nemen. Het is volgens hem thans een tasten
in hot duister. Hy heeft ook een vluchtige
berekening gemaakt wat een voorgestelde
uitbreiding zou kosten, aan welk® berekening
de Voorzitter echter zeido niet veel waarde
te hechten. In dat geval zou de heer Dek
huyzen wol willen woten waar de fout dan
zit, omdat hy op gegevens van hot hoofd
der politie zelf is afgegaan.
Den hoer Van Kempen komt do houding
van do wethouders onbegrypeiyk voor; met een
voorstel komen zy niet, maar zy schijnen
integendeel te willen dat de Raad zelf een
voorstel indient om aan don ellendigen toe
stand een einde te maken.
De heer Cock, den Voorzitter gehoord heb
bende, die zelf niet gezegd heeft dat uitbreiding
thans dringend noodig is, is daarom eenigs
zins huiverig met het voorstel van don heer
Fockema Andrea mede to gaan, waarvoor
hg ook niet kan stemmen zonder nadero
inlichtingen wat de berekening betreft.
Den heer Van Hooken komt het wenschelgk
voor dat, alvorens er oen besluit worde
genomen, er eerst meer overeenstemming
by het college van B. en Ws. besta en dat
er omtrent dit punt oen voldoend uitgewerkt
voorstel aan den Raad worde gedaan.
De hoer Fera meende te bobben opgemerkt
dat de wethouders ook wol dogolyk de meening
zyn toegedaan dat verbetering noodig is, doch
dat zy, met het oog op een zuinig beheer,
op finantiöele bezwaren afstuiten. Dit is voor
spr. echter geen bezwaar. Is verbetering
werkeljjk noodig, dan moet zg geschieden.
Daarom zal hg voor hot voorstel van den
heor Fockema Andrea stommen.
Do Voorzitter merkte den heer Dekhuyzen
op dat hy zgne (sprekers) staten hedenmorgen
slochts even heeft gezien, waarom diens daar
naar gemaakte vluchtige berekening dus geen
waarde kan hebben. Alleen hg, burgemeester,
staat zonder de wethoudors aan het hoofd
der politie en alleen hg is er verantwoor-
delgk voor. Met den commissaris van politie
heeft hy de zaak reeds meermalen met de
meeste nauwgezetheid besprokendoch meer
gegevens dan hy tot nu toe deed kon hg voor
het oogcnblik niet geven.
Do heer Juta wees er op hoe dikwyls or
in de vergaderingen van B. en Ws., soms wel
om do 14 dagen, zaken ter sprake komen,
dio, geiyk do demping van het Levendaal én
andere grachten, enz, o zoo wenschelgk zgn,
doch, werd«n zo alle dadeiyk uitgevoerd, een
verbazend budget zouden vormen. Aan die ge
voelsargumenten kan niet altyd gevolg worden
gegeven. Men moet rekening houden met
andere omstandigheden, ook al zou men alles
onmiddellgk willen verbeteren.
Het voorstel-Fockoma Andrem om de volgns.
^07 en 10S (bezoldiging en kleeding politie
agenten") met 5000 en 1000 te verhoogc-n,
werd aangenomen met 15 tegen 8 stemmen.
Tegen stemden de heeren Du Risu, Cock,
Van Hoeken, Hasselbach, Dekhuyzen, De
Sturler, Van Rhyn en Juta.
De heer Van Kempen brengt hulde aan de
brandweer voor do uitstekende wyze, waarop
zy tegenwoordig haar taak volbrengt.
Volgn. 113. De "door den Schuttersraad
ingediende begrooting ad 9534 voor 1896
werd, op voorstel van B. on Ws., met 200
verminderd, daar de jaarwedde van den eersten
luit.-kwartiermeester op 300 gehandhaafd
blyft en niet op 500 wordt gebracht, zooals
de Schuttersraad had uitgetrokken.
By volgn. 120: Kosten van den openbaren
gezondheidstoestand, trad de heer Drucker in
beschouwingen over li9t in de Leeskamer
nederloggen van het advies der desbetreffende
commissie omtrent voorstellen tot onbewoon-
baarverklaring van huizen.
De Voorzitter antwoordde dat hot wensche
lgk is dat somraigo rapporten dienaangaande
ook voor ambtenaren geheim blyven.
Tusschen beide sprekers werd verder van
gedachten gewisseld over de goede werking
der verordening, enz. sedert hare invoering.
By volgn. 122: Koston midd. scholen, wees
do heer Kroon er op dat wat hot onderwgs
in de gymnastiek aan do hoogere burgerschool
voor jongens betreft, op deze begrooting
eon zinsnede wordt gomist, welke wel op de
vorige bogrootingen voorkomt met een som
van 100. Die zinsnede luidde: „Verder wordt,
evenals vroeger, op deze post oene som van
100 uitgetrokken voor het onderwgs in de
gymnastiok van leerlingen der hoogste klas
sen." Berustte deze som niet zoo vroeg
spreker op een vroeger ge: omen Raads
besluit?
De Voorzitter meende dat de comm. v. toe
zicht zeker geen voorstel zal hebben gedaan en
zeide dat de lessen per uur worden berekend.
De heer Van Hamel zeide dat sedert jaren
bedoelde post op de begrooting voorkwam, doch
dat de meerdere lessen niet schijnen gegeven
to zyn, hetgeen do Voorzitter in den loop van
het debat ook meende te moeten toegeven,
die tevens opmerkte dat door hot vry vallen
van enkele lesuren deze thans op andere
wyze worden aangevuld.
De heer Van Hamel zeide dat die 100
indertyd bestemd waren om to worden toe
gekend aan den heer Bader als onderwyzer
aan de hoogste klasse, doch den Voorzitter
en Wethouders was daarvan Diets bekend,
die dus berekenden volgens het aantal te
geven lesuren.
By den post hoogere burgerschool voor
meisjes zeido de heer Pera dat hy dien post
veel te hoog vindt, waarom hy middelen
noodig achtte om do inkomsten te vermeer
deren, by v. door verhooging van het schoolgeld.
Zelf achtte hy do school geheel nutteloos,
doch hü goeft don Voorzitter toe dat dit een
verschil van opvatting is. In vorhooging van
schoolgeld zag de Voorzitter evenmin heil.
Overigens verwoes spr. naar hetgeen door
B. en Ws. reeds in hunne Memorie van Ant
woord dienaangaande is gezegd.
De heer Van Hamel brengt de mededeeling
uit de Memorie van Antwoord van B. en Ws.
ter sprake dat by hen het voornemen bestaat
een der onderwy'zers in de gymnastiek, h. i.
overbodig geworden ten gevolge van de nieuwe
verordening, op wachtgeld te stellen. Spr.
vraagt of B. en Ws. van plan zyn het voor
stel dienaangaande ook by de plaatseiyke
schoolcommissie om advies in te dienen (eene
vraag, welke reeds bg het sectie-onder
zoek was gedaan, doch niet in het verslag
daaromtrent, opgenomen), waarop de Voor
zitter antwoordde dat hg dit nog niet wist,
omdat het voorstel eigenlyk een direct gevolg
van hot vroeger genomen Raadsbesluit is.
Dit gaf de heer Van Hamel niet toe, omdat
in dat besluit z. i. niet lag opgesloten dat
er een gymnastiek-onderwyzer zou worden
ontslagen.
De Voorzitter deelde verder mede dat waar-
schynlyk met April het voorstel van B. en
Ws. kan worden verwacht en dat dan, be
halve vooraf de heer Van Dyk, misschien
ook do schoolcommissie zal worden gehoord
naar aanleidiDg der vrykomende uren van
een vakonderwyzer.
Bg den post 1500 (volgn. 168) als toe
lage aan do eigenaars van den Schouwburg,
deelde de hoer Van Hoeken mede dat hy, na
hetgeeu reeds bg vorige begrootingen over
dezen post is gezegd, de discussion nu niet
zil rekken, maar alleen voorstelt om den
post met /"150, d.i. met 10%i te verminderen.
De Voorzitter zou ook niet breedvoerig ant
woorden, maar verdedigde slechts kort den
post van 1500, omdat commissarissen van
den schouwburg dezen winter een proof nemen
met verhoogde entróe-pryzen, omdat commis
sarissen zonder het subsidie in het geheel
geen dividend (dat toch reeds gering is) zullen
kunnen uitkeeron, en omdat commissarissen
feitelyk een bedrag van ƒ1200 uitbetalen
aan het muziekcorps der dd. schutterg, wgl de
leden daarvan telkens in het schouwburg
orkest spelen.
Do heer Verhey van Wyk, jaren lang com
missaris der muziek geweest zynde, deelde
mede dat die som met de schuttery-rekeniDg
niets te maken heeft, omdat de muzikanten
die extra geldon voor zichzelf verdienen,
waarop de Voorzitter opmerkte dat men zon
der die buitenkansjes bg de schutterg onder
de tegenwoordige bezoldiging geen, althans
moeilijk, muzikanten zou kunnen krijgen.
Het amendement Van Hoeken werd ver
worpen met 12 tegen 10 stemmen. [De heor
Verster had inmiddels de vergadering verlaten.]
Vóór het amendement stemden de heeren
Pera, Van Kempen, Van Hoeken, Kerstons,
Stadhouder, Cock, Verhey van Wgk, De Sturler,
Juta en Dekhuyzen.
Na de uitgaven kwamen om over halfvijf
de inkomsten aan de orde.
Do heer Stadhouder en vervolgens de heer
Korstens verlieten hierop de vergadering.
Enkele posten ondergingen veranderingen
ingevolge, sedert do begrooting ontworpen
was, nadere gegevens waren ingekomen.
Bovendien maakte de heer Drucker de
opmerking dat hetgeen hg in de sectiën bg
den post omtrent „aflossing op hypotheken
en obligation" (aflossing van het aan de gas
fabriek verstrekte kapitaal) gezegd heeft, in
het sectie verslag minder juist is weergegeven,
zoodat ook het antwoord van B. en Ws. anders
is dan bedoeld werd, waarop de Voorzitter
herinnerde dat B. en Ws. voor die onjuistheid
in het afdeelings verslag niet verantwoorde-
ïyk zyn.
De heer Drucker beloofde te gelegener tyd
een voorstel omtrent bedoelde aflossing te
zullen indienen.
Tot het opmaken der eindcijfers, ten einde
de begrooting te doen sluiten, werd de ver
gadering eenigen tgd geschorst, gedurende
welken de wethouders en de secretaris zich
met de becyferingen onledig hielden.
Het resultaat was dat het volgende werd
voorgesteld
den post voor onvoorziene uitgaven met
ƒ117 te vermeerderen en te brengen op 6795
den geraamden post plaats, dir. (inkomsten-)
belasting te verhoogen met 4000 en te bren
gen op ƒ161,000 (tegen ƒ167,766.09 in 1894
en 165,000 in 1895);
do geheele begrooting met ƒ4885 te ver
hoogen en dus in ontvangst en uitgaaf te bren
gen op ƒ832,971.
Deze verschillende cijfers werden achtereen
volgons in stemming gebracht en goedgekeurd
met algemeene stemmen, waarna do verga
dering werd gesloten.
Gemeng-cl Nieuws.
Aan het telephoonnet alhier
is nieuw aangesloten, onder nummer 267,
de heer H. H. Van Romburgh, Donkersteeg 8.
Blijkens eene in dit nummer
voorkomende advertentio, wacht heeren biljart-
liefhebbers morgen (Woensdag) in het cafó
„Die Porte von Clevë" alhier een genotvolle
avond. Er zal alsdan oen onderlinge wedstrgd
plaats hebben tusschen do pryswinners in het
aldaar jongst gehouden concours. In dien
wedstryd toch werden de pryzen in den vryen
wedstrgd rospectievoiyk behaald met 68, 67,
65 en 61 punten in 25 stooten. Ook de juniores
kweten zich dapper. In dien wedstrgd immers
werden de prgzen gewonnen met 63, 61, 58
en 58 punten. Waar zulke spelers elkander
den prys betwistten, kan hun bovenbedoelde
onderlinge kamp niet anders dan zeer interes
sant zijn en ongetwyfeld zal het daarby
morgenavond niet aan veel belangstelling
ontbroken.
Hedenmorgen omstreeks halfelf
geraakten paard en wagen van den heer N.,
door het schrikken van het cier, in de sloot bg
het Militair Hospitaal aan den Morschweg.
Een telepboonpaal werd stukgeslagen, tervryi
paard en wagen zonder verder letsel uit h«t
water getrokken werden. Eenige flesschen
waren stuk en een paar inmaaktonnen be
schadigd.
Opgave van het vervoer en de
opbrengst van den Rynlandschen Stoomtram
weg gedurende de maand Aug. 1895: reizigers
aantal 50,268; opbrengst 7935.85s; goederen
en diversen 556.93. Totaal 8492.78s.
Van 1 Jan. tot ultimo Aug. 1895reizigers
aantal 250,976; opbrengst 36,136.53; goede
ren en diversen ƒ4850.955. Totaal 40,987.48s.
Per dagkilometer bedraagt dit 18.74.
De Hooge Raad verwierp gisteren
de cassatieberoepen van
lo. W. H. Vliegen, wegens het opnemen
van een beleedigend artikel in „De Volks
tribuun" veroordeeld tot 1 maand gevangenis
straf;
2o. van de twee stroopers te 's Gravenhage,
veroordeeld resp. tot 3 en 2 jaar gevangenis
straf wegens ernstig® mishandeling van een
jachtopziener onder Loosduinen.
Omtrent het reeds vermelde
foit zegt de schryver der „Haagsche Sprokke
lingen" in het „Utr. Dbl." het volgende:
Het donkerste 's Gravenhage heeft de vorige
week weer eens een proeve van zyne onhoud
baarheid gegeven door de gruwelyke mishan
deling op, naar men zegt, kannibaalsche
wyze van een man uit Wassenaar in het
Bosch: eene mishandeling waarvan men, als
myne informaties juist zyn, nooit de bijzon
derheden openlgk zal kunnen vermelden, maar
die een afgrgselgk denkbeeld geeft van de
barbaarsche ruwheid van het mannelgk ge
peupel, dat het „gevolg" uitmaakt van de
vrouwmenschen, die by duisternis het Bosch
bevolken.
Het vraagstuk der zuivering van het Bosch
is moeilgk. Een zoo uitgebreid terrein, waar
surveillance even onmogelgk is als verlich
ting, levert onoverkomelyke bezwaren op
voor de politie. Maar toch wordt 't meer en
meer onvermgdelgk een einde te maken aan
het schrikbewind van d^t gepeupel van het
allerlaagste gehalte, onvermgdeiyk nu aan
weerszyden van het Bosch geheele wijken
verrgzen, en dus zoowel de veiligheid daar
als de eischen van het langzamerhand toe
nemend rechtstreeksch vorkeer door hot
Bosch stee.s dringender verlangen dat de
overheid zieh opgewassen zal toonen togen
een bende individuen, die men in het centrum
der beschaving wel verwachten, maar niet
dulden moest.
Aangaande bovenbedoelden man, uit Wasse
naar, verneemt echter het „Vad." dat hy
inderdaad vry ernstig gekwetst is. Maar er
schynt alle reden om aan te nemen, dat de
man jokt en dat van een aanval door vyf
mannen geen sprake is. Van een worsteling
is geen spoor te or.tdekken. De politie zoekt
dan ook in andere richting.
Naar aanleiding van het be
richt der „Haarl. Ct." omtrent de gevo'gen
der werkstaking van de Amsterdamsche
sigarenmakers, zegt het „N. v. d. D.", dat
het bericht voor oen deel uit de lucht is
gegrepen en voor een ander deel onjuist is.
Het gebouw van de heeren E. Goulmy en
Baar staat niet te koop en zg verhuizen niet
naar Maastricht; zg blgvtn in Amsterdam en
kunnen dat doen, omdat z|j intusschen in
Den Bosch in hun tweede fabriek doorwerken.
Do beide firma's, die zouden ophouden te
bestaan, weten zelf nog niets daarvan.
De firma, ciie naar Deventer gaat, behoort
tot de dii minores.
Een helsche machine! Een
waker van het Entrepot in de Boompjes te
Rotterdam had Zondag onder meer andere
goederen zes vaatjes azyn te bewaken. In
een dier vaatjes meende Lij een geheimzinnig
getik te hooren, en de verontrustende gedachte
kwam bg hem op, dat in dit vaatje wel eens
een helsch werktuig kon zijn verborgen. De
man voelde zich niet op zijn gemak en be
sloot de politie te waarschuwen. Ook deze
hoorde het angstwekkend tikken. Nu werd
er een deskundige gehaald en in diens tegen
woordigheid werd het vaatje heel voorzichtig
geopend. Het bevatte echter niets anders dan
geheel onschuldigen azjjn. Van waar nu het
geheimzinnige tikken, dat men dan toch dui-
deiyk had waargenomen? De deskundige kon
het alleen toeschryven aan de werking der
lucht op het spongat.
Een brutale diefis dezer dagen,
te Amsterdam, op handige wijze door parti
culieren gepakt.
Eenige jongelui bevonden zich 's avonds bg
kennissen toen de heer des huizes werd weg
geroepen omdat iemand licm wenschte te
spreken die, zeide een notaris te zgn uit de
provincie. „Als hy ingn parapluie maar niet
meeneemt", zei een der gasten nog schertsend,
en toen de gastheer terugkwam, verzekerde
hy geruststollend dat de parapluie er nog
stond. Maar dan was zg juist weg, want er
moesten er twee staan
Het was inderdaad zoo: De „notaris" had
het regenscherm meegenomen.
Toen de bestolene het geval thuis mede
deelde, zeido zgn vader, dat ook b|j hem een
„notaris uit de provincie" was geweest, wiens
signalement vry wel klopte met dat van den
dief; alleen had hg hier een anderen naam
opgegeven. Gestolen had hij hier niets, want
er stond niets in de gang. Hg zou nog terug
komen.
Werkelijk kwam do man terug en wel
juist toen de (elders) bestolene thuis was
met z|jn broeder. Hg wapende zich voor allo
zekerheid met een revolver, verzocht der
dienstbode, don man in de spreekkamer te
laten, en zyn broeder zoo spoedig mogelyk
politie te halen. In de spreekkamer vond hy
een zeer net gekleed heer met een allerkeu
rigste dames-parapluie in de hand. Hij hield
den man, die wederom de bewuste „notaris
uit do provincie" heette te zyn, eenigen tyd
aan den praat, voorgevend dat zgn vader bezig
was, maar zoo aanstonds hem te woord zou
staan. Do „notaris" werd wat onrustig en
misschien had zgn bewaker (die in de deur
opening stond) nog tot krasse middelen zyn
toevlucht moeten nemen, wanneer hij niet
bgtyds zyn broeder had hooren terugkomen;
met do meeste welwillendheid liet hy nu
den „notaris" uit de kamer, die terstond
daarop in de armen van een politie-agent
viel. 's Mans verbazing laat zich denken.
Bg onderzoek bl9ek dat hy een ontslagen
gemeente ontvanger was en reeds een zestal
kleine diefstallen had gepleegd. (A. E)
Verscheidene gezinnenvande
Amsterdamsche werkstakende sigarenmakers
namen gisterochtend plaats op de Meppeler boot
om hun geluk elders te beproeven. Gronin
gen is hun bestemming. Het laten varen
van den eisch van bondsfabrieken gaf hun
daartoe de gelegenheid. (Tijd.)
Gisteravond te tien uren is,
nabij Heemstede door de stoomtram, van
Haarlem komende, een man aangereden, die
in staat van dronkenschap verkeerde. Hy wil
de van het balkon springen, geraakte met beide
beenen toen tegen den goederenwagen, werd op
een ladder naar een naburig hui-je gedragen
en spoedig werd geneeskundige hulp geroepen.
Zondag brak te Lith, aan de
Engwyk, by de kinderen Aarts een hevige
brand uit. Het vuur deelde zich mee aan nog
twee boerenwoningen, welke mede in de asch
werden gelegd. Een groote voorraad hooi, in
de achterhuizen en aan myten staande, werd
eene prooi der vlammen.
Te 's Hertogenbosch is gisteren
de werkman Roozendaal bg het schilderwerk
aan het nieuwe station zoodanig gevallen,
dat hg terstond overleed. De ongelukkige laat
eene vrouw met vyf kinderen na.
Omtrent een moord of beter
gezegd een manslag door onvoorzichtigheid
te Wjjchon verneemt de „Tel." het volgende:
Op ongeveer een half uur afstands van het
dorp Wychen, aan den Musschen'oerg, woont
een arbeidersgezin, Gerrits, dat tevens een
klein winkeltje houdt.
(Jit dat gezin was in de maand Mei van
dit jaar een zoon gehuwd met een meisje,
afkomstig uit Malden, gemeente Heumen,
welk paartje zich metterwoon gevestigd had
aan den Teersdyk onder de gemeente Wychen.
De jeugdige echtelieden schenen het met
elkander zeer slecht te kunnen vinden, leefden
zeer in onmin, met dit gevolg, dat èn man
èn vrouw ieder naar hunne ouders waren
teruggekeerd.
De "Wychensche jongens waren over deze
scheiding van tafel en bed niet zeer tevreden;
ook dd buurtbewoners aan den Musschenberg
namen het aan de ouders van Gerrits zeer
kwalijk, dat zg hun teruggekeerden zoon in
dezen geheel rechtvaardigden. Vandaar dat
men in de laatste dagen zelfs niet meer bij
Gerrits wilde gaan „winkelen".
Zondag avond nu, omstreeks halfelf, spanden
eenige jongens uit Wychen en de buurt samen
en brachten, om blyk van hunne afkeuring over
deze zaak te gevon, ketelmuziek voor de woning
van Gerrits aan den Musschenberg, niet ver ge
legen van de spoorwcglyn Ngmegen's Herto
genbosch, waar de nachtelyke inspectie van de
lyn werd uitgeoefend door den lynwachter Jan
Derks, gehuwd en vader van zes kinderen.
Deze Derks, genoemde herrie hoorende, ging
even zien wat er toch wel te doen was.
Daar eenmaal zijnde, werd hem door een der
aanwezigen gezegd„kom, laat ons maar gaan,
we hebben hier niets te maken" of zoo iets
dergelyks. Daarop keerde Derks zich om tot
vertrek en op hetzelfde oogenblik werd toen
de deur der woning van Gerrits geopend,
een geweerschot werd gelost en trof den lyn
wachter Derks in den rug en drong door tot
in zijn hart.
Zoodra men zag, dat dit schot iemand had
getroffen, snelde men naar het dorp om do
politie te halen, die bg aankomst slechts den
dood van Derks kon constateeren, verder do
woning van Gerrits binnentrad, den dader,
broeder van den teruggekeerden zoon, arres
teerde en het geweer in beslag nam, dat
bleek opnieuw geladen te zyn.
De dader werd Maandag morgen gevankelijk
naar Arnhem gebracht.
Zondag is te Petten het lgkvan
een vrouw aangespoeld, hetwelk reeds in
vergevorderden staat van ontbinding verkeerde,
en met geen andere kleeding dan een gedeelte
van een japon van fyn blauw laken. Hetlgk
is terstond ter aarde besteld.
Een knecht van den bierbrou-
wer "W., te Vliermaal, is nabg Maeseyck van
zgn kar gevallen en overreden. Hy was ter
stond dood.
Zondag-avond is door de Gel de r-
sche stoomtram by Ulft overreden zekere
Jansen uit Anholt. De man is aan de gevol
gen gestorven.
Bg den nieuwen aanbouw van
de cacaofabriek to Weesp is Zaterdag een
jongeling door een gat van den zolder geval
len. Met gebroken arm en een schedelbreuk
werd hij naar het gasthuis vervoerd, alwaar
hg Zondag nacht aan de gevolgen is overleden.
Weer heeft in België eon botsing
plaats gehad tusschen twee treinen, welke
echter ditmaal zonder ernstige ongelukken
is afgeloopen.
De sneltrein van Keulen stoomde bij het
station Luik tegen oen goeierentrein. Do
conducteur van dezen trein sprong nog bytyds
uit den wagen, waarin hy zich bevond en
die geheel werd verbryzeld. Hg kwam er met
eene lichte kneuzing af. Het ongeval had
geen andere gevolgen dan dat beide treinen
beschadigd werden en het verkeer gedurende
eenige uren werd gestremd.
BUITENLAND.
Frankrijk.
In de Kamer werd gisteren do interpellatie
behandeld van den heer Rouanet over do
bekende zaak betreffende den Zuid Ooster
spoorweg.
De heer Binder, de conservatieve afgevaar
digde van bot departement der Seine, ver
zocht de regeering nadere inlichtingen over
de redenen, welke haar hadden genoopt tot
de verplaatsing van den procureur oer repu
bliek, den heer Chenest. De minister van jus
titie was verplicht, de machtiging te vragen
van den Senaat tot het instellen van eona
rechtsvervolging tegen den heer Magnier.
De heer George Berry, conservatief, be
toogde dat het voorwendsel, hetwelk te baat
is genomen om den heer Chenest vai?. zyn
post te ontzetten, onjuist is, want de heer
Chenest zou een vonnis hebben moeten uit
spreken over iemand, dia werkelgk schuldig is.
De minister van justilie, de heer Trarieux,
antwoordde: „Ik verklaar zeer beslist, en
men zal mg wel gelooven, dat ik nooit onder
myne berusting documenten of papieren heb
gehad, waarin de inhechtenisneming van den
heer Magnier werd geüischt.
„Wat de quaestie betreft, door den heer
Rouanet opgeworpen"-aldus ging de minister
voort „kan ik verklaren, dat wy overal,
waar wy schuldigen of medeplichtigen meen
den te zien, eene gerechtelijke vervolging heb
ben ingesteld. In het dossier bevond zich
geen lgst, waarop een van de leden van de
Kamer of den Senaat voorkwam."
De heer Trarieux betoogde verder, dat de
operatiën van het leening syndicaat geheel
in orde waren, gewaagde van het bekende
rapport-Flory, waarin de namen van de heeren
Rouvier, Jules Roche, Etienne, Deloncle er